Verslag - Gemeente Zulte

GEMEENTERAAD
ZITTING VAN 23 SEPTEMBER 2014
Aanwezig: Simon Lagrange, burgemeester, Sophie Delaere, Olivier Peirs, Michaël
Vandemeulebroecke, Michaël Devriendt, Frederic Hesters en Linda Detailleur, schepenen,
Philippe Van Steenberghe, Henk Heyerick, Hendrik De Waele, Tony Boeckaert, Herman De
Vos, Ugo Den Tandt, Stijn Van de Wiele, Luc Millecamps, Sally Cosijns, Lieven Lippens,
Monique De Smet, Christophe Menu, Pieter Verhalle, Geraldine Van Den Weghe, Tania
Verpraet, Ward Baeten en Sam De Waele, raadsleden, Annabel Van Poucke, voorzitter en
Sylvie Bohez, secretaris.
De voorzitter verklaart de zitting voor geopend om 19.30 uur.
Raadslid Marc Devlieger is afwezig.
De agenda wordt aangevangen.
---------------------------------------
Agendapunt nr.1:
GOEDKEUREN NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN 26 AUGUSTUS 2014.
DE GEMEENTERAAD
Gelet op artikel 36 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, vastgesteld in de
gemeenteraad van 29 januari 2013 waardoor de notulen van de vorige vergadering samen met
de oproepingsbrief ter beschikking gesteld werden van de raadsleden via het extranet.
Overwegende dat er geen bezwaren werden ingebracht over deze notulen;
Gelet op de tussenkomst van raadslid Sally Cosijns die zich wenst te onthouden gezien zij
verontschuldigd was voor de zitting van de gemeenteraad van 26 augustus 2014;
De voorzitter roept op tot stemming over de goedkeuring van de notulen van 26 augustus
2014.
De stemming geeft de volgende uitslag:
24 stemmen voor
1 onthouding
BESLUIT:
De notulen van de gemeenteraad van 26 augustus 2014 wordt goedgekeurd.
--------------------------------------Raadslid Marc Devlieger komt de zaal binnen en neemt deel aan de vergadering.
1
---------------------------------------
Agendapunt nr.2:
VOORLOPIGE AANNEMING VAN HET RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN (RUP 25)
“VIJVERMAN”.
DE GEMEENTERAAD
Gelet op het gemeentedecreet;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening d.d. 15 mei 2009
Gelet op het positief planologisch attest van Vijverman bij gemeenteraadsbesluit d.d. 22
november 2012, waarbij tevens het principebesluit werd genomen tot opmaak van een RUP
“Vijverman”,
Gelet op het gunningsbesluit van het college van burgemeester en schepenen d.d. 17
december 2012, waarbij Veneco², Port Arthurlaan 11 te 9000 Gent werd aangesteld als
studiebureau,
Gelet op de herneming van het positief planologisch attest van Vijverman bij collegebesluit
d.d. 10 januari 2013,
Overwegende dat :
- het bedrijf volledig vergund is,
- de schaal van het bedrijf en haar uitbreidingswensen in verhouding staan tot de
nabijgelegen industriezone, omgevende bebouwing en ingebufferd worden t.o.v. het
aanpalend open ruimtegebied,
- de uitbreiding niet leidt tot een ander mobiliteitsprofiel,
- de ontwikkelingsperspectieven in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan inzake
zonevreemde bedrijven worden toegepast,
Gelet op het besluit van de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke
Ordening, Wetenschappen en Technologische Innovatie, de heer Dirk Van Mechelen, de dato
18 maart 2004 waarbij het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Zulte, zoals definitief
vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad de dato 27 november 2003, werd goedgekeurd
mits uitsluiting van enkele zinsneden,
Gelet op het gunstig advies van de Gecoro d.d. 25 november 2013,
Overwegende dat:
- het RUP 25 “Vijverman” besproken werd tijdens een plenaire vergadering op 17 januari
2014, waarbij een voorwaardelijk positief advies werd verleend,
Gelet op de voorgebrachte memorie van toelichting, de stedenbouwkundige voorschriften, het
plan van de bestaande toestand en het bestemmingsplan, opgemaakt door ruimtelijk planner
Annelies Declercq, van de intercommunale Veneco², Port Arthurlaan 11 te 9000 Gent,
Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Olivier Peirs;
Gelet op de tussenkomst van raadslid Henk Heyerick die stelt tevreden te zijn met de
vaststelling dat het RUP de fase van voorlopige aanneming bereikt heeft. Op deze manier
wordt rechtszekerheid geboden en wordt de verankering van het bedrijf in onze gemeente
bevestigd. De CD&V-fractie steunt dan ook volmondig het dossier.
2
Met algemene stemmen;
BESLUIT :
Artikel 1: Het ruimtelijk uitvoeringsplan, RUP 25 “Vijverman”, bestaande uit de memorie van
toelichting, de stedenbouwkundige voorschriften, het plan van de bestaande toestand en het
bestemmingsplan, wordt voorlopig aanvaard.
Artikel 2: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met het door het decreet
voorgeschreven openbaar onderzoek.
---------------------------------------
Agendapunt nr.3:
AANPASSING VAN POLITIEREGLEMENT M.B.T. OCCASIONELE WARMTEBRONNEN OP
VLOEIBAAR GEMAAKTE PETROLEUMGASSEN, AARDGAS EN/OF ELEKTRICITEIT EN
VAN HET ADDENDUM M.B.T. FOTOVOLTAISCHE ZONNE-ENERGIESYSTEMEN.
TOEVOEGING VAN VOORSCHRIFTEN M.B.T. TERRASVERWARMERS
DE GEMEENTERAAD
Gelet op de goedkeuring in de gemeenteraad van 24 mei 2012 van de politieverordening
veiligheidsmaatregelen bij occasionele installaties met vloeibaar gemaakt petroleumgassen,
aardgas en/ of elektriciteit en van het addendum m.b.t. fotovoltaïsche zonneenergiesystemen;
Gelet op het feit dat er de voorbije jaren een enorme toename is van het gebruik van
terrasverwarmers in horecazaken, bij evenementen, ….;
Gelet op het feit dat het noodzakelijk is met het oog op de openbare veiligheid en in het
bijzonder de brandveiligheid om specifieke bepalingen die met het gebruik van
terrasverwarmers in publiek toegankelijke plaatsen betrekking hebben op te nemen in het
bestaande reglement;
Gelet op de besprekingen tijdens de diverse technische commissies van de Brandweerzone
Centrum;
Gelet op de beslissing van het beheerscomité van Brandweerzone Centrum in zitting van 17
juni 2013;
Gelet op de afspraak om binnen de brandweerzone Centrum uniforme reglementen te
gebruiken in alle gemeenten van de brandweerzone;
Gelet op de brief d.d. 30 juli 2014 waarbij de brandweercommandant vraagt naar de
aanpassing van reglement occasionele warmtebronnen;
Overwegende dat verzocht wordt om het dossier te agenderen voor de gemeenteraad van
september 2014;
Gelet op de toelichting ter zitting door de burgemeester;
Met algemene stemmen;
3
BESLUIT:
Artikel 1: Het politiereglement houdende veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van
occasionele installaties met vloeibaar gemaakte petroleumgassen, aardgas en/of elektriciteit
wordt als volgt aangepast (aanpassingen aangeduid in het geel) met ingang van 1 oktober
2014:
Deel 1: Toepassingsgebied
Deze verordening is van toepassing op volgende installaties gebruikt in publiek
toegankelijke plaatsen zonder onderscheid of deze installatie zich bevindt op openbaar- of
op privéterrein, in open lucht of in een inrichting :
- occasionele installaties met gas en/of elektriciteit
- terrasverwarmers.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Occasionele installaties
- tijdelijke installaties met gas en/of elektriciteit die ten hoogste 6 maanden op
eenzelfde plaats gevestigd blijven
- voorbeelden ( niet-limitatieve opsomming )
kip aan ’t spit, pannenkoekenkraam, pittakraam, hamburgerkraam, marktwagen,
tijdelijke keukens, enz.
Terrasverwarmers:
Vast gemonteerde en/of tijdelijk opgestelde verwarmingstoestellen die bedoeld zijn om
de buitenlucht op te warmen (zoals warmtestralers, infraroodstralers, patioheaters, …) en
ongeacht of deze op elektriciteit, aardgas of vloeibaar gemaakte petroleumgassen
werken.
Batterij van gasflessen
Twee of meer glasflessen of ten minste twee groepen van gasflessen die onderling
verbonden zijn
Binnenleiding
De leidingen die de uitlaat van de dienstkraan verbinden met de ingang van het (de)
verbruikstoestel(en)
DN
Symbool voor nominale diameter uitgedrukt in mm.
