GEMEENTERAAD ZITTING VAN 23 SEPTEMBER 2014 Aanwezig: Simon Lagrange, burgemeester, Sophie Delaere, Olivier Peirs, Michaël Vandemeulebroecke, Michaël Devriendt, Frederic Hesters en Linda Detailleur, schepenen, Philippe Van Steenberghe, Henk Heyerick, Hendrik De Waele, Tony Boeckaert, Herman De Vos, Ugo Den Tandt, Stijn Van de Wiele, Luc Millecamps, Sally Cosijns, Lieven Lippens, Monique De Smet, Christophe Menu, Pieter Verhalle, Geraldine Van Den Weghe, Tania Verpraet, Ward Baeten en Sam De Waele, raadsleden, Annabel Van Poucke, voorzitter en Sylvie Bohez, secretaris. De voorzitter verklaart de zitting voor geopend om 19.30 uur. Raadslid Marc Devlieger is afwezig. De agenda wordt aangevangen. --------------------------------------- Agendapunt nr.1: GOEDKEUREN NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN 26 AUGUSTUS 2014. DE GEMEENTERAAD Gelet op artikel 36 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, vastgesteld in de gemeenteraad van 29 januari 2013 waardoor de notulen van de vorige vergadering samen met de oproepingsbrief ter beschikking gesteld werden van de raadsleden via het extranet. Overwegende dat er geen bezwaren werden ingebracht over deze notulen; Gelet op de tussenkomst van raadslid Sally Cosijns die zich wenst te onthouden gezien zij verontschuldigd was voor de zitting van de gemeenteraad van 26 augustus 2014; De voorzitter roept op tot stemming over de goedkeuring van de notulen van 26 augustus 2014. De stemming geeft de volgende uitslag: 24 stemmen voor 1 onthouding BESLUIT: De notulen van de gemeenteraad van 26 augustus 2014 wordt goedgekeurd. --------------------------------------Raadslid Marc Devlieger komt de zaal binnen en neemt deel aan de vergadering. 1 --------------------------------------- Agendapunt nr.2: VOORLOPIGE AANNEMING VAN HET RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN (RUP 25) “VIJVERMAN”. DE GEMEENTERAAD Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening d.d. 15 mei 2009 Gelet op het positief planologisch attest van Vijverman bij gemeenteraadsbesluit d.d. 22 november 2012, waarbij tevens het principebesluit werd genomen tot opmaak van een RUP “Vijverman”, Gelet op het gunningsbesluit van het college van burgemeester en schepenen d.d. 17 december 2012, waarbij Veneco², Port Arthurlaan 11 te 9000 Gent werd aangesteld als studiebureau, Gelet op de herneming van het positief planologisch attest van Vijverman bij collegebesluit d.d. 10 januari 2013, Overwegende dat : - het bedrijf volledig vergund is, - de schaal van het bedrijf en haar uitbreidingswensen in verhouding staan tot de nabijgelegen industriezone, omgevende bebouwing en ingebufferd worden t.o.v. het aanpalend open ruimtegebied, - de uitbreiding niet leidt tot een ander mobiliteitsprofiel, - de ontwikkelingsperspectieven in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan inzake zonevreemde bedrijven worden toegepast, Gelet op het besluit van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, de heer Dirk Van Mechelen, de dato 18 maart 2004 waarbij het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Zulte, zoals definitief vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad de dato 27 november 2003, werd goedgekeurd mits uitsluiting van enkele zinsneden, Gelet op het gunstig advies van de Gecoro d.d. 25 november 2013, Overwegende dat: - het RUP 25 “Vijverman” besproken werd tijdens een plenaire vergadering op 17 januari 2014, waarbij een voorwaardelijk positief advies werd verleend, Gelet op de voorgebrachte memorie van toelichting, de stedenbouwkundige voorschriften, het plan van de bestaande toestand en het bestemmingsplan, opgemaakt door ruimtelijk planner Annelies Declercq, van de intercommunale Veneco², Port Arthurlaan 11 te 9000 Gent, Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Olivier Peirs; Gelet op de tussenkomst van raadslid Henk Heyerick die stelt tevreden te zijn met de vaststelling dat het RUP de fase van voorlopige aanneming bereikt heeft. Op deze manier wordt rechtszekerheid geboden en wordt de verankering van het bedrijf in onze gemeente bevestigd. De CD&V-fractie steunt dan ook volmondig het dossier. 2 Met algemene stemmen; BESLUIT : Artikel 1: Het ruimtelijk uitvoeringsplan, RUP 25 “Vijverman”, bestaande uit de memorie van toelichting, de stedenbouwkundige voorschriften, het plan van de bestaande toestand en het bestemmingsplan, wordt voorlopig aanvaard. Artikel 2: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met het door het decreet voorgeschreven openbaar onderzoek. --------------------------------------- Agendapunt nr.3: AANPASSING VAN POLITIEREGLEMENT M.B.T. OCCASIONELE WARMTEBRONNEN OP VLOEIBAAR GEMAAKTE PETROLEUMGASSEN, AARDGAS EN/OF ELEKTRICITEIT EN VAN HET ADDENDUM M.B.T. FOTOVOLTAISCHE ZONNE-ENERGIESYSTEMEN. TOEVOEGING VAN VOORSCHRIFTEN M.B.T. TERRASVERWARMERS DE GEMEENTERAAD Gelet op de goedkeuring in de gemeenteraad van 24 mei 2012 van de politieverordening veiligheidsmaatregelen bij occasionele installaties met vloeibaar gemaakt petroleumgassen, aardgas en/ of elektriciteit en van het addendum m.b.t. fotovoltaïsche zonneenergiesystemen; Gelet op het feit dat er de voorbije jaren een enorme toename is van het gebruik van terrasverwarmers in horecazaken, bij evenementen, ….; Gelet op het feit dat het noodzakelijk is met het oog op de openbare veiligheid en in het bijzonder de brandveiligheid om specifieke bepalingen die met het gebruik van terrasverwarmers in publiek toegankelijke plaatsen betrekking hebben op te nemen in het bestaande reglement; Gelet op de besprekingen tijdens de diverse technische commissies van de Brandweerzone Centrum; Gelet op de beslissing van het beheerscomité van Brandweerzone Centrum in zitting van 17 juni 2013; Gelet op de afspraak om binnen de brandweerzone Centrum uniforme reglementen te gebruiken in alle gemeenten van de brandweerzone; Gelet op de brief d.d. 30 juli 2014 waarbij de brandweercommandant vraagt naar de aanpassing van reglement occasionele warmtebronnen; Overwegende dat verzocht wordt om het dossier te agenderen voor de gemeenteraad van september 2014; Gelet op de toelichting ter zitting door de burgemeester; Met algemene stemmen; 3 BESLUIT: Artikel 1: Het politiereglement houdende veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van occasionele installaties met vloeibaar gemaakte petroleumgassen, aardgas en/of elektriciteit wordt als volgt aangepast (aanpassingen aangeduid in het geel) met ingang van 1 oktober 2014: Deel 1: Toepassingsgebied Deze verordening is van toepassing op volgende installaties gebruikt in publiek toegankelijke plaatsen zonder onderscheid of deze installatie zich bevindt op openbaar- of op privéterrein, in open lucht of in een inrichting : - occasionele installaties met gas en/of elektriciteit - terrasverwarmers. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: Occasionele installaties - tijdelijke installaties met gas en/of elektriciteit die ten hoogste 6 maanden op eenzelfde plaats gevestigd blijven - voorbeelden ( niet-limitatieve opsomming ) kip aan ’t spit, pannenkoekenkraam, pittakraam, hamburgerkraam, marktwagen, tijdelijke keukens, enz. Terrasverwarmers: Vast gemonteerde en/of tijdelijk opgestelde verwarmingstoestellen die bedoeld zijn om de buitenlucht op te warmen (zoals warmtestralers, infraroodstralers, patioheaters, …) en ongeacht of deze op elektriciteit, aardgas of vloeibaar gemaakte petroleumgassen werken. Batterij van gasflessen Twee of meer glasflessen of ten minste twee groepen van gasflessen die onderling verbonden zijn Binnenleiding De leidingen die de uitlaat van de dienstkraan verbinden met de ingang van het (de) verbruikstoestel(en) DN Symbool voor nominale diameter uitgedrukt in mm. Eerste ontspanner Verlagen van de uitgangsdruk van het opslagrecipiënt door middel van een drukregelaar (ontspanner) die de druk van de gasfles of de flessenbatterij in één bewerking reduceert naar de nominale werkdruk van het verbruikstoestel(zoals op de kenplaat vermeld door de fabrikant) Gasfles Recipiënt voorzien van een dienstkraan en bestemd om vloeibaar gemaakt