Montagehandleiding Sonorex Geluid- en Brandschotten

Verwerkingsvoorschriften Sonorex® Brand- en Geluidschotten [rev.04]
Inhoudsopgave
1. Benodigde hulpmiddelen
2. Verwerkingsvoorschrift
Blad 1
Blad 2
Sonorex® Geluidschotten
21dB – 22dB – 23dB – 27dB – 31dB – 33dB
3. Verwerkingsvoorschrift
Blad 3
Sonorex® Brand- en Geluidschotten
23/30 - 33/45 - 33/60
4. Verwerkingsvoorschrift
Blad 4
Sonorex® dB Geluidschotten
35dB - 38dB - 40dB – 42dB - 44dB - 45dB - 47dB
1.
Benodigde Hulpmiddelen
- Isolatiemes
- Handzaag
- Decoupeerzaag
- Sonorex® Tape
- Sonorex® Easy Mass Folie
- Sonorex® Stopwol
- Sonorex® borgpennen
- Brandwerende lijm (Leverancier Insulation Solutions)
- Meetgereedschappen
woensdag 11 november 2014
1
Verwerkingsvoorschriften Sonorex® Brand- en Geluidschotten [rev.04]
2.
Verwerkingsvoorschrift Sonorex® Geluidschotten
21dB – 22dB – 23dB – 27dB – 31dB – 33dB
Verwerking:
Meet de Sonorex® Geluidschotten ruimend in, zodat deze klemmend tussen de scheidingswand en
de bovenliggende constructie kunnen worden aangebracht. De Sonorex® schotten eventueel ter
plaatse op maat snijden met een isolatiemes. Zet de onderkant van het schot in het bandraster en/of
T-profiel en kantel het schot in zijn uiteindelijke positie. Hierbij moet het schot kiervrij aansluiten op
de bovenliggende constructie. Het volgende schot stuitend tegen het voorgaande schot plaatsen en
goed aandrukken om de onderlinge kieren te voorkomen. Ophangconstructies zoals Snel- of Nonius
hangers dienen volledig te zijn afgedekt door het Sonorex® Schot. Randen en kieren rondom het
Sonorex® schot dienen te worden opgevuld met Sonorex® stopwol en vervolgens te worden
afgewerkt met Sonorex® tape. Tevens adviseren wij de naden van het Sonorex® schot enkelzijdig af
te tapen voor een nette esthetische afwerking.
Doorvoeringen:
Doorvoeringen in de Sonorex® Geluidschotten dienen in de eerste plaats zoveel mogelijk te worden
voorkomen, aangezien deze kunnen leiden tot geluidslekken in de constructie. De opgegeven
geluidsisolatiewaarden van de Sonorex barrières kunnen afwijken indien er sparingen zijn
opgenomen in het geluidschot. Om geluidslekken zoveel mogelijk te beperken adviseren wij om de
sparingen als volgt af te werken:
a) Bij doorvoeringen het schot op maat snijden met een isolatiemes. Randen en kieren rondom de
kanalen, leidingen en goten dienen te worden voorkomen. Indien de kier niet groter is dan 1cm
dient deze strak te worden opgevuld met Sonorex® stopwol, en vervolgens afgewerkt te worden
met Sonorex® tape. Bij kieren groter dan 1 cm dient de doorvoering in een nieuw schot te worden
aangebracht, omdat anders de geluidsisolatie niet kan worden gewaarborgd.
b) Kabelgoten die door de Sonorex® Geluidschotten gevoerd worden, dienen na plaatsing gedicht te
worden. Na het aanbrengen van de bekabeling dient de overgebleven ruimte tussen de kabelgoot
en de Sonorex® schot volledig opgevuld te worden met Sonorex® stopwol en vervolgens
afgewerkt te worden met Sonorex® tape.
De Sonorex producten zijn getest volgens de, in het productblad, vermelde normen. Voor vragen
over het toepassingsgebied, maatvoering, maatwerk (sparingen), doorvoeringen en aansluitingen
adviseren wij u contact met ons op te nemen.
woensdag 11 november 2014
2
Verwerkingsvoorschriften Sonorex® Brand- en Geluidschotten [rev.04]
3.
