6.3 Actieve dielektrica

Ferro-elektrica
52
_______________________________________________________________________________
Hoofdstuk 4 : Studie van actieve diëlektrica
______________________________________________
1. Ferro-elektriciteit
Ferro-elektrica zijn materialen die als gevolg van inwendige processen een spontane polarisatie Ps
vertonen bij afwezigheid van een uitwendig elektrisch veld.
Zij zijn opgebouwd uit zogenaamde "domeinen": dit zijn gebieden van homogene polarisatie in
een bepaalde richting (≡ een ingebouwde elektrische dipool). De richting der spontane polarisatie
verschilt van gebied tot gebied zodat zonder speciale maatregelen de totale, uitwendig waarneembare polarisatie van een specimen gelijk is aan nul. Het verschijnsel is vergelijkbaar met de
magnetische materialen zoals bv. ijzer ( vandaar de benaming "ferro-elektrisch materiaal" alhoewel dergelijke materialen niet noodzakelijk ijzer bevatten).
_
Door toepassing van een uitwendig veld E zullen de polarisatievectoren van de ferro-elektrische
domeinen aangroeien als gevolg van vroeger besproken polarisatiemechanismen en zich bovendien zo goed mogelijk volgens het veld richten. Bij veldomkering zal vanaf een bepaalde waarde Ec
(het coërictief veld) een omklapping van der polarisatievectoren optreden (figuur 1.1).
Figuur 1.1 Vereenvoudigde voorstelling van de ferro-elektrische domeinoriëntatie in een uitwendig veld.
Ferro-elektrica
53
_______________________________________________________________________________
Karakteristiek voor ferro-elektrische materialen is dus het vertonen van een hysteresislus: het zijn
niet-lineaire diëlektrica (figuur 4.2 a). Afhankelijk van de waarde der coërcitiefkracht spreekt men
van zachte ferro-elektrische (Ec < 0,1 MV/m of Ec < 0,1 V/µm) en harde ferro-elektrische (Ec > 1
MV/m of Ec > 1 V/µm) materialen.
Karakteristiek voor ferro-elektrica is eveneens de ferro-elektrische Curietemperatuur (Tc). Het is de
temperatuur beneden dewelke het materiaal ferro-elektrisch is, boven deze temperatuur ontstaat
de para-elektrische fase gekenmerkt door een spontane polarisatie gelijk aan nul. De overgang van
ferro-elektrische naar para-elektrische toestand noemt men een fasetransitie. Naargelang het materiaal wordt de fasetransitie gekenmerkt door een continu of discontinu gedrag van Ps in de omgeving van Tc en gaat fysisch gepaard met (symmetrie) wijzigingen in de kristalstructuur.
Figuur 1.2
a) hysteresislus van een ferro-elektrisch materiaal
b) mogelijke temperatuursverlopen van de spontane polarisatie
Het aantal ferro-elektrische materialen is zeer uitgebreid. Het meest gebruikte ferro-elektricum is
bariumtitanaat (BaTiO3 ; Tc = 120 °C) waarvan de polarisatie een gevolg is van ionische fenomenen
(ionen-verschuiving). De eenheidscel heeft de kubusvorm met Ba2+ ionen op de 8 hoekpunten, O2ionen in de centra der zes zijvlakken en Ti4+ in het centrum van de kubus in de para-elektrische
fase maar t.o.v. het centrum verschoven in de ferro-elektrische toestand. Alhoewel BaTiO3 ook
onder de vorm van kristallen voorkomt wordt het praktisch altijd onder keramische vorm toegepast (vb. bij keramische condensatoren ).
54
Ferro-elektrica
_______________________________________________________________________________
a
b
Figuur 1.3
.3 Eenheidscel van BaTiO3 (a: niet gepolariseerd, b: gepolariseerd) .
elektrische materialen op basis van hun resistiviteit bij de diëlektrica beb
Alhoewel bijna alle ferro-elektrische
horen is het mogelijk door dopering (met REM) de resistiviteit te doen dalen tot in het halfgeleihalfgele
dergebied : men spreekt dan van ferro-elektrische
ferro elektrische halfgeleiders. Zij zijn meestal van het keramisch
type, gebaseerd op BaTiO3. De fasetransitie doet zich uitwendig voor onder de vorm van een specspe
taculaire toename der resistiviteit en wordt benut in de PTC-weerstand.