petroleumgas te bevatten Gasinstallatie Het geheel van de binnenleiding en de aangesloten verbruikstoestellen inbegrepen de voorzieningen die nodig zijn voor een goede en veilige werking van deze toestellen, met name de toevoer van de verbrandingslucht, de ventilatie en de afvoer van de verbrandingsproducten Hoogste werkdruk ( MOP-Maximum Operating Pressure ) Hoogste druk in een leiding geëxploiteerd overeenkomstig de wettelijke bepaling 4 Knelfitting en toebehoren Fitting of toebehoren waarbij de verbinding verwezenlijkt wordt door het samendrukken van een metalen knelring op de buitenwand van de buis bij middel van een aangepaste losse moer. Leidingen Het geheel van buizen en toebehoren. De toebehoren omvatten de verbindingen, de kranen, de drukregelaars en de controletoestellen. LPG Engelse letterwoord voor “liquefied petroleum gas”,vloeibaar gemaakt petroleumgas. Omschakelaar Al dan niet automatisch werkende inrichting die de koppeling toelaat bij het gebruik van meerdere gasflessen en daarbij de omschakeling van de gastoevoer mogelijk maakt van de ene naar de andere fles of flessenbatterij. Ontspannen gas Gas waarvan de max. druk na ontspanning 5 bar is. Ontspanning Bij middel van een drukregelaar verlagen van de inlaatdruk naar een begrensde uitlaatdruk. Persfitting en toebehoren Fitting of toebehoren in koper uitgerust met een elastomeren o-ring die op een niet demonteerbare wijze op de buitenwand van de koperen buis samengedrukt wordt. Sectioneerkraan Kraan die toelaat een gedeelte van de installatie af te zonderen Stopkraan Kraan van de installatie, die onmiddellijk voor een verbruikstoestel geplaatst is Tweede ontspanning Verlagen van de uitgangsdruk van de 1ste drukregelaar naar de werkdruk van de verbruikstoestellen door middel van een drukregelaar die de uitgangsdruk van de 1ste drukregelaar reduceert naar de werkdruk van de verbruikstoestellen. Verbruikstoestel Met gas gevoed toestel dat op de binnenleiding is aangesloten De toestellen worden gerangschikt -in typen, volgens de uitvoering van de afvoer van de verbrandingsproducten en de verbrandingsluchttoevoer -in categorieën volgens het (de) gebruikte gas(sen) Type RHT- weerstand tegen hoge temperatuur Het in staat zijn van een leidingonderdeel, toestel of verbinding om bij blootstelling aan een thermisch programma, zijn dichtheid te behouden Deel 2: Veiligheidsvoorschriften voor installaties op basis van elektriciteit. Algemeen 1.1 De volledige elektrische installatie met al zijn verbruikers moet voldoen aan de algemene bepalingen en richtlijnen opgenomen in het Algemeen Reglement op de 5 Elektrische Installaties(AREI). 1.2 De volledige elektrische installatie moet gekeurd worden door een Externe Dienst voor Technische Controle (EDTC) en dit volgens de periodiciteit opgenomen in het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI). Met uitzondering van één tijdelijke installatie welke aangesloten wordt op een huishoudelijke installatie door middel van een verlengsnoer met maximale lengte van 50 meter op één stopcontact. Deze huishoudelijke installatie moet beveiligd zijn door een automatische differentieelschakelaar van maximum 300m Ampère én een zekering van maximum 16 Ampère of een automaat van 20 Ampère. Deze tijdelijke installatie moet niet gekeurd worden door een EDTC. 1.3 De inplanting van de warmte -en/of verlichtingsbronnen moet zodanig zijn dat geen brandgevaar kan ontstaan. De verlichtingseenheden mogen niet met papier- of ander brandbaar materiaal worden omwikkeld. 1.4 De elektrische bekabeling moet op degelijke wijze worden geïsoleerd en mag enkel aan kramen, tenten, woonwagens of andere voertuigen en constructies worden bevestigd door middel van isolerend en onbrandbaar materiaal. 1.5 Een positief keuringsverslag van EDTC moet overgemaakt worden aan de brandweerpost Deinze, vóór de ingebruikname van de volledige installatie en zijn verbruikers. 1.6 Eventueel voorkomende bemerkingen moeten weggewerkt worden voor de gebruikname van de volledige installatie en zijn verbruikers. Deel 3: Veiligheidsvoorschriften voor installaties op basis van vloeibaar gemaakte petroleumgassen en aardgas. 3.1. Algemeen 3.1.1 De normen NBN D 51-003, NBN D 51-004 (voor aardgas) en NBN D 51-006 (voor LPG) blijven onverminderd van toepassing. 3.1.2 Het is verboden een verbruikstoestel te voeden vanuit een recipiënt dat ook gebruikt wordt voor het aandrijven van een motor. 3.1.3 De installatie dient voor de 1ste ingebruikstelling en daarna jaarlijks gecontroleerd te worden door een EDTC op dichtheid en conformiteit met de geldende normen. Een positief keuringsverslag moet overgemaakt worden aan de brandweerpost Deinze. 3.1.4. Ieder verbruikstoestel moet: - een CE-markering bezitten. - bestemd zijn voor België. - ontworpen zijn voor de gassen van de 2de ( aardgassen ) of 3de familie (vloeibaar gemaakte petroleumgassen ). - geschikt zijn voor de aanwezige toevoer van verbrandingslucht en geschikt zijn voor het aanwezige afvoerkanaal voor de verbrandingsproducten. 3.1.5 Eventueel voorkomende inbreuken moeten weggewerkt worden voor de ingebruikname van de installatie. 3.1.6 De installatie moet door een vakbekwaam persoon worden uitgevoerd. 3.2 Vloeibaar gemaakte petroleumgassen ( butaan, propaan, LPG- gassen) 6 3.2.1 Gasflessen - Volle flessen moeten voorzien zijn van een zegel, die geplaatst is aan de uitgang van de kraan en die identificeerbaar is door de vermelding van de code van het vulcentrum dat de vulling heeft verzekerd. - Elke fles moet geëtiketteerd zijn. Op het etiket dient de naam van de verdeler te staan, de hoeveelheid gas en de benaming van het gas. - De datum van de laatste fleskeuring dient aanwezig te zijn op de gasfles (afhankelijk van het type is dit 10 of 15 jaarlijks). 3.2.2 Opslag van gasflessen - De recipiënten moeten in open lucht worden geplaatst. Zij mogen evenwel in een daartoe voorziene “afgesloten” ruimte worden geplaatst (vb. marktkraam, technische ruimte) indien er een onderverluchting is voorzien over 2 % van de oppervlakte van de bodem met een minimum van 100 cm². - De recipiënten moeten opgeslagen worden in een gasflessenkast voor buitenopstelling van gasflessen. Zo worden de flessen fysisch en visueel afgesloten van het publiek. - De recipiënten moeten door het gebruik van een gasflessenkast beschut zijn tegen de inwerking van de zonnestralen of de inwerking van iedere andere warmtebron. - De recipiënten moeten "staande” gestockeerd worden. Voldoende voorzorgsmaatregelen tegen omkantelen moeten worden genomen. - De lege flessen moeten fysisch gescheiden worden van de volle flessen. - Enkel de daghoeveelheid van maximum 130 kg gas mag aanwezig zijn in de inrichting, met uitzondering van de vaste LPG-installaties. - De lege recipiënten mogen maximaal 24 uur in de inrichting gestockeerd worden. - De recipiënten mogen niet geworpen of hardhandig gehanteerd worden. - Na het gebruik en vóór alle vervoer, moeten alle recipiënten (ook de lege) luchtdicht gesloten worden. - De recipiënten dienen op minstens 3 meter afstand te staan van kelderopeningen, rioolmonden en andere lager gelegen delen zodanig dat ontsnapte gassen zich niet kunnen verzamelen. - De recipiënten en zijn verbruikers moeten op minimum 4 meter staan van de beglaasde gevel(s) van de omliggende gebouwen. 3.2.3 Vullen van recipiënten - Het vullen van verplaatsbare recipiënten met een inhoudsvermogen van minder dan 300 liter mag alleen gebeuren in inrichtingen speciaal ontworpen en uitgerust voor deze activiteit. - Verplaatsbare recipiënten, tankwagens inbegrepen, mogen niet aangewend worden voor het vullen met vloeibaar handelspropaan, vloeibaar handelsbutaan of LPG, van om het even welk recipiënt met een inhoudsvermogen dat groter is dan 1 liter en kleiner dan 300 liter. 3.2.4 Ontspanner - De ontspanner moet geschikt zijn voor het aangewende gas. - Het is verboden een ontspanner te verwarmen door middel van een vlam. - De eerste ontspanner bevindt zich steeds op het gasrecipiënt. Uitzondering: batterijinstallaties cfr 3.2.6 ) - Bij gebruik van meerdere verbruikstoestellen moet er een tweede ontspanning gebeuren, ofwel een tweede ontspanner voor ieder verbruikstoestel, ofwel een algemene ontspanner voorafgegaan door een afsluitkraan. 