Cobra in Katwijk – Een interview met Marc Barendse Marc Barendse (Katwijk, 1972) had al sinds zijn zestiende de intentie om kunstenaar te worden. Je zou kunnen zeggen dat zijn kunstcarrière startte in midden jaren ’80, toen hij als jonge jongen met de graffitispuitbus op de muren van Katwijk (legaal) zelfbedachte creaties aanbracht. Nu woont en werkt hij er als autodidact kunstenaar op nog geen honderd meter afstand van strand en zee en vult het maken van kunst zijn leven. Hij zegt altijd met kunst bezig te zijn: ‘Ik heb een grote drang om iets te creëren en maak kunst omdat het van binnenuit moet: bij mij heerst een grote intrinsieke motivatie’, aldus Marc. Bij het zetten van de eerste stap in het atelier van Marc lijkt het alsof je de ruimte van een van de Cobra- kunstenaars binnentreedt: in de werkruimte van Karel Appel, Corneille of Constant. In zijn knusse atelier staan tientallen doeken uitgestald waarop fantasierijke vormen met een kleurrijk pallet op het oppervlak zijn aangebracht. Een terugkomend motief is een mens- of dierfiguur dat op een schetsmatige manier met snelle lijnen op een vaak bonte achtergrond is geschilderd. Hier en daar is een stip of streep op de achtergrond geschilderd, details zijn verder weinig aanwezig. Een vleugje humor en een bepaalde primitiviteit echter volop. Het zijn deze kenmerken waardoor een link met de Cobra-beweging snel kan worden gelegd. En dit blijkt te kunnen kloppen. Zijn grootste inspiratiebron is namelijk Anton Rooskens (1906-1976)), een van de leden van de Cobra-beweging. Marc put niet alleen inspiratie uit werk van andere kunstenaars voor de vormentaal of het afbeeldende, maar laat zich meer inspireren door de manier waarop dat is gebeurd. Zo blijkt ook uit een van zijn andere inspiratiebronnen, de neo-expressionistische kunstenaar Jean-Michel Basquiat. De manier waarop deze Amerikaanse kunstenaar met verschillende lagen verf werkt, waarbij hij de kleuren en soms zelfs de voorstellingen over elkaar heen legt, zie je duidelijk terugkomen op de doeken van Marc. Ook put hij inspiratie uit graffiti, met voornamelijk de ‘throw up style’. Een stijl waarbij de verf in twee lagen wordt aangebracht: ten eerste een kleurvlak en vervolgens daaroverheen de vormen. De vormen ontstaan bij Marc tevens doordat hij eerst kleurvlakken schildert om de compositie te bepalen, om vervolgens met snelle, grove strepen over dat reeds geschilderd oppervlak fijnere lijnen aan te brengen waardoor er herkenbare vormen ontstaan. Enkel de kleuren van de compositie heeft Marc vooraf gemengd en dus bepaald. Nooit heeft hij van tevoren een beeld van wat er op het doek moet komen te staan en hoe het doek eruit moet komen te zien. Met de grote wil om iets te maken (‘creëren is geen keuze, ik moet op bijna dagelijkse basis iets maken’) ontstaat bij hem vanzelf het eindresultaat. Vanzelfsprekend wordt door deze werkwijze bij het zien van zijn kunst al gauw connecties gelegd met andere kunstenaars. In relatie tot dit vertelt Marc: ‘Ik neem een beetje Rooskens, graffiti en meng het met Basquiat, Appel en Saura. Dat mensen soms vinden dat mijn werk op ander werk lijkt kan dus kloppen, maar wat ze vaak niet weten is dat de kunstenaar waar naar zij refereren vaak ook al “leende” van ander kunstenaars. Door het mengen van verschillende stijlen en kunsttechnieken ontstaat een innovatie en laat Marc deze stromingen en kunstenaars op een verfrissende manier herleven door ze in een nieuw eigen jasje te stoppen. Marc vertelt met een enorm enthousiasme over zijn kunst, maar geeft toe dat hij het moeilijk vindt om een pakkend verhaal bij zijn kunstwerken te vertellen. De vormen spreken voor zich, titels ontbreken in eerste instantie en vooral het esthetische is waar het bij zijn werken om draait. De illustraties bij deze folder zijn (gekleurd)papier collages op mdf met outlines van Oost-Indische inkt met een geïntegreerde lijst. Meer info over MARC en zijn kunst? Kijk dan op: www.marcunlimited.com Voor aankopen 06 4161 04 08 Een interview met: MARC EXPO SANQUIN GOUDA 1-1-14/31-3-14
© Copyright 2024 ExpyDoc