PTC
Synthese
ynthese van gedopeerde
vaste oplossingen van BaTiO3 met andere keramische materialen (BaZrO3, BaSnO3, ...) laat toe de
curietemperatuur (en dus het PTC temperatuursgebied) en de resistiviteit aan te passen
p
binnen
zeer brede grenzen.
Het bestaan van 2 uitgesproken
esproken stabiele polarisatietoestanden bij ferro-elektrische
ferro elektrische materialen met
rechthoekige hysteresislus leende zich in principe tot gebruik als geheugenelement maar is omwilomwi
le van te trage schakeltijden, te hoge omschakelspanningen ... absoluut niet concurreerbaar
concur
met
andere geheugens.
Toch wordt het remanent polarisatieprincipe, of meer algemeen een permanente ladingsladings
opstapeling, benut in de zgn. elektreet : dit is een gepolariseerd of geëlektrificeerd vast diëlektridiëlektr
cum dat een permanent elektrisch veld in
in de omgeving opwekt bij afwezigheid van een uitwendig
aangelegd veld. Een elektreet is m.a.w. het elektrisch analogon van een permanente magneet.
Hoger werd het bestaan van de para-elektrische
para elektrische fase vermeld bij materialen die zich boven de
Curie-temperatuur
ur bevinden. Er bestaan echter ook materialen die steeds de para-elektrische
para
fase
vertonen : het zijn niet-lineaire
lineaire diëlektrica die vrij zijn van domeinformatie en spontane polarisatie.
Ferro-elektrica
55
_______________________________________________________________________________
Grosso modo kenmerkt de para-elektrische fase zich door:
•
een zeer hoge εr (1000-10000) zodat deze materialen reeds in zwakke velden tot saturatie
gepolariseerd worden (figuur 4.4). Gewone diëlektrica (bv. εr < 10) zijn niet satureerbaar
daar ze onder invloed van het toenemend elektrisch veld doorslaan.
•
een sterke temperatuursafhankelijkheid van εr
•
lagere diëlektrische verliezen dan de ferro-elektrische fase (wegens afwezigheid van domeinen).
Toepassing der para-elektrische fase (meer bepaald de hoge εr) wordt bv. gevonden in het gebruik
van BaTiO3-keramiek als keramisch condensatormateriaal. Door een geschikte keuze van de verhouding BaO - TiO2 en eventueel toevoeging van andere oxides zorgt men er voor dat de ferroelektrische Curie-temperatuur voldoende ver beneden kamertemperatuur ligt (waarden lager dan
-200 °C zijn mogelijk).
Figuur 1.4
Vergelijking para-elektrisch (  ) en gewoon diëlektricum ( - - - - - )
Piëzo-elektrica
56
_______________________________________________________________________________
2. Piëzo-elektriciteit
2.1. Algemeenheden
Piëzo-elektriciteit is het verschijnsel waarbij bepaalde diëlektrica tegengesteld elektrische ladingen
vertonen op tegenover elkaar gelegen eindvlakken wanneer zij onderworpen worden aan een
mechanische spanning (druk, trek).
Dergelijke materialen polariseren dus onder invloed van een mechanische spanning : men spreekt
van het direct piëzo-elektrisch effect. De geïnduceerde polarisatie is recht evenredig met de uitgeoefende mechanische spanning. Het verschijnsel is omkeerbaar : bepaalde kristallen vertonen een
mechanische vervorming (rek) wanneer ze in een elektrisch veld geplaatst worden. Tussen veld en
rek bestaat een evenredigheid: men spreekt van het invers piëzo-elektrische effect.
Piëzo-elektriciteit is niet eigen aan elk materiaal : slechts materialen met een kristalstructuur zonder symmetriecentrum en sommige polykristallijne keramische materialen vertonen piëzoelektriciteit.