3.2.5 Gasleidingen 3.2.5.1 Algemeen voor ontspannen gas - Vaste leidingen in staal of koper 7 Volgende verbindingen zijn toegelaten: a) gelaste verbindingen voor stalen leidingen. b) geschroefde verbindingen voor stalen leidingen met dichtingsmateriaal. c) driedelige koppeling met conische sluiting. d) hardsolderen ( smeltpunt > 450 °C ) voor koperen leidingen. e) knelfittingen voor koper tot Ø 28 mm. f) persfittingen voor koper tot Ø 28 mm (Ø 28 mm, dikte buis 1,5 mm ). De verbindingen moeten aangepast zijn aan de leidingen. - Metalen slangen RHT ( bestand tegen 670 °C ) en maximum lengte 2 m Afwijkingen Voor bv. beurzen, kramen, gebruik van gasrecipiënten in open lucht zijn langere metalen slangen type RHT ( bestand tegen 670 °C ) toegelaten mits aflevering van een conformiteitsattest van de fabrikant. - De leidingen moeten zoveel mogelijk zichtbaar geplaatst worden. - Enkel hardsoldeer- en lasverbindingen mogen ingewerkt worden. - De leidingen en toebehoren moeten gemaakt zijn volgens een code van de goede praktijk. 3.2.5.2 Algemeen voor niet-ontspannen gas ( vb. gasflessenbatterij) - Naadloze stalen buizen, koperen buizen of flexibels speciaal voor niet ontspannen gas ( = hoge druk – fabrieksklaar ). - Knelfittingen en persfittingen zijn niet toegelaten voor niet-ontspannen gas. 3.2.5.3 Aansluiten van de toestellen ( ontspannen gas ) - Metalen slangen RHT - Elastomeren slangen, lengte maximum 2 m, type ontspannen gas. • deze elastomeren slangen zijn om de 5 jaar te vervangen. • spanbanden van het geschikte type zijn toegelaten voor de verbindingen. - De leiding moet uit één ononderbroken stuk bestaan. 3.2.6 Afsluiters - Voor ieder verbruikstoestel moet er een stopkraan staan, die gemakkelijk bereikbaar is. - Bij een batterij-installatie moet een afsluiter of omschakelaar voor de eerste ontspanner geplaatst worden. Hierdoor worden de leidingen niet geledigd bij het vervangen van een lege fles door een volle fles. 3.3 Aardgas 3.3.1 Verbindingen en hulpstukken - Volgende verbindingen zijn toegelaten: a) gelaste verbindingen voor stalen leidingen b) geschroefde verbindingen voor stalen leidingen met dichtingsmateriaal c) driedelige koppeling met conische sluiting d) hardsolderen (smeltpunt > 450 °C) voor koperen leidingen e) knelfittingen voor koper tot Ø 28 mm f) persfittingen voor koper tot Ø 28 mm (Ø 28 mm, dikte buis 1,5 mm ) - De verbindingen moeten aangepast zijn aan de leidingen - Hulpstukken moeten van het type RHT (bestand tegen 670°C) zijn. 3.3.2 Leidingen - De leidingen voor vaste installaties moeten vervaardigd zijn uit staal of koper. - De leidingen moeten zoveel mogelijk zichtbaar geplaatst worden. 8 - Enkel hardsoldeer- en lasverbindingen mogen ingewerkt worden. - Bij de aftakking van de vaste installatie naar een occasioneel verbruikstoestel moet een sectioneerkraan worden geplaatst. 3.3.3 Aansluiting verbruikstoestel - Voor ieder verbruikstoestel moet een stopkraan geplaatst zijn die gemakkelijk bereikbaar is. - De aansluiting moet gebeuren met vaste leidingen, metalen slang RHT lengte maximum 2 m of elastomeren slang lengte maximum 2 m met KVBG-markering met 2 losse wartelmoeren. Deel 4: Terrasverwarmers Onverminderd de bepalingen in deel 2 en 3 hierboven, moeten terrasverwarmers voldoen aan volgende bepalingen: 4.1. Plaatsingsvoorschriften voor terrasverwarmers: 4.1.1. Terrasverwarmers moeten geplaatst worden op plaatsen waar de aangrenzende materialen op vlak van brandreactie minstens beantwoorden aan de brandklasse A2 of M2 (of een gelijkwaardige Europese brandklasse). Het is verboden om materialen die niet voldoen aan voormelde brandklasse in de onmiddellijke omgeving van terrasverwarmers te plaatsen. 4.1.2. De plaatsing van terrasverwarmers mag de evacuatie niet bemoeilijken. Kabels dienen zo aangebracht te worden dat struikelgevaar vermeden wordt. Losstaande terrasverwarmers moeten zo geplaatst worden dat kantelgevaar wordt vermeden. Losstaande terrasverwarmers moeten op een stabiele ondergrond en uit de wind geplaatst worden. 4.1.3. Toestellen op wielen moeten voorzien zijn van een blokkeringsysteem voor de wielen. 4.2. Voorschriften voor terrasverwarmers op aardgas en vloeibare petroleumgassen 4.2.1. Deze toestellen moeten voorzien zijn van: - een goed zichtbare gasafsluitkraan binnen handbereik, - een vlambeveiliging, waarbij de gastoevoer naar de branders automatisch wordt afgesloten van zodra de vlam uitgaat, - en een omvalbeveiliging, waarbij de gastoevoer automatisch wordt afgesloten wanneer het toestel omvalt. 4.2.2. De gaskraan moet uitgerust zijn van een “laagstand”-ontsteker, waardoor het toestel enkel kan aangezet worden bij laagstand, d.i. een stand waarbij de gastoevoer niet volledig open staat. 4.2.3. Terrasverwarmers mogen niet uitgerust zijn met voorzieningen die toelaten om de fabrieksinstellingen (bijv. de gas/luchtverhouding) te wijzigen. Deel 5: Sancties Bij elke inbreuk welk een acuut gevaar betekent voor de openbare veiligheid, wordt een tijdelijk verbod tot ingebruikname van de occasionele installatie tot het moment van hercontrole bevolen. Om de tijdelijke sluiting op te heffen, dient bij deze hercontrole aan alle voorwaarden opgenomen in het politiereglement voldaan te zijn, hetgeen wordt vermeld in een positief evaluatieverslag. 9 Artikel 2: Het politiereglement – addendum houdende veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van occasionele installaties voorzien van fotovoltaïsche zonne-energiesystemen blijft behouden: Deel 1: Toepassingsgebied Onderhavig addendum aan de bepalingen van het politiereglement dient nageleefd te worden bij het gebruik van occasionele installaties voorzien van een fotovoltaïsche zonneenergiesysteem, zonder onderscheid of deze installatie zich bevindt op openbaar- of op privéterrein, in open lucht of (deels) in een inrichting. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: 1.1 Fotovoltaïsche zonne-energiesysteem (PV-systeem) Een fotovoltaïsch systeem bestaat uit: zonnepanelen met fotovoltaïsche cellen, een omvormer (invertor) om gelijkstroom om te zetten naar wisselstroom en een groene stroommeter (wanneer het systeem wordt aangesloten op het elektriciteitsnet). Het elektrische systeem omvat aan de zijde van de zoncellen een gelijkspanningscircuit (primaire kring) en aan de zijde van de verbruiker een wisselspanningscircuit (secundaire kring). De primaire en secundaire kringen worden gescheiden door de omvormer. 1.2 Fotovoltaïsche zonnepanelen (PV-paneel) Een fotovoltaïsch zonnepaneel zet zonlicht om naar elektriciteit. Een standaard zonnepaneel bestaat uit zonnecellen die aan de voorzijde worden beschermd door een lichtdoorlatende plaat of glasplaat, met meestal aan de achterzijde een ondoorzichtige draagstructuur en beschermingplaat. Rond het paneel wordt voor de stevigheid meestal een aluminium kader bevestigd. Op de achterzijde bevindt zich een waterdichte aansluitdoos voor de elektrische kabelverbinding. Het vermogen van een paneel of module wordt uitgedrukt in Wp (Watt piek). 1.3 Brandweerschakelaar (gelijkspanningsonderbreker) Een brandweerschakelaar is een manuele gelijkspanningsonderbreker waarmee de stroomtoevoer van de panelen kan worden onderbroken, zodat de panelen worden losgekoppeld van het systeem. Deel 2: Veiligheidsvoorschriften voor fotovoltaïsche zonne-energiesystemen Algemeen 2.1 Het volledige fotovoltaïsch zonne-energiesysteem (PV-systeem) met al zijn elektrische kringen en verbruikers moet voldoen aan de algemene bepalingen en richtlijnen opgenomen in het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties(AREI). 2.2 Het volledige fotovoltaïsch zonne-energiesysteem, wisselspanning- en gelijkspanningsinstallatie, moet worden gekeurd door een Externe Dienst voor Technische Controle (EDTC) en dit volgens de periodiciteit opgenomen in het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI). 2.3 De onderdelen waarmee het fotovoltaïsch zonne-energiesysteem werd samengesteld moeten: - een CE-markering bezitten; - bestemd zijn voor België. 