Training Kindermishandeling en Huiselijk Geweld

Training Kindermishandeling en Huiselijk Geweld
Studenthandleiding
Inclusief docenthandleiding
Voltijd
Jaar van uitgave: 2013
Opleiding; Pedagogiek
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Postbus 6960
6503 GL Nijmegen
Copyright: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - opleiding Pedagogiek. Alle materiaal in
deze publicatie mag uitsluitend na schriftelijke toestemming van de Hogeschool van Arnhem
en Nijmegen gebruikt worden voor openbaarmaking, verveelvoudiging, verspreiding en/of
commerciële doeleinden.
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ...................................................................................................................... 2
1. Inleiding ............................................................................................................................. 3
2. Toetsing ............................................................................................................................ 4
3. Inhoud bijeenkomsten ....................................................................................................... 5
3.1 Bijeenkomst 1: Geweld in gezinnen ................................................................................. 5
3.2 Bijeenkomst 2: De aanpak ............................................................................................... 8
3.3 Bijeenkomst 3: Vaardigheden voor de aanpak van huiselijk geweld ...............................10
3.4 Bijeenkomst 4: Vaardigheden voor de aanpak van huiselijk geweld; signs of safety. ......12
3.5 Bijeenkomst 5: Presentatie van de opdracht ...................................................................14
4. Leerbronnen ..................................................................................................................15
Studenthandleiding Kindermishandeling en huiselijk geweld
2
1. Inleiding
De training “kindermishandeling en huiselijk geweld” wordt gegeven binnen de beroepstaak
”professioneel opvoeden”.
Geweld in de privésfeer is de meest voorkomende vorm van geweld in onze samenleving.
Het is tevens de meest verborgen vorm en is vaak moeilijk te signaleren.
De impact op de betrokken mensen (kinderen) is echter heel groot en de gevolgen er van
laten vaak levenslang sporen achter. Belangrijk dus, om huiselijk geweld en
kindermishandeling in een vroeg stadium te ontdekken om er goed op te kunnen reageren;
om met de betrokkenen in gesprek te gaan en te begeleiden en erger te voorkomen. Daarom
is de landelijke meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling ontwikkeld. Deze code is
sinds kort verplicht gesteld en betekent dat iedereen die beroepsmatig met kinderen te
maken heeft, moet weten hoe hij moet handelen wanneer hij wordt geconfronteerd met
vermoedens/ signalen van huiselijk geweld. Iedere organisatie die met kinderen werkt hoort
nu een stappenplan (protocol) te hebben waarin deze handelswijze staat beschreven.
In de training “kindermishandeling en huiselijk geweld” worden jou als aankomend
professional kennis en vaardigheden geboden, die van elementair belang zijn bij het
signaleren en de aanpak van huiselijk geweld.
De verschillende vormen van huiselijk geweld worden behandeld: Kindermishandeling,
seksueel misbruik, partnergeweld, geweld tegen ouders en ouderenmishandeling en
schadelijke traditionele praktijken. Er wordt gekeken naar feiten en cijfers, naar de
risicofactoren van gezinnen en kinderen die met de diverse vormen van huiselijk geweld te
maken hebben en de invloed die dit heeft op hun verdere leven.
Vervolgens staan we stil bij de aanpak van huiselijk geweld; Hoe kun je signalen herkennen
bij kinderen in verschillende contexten? Hoe wordt er nu naar gekeken en hoe ziet de
aanpak er uit? Hoe wordt de hulpverlening vormgegeven? Verschillende methodieken
komen voorbij, waarin we inzoomen op een systeemgerichte benadering vanuit een
contextuele visie en een oplossingsgerichte hulpverlening: Hoe ga je het gesprek aan als
beroepsopvoeder met zowel het kind als de ouder? Wat is daarin van belang om te doen en
te laten? Wat is de verbinding met de andere generaties? Hoe zou de begeleiding aan
ouders en kinderen er uit moeten zien? En wat doet dit met jou als hulpverlener; wat vraagt
het van jou?
In deze training wordt aangesloten op de actualiteit. Je leert “signaalgevoelig” te worden en
vanuit de opgedane kennis oefen je je houding en vaardigheden om te consulteren en
signalen bespreekbaar te maken. Je leert hoe je risico’s kunt taxeren en om vanuit de
methodiek “Signs of safety” gezinnen te begeleiden.
De theoretische kennis die je opdoet bij deze training en de houding en vaardigheden die je
leert gebruiken tijdens de training, kun je inzetten bij verschillende beroepsproducten van
deze beroepstaak, bijv. bij een begeleiding- of hulpverleningsplan, in een ouderbegeleiding,
een collegiaal overleg of een inbreng in het m.d.o..
Doelstellingen training Kindermishandeling en Huiselijk geweld
1. De student heeft kennis van de definitie van huiselijk geweld en de verschillende
verschijningsvormen.
2. De student heeft kennis over signalen, oorzaken, gevolgen en risicofactoren van
huiselijk geweld.
