Fietsscan_ gemeente Gennep

Rapport
Veilig fietsen
de lokale aanpak
Fietsscan
maart 2014
Definitief
Veilig fietsen
de lokale aanpak
Fietsscan
opdrachtgever Gemeente Gennep
dossier BC8501-100-100
registratienummer MO-MA20140047
versie 2a
classificatie Openbaar
© HaskoningDHV Nederland B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie,
microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HaskoningDHV Nederland B.V., noch mag het
zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
Het kwaliteitssysteem van HaskoningDHV Nederland B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001.
Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar
3
4
Inhoud
1
Waarom een fietsscan?
9
2
Fase 1: Kader en opdracht
10
2.1
2.2
2.3
2.3.1
2.3.2
2.4
Fietsend Gennep
Problematiek en focus
Aansluiting lopend beleid en uitvoering
Het GVVP: Promoten van de fiets
Regionale mobiliteitsvisie RMO Venray - Venlo
Samenwerkingspartners
10
12
16
16
19
20
3
Fase 2: Aanpak voor lokale impuls veilig rijden
22
3.1
3.2
3.2.1
3.2.2
3.2.3
3.3
Problematiek en focus
De mix van maatregelen
Kruisingen en oversteekvoorzieningen
Maatregelen gericht op de oudere verkeersdeelnemers
Maatregelen op het gebied van voertuigbeheersing
Voorbereiding en uitvoering
22
23
23
26
27
28
4
Fase 3: Uitvoering en structurele inbedding
30
4.1
4.2
Stap 7: Uitvoering
Stap 8: Monitoring en evaluatie
30
30
5
Colofon
31
Bijlage 1: Aandachtspunten uit het GVVP
33
Bijlage 2: Ongevalslocaties Gemeente Gennep 2005 - 2012
39
Bijlage 3: Slachtofferongevallen gemeente Gennep 2005 – 2012
41
Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar
5
6
Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar
7
1
Waarom een fietsscan?
Nederland telt meer fietsen dan inwoners waarmee jaarlijks 15 miljard
kilometer wordt afgelegd. Van oudsher kent Nederland een breed
scala aan fietsvoorzieningen om deze ritten zo veilig mogelijk te laten
verlopen. Helaas neemt sinds 2000 het aantal fietsongevallen met
ernstig gewonden en doden weer toe. Deze ongevallen vinden
voornamelijk plaats op lokale wegen. Reden voor het Ministerie van
Infrastructuur en Milieu om samen met de VNG afspraken te maken
over de aanpak van deze ongevallen. Afgesproken is dat de
gemeenten
een
lokale
aanpak
opstellen,
waarbij
de
verkeersveiligheid voor fietsers verbetert. Om gemeenten daarbij te
ondersteunen is de ‘Modelaanpak Veilig Fietsen’ vastgesteld. In deze
modelaanpak wordt een werkwijze voorgesteld hoe te komen tot een
concreet actieplan.
is in dit tweede hoofdstuk gezocht naar de inbedding van de fietser en
het fietsbeleid in de gemeente en bij haar samenwerkingspartners. In
hoofdstuk 3 is de tweede fase uit de modelaanpak behandeld.
Gekeken is naar de knelpunten op het gebied van de fiets en de
mogelijke oplossingsmaatregelen die daarbij passen. Hoofdstuk 3
wordt afgesloten met een uitvoeringsplan dat de basis is voor een
structurele inbedding binnen de organisatie.
In het vierde en laatste hoofdstuk wordt vervolgens een doorkijk
gegeven naar deze structurele inbedding.
Gemeente Gennep geeft met het opstellen van deze rapportage
invulling aan de afspraak die de VNG maakte met de Minister. In deze
rapportage is conform de modelaanpak inzicht verkregen in de
doelgroepen, maatregelen, knelpunten en oplossingen. Het is nu aan
de Gemeente Gennep om de derde fase uit de aanpak vorm te gaan
geven zodat structureel gewerkt wordt aan de verkeersveiligheid van
de fietser binnen de gemeente.
In deze rapportage wordt in hoofdstuk 2 allereerst het kader
waarbinnen de fietsscan is uitgevoerd inzichtelijk gemaakt. Er is
gekeken naar de gemeente Gennep in relatie tot vergelijkbare en
buurtgemeente. Welke omstandigheden maakt Gennep bijzonder en
hoe verhoudt het fietsgebruik zich tot andere gemeenten. Er is tevens
gekeken naar het beeld van de fietser in de ongeval analyse. Tot slot
Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar
9
2
Fase 1: Kader en
opdracht
2.1 Fietsend Gennep
Gennep is een landelijke gemeente in Noord Limburg met ruim
17.000 inwoners verspreidt over een oppervlakte van circa 50 km².
Gebaseerd op de omgevingsadressendichtheid valt de gemeente
Gennep qua stedelijkheidgraad in de categorie ‘weinig stedelijke
gemeenten’.
Gennep biedt uitstekende mogelijkheden voor (recreatief)
fietsverkeer. De stad is aan alle kanten omringd door bossen, water
en landelijk gebied. In de omgeving zijn diverse fietsroutes
uitgestippeld. Daarnaast is Gennep opgenomen in het
fietsroutenetwerk De Maasduinen en Land van Peel en Maas. Ook
zijn het fietsknooppuntensysteem en de Landelijke Fietsroute (LF-3
loopt van noord naar zuid) een prima manier om de regio per fiets te
ontdekken.
Belangrijk in de bereikbaarheid van Gennep is de barrièrewerking van
de Maas. Fietsverkeer heeft maar één locatie binnen de
gemeentegrenzen waar de Maas kan worden overgestoken en dat is
de brug aan de Brabantweg. Deze verbinding vormt een belangrijke
schakel voor het fietsverkeer naar het Elzendaalcollege in Boxmeer.
De zuidelijker gelegen brug over Maas voor de A77 kent geen
fietsverbinding. In de Strategische Regiovisie Bergen Gennep Mook
en Middelaar en in de Mobiliteitsvisie RMO Noord-Limburg zijn het
realiseren van een fietsbrug aan de A77 en een fietsbrug aan de
zuidzijde van de Maasbrug tussen Oeffelt en Gennep benoemd als
10
wens voor de toekomst. In 2015 staat het uitvoeren van een
haalbaarheidsstudie van maasoverkruisende fietsbruggen op het
programma.
Demografie
Gebied
0-19 jaar 20-29 jaar 30-39 jaar 40-49 jaar 50-64 jaar 65-79 jaar
Gennep
22%
9%
11%
15%
23%
15%
Provincie Limburg
20%
11%
10%
15%
23%
15%
Nederland
23%
12%
12%
15%
20%
13%
65 jaar of ouder Aantal vrouwen
80 jaar of in % van de
in % van de totale
ouder
totale bevolking bevolking
4%
19%
49%
5%
20%
50%
4%
17%
51%
Tabel 1: bevolking naar leeftijd op 1 januari 2013 (bron: CBS)
Tabel 1 toont de bevolkingsopbouw naar leeftijd voor de gemeente
Gennep. Hieruit blijkt dat de opbouw van de bevolking binnen de
gemeente vrijwel identiek is aan die van de Provincie.
Naar verwachting zal de regio Noord-Limburg vanaf 2012 te maken
krijgen met krimp van de bevolking. Er is dan niet alleen sprake van
krimp, maar ook van een veranderende bevolkingssamenstelling. In
2040 zal het aantal jongeren ten opzichte van het aantal in 1970 zijn
gehalveerd. Bovendien zal het aantal ouderen dan zijn verviervoudigd
(Bron: Verkenning Rijksagenda Krimp en Ruimte (Ministerie van
VROM)). Dit zorgt voor een veranderende mobiliteitsvraag: meer
sociaal-recreatief verkeer en minder woon-werkverkeer. Dit stelt eisen
aan de infrastructuur en heeft effecten op de vervoermiddelkeuze. 1
Fietsaandeel
Het marktaandeel van de fiets in Gennep weergegeven als
percentage van alle verplaatsingen is 16%. Voor de korte
verplaatsingen tot 7,5 kilometer is dit aandeel 27%.
Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van de cijfers uit het
Mobiliteitsonderzoek
Nederland
(MON).
Het
betreft
alle
verplaatsingen met herkomst en/of bestemming in de gemeente,
1
Regionale mobiliteitsvisie RMO Venray - Venlo. Goudappel Coffeng. 2011
ongeacht of de persoon in deze gemeente woont over de periode
2004 t/m 2008.
Op basis van de fietsaandelen zijn de gemeenten ingedeeld in de
categorieën zeer laag (< 15%), laag (15-20%), gemiddeld (20-25%),
hoog (25-30%) en zeer hoog (>30%). Voor de korte afstanden is de
categorie-indeling als volgt: zeer laag (< 22%), laag (22-30%),
gemiddeld (30-38%), hoog (38-46%) en zeer hoog (>46%). Concreet
betekent dit voor de gemeente Gennep dat zowel het totale
fietsaandeel van alle verplaatsingen als het fietsaandeel van de korte
verplaatsingen valt binnen de categorie ‘laag’. In afbeelding 1 is een
overzichtskaart weergegeven waarop van de gemeente Gennep en
de omliggende gemeenten het fietsaandeel <7,5 km is weergegeven.
Onduidelijk is wat de oorzaken zijn van deze lage score. Wel zijn er
een aantal zaken welke mee kunnen spelen:
–
Barrière van de Maas draagt er toe bij dat afstanden al snel
langer worden dan als fietsbaar geacht wordt.
Gemeente Gennep valt in de categorie ‘laag’ in de categorie tot 7,5
kilometer, maar ook in het totale fietsaandeel. Dit is een categorie
hoger dan de aangrenzende gemeente Mook en Middelaar en de
gemeenten Groesbeek, Ubbergen en Mill en Sint Hubert. Procentueel
scoren deze gemeenten enkele procenten lager waardoor ze in de
categorie ‘zeer laag’ worden gecategoriseerd. Gemeente Mook en
Middelaar scoort, net als gemeente Gennep, in het totale fietsaandeel
ook laag.
Het aandeel fietsers tot 7,5 kilometer is in de gemeente Gennep 27%
ten opzichte van 31% in de gemeente Bergen en 17% in de
gemeente Mook en Middelaar. In het totale fietsaandeel scoort 16%.
Gemeente
Aandeel fiets
Minimaal
Maximaal
Categorie
Aandeel < 7,5 km Categorie < 7.5 km
Provincies
Bergen (L.)