2.4 De fotovoltaïsche zonnepanelen en de omvormer moeten zodanig worden opgesteld, dat zij afgeschermd en onbereikbaar zijn voor het publiek, geen gevaar kunnen vormen voor de openbare veiligheid en goed bereikbaar zijn voor de brandweerdiensten en andere hulp- of nutsdiensten. 10 2.5 De omvormer (invertor) moet goed bereikbaar zijn voor de controle van de werking van het systeem, daarnaast moet de omvormer voldoende worden geventileerd om geproduceerde warmte af te voeren. De omvormer moet altijd op een droge plaats en op een minimale hoogte van 1m t.o.v. het grondoppervlak (maaiveld) worden gemonteerd. Alle nodige voorzorgen moeten zijn genomen, dat bij wateroverlast geleiders of contacten niet in contact kunnen komen met water. 2.6 De elektrische bekabeling moet op een degelijke wijze worden geïsoleerd en mag enkel aan constructies worden bevestigd door middel van isolerend en onbrandbaar materiaal. 2.7 De elektrische bekabeling van het gelijkspanningscircuit (primaire kring) moet correct zijn gedimensioneerd volgens de installatievoorschriften van de zonnepanelen en omvormers. In het bijzonder moet de gelijkspanningsbekabeling zoveel als mogelijk mechanisch worden beschermd om mogelijke vlambogen tussen de geleiders en elektrocutie van personen te voorkomen. Alle stroomvoerende leidingen en de aansluitverbindingen moeten beschikken over een dubbele of versterkte isolatie (Klasse II). 2.8 Het gelijkspanningscircuit moet zo dicht mogelijk nabij het zonnepaneel, of een string met modules, worden uitgerust met een manuele gelijkspanningsonderbreker (brandweerschakelaar). Met deze alpolige onderbreker moet het mogelijk zijn om de stroomtoevoer van de panelen naar de omvormer rechtstreeks te onderbreken, zodat de panelen zijn losgekoppeld van het systeem. Deze onderbreker moet duidelijk herkenbaar zijn en te allen tijde bereikbaar zijn voor de brandweerdiensten. De onderbreker moet worden aangeduid met een bord met de vermelding:“BRANDWEERSCHAKELAAR”. Het bord heeft de volgende kenmerken: - minimale afmetingen: 15 cm breedte x 10cm hoogte. - kleur: rode achtergrond en witte tekst. Aanvullend wordt de onderbreker aangeduid met een waarschuwingspictogram voor het aanduiden van gevaar voor elektrische spanning, conform het KB van 17-06-1997 (BS 19-9-1997): veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk. 2.9 Specificaties van de brandweerschakelaar of onderbreker zijn o.m.: de bediening van de onderbreker gebeurt met een zijbediening met hendel voorzien van een trekring, de onderbreker is een lastscheider geschikt om gelijkspanning te schakelen en het vermogen te schakelen van de respectievelijke kring, de onderbreker is voorzien van een rode behuizing. 2.10 Het wisselspanningscircuit (secundaire kring) moet beveiligd zijn door een automatische differentieelstroomschakelaar van maximum 300mA, een zekering of automaat en een aarding of volgens de installatievoorschriften eigen aan de omvormer. 2.11 Een positief keuringsverslag van EDTC moet overgemaakt worden aan de brandweerpost Deinze, voor de ingebruikname van het volledige installatie en zijn verbruikers. 2.12 Eventueel voorkomende bemerkingen moeten weggewerkt worden voor de ingebruikname van het volledige zonne-energiesysteem en zijn elektrische kringen en verbruikers. 2.13 Kleine fotovoltaïsch zonne-energiesystemen al dan niet geïntegreerd in een toestel of gelijkspanningscircuits (primaire kring) met een werkspanning tot maximaal 60V, een vermogen tot maximaal 600Wp en niet aangesloten op het distributienet, worden vrijgesteld van dit reglement. 11 Aansluiting op het distributienet 2.14 Wanneer de installatie wordt aangesloten op het distributienet moet het fotovoltaïsch zonne-energiesysteem voldoen aan de technische aansluitvoorschriften van de VREG (Vlaamse reguleringsinstantie voor de elektriciteits- en gasmarkt) en van de elektriciteitsdistributienetbeheerder. 2.15 Het aansluiten op het distributienet van een installatie met een vermogen kleiner of gelijk is aan 10 kW moet worden gemeld aan de elektriciteitsdistributienetbeheerder. Wanneer het totaal vermogen van de installatie groter is dan 10 kW mag het systeem enkel na schriftelijke toestemming op het distributienet worden aangesloten. Het vermogen (uitgedrukt in kW) is het maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) ingeval het een installatie betreft met zonnepanelen. 2.16. De volledige installatie moet altijd gekeurd zijn, en de netkoppeling gecontroleerd, door een keuringsorganisme dat wordt erkend door de elektriciteitsdistributienetbeheerder (met uitzondering van kleine installaties zie punt 2.13). 2.17. In toepassing van artikel 235 van het AREI m.b.t. de veiligheidsonderbreking, moeten de nodige schikkingen worden getroffen om terugvoeding in het wisselspanningscircuit te vermijden wanneer de installatie door verschillende bronnen wordt gevoed. Aan deze voorwaarde wordt, in het geval van autonome bronnen die geen deel uitmaken van het distributienet en die in parallel met dit net kunnen werken voldaan, indien deze, onverminderd de bepalingen van artikel 270 van het AREI, beantwoorden aan de volgende schikkingen: Voor autonome éénfasige fotovoltaïsche bronnen met een nominaal vermogen kleiner dan of gelijk aan 5 kW, moet een automatisch scheidingssysteem voorzien worden dat beantwoordt aan de volgende voorwaarden: a. bestaan uit twee in serie geplaatste elementen die ieder de ontkoppeling van de stroombaan met het distributienet bewerkstelligen. Een van de elementen verzekert een fysische scheiding door middel van een alpolige automatische lastscheidingsschakelaar; het tweede element mag, een elektronisch schakelsysteem zijn; b. verzekeren dat een galvanische scheiding tot stand komt: - binnen de 0,2 sec. wanneer: - de spanning aan de klemmen van de autonome bron kleiner is dan 80 % van de nominale netspanning; - de spanning aan de klemmen van de autonome bron groter is dan 106 % van de nominale netspanning; - de frequentieafwijking groter is dan 0,2 Hz; - binnen een tijd niet groter dan 5 sec. wanneer de voeding van het net wordt afgeschakeld of wegvalt; c. het in verbinding stellen van de autonome bron met het distributienet voorkomen wanneer de kenmerken van de spanning of van de frequentie aan de klemmen van de autonome bron buiten de onder punt b. hierboven bepaalde grenzen vallen; Voor autonome bronnen met een nominaal vermogen groter dan of gelijk aan 10 kW, moet een vergrendelbare veiligheidsonderbreking voorzien worden, permanent toegankelijk voor de distributienetbeheerder en de brandweer. Deel 3: Sancties Bij elke inbreuk welk een acuut gevaar betekent voor de openbare veiligheid, wordt een tijdelijk verbod tot ingebruikname van de occasionele installatie tot het moment van hercontrole bevolen. 12 Om de tijdelijke sluiting op te heffen, dient bij deze hercontrole aan alle voorwaarden opgenomen in de politieverordening voldaan te zijn, wat wordt vermeld in een positief evaluatieverslag. Artikel 3: Beide reglementen worden bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet. Artikel 4: Het reglement beschreven in artikel 1 treedt in werking op 1 oktober 2014. Het reglement beschreven in artikel 2 blijft behouden en is in werking sedert 1 juni 2012. Aangezien het volledig reglement hernomen wordt, wordt het gemeenteraadsbesluit d.d. 24 mei 2012 houdende goedkeuring van het politiereglement m.b.t. occasionele warmtebronnen op vloeibaar gemaakte petroleumgassen, aardgas en/of elektriciteit en van het addendum m.b.t. fotovoltaïsche zonne-energiesystemen, opgeheven. Artikel 5: Een afschrift van dit besluit overgemaakt aan : • de brandweercommandant van Deinze, Stadionlaan 24, 9800 Deinze, • de korpssecretaris van de Brandweer Gent, de heer Didier De Wulf , Botermarkt 1, 9000 Gent, • de provinciegouverneur, • het parket van de procureur des Konings, • de griffies van de rechtbank van Eerste aanleg van het arrondissement en van de Politierechtbank van het kanton, Artikel 6: Dit besluit wordt ter kennis gebracht van de provinciegouverneur door middel