Nieuwsbrief IE/ICT 8 mei 2014 Is meeprofiteren van een bekend merk toegestaan? Uit een uitspraak van het Europese Hof van Justitie van 6 februari 2014 in de zaak tussen Red Bull (de producent van het bekende energiedrankje) tegen de bekende Amsterdamse coffeeshop en caféhouder “The Bulldog” blijkt dat u mag inspelen op een vertrouwde merknaam van een ander. Nadat Red Bull succesvol werd met haar energiedrankje, introduceerde The Bulldog er onder haar eigen naam ook één. Red Bull verzette zich hiertegen. Het Europese Hof heeft nu toetsingscriteria gegeven wanneer op grond van een “geldige reden” mag worden meegelift op de reputatie van een bekend merk, in dit geval Red Bull. Omdat The Bulldog al langer diensten aanbood die een verband hebben met energiedrankjes (namelijk het schenken van drankjes), had zij een geldige reden om gebruik te maken van het bekende merk Red Bull, ook al had The Bulldog aangegeven met haar energiedrankje een graantje te willen meepikken van het succes van Red Bull. Een voor Nederland baanbrekende uitspraak. (IEPT20140206) Sinds de start van het bedrijf in 1975 is The Bulldog uitgegroeid tot een grote internationale keten. Naast de bekende coffeeshops zijn er ook cafés, hotels en veel merchandise producten. Red Bull heeft op 11 juli 1983 haar merk geregistreerd in de Benelux voor nietalcoholische dranken. Slechts drie dagen later registreert The Bulldog haar beroemde logo ook voor niet-alcoholische dranken. In 1987 lanceert Red Bull haar energiedrank. Pas tien jaar later, in 1997, volgt de introductie in de Benelux. Mede door het grote verkoopsucces van Red Bull, besluit The Bulldog twee jaar later haar eigen energiedrankje op de markt te brengen. Dat is het startsein voor een ruim tien jaar lange juridische strijd tussen de twee “bulls”. pagina 2 Red Bull vindt dat The Bulldog inbreuk maakt op haar (inmiddels) bekende merk uit 1983 door op ongeoorloofde wijze van de bekendheid van haar merk te profiteren. In eerste instantie wijst de rechtbank Amsterdam de verbodsvordering van Red Bull af. De merken zouden te weinig met elkaar overeenstemmen, mede door de totaal andere betekenis van de woorden. Drie jaar later wijst het hof Amsterdam in hoger beroep de vorderingen van Red Bull echter grotendeels toe. Het staat volgens het hof vast dat Red Bull een bekend merk is voor energiedrankjes en dat het publiek een verband zal leggen tussen Red Bull en The Bulldog, omdat beide namen gebruikt worden voor energiedrankjes en beide het woord “Bull” bevatten. De eigenaar van The Bulldog heeft in een interview bovendien gezegd “een graantje mee te willen pikken van de miljardenomzet van Red Bull”. Volgens het hof komt deze handelwijze neer op aanhaken bij de aantrekkingskracht en reputatie van het bekende merk, zonder hiervoor een financiële vergoeding te betalen. Normaal gesproken is er onder die omstandigheden sprake van merkinbreuk, tenzij de inbreukmaker (in dit geval: The Bulldog) kan aantonen dat hij een geldige reden heeft die rechtvaardigt dat hij met het gebruik van een overeenstemmend teken profiteert van de reputatie van het bekende merk. The Bulldog beroept zich op een dergelijke geldige reden, met verwijzing naar haar eerdere gebruik (sinds 1975) van dezelfde handelsnaam voor horecadiensten, waaronder het schenken van dranken, nog voordat Red Bull in 1983 als merk werd ingeschreven en een bekend merk is geworden. Het hof verwerpt dat verweer op grond van al 40 jaar oude jurisprudentie en stelt dat The Bulldog alleen een geldige reden kan hebben als er een bepaalde noodzaak is om nu juist deze naam voor energiedrankjes te gebruiken, welke noodzaak er volgens het hof niet is. The Bulldog “bijt” terug en gaat in cassatie bij de Hoge Raad. Volgens The Bulldog is de uitleg van “de geldige reden” door het Amsterdamse hof achterhaald. Op grond van Europees recht zou volgens haar voor een geldige reden voldoende zijn dat zij haar naam al te goeder trouw gebruikte voordat Red Bull als merk werd gedeponeerd. Nu er nog nooit eerder hierover op een zo hoog niveau is beslist, twijfelt de Hoge Raad of inderdaad een ruimere uitleg aan het begrip “geldige reden” moet worden gegeven. De Hoge Raad stelt daarom vragen van uitleg aan de hoogste Europese rechter, het Europese Hof van Justitie. Het Europese Hof stelt op 6 februari jl. dan dat “een geldige reden” inderdaad wel méér omvat dan alleen een bepaalde “noodzaak”. Het Hof formuleert toetsingscriteria voor de belangenafweging die gemaakt moet worden tussen de houder van een bekend merk en een derde die een daarmee overeenstemmend teken reeds gebruikte voordat het bekende merk werk geregistreerd. The Bulldog gebruikt haar naam al voor horecadiensten, waaronder de verkoop van dranken. De latere verkoop van energiedrankjes kan in dat licht worden gezien als daadwerkelijke uitbreiding van het assortiment van de producten en diensten die The Bulldog al aanbood en niet als een poging om voordeel te trekken uit de reputatie van het merk Red Bull. pagina 3 Hoe sterker de reputatie van het teken (The Bulldog) in relatie tot een bepaald assortiment producten voordat het bekende merk (Red Bull) werd gedeponeerd, hoe noodzakelijker het gebruik van dat teken (The Bulldog) voor de verhandeling van dezelfde producten als waarvoor het bekende merk (Red Bull) is ingeschreven, aldus het Hof. Dit geldt in het bijzonder als de producten van het bekende merk (Red Bull) naar hun aard geassocieerd worden met de producten waarvoor het teken (The Bulldog) eerder is gebruikt. Het woord is nu weer aan de Nederlandse feitenrechter om met de handvatten van het Europese Hof te bepalen of The Bulldog een geldige reden heeft om inbreuk te maken op het merkrecht van Red Bull. De kans dat The Bulldog alsnog wint en dat het oordeel van het Amsterdamse hof wordt herzien, is groot. Dat zal voor het bedrijfsleven een belangrijke uitspraak zijn. Uiteraard houden wij u op de hoogte van het vervolg. Voor vragen en/of opmerkingen naar aanleiding van deze nieuwsbrief kunt u zich wenden tot: Eva Rotte [email protected] 024 - 3 828 391 Disclaimer De informatie in deze nieuwsbrief is bedoeld ter voorlichting van cliënten en andere relaties en kan niet worden gebruikt als advies in individuele situaties. In die gevallen kan vanzelfsprekend een op de specifieke situatie toegesneden advies worden gegeven. Hoewel deze nieuwsbrief met de grootst mogelijke zorgvuldigheid tot stand is gekomen, aanvaardt Hekkelman Advocaten N.V. geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele fouten of andere onjuistheden (of de gevolgen daarvan). © Hekkelman Advocaten N.V.
© Copyright 2024 ExpyDoc