3. De student kent de aanpakvarianten in Nederland en is op de hoogte van de
betekenis van de meldcode.
4. De student heeft kennis van verschillende methodieken die in het signaleren en
bespreekbaar maken van huiselijk geweld worden gebruikt.
Studenthandleiding Kindermishandeling en huiselijk geweld
3
5. De student kan vanuit een contextuele visie en systeem gerichte benadering huiselijk
geweld bekijken en bespreekbaar maken.
6. De student beschikt over houdingsaspecten en vaardigheden om huiselijk geweld te
kunnen signaleren en bespreekbaar te maken.
7. De student kent de basisbeginselen van de methodiek “signs of safety” en beschikt
over houdingsaspecten en vaardigheden om vanuit deze methodiek te handelen in
de begeleiding van gezinnen (kinderen en ouders) van huiselijk geweld.
8. De student kan een transfer maken van deze aanpak naar verschillende
doelgroepen. (ouder/jonger kind, ouders, team etc.)
Competenties
In deze training zijn alle competenties van betekenis; de ene competentie is wat prominenter
in beeld dan de ander. We toetsen echter alleen op competentie 9: Het ontwikkelen van de
eigen professionaliteit. Welke criteria hierin centraal staan lees je in de paragraaf hieronder
(“Toetsing”).
2. Toetsing
Doelen
- Je kunt het geleerde in de training op onderbouwde wijze toepassen dan wel gaan
toepassen in de praktijk
- Je hebt zicht op de wijze waarop de training heeft bijgedragen aan je professionaliteit
en kunt dit onderbouwen.
Uitvoering
In de laatste bijeenkomst van de training geef je onderstaande presentatie:
Inhoud en voorbereiding
Kies uit de vele methodieken die in het boek genoemd zijn, één methodiek die op de stage
gebruikt wordt. Verzamel hierover via internet alle informatie die je kunt bemachtigen. Vraag
bij jouw instelling die de methodiek uitvoert of heeft ontwikkeld informatiemateriaal aan: denk
aan draaiboeken, foldermateriaal, evaluatierapporten etc. Probeer ook een professional te
interviewen die de methodiek in de praktijk toepast. Stel een korte beschrijving op (max. 2
a4) waarin je kort beschrijft:
* wat het doel van de methodiek is
* wie de doelgroep van de methodiek vormt
* wat de aanleiding was om de methodiek te ontwikkelen
* wat de werkwijze van de methodiek is
* wat de voorwaarden zijn om de methodiek toe te passen
* wat de ervaringen met de methodiek in de praktijk zijn
* of er een evaluatie of onderzoek naar de methodiek is geweest
* geef aan of deze methodiek bewezen succesvol is.
Geef vervolgens in tweetallen een presentatie over deze methodiek in je groep. Deel daarbij
de korte beschrijving uit die je hebt opgesteld.
Belicht de overeenkomsten en verschillen in de wijze van toepassen van deze methodiek in
de twee verschillende instellingen. Bijvoorbeeld vanuit een ambulante en residentiële setting
gezien. Koppel dit aan je eigen professionele ontwikkeling: hoe heb jij je door deze
methodiek professioneel verder ontwikkeld en hoe bevordert deze methodiek jouw
werkwijze t.a.v. het borgen van veiligheid?
Studenthandleiding Kindermishandeling en huiselijk geweld
4
Vorm
Presentatie in duo’s van 10 tot 12 minuten.
Waar beoordelen we je op?
We beoordelen de mate waarin je je op competentie 9 Eigen professionaliteit ontwikkelen op
een aantal criteria verder ontwikkeld hebt, te weten:
- verantwoorden en bespreekbaar maken op welke wijze je werkt aan je eigen
professionele ontwikkeling.
- door middel van methodisch reflecteren je eigen professionaliteit vergroten.
- kansen benutten die zich voordoen om iets te leren.
- dilemma’s (h)erkennen in het handelen en verantwoorde keuzes maken.
Dit beoordelen we met een voldaan/niet voldaan. Het criterium ‘kansen benutten die zich
voordoen om iets te leren’ betreft niet alleen de kansen die je in de praktijk benut, maar
betreft ook de mate waarin je in de trainingslessen een actieve leerhouding laat zien.
3. Inhoud bijeenkomsten
Algemeen
De training bestaat uit 4 inhoudelijke bijeenkomsten en 1 bijeenkomst (de 5e) waarin er
getoetst wordt. Uitgangspunt is dat de student voorbereid in de training komt: In de
bijeenkomst wordt voortgebouwd op de voorbereidingsopdrachten die per keer beschreven
staan.
Studiebelasting
Contacturen: 15 contacturen (waarvan er 3 gebruikt worden voor toetsing)
Bestuderen van literatuur: 25 uur
Werken aan opdrachten: 4 uur
3.1 Bijeenkomst 1: Geweld in gezinnen
Doelen
De student kent de verschillende vormen van huiselijk geweld
De student kent de gevolgen van huiselijk geweld.