van de lijst overeenkomstig artikel 252 §1 van het gemeentedecreet. --------------------------------------- Agendapunt nr.4: WEGEN- EN RIOLERINGSWERKEN IN DE POSTHOORN-, MEULEBERG- EN HAARZAKSTRAAT. GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE DE GEMEENTERAAD Gelet op de princiepsbeslissing van de gemeenteraad van 26 februari 2009 voor het uitvoe-ren van wegen- en rioleringswerken in de Posthoorn-, Meuleberg- en Haarzakstraat en houdende goedkeuren van de lastvoorwaarden voor de ontwerpopdracht; Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 28 december 2009 betreffende de gunning van de ontwerpopdracht voor deze opdracht aan Grontmij Vlaande-ren nv, Meersstraat 138A te 9000 Gent; Overwegende dat in het kader van deze opdracht een bijzonder bestek met nr. 2014/053/ DOM-269/08/337-Z werd opgesteld door de ontwerper, Grontmij Vlaanderen nv, Meersstraat 138A te 9000 Gent; Overwegende dat de totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 2.340.248,55 EUR excl. btw en waarbij het gemeentelijk aandeel geraamd wordt op 716.977,84 EUR + 150.565,35 EUR (21 % btw medecontractant) = 867.543,19 EUR; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de open aanbesteding; Overwegende dat het een samengevoegde opdracht betreft waarbij TMVW optreedt in naam van de gemeente Zulte bij de gunning en de uitvoering van de opdracht; 13 Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 24; Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 2; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode 0200-00/2240007/IE14 (ACT-57) en in het budget van de volgende jaren; Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Sophie Delaere; Gelet op de tussenkomst van raadslid Christophe Menu die vraagt waarom de Telenetkabels bovengronds aanwezig blijven. Raadslid Delaere antwoordt dat Telenet de kabel gratis ondergronds legt voor zover de Eandiskabel nog bovengronds verbonden is (van paal tot paal). Is de Eandiskabel reeds ondergronds aangebracht, dan ressorteren de kosten voor het ondergronds brengen van de Telenetkabel volledig onder de gemeente. Het is niet gebruikelijk dat de gemeente in dergelijke gevallen de kosten ten laste neemt. Raadslid Menu vraagt om de meerkost te bekijken voor het ondergronds brengen van de Telenetkabel. Gelet op de tussenkomst van raadslid Stijn Van de Wiele die opmerkt dat de CD&V-fractie uitermate tevreden is dat het dossier in essentie hetzelfde gebleven is als initieel voorgesteld door de CD&V-fractie. Schepen Sophie Delaere antwoordt dat het project eigenlijk een verderzetting is van de heraanleg van de Dorpsstraat. Alleen voor de fietssuggestiestroken wordt geopteerd voor een alternatieve uitvoering die hopelijk een beter resultaat oplevert. Raadslid Menu merkt op dat in de Posthoornstraat een ander soort paaltjes worden geplaatst. Hij vraagt om het prijsverschil hiervan te kennen. Gelet op de tussenkomst van raadslid Henk Heyerick die opmerkt uitermate blij te zijn met het behoud van het principe om te opteren voor een volwaardig plein dat volledig in kleiklinkers (en niet in betonstraatstenen) wordt aangelegd. 14 Met algemene stemmen; BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. 2014/053/DOM-269 /08/337-Z en de raming voor de opdracht “Wegen- en rioleringswerken in de Posthoorn-, Meuleberg- en Haarzakstraat”, opgesteld door de ontwerper, Grontmij Vlaanderen nv, Meersstraat 138A te 9000 Gent. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 2.340.248,55 EUR excl. btw en waarbij het gemeentelijk aandeel geraamd wordt op 716.977,84 EUR + 150.565,35 EUR (21 % btw medecontractant) = 867.543,19 EUR. Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de open aanbesteding. Artikel 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode 0200-00/2240007/IE14 (ACT-57) en in het budget van de volgende jaren. --------------------------------------- Agendapunt nr.5: LEVEREN VAN EEN TWEEDEHANDSE VRACHTWAGEN MET KRAAN. GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE DE GEMEENTERAAD Overwegende dat onze Daf vrachtwagen dateert van 1992; Overwegende dat we de laatste jaren al serieus wat kosten gehad hebben aan deze vrachtwagen: sinds 2008 werd er in totaal voor - 33.790,00 EUR werken uitgevoerd door Vanthuyne uit Kruishoutem en - 41.400,00 EUR werken uitgevoerd door Van Moerkerke uit Deinze; Overwegende dat we dus gerust kunnen stellen dat het economisch niet meer verantwoord is om zoveel kosten te doen aan een vrachtwagen van 22 jaar oud; Overwegende dat in het kader van de opdracht “Leveren van een tweedehandse vracht-wagen met kraan” een bijzonder bestek met nr. 2014/078 werd opgesteld door de Dienst patrimonium en wonen; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 84.800,00 EUR + 17.808,00 EUR (21% btw) = 102.608,00 EUR; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26, § 1, 1° a (limiet van 85.000,00 EUR excl. btw niet overschreden); 15 Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 105; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 2; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode 0200-00/2430000/IE2014-3 (actie GBB-OW); Overwegende dat het voorziene krediet zal verhoogd worden bij de volgende budgetwijzi-ging; Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Sophie Delaere; Met algemene stemmen; BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. 2014/078 en de raming voor de opdracht “Leveren van een tweedehandse vrachtwagen met kraan”, opgesteld door de Dienst patrimonium en wonen. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt 84.800,00 EUR + 17.808,00 EUR (21% btw) = 102.608,00 EUR. Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsproce-dure zonder bekendmaking. Artikel 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode 0200-00/2430000/IE2014-3 (actie GBB-OW). Artikel 4: Het krediet zal verhoogd worden bij de volgende budgetwijziging. Artikel 5: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met het uitvoeren van dit besluit. 16 Artikel 6: Dit besluit zal ter kennis gebracht worden aan de gouverneur, door de lijst bedoeld in artikel 252 § 1 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005. --------------------------------------- Agendapunt nr.6: AFSCHAFFEN OVERWEGEN 40 EN 49BIS OP DE SPOORLIJN 75. GOEDKEURING PRINCIPE DE GEMEENTERAAD Gelet op de brief de dato 16 mei 2014 vanwege Infrabel waarin zij verwijzen naar het overleg tussen Infrabel en de gemeente op 3 april 2014; Overwegende dat op dit overleg de geplande aanleg van het fietspad tussen de Waalstraat en de Bokstraat besproken werd; Overwegende dat het provinciebestuur Oost-Vlaanderen zich engageert om langs de spoor-lijn 75 fietspaden aan te leggen voor een vlotte fietsverbinding tussen Zulte en Gent; Overwegende dat het toekomstige fietspad op het grondgebied van Zulte acht overwegen kruist; Overwegende dat Infrabel in het kader van de veiligheid en stiptheid in elk geval volgende overwegen wenst af te schaffen: - overweg 40 (Vossenholstraat),bij de aanleg van het fietspad tussen de Tuttegemstraat en de Meylegemstraat. De afschaffing van overweg 40 zal vermeld worden op het betreffende bouwaanvraagplan. - overweg 49bis (Zaubeekstraat), mits aanleg van het fietspad en de bouw van een fietstunnel onder de sporen ter hoogte van de Zaubeek; Overwegende dat Infrabel de gemeente vraagt om een principieel akkoord voor de afschaf-fing van de OW40 (Vossenholstraat) en OW49bis (Zaubeekstraat) zodat de procedures (bezettingsovereenkomst, bouwvergunning, ….) kunnen aangevat worden; Overwegende dat Infrabel haar volle medewerking zal verlenen aan de aanleg van het fietspad langs het spoor en slechts een symbolische bezettingsvergoeding zal aanrekenen voor het fietspad op haar domein op voorwaarde dat de overweg 40 en 40 bis definitief afgeschaft worden; Gelet op de informatievergadering met de bevolking op 28 augustus 2014 met vertegenwoordigers van Infrabel, waarop deze plannen voorgesteld werden; Overwegende dat uit deze vergadering vooral de ongerustheid over de afschaffing van de overweg in de Zaubeekstraat en de effectieve verwezenlijking van de fietserstunnel in de Zaubeekstraat naar voor komt; Overwegende dat er op de vergadering duidelijk gesteld werd dat de afschaffing van de overweg in de Zaubeekstraat pas kan na realisatie van de tunnel in de Waalstraat én na aanleg van de fietserstunnel; Overwegende dat de gemeente dit als absolute voorwaarde stelt; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; 17 Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Michaël Vandemeulebroecke die stelt dat de overwegen Zaubeekstraat (1) en Vossenholstraat (2) in principe en op termijn zullen sluiten en dit na realisatie van de ondertunneling in de Waalstraat, de realisatie van de fietstunnel ter hoogte van de Zaubeekstraat (1) en na de realisatie van het fietspad lange afstand langs het spoor.