22%
17%
27% gemiddeld
31% gemiddeld
Limburg
Boxmeer
25%
22%
29% hoog
41% hoog
Noord-Brabant
Cuijk
20%
16%
23% laag
27% laag
Noord-Brabant
Gennep
16%
13%
20% laag
27% laag
Limburg
Grave
20%
15%
25% laag
34% gemiddeld
Noord-Brabant
Groesbeek
15%
12%
18% laag
18% zeer laag
Gelderland
Heumen
19%
15%
23% laag
27% laag
Gelderland
Mill en Sint Hubert
15%
10%
20% laag
19% zeer laag
Noord-Brabant
Mook en Middelaar
16%
10%
21% laag
17% zeer laag
Limburg
Sint Anthonis
28%
22%
34% hoog
42% hoog
Noord-Brabant
Afbeelding 1: fietsaandeel < 7,5 km per gemeente
Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar
11
–
Beperkte aanwezigheid van een middelbare school in Gennep.
Aan de Stiemensweg te Gennep bevindt zich de onderbouw
van het Elzendaal college, de bovenbouw bevindt zich echter
in Boxmeer. Het merendeel van de leerlingen uit Gennep
bezoekt deze school. Vanaf de brug op de Brabantweg is de
afstand tot het Elzendaal college al iets meer dan 7 kilometer.
Naar het Merletcollege in Cuijck is de fietsafstand van dit punt
ca 6, 5 kilometer. Wellicht dat veel scholieren voor de
bromfiets kiezen zodra zij de leeftijd van 16 jaar hebben
bereikt. Andere middelbare scholen liggen in Nijmegen. Deze
scholen liggen op ca 20 kiliometer afstand en zijn goed
ontsloten met het openbaar vervoer.
Ongeval locaties Gennep
In totaal zijn voor Gennep 548 verkeersongevallen geregistreerd. Bij
408 ongevallen was sprake van uitsluitend materiaal schade (umsongeval). Het overige deel betreft 140 slachtofferongevallen waarvan
8 met een dodelijke afloop.
2.2 Problematiek en focus
Om een beeld te krijgen van de verkeersveiligheid van fietsers in
Gennep is, als onderdeel van de ‘Modelaanpak Veilig Fietsen’, een
ongevallenanalyse uitgevoerd met behulp van ViaStat Online. Op
basis van de analyse is gekeken of het zin heeft om focus aan te
brengen. De analyse is uitgevoerd voor de periode 2005-2012. Voor
deze periode is gekozen omdat de registratiegraad van de ongevallen
vanaf 2010 sterk afgenomen is. De data vanaf 2010 is bruikbaar,
maar niet compleet. Het is daarom niet mogelijk om een volwaardige
en betrouwbare analyse uit te voeren over de laatste vijf jaren. Met de
geselecteerde periode zijn voldoende gegevens beschikbaar voor een
analyse.
Afbeelding 2: ongevalslocaties Gennep (zie ook bijlage)
12
In circa 13% van het totale aantal ongevallen zijn fietsers betrokken.
Het gaat om 72 fietsongevallen. Dit aantal is opgebouwd uit 26 umsongevallen en 46 slachtofferongevallen waarvan 4 met een dodelijke
afloop. De fietsongevallen hebben redelijk gespreid over Gennep
plaatsgevonden, zie Afbeelding 2. Desalniettemin vallen twee punten
op.
3%
1%
54%
37%
Auto
Bromfiets
Fiets
Vrachtauto
Onbekend
4%
Afbeelding 4: veroorzaker fietsongevallen
Afbeelding 3: botspartners fietsongevallen
2
Er is één black spot aanwezig, namelijk de rotonde WeverstraatBrabantweg. Op deze locatie zijn verspreid over 5 jaren (2006 –
2010) in totaal 8 ongevallen geregistreerd, waarvan 4
slachtofferongevallen en 4 ongevallen met uitsluitend materiele
schade. Alle ongevallen vonden plaats tussen een automobilist en
(snor)fiets met als toedracht geen voorrang verlenen. Het betreft hier
een rotonde met een tweerichtingenfietspad. Inmiddels heeft de
gemeente Gennep op deze locatie aanvullende maatregelen getroffen
en is het ongevallenbeeld veranderd. Zo is eind 2009 de Weverstraat
2
Locaties waarop absoluut gezien veel ongevallen plaatsvinden worden wel aangeduid
als verkeersonveilige locaties of black spots. Volgens de huidige definitie gaat het om
locaties waar in een periode tussen drie en vijf jaar tien ongevallen (of vijf vergelijkbare
heringericht van een eenrichtingsweg naar een weg met
tweerichtingenverkeer. In 2012 zijn nog kleinschalige aanvullende
maatregelen getroffen naar aanleiding van klachten en een
evaluatiestudie in 2011. Er zijn extra waarschuwingsborden geplaatst
met een fluorescerende rand, en is een betonnen rws-band
verwijderd.
Daarnaast valt het traject Heijenseweg-Spoorstraat-Zandstraat met
18 ongevallen op. Het traject betreft een gebiedsontsluitingsweg
binnen de bebouwde kom (50km/uur) met uitzondering van het
centrumgebied waar een maximumsnelheid van 30 km/uur is
ingesteld. In totaal zijn dit 26 van de 72 fietsongevallen. De
Heijenseweg is in 2008 heringericht in het kader van een
rioolvervanging. Hierbij zijn er vrijliggende fietspaden aangelegd. De
Spoorstraat-Zandstraat, tussen het Wilhelminaplein en de Brugstraat,
is begin 2010 gereconstrueerd, waarbij het wegvak is heringericht tot
een 30 km/uur-zone met rode fietssuggestiestroken, gelijkwaardige
kruispunten en verhoogde zebra’s. In mei 2010 heeft nog slechts één
ongeval plaatsgevonden waaruit blijkt dat de verkeersveiligheid is
toegenomen.
ongevallen) zijn gebeurd; een eerdere definitie die ook nog wel gebruikt wordt, gaat uit
van zes letselongevallen in een periode van drie jaar (Bron: ROVL)
Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar
13
Kijkend naar de partners die betrokken zijn bij de fietsongevallen,
gaat het veelal om geregistreerde ongevallen tussen snelverkeer en
(snor)fietsers (83%, zie abeelding 3). 13% van de ongevallen vond
plaats tussen (snor)fietsers onderling en slechts 1% van de
geregistreerde ongevallen betrof een eenzijdig ongeval. Het aandeel
eenzijdige ongevallen zal in de praktijk hoger uitvallen dan
geregistreerd. Dit is te verklaren doordat de politie (registrerende
partij) doorgaans alleen bij ‘ernstige’ slachtofferongevallen uitrukt wat
bij eenzijdige fietsongevallen doorgaans niet het geval is.
wat de toedracht is van de ongevallen. Dus waarom is het ongeval
gebeurd. Hiervoor is een selectie gemaakt van de meest
voorkomende toedrachten welke voorkomen bij ongevallen
veroorzaakt door de automobilist en de fietser (zie Afbeelding 5 en 6).
De toedracht van ongevallen met de automobilist als veroorzaker is
interessant aangezien dit het grootste aandeel van het totale aantal
ongevallen betreft.
4%
12%
Nadat bekend is welke verkeersdeelnemers betrokken zijn bij de
ongevallen, is het van belang te weten welke weggebruiker de
veroorzaker is van de ongevallen. De veroorzaker van het ongeval, is
in 54% van de tijd een automobilist (38 ongevallen) en in 37% van de
gevallen een fietser (26 ongevallen). Het aantal geregistreerde
ongevallen met de bromfiets, snorfiets en vrachtauto als veroorzaker
is met in totaal 5 ongevallen beperkt.
Nu bekend is dat het grootste deel van de ongevallen gebeurt tussen
snelverkeer en (snor)fietsers waarvan de veroorzaker in meer dan de
helft van de ongevallen een automobilist betreft, kan gekeken worden
3% 3%
3%
3%
Niet ingevuld
Fout door bocht
Te veel rechts rijden
Onvoldoende rechts rijden
Fout inhalen / snijden
Afbeelding 5: toedracht fietsongevallen, automobilist als veroorzaker
14
8%
62%
Fout door bocht
Onvoldoende rechts rijden
Fout inhalen / snijden
Fout oversteken
8%
Slippen
Overig
Afbeelding 6: toedracht fietsongevallen, fietser als veroorzaker
Kennis over de toedracht van ongevallen met de fietser als
veroorzaker is van belang om te weten in hoeverre en op welke wijze
deze ongevallen mogelijk voorkomen hadden kunnen worden.
16%
Geen voorrang verlenen
74%
4%
Geen voorrang verlenen
4%
Het overgrote deel van de ongevallen is veroorzaakt door het niet
verlenen van voorrang. Voor de ongevallen met de automobilist als
veroorzaker zijn de overige vier toedrachten telkens slechts eenmaal
voorgekomen. Ook voor de ongevallen met de fietsers als
veroorzaker zijn de aantallen voor overige toedrachten beperkt
waardoor hieraan geen conclusies verbonden kunnen worden.
Wat opvalt, is dat de ongevallen plaatsvinden als gevolg van
verkeersgedrag en niet als gevolg van de infrastructuur.
`
100%
90%
80%
70%
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
–
slachtoffers Gennep
slachtoffers Provincie
–
74% van de geregistreerde fietsongevallen veroorzaakt door
automobilisten, gebeuren doordat er geen voorrang verleend
wordt. Waar de fietser het ongeval veroorzaakt is dit 62% Het
niet verlenen van voorrang is daarmee verreweg de
belangrijkste toedracht. De oorzaak kan zowel educatief als
infrastructureel van aard zijn.
13% van de ongevallen waarbij fietsers betrokken zijn
betreffen ongevallen tussen twee fietsers. Helaas is niet
bekend hoe deze ongevallen zijn veroorzaakt.
Op basis van de ongevallenanalyse adviseren we de focus te leggen
op de volgende punten:
Afbeelding 7: slachtoffers per leeftijdscategorie
Als we de ongevalsanalyse bekijken op de leeftijd van de slachtoffers
dan is dat overeenkomstig met het provinciale beeld. Op basis van
deze gegevens zien wij geen aanleiding een specifieke doelgroep te
definiëren waar extra aandacht naar uit moet gaan.
Hoewel de ongevallenregistratie vanaf 2010 minder prioriteit heeft
gekregen bij de politie en daarmee geen goed beeld van de
ongevallen weergeeft vallen toch een paar zaken op.
–
Het grootste deel van de ongevallen waarbij de fietsers
betrokken waren, waren niet de solitaire ongevallen wat de
aanleiding was voor het opstarten van de fietsscans. Dit wil
niet zeggen dat deze ongelukken niet gebeuren, maar in de
ongevalscijfers is dit slechts 1% van het totale aantal
ongevallen.
–
83% van de ongevallen met fietsers zijn ongevallen met
snelverkeer.