Eerste ontspanner
Verlagen van de uitgangsdruk van het opslagrecipiënt door middel van een drukregelaar
(ontspanner) die de druk van de gasfles of de flessenbatterij in één bewerking reduceert
naar de nominale werkdruk van het verbruikstoestel(zoals op de kenplaat vermeld door
de fabrikant)
Gasfles
Recipiënt voorzien van een dienstkraan en bestemd om vloeibaar gemaakt petroleumgas
te bevatten
Gasinstallatie
Het geheel van de binnenleiding en de aangesloten verbruikstoestellen inbegrepen de
voorzieningen die nodig zijn voor een goede en veilige werking van deze toestellen, met
name de toevoer van de verbrandingslucht, de ventilatie en de afvoer van de
verbrandingsproducten
Hoogste werkdruk ( MOP-Maximum Operating Pressure )
Hoogste druk in een leiding geëxploiteerd overeenkomstig de wettelijke bepaling
4
Knelfitting en toebehoren
Fitting of toebehoren waarbij de verbinding verwezenlijkt wordt door het samendrukken
van een metalen knelring op de buitenwand van de buis bij middel van een aangepaste
losse moer.
Leidingen
Het geheel van buizen en toebehoren. De toebehoren omvatten de verbindingen, de
kranen, de drukregelaars en de controletoestellen.
LPG
Engelse letterwoord voor “liquefied petroleum gas”,vloeibaar gemaakt petroleumgas.
Omschakelaar
Al dan niet automatisch werkende inrichting die de koppeling toelaat bij het gebruik van
meerdere gasflessen en daarbij de omschakeling van de gastoevoer mogelijk maakt van
de ene naar de andere fles of flessenbatterij.
Ontspannen gas
Gas waarvan de max. druk na ontspanning 5 bar is.
Ontspanning
Bij middel van een drukregelaar verlagen van de inlaatdruk naar een begrensde
uitlaatdruk.
Persfitting en toebehoren
Fitting of toebehoren in koper uitgerust met een elastomeren o-ring die op een niet
demonteerbare wijze op de buitenwand van de koperen buis samengedrukt wordt.
Sectioneerkraan
Kraan die toelaat een gedeelte van de installatie af te zonderen
Stopkraan
Kraan van de installatie, die onmiddellijk voor een verbruikstoestel geplaatst is
Tweede ontspanning
Verlagen van de uitgangsdruk van de 1ste drukregelaar naar de werkdruk van de
verbruikstoestellen door middel van een drukregelaar die de uitgangsdruk van de 1ste
drukregelaar reduceert naar de werkdruk van de verbruikstoestellen.
Verbruikstoestel
Met gas gevoed toestel dat op de binnenleiding is aangesloten
De toestellen worden gerangschikt
-in typen, volgens de uitvoering van de afvoer van de verbrandingsproducten en de
verbrandingsluchttoevoer
-in categorieën volgens het (de) gebruikte gas(sen)
Type RHT- weerstand tegen hoge temperatuur
Het in staat zijn van een leidingonderdeel, toestel of verbinding om bij blootstelling aan
een thermisch programma, zijn dichtheid te behouden
Deel 2: Veiligheidsvoorschriften voor installaties op basis van elektriciteit.
Algemeen
1.1
De volledige elektrische installatie met al zijn verbruikers moet voldoen aan de
algemene bepalingen en richtlijnen opgenomen in het Algemeen Reglement op de
5
Elektrische Installaties(AREI).
1.2
De volledige elektrische installatie moet gekeurd worden door een Externe Dienst
voor Technische Controle (EDTC) en dit volgens de periodiciteit opgenomen in het
Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI).
Met uitzondering van één tijdelijke installatie welke aangesloten wordt op een
huishoudelijke installatie door middel van een verlengsnoer met maximale lengte van 50
meter op één stopcontact. Deze huishoudelijke installatie moet beveiligd zijn door een
automatische differentieelschakelaar van maximum 300m Ampère én een zekering van
maximum 16 Ampère of een automaat van 20 Ampère. Deze tijdelijke installatie moet
niet gekeurd worden door een EDTC.
1.3
De inplanting van de warmte -en/of verlichtingsbronnen moet zodanig zijn dat
geen brandgevaar kan ontstaan. De verlichtingseenheden mogen niet met papier- of
ander brandbaar materiaal worden omwikkeld.
1.4
De elektrische bekabeling moet op degelijke wijze worden geïsoleerd en mag
enkel aan kramen, tenten, woonwagens of andere voertuigen en constructies worden
bevestigd door middel van isolerend en onbrandbaar materiaal.
1.5
Een positief keuringsverslag van EDTC moet overgemaakt worden aan de
brandweerpost Deinze, vóór de ingebruikname van de volledige installatie en zijn
verbruikers.
1.6
Eventueel voorkomende bemerkingen moeten weggewerkt worden voor de
gebruikname van de volledige installatie en zijn verbruikers.
Deel 3: Veiligheidsvoorschriften voor installaties op basis van vloeibaar
gemaakte petroleumgassen en aardgas.
3.1.
Algemeen
3.1.1
De normen NBN D 51-003, NBN D 51-004 (voor aardgas) en NBN D 51-006
(voor LPG) blijven onverminderd van toepassing.
3.1.2
Het is verboden een verbruikstoestel te voeden vanuit een recipiënt dat ook
gebruikt wordt voor het aandrijven van een motor.
3.1.3
De installatie dient voor de 1ste ingebruikstelling en daarna jaarlijks
gecontroleerd te worden door een EDTC op dichtheid en conformiteit met de geldende
normen.
Een positief keuringsverslag moet overgemaakt worden aan de brandweerpost Deinze.
3.1.4. Ieder verbruikstoestel moet:
- een CE-markering bezitten.
- bestemd zijn voor België.
- ontworpen zijn voor de gassen van de 2de ( aardgassen ) of 3de familie (vloeibaar
gemaakte petroleumgassen ).
- geschikt zijn voor de aanwezige toevoer van verbrandingslucht en geschikt zijn voor het
aanwezige afvoerkanaal voor de verbrandingsproducten.
3.1.5
Eventueel voorkomende inbreuken moeten weggewerkt worden voor de
ingebruikname van de installatie.
3.1.6
De installatie moet door een vakbekwaam persoon worden uitgevoerd.
3.2
Vloeibaar gemaakte petroleumgassen ( butaan, propaan, LPG-
gassen)
6
3.2.1
Gasflessen
- Volle flessen moeten voorzien zijn van een zegel, die geplaatst is aan de
uitgang van de kraan en die identificeerbaar is door de vermelding van de code
van het vulcentrum dat de vulling heeft verzekerd.
- Elke fles moet geëtiketteerd zijn. Op het etiket dient de naam van de verdeler te staan,
de hoeveelheid gas en de benaming van het gas.
- De datum van de laatste fleskeuring dient aanwezig te zijn op de gasfles (afhankelijk
van het type is dit 10 of 15 jaarlijks).
3.2.2
Opslag van gasflessen
- De recipiënten moeten in open lucht worden geplaatst. Zij mogen evenwel in een
daartoe voorziene “afgesloten” ruimte worden geplaatst (vb. marktkraam, technische
ruimte) indien er een onderverluchting is voorzien over 2 % van de oppervlakte van de
bodem met een minimum van 100 cm².
- De recipiënten moeten opgeslagen worden in een gasflessenkast voor buitenopstelling
van gasflessen. Zo worden de flessen fysisch en visueel afgesloten van het publiek.
- De recipiënten moeten door het gebruik van een gasflessenkast beschut zijn tegen de
inwerking van de zonnestralen of de inwerking van iedere andere warmtebron.
- De recipiënten moeten "staande” gestockeerd worden. Voldoende
voorzorgsmaatregelen tegen omkantelen moeten worden genomen.
- De lege flessen moeten fysisch gescheiden worden van de volle flessen.
- Enkel de daghoeveelheid van maximum 130 kg gas mag aanwezig zijn in de inrichting,
met uitzondering van de vaste LPG-installaties.
- De lege recipiënten mogen maximaal 24 uur in de inrichting gestockeerd worden.
- De recipiënten mogen niet geworpen of hardhandig gehanteerd worden.
- Na het gebruik en vóór alle vervoer, moeten alle recipiënten (ook de lege) luchtdicht
gesloten worden.
- De recipiënten dienen op minstens 3 meter afstand te staan van kelderopeningen,
rioolmonden en andere lager gelegen delen zodanig dat ontsnapte gassen zich niet
kunnen verzamelen.
- De recipiënten en zijn verbruikers moeten op minimum 4 meter staan van de
beglaasde gevel(s) van de omliggende gebouwen.
3.2.3
Vullen van recipiënten
- Het vullen van verplaatsbare recipiënten met een inhoudsvermogen van minder dan
300 liter mag alleen gebeuren in inrichtingen speciaal ontworpen en uitgerust voor deze
activiteit.
- Verplaatsbare recipiënten, tankwagens inbegrepen, mogen niet aangewend worden
voor het vullen met vloeibaar handelspropaan, vloeibaar handelsbutaan of LPG, van om
het even welk recipiënt met een inhoudsvermogen dat groter is dan 1 liter en kleiner dan
300 liter.
3.2.4
Ontspanner
- De ontspanner moet geschikt zijn voor het aangewende gas.
- Het is verboden een ontspanner te verwarmen door middel van een vlam.
