Rapport Veilig fietsen de lokale aanpak Fietsscan maart 2014 Definitief Veilig fietsen de lokale aanpak Fietsscan opdrachtgever Gemeente Gennep dossier BC8501-100-100 registratienummer MO-MA20140047 versie 2a classificatie Openbaar © HaskoningDHV Nederland B.V. Niets uit dit bestek/drukwerk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. drukwerk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van HaskoningDHV Nederland B.V., noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitssysteem van HaskoningDHV Nederland B.V. is gecertificeerd volgens ISO 9001. Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar 3 4 Inhoud 1 Waarom een fietsscan? 9 2 Fase 1: Kader en opdracht 10 2.1 2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.4 Fietsend Gennep Problematiek en focus Aansluiting lopend beleid en uitvoering Het GVVP: Promoten van de fiets Regionale mobiliteitsvisie RMO Venray - Venlo Samenwerkingspartners 10 12 16 16 19 20 3 Fase 2: Aanpak voor lokale impuls veilig rijden 22 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.3 Problematiek en focus De mix van maatregelen Kruisingen en oversteekvoorzieningen Maatregelen gericht op de oudere verkeersdeelnemers Maatregelen op het gebied van voertuigbeheersing Voorbereiding en uitvoering 22 23 23 26 27 28 4 Fase 3: Uitvoering en structurele inbedding 30 4.1 4.2 Stap 7: Uitvoering Stap 8: Monitoring en evaluatie 30 30 5 Colofon 31 Bijlage 1: Aandachtspunten uit het GVVP 33 Bijlage 2: Ongevalslocaties Gemeente Gennep 2005 - 2012 39 Bijlage 3: Slachtofferongevallen gemeente Gennep 2005 – 2012 41 Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar 5 6 Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar 7 1 Waarom een fietsscan? Nederland telt meer fietsen dan inwoners waarmee jaarlijks 15 miljard kilometer wordt afgelegd. Van oudsher kent Nederland een breed scala aan fietsvoorzieningen om deze ritten zo veilig mogelijk te laten verlopen. Helaas neemt sinds 2000 het aantal fietsongevallen met ernstig gewonden en doden weer toe. Deze ongevallen vinden voornamelijk plaats op lokale wegen. Reden voor het Ministerie van Infrastructuur en Milieu om samen met de VNG afspraken te maken over de aanpak van deze ongevallen. Afgesproken is dat de gemeenten een lokale aanpak opstellen, waarbij de verkeersveiligheid voor fietsers verbetert. Om gemeenten daarbij te ondersteunen is de ‘Modelaanpak Veilig Fietsen’ vastgesteld. In deze modelaanpak wordt een werkwijze voorgesteld hoe te komen tot een concreet actieplan. is in dit tweede hoofdstuk gezocht naar de inbedding van de fietser en het fietsbeleid in de gemeente en bij haar samenwerkingspartners. In hoofdstuk 3 is de tweede fase uit de modelaanpak behandeld. Gekeken is naar de knelpunten op het gebied van de fiets en de mogelijke oplossingsmaatregelen die daarbij passen. Hoofdstuk 3 wordt afgesloten met een uitvoeringsplan dat de basis is voor een structurele inbedding binnen de organisatie. In het vierde en laatste hoofdstuk wordt vervolgens een doorkijk gegeven naar deze structurele inbedding. Gemeente Gennep geeft met het opstellen van deze rapportage invulling aan de afspraak die de VNG maakte met de Minister. In deze rapportage is conform de modelaanpak inzicht verkregen in de doelgroepen, maatregelen, knelpunten en oplossingen. Het is nu aan de Gemeente Gennep om de derde fase uit de aanpak vorm te gaan geven zodat structureel gewerkt wordt aan de verkeersveiligheid van de fietser binnen de gemeente. In deze rapportage wordt in hoofdstuk 2 allereerst het kader waarbinnen de fietsscan is uitgevoerd inzichtelijk gemaakt. Er is gekeken naar de gemeente Gennep in relatie tot vergelijkbare en buurtgemeente. Welke omstandigheden maakt Gennep bijzonder en hoe verhoudt het fietsgebruik zich tot andere gemeenten. Er is tevens gekeken naar het beeld van de fietser in de ongeval analyse. Tot slot Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar 9 2 Fase 1: Kader en opdracht 2.1 Fietsend Gennep Gennep is een landelijke gemeente in Noord Limburg met ruim 17.000 inwoners verspreidt over een oppervlakte van circa 50 km². Gebaseerd op de omgevingsadressendichtheid valt de gemeente Gennep qua stedelijkheidgraad in de categorie ‘weinig stedelijke gemeenten’. Gennep biedt uitstekende mogelijkheden voor (recreatief) fietsverkeer. De stad is aan alle kanten omringd door bossen, water en landelijk gebied. In de omgeving zijn diverse fietsroutes uitgestippeld. Daarnaast is Gennep opgenomen in het fietsroutenetwerk De Maasduinen en Land van Peel en Maas. Ook zijn het fietsknooppuntensysteem en de Landelijke Fietsroute (LF-3 loopt van noord naar zuid) een prima manier om de regio per fiets te ontdekken. Belangrijk in de bereikbaarheid van Gennep is de barrièrewerking van de Maas. Fietsverkeer heeft maar één locatie binnen de gemeentegrenzen waar de Maas kan worden overgestoken en dat is de brug aan de Brabantweg. Deze verbinding vormt een belangrijke schakel voor het fietsverkeer naar het Elzendaalcollege in Boxmeer. De zuidelijker gelegen brug over Maas voor de A77 kent geen fietsverbinding. In de Strategische Regiovisie Bergen Gennep Mook en Middelaar en in de Mobiliteitsvisie RMO Noord-Limburg zijn het realiseren van een fietsbrug aan de A77 en een fietsbrug aan de zuidzijde van de Maasbrug tussen Oeffelt en Gennep benoemd als 10 wens voor de toekomst. In 2015 staat het uitvoeren van een haalbaarheidsstudie van maasoverkruisende fietsbruggen op het programma. Demografie Gebied 0-19 jaar 20-29 jaar 30-39 jaar 40-49 jaar 50-64 jaar 65-79 jaar Gennep 22% 9% 11% 15% 23% 15% Provincie Limburg 20% 11% 10% 15% 23% 15% Nederland 23% 12% 12% 15% 20% 13% 65 jaar of ouder Aantal vrouwen 80 jaar of in % van de in % van de totale ouder totale bevolking bevolking 4% 19% 49% 5% 20% 50% 4% 17% 51% Tabel 1: bevolking naar leeftijd op 1 januari 2013 (bron: CBS) Tabel 1 toont de bevolkingsopbouw naar leeftijd voor de gemeente Gennep. Hieruit blijkt dat de opbouw van de bevolking binnen de gemeente vrijwel identiek is aan die van de Provincie. Naar verwachting zal de regio Noord-Limburg vanaf 2012 te maken krijgen met krimp van de bevolking. Er is dan niet alleen sprake van krimp, maar ook van een veranderende bevolkingssamenstelling. In 2040 zal het aantal jongeren ten opzichte van het aantal in 1970 zijn gehalveerd. Bovendien zal het aantal ouderen dan zijn verviervoudigd (Bron: Verkenning Rijksagenda Krimp en Ruimte (Ministerie van VROM)). Dit zorgt voor een veranderende mobiliteitsvraag: meer sociaal-recreatief verkeer en minder woon-werkverkeer. Dit stelt eisen aan de infrastructuur en heeft effecten op de vervoermiddelkeuze. 1 Fietsaandeel Het marktaandeel van de fiets in Gennep weergegeven als percentage van alle verplaatsingen is 16%. Voor de korte verplaatsingen tot 7,5 kilometer is dit aandeel 27%. Voor de berekeningen is gebruik gemaakt van de cijfers uit het Mobiliteitsonderzoek Nederland (MON). Het betreft alle verplaatsingen met herkomst en/of bestemming in de gemeente, 1 Regionale mobiliteitsvisie RMO Venray - Venlo. Goudappel Coffeng. 2011 ongeacht of de persoon in deze gemeente woont over de periode 2004 t/m 2008. Op basis van de fietsaandelen zijn de gemeenten ingedeeld in de categorieën zeer laag (< 15%), laag (15-20%), gemiddeld (20-25%), hoog (25-30%) en zeer hoog (>30%). Voor de korte afstanden is de categorie-indeling als volgt: zeer laag (< 22%), laag (22-30%), gemiddeld (30-38%), hoog (38-46%) en zeer hoog (>46%). Concreet betekent dit voor de gemeente Gennep dat zowel het totale fietsaandeel van alle verplaatsingen als het fietsaandeel van de korte verplaatsingen valt binnen de categorie ‘laag’. In afbeelding 1 is een overzichtskaart weergegeven waarop van de gemeente Gennep en de omliggende gemeenten het fietsaandeel <7,5 km is weergegeven. Onduidelijk is wat de oorzaken zijn van deze lage score. Wel zijn er een aantal zaken welke mee kunnen spelen: – Barrière van de Maas draagt er toe bij dat afstanden al snel langer worden dan als fietsbaar geacht wordt. Gemeente Gennep valt in de categorie ‘laag’ in de categorie tot 7,5 kilometer, maar ook in het totale fietsaandeel. Dit is een categorie hoger dan de aangrenzende gemeente Mook en Middelaar en de gemeenten Groesbeek, Ubbergen en Mill en Sint Hubert. Procentueel scoren deze gemeenten enkele procenten lager waardoor ze in de categorie ‘zeer laag’ worden gecategoriseerd. Gemeente Mook en Middelaar scoort, net als gemeente Gennep, in het totale fietsaandeel ook laag. Het aandeel fietsers tot 7,5 kilometer is in de gemeente Gennep 27% ten opzichte van 31% in de gemeente Bergen en 17% in de gemeente Mook en Middelaar. In het totale fietsaandeel scoort 16%. Gemeente Aandeel fiets Minimaal Maximaal Categorie Aandeel < 7,5 km Categorie < 7.5 km Provincies Bergen (L.) 22% 17% 27% gemiddeld 31% gemiddeld Limburg Boxmeer 25% 22% 29% hoog 41% hoog Noord-Brabant Cuijk 20% 16% 23% laag 27% laag Noord-Brabant Gennep 16% 13% 20% laag 27% laag Limburg Grave 20% 15% 25% laag 34% gemiddeld Noord-Brabant Groesbeek 15% 12% 18% laag 18% zeer laag Gelderland Heumen 19% 15% 23% laag 27% laag Gelderland Mill en Sint Hubert 15% 10% 20% laag 19% zeer laag Noord-Brabant Mook en Middelaar 16% 10% 21% laag 17% zeer laag Limburg Sint Anthonis 28% 22% 34% hoog 42% hoog Noord-Brabant Afbeelding 1: fietsaandeel < 7,5 km per gemeente Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar 11 – Beperkte aanwezigheid van een middelbare school in Gennep. Aan de Stiemensweg te Gennep bevindt zich de onderbouw van het Elzendaal college, de bovenbouw bevindt zich echter in Boxmeer. Het merendeel van de leerlingen uit Gennep bezoekt deze school. Vanaf de brug op de Brabantweg is de afstand tot het Elzendaal college al iets meer dan 7 kilometer. Naar het Merletcollege in Cuijck is de fietsafstand van dit punt ca 6, 5 kilometer. Wellicht dat veel scholieren voor de bromfiets kiezen zodra zij de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt. Andere middelbare scholen liggen in Nijmegen. Deze scholen liggen op ca 20 kiliometer afstand en zijn goed ontsloten met het openbaar vervoer. Ongeval locaties Gennep In totaal zijn voor Gennep 548 verkeersongevallen geregistreerd. Bij 408 ongevallen was sprake van uitsluitend materiaal schade (umsongeval). Het overige deel betreft 140 slachtofferongevallen waarvan 8 met een dodelijke afloop. 