–
Bij de geregistreerde ongevallen is de automobilist voor meer
dan de helft van de registraties de veroorzaker. Dit houdt in
dat een grote veiligheidswinst te behalen valt bij maatregelen
die zich bevinden op de interactie van (vracht)auto en fietser.
Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar
–
–
–
Oudere verkeersdeelnemers omdat het aandeel ouderen in
Gennep de komende jaren sterk zal toenemen
Gevaarlijke kruispunten en oversteken omdat het grootste deel
van de ongevallen ontstaat door het niet verlenen van
voorrang
Voertuigbeheersing omdat dit landelijk een thema is waardoor
veel fietsongelukken ontstaan. Het kan zijn dat dit ook in
Gennep het geval is, maar dit is echter niet uit de
ongevalstatistieken te filteren. Het niet verlenen van voorrang
kan bijvoorbeeld ontstaan omdat de fietser de remweg van de
elektrische fiets onderschat.
15
Het leggen van focus betekent niet dat de andere punten niet
belangrijk meer zijn. Integendeel, een goed verkeersveiligheidbeleid
heeft ook voor alle doelgroepen en maatregelen.
2.3 Aansluiting lopend beleid en uitvoering
De gemeente Gennep levert een grote inspanning op het gebied van
verkeersveiligheid. In 2012 heeft de gemeente Gennep het
Gemeentelijk Verkeers- en vervoersplan (GVVP) geactualiseerd. Dit
nieuwe GVVP zet de koers uit voor de periode van 2013 tot en met
2017 (met een doorkijk naar de periode daaropvolgend). Op
hoofdlijnen zijn de keuzes beschreven op basis waarvan projecten
geïnitieerd zijn die bijdragen aan de vitaliteit van de regio, de
leefbaarheid en verkeersveiligheid in Gennep en aan duurzaam
mobiliteitsgedrag. In de tekst hieronder zijn de belangrijkste keuzes
ten aanzien van fietsverkeer uit het GVVP weergegeven3. Belangrijk
is dat fietsbeleid ook een bijdrage levert op andere beleidsterreinen
en speerpunten binnen de gemeente.
2.3.1 Het GVVP: Promoten van de fiets
In het GVVP staat beschreven dat de gemeente Gennep fietsgebruik
gaat promoten. Voor het bereiken van een wijziging in de keuze van
vervoerswijze wordt ‘sociale marketing’ ingezet. Sociale marketing is
de toepassing van commerciële marketingconcepten en -technieken
om positieve maatschappelijke of sociale veranderingen te
bewerkstelligen. De fiets kan lokaal gepromoot worden door de
koppeling te maken met allerlei ‘Gennepse’ kenmerken, waarvan de
ingrediënten aangereikt worden door de lokale bevolking en lokale
bedrijven zelf.
‘Fietsen op z’n Genneps’ wordt daarmee breder dan alleen toeristisch
fietsen. In een gemeente van 17.000 inwoners kan bijna alles op de
fiets. Gestart wordt met kennis en informatie te verspreiden, gericht
3
16
Bron: GVVP Gennep 2012. Goudappel Coffeng.
op de doelgroep. Aanvullend daarop kan (bijvoorbeeld) een
spelelement of evenement een goed middel zijn om mensen ervaring
op te laten doen en te motiveren. Je ziet vaak dat sommige mensen
heel enthousiast worden en als ‘superpromotor’ zorgen voor een
vliegwieleffect.
Op 27 april 2014 vindt het evenement Gennep on Wheels plaats. Op
deze dag staat alles wat wielen heeft centraal. Tijdens deze dag gaat
de gemeente Gennep samen met VVN afdeling Bergen-Gennep het
gebruik van de fiets promoten.
Kiezen voor de fiets op de korte afstand
De
fiets
moet
concurrerend zijn op
de korte afstanden.
Hiervoor
moeten
veilige en kwalitatief
goede voorzieningen
voor het fietsverkeer
gerealiseerd worden.
Een
hoogwaardig
netwerk komt tot
stand
door
de
vastgestelde
provinciale/regionale
en lokale fietsroutes
met
elkaar
te
verbinden.
Het
fietsnetwerk bestaat,
naast de regionale
en lokaal primaire en
secundaire
routes,
uit
recreatieve
routes.
Een belangrijke basis
Afbeelding 8: utilitair en recreatief fietsnetwerk
voor het toekomstige fietsnetwerk van de gemeente Gennep vormt
het regionale fietsnetwerk dat door het RMO Noord-Limburg is
opgesteld.
Het regionale fietsnetwerk (zie Afbeelding 8) verbindt de gemeente
met de omliggende gemeenten, zodat een goede alzijdige verbinding
voor fietsverkeer in de gemeente Gennep ontstaat. Daarnaast zijn het
utilitaire en recreatief fietsnetwerk binnen de gemeente Gennep
weergegeven.
In opdracht van het RMO Noord-Limburg wordt er een Regionaal
Fietsnetwerk Noord-Limburg opgesteld. Deze studie zal naar
verwachting in 2014 worden afgerond.
Een belangrijke ontbrekende schakel is een kwalitatief goede
fietsverbinding met de overzijde van de Maas. Met name voor
fietsende scholieren in de richting van Cuijk en Boxmeer biedt een
goede verbinding kansen, maar ook voor bijvoorbeeld fietsverkeer
richting het treinstation van Boxmeer of Cuijk.
Het is van belang dat de bereikbaarheid tussen woon- en
werklocaties goed is en dat de verbinding met de omliggende kernen
optimaal is. Tussen deze kernen is namelijk veel utilitair fietsverkeer
(woon-werk, woon-winkel en woon-school). Binnen de kernen
behoren lokale bestemmingslocaties goed bereikbaar te zijn per fiets.
Via een utilitair netwerk moeten deze zo veilig mogelijk op een
hoogwaardige manier met elkaar zijn verbonden. Een belangrijke
ontbrekende schakel hierin is een directe verbinding tussen Ottersum
en Gennep. Een fietsbrug over de Niers betekent een directe
verbinding tussen Gennep en Ottersum, zodat het fietsgebruik ook
aantrekkelijker kan worden. Ook fietsverkeer tussen Gennep en VenZelderheide zal hier profijt van hebben. Hierdoor hoeft fietsverkeer
ook niet meer via de Nijmeegseweg (dit biedt kansen voor een
verkeersveiliger route).
Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar
Naast routes tussen de verschillende kernen zijn er diverse
fietsbestemmingslocaties in de gemeente waar naartoe een goede
fietsverbinding wenselijk is. De fietsbestemmingslocaties zijn
verkeersaantrekkende functies die potentie hebben om het
fietsgebruik
te
stimuleren,
zoals
onderwijsinstellingen,
wijkvoorzieningen,
sportvoorzieningen,
sociaal-culturele
voorzieningen, zorginstellingen, (winkel) centrumvoorzieningen,
bovenlokale
bedrijvenen
industrieterreinen,
(natuur)recreatiegebieden en belangrijke openbaar-vervoerhaltes. In
het lokaal secundaire netwerk worden deze verbindingen
opgenomen. Voorbeelden hiervan zijn directe verbindingen tussen het
centrum van Gennep met Gennep-Zuid. Een ander voorbeeld is een
goede verbinding creëren met het Elzendaalcollege, vanuit de wijken.
Verder zijn er verbeteringsmogelijkheden voor de verbinding tussen
Heijen en Gennep. Dit is een schoolroute, waarbij de
oversteekbaarheid op enkele locaties verbeterd kan worden.
In de gemeente Gennep zijn er kansen voor verbetering van toerisme
en recreatie. Een belangrijke factor hierin kan een goed recreatief
netwerk zijn, voor zowel fietsverkeer als voetgangers. Er bestaat
reeds een knooppuntennetwerk, dat ook aansluit op het fietsnetwerk
van Duitsland. Door het cluster Toerisme en Recreatie zijn de
volgende wensen aangedragen tijdens het opstellen van het GVVP in
het kader van de recreatieve functie van de fiets:
Heijderbos. Vanuit het bungalowpark moet met de fiets relatief
omgereden worden naar het centrum van Gennep. Een goede
kans zou het verbeteren van directheid van de verbinding voor
fietsers zijn, door bijvoorbeeld een andere ingang voor fietsers
en een route door de Heijense bossen.
De rivier de Niers biedt kansen voor het toerisme in de
gemeente Gennep. Een fietsroute langs de gehele Niers zou
een aantrekkelijke recreatieve route zijn.
Hamsebrug. Een brug over de Niers is wenselijk zodat een
meer directe fietsverbinding tussen Ven-Zelderheide en
Duitsland ontstaat.
17
Maasverbinding. Ook langs de Maas ontbreekt een fietsroute.
Een recreatieve fietsverbinding langs de Maas creëren, biedt
kansen
om
onder
andere het
Maasduinengebied
aantrekkelijker te maken.
Reichswald. Voor de toeristische bezoeker van de gemeente
Gennep is het ook aantrekkelijk een goede toeristische
verbinding met het Reichswald te creëren.
Duits Lijntje (zowel voor fietsers als voor voetgangers.) Het
tracé van de voormalige spoorlijn Boxtel – Goch wordt al deels
gebruikt als wandel- en fietspad. Het Duits lijntje is opgenomen
als toeristische route, maar de bewegwijzering (ook in verband
met Duitsland en Noord- Brabant) kan verbeterd worden. Ook
vanuit regionaal verband is dit als een beleidswens
opgenomen.
Vanuit de vakdisciplines Sport en Welzijn zijn geen fietsknelpunten of
fietsprojecten aangedragen.
Fietsers op rotondes binnen de bebouwde kom in de voorrang
De gemeente Gennep heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in
voorrangsregels en vormgeving van rotondes binnen de bebouwde
kom. De eenduidige regels waarbij fietsers in de voorrang zitten
leveren een belangrijke bijdrage aan de verkeersveiligheid van
fietsverkeer. Dit beleid moet in de toekomst worden voortgezet.
Fietsnetwerk dient minimaal te voldoen aan kwaliteitsnormen
De kwaliteit van het fietsnetwerk bepaalt in hoge mate het gebruik.
Om het fietsgebruik te stimuleren zal ten eerste een compleet en
direct netwerk aanwezig moeten zijn, maar vervolgens zal het
netwerk ook aan minimale kwaliteitsnormen moeten voldoen. Om een
dergelijk fietsnetwerk te realiseren zijn kwaliteitsnormen opgesteld
aan de hand van de CROW-publicatie ‘Ontwerpwijzer fietsverkeer’.
Deze publicatie gaat in op het opstellen van fietsnetwerken en het
inrichten ervan.
Als onderdeel van het Meerjarenprogramma van de Mobiliteitsvisie
van het RMO Noord-Limburg wordt naar verwachting in 2014 het
Regionaal Fietsnetwerk van het RMO Noord-Limburg vastgesteld. Na
vaststelling zal dit Fietsnetwerk binnen de gemeente Gennep getoetst
worden aan de bijbehorende kwaliteitseisen en voorkeurskenmerken.
