> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Kenmerk 2014-0000541704 Uw kenmerk Datum Betreft 9 oktober 2014 Vervolgreactie op uitzending EenVandaag over moord op Theo Van Gogh d.d. 22 september 2014 Op 25 september 2014 heb ik op uw verzoek uw Kamer, mede namens de minister van Veiligheid en Justitie, een brief gestuurd in reactie op de uitzending van EenVandaag van 22 september 2014 over de moord op Theo van Gogh (Kamerstuk 29854, nr. 28). In vervolg hierop heeft uw Kamer tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 25 september 2014 nog enkele aanvullende vragen gesteld. In deze brief beantwoord ik, mede namens de minister van Veiligheid en Justitie, deze vragen. In de brief van 25 september 2014 is aangegeven dat de officier van justitie zijn vermoedens over het bestaan van handlangers van Mohammed B. reeds heeft uitgesproken tijdens het proces in 2005. De rechtbank stelt in haar vonnis van 26 juli 2005 ten aanzien van dit punt onder meer dat er wel aanwijzingen waren, maar geen wettig en overtuigend bewijs voor een nauwe en bewuste samenwerking van een of meer anderen met Mohammed B. Het lid Recourt (PvdA) heeft tijdens de Regeling van werkzaamheden van 25 september 2014 de vraag gesteld of de officier van justitie ten tijde van het interview in die uitzending meer wist dan ten tijde van het strafproces. Dat is niet het geval. Het Openbaar Ministerie heeft de minister van Veiligheid en Justitie nogmaals bevestigd dat de uitspraken, die de zaaksofficier deed in de uitzending van EenVandaag van 22 september 2014, niet waren gebaseerd op nieuwe informatie, maar slechts een herhaling zijn van wat in dit kader door hem ter terechtzitting in 2005 al is opgemerkt. In dit kader verwijst hij ook naar het requisitoir van de officier van justitie, dat vrij op internet verkrijgbaar is. Eerder deed de officier van justitie overigens al uitspraken van gelijke strekking in de Duitse documentaire “Der Tag als Theo van Gogh ermordet wurde”, die in Nederland in 2007 door de KRO is uitgezonden. Pagina 1 van 2 Het handelen van de AIVD tot en met 2 november 2004, de dag waarop Theo van Gogh werd vermoord, is door de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) uitputtend onderzocht. Gezien de grote maatschappelijke impact van deze gebeurtenis en de vragen die er kennelijk nog leven over het handelen van de AIVD in dezen na 2 november 2004, zal de CTIVD gevraagd worden ook dit te onderzoeken. De nadere inrichting van het onderzoek zal, met in achtneming van haar onafhankelijke positie, met de CTIVD worden vastgesteld. Over het resultaat hiervan wordt uw Kamer zo snel mogelijk geïnformeerd. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Datum 9 oktober 2014 Kenmerk 2014-0000541704 De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dr. R.H.A. Plasterk Pagina 2 van 2
© Copyright 2024 ExpyDoc