De student kan vormen en gevolgen herkennen in casuïstiek
De student kan in gesprek gaan met ouders over het gebruik van een pedagogische tik.
Voorbereiding
Aanschaf boek: Janssen, H. Wentzel, W en Vissers,B. (2012) Basisboek Huiselijk geweld
Bussum: Coutinho
Bestuderen: Inleiding, hoofdstuk 1, en 2 (blz. 17 t/m 104)
Boek en eigen aantekeningen/ vragen over de bestudeerde stof meenemen naar de les.
Programma
Na een kennismaking met elkaar en met elkaars praktijkplek wordt stilgestaan bij de
beeldvorming over kindermishandeling en huiselijk geweld: Waar denk je aan? Van daaruit
wordt de link gelegd met de theorie, zoals je deze hebt bestudeerd. In groepjes gaan we aan
het werk met de verschillende vormen van huiselijk geweld en worden de kenmerken,
oorzaken en gevolgen aan elkaar gepresenteerd. Vervolgens wordt er aan de hand van
Studenthandleiding Kindermishandeling en huiselijk geweld
5
beeldmateriaal gekeken hoe dit er in de dagelijkse praktijk uit kan zien en gaan we oefenen
met het bespreekbaar maken van een klein signaal.
Opzet:
1. Kennismaken en actualiteit
2. Facts en figures; een aantal feiten op een rijtje.
3. Beeldvorming huiselijk geweld
4. Uitwerking verschillende vormen van huiselijk geweld; hun signalen en oorzaken
Eer gerelateerd geweld (inclusief allochtone problematiek)
Partnergeweld
Kindermishandeling
Ouders/ ouderenmishandeling
Seksueel geweld
5. Beeldmateriaal
6. Rollenspel
7. Afronding en vooruitblik
Docenthandleiding:
Algemeen: De koppeling kennis en handelen is van belang gedurende de gehele training.
Vanaf de 1e bijeenkomst accenten leggen in een systeemgerichte (en contextuele)
benadering en het invlechten van een oplossingsgerichte methodiek. Studenten hebben
kennis van systeembenadering en contextuele visie en hebben in ieder geval een basisles
oplossingsgericht werken gevolgd.
T.a.v. bijeenkomst 1:
Stuur de studenten uit je groep evt. Nog een mail waarin de voorwaarden worden benoemd:
Aanschaf boek; voorbereiding verplicht, boek meenemen naar de training en bestuderen
hoofdstuk 1 en 2 (deel 1): Zo kun je effectief beginnen.
Voorbereiding:
Speelkaarten
Flap-over-papier
Plakband
DVD Vergeten kinderen
Paar pakjes gekleurde stiften
Programma:
1. Spotje RAAK als intro. (Kan ook iets anders zijn)
2. Bespreken van de opzet van het programma en introductie van de muurkrant.:
Nodig studenten uit de eigen casuïstiek mee te nemen en voor elke bijeenkomst na
te gaan welke kinderen/ gezinnen die zij kennen, haken aan het thema van de
bijeenkomst. Nodig ze uit na te gaan wat er binnen hun eigen praktijkorganisatie
gedaan wordt aan dit thema. (scholing e.d.)
Bespreken doelen van vandaag
3.
Kennismaken.
Vanuit een kring (zonder papier en laptops…) Elke student legt wat persoonlijks in
het midden. Iemand pakt er iets uit; van wie hij is begint zichzelf te introduceren.
Student vertelt over de volgende zaken: Wie je bent, waar je stage loopt met welke
doelgroep, of je te maken hebt gehad met huislijk geweld en wat je graag in de
training zou willen leren. Als je klaar bent pak je het volgende voorwerp.
4. Mindmap maken: Huiselijk geweld. In groepjes. De klas wordt d.m.v. kaarten of
kleuren in 5 groepjes verdeeld. ; Op een A1-papier (flap-over) en een pak stiften
Studenthandleiding Kindermishandeling en huiselijk geweld
6
maakt ieder groepje eigen mindmap, Werk vooral met symbolen. Je gaat vervolgens
bij elkaar kijken: wat valt je op?. Schrijf daarna allemaal 3 dingen op die je zijn
opgevallen. Vanuit de nabespreking van de mindmap bespreek je de verschillende
vormen van huiselijk geweld:
Eer gerelateerd geweld (inclusief allochtone problematiek)
Partnergeweld
Kindermishandeling
Ouders/ ouderenmishandeling
Seksueel geweld
Illustreren met voorbeelden, nog niet inhoudelijk bespreken.
5. Uitwerken van de verschillende vormen in groepjes: d.m.v. quizvragen: Elk groepje
krijgt een vorm van huiselijk geweld toegewezen en formuleert daar 4 relevante
quizvragen over, waarvan zij vinden dat een professional kennis moet hebben (en
waarvan zij zelf het antwoord goed omschrijven) Daarnaast formuleert elk groepje
een stelling/ dilemma m.b.t. hun vorm van huiselijk geweld.