Op basis van deze toets wordt een plan van aanpak opgesteld om de
geconstateerde knelpunten in de navolgende jaren te gaan
aanpakken.
Kwalitatief hoogwaardige fiets parkeervoorzieningen creëren
Het goed en veilig kunnen parkeren van de fiets bij de bestemming is
een belangrijk motief om de fiets te pakken, waardoor de fiets ook
concurrerend met de auto kan zijn. De doelstelling om het fietsgebruik
in de gemeente Gennep te stimuleren, is daarom gebaat bij kwalitatief
hoogwaardige voorzieningen (fietsparkeur4). In het kader van het
project Herinrichting van het Europaplein worden naar verwachting in
2015 goede fietsstallingen gerealiseerd nabij de ingang van het
winkelcentrum de Duivenakker.
Bovendien moet ook het beheer en onderhoud van de voorzieningen
goed geregeld zijn, door dit structureel op te nemen in
beheerplannen. De aanwezigheid van fietsparkeerplaatsen en
fietsenstallingen op korte afstand van de bestemmingslocaties voor
de fiets is daarbij van belang. Dit geldt ook bij evenementen. Ook
fietsers willen hun fiets graag zo dicht mogelijk bij hun bestemming
parkeren. Juist in de van-deur-tot-deurrelatie zit immers ook de
concurrentiekracht van de fiets op de korte afstand.
4
18
Nederlandse kwaliteitsnormen voor fietsparkeersystemen.
2.3.2 Regionale mobiliteitsvisie RMO Venray - Venlo
In mei 2011 is in het bestuurlijk RMO de Regionale Mobiliteitsvisie
vastgesteld. Daarin is het verkeers- en vervoersbeleid voor NoordLimburg opgenomen voor de korte termijn en met een doorkijk naar
2030.
Ambitie
De fiets als vervoermiddel is een betekenisvol instrument om de
mobiliteitsontwikkelingen te kunnen beïnvloeden. In het bijzonder in
een regio waar het openbaar vervoer slechts een beperkt aandeel
heeft, kan de fiets als hoofd- of voortransportmiddel een belangrijke
rol vervullen. De elektrische fiets kan hier een grote rol in vervullen
omdat de te overbruggen afstand vergroot wordt. In tegenstelling tot
het autonetwerk en het netwerk goederenvervoer is een verdere
verfijning van het regionale fietsnetwerk essentieel. Uitgangspunt is
dat vanuit alle kernen goede fietsverbindingen aanwezig moeten zijn
naar nabijgelegen grotere kernen. Dat dient zowel het utilitair
fietsverkeer als recreatief –verkeer. Op regionaal niveau wordt hier
geen onderscheid in gemaakt. Dat laat onverlet dat op lokaal niveau
fietsvoorzieningen voor recreatief verkeer een andere invulling krijgen
dan de voorzieningen voor utilitaire fietsers. De Maas leidt momenteel
nog tot een te grofmazig oost-westnetwerk.
Aanvullende voorzieningen zoals stallingen, oplaadpunten elektrische
fietsen en dergelijke stimuleren een verder gebruik van de fiets. De
regio streeft ernaar om de komende jaren nieuwe trajecten als
snelfietsroutes te ontwikkelen.
Knelpunten en projecten
Alle kernen zijn door middel van een fietsverbinding verbonden met
een nabijgelegen grotere kern. Dit geldt eveneens voor de belangrijke
werkgelegenheidslocaties en recreatiegebieden. De voorzieningen
zijn afhankelijk van de functie van de weg waarover de fietsverbinding
leidt. In verblijfsgebieden buiten de bebouwde kom kan volstaan
worden met fietsstroken. Langs gebiedsontsluitingswegen worden in
Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar
alle
situaties
vrijliggende
fietsvoorzieningen
gerealiseerd.
Uitgangspunt is dat alle wegen buiten de bebouwde kom die niet
gebied ontsluitend zijn worden ingericht als 60 km/h-gebied.
Ontbrekende schakels in het netwerk worden aangelegd of in
onderzoek genomen. Voornamelijk verbetering van en aanleg van
Maaskruisende verbindingen zorgen voor een kwaliteitssprong in het
fietsnetwerk. Door de grotere actieradius kan de elektrische fiets het
gebruik van deze verbindingen verder versterken.
De volgende projecten staan voor het fietsverkeer op stapel:
• Ontwikkelen van een regionaal fietsnetwerk
• Aanleg Greenport Bikeway
• Uitwerken snelfietsroutes (inclusief promotie)
• Uitwerken uitvoeringsprogramma e-bike
• Verbetering fietsverbinding Blerick-Venlo
• Onderzoek fietsbrug Afferden versus fietsbrug de langs A77
• Fietsverbinding N264 Gennep-Beugen/Oeffelt verbeteren
• Opstellen van een plan voor versterking koppeling fietsopenbaar vervoer
• Aanleg fietsverbinding Gennep-Heijen (N271)
• Aanleg fietsbrug Cuijk-Mook
• Aanleg fietsverbinding langs A67 Venlo5
• Opzet regionale programmering Educatie, Handhaving en
Gedragsbeïnvloeding
• Verbeteren van onveilige fietsvoorzieningen
• Verbeteren van onveilige schoolhuisroutes
• Verbeteren van onveilige kruispunten en wegvakken (> 4
letselongevallen in vijf jaar)
5
Regionale mobiliteitsvisie RMO Venray - Venlo. Goudappel Coffeng. 2011
19
2.4 Samenwerkingspartners
Aangezien de meeste knelpunten en aandachtspunten
reeds bij de gemeente bekend zijn is besloten om de
diverse samenwerkingspartners bij de totstandkoming
van dit document nog niet te betrekken. De gemeente
Gennep werkt samen met externe partners teneinde
de fietsveiligheid te vergroten. Zo heeft de gemeente
bij het tot stand komen van het GVVP samengewerkt
met de dorpsraden, de politie en de diverse
gemeenten uit het RMO Noord Limburg. Daarnaast
subsidieert de gemeente Gennep de basisscholen in
het kader van de Verkeerseducatie Basisonderwijs (VEBO).
VVN afdeling Bergen-Gennep is de voornaamste partner om
verkeersonveilige knelpunten te bespreken, waaronder de knelpunten
voor fietsers. VVN afdeling Bergen-Gennep wordt tevens
ingeschakeld bij diverse verkeerseducatieve projecten op scholen,
zoals fietsverlichtingsacties, dode hoekspiegels, Streetwise, Praktisch
verkeersexamen, maar ook bij Broemritten.Voor de bedrijventerreinen
in de gemeente Gennep houdt MKB Nederland in het kader van
keurmerk Veilig Ondernemen in samenwerking met de lokale
bedrijven geregeld audits volgend in een plan van aanpak. Binnen dit
kader kan tevens aandacht geschonken aan de fietsveiligheid over de
bedrijventerreinen.
Het
aantal
samenwerkingspartners
is
onuitputtelijk. Iedereen die een bijdrage kan en wil leveren aan de
verkeersveiligheid is een potentiele samenwerkingspartner. Het is
daarbij zaak om te bezien wat de bijdrage van de partner kan zijn en
of de inspanningen effectief zijn. Het is aan de gemeente om in te
schatten met welke samenwerkingspartners uiteindelijk het meeste
rendement gehaald gaat worden.
RMO
Het
Regionaal
Mobiliteitsoverleg
Noord-Limburg
is
een
samenwerkingsverband van de gemeenten Mook en Middelaar,
20
Gennep, Bergen, Venray, Horst aan de Maas, Peel en
Maas en Venlo op het gebied van Verkeer en Vervoer.
Afstemming vindt plaats op bestuurlijke en ambtelijke tafels
om gezamenlijk het verkeers- en vervoersbeleid te
formuleren en uit te voeren voor de regio.
Het RMO Noord-Limburg dicht zich een rol toe op een
regionaal niveau, waarbij het gaat om regionale netwerken
voor auto, fiets, openbaar vervoer, goederenvervoer en om
verkeersveiligheid. Ontbrekende schakels en projecten
worden gedefinieerd, rekening houdend met de heersende
beleidskaders en lopende projecten.
Primair is de aanpak van de verkeersveiligheid een lokale
verantwoordelijkheid, de aanpak van gevaarlijke locaties op de wegen
van rijk en provincie is een verantwoordelijkheid van die
wegbeheerders. De Regionale Mobiliteitsvisie wil het volgende
bereiken:
–
dat in gezamenlijkheid de doelstelling van terugdringing van de
slachtofferaantallen wordt bereikt;
–
dat structurele aandacht aan handhaving en overige
mensgerichte activiteiten wordt geschonken;
–
dat
afstemming
plaatsvindt
over
de
gemeentegrensoverschrijdende wegen; te beginnen met
afstemming
van
de
provinciale
en
gemeentelijke
wegencategoriseringen:
–
dat specifieke aandacht wordt besteed aan fietsverkeer op 50
km/h-wegen
–
dat de school-thuisroutes de gezamenlijke aandacht blijft
houden
Kernpunt van het beleid is het streven naar 0 verkeersslachtoffers
door het omarmen van de Nuloptie. Streven is dat verkeersveiligheid
een volwaardige rol krijgt in het beleidsproces van de ruimtelijke
inrichting en uitvoering van beleid.
De partners in het RMO Noord Limburg kunnen in een gezamenlijke
aanpak diverse efficiencyvoordelen bereiken. Enerzijds wordt dat
concreet wanneer gezamenlijk inkoop van ‘hulpmiddelen’ gaat
plaatsvinden, maar ook door gezamenlijk kennis te delen en te
verdelen.
Het RMO zal ook een rol vervullen in de regionale aanpak van de
verkeersveiligheid door te kijken naar de ontwikkeling van de
verkeers(on)veiligheid op het gehele wegennet, naar veel
voorkomende oorzaken en naar specifieke doelgroepen. Aangesloten
wordt bij het ROVL programma ‘Maak van de nul een Punt’ waarbij
doorvertaling naar de regionale doelgroepen door het RMO wordt
verzorgd. In dat verband zal worden bezien hoe (meerjaren)afspraken
kunnen worden gemaakt met partners die voor de uitvoering van het
beleid van belang zijn, zoals politie, VVN en andere organisaties.
Het RMO gaat gebruik maken nieuwe gegevensbronnen om onveilige
situaties te duiden. Het Meldpunt Gevaarlijke en Onlogische locaties
van de Rijschoolhouders is daar een goed voorbeeld van.