2.2 Problematiek en focus Om een beeld te krijgen van de verkeersveiligheid van fietsers in Gennep is, als onderdeel van de ‘Modelaanpak Veilig Fietsen’, een ongevallenanalyse uitgevoerd met behulp van ViaStat Online. Op basis van de analyse is gekeken of het zin heeft om focus aan te brengen. De analyse is uitgevoerd voor de periode 2005-2012. Voor deze periode is gekozen omdat de registratiegraad van de ongevallen vanaf 2010 sterk afgenomen is. De data vanaf 2010 is bruikbaar, maar niet compleet. Het is daarom niet mogelijk om een volwaardige en betrouwbare analyse uit te voeren over de laatste vijf jaren. Met de geselecteerde periode zijn voldoende gegevens beschikbaar voor een analyse. Afbeelding 2: ongevalslocaties Gennep (zie ook bijlage) 12 In circa 13% van het totale aantal ongevallen zijn fietsers betrokken. Het gaat om 72 fietsongevallen. Dit aantal is opgebouwd uit 26 umsongevallen en 46 slachtofferongevallen waarvan 4 met een dodelijke afloop. De fietsongevallen hebben redelijk gespreid over Gennep plaatsgevonden, zie Afbeelding 2. Desalniettemin vallen twee punten op. 3% 1% 54% 37% Auto Bromfiets Fiets Vrachtauto Onbekend 4% Afbeelding 4: veroorzaker fietsongevallen Afbeelding 3: botspartners fietsongevallen 2 Er is één black spot aanwezig, namelijk de rotonde WeverstraatBrabantweg. Op deze locatie zijn verspreid over 5 jaren (2006 – 2010) in totaal 8 ongevallen geregistreerd, waarvan 4 slachtofferongevallen en 4 ongevallen met uitsluitend materiele schade. Alle ongevallen vonden plaats tussen een automobilist en (snor)fiets met als toedracht geen voorrang verlenen. Het betreft hier een rotonde met een tweerichtingenfietspad. Inmiddels heeft de gemeente Gennep op deze locatie aanvullende maatregelen getroffen en is het ongevallenbeeld veranderd. Zo is eind 2009 de Weverstraat 2 Locaties waarop absoluut gezien veel ongevallen plaatsvinden worden wel aangeduid als verkeersonveilige locaties of black spots. Volgens de huidige definitie gaat het om locaties waar in een periode tussen drie en vijf jaar tien ongevallen (of vijf vergelijkbare heringericht van een eenrichtingsweg naar een weg met tweerichtingenverkeer. In 2012 zijn nog kleinschalige aanvullende maatregelen getroffen naar aanleiding van klachten en een evaluatiestudie in 2011. Er zijn extra waarschuwingsborden geplaatst met een fluorescerende rand, en is een betonnen rws-band verwijderd. Daarnaast valt het traject Heijenseweg-Spoorstraat-Zandstraat met 18 ongevallen op. Het traject betreft een gebiedsontsluitingsweg binnen de bebouwde kom (50km/uur) met uitzondering van het centrumgebied waar een maximumsnelheid van 30 km/uur is ingesteld. In totaal zijn dit 26 van de 72 fietsongevallen. De Heijenseweg is in 2008 heringericht in het kader van een rioolvervanging. Hierbij zijn er vrijliggende fietspaden aangelegd. De Spoorstraat-Zandstraat, tussen het Wilhelminaplein en de Brugstraat, is begin 2010 gereconstrueerd, waarbij het wegvak is heringericht tot een 30 km/uur-zone met rode fietssuggestiestroken, gelijkwaardige kruispunten en verhoogde zebra’s. In mei 2010 heeft nog slechts één ongeval plaatsgevonden waaruit blijkt dat de verkeersveiligheid is toegenomen. ongevallen) zijn gebeurd; een eerdere definitie die ook nog wel gebruikt wordt, gaat uit van zes letselongevallen in een periode van drie jaar (Bron: ROVL) Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar 13 Kijkend naar de partners die betrokken zijn bij de fietsongevallen, gaat het veelal om geregistreerde ongevallen tussen snelverkeer en (snor)fietsers (83%, zie abeelding 3). 13% van de ongevallen vond plaats tussen (snor)fietsers onderling en slechts 1% van de geregistreerde ongevallen betrof een eenzijdig ongeval. Het aandeel eenzijdige ongevallen zal in de praktijk hoger uitvallen dan geregistreerd. Dit is te verklaren doordat de politie (registrerende partij) doorgaans alleen bij ‘ernstige’ slachtofferongevallen uitrukt wat bij eenzijdige fietsongevallen doorgaans niet het geval is. wat de toedracht is van de ongevallen. Dus waarom is het ongeval gebeurd. Hiervoor is een selectie gemaakt van de meest voorkomende toedrachten welke voorkomen bij ongevallen veroorzaakt door de automobilist en de fietser (zie Afbeelding 5 en 6). De toedracht van ongevallen met de automobilist als veroorzaker is interessant aangezien dit het grootste aandeel van het totale aantal ongevallen betreft. 4% 12% Nadat bekend is welke verkeersdeelnemers betrokken zijn bij de ongevallen, is het van belang te weten welke weggebruiker de veroorzaker is van de ongevallen. De veroorzaker van het ongeval, is in 54% van de tijd een automobilist (38 ongevallen) en in 37% van de gevallen een fietser (26 ongevallen). Het aantal geregistreerde ongevallen met de bromfiets, snorfiets en vrachtauto als veroorzaker is met in totaal 5 ongevallen beperkt. Nu bekend is dat het grootste deel van de ongevallen gebeurt tussen snelverkeer en (snor)fietsers waarvan de veroorzaker in meer dan de helft van de ongevallen een automobilist betreft, kan gekeken worden 3% 3% 3% 3% Niet ingevuld Fout door bocht Te veel rechts rijden Onvoldoende rechts rijden Fout inhalen / snijden Afbeelding 5: toedracht fietsongevallen, automobilist als veroorzaker 14 8% 62% Fout door bocht Onvoldoende rechts rijden Fout inhalen / snijden Fout oversteken 8% Slippen Overig Afbeelding 6: toedracht fietsongevallen, fietser als veroorzaker Kennis over de toedracht van ongevallen met de fietser als veroorzaker is van belang om te weten in hoeverre en op welke wijze deze ongevallen mogelijk voorkomen hadden kunnen worden. 16% Geen voorrang verlenen 74% 4% Geen voorrang verlenen 4% Het overgrote deel van de ongevallen is veroorzaakt door het niet verlenen van voorrang. Voor de ongevallen met de automobilist als veroorzaker zijn de overige vier toedrachten telkens slechts eenmaal voorgekomen. Ook voor de ongevallen met de fietsers als veroorzaker zijn de aantallen voor overige toedrachten beperkt waardoor hieraan geen conclusies verbonden kunnen worden. Wat opvalt, is dat de ongevallen plaatsvinden als gevolg van verkeersgedrag en niet als gevolg van de infrastructuur. ` 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% – slachtoffers Gennep slachtoffers Provincie – 74% van de geregistreerde fietsongevallen veroorzaakt door automobilisten, gebeuren doordat er geen voorrang verleend wordt. Waar de fietser het ongeval veroorzaakt is dit 62% Het niet verlenen van voorrang is daarmee verreweg de belangrijkste toedracht. De oorzaak kan zowel educatief als infrastructureel van aard zijn. 13% van de ongevallen waarbij fietsers betrokken zijn betreffen ongevallen tussen twee fietsers. Helaas is niet bekend hoe deze ongevallen zijn veroorzaakt. Op basis van de ongevallenanalyse adviseren we de focus te leggen op de volgende punten: Afbeelding 7: slachtoffers per leeftijdscategorie Als we de ongevalsanalyse bekijken op de leeftijd van de slachtoffers dan is dat overeenkomstig met het provinciale beeld. Op basis van deze gegevens zien wij geen aanleiding een specifieke doelgroep te definiëren waar extra aandacht naar uit moet gaan. Hoewel de ongevallenregistratie vanaf 2010 minder prioriteit heeft gekregen bij de politie en daarmee geen goed beeld van de ongevallen weergeeft vallen toch een paar zaken op. – Het grootste deel van de ongevallen waarbij de fietsers betrokken waren, waren niet de solitaire ongevallen wat de aanleiding was voor het opstarten van de fietsscans. Dit wil niet zeggen dat deze ongelukken niet gebeuren, maar in de ongevalscijfers is dit slechts 1% van het totale aantal ongevallen. – 83% van de ongevallen met fietsers zijn ongevallen met snelverkeer. – Bij de geregistreerde ongevallen is de automobilist voor meer dan de helft van de registraties de veroorzaker. Dit houdt in dat een grote veiligheidswinst te behalen valt bij maatregelen die zich bevinden op de interactie van (vracht)auto en fietser. Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar – – – Oudere verkeersdeelnemers omdat het aandeel ouderen in Gennep de komende jaren sterk zal toenemen Gevaarlijke kruispunten en oversteken omdat het grootste deel van de ongevallen ontstaat door het niet verlenen van voorrang Voertuigbeheersing omdat dit landelijk een thema is waardoor veel fietsongelukken ontstaan. Het kan zijn dat dit ook in Gennep het geval is, maar dit is echter niet uit de ongevalstatistieken te filteren. Het niet verlenen van voorrang kan bijvoorbeeld ontstaan omdat de fietser de remweg van de elektrische fiets onderschat. 15 Het leggen van focus betekent niet dat de andere punten niet belangrijk meer zijn. Integendeel, een goed verkeersveiligheidbeleid heeft ook voor alle doelgroepen en maatregelen. 2.3 Aansluiting lopend beleid en uitvoering De gemeente Gennep levert een grote inspanning op het gebied van verkeersveiligheid. In 2012 heeft de gemeente Gennep het Gemeentelijk Verkeers- en vervoersplan (GVVP) geactualiseerd. Dit nieuwe GVVP zet de koers uit voor de periode van 2013 tot en met 2017 (met een doorkijk naar de periode daaropvolgend). Op hoofdlijnen zijn de keuzes beschreven op basis waarvan projecten geïnitieerd zijn die bijdragen aan de vitaliteit van de regio, de leefbaarheid en verkeersveiligheid in Gennep en aan duurzaam mobiliteitsgedrag. In de tekst hieronder zijn de belangrijkste keuzes ten aanzien van fietsverkeer uit het GVVP weergegeven3. Belangrijk is dat fietsbeleid ook een bijdrage levert op andere beleidsterreinen en speerpunten binnen de gemeente. 2.3.1 Het GVVP: Promoten van de fiets In het GVVP staat beschreven dat de gemeente Gennep fietsgebruik gaat promoten. Voor het bereiken van een wijziging in de keuze van vervoerswijze wordt ‘sociale marketing’ ingezet. Sociale marketing is de toepassing van commerciële marketingconcepten en -technieken om positieve maatschappelijke of sociale veranderingen te bewerkstelligen. De fiets kan lokaal gepromoot worden door de koppeling te maken met allerlei ‘Gennepse’ kenmerken, waarvan de ingrediënten aangereikt worden door de lokale bevolking en lokale bedrijven zelf. ‘Fietsen op z’n Genneps’ wordt daarmee breder dan alleen toeristisch fietsen. In een gemeente van 17.000 inwoners kan bijna alles op de fiets. Gestart wordt met kennis en informatie te verspreiden, gericht 3 16 Bron: GVVP Gennep 2012. Goudappel Coffeng. op de doelgroep. Aanvullend daarop kan (bijvoorbeeld) een spelelement of evenement een goed middel zijn om mensen ervaring op te laten doen en te motiveren. Je ziet vaak dat sommige mensen heel enthousiast worden en als ‘superpromotor’ zorgen voor een vliegwieleffect. Op 27 april 2014 vindt het evenement Gennep on Wheels plaats. Op deze dag staat alles wat wielen heeft centraal. Tijdens deze dag gaat de gemeente Gennep samen met VVN afdeling Bergen-Gennep het gebruik van de fiets promoten. Kiezen voor de fiets op de korte afstand De fiets moet concurrerend zijn op de korte afstanden. Hiervoor moeten veilige en kwalitatief goede voorzieningen voor het fietsverkeer gerealiseerd worden. Een hoogwaardig netwerk komt tot stand door de vastgestelde provinciale/regionale en lokale fietsroutes met elkaar te verbinden. Het fietsnetwerk bestaat, naast de regionale en lokaal primaire en secundaire routes, uit recreatieve routes. Een belangrijke basis Afbeelding 8: utilitair en recreatief fietsnetwerk voor het toekomstige fietsnetwerk van de gemeente Gennep vormt het regionale fietsnetwerk dat door het RMO Noord-Limburg is opgesteld. Het regionale fietsnetwerk (zie Afbeelding 8) verbindt de gemeente met de omliggende gemeenten, zodat een goede alzijdige verbinding voor fietsverkeer in de gemeente Gennep ontstaat. Daarnaast zijn het utilitaire en recreatief fietsnetwerk binnen de gemeente Gennep weergegeven. In opdracht van het RMO Noord-Limburg wordt er een Regionaal Fietsnetwerk Noord-Limburg opgesteld. Deze studie zal naar verwachting in 2014 worden afgerond. Een belangrijke ontbrekende schakel is een kwalitatief goede fietsverbinding met de overzijde van de Maas. Met name voor fietsende scholieren in de richting van Cuijk en Boxmeer biedt een goede verbinding kansen, maar ook voor bijvoorbeeld fietsverkeer richting het treinstation van Boxmeer of Cuijk. Het is van belang dat de bereikbaarheid tussen woon- en werklocaties goed is en dat de verbinding met de omliggende kernen optimaal is. Tussen deze kernen is namelijk veel utilitair fietsverkeer (woon-werk, woon-winkel en woon-school). Binnen de kernen behoren lokale bestemmingslocaties goed bereikbaar te zijn per fiets. Via een utilitair netwerk moeten deze zo veilig mogelijk op een hoogwaardige manier met elkaar zijn verbonden. Een belangrijke ontbrekende schakel hierin is een directe verbinding tussen Ottersum en Gennep. Een fietsbrug over de Niers betekent een directe verbinding tussen Gennep en Ottersum, zodat het fietsgebruik ook aantrekkelijker kan worden. Ook fietsverkeer tussen Gennep en VenZelderheide zal hier profijt van hebben. Hierdoor hoeft fietsverkeer ook niet meer via de Nijmeegseweg (dit biedt kansen voor een verkeersveiliger route). Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar Naast routes tussen de verschillende kernen zijn er diverse fietsbestemmingslocaties in de gemeente waar naartoe een goede fietsverbinding wenselijk is. De fietsbestemmingslocaties zijn verkeersaantrekkende functies die potentie hebben om het fietsgebruik te stimuleren, zoals onderwijsinstellingen, wijkvoorzieningen, sportvoorzieningen, sociaal-culturele voorzieningen, zorginstellingen, (winkel) centrumvoorzieningen, bovenlokale bedrijvenen industrieterreinen, (natuur)recreatiegebieden en belangrijke openbaar-vervoerhaltes. In het lokaal secundaire netwerk worden deze verbindingen opgenomen. Voorbeelden hiervan zijn directe verbindingen tussen het centrum van Gennep met Gennep-Zuid. Een ander voorbeeld is een goede verbinding creëren met het Elzendaalcollege, vanuit de wijken. Verder zijn er verbeteringsmogelijkheden voor de verbinding tussen Heijen en Gennep. Dit is een schoolroute, waarbij de oversteekbaarheid op enkele locaties verbeterd kan worden. In de gemeente Gennep zijn er kansen voor verbetering van toerisme en recreatie. Een belangrijke factor hierin kan een goed recreatief netwerk zijn, voor zowel fietsverkeer als voetgangers. Er bestaat reeds een knooppuntennetwerk, dat ook aansluit op het fietsnetwerk van Duitsland. Door het cluster Toerisme en Recreatie zijn de volgende wensen aangedragen tijdens het opstellen van het GVVP in het kader van de recreatieve functie van de fiets: Heijderbos. Vanuit het bungalowpark moet met de fiets relatief omgereden worden naar het centrum van Gennep. Een goede kans zou het verbeteren van directheid van de verbinding voor fietsers zijn, door bijvoorbeeld een andere ingang voor fietsers en een route door de Heijense bossen. De rivier de Niers biedt kansen voor het toerisme in de gemeente Gennep. Een fietsroute langs de gehele Niers zou een aantrekkelijke recreatieve route zijn. Hamsebrug. Een brug over de Niers is wenselijk zodat een meer directe fietsverbinding tussen Ven-Zelderheide en Duitsland ontstaat. 17 Maasverbinding. Ook langs de Maas ontbreekt een fietsroute. Een recreatieve fietsverbinding langs de Maas creëren, biedt kansen om onder andere het Maasduinengebied aantrekkelijker te maken. Reichswald. Voor de toeristische bezoeker van de gemeente Gennep is het ook aantrekkelijk een goede toeristische verbinding met het Reichswald te creëren. Duits Lijntje (zowel voor fietsers als voor voetgangers.) Het tracé van de voormalige spoorlijn Boxtel – Goch wordt al deels gebruikt als wandel- en fietspad. Het Duits lijntje is opgenomen als toeristische route, maar de bewegwijzering (ook in verband met Duitsland en Noord- Brabant) kan verbeterd worden. Ook vanuit regionaal verband is dit als een beleidswens opgenomen. Vanuit de vakdisciplines Sport en Welzijn zijn geen fietsknelpunten of fietsprojecten aangedragen. Fietsers op rotondes binnen de bebouwde kom in de voorrang De gemeente Gennep heeft de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in voorrangsregels en vormgeving van rotondes binnen de bebouwde kom. De eenduidige regels waarbij fietsers in de voorrang zitten leveren een belangrijke bijdrage aan de verkeersveiligheid van fietsverkeer. Dit beleid moet in de toekomst worden voortgezet. Fietsnetwerk dient minimaal te voldoen aan kwaliteitsnormen De kwaliteit van het fietsnetwerk bepaalt in hoge mate het gebruik. Om het fietsgebruik te stimuleren zal ten eerste een compleet en direct netwerk aanwezig moeten zijn, maar vervolgens zal het netwerk ook aan minimale kwaliteitsnormen moeten voldoen. Om een dergelijk fietsnetwerk te realiseren zijn kwaliteitsnormen opgesteld aan de hand van de CROW-publicatie ‘Ontwerpwijzer fietsverkeer’. Deze publicatie gaat in op het opstellen van fietsnetwerken en het inrichten ervan. Als onderdeel van het Meerjarenprogramma van de Mobiliteitsvisie van het RMO Noord-Limburg wordt naar verwachting in 2014 het Regionaal Fietsnetwerk van het RMO Noord-Limburg vastgesteld. Na vaststelling zal dit Fietsnetwerk binnen de gemeente Gennep getoetst worden aan de bijbehorende kwaliteitseisen en voorkeurskenmerken. Op basis van deze toets wordt een plan van aanpak opgesteld om de geconstateerde knelpunten in de navolgende jaren te gaan aanpakken. Kwalitatief hoogwaardige fiets parkeervoorzieningen creëren Het goed en veilig kunnen parkeren van de fiets bij de bestemming is een belangrijk motief om de fiets te pakken, waardoor de fiets ook concurrerend met de auto kan zijn. De doelstelling om het fietsgebruik in de gemeente Gennep te stimuleren, is daarom gebaat bij kwalitatief hoogwaardige voorzieningen (fietsparkeur4). In het kader van het project Herinrichting van het Europaplein worden naar verwachting in 2015 goede fietsstallingen gerealiseerd nabij de ingang van het winkelcentrum de Duivenakker. Bovendien moet ook het beheer en onderhoud van de voorzieningen goed geregeld zijn, door dit structureel op te nemen in beheerplannen. De aanwezigheid van fietsparkeerplaatsen en fietsenstallingen op korte afstand van de bestemmingslocaties voor de fiets is daarbij van belang. Dit geldt ook bij evenementen. Ook fietsers willen hun fiets graag zo dicht mogelijk bij hun bestemming parkeren. Juist in de van-deur-tot-deurrelatie zit immers ook de concurrentiekracht van de fiets op de korte afstand. 