Beschikbare voorbereidingstijd: 15 minuten (de studenten hebben de stof
bestudeerd)
Daarna wordt de quiz gespeeld en na elke ronde wordt er 5 minuten gesproken over
de stelling/ het dilemma. Docent legt waar nodig accenten. Evt. het winnende
groepje een prijs geven.
Dit onderdeel afsluiten met de definitie van kindermishandling
6. Beeldmateriaal vergeten kinderen deel 1: Beleving en gevolgen (25 minuten).
- Welke vormen van huiselijk geweld zie je terug?
- Welke signalen heb je gezien?
- Wat doet dit met jou als persoon?
- Wat vraagt dit van jou als hulpverlener?
Optie is om deze vragen weer in subgroepjes te laten nabespreken en de
belangrijkste opmerkingen centraal terug te koppelen.
7. Rollenspel n.a.v. de pedagogische tik. Plenair.
Je bent in gesprek met ouders van 2 kinderen, 4 en 6 jaar oud. Vader vertelt dat hij
soms zijn zoontje een tik geeft als hij niet wil luisteren. Hij vindt dat normaal, zo is hij
zelf ook opgevoed en hij heeft er ook niets aan over gehouden. Moeder is het met
hem eens, hoewel ze het zelf zelden doet. Ook zij kent het uit eigen ervaring. Je gaat
met ouders in gesprek over het feit dat slaan niet kan. Hoe doe je dit?.Wat is je eigen
kader van waaruit je denkt en handelt? Past dat binnen die van de instelling die je
vertegenwoordigt?
Ieder schrijft n.a.v. deze casus eigen ideeën op: wat zou je gaan zeggen, welk
argumenten? Een ouderpaar en hulpverlener starten het rollenspel, er kan gewisseld
worden met de rol als hulpverlener
Nabespreking en terugkoppeling; trek een aantal conclusies.
8. Maak individueel een 11-je.
Je maakt een elfje over de beleving van dit onderwerp; wat doet dit met je?
Wie wil hem voorlezen?
9. Afronding en vooruitblik
Terugblik op de doelen; zijn ze behaald? Vooruitblik m.b.t. het huiswerk.
Studenthandleiding Kindermishandeling en huiselijk geweld
7
3.2 Bijeenkomst 2: De aanpak
Doelen
De student kent de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en kan de
verschillende stappen toepassen op een casus.
De student kent de belangrijkste methodieken op het gebied van preventie,
hulpverlening en nazorg m.b.t. huiselijk geweld
De student reflecteert op eigen ervaring m.b.t. een "niet pluis gevoel".
Voorbereiding
• Bestudeer deel 2 “Aanpak van Huiselijk Geweld”, uit Basisboek Huiselijk Geweld,
Hans Janssen e.a. (Blz. 107 t/m 152)
•
•
Lees de meldcode (www.huiselijkgeweld.nl) en het protocol
kindermishandeling/ huiselijk geweld op de eigen praktijkorganisatie. (wordt
als bekend verondersteld)
Neem het protocol van je praktijkorganisatie mee naar deze bijeenkomst
Programma:
We staan eerst stil bij de actualiteit en gaan dan in 2 groepen aan het werk met de
meldcode: Aan de hand van een casus doorlopen we de verschillende stappen en voeren
deze uit. We bekijken hoe huiselijk geweld in Nederland wordt aangepakt en wat hierin van
belang is. We zoomen in op verschillende methodieken die er worden gebruikt en we
bekijken beeldmateriaal hierover. Tot slot staan we stil bij “het niet plus gevoel”: Hoe ga je
hier mee om?
Opzet:
1. De actualiteit
2. De praktijk: Beeldmateriaal
3. Werken met het stappenplan (meldcode) vanuit een casus
4. Accenten in methodisch werken
4. Het niet pluis gevoel
5. Afronding en vooruitblik
Docenthandleiding:
Voorbereiding:
Bordjes voor loketten meenemen.
Filmmateriaal online checken ( studiecentrum) of de DVD meenemen.
Ondersteunende ppt.
Meldcode en risicotaxatie uitdelen.
Casus uitgeprint uitdelen
Werkvorm 1:
Actualiteit: Op muurkrant plakken van actualiteiten
Werkvorm 2:
Beeldmateriaal ”code rood: Huiselijk geweld ” bekijken.
http://opc-han.oclc.org/DB=1/SET=1/TTL=1/SHW?FRST=2 (of de DVD)
Geef hierbij gerichte kijkopdrachten aan groepjes studenten wat betreft de gevolgde route,
de ingezette methodiek, de gespreksvaardigheid ,en het “niet pluis-gevoel” .
Bespreek de film in ieder geval op deze punten na.
Studenthandleiding Kindermishandeling en huiselijk geweld
8
Werkvorm 3:
Uitwerken van de meldcode door het uitspelen van een casus ( in 2 groepen).