De interactie tussen elektrisch veld en mechanische spanning in een piëzo-elektrische diëlektricum
wordt voor een ééndimensionaal geval beschreven d.m.v. volgende lineaire betrekkingen :
S = sE T + d E
D = d T + εT ε0 E
met
S : de rek (Strain)
T : de mechanische spanning (Tension)
D : de diëlektrische verplaatsing
E : het elektrisch veld
sE : elastische compliantie bij constant elektrisch veld E = 0. 1/sE is de elasticiteitsmodulus
εT : relatieve permittiviteit bij constante mechanische spanning T = 0 ; het is in feite de
"gewone" relatieve permittiviteit.
d : piëzo-elektrische (ladings)constante (soms ook piëzo-elektrische modulus genoemd)
C / m2 C
m/m m
=
ofwel
=
dimensie :
2
N/m
N
V /m V
57
Piëzo-elektrica
_______________________________________________________________________________
Voor een elektromechanische omzetting moet d zo groot mogelijk zijn.
Men stelt vast dat :
•
een diëlektrische inductievector niet alleen afkomstig kan zijn van een elektrisch veld (εTε0
E) maar ook van een mechanische spanning (d T) (direct piëzo-elektrisch effect)
•
een rek niet alleen afkomstig kan zijn van een mechanische spanning (sE T) maar ook van
een elektrisch veld (d E) (invers piëzo-elektrisch effect).
Men kan aantonen dat de grootheid ‘d’ voor beide gevallen dezelfde numerieke waarde heeft.
a
Figuur 2.1.1 a)Direct piëzo-elektrisch effect
b
b)Invers piëzo-elektrisch effect
In realiteit zijn piëzo-elektrische materialen anisotroop zodat de constanten d, εT, sE, ... afhankelijk
zijn van de richting van het elektrisch veld of de mechanische spanning. Dit is ondermeer geïllustreerd in figuur 2.2.1a waar een mechanische spanning in een verticale richting een vervorming in
de horizontale richting veroorzaakt. Daarenboven zijn nog andere mechanische vervormingen
mogelijk: dikte-glijding, oppervlakte-glijding, buiging,… Figuur 2.1.2 geeft enkele voorbeelden.
De toepassingen van piëzo-elektrische materialen zijn vrij omvangrijk, tabel 2.1.1 geeft een overzicht.
Piëzo-elektrische materialen kunnen in twee hoofdgroepen onderverdeelt worden : kristallen en
keramieken.
Piëzo-elektrica
58
_______________________________________________________________________________
Figuur 2.1.2 Mechanische vervormingen ten gevolge van piëzo-elektriciteit
Tabel 2.1.1 Overzicht van de toepassingen van piëzo-elektrische materialen.
Kwartskristallen
59
_______________________________________________________________________________
2.2 Kwartskristallen
Ongetwijfeld is kwarts het voornaamste piëzo-elektrische éénkristal. Kwarts wordt in de natuur
gevonden maar zelden onder de vorm van voldoende grote en zuivere éénkristallen. Het industrieel gebruikte kwarts wordt daarom synthetisch vervaardigd uit verzadigde oplossingen van SiO2 in
stalen autoclaven.
De toepassingen van het kwartskristal als frequentiebepalend element in oscillatorkringen zijn
legio. Hiertoe wordt uit het kristal een plaatje gesneden volgens goed gedefinieerde richtingen
t.o.v. de kristallografische assen en voorzien van 2 opgedampte metalen elektroden.
Fysisch kan het gebruik van kwarts als trillingselement verklaart worden aan de hand van de eendimensionale voorstelling in figuur 2.2.1. Stel dat er een x-veld met corresponderende yvervorming aanwezig is. Indien het veld plotseling weggenomen wordt dan stelt men vast dat de
terugkeer naar de mechanische rusttoestand gebeurt via een gedempte mechanische trilling.
Wegens beschouwde koppeling ontstaan er tegelijkertijd geïnduceerde polarisatieladingen op de
elektroden waarvan het teken afhangt van de momentele vervormingstoestand (rek of samentrekking). De frequentie der mechanische trilling (eigenfrequentie) en dus ook de frequentie der
elektrische ladingsveranderingen hangen af van de manier waarop het plaatje uit het kristal gesneden is, alsook van de afmetingen ervan.
Door over de elektroden een elektrische wisselspanning V aan te leggen met dezelfde frequentie
als de eigentrillingsfrequentie kunnen de periodieke ladingsveranderingen versterkt worden en
dus de mechanische trilling onderhouden worden. Het kristal gedraagt zich dan in principe als een
LC-kring gevoed door een AC-spanning. Waar men echter met een zeer goede conventionele LCkring kwaliteitsfactoren in de buurt van 350 kan behalen zijn met kwartskristallen Q-factoren van
30.000 tot 100.000 gemakkelijk realiseerbaar; mits speciale voorzorgen (o.a. goed geslepen en
gepolijste vlakken, trillen in het luchtledige) zijn zelfs Q-factoren van 3.000.000 en meer mogelijk.