- De eerste ontspanner bevindt zich steeds op het gasrecipiënt. Uitzondering: batterijinstallaties cfr 3.2.6 )
- Bij gebruik van meerdere verbruikstoestellen moet er een tweede ontspanning
gebeuren, ofwel een tweede ontspanner voor ieder verbruikstoestel, ofwel een algemene
ontspanner voorafgegaan door een afsluitkraan.
3.2.5
Gasleidingen
3.2.5.1 Algemeen voor ontspannen gas
- Vaste leidingen in staal of koper
7
Volgende verbindingen zijn toegelaten:
a) gelaste verbindingen voor stalen leidingen.
b) geschroefde verbindingen voor stalen leidingen met dichtingsmateriaal.
c) driedelige koppeling met conische sluiting.
d) hardsolderen ( smeltpunt > 450 °C ) voor koperen leidingen.
e) knelfittingen voor koper tot Ø 28 mm.
f) persfittingen voor koper tot Ø 28 mm (Ø 28 mm, dikte buis 1,5 mm ).
De verbindingen moeten aangepast zijn aan de leidingen.
- Metalen slangen RHT ( bestand tegen 670 °C ) en maximum lengte 2 m
Afwijkingen
Voor bv. beurzen, kramen, gebruik van gasrecipiënten in open lucht zijn langere
metalen slangen type RHT ( bestand tegen 670 °C ) toegelaten mits aflevering
van
een conformiteitsattest van de fabrikant.
- De leidingen moeten zoveel mogelijk zichtbaar geplaatst worden.
- Enkel hardsoldeer- en lasverbindingen mogen ingewerkt worden.
- De leidingen en toebehoren moeten gemaakt zijn volgens een code van de goede
praktijk.
3.2.5.2 Algemeen voor niet-ontspannen gas ( vb. gasflessenbatterij)
- Naadloze stalen buizen, koperen buizen of flexibels speciaal voor niet ontspannen gas (
= hoge druk – fabrieksklaar ).
- Knelfittingen en persfittingen zijn niet toegelaten voor niet-ontspannen gas.
3.2.5.3 Aansluiten van de toestellen ( ontspannen gas )
- Metalen slangen RHT
- Elastomeren slangen, lengte maximum 2 m, type ontspannen gas.
• deze elastomeren slangen zijn om de 5 jaar te vervangen.
• spanbanden van het geschikte type zijn toegelaten voor de verbindingen.
- De leiding moet uit één ononderbroken stuk bestaan.
3.2.6
Afsluiters
- Voor ieder verbruikstoestel moet er een stopkraan staan, die gemakkelijk bereikbaar
is.
- Bij een batterij-installatie moet een afsluiter of omschakelaar voor de eerste ontspanner
geplaatst worden. Hierdoor worden de leidingen niet geledigd bij het vervangen van een
lege fles door een volle fles.
3.3
Aardgas
3.3.1
Verbindingen en hulpstukken
- Volgende verbindingen zijn toegelaten:
a) gelaste verbindingen voor stalen leidingen
b) geschroefde verbindingen voor stalen leidingen met dichtingsmateriaal
c) driedelige koppeling met conische sluiting
d) hardsolderen (smeltpunt > 450 °C) voor koperen leidingen
e) knelfittingen voor koper tot Ø 28 mm
f) persfittingen voor koper tot Ø 28 mm (Ø 28 mm, dikte buis 1,5 mm )
- De verbindingen moeten aangepast zijn aan de leidingen
- Hulpstukken moeten van het type RHT (bestand tegen 670°C) zijn.
3.3.2
Leidingen
- De leidingen voor vaste installaties moeten vervaardigd zijn uit staal of koper.
- De leidingen moeten zoveel mogelijk zichtbaar geplaatst worden.
8
- Enkel hardsoldeer- en lasverbindingen mogen ingewerkt worden.
- Bij de aftakking van de vaste installatie naar een occasioneel verbruikstoestel moet een
sectioneerkraan worden geplaatst.
3.3.3
Aansluiting verbruikstoestel
- Voor ieder verbruikstoestel moet een stopkraan geplaatst zijn die gemakkelijk
bereikbaar is.
- De aansluiting moet gebeuren met vaste leidingen, metalen slang RHT lengte maximum
2 m of elastomeren slang lengte maximum 2 m met KVBG-markering met 2 losse
wartelmoeren.
Deel 4: Terrasverwarmers
Onverminderd de bepalingen in deel 2 en 3 hierboven, moeten terrasverwarmers voldoen
aan volgende bepalingen:
4.1. Plaatsingsvoorschriften voor terrasverwarmers:
4.1.1. Terrasverwarmers moeten geplaatst worden op plaatsen waar de aangrenzende
materialen op vlak van brandreactie minstens beantwoorden aan de brandklasse A2 of
M2 (of een gelijkwaardige Europese brandklasse). Het is verboden om materialen die niet
voldoen aan voormelde brandklasse in de onmiddellijke omgeving van terrasverwarmers
te plaatsen.
4.1.2. De plaatsing van terrasverwarmers mag de evacuatie niet bemoeilijken. Kabels
dienen zo aangebracht te worden dat struikelgevaar vermeden wordt. Losstaande
terrasverwarmers moeten zo geplaatst worden dat kantelgevaar wordt vermeden.
Losstaande terrasverwarmers moeten op een stabiele ondergrond en uit de wind
geplaatst worden.
4.1.3. Toestellen op wielen moeten voorzien zijn van een blokkeringsysteem voor de
wielen.
4.2. Voorschriften voor terrasverwarmers op aardgas en vloeibare
petroleumgassen
4.2.1. Deze toestellen moeten voorzien zijn van:
- een goed zichtbare gasafsluitkraan binnen handbereik,
- een vlambeveiliging, waarbij de gastoevoer naar de branders automatisch wordt
afgesloten van zodra de vlam uitgaat,
- en een omvalbeveiliging, waarbij de gastoevoer automatisch wordt afgesloten wanneer
het toestel omvalt.
4.2.2. De gaskraan moet uitgerust zijn van een “laagstand”-ontsteker, waardoor het
toestel enkel kan aangezet worden bij laagstand, d.i. een stand waarbij de gastoevoer
niet volledig open staat.
4.2.3. Terrasverwarmers mogen niet uitgerust zijn met voorzieningen die toelaten om de
fabrieksinstellingen (bijv. de gas/luchtverhouding) te wijzigen.
Deel 5: Sancties
Bij elke inbreuk welk een acuut gevaar betekent voor de openbare veiligheid, wordt een
tijdelijk verbod tot ingebruikname van de occasionele installatie tot het moment van
hercontrole bevolen.
Om de tijdelijke sluiting op te heffen, dient bij deze hercontrole aan alle voorwaarden
opgenomen in het politiereglement voldaan te zijn, hetgeen wordt vermeld in een positief
evaluatieverslag.
9
Artikel 2: Het politiereglement – addendum houdende veiligheidsmaatregelen bij het gebruik
van occasionele installaties voorzien van fotovoltaïsche zonne-energiesystemen blijft
behouden:
Deel 1: Toepassingsgebied
Onderhavig addendum aan de bepalingen van het politiereglement dient nageleefd te
worden bij het gebruik van occasionele installaties voorzien van een fotovoltaïsche zonneenergiesysteem, zonder onderscheid of deze installatie zich bevindt op openbaar- of op
privéterrein, in open lucht of (deels) in een inrichting.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1.1
Fotovoltaïsche zonne-energiesysteem (PV-systeem)
Een fotovoltaïsch systeem bestaat uit: zonnepanelen met fotovoltaïsche cellen, een
omvormer (invertor) om gelijkstroom om te zetten naar wisselstroom en een groene
stroommeter (wanneer het systeem wordt aangesloten op het elektriciteitsnet). Het
elektrische systeem omvat aan de zijde van de zoncellen een gelijkspanningscircuit
(primaire kring) en aan de zijde van de verbruiker een wisselspanningscircuit (secundaire
kring). De primaire en secundaire kringen worden gescheiden door de omvormer.
1.2
Fotovoltaïsche zonnepanelen (PV-paneel)
Een fotovoltaïsch zonnepaneel zet zonlicht om naar elektriciteit. Een standaard
zonnepaneel bestaat uit zonnecellen die aan de voorzijde worden beschermd door een
lichtdoorlatende plaat of glasplaat, met meestal aan de achterzijde een ondoorzichtige
draagstructuur en beschermingplaat. Rond het paneel wordt voor de stevigheid meestal
een aluminium kader bevestigd. Op de achterzijde bevindt zich een waterdichte
aansluitdoos voor de elektrische kabelverbinding. Het vermogen van een paneel of
module wordt uitgedrukt in Wp (Watt piek).
1.3 Brandweerschakelaar (gelijkspanningsonderbreker)
Een brandweerschakelaar is een manuele gelijkspanningsonderbreker waarmee de
stroomtoevoer van de panelen kan worden onderbroken, zodat de panelen worden
losgekoppeld van het systeem.