4 18 Nederlandse kwaliteitsnormen voor fietsparkeersystemen. 2.3.2 Regionale mobiliteitsvisie RMO Venray - Venlo In mei 2011 is in het bestuurlijk RMO de Regionale Mobiliteitsvisie vastgesteld. Daarin is het verkeers- en vervoersbeleid voor NoordLimburg opgenomen voor de korte termijn en met een doorkijk naar 2030. Ambitie De fiets als vervoermiddel is een betekenisvol instrument om de mobiliteitsontwikkelingen te kunnen beïnvloeden. In het bijzonder in een regio waar het openbaar vervoer slechts een beperkt aandeel heeft, kan de fiets als hoofd- of voortransportmiddel een belangrijke rol vervullen. De elektrische fiets kan hier een grote rol in vervullen omdat de te overbruggen afstand vergroot wordt. In tegenstelling tot het autonetwerk en het netwerk goederenvervoer is een verdere verfijning van het regionale fietsnetwerk essentieel. Uitgangspunt is dat vanuit alle kernen goede fietsverbindingen aanwezig moeten zijn naar nabijgelegen grotere kernen. Dat dient zowel het utilitair fietsverkeer als recreatief –verkeer. Op regionaal niveau wordt hier geen onderscheid in gemaakt. Dat laat onverlet dat op lokaal niveau fietsvoorzieningen voor recreatief verkeer een andere invulling krijgen dan de voorzieningen voor utilitaire fietsers. De Maas leidt momenteel nog tot een te grofmazig oost-westnetwerk. Aanvullende voorzieningen zoals stallingen, oplaadpunten elektrische fietsen en dergelijke stimuleren een verder gebruik van de fiets. De regio streeft ernaar om de komende jaren nieuwe trajecten als snelfietsroutes te ontwikkelen. Knelpunten en projecten Alle kernen zijn door middel van een fietsverbinding verbonden met een nabijgelegen grotere kern. Dit geldt eveneens voor de belangrijke werkgelegenheidslocaties en recreatiegebieden. De voorzieningen zijn afhankelijk van de functie van de weg waarover de fietsverbinding leidt. In verblijfsgebieden buiten de bebouwde kom kan volstaan worden met fietsstroken. Langs gebiedsontsluitingswegen worden in Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar alle situaties vrijliggende fietsvoorzieningen gerealiseerd. Uitgangspunt is dat alle wegen buiten de bebouwde kom die niet gebied ontsluitend zijn worden ingericht als 60 km/h-gebied. Ontbrekende schakels in het netwerk worden aangelegd of in onderzoek genomen. Voornamelijk verbetering van en aanleg van Maaskruisende verbindingen zorgen voor een kwaliteitssprong in het fietsnetwerk. Door de grotere actieradius kan de elektrische fiets het gebruik van deze verbindingen verder versterken. De volgende projecten staan voor het fietsverkeer op stapel: • Ontwikkelen van een regionaal fietsnetwerk • Aanleg Greenport Bikeway • Uitwerken snelfietsroutes (inclusief promotie) • Uitwerken uitvoeringsprogramma e-bike • Verbetering fietsverbinding Blerick-Venlo • Onderzoek fietsbrug Afferden versus fietsbrug de langs A77 • Fietsverbinding N264 Gennep-Beugen/Oeffelt verbeteren • Opstellen van een plan voor versterking koppeling fietsopenbaar vervoer • Aanleg fietsverbinding Gennep-Heijen (N271) • Aanleg fietsbrug Cuijk-Mook • Aanleg fietsverbinding langs A67 Venlo5 • Opzet regionale programmering Educatie, Handhaving en Gedragsbeïnvloeding • Verbeteren van onveilige fietsvoorzieningen • Verbeteren van onveilige schoolhuisroutes • Verbeteren van onveilige kruispunten en wegvakken (> 4 letselongevallen in vijf jaar) 5 Regionale mobiliteitsvisie RMO Venray - Venlo. Goudappel Coffeng. 2011 19 2.4 Samenwerkingspartners Aangezien de meeste knelpunten en aandachtspunten reeds bij de gemeente bekend zijn is besloten om de diverse samenwerkingspartners bij de totstandkoming van dit document nog niet te betrekken. De gemeente Gennep werkt samen met externe partners teneinde de fietsveiligheid te vergroten. Zo heeft de gemeente bij het tot stand komen van het GVVP samengewerkt met de dorpsraden, de politie en de diverse gemeenten uit het RMO Noord Limburg. Daarnaast subsidieert de gemeente Gennep de basisscholen in het kader van de Verkeerseducatie Basisonderwijs (VEBO). VVN afdeling Bergen-Gennep is de voornaamste partner om verkeersonveilige knelpunten te bespreken, waaronder de knelpunten voor fietsers. VVN afdeling Bergen-Gennep wordt tevens ingeschakeld bij diverse verkeerseducatieve projecten op scholen, zoals fietsverlichtingsacties, dode hoekspiegels, Streetwise, Praktisch verkeersexamen, maar ook bij Broemritten.Voor de bedrijventerreinen in de gemeente Gennep houdt MKB Nederland in het kader van keurmerk Veilig Ondernemen in samenwerking met de lokale bedrijven geregeld audits volgend in een plan van aanpak. Binnen dit kader kan tevens aandacht geschonken aan de fietsveiligheid over de bedrijventerreinen. Het aantal samenwerkingspartners is onuitputtelijk. Iedereen die een bijdrage kan en wil leveren aan de verkeersveiligheid is een potentiele samenwerkingspartner. Het is daarbij zaak om te bezien wat de bijdrage van de partner kan zijn en of de inspanningen effectief zijn. Het is aan de gemeente om in te schatten met welke samenwerkingspartners uiteindelijk het meeste rendement gehaald gaat worden. RMO Het Regionaal Mobiliteitsoverleg Noord-Limburg is een samenwerkingsverband van de gemeenten Mook en Middelaar, 20 Gennep, Bergen, Venray, Horst aan de Maas, Peel en Maas en Venlo op het gebied van Verkeer en Vervoer. Afstemming vindt plaats op bestuurlijke en ambtelijke tafels om gezamenlijk het verkeers- en vervoersbeleid te formuleren en uit te voeren voor de regio. Het RMO Noord-Limburg dicht zich een rol toe op een regionaal niveau, waarbij het gaat om regionale netwerken voor auto, fiets, openbaar vervoer, goederenvervoer en om verkeersveiligheid. Ontbrekende schakels en projecten worden gedefinieerd, rekening houdend met de heersende beleidskaders en lopende projecten. Primair is de aanpak van de verkeersveiligheid een lokale verantwoordelijkheid, de aanpak van gevaarlijke locaties op de wegen van rijk en provincie is een verantwoordelijkheid van die wegbeheerders. De Regionale Mobiliteitsvisie wil het volgende bereiken: – dat in gezamenlijkheid de doelstelling van terugdringing van de slachtofferaantallen wordt bereikt; – dat structurele aandacht aan handhaving en overige mensgerichte activiteiten wordt geschonken; – dat afstemming plaatsvindt over de gemeentegrensoverschrijdende wegen; te beginnen met afstemming van de provinciale en gemeentelijke wegencategoriseringen: – dat specifieke aandacht wordt besteed aan fietsverkeer op 50 km/h-wegen – dat de school-thuisroutes de gezamenlijke aandacht blijft houden Kernpunt van het beleid is het streven naar 0 verkeersslachtoffers door het omarmen van de Nuloptie. Streven is dat verkeersveiligheid een volwaardige rol krijgt in het beleidsproces van de ruimtelijke inrichting en uitvoering van beleid. De partners in het RMO Noord Limburg kunnen in een gezamenlijke aanpak diverse efficiencyvoordelen bereiken. Enerzijds wordt dat concreet wanneer gezamenlijk inkoop van ‘hulpmiddelen’ gaat plaatsvinden, maar ook door gezamenlijk kennis te delen en te verdelen. Het RMO zal ook een rol vervullen in de regionale aanpak van de verkeersveiligheid door te kijken naar de ontwikkeling van de verkeers(on)veiligheid op het gehele wegennet, naar veel voorkomende oorzaken en naar specifieke doelgroepen. Aangesloten wordt bij het ROVL programma ‘Maak van de nul een Punt’ waarbij doorvertaling naar de regionale doelgroepen door het RMO wordt verzorgd. In dat verband zal worden bezien hoe (meerjaren)afspraken kunnen worden gemaakt met partners die voor de uitvoering van het beleid van belang zijn, zoals politie, VVN en andere organisaties. Het RMO gaat gebruik maken nieuwe gegevensbronnen om onveilige situaties te duiden. Het Meldpunt Gevaarlijke en Onlogische locaties van de Rijschoolhouders is daar een goed voorbeeld van. Samen met het RMO Noord Limburg wordt momenteel ook gewerkt aan een Regionaal Fietsnetwerk Noord Limburg waarin duidelijk wordt welke verbindingen voor de gemeente Gennep van belang zijn in het utilitaire en recreatieve fietsnetwerk. Op basis van deze rapportage kunnen vervolgens kwaliteitseisen gelegd worden waarop het netwerk getoetst kan worden. Hier ontstaan wellicht nog nieuwe knelpunten en wensen. Deze zijn nog niet in de fietsscan opgenomen. Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar 21 3 Fase 2: Aanpak voor lokale impuls veilig rijden fietsknelpunten die naar voren zijn gekomen in het plan van aanpak van het KVO bedrijventerreinen zijn de fietsoversteek op het kruispunt Hoofdstraat-Hoogveld-Groote Heeze en het gevaarlijke kruispunt Sprokkelveld-Ovenberg. Op het gebied van de fiets is er de wens om te komen tot een gescheiden fietsstructuur waardoor de interactie met overige verkeer afneemt en de verkeersveiligheid toeneemt. Op de website van de Fietsersbond zijn geen meldingen gemaakt binnen de gemeente Gennep. 3.1 Problematiek en focus Gemeente Gennep is al sinds jaar en dag actief met de verkeersveiligheid voor de fietser binnen de gemeente. Zowel op het vlak van infrastructuur als gedragsbeïnvloeding wordt al jaren gewerkt aan de verkeersveilige gemeente. In 2012 heeft de gemeente haar Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan opnieuw opgesteld. Op het gebied van de fiets zijn daar vanuit de stadsessie en dorpssessies diverse zaken naar voren gekomen. In samenwerking met de beleidsmedewerker verkeer en vervoer van de gemeente Gennep zijn de aandachtspunten geconcretiseerd en daarbij is een afweging gemaakt welke punten relevant zijn om mee te nemen in de Modelaanpak Veilig Fietsen. De complete lijst is in de bijlage opgenomen. Daarnaast is in het kader van het keurmerk veilig ondernemen voor de bedrijventerreinen in Gennep een plan van aanpak geschreven door MKB Nederland. Dit plan van aanpak is tot stand gekomen naar aanleiding van een audit door KIWA. Hierin zijn ook knelpunten opgenomen met betrekking tot de fiets. De belangrijkste 22 Gelet op de conclusies van de analyse uit hoofdstuk 2 richten wij ons eerst op knelpunten met betrekking tot kruisingen en oversteekvoorzieningen. Deze knelpunten kunnen fysiek verbetert worden, maar ook verkeerseducatie kan een belangrijke schakel zijn die de verkeersveiligheid vergroot. Effectieve verkeerseducatie heeft daarbij rendement op alle kruispunten terwijl fysieke verbeteringen slechts de kruising betreft waar de maatregel genomen wordt. Daarnaast richten wij ons op de oudere verkeersdeelnemers en de voertuigbeheersing. 3.2 De mix van maatregelen 3.2.1 Kruisingen en oversteekvoorzieningen Zwarteweg als de Rijksweg (N271) is niet goed. Infrastructuur Hoe drukker de weg, hoe groter het gevaar is bij het oversteken van de weg. De drukste weg met gelijkvloerse aansluitingen binnen de gemeente Gennep is de N271. De N271 is in eigendom en beheer van de provincie Limburg en wordt in overleg met de gemeente Gennep de komende jaren gereconstrueerd. Belangrijk element hierbij is dat de weg een minder grote verkeersfunctie krijgt dan dat deze in het verleden had. Dit is mogelijk vanwege de realisatie van de A73. In dat kader worden de volgende gesignaleerde knelpunten opgepakt: Naast de N271 worden nog een aantal locaties genoemd: Siebengewaldseweg De veiligheid naar scholen verdient aandacht (met name de oversteekbaarheid van de N271 van de Ovenberg naar de Kerkstraat). Wanneer het verkeerslicht op de N271 wordt verwijderd, vreest men voor de oversteekbaarheid. De oversteekbaarheid en bereikbaarheid van zowel de Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar Kruispunt Lankerseweg – Schaafsebosweg is een gevaarlijke locatie voor overstekende scholieren. Fietsoversteek op gemeentegrens is gevaarlijk (verkeer naar recreatieplas). Geparkeerde vrachtauto’s belemmeren zicht (weekend) vanaf Kortebaan. Oplossing? middenberm of alleen rechtsaf. Ter hoogte van Rijksweg N271-Driekronenstraat-Bloemenstraat gebeuren de meeste ongevallen en is een knelpunt.. De Siebengewaldseweg is een gevaarlijke weg. De situatie met de bomen maakt het onoverzichtelijk. Het kruispunt Siebengewaldseweg/Looiseweg is ook een ongevallenlocatie. Door de gemeente wordt aangegeven dat op de Siebengewaldseweg ook hoge gereden snelheden zijn geconstateerd, met name voor verkeer dat in noordelijke 23 richting rijdt. Aanwezigen geven aan dat het bultje van het Duits lijntje voor motorrijders uitnodigt tot hard rijden. De gemeente geeft aan dat dit kruispunt onder provinciaal beheer valt. Het klopt dat op deze kruising meerder ongevallen zijn gebeurd. De Siebengewaldseweg is uitgevoerd als gebiedsontsluitingswegen met een maximale snelheid van 80 km/u. Bij de kruising van de Looiseweg is een flauwe bocht waardoor het zicht niet optimaal is. Een snelheidsremmende en kruitpuntattenderende maatregel zou hier een mogelijkheid kunnen zijn. Het vrijliggende fietspad op het kruispunt Siebengewaldseweg-Looiseweg wordt naar verwachting in 2014 aangepast Verkeerskundig is de kruising correct vormgegeven. Er zijn oversteekvoorzieningen voor de fiets aangelegd zodat de fiets (en voetganger) gefaseerd kan oversteken. Op deze kruising is de aanleg van een rotonde een verkeersveilige en verkeerskundig gewenste oplossing. Kruispunt Hoofdstraat – Hoogveld Kruispunt Nijmeegseweg-Ottersumseweg 24 Het kruispunt van de Nijmeegseweg met de Ottersumseweg is een knelpunt. De onoverzichtelijkheid door het grote kruispuntvlak is een knelpunt (het kruispuntvlak kent ook een bredere inrichting dan op andere punten). Op het kruispunt wordt de snelheid ook als hoog ervaren. Met name voor fietsers is het moeilijk om over te steken. Op het terrein van Multimate nabij het kruispunt is sprake van carpooloverlast. Het kruispunt Hoofdstraat – Hoogveld is een groot knelpunt. Met name de oversteek voor fietsers, de complexiteit en de onoverzichtelijkheid is een knelpunt. Geleiding van vrachtwagens naar het industrieterrein blijft gewenst. Dit knelpunt is veelvuldig besproken tijdens de dorpssessie. Meerdere oplossingsrichtingen worden hierin genoemd. Duidelijk is dat dit het grootste verkeersknelpunt van Heijen is en dat inwoners daarom graag aandacht voor deze locatie willen in het GVVP. Verkeerskundig is ook dit kruispunt correct vormgegeven. Voor het kruispunt Hoofdstraat-Hoogveld-Groote Heeze is in 2012-2013 uitvoerig gezocht naar verbetervoorstellen, maar in overleg met zowel de bewoners als de ondernemers is gezamenlijk niet tot een geschikte oplossing gekomen. Uiteindelijk heeft de gemeenteraad, na een motie, het beschikbaar gestelde budget ingetrokken. bewegwijzering naar het Heijderbos verbeterd worden door het plaatsen van een wegwijzer op de kop van de kruising. Kruispunt Ringbaan – Hondsiepsebaan Kruispunt Hommersumseweg-Brem Het kruispunt Hommersumseweg-Brem vormt een gevaarlijk kruispunt. Dit kruispunt is gelegen op de aanrijdroute naar vakantiepark het Heijderbos. De toegang van dit park verloopt via bedrijventerrein de Brem wat voor de weggebruiker niet de meest verwachte route is. Er ontstaat hierdoor zoekverkeer waardoor automobilisten afgeleid zijn. Daarnaast heeft de Hommersumseweg een lange rechtstand waardoor lokaal bekend verkeer harder zal rijden dan toegestaan. Een lange termijn oplossing is een directe aansluiting van de Hommersumseweg op de N271. Op korte termijn kan een kruispuntplateau de snelheid verlagen. Daarnaast kan de Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar Het kruispunt onoverzichtelijk. Ringbaan – Hondsiepsebaan is Op dit kruispunt heeft een aantal jaren geleden een dodelijk ongeval plaatsgevonden met een fietser. Het kruispunt RingbaanHondsiepsebaan gaat in de nabije toekomst deel uitmaken van de Rondweg Milsbeek. Deze rondweg wordt aangelegd en ingericht als een voorrangsweg met fietssuggestiestroken binnen een 60 km/uurzone. Voor dit kruispunt is een licht verhoogd kruispuntplateau voorzien. Educatie Naast de locaties waar infrastructurele maatregelen genomen kunnen worden zijn er tijdens de dorp sessies in het kader van het opstellen van het GVVP diverse opmerkingen gemaakt waar educatie en 25 voorlichting een belangrijke rol kunnen spelen. De punten die genoemd zijn kunnen natuurlijk voor een deel ook met infrastructurele maatregelen opgelost worden maar hebben primair een gedrag als oorzaak. Wij stellen daarom voor om deze punten via de educatielijn te benaderen. Op de Hoofdstraat (het gedeelte door het industrieterrein) wordt aan twee zijden van de weg gereden,. Nabij de aansluiting van de Hoofdstraat met de N271 (ter hoogte van Hendrix Utd) steken veel fietsers (schuin) over. Het halen en brengen in de Schoolstraat is een knelpunt. Dubbel parkeren, chaos, kinderen op de stoep. De veiligheid rondom de sportvelden is een knelpunt. Ook de route er naar toe is een punt vanwege de verlichting. Er zijn meer verkeersbrigadiers gewenst voor de oversteek over de rijksweg. Het dubbelzijdig fietspad langs de Kleefseweg is goed, maar automobilisten uit de zijstraat verwachten niet altijd fietsverkeer uit tweerichtingen wat tot onveilige situaties kan leiden. Voorbeeld hiervan is de Damseveld. Veiligheid fietsers op rotondes met als voorbeeld rotonde Weverstraat (fietsers in tweerichtingen). Het kruispunt Nijmeegseweg-Niersweg-Niersstraat is een gevaarlijk kruispunt voor met name fietsers. Voorrangsregels zijn gewijzigd, worden niet altijd consequent toegepast, leidt tot verwarring. De snelheid rondom de basisscholen in Gennep wordt als een knelpunt ervaren. Het kruispunt Willem Boyeweg – Brabantweg is een knelpunt. De route Willem Boyeweg – Emmastraat veel gebruikt door fietsers naar het centrum van Gennep. Op het kruispunt steken dus ook veel fietsers over. Educatieve oplossingen zijn divers. Gedacht kan worden aan het plaatsen van spandoeken die attenderen op de aanwezigheid van 26 fietsers, het inzetten van handhaving die weggebruikers attenderen op ongewenst gedrag tot het organiseren van verkeersdagen rondom de basisscholen. 