Verwerkingsvoorschrift Sonorex® Brand- en Geluidschotten
23/30 - 33/45 - 33/60
Verwerking:
Meet de Sonorex® Brand- Geluidschotten ruimend in, zodat deze klemmend tussen de
scheidingswand en de bovenliggende constructie kunnen worden aangebracht. De Sonorex®
schotten eventueel ter plaatse op maat snijden met een isolatiemes. Zet de onderkant van het schot
in het bandraster en kantel het schot in zijn uiteindelijke positie. Hierbij moet het schot kiervrij
aansluiten op de bovenliggende constructie. Het volgende schot stuitend tegen het voorgaande
schot plaatsen en goed aandrukken om de onderlinge kieren te voorkomen. De Sonorex schotten
dienen onderling, en bij de aansluiting met de bovenliggende bouwkundige constructie, te worden
verlijmd met brandwerende lijm (Leverancier Insulation Solutions) en vervolgens aan beide zijden te
worden afgewerkt met Sonorex® tape. Ophangconstructies zoals Snel- of Nonius hangers dienen
volledig te zijn afgedekt door het Sonorex® Brand- en Geluidschot. Randen en kieren rondom het
Sonorex® schot dienen te worden opgevuld met Sonorex® stopwol en vervolgens te worden
afgewerkt met Sonorex® tape.
Doorvoeringen Brandwerend:
Voor het afwerken van doorvoeringen in brandscheidingen (leidingen, kabelgoten en dergelijke)
verwijzen wij naar de brandwerende doorvoeringen en montagehandleiding van Promat. Deze zijn
op uw verzoek verkrijgbaar bij Insulation Solutions. De materialen voor het maken van deze
doorvoeringen zijn eveneens verkrijgbaar bij Insulation Solutions.
Doorvoeringen Geluid:
Doorvoeringen in de Sonorex® Geluidschotten dienen in de eerste plaats zoveel mogelijk te worden
voorkomen, aangezien deze kunnen leiden tot geluidslekken in de constructie. De opgegeven
geluidsisolatiewaarden van de Sonorex barrières kunnen afwijken indien er sparingen zijn
opgenomen in het geluidschot. Om geluidslekken zoveel mogelijk te beperken adviseren wij om de
sparingen als volgt af te werken:
a) Bij doorvoeringen het schot op maat snijden met een isolatiemes. Randen en kieren rondom de
kanalen, leidingen en goten dienen te worden voorkomen. Indien de kier niet groter is dan 1cm
dient deze strak te worden opgevuld met Sonorex® stopwol, en vervolgens afgewerkt te worden
met Sonorex® tape. Bij kieren groter dan 1 cm dient de doorvoering in een nieuw schot te worden
aangebracht, omdat anders de geluidsisolatie niet kan worden gewaarborgd.
b) Kabelgoten die door de Sonorex® Geluidschotten gevoerd worden, dienen na plaatsing gedicht te
worden. Na het aanbrengen van de bekabeling dient de overgebleven ruimte tussen de kabelgoot
en de Sonorex® schot volledig opgevuld te worden met Sonorex® stopwol en vervolgens
afgewerkt te worden met Sonorex® tape.
De Sonorex producten zijn getest volgens de, in het productblad, vermelde normen. Voor vragen
over het toepassingsgebied, maatvoering, maatwerk (sparingen), doorvoeringen en aansluitingen
adviseren wij u contact met ons op te nemen.
woensdag 11 november 2014
3
Verwerkingsvoorschriften Sonorex® Brand- en Geluidschotten [rev.04]
4.
Verwerkingsvoorschrift Sonorex® dB Geluidschotten
35dB – 38dB – 40dB – 42dB – 44dB – 45dB – 47dB
Verwerking:
Meet de Basisplaat Sonorex® ruimend in, zodat deze klemmend tussen de scheidingswand en de
bovenliggende constructie kunnen worden aangebracht. De Sonorex® schotten eventueel ter plaatse
op maat snijden met een isolatiemes. Zet de onderkant van het schot in het bandraster en/of Tprofiel en kantel het schot in zijn uiteindelijke positie. Hierbij moet het schot kiervrij aansluiten op de
bovenliggende constructie. Het volgende schot stuitend tegen het voorgaande schot plaatsen en
goed aandrukken om de onderlinge kieren te voorkomen.