(2) De gemeente heeft een aantal voorwaarden aan de sluiting van de overwegen gekoppeld. In overleg met Infrabel werd beslist om met betrekking tot de overweg aan de Zaubeekstraat niet louter het oud koninklijk besluit tot sluiting uit te voeren maar de sluiting te onderwerpen aan de actueel gangbare procedure die onder meer bestaat uit een infovergadering en een openbaar onderzoek dat gevoerd wordt na de indiening van bouwaanvraag. Omtrent dit agendapunt ontving de gemeente de afgelopen week een vraag van een aanpalend eigenaar in Zaubeekstraat. Deze vraag kan vandaag niet door de aanvrager ter zitting behandeld worden aangezien de wettelijke termijn van 14 dagen (“De inwoner(s) richten hiertoe minstens 14 kalenderdagen vóór de dag van de vergadering een schriftelijke aanvraag…”) niet gerespecteerd kan worden. Het bestuur is evenwel bereid om de vraag inhoudelijk mee te nemen. De aanvrager verzoekt de gemeente om de beslissing omtrent het principieel akkoord tot sluiting van de overweg aan de Zaubeekstraat uit te stellen tot het ogenblik waarop de resultaten van de verkeersleefbaarheidstudie gekend zijn (dus de impact van de sluiting op het verkeer). Het bestuur heeft veel begrip voor de vraag van de betrokken eigenaar. Anderzijds mag de verdere aanleg van het fietspad langs het spoor niet in het gedrang komen. Daarom wordt voorgesteld om het principieel akkoord niet uit te stellen maar om een bijkomende voorwaarde op te nemen in besluit, nl. dat de mogelijke impact van de sluiting van de overweg aan de Zaubeekstraat mee onderworpen wordt aan de verkeersleefbaarheidstudie en dat de resultaten ervan zullen geïntegreerd worden in het definitief ontwerp van project sluiting overweg / ondertunneling fietspad. Gelet op de tussenkomst van raadslid Henk Heyerick die stelt geen bezwaar te hebben tegen het horen van de betrokken burger op de zitting. Hij pleit ervoor om in het kader van de inspraak de burger met de nodige soepelheid ter zitting aan het woord te laten. Schepen Michaël Vandemeulebroecke verwijst naar het reglement van de gemeenteraad dat moet worden nageleefd. Het bestuur heeft de vraag ontvangen, de aanvrager kan de vraag niet ter zitting toelichten maar de inhoud van de vraag wordt op degelijke en objectieve wijze inhoudelijk meegenomen door het opleggen van een bijkomende voorwaarde. Raadslid Herman De Vos begrijpt de vraag maar antwoordt dat dit principieel niet kan. Het vraagrecht van de burger, zoals voorzien in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, strekt ertoe om de burger de kans te geven om aangelegenheden van algemeen, gemeentelijk belang op informele wijze toelichten op een zitting van de gemeenteraad. Dit houdt dus in dat de burger een extra punt (voorstel/vraag), los van de agenda van de gemeenteraad, aankaart. Het kan niet dat burgers aan het woord gelaten worden bij de behandeling van een reeds geagendeerd agendapunt. Dit zou de bevoegdheid van de gemeenteraadsleden volledig uithollen. Raadslid Stijn Van de Wiele dringt erop aan om hier toch een afwijking op toe te staan. Raadslid Herman De Vos antwoordt dat eind augustus een infomoment georganiseerd werd voor alle burgers die interesse hadden voor het verhaal van de afschaffing van de overwegen. Raadslid Henk Heyerick antwoordt dat toen heel nadrukkelijk gesteld werd dat er geen enkele beslissing i.v.m. een overweg zou genomen worden vooraleer per overweg een 18 onderzoek/studie de gevolgen op vlak van mobiliteit in kaart zou hebben gebracht. De burger wordt door dit gemeenteraadsbesluit in snelheid gepakt. Dit verantwoordt de vraagstelling van de betrokken burger. Indien tijdens infosessie juiste informatie zou verspreid zijn, dan had de burger tijdig een correcte vraag aan de gemeenteraad geadresseerd. Raadslid Heyerick is van oordeel dat de burger het recht heeft om ter zitting de vraag te stellen en toe te lichten. Raadslid Philippe Van Steenberghe stelt dat raadslid Heyerick tijdens de infosessie zelf aanhaalde dat de sluiting van de overweg in de Zaubeekstraat eigenlijk gebaseerd is op een koninklijk besluit van 40 jaar oud. Raadslid Heyerick merkt op dat het getuigt van onbehoorlijk bestuur om burgers verkeerd te informeren. Hij dringt erop aan om het punt te verdagen tot na de uitvoering van een studie op basis waarvan overwegen op grond van objectieve criteria kunnen gesloten worden. De burgemeester herhaalt welke info i.v.m. de resp. overwegen op de infoavond verspreid werd. De meeste gemeenten agenderen de principebeslissing tot sluiting zonder voorafgaande info aan de bevolking (wel openbaar onderzoek in kader van bouwaanvraag). De burgemeester leest de tekst die verspreid werd op de infoavond voor (“OW49b Zaubeekstraat : vervangen door fietspad en fietstunnel na realisatie ondertunneling Waalstraat.””OW 40 Vossenholstraat : afschaffen na aanleg fietspad.”). Dit zijn / waren de principes die werden voorgelegd, waarbij gesteld werd dat indien hieraan veranderingen werden aangebracht, deze het voorwerp zouden uitmaken van een nieuwe infovergadering. Het overzicht geeft/gaf de toekomstplannen op termijn weer. Er is geen zekerheid dat alles uitgevoerd zal worden. Een aantal procedures dienen nog gevoerd te worden. Daarenboven werd tijdens de infoavond geen duidelijk zicht op de timing van de verschillende projecten gegeven (vnl. ondertunneling Waalstraat), wat bijzonder jammer is, maar waar niemand van de aanwezigen invloed op heeft. In het kader van de procedure wordt nu het principieel akkoord van de gemeente gevraagd. De vraag van de betrokken burger werd door de schepen correct aangebracht. De beslissing wordt deels aangepast in functie van de terechte opmerking van deze burger. Op basis van de resultaten van de studie kan de principiële beslissing aangepast/bijgestuurd worden. Dit is een mooi compromis. Andere projecten komen hierdoor daarenboven niet in het gedrang. Raadslid Lieven Lippens merkt op dat indien de ondertunneling in de Waalstraat niet uitgevoerd wordt, er niets gebeurt. De burgemeester bevestigt dit. Raadslid Henk Heyerick herhaalt de vraag naar een voorafgaande studie voor elke overweg afzonderlijk, vooraleer tot een principieel akkoord tot sluiting over te gaan. De logica is dat eerst een onderzoek plaatsvindt en dat dan een beslissing wordt genomen, en niet omgekeerd. Waarom moet opeens zo snel beslist worden? Raadslid Heyerick dringt aan om het agendapunt uit te stellen. Hij stelt bereid te zijn om de zitting te schorsen. Raadslid Lieven Lippens vraagt of de spoorwegen zelf een extra voorwaarde hebben opgelegd. Raadslid Herman De Vos antwoordt dat Infrabel het principieel akkoord voor sluiting van beide overwegen vraagt zodat zij hun volle medewerking kunnen verlenen aan de verdere aanleg van het fietspad langs het spoor. Het bestuur wil dat het project van het fietspad langs het spoor vooruit gaat. Beide dossiers werden gekoppeld om niet te remmen, te belemmeren,… Het koninklijk besluit heeft een juridische waarde waaraan de gemeenteraad niets kan veranderen. Infrabel heeft de gemeente zelfs niet meer nodig. Infrabel kan de sluiting van de overweg 49bis eigenlijk zonder meer uitvoeren. Het bestuur koppelt hier nu extra voorwaarden aan, mede op basis van de vraag van de betrokken burger. Wie kan hier iets tegen hebben? Raadslid Heyerick merkt op dat afgeweken wordt van de kern van het