Deel 2: Veiligheidsvoorschriften voor fotovoltaïsche zonne-energiesystemen
Algemeen
2.1 Het volledige fotovoltaïsch zonne-energiesysteem (PV-systeem) met al zijn
elektrische kringen en verbruikers moet voldoen aan de algemene bepalingen en
richtlijnen opgenomen in het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties(AREI).
2.2 Het volledige fotovoltaïsch zonne-energiesysteem, wisselspanning- en
gelijkspanningsinstallatie, moet worden gekeurd door een Externe Dienst voor Technische
Controle (EDTC) en dit volgens de periodiciteit opgenomen in het Algemeen Reglement
op de Elektrische Installaties (AREI).
2.3 De onderdelen waarmee het fotovoltaïsch zonne-energiesysteem werd samengesteld
moeten:
- een CE-markering bezitten;
- bestemd zijn voor België.
2.4 De fotovoltaïsche zonnepanelen en de omvormer moeten zodanig worden opgesteld,
dat zij afgeschermd en onbereikbaar zijn voor het publiek, geen gevaar kunnen vormen
voor de openbare veiligheid en goed bereikbaar zijn voor de brandweerdiensten en
andere hulp- of nutsdiensten.
10
2.5 De omvormer (invertor) moet goed bereikbaar zijn voor de controle van de werking
van het systeem, daarnaast moet de omvormer voldoende worden geventileerd om
geproduceerde warmte af te voeren. De omvormer moet altijd op een droge plaats en op
een minimale hoogte van 1m t.o.v. het grondoppervlak (maaiveld) worden gemonteerd.
Alle nodige voorzorgen moeten zijn genomen, dat bij wateroverlast geleiders of contacten
niet in contact kunnen komen met water.
2.6 De elektrische bekabeling moet op een degelijke wijze worden geïsoleerd en mag
enkel aan constructies worden bevestigd door middel van isolerend en onbrandbaar
materiaal.
2.7 De elektrische bekabeling van het gelijkspanningscircuit (primaire kring) moet
correct zijn gedimensioneerd volgens de installatievoorschriften van de zonnepanelen en
omvormers. In het bijzonder moet de gelijkspanningsbekabeling zoveel als mogelijk
mechanisch worden beschermd om mogelijke vlambogen tussen de geleiders en
elektrocutie van personen te voorkomen. Alle stroomvoerende leidingen en de
aansluitverbindingen moeten beschikken over een dubbele of versterkte isolatie (Klasse
II).
2.8 Het gelijkspanningscircuit moet zo dicht mogelijk nabij het zonnepaneel, of een
string met modules, worden uitgerust met een manuele gelijkspanningsonderbreker
(brandweerschakelaar). Met deze alpolige onderbreker moet het mogelijk zijn om de
stroomtoevoer van de panelen naar de omvormer rechtstreeks te onderbreken, zodat de
panelen zijn losgekoppeld van het systeem.
Deze onderbreker moet duidelijk herkenbaar zijn en te allen tijde bereikbaar zijn voor de
brandweerdiensten. De onderbreker moet worden aangeduid met een bord met de
vermelding:“BRANDWEERSCHAKELAAR”. Het bord heeft de volgende kenmerken:
- minimale afmetingen: 15 cm breedte x 10cm hoogte.
- kleur: rode achtergrond en witte tekst.
Aanvullend wordt de onderbreker aangeduid met een waarschuwingspictogram voor het
aanduiden van gevaar voor elektrische spanning, conform het KB van 17-06-1997 (BS
19-9-1997): veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk.
2.9 Specificaties van de brandweerschakelaar of onderbreker zijn o.m.: de bediening van
de onderbreker gebeurt met een zijbediening met hendel voorzien van een trekring, de
onderbreker is een lastscheider geschikt om gelijkspanning te schakelen en het vermogen
te schakelen van de respectievelijke kring, de onderbreker is voorzien van een rode
behuizing.
2.10 Het wisselspanningscircuit (secundaire kring) moet beveiligd zijn door een
automatische differentieelstroomschakelaar van maximum 300mA, een zekering of
automaat en een aarding of volgens de installatievoorschriften eigen aan de omvormer.
2.11 Een positief keuringsverslag van EDTC moet overgemaakt worden aan de
brandweerpost Deinze, voor de ingebruikname van het volledige installatie en zijn
verbruikers.
2.12 Eventueel voorkomende bemerkingen moeten weggewerkt worden voor de
ingebruikname van het volledige zonne-energiesysteem en zijn elektrische kringen en
verbruikers.
2.13 Kleine fotovoltaïsch zonne-energiesystemen al dan niet geïntegreerd in een toestel
of gelijkspanningscircuits (primaire kring) met een werkspanning tot maximaal 60V, een
vermogen tot maximaal 600Wp en niet aangesloten op het distributienet, worden
vrijgesteld van dit reglement.
11
Aansluiting op het distributienet
2.14 Wanneer de installatie wordt aangesloten op het distributienet moet het
fotovoltaïsch zonne-energiesysteem voldoen aan de technische aansluitvoorschriften van
de VREG (Vlaamse reguleringsinstantie voor de elektriciteits- en gasmarkt) en van de
elektriciteitsdistributienetbeheerder.
2.15 Het aansluiten op het distributienet van een installatie met een vermogen kleiner
of gelijk is aan 10 kW moet worden gemeld aan de elektriciteitsdistributienetbeheerder.
Wanneer het totaal vermogen van de installatie groter is dan 10 kW mag het systeem
enkel na schriftelijke toestemming op het distributienet worden aangesloten. Het
vermogen (uitgedrukt in kW) is het maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) ingeval
het een installatie betreft met zonnepanelen.
2.16. De volledige installatie moet altijd gekeurd zijn, en de netkoppeling gecontroleerd,
door een keuringsorganisme dat wordt erkend door de
elektriciteitsdistributienetbeheerder (met uitzondering van kleine installaties zie punt
2.13).
2.17. In toepassing van artikel 235 van het AREI m.b.t. de veiligheidsonderbreking,
moeten de nodige schikkingen worden getroffen om terugvoeding in het
wisselspanningscircuit te vermijden wanneer de installatie door verschillende bronnen
wordt gevoed. Aan deze voorwaarde wordt, in het geval van autonome bronnen die geen
deel uitmaken van het distributienet en die in parallel met dit net kunnen werken
voldaan, indien deze, onverminderd de bepalingen van artikel 270 van het AREI,
beantwoorden aan de volgende schikkingen:
Voor autonome éénfasige fotovoltaïsche bronnen met een nominaal vermogen kleiner dan
of gelijk aan 5 kW, moet een automatisch scheidingssysteem voorzien worden dat
beantwoordt aan de volgende voorwaarden:
a. bestaan uit twee in serie geplaatste elementen die ieder de ontkoppeling van de
stroombaan met het distributienet bewerkstelligen. Een van de elementen verzekert een
fysische scheiding door middel van een alpolige automatische lastscheidingsschakelaar;
het tweede element mag, een elektronisch schakelsysteem zijn;
b. verzekeren dat een galvanische scheiding tot stand komt:
- binnen de 0,2 sec. wanneer:
- de spanning aan de klemmen van de autonome bron kleiner is dan 80 % van de
nominale netspanning;
- de spanning aan de klemmen van de autonome bron groter is dan 106 % van de
nominale netspanning;
- de frequentieafwijking groter is dan 0,2 Hz;
- binnen een tijd niet groter dan 5 sec. wanneer de voeding van het net wordt
afgeschakeld of wegvalt;
c. het in verbinding stellen van de autonome bron met het distributienet voorkomen
wanneer de kenmerken van de spanning of van de frequentie aan de klemmen van de
autonome bron buiten de onder punt b. hierboven bepaalde grenzen vallen;
Voor autonome bronnen met een nominaal vermogen groter dan of gelijk aan 10 kW,
moet een vergrendelbare veiligheidsonderbreking voorzien worden, permanent
toegankelijk voor de distributienetbeheerder en de brandweer.
Deel 3: Sancties
Bij elke inbreuk welk een acuut gevaar betekent voor de openbare veiligheid, wordt een
tijdelijk verbod tot ingebruikname van de occasionele installatie tot het moment van
hercontrole bevolen.
12
Om de tijdelijke sluiting op te heffen, dient bij deze hercontrole aan alle voorwaarden
opgenomen in de politieverordening voldaan te zijn, wat wordt vermeld in een positief
evaluatieverslag.
Artikel 3: Beide reglementen worden bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 186 en 187
van het gemeentedecreet.
Artikel 4: Het reglement beschreven in artikel 1 treedt in werking op 1 oktober 2014. Het
reglement beschreven in artikel 2 blijft behouden en is in werking sedert 1 juni 2012.
Aangezien het volledig reglement hernomen wordt, wordt het gemeenteraadsbesluit d.d. 24
mei 2012 houdende goedkeuring van het politiereglement m.b.t. occasionele warmtebronnen
op vloeibaar gemaakte petroleumgassen, aardgas en/of elektriciteit en van het addendum
m.b.t. fotovoltaïsche zonne-energiesystemen, opgeheven.