Casus:
Je bent ambulant begeleider en komt op een bezoek bij een gezin waar je het volgende
aantreft: Moeder zit, huilend en overstuur op de bank. Haar vierjarig kind speelt in de
kamer, de baby van bijna één jaar ligt op bed. Moeder vertelt dat ze bang is dat haar
kinderen iets wordt aangedaan. Haar man heeft de laatste tijd, sinds er kinderen zijn, steeds
vaker woedeaanvallen. Hij heeft haar en de kinderen nog niets aangedaan, maar schopt
wel tegen deuren en kasten. Hij drinkt ook steeds meer.
Je ziet inderdaad dat het in de woonkamer een chaos is: er is geen deur meer heel, enkele
stoelen zijn omgegooid, een schemerlamp ligt kapot op de grond.
Moeder vertelt dat haar man er geen hulp bij wilt, hij vindt de reactie van moeder "zwaar
overspannen", hij slaat haar toch niet, hij heeft toch alleen maar tegen een deur geschopt.
Als het kan de groep verdelen in 2 groepen, stel per groep 1 coördinator aan.
De coördinator is verantwoordelijk voor het proces en zorgt voor de uitvoering van de te
nemen stappen binnen de volgende opdracht:
Je bent ambulant hulpverlener in dit gezin. Je hebt bovenstaande situatie aangetroffen. Je
gaat terug naar je team om te overleggen. Ga volgens protocol te werk. Iedere stap wordt
uitgespeeld door leden van de groep.
Er zijn verschillende loketten, m.b.v. stappenplan + de route van de meldcode. Er is een
loket voor AMK, Collega's, Ouders, Buren,
Benadruk dat het om “ het doen” gaat en dat de coördinator er voor waakt dat het niet
alleen “ praten over “ wordt.
Plenair nabespreken, systeemgerichte (contextuele) en oplossingsgerichte elementen
benoemen en de link leggen naar ketenaanpak en meldcode.
Werkvorm 4: Accenten in methodisch werken; onderwijsleergesprek:
Vanuit bovenstaande situatie schetst de docent het kader van verschillende organisaties en
bespreekt kort de meerwaarde van oplossingsgericht werken in vergelijking met andere
methodieken waarin bijv. waarheidsvinding uitgangspunt is.
Bekijk n.a.v. deze oefening het protocol van je organisatie en de methodiek die wordt
gehanteerd om hiermee om te gaan, afhankelijk van de beschikbare tijd in groepjes of
plenair.
Werkvorm 5: Niet pluis gevoel:
Ga eens voor jezelf na of je in je jeugd of in de laatste jaren ooit een niet-pluisgevoel hebt
gehad bij iemand in je omgeving: een buurvrouw, een familielid, een kennis, een vriend of
vriendin of een kind uit je (basisschool) klas. Geef voor jezelf een antwoord op de volgende
vragen:
* Wat maakte dat je een niet-pluisgevoel kreeg?
* Wat heb je met dat niet-pluisgevoel gedaan?
* Zou je nu, met de kennis die je nu hebt over kindermishandeling en partnergeweld,
hetzelfde doen? Ga naar aanleiding van deze situatie de risico-taxatie invullen.
Vorm tweetallen n.a.v. touwtjes trekken en wissel bovenstaande ontdekkingen uit.
Fragment: Eigen krachtconferentie; prachtvrouw, prachtplan; over toepassing van eigen
krachtconferentie bij huiselijk geweld.
http://www.youtube.com/watch?v=oPfQtf83JaQ
Studenthandleiding Kindermishandeling en huiselijk geweld
9
Afsluiting:
benoem de eindopdracht voor bijeenkomst 5: Studenten moeten koppels gaan maken voor
hun presentatie-opdracht.
Stimuleer de studenten om binnen hun organisatie te gaan kijken hoe er gewerkt wordt met
betrokkenen van huiselijk geweld, met plegers, met LVB-jongeren, slachtoffers van
loverboys, eerwraak, enz. Hierin kan iedere student zich onderscheiden/ specialiseren.
3.3 Bijeenkomst 3: Vaardigheden voor de aanpak van huiselijk
geweld
Doelen
De student kent de gevoelens die meespelen bij betrokkenen van huiselijk geweld
De student beschikt over houdingsaspecten en vaardigheden om
kindermishandeling en huiselijk geweld te signaleren.
De student beschikt over houdingsaspecten en vaardigheden om
kindermishandeling en huiselijk geweld bespreekbaar te maken.
Voorbereiding
- Bestuderen: deel drie uit het boek : Basisboek Huiselijk geweld (Blz. 195 t/m blz.
262
- Opdracht 1 op blz. 259 thuis uitwerken en meenemen
-
Maak een lijst van uitganspunten/ vaardigheden voor gespreksvoering met
kinderen en met ouders die jij belangrijk vindt. Neem deze mee.