3.2.2 Maatregelen gericht op de oudere verkeersdeelnemers Het verkeer en de verkeersregels veranderen continu. Ook voertuigen zijn aan verandering onderhevig. Stuurbekrachtiging, ABS, navigatie en allerlei andere technologische ontwikkelingen hebben het verkeer de afgelopen jaren veiliger en makkelijker gemaakt. Auto’s van nu zijn niet meer te vergelijken met auto’s uit de jaren ’80 van de vorige eeuw. Toch mag iedereen die zijn/haar rijbewijs haalt na het 18e levensjaar de rest van het leven zonder aanvullende theoretische bijscholing deelnemen aan het verkeer. In de doelgroep ouderen vanaf circa 60 jaar zijn door het verkeer jaarlijks circa 275 dodelijke slachtoffers te betreuren. Bij ruim 1.700 personen uit deze groep is na een verkeersongeval een ziekenhuisopname nodig. Spoedeisende poliklinische hulp moet jaarlijks in circa 5.000 gevallen worden verleend. Bij deze leeftijdsgroep hangen verkeersongevallen voor ongeveer een derde samen met het gebruik van de auto. Ongeveer een derde deel van de verkeersongevallen vindt plaats op de fiets en circa een vijfde te voet. Binnen de gemeente Gennep zijn de afgelopen jaren diverse Broemritten georganiseerd. Bropemritten richten zich voornamelijk op mensen van boven de 50 jaar. Bij een broemrit krijgen de ouderen een theorie- en een praktijkexamen, zonder dat dit examen de rijbevoegdheid beïnvloedt. Het doel is om ouderen zo lang mogelijk op een verantwoordelijke wijze aan het verkeer deel te laten nemen. Het verkeer wordt gehaaster en drukker. Bovendien zijn de verkeersregels in de loop der jaren vaak aanzienlijk gewijzigd. Daarnaast gaat bij deze specifieke doelgroep vaak het gezichtsvermogen achteruit, maar ook het gehoor en het reactievermogen. Door deel te nemen aan het project worden de deelnemers zich hiervan vaak bewuster. Voor 2014 staat er een rijvaardigheidsrit op de planning. Dit wordt georganiseerd door VVN. Om de genoemde ongevalscijfer een halt toe te roepen zijn voor de oudere verkeersdeelnemer diverse educatiepakketten opgesteld. Via het KPVV zijn deze toolkits verkrijgbaar Bijtanken en Oppoetsen Afdruk in de cursus “Bijtanken en oppoetsen” ligt op de kennis en de toepassing van (nieuwe) verkeersregels en het gebruik van beveiligingsmiddelen. Fiets veilig en fit De cursus bestaat uit een theorie- en praktijkgedeelte en geeft deelnemers handvatten om veilig aan het verkeer deel te nemen als fietser. Fietsinformatiedag senioren De Fietsinformatiedag voor senioren is gericht op de verbetering van de veiligheid en bevordering van het fietsgebruik van de senioren. Tijdens de Fietsinformatiedag komen allerlei vragen en ervaringen aan bod en wordt gezocht naar manieren om problemen te voorkomen of op te lossen Scoot veilig. Iedere scootmobielgebruiker veilig op weg Scoot veilig is een uniforme basis- en opfriscursus voor personen die gebruik (gaan) maken van een scootmobiel. De cursus bestaat uit 4 modulen: 1) vaardigheden en parcours, 2) verkeerskennis en verkeersinzicht, 3) oren-, ogen- en reactievermogen test en 4) praktijkrit. De eerste modules kunnen in een willekeurige volgorde worden doorlopen. Er wordt steeds afgesloten met een praktijkrit. SinT (Senior in Traffic) De cursus ‘SinT’ wil ervoor zorgen dat de verkeerskennis en de praktische rijvaardigheid van oudere rijbewijsbezitters (vanaf circa 65 jaar) weer up-to-date is. Uiteindelijk doel is een meer verantwoorde en veiligere verkeersdeelname van deze doelgroep. Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar Thuisblijven hoeft niet, ga wijs op weg! Brochures om ouderen te informeren hoe zij op een veilige manier aan het verkeer kunnen blijven deelnemen. Met tips over veilige verkeersdeelname als autorijden, fietsen of wandelen niet meer mogelijk is. 3.2.3 Maatregelen op het gebied van voertuigbeheersing Een deel van de maatregelen op voertuigbeheersing is al in de vorige paragraaf opgenomen. Het gaat daarbij om de oudere verkeersdeelnemer. Ook de jongeren kunnen natuurlijk nog veel leren, reden voor de gemeente Gennep om jaarlijks een fietsverlichtingsproject te organiseren op het Elzendaal college, waarbij tevens een fietscontrole plaatsvindt. Op de basisscholen is Streetwise een veel toegepast verkeerseducatieprogramma, waarbij de kinderen ook fietsparcourtjes dienen af te leggen. Andere verkeerseducatieve projecten zijn van 8 naar 1, waarbij onder andere de leerlingen van groep 8 naar de toekomstige middelbare school gaan fietsen. Via het KPVV zijn aanvullend de volgende pakketten ter beschikking Fiets Seef Fiets Seef is een project dat zich primair richt op het vergroten van de motorische fietsvaardigheid. Kinderen oefenen basistechnieken van het fietsen op een fietsparcours op het schoolplein. Doelgroep: 4 - 12 jaar - Ouders en kinderen Fiets zonder beats In ‘Fiets zonder Beats’ staat een aantal karakteristieke verkeerssituaties centraal over de risico’s van bellen, sms’en en muziek luisteren op de fiets. Deze interactieve verkeersles probeert de jongeren in te laten zien dat bellen of muziek luisteren op de fiets gevaarlijk kan zijn. De aandacht voor het verkeer om je heen verslechtert, waardoor de kans op ongelukken groter wordt. 27 Doelgroep: 12 - 16 jaar - Jongeren Fiets4safe In Fiets4Safe staat het gedrag, de kwetsbaarheid en de verantwoordelijkheid van fietsers in relatie tot het verkeer en de omgeving centraal. Het programma richt zich op het voorkomen van gevaarlijke situaties op de fiets en maakt daarbij gebruik van interactieve voorlichting. Er wordt gestuurd op het aanspreken op onverantwoord en risicovol gedrag en het benadrukken van positief gedrag. Doelgroep: 12 - 16 jaar - Jongeren FietsCheck VVN De ‘FietsCheck’ van Veilig Verkeer Nederland is een hulpmiddel om jongeren bewust te maken van de eisen waaraan een fiets moet voldoen. Met de checklist controleren jongeren of hun fiets in een goede staat is en waar mogelijk worden de mankementen samen of met behulp van een fietsenmaker/ vrijwilliger direct gerepareerd. Alles onder controle Het lespakket 'Alles onder controle' is een methode om de risico's die bromfietsers lopen bespreekbaar te maken. Het lespakket richt zich niet uitsluitend op de aan de bromfiets en de verkeerssituatie verbonden risico's, maar besteedt met name aandacht aan persoonsgebonden factoren 3.3 Voorbereiding en uitvoering Bij de voorbereiding en uitvoering is het zaak om te bezien wie wat gaat doen en wanneer. Hier komen de samenwerkingspartners weer om de hoek kijken. Doelgroep: 12 - 16 jaar - Jongeren Fietscontrole In samenwerking met plaatselijke afdelingen van Veilig Verkeer Nederland, met een fietsenhandel of met de politie wordt op de school een controle van de fietsen uitgevoerd. Voor het deel van de N271 zijn al afspraken gemaakt met de provincie Limburg. De N271 wordt de komende jaren in verschillende projecten aangepakt. – Reconstructie Rijksweg N271 Milsbeek in 2014 – Bromfietspad N271 Bergen-Heijen in 2015 – Ombouw N271 Gennep-Heijen in 2016 – Reconstructie Rijksweg N271 Mook-Milsbeek: n.n.b. Doelgroep: 12 - 16 jaar - Jongeren Fietscontrole in het basisonderwijs In samenwerking met plaatselijke afdelingen van Veilig Verkeer Nederland, met een fietsenhandel of met de politie wordt op de school een controle van de fietsen uitgevoerd. Ook de andere infrastructurele maatregelen hebben voor het grootste deel al een uitvoeringsjaar. De overige maatregelen zullen door de gemeente zoveel mogelijk worden gekoppeld aan het wegonderhoud zodat werk met werk gemaakt kan worden. Doelgroep: 4 - 12 jaar - Ouders en kinderen 28 Een specifieke doelgroep zijn de jongeren die voornemens zijn bromfiets te gaan rijden te informeren over de risico’s. Hiervoor is via KPVV de volgende toolkit beschikbaar: In het Uitvoeringsprogramma van het GVVP staan de volgende projecten gepland, waarbij de situatie voor de fiets ook wordt verbeterd: – – – – – – – – – – – – – – – – – – Reconstructie N271 Milsbeek, inclusief rotonde Zwarteweg (afronding in 2014); Realisatie project Hart van Gennep (2014); Aanpak kruispunt Siebengewaldseweg-Looiseweg (2014); Vaststelling Regionaal Fietsnetwerk RMO Noord-Limburg (2014); Toets kwaliteit fietsvoorzieningen Regionaal Fietsnetwerk (2015) Realisatie Bromfietspad N271 Bergen-Heijen (2015); Haalbaarheidssstudie