Artikel 5: Een afschrift van dit besluit overgemaakt aan :
• de brandweercommandant van Deinze, Stadionlaan 24, 9800 Deinze,
• de korpssecretaris van de Brandweer Gent, de heer Didier De Wulf , Botermarkt 1,
9000 Gent,
• de provinciegouverneur,
• het parket van de procureur des Konings,
• de griffies van de rechtbank van Eerste aanleg van het arrondissement en van de
Politierechtbank van het kanton,
Artikel 6: Dit besluit wordt ter kennis gebracht van de provinciegouverneur door middel van de
lijst overeenkomstig artikel 252 §1 van het gemeentedecreet.
---------------------------------------
Agendapunt nr.4:
WEGEN- EN RIOLERINGSWERKEN IN DE POSTHOORN-, MEULEBERG- EN HAARZAKSTRAAT. GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE
DE GEMEENTERAAD
Gelet op de princiepsbeslissing van de gemeenteraad van 26 februari 2009 voor het uitvoe-ren
van wegen- en rioleringswerken in de Posthoorn-, Meuleberg- en Haarzakstraat en houdende
goedkeuren van de lastvoorwaarden voor de ontwerpopdracht;
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 28 december 2009
betreffende de gunning van de ontwerpopdracht voor deze opdracht aan Grontmij Vlaande-ren
nv, Meersstraat 138A te 9000 Gent;
Overwegende dat in het kader van deze opdracht een bijzonder bestek met nr. 2014/053/
DOM-269/08/337-Z werd opgesteld door de ontwerper, Grontmij Vlaanderen nv, Meersstraat
138A te 9000 Gent;
Overwegende dat de totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 2.340.248,55 EUR
excl. btw en waarbij het gemeentelijk aandeel geraamd wordt op 716.977,84 EUR +
150.565,35 EUR (21 % btw medecontractant) = 867.543,19 EUR;
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de open aanbesteding;
Overwegende dat het een samengevoegde opdracht betreft waarbij TMVW optreedt in naam
van de gemeente Zulte bij de gunning en de uitvoering van de opdracht;
13
Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid
artikel 24;
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en
diensten;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten
klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere
wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 2;
Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42
en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 betreffende de
inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter
uitvoering van artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005;
Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van
bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels
248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van
2014, op budgetcode 0200-00/2240007/IE14 (ACT-57) en in het budget van de volgende
jaren;
Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Sophie Delaere;
Gelet op de tussenkomst van raadslid Christophe Menu die vraagt waarom de Telenetkabels
bovengronds aanwezig blijven. Raadslid Delaere antwoordt dat Telenet de kabel gratis
ondergronds legt voor zover de Eandiskabel nog bovengronds verbonden is (van paal tot paal).
Is de Eandiskabel reeds ondergronds aangebracht, dan ressorteren de kosten voor het
ondergronds brengen van de Telenetkabel volledig onder de gemeente. Het is niet gebruikelijk
dat de gemeente in dergelijke gevallen de kosten ten laste neemt.
Raadslid Menu vraagt om de meerkost te bekijken voor het ondergronds brengen van de
Telenetkabel.
Gelet op de tussenkomst van raadslid Stijn Van de Wiele die opmerkt dat de CD&V-fractie
uitermate tevreden is dat het dossier in essentie hetzelfde gebleven is als initieel voorgesteld
door de CD&V-fractie.
Schepen Sophie Delaere antwoordt dat het project eigenlijk een verderzetting is van de
heraanleg van de Dorpsstraat. Alleen voor de fietssuggestiestroken wordt geopteerd voor een
alternatieve uitvoering die hopelijk een beter resultaat oplevert.
Raadslid Menu merkt op dat in de Posthoornstraat een ander soort paaltjes worden geplaatst.
Hij vraagt om het prijsverschil hiervan te kennen.
Gelet op de tussenkomst van raadslid Henk Heyerick die opmerkt uitermate blij te zijn met het
behoud van het principe om te opteren voor een volwaardig plein dat volledig in kleiklinkers
(en niet in betonstraatstenen) wordt aangelegd.
14
Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. 2014/053/DOM-269
/08/337-Z en de raming voor de opdracht “Wegen- en rioleringswerken in de Posthoorn-,
Meuleberg- en Haarzakstraat”, opgesteld door de ontwerper, Grontmij Vlaanderen nv,
Meersstraat 138A te 9000 Gent. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het
bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 2.340.248,55 EUR
excl. btw en waarbij het gemeentelijk aandeel geraamd wordt op 716.977,84 EUR +
150.565,35 EUR (21 % btw medecontractant) = 867.543,19 EUR.
Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de open aanbesteding.
Artikel 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2014, op
budgetcode 0200-00/2240007/IE14 (ACT-57) en in het budget van de volgende jaren.
---------------------------------------
Agendapunt nr.5:
LEVEREN VAN EEN TWEEDEHANDSE VRACHTWAGEN MET KRAAN. GOEDKEURING
LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE
DE GEMEENTERAAD
Overwegende dat onze Daf vrachtwagen dateert van 1992;
Overwegende dat we de laatste jaren al serieus wat kosten gehad hebben aan deze
vrachtwagen: sinds 2008 werd er in totaal voor
- 33.790,00 EUR werken uitgevoerd door Vanthuyne uit Kruishoutem en
- 41.400,00 EUR werken uitgevoerd door Van Moerkerke uit Deinze;
Overwegende dat we dus gerust kunnen stellen dat het economisch niet meer verantwoord is
om zoveel kosten te doen aan een vrachtwagen van 22 jaar oud;
Overwegende dat in het kader van de opdracht “Leveren van een tweedehandse vracht-wagen
met kraan” een bijzonder bestek met nr. 2014/078 werd opgesteld door de Dienst
patrimonium en wonen;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 84.800,00 EUR +
17.808,00 EUR (21% btw) = 102.608,00 EUR;
Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking;
Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid
artikel 26, § 1, 1° a (limiet van 85.000,00 EUR excl. btw niet overschreden);
15
Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en
diensten;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten
klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 105;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere
wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 2;
Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42
en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 betreffende de
inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter
uitvoering van artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005;
Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van
bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels
248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het investeringsbudget van
2014, op budgetcode 0200-00/2430000/IE2014-3 (actie GBB-OW);
Overwegende dat het voorziene krediet zal verhoogd worden bij de volgende budgetwijzi-ging;
Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Sophie Delaere;
Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. 2014/078 en de raming voor de opdracht “Leveren van een tweedehandse vrachtwagen met kraan”, opgesteld
door de Dienst patrimonium en wonen. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de
overheidsopdrachten. De raming bedraagt 84.800,00 EUR + 17.808,00 EUR (21% btw) =
102.608,00 EUR.
Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsproce-dure
zonder bekendmaking.
Artikel 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2014, op
budgetcode 0200-00/2430000/IE2014-3 (actie GBB-OW).
Artikel 4: Het krediet zal verhoogd worden bij de volgende budgetwijziging.
Artikel 5: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met het uitvoeren van dit
besluit.
16
Artikel 6: Dit besluit zal ter kennis gebracht worden aan de gouverneur, door de lijst bedoeld
in artikel 252 § 1 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
---------------------------------------
Agendapunt nr.6:
AFSCHAFFEN OVERWEGEN 40 EN 49BIS OP DE SPOORLIJN 75. GOEDKEURING
PRINCIPE
DE GEMEENTERAAD
Gelet op de brief de dato 16 mei 2014 vanwege Infrabel waarin zij verwijzen naar het overleg
tussen Infrabel en de gemeente op 3 april 2014;
Overwegende dat op dit overleg de geplande aanleg van het fietspad tussen de Waalstraat en
de Bokstraat besproken werd;
Overwegende dat het provinciebestuur Oost-Vlaanderen zich engageert om langs de spoor-lijn
75 fietspaden aan te leggen voor een vlotte fietsverbinding tussen Zulte en Gent;
Overwegende dat het toekomstige fietspad op het grondgebied van Zulte acht overwegen
kruist;
Overwegende dat Infrabel in het kader van de veiligheid en stiptheid in elk geval volgende
overwegen wenst af te schaffen:
- overweg 40 (Vossenholstraat),bij de aanleg van het fietspad tussen de Tuttegemstraat
en de Meylegemstraat. De afschaffing van overweg 40 zal vermeld worden op het
betreffende bouwaanvraagplan.