Programma:
In deze bijeenkomst staan we stil bij welke gevoelens huiselijk geweld op kan roepen
bij ons zelf en bij de betrokkenen om van daaruit te onderzoeken welke houding en
vaardigheden van belang zijn om hierover in gesprek te gaan met de verschillende
betrokkenen: Hoe bouw je een gesprek op met een jeugdige die in een onveilige
situatie verblijft, wat kan wel en wat juist niet? En hoe ga je het gesprek met ouders
aan die betrokken zijn bij deze onveilige situatie? We gaan gespreksvoering oefenen
met een (eigen) casus. Vervolgens bekijken we een stukje beeldmateriaal waarin
iemand in gesprek is met kinderen uit een onveilige opvoedsituatie.
Opzet:
1. Actualiteit
2. Ervaringsoefening
3. Signaleren en signalen bespreken
4. Casus
5. Beeldmateriaal en nabespreking
6. Afronding en vooruitblik
Docenthandleiding:
Voorbereiding:
Maak een keuze in de ervaringsoefening, zorg voor betreffende materiaal
(werkplaats bak)
Flap-over papier en stiften.
Casussen voor het rollenspel (een met het kind, een met de ouders)
DVD “Vergeten kinderen”.
Casussen ter voorbereiding voor de volgende les.
Studenthandleiding Kindermishandeling en huiselijk geweld
10
Programma:
Bewaak goed de tijd; zorg dat je voldoende tijd reserveert voor het spelen
1. Actualiteit bespreken
2. Werkvorm: Geleide fantasie seksueel misbruik. (werkplaatsbak)
Goed nabespreken; ook de link leggen met dat moeders dit overkomen als ze
geconfronteerd worden met een partner die het kind misbruikt.
Variatie: ervaringsoefening “geheim”: Iedereen zit in een kring met de ogen dicht,
handen voor de ogen. De docent loopt achter de kring langs en benoemt dat hij
iemand op de schouders zal tikken die een geheim gaat vertellen: je vertelt iets aan
de groep wat je nog niet eerder hebt verteld.
De docent staat af en toe achter iemand stil, maar tikt uiteindelijk niemand aan:
Iedereen heeft echter wel de spanning gevoeld. Nabespreken: Hoe voelt het om
een geheim wat je hebt (dat het in jouw gezin niet veilig is en wat er met je
gebeurt) te moeten vertellen…. Hoe hoog is die drempel…
3. Signaleren en bespreken: Werken in groepjes
N.a.v. de voorbereidingsopdracht die studenten hebben gemaakt, wisselen zij in
groepjes hun meegebrachte “lijstjes” uit en komen zij per groepje tot een
eindproduct (flap-over) wat betreft de volgende vragen:
Hoe bouw je een gesprek op, voorwaardelijke sfeer, houding, vaardigheden, do’s en
dont’s met:
kind (evt. 2 groepjes; 1 voor basisschoolkind, 1 voor tiener)
gezin
Pleger
15 minuten voorbereiden per groepje; dan 5 minuten presenteren aan elkaar,.
Laat ieder groepje zelf onderbouwen en vul waar nodig aan (relateer weer aan
systeembenadering /contextueel werken en aan oplossingsgericht werken.
4. Rollenspel; in principe hier 2 lesuren aan besteden.
Eerste casus betreft gespreksvoering met een jeugdige, de tweede casus is een
gesprek met ouders.
Nabespreken; gespreksvaardigheden benoemen en evt. verbinden met “wat zijn je
belemmeringen”. (thuisopdracht 1)
5. Beeldmateriaal Vergeten kinderen: ” fragment waarin jeugdarts Rensen in gesprek
is met kinderen. (Deel 2 “omgeving en steun; min. 6.30). Studenten krijgen zicht op
een manier waarop er met kinderen gepraat wordt, Mocht je tijd hebben, evt hele
gedeelte laten zien; duur is totaal 14 minuten en daarvoor is de leerkracht van
Mariah aan het woord.
In de nabespreking weer koppelen aan oplossingsgericht werken en aan
(wondervraag) en aan “wat zijn je belemmeringen”.
Evt.: Hoe ga je met je eigen emoties om na een gesprek waarin mishandeling/
misbruik aan de orde is geweest?
6. Afspraken maken voor les 4. Uitdelen van de casussen ter voorbereiding.
Benadruk het belang van de voorbereidingsopdracht naast de casus.
Studenthandleiding Kindermishandeling en huiselijk geweld
11
3.4 Bijeenkomst 4: Vaardigheden voor de aanpak van huiselijk
geweld; signs of safety.
Doelen
De student beschikt over houdingsaspecten en vaardigheden om
kindermishandeling en huiselijk geweld bespreekbaar te maken.
De student heeft kennis gemaakt met de oplossingsgerichte methodiek “signs of
safety” en kent de belangrijkste uitgangspunten.
Voorbereiding
Opdracht: Voorbereiden gespreksvoering in de casussen die zijn uitgedeeld in de
vorige bijeenkomst. Maak hierbij gebruik van de theorie in het boek (Vanaf
Hoofdstuk8) en de info uit de afgelopen bijeenkomst.