Als gevolg van de hoge Q-factor is de benodigde energie om de trilling te onderhouden zeer klein,
wat uiteraard gewenst is in oscillatorkringen.
60
Kwartskristallen
_______________________________________________________________________________
z
l1
A3
A2
l3
A1
-l2/2
_
I
+l2 /2
x
y
_
V
Figuur 2.2.1 Eendimensionale voorstelling van een kwartskristal
Bij resonantie ontstaat in het kristal een mechanische staande golf waarbij de mechanische rek S
in het midden (y=0) nul is en maximaal aan de uiteinden (trillende halve golf,
golf zie figuur 2.2.2). Dit is
te vergelijken met een staande elektromagnetische golf in een λ/2
/2 transmissielijn. Er is echter een
groot verschil tussen beide: de voortplantingsnelheid van de mechanische golf (grootteorde
(groo
103
m/s) in piëzo-elektrisch
elektrisch materiaal is veel kleiner dan de voortplantingsnelheid van een elektroelektr
magnetische golf (grootteorde
teorde 2.108 m/s) in een transmissielijn.
Aangezien de golflengte λ = v/f zal een halve golf in het kwartskristal veel kleinere afmetingen
hebben dan bij een transmissielijn.
Figuur 2.2.2 Staande golf bij resonantie in een kwartskristal
61
Kwartskristallen
_______________________________________________________________________________
Het ideale kwartskristal is in een voldoende smalle frequentieband rond de fundamentele resonantiefrequentie voor te stellen door een elektrisch vervangingsschema bestaande uit een serieparallelresonantiekring (figuur 2.2.3)
C0
L1
C1
Figuur 2.2.3 Equivalent schema van een kwartskristal in de buurt van de fundamentele resonantiefrequentie
Met :
C0 : de statische capaciteit tussen de elektrodes (voor een reëel kristal bevat C0 eventueel ook de
capaciteit van de montageveren). Typische waarden : 1 à 10 pF
C1 : bewegingscapaciteit (national capacitance) : men kan aantonen dat C1 in verband staat met
de elasticiteit van het trillend kwartsblokje. Typische waarden : 1 à 20 fF (1 fF = 10-15 F = femtofarad).
L1 : bewegingsinductantie (motional inductance) : men kan aantonen dat L1 in verband staat met
de massa van het trillend kwartsblokje. Typische waarden : 20 à 50 H in de 100 kHz-range. Voor
lage frequenties (bv. de range 8 - 85 kHz) en bepaalde trillingsmodes zijn zelfs waarden tot 10 kH
mogelijk. Een spoel met zelfinductiewaarden van deze grootteorde zou, indien de constructie mogelijk is enorme afmetingen hebben vergeleken met deze van het kwartsplaatje en zou bovendien
veel grotere verliezen vertonen. Voor hogere frequenties daalt L1 in de mH-range.
In de buurt van de fundamentele resonantiefrequentie wordt het verloop van de impedantie Z
volgens het netwerk van figuur 2.2.3 gegeven door:
−j 
1 
. j  ωL1 −

ωC 0 
ωC 1 
Z =

−j
1 
+ j  ωL1 −

ωC 0
ωC 1 

1 
1 
 ωL1 −

ωC 0 
ωC 1 
=

1 
C1
j ωL1 −
1 +
ωC 1  C 0




Kwartskristallen
62
_______________________________________________________________________________
De frequentie waarvoor ωL1 =
1
(of waarvoor  Z = 0) noemt men de serieresonantieωC 1
frequentie fs:
fs =
1
2π L1C1
De frequentie waarvoor ωL1 =
1  C1 
1 +  (of waarvoor  Z  → ∞ ) noemt men de parallelωC1  C 0 
resonantiefrequentie fp of anti-resonantiefrequentie fa:
fp =
1
C
C
. 1 + 1 = fs . 1 + 1
C0
C0
2π L1C1
Aangezien C1 << C0 liggen de serie en parallel-resonantiefrequentie zeer dicht bij elkaar.