Samen met het RMO Noord Limburg wordt momenteel ook gewerkt
aan een Regionaal Fietsnetwerk Noord Limburg waarin duidelijk
wordt welke verbindingen voor de gemeente Gennep van belang zijn
in het utilitaire en recreatieve fietsnetwerk. Op basis van deze
rapportage kunnen vervolgens kwaliteitseisen gelegd worden waarop
het netwerk getoetst kan worden. Hier ontstaan wellicht nog nieuwe
knelpunten en wensen. Deze zijn nog niet in de fietsscan opgenomen.
Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar
21
3
Fase 2: Aanpak voor
lokale impuls veilig rijden
fietsknelpunten die naar voren zijn gekomen in het plan van aanpak
van het KVO bedrijventerreinen zijn de fietsoversteek op het kruispunt
Hoofdstraat-Hoogveld-Groote Heeze en het gevaarlijke kruispunt
Sprokkelveld-Ovenberg. Op het gebied van de fiets is er de wens om
te komen tot een gescheiden fietsstructuur waardoor de interactie met
overige verkeer afneemt en de verkeersveiligheid toeneemt.
Op de website van de Fietsersbond zijn geen meldingen gemaakt
binnen de gemeente Gennep.
3.1 Problematiek en focus
Gemeente Gennep is al sinds jaar en dag actief met de
verkeersveiligheid voor de fietser binnen de gemeente. Zowel op het
vlak van infrastructuur als gedragsbeïnvloeding wordt al jaren gewerkt
aan de verkeersveilige gemeente.
In 2012 heeft de gemeente haar Gemeentelijk Verkeer en
Vervoerplan opnieuw opgesteld. Op het gebied van de fiets zijn daar
vanuit de stadsessie en dorpssessies diverse zaken naar voren
gekomen. In samenwerking met de beleidsmedewerker verkeer en
vervoer van de gemeente Gennep zijn de aandachtspunten
geconcretiseerd en daarbij is een afweging gemaakt welke punten
relevant zijn om mee te nemen in de Modelaanpak Veilig Fietsen. De
complete lijst is in de bijlage opgenomen.
Daarnaast is in het kader van het keurmerk veilig ondernemen voor
de bedrijventerreinen in Gennep een plan van aanpak geschreven
door MKB Nederland. Dit plan van aanpak is tot stand gekomen naar
aanleiding van een audit door KIWA. Hierin zijn ook knelpunten
opgenomen met betrekking tot de fiets. De belangrijkste
22
Gelet op de conclusies van de analyse uit hoofdstuk 2 richten wij ons
eerst op knelpunten met betrekking tot kruisingen en
oversteekvoorzieningen. Deze knelpunten kunnen fysiek verbetert
worden, maar ook verkeerseducatie kan een belangrijke schakel zijn
die de verkeersveiligheid vergroot. Effectieve verkeerseducatie heeft
daarbij rendement op
alle kruispunten terwijl
fysieke
verbeteringen
slechts
de
kruising
betreft
waar
de
maatregel
genomen
wordt.
Daarnaast richten wij
ons op de oudere
verkeersdeelnemers en
de voertuigbeheersing.
3.2 De mix van maatregelen
3.2.1 Kruisingen en oversteekvoorzieningen
Zwarteweg als de Rijksweg (N271) is niet goed.
Infrastructuur
Hoe drukker de weg, hoe groter het gevaar is bij het oversteken van
de weg. De drukste weg met gelijkvloerse aansluitingen binnen de
gemeente Gennep is de N271. De N271 is in eigendom en beheer
van de provincie Limburg en wordt in overleg met de gemeente
Gennep de komende jaren gereconstrueerd. Belangrijk element
hierbij is dat de weg een minder grote verkeersfunctie krijgt dan dat
deze in het verleden had. Dit is mogelijk vanwege de realisatie van de
A73. In dat kader worden de volgende gesignaleerde knelpunten
opgepakt:
Naast de N271 worden nog een aantal locaties genoemd:
Siebengewaldseweg
De veiligheid naar scholen verdient aandacht (met name de
oversteekbaarheid van de N271 van de Ovenberg naar de
Kerkstraat). Wanneer het verkeerslicht op de N271 wordt
verwijderd, vreest men voor de oversteekbaarheid.
De oversteekbaarheid en bereikbaarheid van zowel de
Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar
Kruispunt Lankerseweg – Schaafsebosweg is een gevaarlijke
locatie voor overstekende scholieren.
Fietsoversteek op gemeentegrens is gevaarlijk (verkeer naar
recreatieplas).
Geparkeerde vrachtauto’s belemmeren zicht (weekend) vanaf
Kortebaan. Oplossing? middenberm of alleen rechtsaf.
Ter hoogte van Rijksweg N271-Driekronenstraat-Bloemenstraat
gebeuren de meeste ongevallen en is een knelpunt..
De Siebengewaldseweg is een gevaarlijke weg. De situatie
met de bomen maakt het onoverzichtelijk. Het kruispunt
Siebengewaldseweg/Looiseweg is ook een ongevallenlocatie.
Door de gemeente wordt aangegeven dat op de
Siebengewaldseweg ook hoge gereden snelheden zijn
geconstateerd, met name voor verkeer dat in noordelijke
23
richting rijdt. Aanwezigen geven aan dat het bultje van het
Duits lijntje voor motorrijders uitnodigt tot hard rijden.
De gemeente geeft aan dat dit kruispunt onder provinciaal
beheer valt.
Het klopt dat op deze kruising meerder ongevallen zijn gebeurd. De
Siebengewaldseweg is uitgevoerd als gebiedsontsluitingswegen met
een maximale snelheid van 80 km/u. Bij de kruising van de
Looiseweg is een flauwe bocht waardoor het zicht niet optimaal is.
Een snelheidsremmende en kruitpuntattenderende maatregel zou
hier een mogelijkheid kunnen zijn. Het vrijliggende fietspad op het
kruispunt Siebengewaldseweg-Looiseweg wordt naar verwachting in
2014 aangepast
Verkeerskundig is de kruising correct vormgegeven. Er zijn
oversteekvoorzieningen voor de fiets aangelegd zodat de fiets (en
voetganger) gefaseerd kan oversteken. Op deze kruising is de aanleg
van een rotonde een verkeersveilige en verkeerskundig gewenste
oplossing.
Kruispunt Hoofdstraat – Hoogveld
Kruispunt Nijmeegseweg-Ottersumseweg
24
Het kruispunt van de Nijmeegseweg met de Ottersumseweg
is een knelpunt. De onoverzichtelijkheid door het grote
kruispuntvlak is een knelpunt (het kruispuntvlak kent ook een
bredere inrichting dan op andere punten). Op het kruispunt
wordt de snelheid ook als hoog ervaren. Met name voor
fietsers is het moeilijk om over te steken. Op het terrein van
Multimate nabij het kruispunt is sprake van carpooloverlast.
Het kruispunt Hoofdstraat – Hoogveld is een groot knelpunt.
Met name de oversteek voor fietsers, de complexiteit en de
onoverzichtelijkheid is een knelpunt. Geleiding van
vrachtwagens naar het industrieterrein blijft gewenst. Dit
knelpunt is veelvuldig besproken tijdens de dorpssessie.
Meerdere oplossingsrichtingen worden hierin genoemd.
Duidelijk is dat dit het grootste verkeersknelpunt van Heijen
is en dat inwoners daarom graag aandacht voor deze locatie
willen in het GVVP.
Verkeerskundig is ook dit kruispunt correct vormgegeven. Voor het
kruispunt Hoofdstraat-Hoogveld-Groote Heeze is in 2012-2013
uitvoerig gezocht naar verbetervoorstellen, maar in overleg met zowel
de bewoners als de ondernemers is gezamenlijk niet tot een
geschikte oplossing gekomen. Uiteindelijk heeft de gemeenteraad, na
een motie, het beschikbaar gestelde budget ingetrokken.
bewegwijzering naar het Heijderbos verbeterd worden door het
plaatsen van een wegwijzer op de kop van de kruising.
Kruispunt Ringbaan – Hondsiepsebaan
Kruispunt Hommersumseweg-Brem
Het kruispunt Hommersumseweg-Brem vormt een gevaarlijk
kruispunt.
Dit kruispunt is gelegen op de aanrijdroute naar vakantiepark het
Heijderbos. De toegang van dit park verloopt via bedrijventerrein de
Brem wat voor de weggebruiker niet de meest verwachte route is. Er
ontstaat hierdoor zoekverkeer waardoor automobilisten afgeleid zijn.
Daarnaast heeft de Hommersumseweg een lange rechtstand
waardoor lokaal bekend verkeer harder zal rijden dan toegestaan.
Een lange termijn oplossing is een directe aansluiting van de
Hommersumseweg op de N271. Op korte termijn kan een
kruispuntplateau de snelheid verlagen. Daarnaast kan de
Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar
Het
kruispunt
onoverzichtelijk.
Ringbaan
–
Hondsiepsebaan
is
Op dit kruispunt heeft een aantal jaren geleden een dodelijk ongeval
plaatsgevonden met een fietser. Het kruispunt RingbaanHondsiepsebaan gaat in de nabije toekomst deel uitmaken van de
Rondweg Milsbeek. Deze rondweg wordt aangelegd en ingericht als
een voorrangsweg met fietssuggestiestroken binnen een 60 km/uurzone. Voor dit kruispunt is een licht verhoogd kruispuntplateau
voorzien.
Educatie
Naast de locaties waar infrastructurele maatregelen genomen kunnen
worden zijn er tijdens de dorp sessies in het kader van het opstellen
van het GVVP diverse opmerkingen gemaakt waar educatie en
25
voorlichting een belangrijke rol kunnen spelen. De punten die
genoemd zijn kunnen natuurlijk voor een deel ook met infrastructurele
maatregelen opgelost worden maar hebben primair een gedrag als
oorzaak. Wij stellen daarom voor om deze punten via de educatielijn
te benaderen.
Op de Hoofdstraat (het gedeelte door het industrieterrein) wordt
aan twee zijden van de weg gereden,.
Nabij de aansluiting van de Hoofdstraat met de N271 (ter hoogte
van Hendrix Utd) steken veel fietsers (schuin) over.
Het halen en brengen in de Schoolstraat is een knelpunt. Dubbel
parkeren, chaos, kinderen op de stoep.
De veiligheid rondom de sportvelden is een knelpunt. Ook de
route er naar toe is een punt vanwege de verlichting.
Er zijn meer verkeersbrigadiers gewenst voor de oversteek over
de rijksweg.
Het dubbelzijdig fietspad langs de Kleefseweg is goed, maar
automobilisten uit de zijstraat verwachten niet altijd fietsverkeer
uit tweerichtingen wat tot onveilige situaties kan leiden. Voorbeeld
hiervan is de Damseveld.
Veiligheid fietsers op rotondes met als voorbeeld rotonde
Weverstraat (fietsers in tweerichtingen).