- overweg 49bis (Zaubeekstraat), mits aanleg van het fietspad en de bouw van een
fietstunnel onder de sporen ter hoogte van de Zaubeek;
Overwegende dat Infrabel de gemeente vraagt om een principieel akkoord voor de afschaf-fing
van de OW40 (Vossenholstraat) en OW49bis (Zaubeekstraat) zodat de procedures
(bezettingsovereenkomst, bouwvergunning, ….) kunnen aangevat worden;
Overwegende dat Infrabel haar volle medewerking zal verlenen aan de aanleg van het fietspad
langs het spoor en slechts een symbolische bezettingsvergoeding zal aanrekenen voor het
fietspad op haar domein op voorwaarde dat de overweg 40 en 40 bis definitief afgeschaft
worden;
Gelet op de informatievergadering met de bevolking op 28 augustus 2014 met
vertegenwoordigers van Infrabel, waarop deze plannen voorgesteld werden;
Overwegende dat uit deze vergadering vooral de ongerustheid over de afschaffing van de
overweg in de Zaubeekstraat en de effectieve verwezenlijking van de fietserstunnel in de
Zaubeekstraat naar voor komt;
Overwegende dat er op de vergadering duidelijk gesteld werd dat de afschaffing van de
overweg in de Zaubeekstraat pas kan na realisatie van de tunnel in de Waalstraat én na aanleg
van de fietserstunnel;
Overwegende dat de gemeente dit als absolute voorwaarde stelt;
Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42
en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
17
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van
bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels
248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht;
Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Michaël Vandemeulebroecke die stelt dat de
overwegen Zaubeekstraat (1) en Vossenholstraat (2) in principe en op termijn zullen sluiten en
dit na realisatie van de ondertunneling in de Waalstraat, de realisatie van de fietstunnel ter
hoogte van de Zaubeekstraat (1) en na de realisatie van het fietspad lange afstand langs het
spoor.(2)
De gemeente heeft een aantal voorwaarden aan de sluiting van de overwegen gekoppeld. In
overleg met Infrabel werd beslist om met betrekking tot de overweg aan de Zaubeekstraat niet
louter het oud koninklijk besluit tot sluiting uit te voeren maar de sluiting te onderwerpen aan
de actueel gangbare procedure die onder meer bestaat uit een infovergadering en een
openbaar onderzoek dat gevoerd wordt na de indiening van bouwaanvraag.
Omtrent dit agendapunt ontving de gemeente de afgelopen week een vraag van een
aanpalend eigenaar in Zaubeekstraat. Deze vraag kan vandaag niet door de aanvrager ter
zitting behandeld worden aangezien de wettelijke termijn van 14 dagen (“De inwoner(s)
richten hiertoe minstens 14 kalenderdagen vóór de dag van de vergadering een schriftelijke
aanvraag…”) niet gerespecteerd kan worden. Het bestuur is evenwel bereid om de vraag
inhoudelijk mee te nemen. De aanvrager verzoekt de gemeente om de beslissing omtrent het
principieel akkoord tot sluiting van de overweg aan de Zaubeekstraat uit te stellen tot het
ogenblik waarop de resultaten van de verkeersleefbaarheidstudie gekend zijn (dus de impact
van de sluiting op het verkeer).
Het bestuur heeft veel begrip voor de vraag van de betrokken eigenaar. Anderzijds mag de
verdere aanleg van het fietspad langs het spoor niet in het gedrang komen. Daarom wordt
voorgesteld om het principieel akkoord niet uit te stellen maar om een bijkomende voorwaarde
op te nemen in besluit, nl. dat de mogelijke impact van de sluiting van de overweg aan de
Zaubeekstraat mee onderworpen wordt aan de verkeersleefbaarheidstudie en dat de resultaten
ervan zullen geïntegreerd worden in het definitief ontwerp van project sluiting overweg /
ondertunneling fietspad.
Gelet op de tussenkomst van raadslid Henk Heyerick die stelt geen bezwaar te hebben tegen
het horen van de betrokken burger op de zitting. Hij pleit ervoor om in het kader van de
inspraak de burger met de nodige soepelheid ter zitting aan het woord te laten.
Schepen Michaël Vandemeulebroecke verwijst naar het reglement van de gemeenteraad dat
moet worden nageleefd. Het bestuur heeft de vraag ontvangen, de aanvrager kan de vraag
niet ter zitting toelichten maar de inhoud van de vraag wordt op degelijke en objectieve wijze
inhoudelijk meegenomen door het opleggen van een bijkomende voorwaarde.
Raadslid Herman De Vos begrijpt de vraag maar antwoordt dat dit principieel niet kan. Het
vraagrecht van de burger, zoals voorzien in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad,
strekt ertoe om de burger de kans te geven om aangelegenheden van algemeen, gemeentelijk
belang op informele wijze toelichten op een zitting van de gemeenteraad. Dit houdt dus in dat
de burger een extra punt (voorstel/vraag), los van de agenda van de gemeenteraad, aankaart.
Het kan niet dat burgers aan het woord gelaten worden bij de behandeling van een reeds
geagendeerd agendapunt. Dit zou de bevoegdheid van de gemeenteraadsleden volledig
uithollen.
Raadslid Stijn Van de Wiele dringt erop aan om hier toch een afwijking op toe te staan.
Raadslid Herman De Vos antwoordt dat eind augustus een infomoment georganiseerd werd
voor alle burgers die interesse hadden voor het verhaal van de afschaffing van de overwegen.
Raadslid Henk Heyerick antwoordt dat toen heel nadrukkelijk gesteld werd dat er geen enkele
beslissing i.v.m. een overweg zou genomen worden vooraleer per overweg een
18
onderzoek/studie de gevolgen op vlak van mobiliteit in kaart zou hebben gebracht. De burger
wordt door dit gemeenteraadsbesluit in snelheid gepakt. Dit verantwoordt de vraagstelling
van de betrokken burger. Indien tijdens infosessie juiste informatie zou verspreid zijn, dan
had de burger tijdig een correcte vraag aan de gemeenteraad geadresseerd. Raadslid Heyerick
is van oordeel dat de burger het recht heeft om ter zitting de vraag te stellen en toe te lichten.
Raadslid Philippe Van Steenberghe stelt dat raadslid Heyerick tijdens de infosessie zelf
aanhaalde dat de sluiting van de overweg in de Zaubeekstraat eigenlijk gebaseerd is op een
koninklijk besluit van 40 jaar oud.
Raadslid Heyerick merkt op dat het getuigt van onbehoorlijk bestuur om burgers verkeerd te
informeren. Hij dringt erop aan om het punt te verdagen tot na de uitvoering van een studie
op basis waarvan overwegen op grond van objectieve criteria kunnen gesloten worden.
De burgemeester herhaalt welke info i.v.m. de resp. overwegen op de infoavond verspreid
werd. De meeste gemeenten agenderen de principebeslissing tot sluiting zonder voorafgaande
info aan de bevolking (wel openbaar onderzoek in kader van bouwaanvraag). De
burgemeester leest de tekst die verspreid werd op de infoavond voor (“OW49b Zaubeekstraat
: vervangen door fietspad en fietstunnel na realisatie ondertunneling Waalstraat.””OW 40
Vossenholstraat : afschaffen na aanleg fietspad.”). Dit zijn / waren de principes die werden
voorgelegd, waarbij gesteld werd dat indien hieraan veranderingen werden aangebracht, deze
het voorwerp zouden uitmaken van een nieuwe infovergadering.
Het overzicht geeft/gaf de toekomstplannen op termijn weer. Er is geen zekerheid dat alles
uitgevoerd zal worden. Een aantal procedures dienen nog gevoerd te worden. Daarenboven
werd tijdens de infoavond geen duidelijk zicht op de timing van de verschillende projecten
gegeven (vnl. ondertunneling Waalstraat), wat bijzonder jammer is, maar waar niemand van
de aanwezigen invloed op heeft. In het kader van de procedure wordt nu het principieel
akkoord van de gemeente gevraagd. De vraag van de betrokken burger werd door de schepen
correct aangebracht. De beslissing wordt deels aangepast in functie van de terechte
opmerking van deze burger. Op basis van de resultaten van de studie kan de principiële
beslissing aangepast/bijgestuurd worden. Dit is een mooi compromis. Andere projecten
komen hierdoor daarenboven niet in het gedrang.
Raadslid Lieven Lippens merkt op dat indien de ondertunneling in de Waalstraat niet
uitgevoerd wordt, er niets gebeurt. De burgemeester bevestigt dit.
Raadslid Henk Heyerick herhaalt de vraag naar een voorafgaande studie voor elke overweg
afzonderlijk, vooraleer tot een principieel akkoord tot sluiting over te gaan. De logica is dat
eerst een onderzoek plaatsvindt en dat dan een beslissing wordt genomen, en niet omgekeerd.
Waarom moet opeens zo snel beslist worden? Raadslid Heyerick dringt aan om het
agendapunt uit te stellen. Hij stelt bereid te zijn om de zitting te schorsen.
Raadslid Lieven Lippens vraagt of de spoorwegen zelf een extra voorwaarde hebben opgelegd.
Raadslid Herman De Vos antwoordt dat Infrabel het principieel akkoord voor sluiting van beide
overwegen vraagt zodat zij hun volle medewerking kunnen verlenen aan de verdere aanleg
van het fietspad langs het spoor. Het bestuur wil dat het project van het fietspad langs het
spoor vooruit gaat. Beide dossiers werden gekoppeld om niet te remmen, te belemmeren,…
Het koninklijk besluit heeft een juridische waarde waaraan de gemeenteraad niets kan
veranderen. Infrabel heeft de gemeente zelfs niet meer nodig. Infrabel kan de sluiting van de
overweg 49bis eigenlijk zonder meer uitvoeren. Het bestuur koppelt hier nu extra
voorwaarden aan, mede op basis van de vraag van de betrokken burger. Wie kan hier iets
tegen hebben?