Hierdoor zal een zeer steile wijziging van de reactieve componenten van de kristalimpedantie in
functie van de frequentie optreden. Het is juist deze eigenschap die benut wordt voor frequentiestabilistatie van oscillatoren. Een kristal zal dus werkzaam zijn op een frequentie gelegen tussen fs
en fp waar het zich inductief gedraagt. Figuur 2.2.4 geeft het verloop weer van de impedantie van
een kwartskristal in functie van de frequentie.
Figuur 2.2.4 Verloop van de impedantie van een kristal in functie van de frequentie.
Kwartskristallen
63
_______________________________________________________________________________
Pierce oscillator
Figuur 2.2.5 Pierce oscillator schakeling
Pierce oscillatoren worden vrij vaak gebruikt voor het genereren van kloksignalen voor microcontroller schakelingen omwille van hun lage stroomverbruik. Het actieve element van de oscillator is
een invertor die voorzien is van een feedbackweerstand Rf. Zodoende werkt de invertor als een
inverterende versterker die een faseverschuiving van 180° realiseert. Het kristal vormt tussen serie
en parallel resonantie een inductantie. Deze inductantie vormt samen met twee belastingscondensatoren CL1 en CL2 een pi-filter welke eveneens een faseverschuiving van 180° realiseert. Zodoende bekomt men een lus met 360° faseveschuiving. Aangezien het inductief gebied zich slechts
Kwartskristallen
64
_______________________________________________________________________________
uitstrekt over een vrij smal frequentie-interval zal de zal de oscillatiefrequentie zich eveneens in
een vrij smal frequentie-interval situeren. Indien een heel nauwkeurig oscillatiefrequentie gewenst
is zal een gepaste keuze van de kristal serie- en parallelresonantiefrequentie in combinatie met de
belastingscapaciteiten moeten gemaakt worden. Datasheets van kristalfabrikanten geven daarom
de exacte waarde van de belastingscapaciteiten op om het kristal op nominale frequentie te laten
oscilleren.
Kwartskristallen voor industriële toepassingen
Voor gebruik in de elektronica wordt een kwartskristal gemonteerd zoals aangegeven in figuur
2.2.6.
Figuur 2.2.6 Praktische constructie van een kwartskristal.
In tegenstelling tot de voorgaande theoretische analyse moet hierbij ook rekening gehouden worden met verliezen; deze zijn afkomstig van :
•
diëlektrische verliezen (als gevolg van moleculaire wrijving) (praktisch verwaarloosbaar).
•
akoestische stralingsverliezen
•
verliezen opgenomen door montagesteunen
Zij worden in rekening gebracht d.m.v. een weerstand R1 in de serieketen (motional resistance, Zie
figuur 4.2.7). Typische waarden variëren van enkele kΩ tot enkele Ω.
Kwartskristallen
65
_______________________________________________________________________________
Figuur 2.2.7 Reëel vervangingsschema van een kwartskristal
In deze omstandigheden is de kristalimpedantie niet meer zuiver reactief maar bevat ook een reël
gedeelte. Men kan aantonen dat de frequenties waarvoor de kristalimpedantie zuiver resistief is
(dit zijn de resonantiefrequenties) met zeer goede benadering nog steeds door de hierboven afgeleide formules gegeven worden.
Spurious responses
Spurious responses zijn ongewenste niet-harmonische resonanties die kunnen optreden in een
piëzo-elektrisch kristal als gevolg van interferentie tussen verschillende trillingsmodes. Amplitude,
frequentie en aantal van deze ongewenste resonanties hangen nauw samen met afmetingen,
vorm en constructie van het kristal. Ongewenste resonanties kunnen er de oorzaak van zijn dat
een oscillator zich op een ongewenste frequentie instelt, vooral wanneer overtoon-modes beoogd
worden. In dergelijke gevallen is het voordelig een kristal te kiezen waarvan, in de omgeving van
de gewenste resonantiefrequentie, de ongewenste resonanties voldoende gedempt zijn t.o.v. de
gewenste resonantiepiek.
Figuur 2.2.8 Overtonen en ongewenste responsies in een kristal.