verhaal. Infrabel zet de gemeente schaakmat. De burgemeester is bereid om de zitting te schorsen maar wijst op de consequenties. In Deinze heeft Infrabel de aanleg van het fietspad langs het spoor stilgelegd. Zonder principieel 19 akkoord over de sluiting van beide overwegen zal verder geen werk gemaakt worden van de aanleg van het fietspad lange afstand (bezettingsvergoeding,…). De voorzitter van de gemeenteraad schorst de zitting om 20u16. De voorzitter heropent de zitting om 20u41. De burgemeester neemt het woord. De timing van het dossier is wat het is en is gekoppeld aan de brief van Infrabel waarin principieel akkoord gevraagd wordt. Dit is reden voor de timing. Inhoudelijk impliceert de beslissing dat de gemeenteraad principieel akkoord gaat mits vier voorwaarden gerealiseerd worden voor wat de overweg aan de Zaubeekstraat betreft : voorafgaande realisatie van de ondertunneling in de Waalstraat en van de fietstunnel ter hoogte van de Zaubeekstraat, het voeren van een openbaar onderzoek in het kader van de stedenbouwkundige aanvraag (mogelijkheid tot indiening van bezwaren,…) en de voorwaarde dat de mogelijke impact van de sluiting van de overwegen mee onderworpen wordt aan de verkeersleefbaarheidstudie en dat de resultaten ervan zullen geïntegreerd worden in het definitief ontwerp van project sluiting overweg / ondertunneling fietspad. Dit wordt ter stemming voorgelegd. Raadslid Henk Heyerick stelt dat naderhand een studie zal gevraagd worden die deze beslissing onderbouwt. Hij betreurt dat het dossier niet uitgesteld kan worden en dat het gemeentebestuur op zijn buik gaat voor Infrabel. De aanwezigen op de infovergadering werden met valse voorwendsels naar huis gestuurd. Dit zal nu eenmaal het toekomstig beleid zijn. De burgemeester verwijst nogmaals naar het koninklijk besluit tot sluiting van de overweg 49bis. Het bestuur stelt nu duidelijk voorwaarden voor iets dat 40 jaar geleden beslist werd. Raadslid Sally Cosijns antwoordt dat de CD&V-fractie zich zal onthouden bij de stemming. De sluiting van de overwegen dient te kaderen in een algemene visie en elke sluiting dient aan objectieve criteria te worden afgetoetst. De voorzitter roept op tot stemming over het principieel akkoord tot afschaffing van de overwegen 40 en 49 bis onder de gestelde voorwaarden. 25 raadsleden nemen deel aan de stemming. De stemming geeft de volgende uitslag : 11 onthoudingen (CD&V-fractie) 14 stemmen vóór (Open Zulte, NVA & GVZ) BESLUIT: Artikel 1: Principieel akkoord te gaan met het afschaffen van de overweg 40 (Vossenhol-straat) en overweg 49bis (Zaubeekstraat) mits aanleg van het fietspad lange afstand en de bouw van een fietstunnel onder de sporen ter hoogte van de Zaubeek. De overweg Zaubeekstraat kan pas afgeschaft worden na de realisatie van de tunnel in de Waalstraat én na aanleg van de fietsertunnel. In het kader van de bouwaanvraag voor de aanleg van het fietspad en de bouwaanvraag voor de bouw van de fietstunnel zal hiervoor een openbaar onderzoek georganiseerd worden. De mogelijke impact van de sluiting van de overwegen wordt mee onderworpen aan de verkeersleefbehaarheidsstudie en de resultaten hiervan worden mee geïntegreerd in het definitief ontwerp. Artikel 2: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met het uitvoeren van dit besluit. Artikel 3: Dit besluit zal ter kennis gebracht worden aan de gouverneur, door de lijst bedoeld in artikel 252 § 1 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005. 20 --------------------------------------- Agendapunt nr.7: AANDUIDEN VAN EEN VERTEGENWOORDIGER EN PLAATSVERVANGEND VERTEGENWOORDIGER IN DE ALGEMENE VERGADERINGEN VAN DE VZW TOERISME LEIESTREEK. DE GEMEENTERAAD, Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 8 juni 2000 houdende toetreding tot de vzw “Toerisme Leiestreek” en goedkeuring van de statuten; Overwegende dat er ingevolge de vernieuwing van de gemeenteraad op 2 januari 2013 nieuwe vertegenwoordigers werden aangeduid; Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 27 mei 2014 houdende de goedkeuring van de nieuwe statuten van de vzw “Toerisme Leiestreek”; Overwegende dat op de Algemene vergadering van Toerisme Leiestreek d.d. 2 juli 2014 nieuwe statuten werden goedgekeurd en naar aanleiding hiervan opnieuw een vertegenwoordiger en plaatsvervangend vertegenwoordiger dient gekozen te worden; Overwegende dat de statuten geen “toegetreden leden ten persoonlijke titel” meer voorzien; Gelet op het Gemeentedecreet, bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 31 augustus 2005, inzonderheid artikelen 43 § 2 5°, 248 tot 260; Gelet op de omzendbrief d.d. 13 januari 2006 – BA 2006/01 – van de Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering Marino Keulen; Gelet op de voordracht van het college van burgemeester en schepen van de schepen van toerisme (Michaël Devriendt (2013-2015) / Annabel Van Poucke (2016-2018)) als vertegenwoordiger op de Algemene Vergadering en van de voorzitter van de gemeenteraad (Annabel Van Poucke (2014-2015) / Michaël Devriendt (2016-2018)) als plaatsvervangend vertegenwoordiger; Gelet op artikel 35 §2, 2° van het gemeentedecreet op grond waarvan het aanwijzen van leden van de gemeentelijke bestuursorganen en van de vertegenwoordigers van de gemeente in overlegorganen en in organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen bij geheime stemming gebeurt; De voorzitter van de gemeenteraad roept op tot de geheime stemming. De voltallige gemeenteraad beslist om niet tot geheime stemming over te gaan. De voordracht wordt aanvaard. Met algemene stemmen; BESLUIT: Artikel 1: Schepen van toerisme Michaël Devriendt (2013-2015) / Annabel Van Poucke (20162018) wordt aangeduid als vertegenwoordiger van de gemeente op de Algemene Vergaderingen van de vzw Toerisme Leiestreek. 21 Artikel 2: De voorzitter van de gemeenteraad Annabel Van Poucke (2014-2015) / Michaël Devriendt (2016-2018) wonende te 9870 Zulte, Kasteelstraat 18 / Oude Weg 117, wordt aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger van de gemeente op de Algemene Vergaderingen van de vzw Toerisme Leiestreek. Artikel 3: Indien de gemeenteraad dit besluit niet herroept, blijft het geldig tot de eerstvolgende vernieuwing van de gemeenteraad. Artikel 4: Afschrift van dit besluit zal aan de vzw Toerisme Leiestreek, t.a.v. Katrien Six, Doorniksesteenweg 218, 8500 Kortrijk overgemaakt worden. Artikel 5: Dit besluit wordt ook ter kennis gebracht van de heer Provinciegouverneur, door middel van de lijst bedoeld in art. 251 § 1 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005. --------------------------------------- Agendapunt nr.8: UITBREIDING VAN DE OPDRACHT VAN DE TOEZICHTSTER VAN HET ZULTSE FILIAAL VAN HET KUNSTONDERWIJS MUZIEK EN WOORD DEINZE MET INGANG VAN 1 OKTOBER 2014 DE GEMEENTERAAD Overwegende dat sinds 1994 een toezichtster werd aangesteld voor het Zults filiaal van de muziekacademie; Gelet op het besluit van de gemeenteraad d.d. 21 december 2000 waarbij de opdracht werd uitgebreid van 12 naar 15 uur per week met ingang van 1 januari 2001; Gelet op het besluit van de gemeenteraad d.d. 22 januari 2009 waarbij de opdracht werd uitgebreid van 15 uur naar 19,5 uur per week met ingang van 1 januari 2009; Gelet op het besluit van de gemeenteraad d.d. 26 mei 2011 waarbij de opdracht werd uitgebreid van 19,5 uur naar 21,5 uur per week met ingang van 1 september 2011; Overwegende dat de loonkost initieel gedragen wordt door stad Deinze waarbij de gemeente Zulte naderhand een toelage betaalt waarvan het bedrag gelijk is aan de loonkost; Gelet op het schriftelijke verzoek d.d. 5 juli 2014 van de heer Geert Dhondt, directeur van de stedelijke academie van muziek, woord en dans tot uitbreiding van het toezicht tot 23 u op weekbasis; Gelet op de vraag gericht aan de directeur van de Stedelijke Academie d.d. 14 juli 2014 tot motivering van het verzoek tot uitbreiding van de opdracht; Overwegende dat het leerlingenaantal in het Zultse filiaal van het Kunstonderwijs Muziek en Woord een gestage groei kent; Gelet op de motivering die we ontvingen van de directeur via mail d.d. 