Bestudeer artikel Signs of safety van Cora Bartelink:
http://www.nji.nl/eCache/DEF/1/17/837.html over de methodiek.
Bestudeer Artikel Signs of Safety door Catelijne Sillevis (PIP 59) Basis praktische
uitgangspunten voor de opbouw van een partnerschapsrelatie. (scholar)
Formuleer 1 vraag of opmerking en 1 voornemen van jou voor het gebruik in de
praktijk n.a.v. de gelezen artikelen over “ Signs of safety” en neem dit mee naar de
bijeenkomst.
Programma
Het eerste deel van deze bijeenkomst wordt besteed aan het bespreekbaar maken van
kindermishandeling/ huiselijk geweld met de betrokkenen. Dit doen we met medewerking van
een simulatiespeler.
Het tweede deel van de bijeenkomst bekijken we met elkaar de indringende film “Zingen in
het donker ” en gaan hierover in gesprek met elkaar.
Tot slot staan we kort stil bij de methodiek die in Nederland steeds meer wordt ingezet bij de
benadering van huiselijk geweld: “Signs of safety”.
De methode Signs of Safety wil een veilige (opvoed)situatie voor het kind creëren door een
partnerschap aan te gaan met de ouders in een situatie waarin kindermishandeling of
verwaarlozing wordt vermoed of is aangetoond. Signs of Safety is een oplossingsgerichte
benadering. In alle fasen van het traject wordt samengewerkt met het gezin en de direct
betrokkenen, met daarin de strikte voorwaarde om de veiligheid van het kind/de kinderen te
waarborgen. Hierin is de basishouding van de professional een essentieel onderdeel van de
aanpak.
Opzet:
1. De actualiteit.
2. Oefenen met casuïstiek (simulatiespeler).
3. Film “Zingen in het donker”
4. Signs of safety (n.a.v. de thuisopdracht.)
5. Afronding en vooruitblik.
Docent:
Voorbereiding:
Casussen met de simulatiespeler doornemen. Maak afspraken over de wijze waarop
Studenthandleiding Kindermishandeling en huiselijk geweld
12
gereageerd wordt op de student.
DVD: Zingen in het donker”.
Evt. ter illustratie: Interventieformulieren van “Signs of safety” ( planningsformulier,
veiligheidsplan, voorbeeld planningsformulier en 2 x voorbeeld vragen) Je kunt er
ook voor kiezen dit de volgende keer op de leestafel te leggen.
Extra lokaal reserveren voor de volgende bijeenkomst.
Opzet programma:
1. Inleiding en actualiteit. (kort houden)
2. Oefenen met de simulatiespeler (2 lesuren ).
Kort nabespreken
3. Bekijken van de film” Zingen in het donker” en nabespreken. De film kan verschillende
emoties oproepen, besteed hier voldoende aandacht aan en sta stil bij het contextuele
aspect. Maak vanuit hier de overstap naar hulpverlening en preventie; benoem kort de
CLASS nog eens (verwijs) en zoom vervolgens in op Signs of Safety.
4. Signs of safety: Filmpje BJZ Utrecht als introductie waarin de methode in vogelvlucht
wordt uitgelegd.
(http://www.youtube.com/watch?v=DjGL6-WZNEs)
5. In groepjes de thuis opgestelde vraag en het voornemen uitwisselen; de vragen
onderling aan elkaar beantwoorden en de voornemens bundelen. Terugkoppeling in de
groep waarin niet opgeloste vragen kunnen worden gesteld en de voornemens/ handvaten
voor je praktijk worden benoemd. Uitganspunt is: Wat is je opgevallen in het lezen van de
artikelen en wat er anders in de beschreven methodiek?
Mocht je geen tijd hebben voor dit onderdeel (afhankelijk van de nabespreking van de film)
dan kun je dit centraal behandelen en een paar accenten leggen.
De onderliggende info en de pp. kun je hierin desgewenst gebruiken.
Je kunt er ook voor kiezen om deze methodiek door studenten zelf in de presentaties
(bijeenkomst 5) naar voren te laten komen
Verwijs naar de site van Signs of safety, waar studenten veel gebruikte interventies van
deze methodiek kunnen vinden. http://www.signsofsafety.nl/downloads
6. Afronding en vooruitblik naar de volgende keer.
Korte aandachtspunten bij behandeling “signs of safety:
-- De samenwerkingsrelatie? Wat is daar kenmerkend aan>Wat vind jij een goede
hulpverlener? Is dat een “partner van de cliënt” of een voogd?” Koppel hier de visie aan
van de methodiek SOS: Partnerschap en de uitganspunten hiervoor.