Kwartskristallen
66
_______________________________________________________________________________
Figuur 2.2.9 Diverse uitvoeringen van kwartskristallen
SAW-technologie
67
_______________________________________________________________________________
2.3 SAW-technologie.
De Surface Acoustic Wave-technologie, die als een tak van de micro-elektronische technologie
mag beschouwd worden, vindt eveneens zijn oorsprong in de piëzo-elekticiteit. Deze technologie
wordt vooral gebruikt bij frequenties van ongeveer 50MHz tot 3 GHz (GPS, GSM, WLAN,…). Wanneer men zich indenkt dat er op het oppervlak van een kwartskristal metalen strippen aangebracht zijn met opeenvolgende tegengestelde elektrische ladingen dan zijn in opeenvolgende tussenruimten tegengestelde elektrische velden werkzaam. Gezien de piëzo-elektrische eigenschap
zullen opeenvolgende tussenruimten inkrimpen en uitrekken of omgekeerd. Indien de metalen
strippen georganisseerd worden zoals in figuur 2.4.1 (men spreekt van “vingers”) dan zal bij het
aanleggen van een elektrische wisselspanning alles zich voordoen alsof een akoestische golf (die
praktisch als transversaal te beschouwen is) zich naar links en naar rechts voortplant met een
snelheid c bepaald door kwarts (het verschijnsel is vergelijkbaar met golven op een wateroppervlak); de golflengte λ wordt bepaald door :
λ = c.T = c.
1
f
T en f zijn periode en frequentie der aangelegde wisselspanning. Het blijkt verder dat deze golf
slechts over een kleine afstand in het kristal dringt zodat men spreekt van akoestische oppervlaktegolf (SAW = Surface Acoustic Wave).
Figuur 2.3.1 Principe van de SAW- technologie
SAW-technologie
68
_______________________________________________________________________________
Opdat de golf zich slechts in één zin zou bewegen worden metalen absorptiestrips aangebracht op
plaatsen waar golfdoorgang ongewenst is. Om mechanische interferentie te vermijden dient men
het oppervlak waarop de vingers aangebracht zijn zeer glad te polijsten. Het aanbrengen van de
vingers zelf gebeurt d.m.v. fotolithografische technieken die gelijkaardig zijn met deze toegepast in
de siliciumhalfgeleidertechnologie.
Het gebruik van SAW- componenten situeert zich in HF- en telecommunicatieapparatuur waar ze
onder meer gebruikt worden als :
Vertragingslijnen
Een hoogfrequent ingangssignaal wordt door een eerste transducer omgezet in een akoestische
oppervlaktegolf die zich gedurende een zekere tijd voortplant en door een tweede transducer terug in een hoogfrequent uitgangssignaal wordt omgezet dat in ideale omstandigheden identiek is
met het ingangssignaal. De snelheid van een akoestische oppervlaktegolf in kwarts blijkt ongeveer
gelijk te zijn aan 3000 m/s zodat voor een gegeven vertraging de afmetingen van het kwartsplaatje
bepaald zijn. Wanneer men aanneemt dat de afstand tussen 2 opeenvolgende vingers gelijk is aan
een halve golflengte dan zal deze afstand dalen met toenemende frequentie. De minimum afstand
die op fotolithografische wijze haalbaar is bepaalt bijgevolg de maximum toepasbare frequentie. In
de literatuur worden waarden vermeld van 50 Mhz tot 3 Ghz (een 500 Mhz signaal bvb. komt
overeen met een afstand tussen 2 vingers = λ/2 =
1 3000
.
= 3µm).
2 500 .10 6
Figuur 2.3.2 Principe van de SAW- vertragingslijn
Filters
De frequentieresponsie van een SAW- transducer hangt af van een aantal parameters : de afstand
tussen de vingers, het aantal vingers, de lengte van de vingers, de afstand waarover de vingers
SAW-technologie
69
_______________________________________________________________________________
elkaar overlappen. Optimalisatie van deze parameters laat toe filters met steile frequentiekarakteristiek te construeren.
Figuur 2.3.3 a Frequentieresponsie van een gewone en een gewogen SAW-transducer
Figuur 2.3.3 b Voorbeeld van SAW-filter voor GSM (Murata).
Oscillatoren.
In figuur 2.3.4 is ook nog het principe van een SAW- oscillator opgenomen. Men maakt hierbij
gebruik van een SAW- vertragingslijn waarbij de uitgang via een versterker naar de ingang teruggekoppeld wordt. De versterker compenseert de resonantieverliezen.