Ophangconstructies zoals Snel- of Nonius hangers dienen volledig te zijn afgedekt door het Sonorex®
Schot. Randen en kieren rondom het Sonorex® schot dienen te worden opgevuld met Sonorex®
stopwol en vervolgens te worden afgewerkt met Sonorex® aluminiumtape. De type’s 35 dB, 38 dB,
42dB en 40 dB hierna eenzijdig beplakken met zelfklevende Sonorex Easy Mass Folie®, en de type’s
44 dB, 45 dB en 47 dB tweezijdig beplakken met zelfklevende Sonorex Easy Mass Folie® volgens
onderstaand voorschrift:
De Sonorex® Easy Mass Folie aan de onderzijde strak tegen de aansluiting van het bandraster en/of
T-profiel plaatsen. Aan de bovenzijde de Sonorex® Easy Mass Folie stuikend monteren tegen de
bouwkundige constructie. De verticale naden van de Sonorex® Easy Mass Folie dienen versprongen
te worden aangebracht ten opzichte van de verticale naden van de Sonorex® schotten. De verticale
naden van de Sonorex® Easy Mass Folie mogen dus niet op de verticale naden van de Sonorex®
schotten worden gesitueerd. Tenslotte adviseren wij de naden van de Sonorex® Easy Mass Folie af te
tapen voor een nette esthetische afwerking. Het aftapen van de Easy Mass folie is echter niet
noodzakelijk.
De Sonorex® Easy Mass Folie is zelfklevend. Wij adviseren echter om de folie te borgen vanwege
eventuele werkzaamheden welke in een later stadium door derden in het plenum worden
uitgevoerd. Tevens voorkomt borging het eventueel loslaten van de Sonorex® Easy Mass Folie in een
later stadium en garandeert het tevens de kwaliteit van geluidschotten. De borgpennen voor het
bevestigen van de massafolie hebben geen negatieve invloed op de geluidsisolatie van het
betreffende Sonorex geluidschot.
Doorvoeringen:
Doorvoeringen in de Sonorex® Geluidschotten dienen in de eerste plaats zoveel mogelijk te worden
voorkomen, aangezien deze kunnen leiden tot geluidslekken in de constructie. De opgegeven
geluidsisolatiewaarden van de Sonorex barrières kunnen afwijken indien er sparingen zijn
opgenomen in het geluidschot. Om geluidslekken zoveel mogelijk te beperken adviseren wij om de
sparingen als volgt af te werken:
a) Bij doorvoeringen het schot op maat snijden met een isolatiemes. Randen en kieren rondom de
kanalen, leidingen en goten dienen te worden voorkomen. Indien de kier niet groter is dan 1cm
dient deze strak te worden opgevuld met Sonorex® stopwol, en vervolgens afgewerkt te worden
met Sonorex® tape en Sonorex Easy Mass folie. Bij kieren groter dan 1 cm dient de doorvoering in
een nieuw schot te worden aangebracht, omdat anders de geluidsisolatie niet kan worden
gewaarborgd.
b) Kabelgoten die door de Sonorex® Geluidschotten gevoerd worden, dienen na plaatsing gedicht te
worden. Na het aanbrengen van de bekabeling dient de overgebleven ruimte tussen de kabelgoot
en de Sonorex® schot volledig opgevuld te worden met Sonorex® stopwol en vervolgens
afgewerkt te worden met Sonorex® tape en Sonorex® tape en Sonorex Easy Mass folie.
De Sonorex producten zijn getest volgens de, in het productblad, vermelde normen. Voor vragen
over het toepassingsgebied, maatvoering, maatwerk (sparingen), doorvoeringen en aansluitingen
adviseren wij u contact met ons op te nemen.
woensdag 11 november 2014
4