8 september 2014 waarbij onder meer verwezen wordt naar de uitbreiding van de lessen Algemene muzische vorming/koor met een half uur per klas per week; 22 Overwegende dat het noodzakelijk is om de huidige toezichtster gedurende 23 uur op weekbasis te werk aan te stellen met het oog op een goede werking en opvang van de kinderen die muziek en woord volgen in de Zultse afdeling; Overwegende dat de integrale kost voor het jaar 2013 33.001,26 euro bedroeg; Overwegende dat de vereiste, bijkomende kredieten zullen voorzien worden bij de tweede budgetwijziging van het jaar 2014; Gelet op het voorstel van het college tot uitbreiding van de opdracht van de toezichtster tot 23 uur op weekbasis met ingang van 1 oktober 2014; Gelet op artikel 160 van het gemeentedecreet; Overwegende dat de voorgenomen financiële verbintenissen onderworpen zijn aan het voorafgaand visum van de financieel beheerder, vóórdat enige verbintenis kan worden aangegaan; Overwegende dat de financieel beheerder zijn visum verleent indien uit dit onderzoek de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenis blijkt; Overwegende dat de verbintenis slechts uitvoerbaar wordt onder voorbehoud van visum van de financieel beheerder; Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Frederic Hesters. Het aantal inschrijvingen voor het schooljaar 2014-2015 is nog niet gekend aangezien de inschrijvingsperiode nog niet afgesloten is. Zodra beschikbaar worden de gegevens overgemaakt. Met algemene stemmen; BESLUIT: Artikel 1: De uitbreiding van de opdracht van de toezichtster van het Zultse filiaal van het kunstonderwijs Muziek en Woord Deinze tot 23 uur op weekbasis met ingang van 1 oktober 2014 goed te keuren. Artikel 2 : De bijkomende, vereiste kredieten te voorzien bij de tweede budgetwijziging van het jaar 2014 en de daartoe aan stad Deinze verschuldigde bijdrage te betalen. Artikel 3: Kennis te geven van dit besluit aan de directeur van de stedelijke academie van muziek, woord en dans. Artikel 4: Dit besluit is slechts uitvoerbaar onder voorbehoud van het visum van de financieel beheerder. --------------------------------------- Bijkomend agendapunt nr.1: HERAANLEG KASSEISTROOK IN DE MACHELENSTRAAT Toelichting Raadslid Lieven Lippens verwijst naar de bijkomende gemeenteraad van 10 juli 2014 waarin het bestuur voorstelde om een bevraging te doen i.v.m. de heraanleg van de kasseistrook in de Machelenstraat. Dit via een bevraging in het infoblad september-oktober 2014. Indien 23 tegen 10 september 2014 1/3 van de Zultse adressen dit ondersteunen, wordt geconcludeerd dat er voldoende draagvlak is voor de heraanleg. Voorstel van besluit Daar meer dan het gevraagde aantal strookjes tijdig werden binnengebracht werd het draagvlak aangetoond en vragen wij bijgevolg om de kasseistrook te heraanleggen. De burgemeester neemt het woord en verwijst naar de bevraging van de bevolking. Indien 1/3de (lees : 2119 adressen) van de Zultse adressen akkoord zou gaan met de volledige heraanleg in kasseien, dan zou het bestek in deze zin aangepast worden. De telling en controle is begin deze week uitgevoerd. Er werden 2227 strookjes geteld waarvan een aantal originelen en heel veel kopies. Er werden 210 dubbels geteld, d.w.z. meerdere strookjes op éénzelfde adres. Daarenboven waren 41 briefjes zonder meer ongeldig nl. 4 strookjes zonder handtekening, 35 strookjes ingevuld door personen zonder domicilie in Zulte en 2 strookjes waarbij een voorwaarde was aangebracht op het strookje zelf. Naast de 210 dubbels en de 41 ongeldige strookjes zijn er nog 46 strookjes waarover discussie bestaat aangezien de identiteit van de indiener niet kan achterhaald worden (veelal ontbreken van combinatie van gegevens nl. voornaam en huisnummer). Het is niet de bedoeling om hierover te discussiëren aangezien alleen al door het wegnemen van de dubbels, het vereiste saldo van 2119 niet bereikt wordt. Het bestuur vraagt dan ook om de bevraging te respecteren. Raadslid Lieven Lippens verwijst naar het korte tijdsbestek waarover de CD&V-fractie beschikte om de campagne te voeren. Indien men 10 dagen langer kon werken, dan zouden er zeker voldoende briefjes worden ingediend. Hij vindt het wel een mooi resultaat. Raadslid Lippens vraagt of de meerderheid de weg wel volledig in kasseien zou hebben heraangelegd, indien het financieel niets uitmaakte. De vraag wordt gesteld of het enkel een kwestie van geld is. Raadslid Lippens stelt zich de vraag waarvan de meerkost van 35.000 euro komt. In de notulen wordt zelfs verwezen naar een meerkost van 40.000 euro. Schepen Sophie Delaere stelt dat de raming gebaseerd is op de navraag bij een kasseilegger. Dit blijft weliswaar, zoals in alle andere dossiers, een raming. Er is begrip voor de nostalgische waarde, vandaar het behoud van 90 meter kasseien. De weg wordt vaak gebruikt voor landbouwvoertuigen. Kasseien zijn hiervoor niet de beste ondergrond. Misschien is het een optie om de Machelenstraat af te sluiten voor landbouwvoertuigen. Raadslid Lieven Lippens antwoordt dat een aantal briefjes door landbouwers ingevuld werden en dat zij geen bezwaar hebben tegen de heraanleg in kasseien. Raadslid Lippens heeft zelf een prijsberekening gemaakt en wenst hierover een powerpoint voorstelling aan de raadsleden en het publiek te tonen. Raadslid Herman De Vos vraagt of nu opnieuw gedebatteerd zal worden over de inhoud van het dossier. Dit kan toch niet de bedoeling zijn. Raadslid De Vos vraagt hoeveel bewoners op eigen initiatief een strookje indienden. De burgemeester stelt dat de gemeente een 15-tal spontaan ingediende strookjes ontving. Van het totaal aantal ontvangen strookjes zijn er 102 originele strookjes uit het infoblad. De voorzitter verleent toestemming aan raadslid Lippens die een prijsberekening voorstelt aan de hand van een PP-voorstelling. Raadslid Lieven Lippens geeft aan dat deze berekening gecheckt werd bij 3 onafhankelijke aannemers, waarbij fundering, materiaalkost (kasseien), manarbeid en de meerwaarde van de uitgebroken kasseien (t.b.v. 5 euro/m²) mee in rekening worden gebracht. De voorgestelde berekening resulteert in een beperkte meerkost van 3.000 euro ( i.p.v. 35.000 euro) voor een volledige heraanleg in kasseien. Raadslid Lippens besluit dat de door de meerderheid voorgestelde meerkost onrealistisch hoog is en niet correct berekend werd. Hij pleit andermaal voor de volledige heraanleg in kasseien en haalt hierbij volgende motieven aan : goed wegdek, aandacht voor nostalgie, 24 verkeersremmend, lange levensduur, veilig met aandacht voor fietsers en zeer betaalbaar (concurrentieel t.o.v. betonweg). De uiteenzetting geeft aanleiding tot een debat over de juistheid van de berekening van de meerkost waaraan de raadsleden Sally Cosijns, Herman De Vos, Lieven Lippens, Henk Heyerick en Stijn Van de Wiele en schepen Delaere deelnemen. De fracties herhalen de reeds aangehaalde argumenten en opmerkingen. Raadslid Marc Devlieger verlaat de zitting. De voorzitter sluit de debatten en roept terug tot de orde. Raadslid Lieven Lippens verlaat de zitting. De burgemeester vraagt het woord en bevestigt zijn vertrouwen in het bestuur en het college. Het bestek blijft uitgaan van een raming. Op 10 juli werd op vraag van de CD&V-fractie een extra gemeenteraad georganiseerd. Hierbij werd beslist om te onderzoeken of er een draagvlak is voor de volledige heraanleg in kasseien. Als een bevraging ernstig genomen wordt, moet dit ook het geval zijn voor wat de resultaten betreft. Het vereiste aantal strookjes werd niet bereikt. Dit kan niet verweten worden aan het actueel bestuur. Raadslid Henk Heyerick komt tussen en herhaalt dat in het infoblad verkeerde informatie verspreid werd m.b.t. de meerkost van de volledige heraanleg in kasseien. Hij stelt voor om het bestek aan te passen en een variant te voorzien nl. ook prijs vragen voor de volledige heraanleg in kasseien. De meerderheidsfracties handhaven de initiële beslissing. De voorzitter sluit de zitting. --------------------------------------- Namens de gemeenteraad: Sylvie Bohez Secretaris Annabel Van Poucke Voorzitter 25
© Copyright 2024 ExpyDoc