Geraadpleegd boek:’Turnell, A. en Edwards, S. Veilig opgroeien (2009) Houten: Bohn
en Stafleu. (blz. 54 t/m 73)
-- De zes praktijkelementen( blz. 74 t/m 109):
1. Opstelling t.o.v. het probleem, het oplossen en de hulpverlening
2. Uitzonderingen op het misbruik
3. Sterke punten en hulpbronnen van het gezin
4. Doelen
5. Veiligheid en vooruitgang meten
6. bereidheid vertrouwen en vermogen
Benoem hierin de middelen die worden ingezet: Het veiligheidsplan en de drie
huizen (voor kinderen)
-- De oplossingsgerichte vaardigheden:
Studenthandleiding Kindermishandeling en huiselijk geweld
13
1. Vragen naar uitzonderingen
2. Op doelen gerichte vragen
3. Schaalvragen
4. Complimenten
5. taken en interventies
Informatiebron: http://www.nji.nl/eCache/DEF/1/17/837.html (bestudeerde artikel
http://www.slideserve.com/redell/studiemiddag-signs-of-safety (PowerPoint van een
studiedag waarin de belangrijkste aspecten voorbij komen).
3.5 Bijeenkomst 5: Presentatie van de opdracht
Doelen
De student laat in een presentatie zien hoe hij het geleerde in de training op
onderbouwde wijze kan toepassen in de praktijk.
De student kan benoemen op welke wijze de training heeft bijgedragen aan het vergroten
van zijn/ haar professionaliteit.
De student maakt kennis met diverse toepassingen van methodieken t.a.v. huiselijk
geweld in verschillende praktijkorganisaties.
Voorbereiding
Voorbereiding op de toetsing: Zie de instructies bij hoofdstuk 2 van deze handleiding.
Neem boeken mee voor de leestafel: Boeken die raken aan het thema
kindermishandeling en huiselijk geweld, bijv. geschreven door of voor betrokkenen,
bepaalde doelgroepen, interessante visies enz. In de pauze van deze bijeenkomst is
er gelegenheid om in elkaars boeken te kijken en tips en suggesties te geven of mee
te nemen.
Programma
Deze bijeenkomst staat vooral in het teken van de presentaties en beoordeling van de
verschillende opdrachten die door jullie zijn gemaakt.
Daarnaast is er aandacht voor de leestafel, waar een aantal boeken ter inzage liggen over
huiselijk geweld en kindermishandeling . Je kunt hier onder meer boeken vinden over
specifieke doelgroepen en boeken die ( samen met ) kinderen kunnen (worden ge)lezen. Je
kunt hier je eigen boeken eveneens ter inzage neerleggen. Tegelijkertijd is er gelegenheid
naar de film “Verborgen verleden” te kijken (verschillende ervaringen met en aspecten van
huiselijk geweld) en “Let op de kleintjes (methodiek) . Dit is te vinden op een zelfde DVD.
De studenten hebben hier alleen in bijeenkomst 3 een klein fragment van gezien)
Tot slot wordt de training met elkaar geëvalueerd en wordt de muurkrant afgesloten.
Docent:
Voorbereiding:
Evt: voorafgaande mail aan studenten waarin je zelf een groepsindeling hebt
aangegeven.
Zorg voor voldoende beoordelingsformulieren, evt. digitaal met laptop.
beschikbaarheid 2e lokaal
Boeken voor boekentafel
Film “Verborgen verleden”
Evaluatieformulieren of –vragen voor de afronding van de training
1. Inleiding; actualiteit en indeling groepen met bijbehorende instructies en afspraken.
De groep wordt in tweeën worden gedeeld, als deze groot is: De ene helft van de groep kan
Studenthandleiding Kindermishandeling en huiselijk geweld
14
de leestafel inrichten en bekijken en de evaluatieformulieren invullen; evt. de film
“Verborgen verleden” bekijken. In de pauze wisselen en een gezamenlijke afsluiting.
2. Presentatie van de verschillende opdrachten:
In totaal zijn er maximaal 9 presentaties. De bijeenkomst duurt in totaal 3 uur; in de eerste
anderhalf uur zijn er 5 presentaties en in de tweede anderhalf uur zijn er 4 presentaties.
Iedere presentatie duurt 10- 12 minuten, per presentatie is er 5 minuten tijd voor feedback
waarin ieder een tip en top formuleert voor beide presentanten.
3. Afronding van de muurkrant en evaluatie van het programma:
Oogsten: wat heeft het je opgeleverd?
Wat neem je mee naar je praktijk?
(zowel naar je uitvoerend werk als naar je collega’s toe?)
Waar zou je nog meer over willen weten?
4.
Leerbronnen
Verplichte leerbronnen
Janssen, H. Wentzel, W. en Vissers,B.(2012) Basisboek Huiselijk geweld Bussum:
Coutinho
Sillevis, C. (2011). Signs of safety Een reis op weg naar veiligheid in het gezin. Pip
2011 (februari) p. 12-17
Bartelink, C. (2010) Signs of safety. Gedownload op 01 11 2012
http://www.nji.nl/eCache/DEF/1/17/837.html
Aanbevolen leerbronnen
Turnell,A. en Edwards, S. (2009) Veilig opgroeien Houten: Bohn Staflleu van
Loghum
Studenthandleiding Kindermishandeling en huiselijk geweld
15