Het kruispunt Nijmeegseweg-Niersweg-Niersstraat is een
gevaarlijk kruispunt voor met name fietsers.
Voorrangsregels zijn gewijzigd, worden niet altijd consequent
toegepast, leidt tot verwarring.
De snelheid rondom de basisscholen in Gennep wordt als een
knelpunt ervaren.
Het kruispunt Willem Boyeweg – Brabantweg is een knelpunt. De
route Willem Boyeweg – Emmastraat veel gebruikt door fietsers
naar het centrum van Gennep. Op het kruispunt steken dus ook
veel fietsers over.
Educatieve oplossingen zijn divers. Gedacht kan worden aan het
plaatsen van spandoeken die attenderen op de aanwezigheid van
26
fietsers, het inzetten van handhaving die weggebruikers attenderen
op ongewenst gedrag tot het organiseren van verkeersdagen rondom
de basisscholen.
3.2.2 Maatregelen gericht op de oudere verkeersdeelnemers
Het verkeer en de verkeersregels veranderen continu. Ook voertuigen
zijn aan verandering onderhevig. Stuurbekrachtiging, ABS, navigatie
en allerlei andere technologische ontwikkelingen hebben het verkeer
de afgelopen jaren veiliger en makkelijker gemaakt. Auto’s van nu zijn
niet meer te vergelijken met auto’s uit de jaren ’80 van de vorige
eeuw. Toch mag iedereen die zijn/haar rijbewijs haalt na het 18e
levensjaar de rest van het leven zonder aanvullende theoretische
bijscholing deelnemen aan het verkeer.
In de doelgroep ouderen vanaf circa 60 jaar zijn door het verkeer
jaarlijks circa 275 dodelijke slachtoffers te betreuren. Bij ruim 1.700
personen uit deze groep is na een verkeersongeval een
ziekenhuisopname nodig. Spoedeisende poliklinische hulp moet
jaarlijks in circa 5.000 gevallen worden verleend. Bij deze
leeftijdsgroep hangen verkeersongevallen voor ongeveer een derde
samen met het gebruik van de auto. Ongeveer een derde deel van de
verkeersongevallen vindt plaats op de fiets en circa een vijfde te voet.
Binnen de gemeente Gennep zijn de afgelopen jaren diverse
Broemritten georganiseerd. Bropemritten richten zich voornamelijk op
mensen van boven de 50 jaar. Bij een broemrit krijgen de ouderen
een theorie- en een praktijkexamen, zonder dat dit examen de
rijbevoegdheid beïnvloedt. Het doel is om ouderen zo lang mogelijk
op een verantwoordelijke wijze aan het verkeer deel te laten nemen.
Het verkeer wordt gehaaster en drukker. Bovendien zijn de
verkeersregels in de loop der jaren vaak aanzienlijk gewijzigd.
Daarnaast gaat bij deze specifieke doelgroep vaak het
gezichtsvermogen achteruit, maar ook het gehoor en het
reactievermogen. Door deel te nemen aan het project worden de
deelnemers zich hiervan vaak bewuster.
Voor 2014 staat er een rijvaardigheidsrit op de planning. Dit wordt
georganiseerd door VVN.
Om de genoemde ongevalscijfer een halt toe te roepen zijn voor de
oudere verkeersdeelnemer diverse educatiepakketten opgesteld. Via
het KPVV zijn deze toolkits verkrijgbaar
Bijtanken en Oppoetsen
Afdruk in de cursus “Bijtanken en oppoetsen” ligt op de kennis en de
toepassing van (nieuwe) verkeersregels en het gebruik van
beveiligingsmiddelen.
Fiets veilig en fit
De cursus bestaat uit een theorie- en praktijkgedeelte en geeft
deelnemers handvatten om veilig aan het verkeer deel te nemen als
fietser.
Fietsinformatiedag senioren
De Fietsinformatiedag voor senioren is gericht op de verbetering van
de veiligheid en bevordering van het fietsgebruik van de senioren.
Tijdens de Fietsinformatiedag komen allerlei vragen en ervaringen
aan bod en wordt gezocht naar manieren om problemen te
voorkomen of op te lossen
Scoot veilig. Iedere scootmobielgebruiker veilig op weg
Scoot veilig is een uniforme basis- en opfriscursus voor personen die
gebruik (gaan) maken van een scootmobiel. De cursus bestaat uit 4
modulen: 1) vaardigheden en parcours, 2) verkeerskennis en
verkeersinzicht, 3) oren-, ogen- en reactievermogen test en 4)
praktijkrit. De eerste modules kunnen in een willekeurige volgorde
worden doorlopen. Er wordt steeds afgesloten met een praktijkrit.
SinT (Senior in Traffic)
De cursus ‘SinT’ wil ervoor zorgen dat de verkeerskennis en de
praktische rijvaardigheid van oudere rijbewijsbezitters (vanaf circa 65
jaar) weer up-to-date is. Uiteindelijk doel is een meer verantwoorde
en veiligere verkeersdeelname van deze doelgroep.
Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar
Thuisblijven hoeft niet, ga wijs op weg!
Brochures om ouderen te informeren hoe zij op een veilige manier
aan het verkeer kunnen blijven deelnemen. Met tips over veilige
verkeersdeelname als autorijden, fietsen of wandelen niet meer
mogelijk is.
3.2.3 Maatregelen op het gebied van voertuigbeheersing
Een deel van de maatregelen op voertuigbeheersing is al in de vorige
paragraaf opgenomen. Het gaat daarbij om de oudere
verkeersdeelnemer. Ook de jongeren kunnen natuurlijk nog veel
leren, reden voor de gemeente Gennep om jaarlijks een
fietsverlichtingsproject te organiseren op het Elzendaal college,
waarbij tevens een fietscontrole plaatsvindt. Op de basisscholen is
Streetwise een veel toegepast verkeerseducatieprogramma, waarbij
de kinderen ook fietsparcourtjes dienen af te leggen. Andere
verkeerseducatieve projecten zijn van 8 naar 1, waarbij onder andere
de leerlingen van groep 8 naar de toekomstige middelbare school
gaan fietsen.
Via het KPVV zijn aanvullend de volgende pakketten ter beschikking
Fiets Seef
Fiets Seef is een project dat zich primair richt op het vergroten van
de motorische fietsvaardigheid. Kinderen oefenen basistechnieken
van het fietsen op een fietsparcours op het schoolplein.
Doelgroep: 4 - 12 jaar - Ouders en kinderen
Fiets zonder beats
In ‘Fiets zonder Beats’ staat een aantal karakteristieke
verkeerssituaties centraal over de risico’s van bellen, sms’en en
muziek luisteren op de fiets. Deze interactieve verkeersles probeert
de jongeren in te laten zien dat bellen of muziek luisteren op de fiets
gevaarlijk kan zijn. De aandacht voor het verkeer om je heen
verslechtert, waardoor de kans op ongelukken groter wordt.
27
Doelgroep: 12 - 16 jaar - Jongeren
Fiets4safe
In Fiets4Safe staat het gedrag, de kwetsbaarheid en de
verantwoordelijkheid van fietsers in relatie tot het verkeer en de
omgeving centraal. Het programma richt zich op het voorkomen van
gevaarlijke situaties op de fiets en maakt daarbij gebruik van
interactieve voorlichting. Er wordt gestuurd op het aanspreken op
onverantwoord en risicovol gedrag en het benadrukken van positief
gedrag.
Doelgroep: 12 - 16 jaar - Jongeren
FietsCheck VVN
De ‘FietsCheck’ van Veilig Verkeer Nederland is een hulpmiddel om
jongeren bewust te maken van de eisen waaraan een fiets moet
voldoen. Met de checklist controleren jongeren of hun fiets in een
goede staat is en waar mogelijk worden de mankementen samen of
met behulp van een fietsenmaker/ vrijwilliger direct gerepareerd.
Alles onder controle
Het lespakket 'Alles onder controle' is een methode om de risico's die
bromfietsers lopen bespreekbaar te maken. Het lespakket richt zich
niet uitsluitend op de aan de bromfiets en de verkeerssituatie
verbonden risico's, maar besteedt met name aandacht aan
persoonsgebonden factoren
3.3 Voorbereiding en uitvoering
Bij de voorbereiding en uitvoering is het zaak om te bezien wie wat
gaat doen en wanneer. Hier komen de samenwerkingspartners weer
om de hoek kijken.
Doelgroep: 12 - 16 jaar - Jongeren
Fietscontrole
In samenwerking met plaatselijke afdelingen van Veilig Verkeer
Nederland, met een fietsenhandel of met de politie wordt op de
school
een
controle
van
de
fietsen
uitgevoerd.
Voor het deel van de N271 zijn al afspraken gemaakt met de
provincie Limburg. De N271 wordt de komende jaren in verschillende
projecten aangepakt.
–
Reconstructie Rijksweg N271 Milsbeek in 2014
–
Bromfietspad N271 Bergen-Heijen in 2015
–
Ombouw N271 Gennep-Heijen in 2016
–
Reconstructie Rijksweg N271 Mook-Milsbeek: n.n.b.
Doelgroep: 12 - 16 jaar - Jongeren
Fietscontrole in het basisonderwijs
In samenwerking met plaatselijke afdelingen van Veilig Verkeer
Nederland, met een fietsenhandel of met de politie wordt op de
school
een
controle
van
de
fietsen
uitgevoerd.
Ook de andere infrastructurele maatregelen hebben voor het grootste
deel al een uitvoeringsjaar. De overige maatregelen zullen door de
gemeente zoveel mogelijk worden gekoppeld aan het wegonderhoud
zodat werk met werk gemaakt kan worden.
Doelgroep: 4 - 12 jaar - Ouders en kinderen
28
Een specifieke doelgroep zijn de jongeren die voornemens zijn
bromfiets te gaan rijden te informeren over de risico’s. Hiervoor is via
KPVV de volgende toolkit beschikbaar:
In het Uitvoeringsprogramma van het GVVP staan de volgende
projecten gepland, waarbij de situatie voor de fiets ook wordt
verbeterd:
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
Reconstructie N271 Milsbeek, inclusief rotonde Zwarteweg
(afronding in 2014);
Realisatie project Hart van Gennep (2014);
Aanpak kruispunt Siebengewaldseweg-Looiseweg (2014);
Vaststelling Regionaal Fietsnetwerk RMO Noord-Limburg
(2014);
Toets kwaliteit fietsvoorzieningen Regionaal Fietsnetwerk
(2015)
Realisatie Bromfietspad N271 Bergen-Heijen (2015);
Haalbaarheidssstudie
Maasoverkruisende
verbindingen
(2015);
Herinrichting Europaplein (inclusief fietsenstallingen): 2015
Aanleg Rondweg Milsbeek (2015-2016);
Inrichting 30 km/uur-zone Bloemenstraat Milsbeek (20152016)
Inrichting 30 km/uur-zone Pr.Margrietstraat-Roggestraat
(2015-2016)
Realisatie fietspad Brabantweg (2015-2016);
Inrichting
60
km/uur-zone
buitengebied
Milsbeek/Ottersum/Ven-Zelderheide (2016);
Reconstructie Rijksweg N271 Gennep-Heijen (2016);
Aanvullende verkeersmaatregelen 30 km/uur-zone ZuidOostwal-Niersweg (2017)
Gedragsbeïnvloedingsprojecten
RMO
Noord-Limburg
(jaarlijks)
Gedragsbeïnvloedingsproject scholen (jaarlijks)
Fietspromotie (jaarlijks)
De educatieve maatregelen kunnen voor een deel weggezet worden
bij de samenwerkingspartners. Scholen, VVN maar ook de politie kan
verzocht worden handhavend op te treden op bepaalde elementen
zoals het schuin oversteken, het tegen de richting in fietsen en
dergelijke.