Maasoverkruisende verbindingen (2015); Herinrichting Europaplein (inclusief fietsenstallingen): 2015 Aanleg Rondweg Milsbeek (2015-2016); Inrichting 30 km/uur-zone Bloemenstraat Milsbeek (20152016) Inrichting 30 km/uur-zone Pr.Margrietstraat-Roggestraat (2015-2016) Realisatie fietspad Brabantweg (2015-2016); Inrichting 60 km/uur-zone buitengebied Milsbeek/Ottersum/Ven-Zelderheide (2016); Reconstructie Rijksweg N271 Gennep-Heijen (2016); Aanvullende verkeersmaatregelen 30 km/uur-zone ZuidOostwal-Niersweg (2017) Gedragsbeïnvloedingsprojecten RMO Noord-Limburg (jaarlijks) Gedragsbeïnvloedingsproject scholen (jaarlijks) Fietspromotie (jaarlijks) De educatieve maatregelen kunnen voor een deel weggezet worden bij de samenwerkingspartners. Scholen, VVN maar ook de politie kan verzocht worden handhavend op te treden op bepaalde elementen zoals het schuin oversteken, het tegen de richting in fietsen en dergelijke. Vanwege de beperkte financiële situatie van de gemeente Gennep is er voor gekozen niet het gehele uitvoeringsprogramma voor te leggen aan de Gemeenteraad, maar jaarlijks het programma voor het komende jaar voor te leggen bij de behandeling in de Voorjaarsnota en de Begroting. Dit betekent dat er de komende jaren diverse projecten gepland staan in het Uitvoeringsprogramma van het GVVP, maar dat er nog nergens budget voor is beschikbaar gesteld. Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar 29 4 Fase 3: Uitvoering en structurele inbedding verkeersveiligheid voor fietsers. Verkeerseducatie is geen primaire taak van de beleidsmedewerker verkeer. Op dit gebied kan de samenwerking goed tot uiting gebracht worden: dorpsraden, wijkteams, scholen, RMO, VVN, allemaal kunnen zij een bijdrage leveren op het gebied van verkeerseducatie. Tot slot is de financiering en uitvoering van de maatregelen van belang waarbij de looptijd bij voorkeur maximaal vier jaar is. Veel projecten uit het GVVP zijn inmiddels in tijd weggezet waarbij het budget voor de uitvoering nog niet is vastgesteld. De derde fase behelst de uitvoering en de manier waarop het fietsen structureel aandacht krijgt binnen de gemeentelijke organisatie. Deze derde fase maakt geen onderdeel uit van de fietsscan. Ter volledigheid worden de stappen die genomen moeten worden kort omschreven. 4.1 Stap 7: Uitvoering Het is de bedoeling dat de aanpak een vaste plek krijgt in de organisatie. De scan en het overleg met de samenwerkingspartners dient structureel te gebeuren. Dit maakt echter geen onderdeel uit van de afspraken tussen het Ministerie en de VNG waardoor de fietsscan in het vervolg onderdeel kan uitmaken en communicatief kan meelopen bij het opstellen van een GVVP of het fietsbeleid. In deze stap wordt tevens gezocht naar aanhaking bij andere gemeentelijke beleidsvelden zoals onderwijs, welzijn etc. Dit zal bij grote gemeenten een grotere meerwaarde hebben dan bij kleine gemeenten. Uit de ongevalsanalyse en de volgende maatregelen blijkt dat educatie van weggebruikers een bijdrage kan leveren aan de 30 In het pas opgesteld GVVP is veel aandacht besteed aan het thema de Fiets. Veel projecten uit het Uitvoeringsprogramma van het GVVP hebben ook een meerwaarde voor de fiets. Ook is er bij het GVVP aanhaking gezocht met andere gemeentelijke beleidsvelden, zoals toerisme en recreatie en welzijn. Voor de gemeente Gennep is het daarom mogelijk om bij de realisatie van de projecten uit het GVVP direct duidelijk te maken wat de meerwaarde van het project is op het gebied van de fiets. 4.2 Stap 8: Monitoring en evaluatie Om te zorgen dat alle maatregelen uitgevoerd worden op de wijze dat het knelpunt daadwerkelijk verdwijnt en om te leren van eventueel gemaakte fouten is een monitoring en evaluatie met de samenwerkingspartners voorgesteld. Dit heeft als nevendoel te bewerkstelligen dat de lokale aanpak een structurele plaats krijgt in de organisatie. De monitoring is evenals de rest van de fietsscan geen verplichting voor de gemeente Gennep maar versterkt de integratie van de fietsveiligheid binnen de gemeente. 5 Colofon Gemeente Gennep/Veilig fietsen Opdrachtgever Project Dossier Omvang rapport Auteur Bijdrage Interne controle Projectleider Projectmanager Datum Naam/Paraaf Gemeente Gennep Veilig fietsen BC8501-100-100 31 pagina's drs. Niels J. Bosch drs. ing. Albert W.H. Erhardt drs. Niels J. Bosch drs. ing. Albert W.H. Erhardt 27 maart 2014 Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar 31 HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Asset Management Horsterweg 18/A 6199 AC Maastricht Airport Postbus 302 6199 ZN Maastricht Airport T (088) 348 78 48 F (088) 348 78 99 E [email protected] W www.royalhaskoningdhv.com Bijlage 1: Aandachtspunten uit het GVVP Aandachtspunten afkomstig uit GVVP (2012) – Verslagen stadsessie en dorpsessies Hieronder volgt een opsomming van aandachtspunten die als input meegenomen kunnen worden als onderdeel van de op te stellen fietsscan. Diverse aandachtspunten (zie deel 2) dienen verder gespecificeerd te worden zodat deze ook opgenomen kunnen worden in de knelpunteninventarisatie. Deel 1: concrete aandachtspunten 1. Straatverlichting voor de weg naar Siebengewald (Siebengewaldseweg-Brugfortstraat) is gewenst. 2. Voorzieningen ten behoeve van elektrische fietsen en auto’s zijn gewenst. 3. Bereikbaarheid van de nieuwe wijk Smele vindt niet iedereen goed. Het gaat dan om de bereikbaarheid voor fietsers. 4. De route via het Schutterspad wordt door fietsers veel gebruikt (scholieren richting Elzendaal college), maar zit vol met gaten en dergelijke. Graag verharden. 5. Op de Hoofdstraat (het gedeelte door het industrieterrein) wordt aan twee zijden van de weg gereden, eigenlijk is aan beide zijden een dubbelzijdig fietspad gewenst. 6. De route via het industrieterrein De Brem/De Grens naar Centerparcs Heijderbos is niet logisch. Daarnaast is het gevaarlijk dat zowel vracht- als fietsverkeer van deze route gebruik maakt. Een aparte aansluiting van het Heijderbos op de N271 zou dit probleem kunnen verhelpen. 7. Het kruispunt Hoofdstraat – Hoogveld is een groot knelpunt. Met name de oversteek voor fietsers, de complexiteit en de onoverzichtelijkheid is een knelpunt. Geleiding van vrachtwagens naar het industrieterrein blijft gewenst. Dit knelpunt is veelvuldig besproken tijdens de dorpssessie. Meerdere oplossingsrichtingen worden hierin genoemd. Duidelijk is dat dit het grootste verkeersknelpunt van Heijen is en dat inwoners daarom graag aandacht voor deze locatie willen in het GVVP. 8. Nabij de aansluiting van de Hoofdstraat met de N271 (ter hoogte van Hendrix Utd) steken veel fietsers (schuin) over. Dit vindt men gevaarlijk. 9. De bocht van de Karrevenseweg is te smal voor vrachtverkeer en landbouwverkeer en daarmee gevaarlijk. Met name tijdens de oogsttijd en in combinatie met toeristisch (fiets)verkeer. 10. Route vanaf de sportvelden via Zwarteweg is onveilig (2x oversteek nodig over de Zwarteweg om vanuit de kern naar de sportvelden te fietsen). De alternatieve route via de Teelebeekstraat en het Verloren land is niet/onvoldoende verlicht. 11. Samenhang woonwijken ten noorden en zuiden van de N271 verbeteren door verbeteren oversteekvoorzieningen N271 (i.r.t. rotonde Zwarteweg, of door realisatie fietsbrug/-tunnel 12. Een duurzame gemeente kan de gemeente zijn door oplaadpunten voor fiets en auto /door logische routing van verkeer/ voorkomen sluipverkeer. 13. Eethuis de Diepen aan de Zwarteweg is belangrijk start-/rustpunt voor wandelaars/fietsers Reichswald, St. Jansberg, Pieterpad en dergelijke. 14. De veiligheid naar scholen verdient aandacht (met name de oversteekbaarheid van de N271 van de Ovenberg naar de Kerkstraat). 15. Bij de basisschool de Drie Vijvers is de ingang aan de Kerkstraat niet herkenbaar als schoolingang (fietsenstalling is echter daar). De andere schoolingang is wel als dusdanig herkenbaar. 16. Op de Ovenberg is het gewenst zwaar en licht verkeer zoveel mogelijk te scheiden. 17. De oversteekbaarheid van zowel de Zwarteweg als de Rijksweg (N271) is niet goed. 18. Het vrachtverkeer op de Zwarteweg, in combinatie met de fietsers die daar aanwezig zijn is een knelpunt. Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar 33 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 34 Het kruispunt Ovenberg/Sprokkelveld is niet duidelijk. De voorrangssituatie vanuit het bedrijventerrein wordt genegeerd. Op het Sprokkelveld zit veel fietsende jeugd. Het halen en brengen in de Schoolstraat is een knelpunt. Dubbel parkeren, chaos, kinderen op de stoep. De veiligheid rondom de sportvelden is een knelpunt. Ook de route er naar toe is een punt vanwege de verlichting. Hoge struiken die het zicht belemmeren zijn een knelpunt voor de verkeersveiligheid. Er zijn meer verkeersbrigadiers gewenst voor de oversteek over de rijksweg. De Siebengewaldseweg is een gevaarlijke weg. De situatie met de bomen maakt het onoverzichtelijk. Het kruispunt Siebengewaldseweg/Looiseweg is ook een ongevallenlocatie. Door de gemeente wordt aangegeven dat op de Siebengewaldseweg ook hoge gereden snelheden zijn geconstateerd, met name voor verkeer dat in noordelijke richting rijdt. Aanwezigen geven aan dat het bultje van het Duits lijntje voor motorrijders uitnodigt tot hard rijden. Het kruispunt van de Nijmeegseweg met de Ottersumseweg is een knelpunt. De onoverzichtelijkheid door het grote kruispuntvlak is een knelpunt (het kruispuntvlak kent ook een bredere inrichting dan op andere punten). Op het kruispunt wordt de snelheid ook als hoog ervaren. Met name voor fietsers is het moeilijk om over te steken. Op het terrein van Multimate nabij het kruispunt is sprake van carpooloverlast. De gemeente geeft aan dat dit kruispunt onder provinciaal beheer valt. Het dubbelzijdig fietspad langs de Kleefseweg is goed, maar automobilisten uit de zijstraat verwachten niet altijd fietsverkeer uit tweerichtingen wat tot onveilige situaties kan leiden. Voorbeeld hiervan is de Damseveld. Kruispunt Lankerseweg – Schaafsebosweg is een gevaarlijke locatie voor overstekende scholieren. (Kruispunt is onderdeel van project Reconstructie Bromfietspad N271 Heijen-Afferden). Aandacht nodig voor oversteek De Brink (De Vijfsprong, Ottersum). Het reclamebord van ’t Ottertje belemmert het uitzicht. Veiligheid fietsers op rotondes met als voorbeeld rotonde Weverstraat (fietsers in tweerichtingen). Het kruispunt Nijmeegseweg-Niersweg-Niersstraat is een gevaarlijk kruispunt voor met name fietsers. Fietsers door autoluwe zone/voetgangersgebied is ongewenst (met name bromfietsers zorgen voor overlast). Fietsers over de Zuidoostwal niet gewenst, alternatieve routes onderzoeken Aandacht nodig voor fietsverkeer noord-zuid. Deze fietsroute dient door de kernen van Heijen en Gennep te verlopen i.p.v. langs de Rijksweg N271. Fietsroute door het centrum houden (ontwerp verdient aandacht). Bromfietsers weren uit centrum. Fietsenstallingen voorzien van oplaadpunten voor elektrische fietsen. Prioriteit aangeven ten aanzien van de in de strategische visie genoemde fietsbruggen. Maak een keuze! Voor fietsers is de leefbaarheid op de doorgaande route (o.a. Spoorstraat) niet goed. Er dienen betere fietsverbindingen te komen tussen de kernen/wijken en toeristische gebieden, zoals Genneperhuis, Niersdijk, Heijense bossen. De routes moeten veiliger. De (brom)fietsers in het centrumgebied zorgen voor overlast. Fietsers worden in 30 km/u gebieden ‘gebruikt’ als snelheidsremmers. Waarom geen geschieden fietspaden meer? Voorrangsregels zijn gewijzigd, worden niet altijd consequent toegepast, leidt tot verwarring. Elektrische fiets aantrekkelijker maken door aanleg oplaadpunten. Niersdijk goede fietsroute maken. Aandacht voor fietsroutes. In voetgangersgebied voetgangers en fietsers scheiden. Fiets over de dijk, Niersdijk. Brug over Niers (Siebengewaldseweg) is te smal voor fietsers en auto’s. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. De snelheid rondom de basisscholen in Gennep wordt als een knelpunt ervaren. Op de route Spoorstraat – Zandstraat is te weinig ruimte voor fietsers. Met name als er geparkeerde vrachtauto’s staan wordt dit als een knelpunt ervaren. In ieder geval is het gezamenlijk gebruik van fietsers en auto’s op de noord- zuid route niet ideaal te noemen. Het kruispunt Willem Boyeweg – Brabantweg is een knelpunt. De draai van en naar de Willem Boyeweg is voor autoverkeer lastig te maken. Daarnaast wordt de route Willem Boyeweg – Emmastraat veel gebruikt door fietsers naar het centrum van Gennep. Op het kruispunt steken dus ook veel fietsers over. De rotonde Brabantweg – Weverstraat is een gevaarlijk punt. Het dubbelzijdig fietspad wordt vaak door automobilisten over het hoofd gezien. De rotonde Brabantweg – Spoorstraat is een gevaarlijk punt. Op alle oversteken zijn fietsers uit beide richtingen te verwachten, terwijl op de rotonde fietsers eigenlijk rechtsom moeten fietsen. De toegang tot het Europaplein wordt als onduidelijk ervaren. Fietsers voetgangers en automobilisten mengen zich. De bakkerij laad- en lost op deze doorsteek. Deze doorsteek is een knelpunt op dinsdag (marktdag). Op de schoolroutes naar de basisscholen zijn nog diverse gevaarlijk oversteeklocaties (met name Picardie en Prinses Margrietstraat). De basisscholen hebben hiervoor kaartmateriaal meegegeven. Veel fietsers vanuit Heijen en Wellerlooi steken over de Heijenseweg over nabij de Stiemensweg. Deze oversteek is onoverzichtelijk. Voor automobilisten is niet duidelijk waar fietsers oversteken. Niersweg is voor fietsers onveilig. Kruispunt Niersstraat – Nijmeegseweg is onoverzichtelijk. De verkeerssituatie wordt als complex ervaren, voor zowel fietsers als automobilisten ontstaat onduidelijkheid over de voorrangssituatie en daarmee een gevoel van onveiligheid. Er is angst voor een toename van het verkeer door de Vogelbuurt als gevolg van het autoluw maken van de Zuidoostwal en Brugstraat. Te weinig zicht op aantal kruisingen door te hoge heggen. Slecht zicht op fietsers vanuit Moutstraat. Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar 35 Deel 2: nader te specifiëren aandachtspunten A. Dit jaar wordt nog een fietsplan met de regio ontwikkeld. B. Aandacht voor gevaarlijke schoolroutes (m.n. naar Elzendaal college). C. Recreatie fietsen: Stichting Promotie Noord-Limburg. D. Fiets- wandelverbinding vanaf Genneperhuis/steenfabriek richting centrum en langs water, parallel aan Bloemenstraat. E. Er is een belangrijke fietsrelatie tussen Milsbeek en de recreatiegebieden. F. Fietsoversteek op gemeentegrens (verkeer naar recreatieplas). G. Het kruispunt Hommersumseweg-Brem vormt een gevaarlijk kruispunt. H. Bij de oversteek Zwarteweg (rotonde) blijft een sterke wens voor behoud van verkeerslichten ter hoogte van kruispunt N271-Kerkstraat-Sprokkelveld. I. Bereikbaarheid Zwarteweg is een probleem. J. De bereikbaarheid van de Sportvelden (zichtlijnen). K. Voorgestelde rondweg is oplossing, Zwarteweg kan dan ook 30 km/h worden. L. Achteruitgang scholen Kerkstraat is gevaarlijk. M. Kruising Langstraat-Kerkstraat is gevaarlijk. N. Geparkeerde vrachtauto’s belemmeren zicht (weekend) vanaf Kortebaan. Oplossing? middenberm of alleen rechtsaf. O. Ter hoogte van Rijksweg N271-Driekronenstraat-Bloemenstraat gebeuren de meeste ongevallen. P. Kruising N271-Pastoorsdijk-Helweg-Vage Vuurweg is gevaarlijk (oversteken, geen voetpad/op zondag?). Q. Verbinding vanaf Genneperhuis richting Milsbeek. R. Het kruispunt Ringbaan – Hondsiepsebaan is onoverzichtelijk. S. Sprokkelveld en Bloemenstraat moeten 30 km/h gebied worden. T. De overzichtelijkheid van de Langstraat is niet goed. U. Er wordt een heldere en duidelijke inrichting van de 30 km/h zone gewenst. Betere herkenning van de weggebruiker van de 30 km/h zone. Herkenbaarheid en aanpassing van gedrag zijn de sleutelfactoren voor succes 30 km/h. V. Het kruispunt Pottenbakker-Langstraat-Kerkstraat moet een voorrangskruispunt worden. W. Wanneer het verkeerslicht op de N271 wordt verwijderd, vreest men voor de oversteekbaarheid. X. Kruispunt N271/ Bloemenstraat/ Driekronenstraat is een knelpunt. Y. De verkeerssituatie rondom de school in Ven-Zelderheide wordt niet als ideaal ervaren. Er zijn te weinig parkeervakken, kruispunt met de Vensestraat is gevaarlijk. Veel ouders komen uit Duitsland. De school wil graag extra paaltjes op de Kerkvonder voor een fysieke afsluiting. Z. De oversteekbaarheid van de Kleefseweg in Ven-Zelderheide (onder andere ter hoogte van Kerkvonder en Vensestraat) moet verbeterd worden. De gemeente geeft aan dat er wel een duidelijke oversteeklocatie moet zijn. AA. Op de vijfsprong in Ottersum (St. Janstraat-Ottersumsweg-Brink-Kleineweg-Boterweg) wordt de middengeleider vaak links voorbij gereden. De uitbuiging zit aan de verkeerde kant. BB. Op de Vensestraat wordt te hard gereden. In het kader van de aanstaande rioolvervanging Vensestraat heeft men liever asfaltdrempels dan klinkerdrempels CC. De veiligheidssituatie nabij het tankstation richting Duitsland is niet goed. Automobilisten weten niet goed dat ze nabij de aansluiting met het tankstation de snelheid moeten minderen. DD. Het uitzicht is ook slecht op de volgende kruispunten: Kleefseweg-Scheidingsweg, Kleefseweg-Roepaanstraat, Eindstraat-Hogeweg, LooisewegOordseweg. 36 EE. Toeristen dienen in het centrumgebied beter gestuurd te worden door middel van bewegwijzering/parkeerroute. FF. De snelheid op de Willem Boyeweg. GG. De nieuwe parkeerplaats nabij het Elzendaalcollege wordt intensief gebruikt, vraag is echter of dit voor een verkeersveiligere situatie zorgt. HH. De Prinses Margrietstraat is 50 km/h, gewenst is dat deze ook onderdeel van de 30 km/h zone wordt, het maakt immers onderdeel uit van een woonwijk. II. De versmalling op het Picardie wordt als een knelpunt ervaren omdat men verkeer van de tegemoetkomende richting niet kan overzien. JJ. De snelheid op de Stiemensweg is te hoog, ondanks reconstructie. Dit leidt tot problemen met de oversteekbaarheid. Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar 37 38 Bijlage 2: Ongevalslocaties Gemeente Gennep 2005 - 2012 Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar 39 40 Bijlage 3: Slachtofferongevallen gemeente Gennep 2005 – 2012 Veilig fietsen | de lokale aanpak | 27 maart 2014 | versie 2a | Openbaar 41
© Copyright 2024 ExpyDoc