Raadslid Heyerick merkt op dat afgeweken wordt van de kern van het verhaal. Infrabel zet de
gemeente schaakmat.
De burgemeester is bereid om de zitting te schorsen maar wijst op de consequenties. In
Deinze heeft Infrabel de aanleg van het fietspad langs het spoor stilgelegd. Zonder principieel
19
akkoord over de sluiting van beide overwegen zal verder geen werk gemaakt worden van de
aanleg van het fietspad lange afstand (bezettingsvergoeding,…).
De voorzitter van de gemeenteraad schorst de zitting om 20u16.
De voorzitter heropent de zitting om 20u41.
De burgemeester neemt het woord. De timing van het dossier is wat het is en is gekoppeld
aan de brief van Infrabel waarin principieel akkoord gevraagd wordt. Dit is reden voor de
timing. Inhoudelijk impliceert de beslissing dat de gemeenteraad principieel akkoord gaat mits
vier voorwaarden gerealiseerd worden voor wat de overweg aan de Zaubeekstraat betreft :
voorafgaande realisatie van de ondertunneling in de Waalstraat en van de fietstunnel ter
hoogte van de Zaubeekstraat, het voeren van een openbaar onderzoek in het kader van de
stedenbouwkundige aanvraag (mogelijkheid tot indiening van bezwaren,…) en de voorwaarde
dat de mogelijke impact van de sluiting van de overwegen mee onderworpen wordt aan de
verkeersleefbaarheidstudie en dat de resultaten ervan zullen geïntegreerd worden in het
definitief ontwerp van project sluiting overweg / ondertunneling fietspad.
Dit wordt ter stemming voorgelegd.
Raadslid Henk Heyerick stelt dat naderhand een studie zal gevraagd worden die deze
beslissing onderbouwt. Hij betreurt dat het dossier niet uitgesteld kan worden en dat het
gemeentebestuur op zijn buik gaat voor Infrabel. De aanwezigen op de infovergadering
werden met valse voorwendsels naar huis gestuurd. Dit zal nu eenmaal het toekomstig beleid
zijn.
De burgemeester verwijst nogmaals naar het koninklijk besluit tot sluiting van de overweg
49bis. Het bestuur stelt nu duidelijk voorwaarden voor iets dat 40 jaar geleden beslist werd.
Raadslid Sally Cosijns antwoordt dat de CD&V-fractie zich zal onthouden bij de stemming. De
sluiting van de overwegen dient te kaderen in een algemene visie en elke sluiting dient aan
objectieve criteria te worden afgetoetst.
De voorzitter roept op tot stemming over het principieel akkoord tot afschaffing van de
overwegen 40 en 49 bis onder de gestelde voorwaarden.
25 raadsleden nemen deel aan de stemming.
De stemming geeft de volgende uitslag :
11 onthoudingen (CD&V-fractie)
14 stemmen vóór (Open Zulte, NVA & GVZ)
BESLUIT:
Artikel 1: Principieel akkoord te gaan met het afschaffen van de overweg 40 (Vossenhol-straat)
en overweg 49bis (Zaubeekstraat) mits aanleg van het fietspad lange afstand en de bouw van
een fietstunnel onder de sporen ter hoogte van de Zaubeek. De overweg Zaubeekstraat kan
pas afgeschaft worden na de realisatie van de tunnel in de Waalstraat én na aanleg van de
fietsertunnel. In het kader van de bouwaanvraag voor de aanleg van het fietspad en de
bouwaanvraag voor de bouw van de fietstunnel zal hiervoor een openbaar onderzoek
georganiseerd worden. De mogelijke impact van de sluiting van de overwegen wordt mee
onderworpen aan de verkeersleefbehaarheidsstudie en de resultaten hiervan worden mee
geïntegreerd in het definitief ontwerp.
Artikel 2: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met het uitvoeren van dit
besluit.
Artikel 3: Dit besluit zal ter kennis gebracht worden aan de gouverneur, door de lijst bedoeld
in artikel 252 § 1 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
20
---------------------------------------
Agendapunt nr.7:
AANDUIDEN VAN EEN VERTEGENWOORDIGER EN PLAATSVERVANGEND
VERTEGENWOORDIGER IN DE ALGEMENE VERGADERINGEN VAN DE VZW TOERISME
LEIESTREEK.
DE GEMEENTERAAD,
Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 8 juni 2000 houdende toetreding tot de vzw “Toerisme
Leiestreek” en goedkeuring van de statuten;
Overwegende dat er ingevolge de vernieuwing van de gemeenteraad op 2 januari 2013 nieuwe
vertegenwoordigers werden aangeduid;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 27 mei 2014 houdende de goedkeuring van de nieuwe
statuten van de vzw “Toerisme Leiestreek”;
Overwegende dat op de Algemene vergadering van Toerisme Leiestreek d.d. 2 juli 2014
nieuwe statuten werden goedgekeurd en naar aanleiding hiervan opnieuw een
vertegenwoordiger en plaatsvervangend vertegenwoordiger dient gekozen te worden;
Overwegende dat de statuten geen “toegetreden leden ten persoonlijke titel” meer voorzien;
Gelet op het Gemeentedecreet, bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005,
gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 31 augustus 2005, inzonderheid artikelen 43 § 2 5°,
248 tot 260;
Gelet op de omzendbrief d.d. 13 januari 2006 – BA 2006/01 – van de Vlaams Minister van
Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering Marino Keulen;
Gelet op de voordracht van het college van burgemeester en schepen van de schepen van
toerisme (Michaël Devriendt (2013-2015) / Annabel Van Poucke (2016-2018)) als
vertegenwoordiger op de Algemene Vergadering en van de voorzitter van de gemeenteraad
(Annabel Van Poucke (2014-2015) / Michaël Devriendt (2016-2018)) als plaatsvervangend
vertegenwoordiger;
Gelet op artikel 35 §2, 2° van het gemeentedecreet op grond waarvan het aanwijzen van
leden van de gemeentelijke bestuursorganen en van de vertegenwoordigers van de gemeente
in overlegorganen en in organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen bij
geheime stemming gebeurt;
De voorzitter van de gemeenteraad roept op tot de geheime stemming. De voltallige
gemeenteraad beslist om niet tot geheime stemming over te gaan. De voordracht wordt
aanvaard.
Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: Schepen van toerisme Michaël Devriendt (2013-2015) / Annabel Van Poucke (20162018) wordt aangeduid als vertegenwoordiger van de gemeente op de Algemene
Vergaderingen van de vzw Toerisme Leiestreek.
21
Artikel 2: De voorzitter van de gemeenteraad Annabel Van Poucke (2014-2015) / Michaël
Devriendt (2016-2018) wonende te 9870 Zulte, Kasteelstraat 18 / Oude Weg 117, wordt
aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger van de gemeente op de Algemene
Vergaderingen van de vzw Toerisme Leiestreek.
Artikel 3: Indien de gemeenteraad dit besluit niet herroept, blijft het geldig tot de
eerstvolgende vernieuwing van de gemeenteraad.
Artikel 4: Afschrift van dit besluit zal aan de vzw Toerisme Leiestreek, t.a.v. Katrien Six,
Doorniksesteenweg 218, 8500 Kortrijk overgemaakt worden.
Artikel 5: Dit besluit wordt ook ter kennis gebracht van de heer Provinciegouverneur, door
middel van de lijst bedoeld in art. 251 § 1 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
---------------------------------------
Agendapunt nr.8:
UITBREIDING VAN DE OPDRACHT VAN DE TOEZICHTSTER VAN HET ZULTSE FILIAAL
VAN HET KUNSTONDERWIJS MUZIEK EN WOORD DEINZE MET INGANG VAN 1
OKTOBER 2014
DE GEMEENTERAAD
Overwegende dat sinds 1994 een toezichtster werd aangesteld voor het Zults filiaal van de
muziekacademie;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad d.d. 21 december 2000 waarbij de opdracht werd
uitgebreid van 12 naar 15 uur per week met ingang van 1 januari 2001;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad d.d. 22 januari 2009 waarbij de opdracht werd
uitgebreid van 15 uur naar 19,5 uur per week met ingang van 1 januari 2009;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad d.d. 26 mei 2011 waarbij de opdracht werd
uitgebreid van 19,5 uur naar 21,5 uur per week met ingang van 1 september 2011;
Overwegende dat de loonkost initieel gedragen wordt door stad Deinze waarbij de gemeente
Zulte naderhand een toelage betaalt waarvan het bedrag gelijk is aan de loonkost;
Gelet op het schriftelijke verzoek d.d. 5 juli 2014 van de heer Geert Dhondt, directeur van de
stedelijke academie van muziek, woord en dans tot uitbreiding van het toezicht tot 23 u op
weekbasis;
Gelet op de vraag gericht aan de directeur van de Stedelijke Academie d.d. 14 juli 2014 tot
motivering van het verzoek tot uitbreiding van de opdracht;
Overwegende dat het leerlingenaantal in het Zultse filiaal van het Kunstonderwijs Muziek en
Woord een gestage groei kent;
Gelet op de motivering die we ontvingen van de directeur via mail d.d. 8 september 2014
waarbij onder meer verwezen wordt naar de uitbreiding van de lessen Algemene muzische
vorming/koor met een half uur per klas per week;
22
Overwegende dat het noodzakelijk is om de huidige toezichtster gedurende 23 uur op
weekbasis te werk aan te stellen met het oog op een goede werking en opvang van de
kinderen die muziek en woord volgen in de Zultse afdeling;
Overwegende dat de integrale kost voor het jaar 2013 33.001,26 euro bedroeg;
Overwegende dat de vereiste, bijkomende kredieten zullen voorzien worden bij de tweede
budgetwijziging van het jaar 2014;
Gelet op het voorstel van het college tot uitbreiding van de opdracht van de toezichtster tot 23
uur op weekbasis met ingang van 1 oktober 2014;
Gelet op artikel 160 van het gemeentedecreet;
Overwegende dat de voorgenomen financiële verbintenissen onderworpen zijn aan het
voorafgaand visum van de financieel beheerder, vóórdat enige verbintenis kan worden
aangegaan;
Overwegende dat de financieel beheerder zijn visum verleent indien uit dit onderzoek de
wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenis blijkt;
Overwegende dat de verbintenis slechts uitvoerbaar wordt onder voorbehoud van visum van
de financieel beheerder;
Gelet op de toelichting ter zitting door schepen Frederic Hesters. Het aantal inschrijvingen
voor het schooljaar 2014-2015 is nog niet gekend aangezien de inschrijvingsperiode nog niet
afgesloten is. Zodra beschikbaar worden de gegevens overgemaakt.
Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: De uitbreiding van de opdracht van de toezichtster van het Zultse filiaal van het
kunstonderwijs Muziek en Woord Deinze tot 23 uur op weekbasis met ingang van 1 oktober
2014 goed te keuren.
Artikel 2 : De bijkomende, vereiste kredieten te voorzien bij de tweede budgetwijziging van
het jaar 2014 en de daartoe aan stad Deinze verschuldigde bijdrage te betalen.
Artikel 3: Kennis te geven van dit besluit aan de directeur van de stedelijke academie van
muziek, woord en dans.
Artikel 4: Dit besluit is slechts uitvoerbaar onder voorbehoud van het visum van de financieel
beheerder.
---------------------------------------
Bijkomend agendapunt nr.1:
HERAANLEG KASSEISTROOK IN DE MACHELENSTRAAT
Toelichting
Raadslid Lieven Lippens verwijst naar de bijkomende gemeenteraad van 10 juli 2014 waarin
het bestuur voorstelde om een bevraging te doen i.v.m. de heraanleg van de kasseistrook in
de Machelenstraat. Dit via een bevraging in het infoblad september-oktober 2014. Indien
23
tegen 10 september 2014 1/3 van de Zultse adressen dit ondersteunen, wordt geconcludeerd
dat er voldoende draagvlak is voor de heraanleg.
Voorstel van besluit
Daar meer dan het gevraagde aantal strookjes tijdig werden binnengebracht werd het
draagvlak aangetoond en vragen wij bijgevolg om de kasseistrook te heraanleggen.
De burgemeester neemt het woord en verwijst naar de bevraging van de bevolking. Indien
1/3de (lees : 2119 adressen) van de Zultse adressen akkoord zou gaan met de volledige
heraanleg in kasseien, dan zou het bestek in deze zin aangepast worden. De telling en controle
is begin deze week uitgevoerd. Er werden 2227 strookjes geteld waarvan een aantal
originelen en heel veel kopies. Er werden 210 dubbels geteld, d.w.z. meerdere strookjes op
éénzelfde adres. Daarenboven waren 41 briefjes zonder meer ongeldig nl. 4 strookjes zonder
handtekening, 35 strookjes ingevuld door personen zonder domicilie in Zulte en 2 strookjes
waarbij een voorwaarde was aangebracht op het strookje zelf. Naast de 210 dubbels en de 41
ongeldige strookjes zijn er nog 46 strookjes waarover discussie bestaat aangezien de
identiteit van de indiener niet kan achterhaald worden (veelal ontbreken van combinatie van
gegevens nl. voornaam en huisnummer). Het is niet de bedoeling om hierover te discussiëren
aangezien alleen al door het wegnemen van de dubbels, het vereiste saldo van 2119 niet
bereikt wordt. Het bestuur vraagt dan ook om de bevraging te respecteren.
Raadslid Lieven Lippens verwijst naar het korte tijdsbestek waarover de CD&V-fractie
beschikte om de campagne te voeren. Indien men 10 dagen langer kon werken, dan zouden
er zeker voldoende briefjes worden ingediend. Hij vindt het wel een mooi resultaat. Raadslid
Lippens vraagt of de meerderheid de weg wel volledig in kasseien zou hebben heraangelegd,
indien het financieel niets uitmaakte. De vraag wordt gesteld of het enkel een kwestie van
geld is. Raadslid Lippens stelt zich de vraag waarvan de meerkost van 35.000 euro komt. In
de notulen wordt zelfs verwezen naar een meerkost van 40.000 euro.
Schepen Sophie Delaere stelt dat de raming gebaseerd is op de navraag bij een kasseilegger.
Dit blijft weliswaar, zoals in alle andere dossiers, een raming. Er is begrip voor de nostalgische
waarde, vandaar het behoud van 90 meter kasseien. De weg wordt vaak gebruikt voor
landbouwvoertuigen. Kasseien zijn hiervoor niet de beste ondergrond. Misschien is het een
optie om de Machelenstraat af te sluiten voor landbouwvoertuigen.
Raadslid Lieven Lippens antwoordt dat een aantal briefjes door landbouwers ingevuld werden
en dat zij geen bezwaar hebben tegen de heraanleg in kasseien.
Raadslid Lippens heeft zelf een prijsberekening gemaakt en wenst hierover een powerpoint
voorstelling aan de raadsleden en het publiek te tonen.
Raadslid Herman De Vos vraagt of nu opnieuw gedebatteerd zal worden over de inhoud van
het dossier. Dit kan toch niet de bedoeling zijn. Raadslid De Vos vraagt hoeveel bewoners op
eigen initiatief een strookje indienden.
De burgemeester stelt dat de gemeente een 15-tal spontaan ingediende strookjes ontving.
Van het totaal aantal ontvangen strookjes zijn er 102 originele strookjes uit het infoblad.
De voorzitter verleent toestemming aan raadslid Lippens die een prijsberekening voorstelt aan
de hand van een PP-voorstelling. Raadslid Lieven Lippens geeft aan dat deze berekening
gecheckt werd bij 3 onafhankelijke aannemers, waarbij fundering, materiaalkost (kasseien),
manarbeid en de meerwaarde van de uitgebroken kasseien (t.b.v. 5 euro/m²) mee in rekening
worden gebracht. De voorgestelde berekening resulteert in een beperkte meerkost van 3.000
euro ( i.p.v. 35.000 euro) voor een volledige heraanleg in kasseien.
Raadslid Lippens besluit dat de door de meerderheid voorgestelde meerkost onrealistisch hoog
is en niet correct berekend werd. Hij pleit andermaal voor de volledige heraanleg in kasseien
en haalt hierbij volgende motieven aan : goed wegdek, aandacht voor nostalgie,
24
verkeersremmend, lange levensduur, veilig met aandacht voor fietsers en zeer betaalbaar
(concurrentieel t.o.v. betonweg).
De uiteenzetting geeft aanleiding tot een debat over de juistheid van de berekening van de
meerkost waaraan de raadsleden Sally Cosijns, Herman De Vos, Lieven Lippens, Henk Heyerick
en Stijn Van de Wiele en schepen Delaere deelnemen. De fracties herhalen de reeds
aangehaalde argumenten en opmerkingen.
Raadslid Marc Devlieger verlaat de zitting.
De voorzitter sluit de debatten en roept terug tot de orde.
Raadslid Lieven Lippens verlaat de zitting.
De burgemeester vraagt het woord en bevestigt zijn vertrouwen in het bestuur en het college.
Het bestek blijft uitgaan van een raming. Op 10 juli werd op vraag van de CD&V-fractie een
extra gemeenteraad georganiseerd. Hierbij werd beslist om te onderzoeken of er een
draagvlak is voor de volledige heraanleg in kasseien. Als een bevraging ernstig genomen
wordt, moet dit ook het geval zijn voor wat de resultaten betreft. Het vereiste aantal strookjes
werd niet bereikt. Dit kan niet verweten worden aan het actueel bestuur.
Raadslid Henk Heyerick komt tussen en herhaalt dat in het infoblad verkeerde informatie
verspreid werd m.b.t. de meerkost van de volledige heraanleg in kasseien. Hij stelt voor om
het bestek aan te passen en een variant te voorzien nl. ook prijs vragen voor de volledige
heraanleg in kasseien.
De meerderheidsfracties handhaven de initiële beslissing.
De voorzitter sluit de zitting.
---------------------------------------
Namens de gemeenteraad:
Sylvie Bohez
Secretaris
Annabel Van Poucke
Voorzitter
25