Vanwege de beperkte financiële situatie van de gemeente Gennep is
er voor gekozen niet het gehele uitvoeringsprogramma voor te leggen
aan de Gemeenteraad, maar jaarlijks het programma voor het
komende jaar voor te leggen bij de behandeling in de Voorjaarsnota
en de Begroting. Dit betekent dat er de komende jaren diverse
projecten gepland staan in het Uitvoeringsprogramma van het GVVP,
maar dat er nog nergens budget voor is beschikbaar gesteld.
Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar
29
4
Fase 3: Uitvoering en
structurele inbedding
verkeersveiligheid voor fietsers. Verkeerseducatie is geen primaire
taak van de beleidsmedewerker verkeer. Op dit gebied kan de
samenwerking goed tot uiting gebracht worden: dorpsraden,
wijkteams, scholen, RMO, VVN, allemaal kunnen zij een bijdrage
leveren op het gebied van verkeerseducatie.
Tot slot is de financiering en uitvoering van de maatregelen van
belang waarbij de looptijd bij voorkeur maximaal vier jaar is. Veel
projecten uit het GVVP zijn inmiddels in tijd weggezet waarbij het
budget voor de uitvoering nog niet is vastgesteld.
De derde fase behelst de uitvoering en de manier waarop het fietsen
structureel aandacht krijgt binnen de gemeentelijke organisatie. Deze
derde fase maakt geen onderdeel uit van de fietsscan. Ter
volledigheid worden de stappen die genomen moeten worden kort
omschreven.
4.1 Stap 7: Uitvoering
Het is de bedoeling dat de aanpak een vaste plek krijgt in de
organisatie. De scan en het overleg met de samenwerkingspartners
dient structureel te gebeuren. Dit maakt echter geen onderdeel uit van
de afspraken tussen het Ministerie en de VNG waardoor de fietsscan
in het vervolg onderdeel kan uitmaken en communicatief kan
meelopen bij het opstellen van een GVVP of het fietsbeleid.
In deze stap wordt tevens gezocht naar aanhaking bij andere
gemeentelijke beleidsvelden zoals onderwijs, welzijn etc. Dit zal bij
grote gemeenten een grotere meerwaarde hebben dan bij kleine
gemeenten.
Uit de ongevalsanalyse en de volgende maatregelen blijkt dat
educatie van weggebruikers een bijdrage kan leveren aan de
30
In het pas opgesteld GVVP is veel aandacht besteed aan het thema
de Fiets. Veel projecten uit het Uitvoeringsprogramma van het GVVP
hebben ook een meerwaarde voor de fiets. Ook is er bij het GVVP
aanhaking gezocht met andere gemeentelijke beleidsvelden, zoals
toerisme en recreatie en welzijn. Voor de gemeente Gennep is het
daarom mogelijk om bij de realisatie van de projecten uit het GVVP
direct duidelijk te maken wat de meerwaarde van het project is op het
gebied van de fiets.
4.2 Stap 8: Monitoring en evaluatie
Om te zorgen dat alle maatregelen uitgevoerd worden op de wijze dat
het knelpunt daadwerkelijk verdwijnt en om te leren van eventueel
gemaakte fouten is een monitoring en evaluatie met de
samenwerkingspartners voorgesteld. Dit heeft als nevendoel te
bewerkstelligen dat de lokale aanpak een structurele plaats krijgt in
de organisatie.
De monitoring is evenals de rest van de fietsscan geen verplichting
voor de gemeente Gennep maar versterkt de integratie van de
fietsveiligheid binnen de gemeente.
5
Colofon
Gemeente Gennep/Veilig fietsen
Opdrachtgever
Project
Dossier
Omvang rapport
Auteur
Bijdrage
Interne controle
Projectleider
Projectmanager
Datum
Naam/Paraaf
Gemeente Gennep
Veilig fietsen
BC8501-100-100
31 pagina's
drs. Niels J. Bosch
drs. ing. Albert W.H. Erhardt
drs. Niels J. Bosch
drs. ing. Albert W.H. Erhardt
27 maart 2014
Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar
31
HaskoningDHV Nederland B.V.
Transport & Asset Management
Horsterweg 18/A
6199 AC Maastricht Airport
Postbus 302
6199 ZN Maastricht Airport
T (088) 348 78 48
F (088) 348 78 99
E [email protected]
W www.royalhaskoningdhv.com
Bijlage 1: Aandachtspunten uit het GVVP
Aandachtspunten afkomstig uit GVVP (2012) – Verslagen stadsessie en dorpsessies
Hieronder volgt een opsomming van aandachtspunten die als input meegenomen kunnen worden als onderdeel van de op te stellen fietsscan. Diverse
aandachtspunten (zie deel 2) dienen verder gespecificeerd te worden zodat deze ook opgenomen kunnen worden in de knelpunteninventarisatie.
Deel 1: concrete aandachtspunten
1.
Straatverlichting voor de weg naar Siebengewald (Siebengewaldseweg-Brugfortstraat) is gewenst.
2.
Voorzieningen ten behoeve van elektrische fietsen en auto’s zijn gewenst.
3.
Bereikbaarheid van de nieuwe wijk Smele vindt niet iedereen goed. Het gaat dan om de bereikbaarheid voor fietsers.
4.
De route via het Schutterspad wordt door fietsers veel gebruikt (scholieren richting Elzendaal college), maar zit vol met gaten en dergelijke. Graag
verharden.
5.
Op de Hoofdstraat (het gedeelte door het industrieterrein) wordt aan twee zijden van de weg gereden, eigenlijk is aan beide zijden een dubbelzijdig
fietspad gewenst.
6.
De route via het industrieterrein De Brem/De Grens naar Centerparcs Heijderbos is niet logisch. Daarnaast is het gevaarlijk dat zowel vracht- als
fietsverkeer van deze route gebruik maakt. Een aparte aansluiting van het Heijderbos op de N271 zou dit probleem kunnen verhelpen.
7.
Het kruispunt Hoofdstraat – Hoogveld is een groot knelpunt. Met name de oversteek voor fietsers, de complexiteit en de onoverzichtelijkheid is een
knelpunt. Geleiding van vrachtwagens naar het industrieterrein blijft gewenst. Dit knelpunt is veelvuldig besproken tijdens de dorpssessie.
Meerdere oplossingsrichtingen worden hierin genoemd. Duidelijk is dat dit het grootste verkeersknelpunt van Heijen is en dat inwoners daarom
graag aandacht voor deze locatie willen in het GVVP.
8.
Nabij de aansluiting van de Hoofdstraat met de N271 (ter hoogte van Hendrix Utd) steken veel fietsers (schuin) over. Dit vindt men gevaarlijk.
9.
De bocht van de Karrevenseweg is te smal voor vrachtverkeer en landbouwverkeer en daarmee gevaarlijk. Met name tijdens de oogsttijd en in
combinatie met toeristisch (fiets)verkeer.
10.
Route vanaf de sportvelden via Zwarteweg is onveilig (2x oversteek nodig over de Zwarteweg om vanuit de kern naar de sportvelden te fietsen).
De alternatieve route via de Teelebeekstraat en het Verloren land is niet/onvoldoende verlicht.
11.
Samenhang woonwijken ten noorden en zuiden van de N271 verbeteren door verbeteren oversteekvoorzieningen N271 (i.r.t. rotonde Zwarteweg,
of door realisatie fietsbrug/-tunnel
12.
Een duurzame gemeente kan de gemeente zijn door oplaadpunten voor fiets en auto /door logische routing van verkeer/ voorkomen sluipverkeer.
13.
Eethuis de Diepen aan de Zwarteweg is belangrijk start-/rustpunt voor wandelaars/fietsers Reichswald, St. Jansberg, Pieterpad en dergelijke.
14.
De veiligheid naar scholen verdient aandacht (met name de oversteekbaarheid van de N271 van de Ovenberg naar de Kerkstraat).
15.
Bij de basisschool de Drie Vijvers is de ingang aan de Kerkstraat niet herkenbaar als schoolingang (fietsenstalling is echter daar). De andere
schoolingang is wel als dusdanig herkenbaar.
16.
Op de Ovenberg is het gewenst zwaar en licht verkeer zoveel mogelijk te scheiden.
17.
De oversteekbaarheid van zowel de Zwarteweg als de Rijksweg (N271) is niet goed.
18.
Het vrachtverkeer op de Zwarteweg, in combinatie met de fietsers die daar aanwezig zijn is een knelpunt.
Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar
33
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
30.
31.
32.
33.
34.
35.
36.
37.
38.
39.
40.
41.
42.
43.
44.
45.
46.
47.
34
Het kruispunt Ovenberg/Sprokkelveld is niet duidelijk. De voorrangssituatie vanuit het bedrijventerrein wordt genegeerd. Op het Sprokkelveld zit
veel fietsende jeugd.
Het halen en brengen in de Schoolstraat is een knelpunt. Dubbel parkeren, chaos, kinderen op de stoep.
De veiligheid rondom de sportvelden is een knelpunt. Ook de route er naar toe is een punt vanwege de verlichting.
Hoge struiken die het zicht belemmeren zijn een knelpunt voor de verkeersveiligheid.
Er zijn meer verkeersbrigadiers gewenst voor de oversteek over de rijksweg.
De Siebengewaldseweg is een gevaarlijke weg. De situatie met de bomen maakt het onoverzichtelijk. Het kruispunt
Siebengewaldseweg/Looiseweg is ook een ongevallenlocatie. Door de gemeente wordt aangegeven dat op de Siebengewaldseweg ook hoge
gereden snelheden zijn geconstateerd, met name voor verkeer dat in noordelijke richting rijdt. Aanwezigen geven aan dat het bultje van het Duits
lijntje voor motorrijders uitnodigt tot hard rijden.