SAW-technologie
70
_______________________________________________________________________________
Figuur 2.4.4 Het principe van een SAW- oscillator
Figuur 2.3.5 Enkele uitvoeringen van SAW-filters.
71
Keramische piëzo-elektrica
_______________________________________________________________________________
2.4 Keramische piëzo-elektrica
De toepassing van keramische piëzo-elektrische materialen als alternatief voor monokristallijne
piëzo-elektrica is verantwoord, daar waar geen zeer hoge eisen aan frequentiestabiliteit, verliesfactor,... gesteld worden; bovendien zijn keramische producten goedkoper dan een kristallen.
Keramische piëzo-elektrica zijn harde, chemisch inerte materialen die ongevoelig zijn voor vocht of
atmosferische omstandigheden. Gedurende het vervaardigingproces is het mogelijk een willekeurige vorm of afmeting te realiseren (o.a. interessant voor transducers) hetgeen ongetwijfeld een
grotere
ontwerpvrijheid
inhoudt
in
vergelijking
met
monokristallijne
componenten.
Keramische piëzo-elektrica behoren tot de ferro-elektrische keramieken. Zonder speciale voorzorgen is de netto polarisatie en ook het netto piëzo-elektrisch effect van een specimen gelijk aan nul:
het gedraagt zich macroscopisch isotroop. Om deze reden wordt een keramisch piëzo-elektrisch
materiaal na het firing process onderworpen aan een “poling threatment” : het materiaal wordt
opgewarmd tot juist onder de Curietemperatuur en is in een sterk elektrisch veld geplaatst zodanig dat de spontane domeinpolarisatievectoren zich volgens het veld richten. Na verwijdering van
het veld en afkoeling kunnen de dipolen niet meer terugkeren naar hun vroegere positie : er ontstaat een anisotroop specimen dat een remante polarisatie vertoont die verantwoordelijk is voor
de piëzo-elektrische eigenschap. De richting volgens dewelke de remanente polarisatie werkzaam
is noemt men de voorkeursrichting.
Figuur 2.4.1 “Poling threatment” van een keramisch piëzo-elektricum.
De eerste commerciële piëzo-elektrica waren gebaseerd op BaTiO3, gemengd met additieven; zij
vertoonden echter een inferieure parameterstabiliteit.
Keramische piëzo-elektrica
72
_______________________________________________________________________________
Tegenwoordig gebruikte piëzokeramieken zijn in veel gevallen gebaseerd op vaste oplossingen van
PbTiO3 (loodtitanaat) en PbZrO3 (loodzirkonaat). Het zijn beiden ferro-elektrica met een perovskiet
kristalstructuur (zie figuur 1.3). Ze hebben de algemene formule ABO3 , waarin A staat voor een
zwaar divalent metaalion zoals lood (Pb) en B voor een licht tetravalent metaalion zoals zirkonium
(Zn) of titanium (Ti).
Door een geschikte samenstelling kunnen elektrische en mechanische parameters geoptimaliseerd
worden voor een gegeven toepassing. Men spreekt van “graden” : in onderstaande tabel zijn een
aantal graden van courant beschikbare PXE - materialen opgenomen (PXE = handelsnaam voor
piëzo-elektrische keramieken volgens Philips).
(geen leerstof)
PXE-5 combineert een hoge koppelingscoëfficiënt met een hoge piëzo-elektrische ladingsconstante d13 . Dit materiaal is vooral geschikt voor laagvermogen toepassingen zoals pick-up elementen,
controle van kleine bewegingen, microfoons, druk- en versnellingsmeters en hydrofoons.
PXE-21 is een graad die ontworpen is voor ontstekingsdoeleinden. Het heeft een grote inverse
piëzo-elektrische modulus zodat een grote spanning ontstaat bij mechanische stress. Het materiaal is geschikt voor impactmechamismen die gebruikt worden bij de ontsteking van gassen en
explosieven.
PXE-41 is een materiaal met lage verliezen dat vooral geschikt is voor mediumvermogen ultrasound toepassingen.