Het kruispunt van de Nijmeegseweg met de Ottersumseweg is een knelpunt. De onoverzichtelijkheid door het grote kruispuntvlak is een knelpunt
(het kruispuntvlak kent ook een bredere inrichting dan op andere punten). Op het kruispunt wordt de snelheid ook als hoog ervaren. Met name voor
fietsers is het moeilijk om over te steken. Op het terrein van Multimate nabij het kruispunt is sprake van carpooloverlast. De gemeente geeft aan dat
dit kruispunt onder provinciaal beheer valt.
Het dubbelzijdig fietspad langs de Kleefseweg is goed, maar automobilisten uit de zijstraat verwachten niet altijd fietsverkeer uit tweerichtingen wat
tot onveilige situaties kan leiden. Voorbeeld hiervan is de Damseveld.
Kruispunt Lankerseweg – Schaafsebosweg is een gevaarlijke locatie voor overstekende scholieren. (Kruispunt is onderdeel van project
Reconstructie Bromfietspad N271 Heijen-Afferden).
Aandacht nodig voor oversteek De Brink (De Vijfsprong, Ottersum). Het reclamebord van ’t Ottertje belemmert het uitzicht.
Veiligheid fietsers op rotondes met als voorbeeld rotonde Weverstraat (fietsers in tweerichtingen).
Het kruispunt Nijmeegseweg-Niersweg-Niersstraat is een gevaarlijk kruispunt voor met name fietsers.
Fietsers door autoluwe zone/voetgangersgebied is ongewenst (met name bromfietsers zorgen voor overlast).
Fietsers over de Zuidoostwal niet gewenst, alternatieve routes onderzoeken
Aandacht nodig voor fietsverkeer noord-zuid. Deze fietsroute dient door de kernen van Heijen en Gennep te verlopen i.p.v. langs de Rijksweg
N271.
Fietsroute door het centrum houden (ontwerp verdient aandacht). Bromfietsers weren uit centrum.
Fietsenstallingen voorzien van oplaadpunten voor elektrische fietsen.
Prioriteit aangeven ten aanzien van de in de strategische visie genoemde fietsbruggen. Maak een keuze!
Voor fietsers is de leefbaarheid op de doorgaande route (o.a. Spoorstraat) niet goed.
Er dienen betere fietsverbindingen te komen tussen de kernen/wijken en toeristische gebieden, zoals Genneperhuis, Niersdijk, Heijense bossen.
De routes moeten veiliger.
De (brom)fietsers in het centrumgebied zorgen voor overlast.
Fietsers worden in 30 km/u gebieden ‘gebruikt’ als snelheidsremmers. Waarom geen geschieden fietspaden meer?
Voorrangsregels zijn gewijzigd, worden niet altijd consequent toegepast, leidt tot verwarring.
Elektrische fiets aantrekkelijker maken door aanleg oplaadpunten.
Niersdijk goede fietsroute maken.
Aandacht voor fietsroutes.
In voetgangersgebied voetgangers en fietsers scheiden.
Fiets over de dijk, Niersdijk.
Brug over Niers (Siebengewaldseweg) is te smal voor fietsers en auto’s.
48.
49.
50.
51.
52.
53.
54.
55.
56.
57.
58.
59.
De snelheid rondom de basisscholen in Gennep wordt als een knelpunt ervaren.
Op de route Spoorstraat – Zandstraat is te weinig ruimte voor fietsers. Met name als er geparkeerde vrachtauto’s staan wordt dit als een knelpunt
ervaren. In ieder geval is het gezamenlijk gebruik van fietsers en auto’s op de noord- zuid route niet ideaal te noemen.
Het kruispunt Willem Boyeweg – Brabantweg is een knelpunt. De draai van en naar de Willem Boyeweg is voor autoverkeer lastig te maken.
Daarnaast wordt de route Willem Boyeweg – Emmastraat veel gebruikt door fietsers naar het centrum van Gennep. Op het kruispunt steken dus
ook veel fietsers over.
De rotonde Brabantweg – Weverstraat is een gevaarlijk punt. Het dubbelzijdig fietspad wordt vaak door automobilisten over het hoofd gezien.
De rotonde Brabantweg – Spoorstraat is een gevaarlijk punt. Op alle oversteken zijn fietsers uit beide richtingen te verwachten, terwijl op de
rotonde fietsers eigenlijk rechtsom moeten fietsen.
De toegang tot het Europaplein wordt als onduidelijk ervaren. Fietsers voetgangers en automobilisten mengen zich. De bakkerij laad- en lost op
deze doorsteek. Deze doorsteek is een knelpunt op dinsdag (marktdag).
Op de schoolroutes naar de basisscholen zijn nog diverse gevaarlijk oversteeklocaties (met name Picardie en Prinses Margrietstraat). De
basisscholen hebben hiervoor kaartmateriaal meegegeven.
Veel fietsers vanuit Heijen en Wellerlooi steken over de Heijenseweg over nabij de Stiemensweg. Deze oversteek is onoverzichtelijk. Voor
automobilisten is niet duidelijk waar fietsers oversteken.
Niersweg is voor fietsers onveilig.
Kruispunt Niersstraat – Nijmeegseweg is onoverzichtelijk. De verkeerssituatie wordt als complex ervaren, voor zowel fietsers als automobilisten
ontstaat onduidelijkheid over de voorrangssituatie en daarmee een gevoel van onveiligheid.
Er is angst voor een toename van het verkeer door de Vogelbuurt als gevolg van het autoluw maken van de Zuidoostwal en Brugstraat. Te weinig
zicht op aantal kruisingen door te hoge heggen.
Slecht zicht op fietsers vanuit Moutstraat.
Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar
35
Deel 2: nader te specifiëren aandachtspunten
A. Dit jaar wordt nog een fietsplan met de regio ontwikkeld.
B. Aandacht voor gevaarlijke schoolroutes (m.n. naar Elzendaal college).
C. Recreatie fietsen: Stichting Promotie Noord-Limburg.
D. Fiets- wandelverbinding vanaf Genneperhuis/steenfabriek richting centrum en langs water, parallel aan Bloemenstraat.
E. Er is een belangrijke fietsrelatie tussen Milsbeek en de recreatiegebieden.
F. Fietsoversteek op gemeentegrens (verkeer naar recreatieplas).
G. Het kruispunt Hommersumseweg-Brem vormt een gevaarlijk kruispunt.
H. Bij de oversteek Zwarteweg (rotonde) blijft een sterke wens voor behoud van verkeerslichten ter hoogte van kruispunt N271-Kerkstraat-Sprokkelveld.
I. Bereikbaarheid Zwarteweg is een probleem.
J. De bereikbaarheid van de Sportvelden (zichtlijnen).
K. Voorgestelde rondweg is oplossing, Zwarteweg kan dan ook 30 km/h worden.
L. Achteruitgang scholen Kerkstraat is gevaarlijk.
M. Kruising Langstraat-Kerkstraat is gevaarlijk.
N. Geparkeerde vrachtauto’s belemmeren zicht (weekend) vanaf Kortebaan. Oplossing? middenberm of alleen rechtsaf.
O. Ter hoogte van Rijksweg N271-Driekronenstraat-Bloemenstraat gebeuren de meeste ongevallen.
P. Kruising N271-Pastoorsdijk-Helweg-Vage Vuurweg is gevaarlijk (oversteken, geen voetpad/op zondag?).
Q. Verbinding vanaf Genneperhuis richting Milsbeek.
R. Het kruispunt Ringbaan – Hondsiepsebaan is onoverzichtelijk.
S. Sprokkelveld en Bloemenstraat moeten 30 km/h gebied worden.
T. De overzichtelijkheid van de Langstraat is niet goed.
U. Er wordt een heldere en duidelijke inrichting van de 30 km/h zone gewenst. Betere herkenning van de weggebruiker van de 30 km/h zone.
Herkenbaarheid en aanpassing van gedrag zijn de sleutelfactoren voor succes 30 km/h.
V. Het kruispunt Pottenbakker-Langstraat-Kerkstraat moet een voorrangskruispunt worden.
W. Wanneer het verkeerslicht op de N271 wordt verwijderd, vreest men voor de oversteekbaarheid.
X. Kruispunt N271/ Bloemenstraat/ Driekronenstraat is een knelpunt.
Y. De verkeerssituatie rondom de school in Ven-Zelderheide wordt niet als ideaal ervaren. Er zijn te weinig parkeervakken, kruispunt met de
Vensestraat is gevaarlijk. Veel ouders komen uit Duitsland. De school wil graag extra paaltjes op de Kerkvonder voor een fysieke afsluiting.
Z. De oversteekbaarheid van de Kleefseweg in Ven-Zelderheide (onder andere ter hoogte van Kerkvonder en Vensestraat) moet verbeterd worden. De
gemeente geeft aan dat er wel een duidelijke oversteeklocatie moet zijn.
AA. Op de vijfsprong in Ottersum (St. Janstraat-Ottersumsweg-Brink-Kleineweg-Boterweg) wordt de middengeleider vaak links voorbij gereden. De
uitbuiging zit aan de verkeerde kant.
BB. Op de Vensestraat wordt te hard gereden. In het kader van de aanstaande rioolvervanging Vensestraat heeft men liever asfaltdrempels dan
klinkerdrempels
CC. De veiligheidssituatie nabij het tankstation richting Duitsland is niet goed. Automobilisten weten niet goed dat ze nabij de aansluiting met het
tankstation de snelheid moeten minderen.
DD. Het uitzicht is ook slecht op de volgende kruispunten: Kleefseweg-Scheidingsweg, Kleefseweg-Roepaanstraat, Eindstraat-Hogeweg, LooisewegOordseweg.
36
EE. Toeristen dienen in het centrumgebied beter gestuurd te worden door middel van bewegwijzering/parkeerroute.
FF. De snelheid op de Willem Boyeweg.
GG. De nieuwe parkeerplaats nabij het Elzendaalcollege wordt intensief gebruikt, vraag is echter of dit voor een verkeersveiligere situatie zorgt.
HH. De Prinses Margrietstraat is 50 km/h, gewenst is dat deze ook onderdeel van de 30 km/h zone wordt, het maakt immers onderdeel uit van een
woonwijk.
II. De versmalling op het Picardie wordt als een knelpunt ervaren omdat men verkeer van de tegemoetkomende richting niet kan overzien.
JJ. De snelheid op de Stiemensweg is te hoog, ondanks reconstructie. Dit leidt tot problemen met de oversteekbaarheid.
Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar
37
38
Bijlage 2: Ongevalslocaties Gemeente Gennep
2005 - 2012
Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar
39
40
Bijlage 3: Slachtofferongevallen gemeente Gennep
2005 – 2012
Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar
41