PXE-42 en -43 zijn materialen met lage diëlektrische verliezen en hoge mechanische kwaliteitsfactor geschikt voor hoogvermogen toepassingen. PXE-42 is omwille van zijn hoge weerstand tegen
temperaruur en mechanische stress in het bijzonder geschikt voor het opwekken van ultrasoon
vermogen bij ultrasoon reinigen. PXE-43 is omwille van zijn goed gedrag bij hoge elektrische velden en temperaturen geschikt voor ultrasoon lassen.
PXE-52 is een materiaal met een hogere permitiviteit en ladingsconstante dan PXE-5, maar het
heeft een lagere Curietemperatuur en is geschikt voor het construeren van zeer gevoelige detectoren.
PXE-7 en 71 zijn vooral geschikt voor ultrasone vertraginglijnen voor kleurentelevisietoestellen.
De lage veroudering (ageing) van de permitiviteit zorgt voor zeer stabiele fasekarakteristieken wat
zeer belangrijk is voor videotoepassingen.
Keramische piëzo-elektrica
73
_______________________________________________________________________________
Vele toepassingen van piëzo-elektriciteit zoals vermeld in tabel 2.1.1 kunnen uitgevoerd worden
met keramische piëzo-elektrische materialen. We geven nog enkele specifieke voorbeelden.
Piëzo-elektrische microfoon
Figuur 2.4.2 Principe piëzo-elektrische microfoon.
De geluidsdruk veroorzaakt een afbuiging van het plaatje waarop het piëzo-elektricum is bevestigd. Ten gevolge van de mechanische spanning treedt er een vervorming op van het gepolariseerde kristalrooster. De verplaatsing van moleculaire ladingen induceert een elektrische spanning in
de elektroden welke verder versterkt wordt.
Ultrasone transducers voor zenders en ontvangers van akoestische golven.
Akoestische millimetergolven kunnen eveneens eenvoudig en goedkoop gegenereerd worden met
piëzo-elektrische keramische transducers.
Hun constructie bestaat analoog als bij de piëzo-elektrische microfoon uit een piëzo-elektrische
schijf die een dun metalen plaatje aandrijft. Aangezien de afmetingen van dergelijke transducers
heel wat groter zijn dan de geproduceerde golflengte zal het stralingsdiagram een uitgesproken
directiviteit vertonen. Bovendien produceren zij geen EM- straling en dus ook geen storing voor
radioapparatuur. Belangrijke toepassingen zijn
afstandsbedieningen, alarm- en beveiligings-
systemen tegen inbraak, niveaumetingen in bunkers en silo’s, detectie van lekken in onder druk
staande vaten (ontsnappende gassen zijn een bron van ultrasone trilling), snelheidsmetingen van
wind, gassen of vloeistoffen (gesteund op doppler-effect en fase metingen).
Keramische piëzo-elektrica
74
_______________________________________________________________________________
Banddoorlaat filters
Het gedrag van piëzokeramische banddoorlaatfilters hangt af van het aantal resonatoren en de
onderlinge koppeling (figuur 2.3.3).
Figuur 2.4.3. Piëzokeramische banddoorlaatfilters
Het gebruik van keramische resonatoren in elektrische filters is interessant omwille van diverse
redenen :
•
t.o.v. de klassieke LC- kring hebben ze hogere kwaliteitsfactoren (bvb. 1000 t.o.v. 300).
•
ze vormen een goedkoop alternatief voor de duurdere kwartsresonatoren.
•
kleine afmetingen, doordat de resonatoren afmetingen hebben van grootteorde λ/2 en de
voortplantingssnelheid van mechanische golven relatief klein is (3000 m/s). Bijvoorbeeld
bij 10 MHz is een halve golflengte gelijk aan λ/2 = v/2f = 3000/2.107 m = 50 um.
•
na assemblage is geen trimming vereist.
•
immuun t.o.v. magnetische strooivelden en produceren zelf geen magnetisch veld.
Deze technologie is uitmate geschikt voor massaproductie van standaard middenfrequent filters in
superheterodyne ontvangers. Figuur 2.3.4 geeft een voorbeeld van een miniatuur piëzokeramisch middenfrequent filter voor FM-band.
Keramische piëzo-elektrica
75
_______________________________________________________________________________
Figuur 2.4.4 Miniatuur piëzokeramisch middenfrequent filter voor FM-band.
Figuur 2.4.5 Diverse uitvoeringen van miniatuur piëzokeramisch filters.