Les 3B Monniken en Ridders BEELD Fabelwezens

Manon de Roode
Les 3B
Monniken en Ridders
BEELD
Fabelwezens
BEELD
Voorkennis
De leerlingen zijn enigszins op de hoogte van de levenswijze van de verschillende
standen in de middeleeuwen zoals beschreven in de junior canon.
De leerling weten wie Jacob van Maerlant was. (zie canon)
De leerlingen hebben enige kennis van het tekenen met pen en inkt.
Korte lesinhoud
De leerlingen nemen kennis van het Boek der Natuur van Jacob van Maerlant.
De leerlingen maken kennis hoe verschillend de mens in de 13e eeuw de natuur beleefde
en dat ze zich een beeld vormden van dieren en planten door verhalen en illustraties van
dieren, planten en mensen die ze zelf nog nooit gezien hadden, er waren heel weinig
mensen die konden lezen.
Aandachtspunt: laat de kinderen eerst met potlood de grote vormen tekenen en nog
geen details!
Ruimte
Klaslokaal, tafels
Tijd
40 minuten
BEELD
Voorbereiding
Zorg dat u als leerkracht wat dieren heeft doorgenomen in het boekje van Maerlant,
zodat u een goed beeld heeft van de fantasierijke omschrijvingen van de wel of niet
bestaande dieren en mensen. Zie bijlage, afb 4, 5, 6.
Monniken en Ridders
Benodigdheden
Tekenvellen A 4
potloden
oost-indische inkt/ doekjes
kroontjespen
kleurpotloden
evt. krant op tafel
Les 3B
Lesdoelen
De leerlingen tekenen met pen en inkt, oefenen de fijne motoriek.
De leerlingen tekenen een zelf verzonnen fabelachtig wezen, met alles erop en eraan,
vooral ook lettend op structuur, huid, schubben, veren, ....
Schrijven met pen en inkt de naam van het dier erbij.
Manon de Roode
DE LES
Inleiding
U vertelt over de leergierigheid van de mens. Zelfs in de 13 de eeuw wilden ze van alles
weten over planten en dieren. Zo geloofden ze dat bepaalde dieren zeer geneeskrachtig
waren en dat ze zelf zieken konden genezen. Maar andersom ook, dat als je een dier
tegen kwam je dood neer kon vallen.
Maar ook mensen uit verre streken werden vreemde wezens met gekke uiterlijkheden
en eigenschappen (zie afb. 1).
Jacob van Maerlant maakte daarom een dierenencyclopedie, zodat alles wat hij wist en
gelezen had in oude boeken bij elkaar kwam en de mensen van dienst kon zijn. Omdat
heel weinig mensen konden lezen zijn er ook heel veel tekeningen gemaakt.
De leerkracht leest een verhaaltje voor van de mantichoor en laat het plaatje zien op het
digi-bord (afb. 2).
De mantichoor of mantic(h)ora is een gruwelijk fabeldier dat ergens in de vierde eeuw v.
Chr. zijn 'leven' begon. Aristoteles beschreef de mantichora als een dier met een rood
leeuwenlijf en een mensengezicht met blauwe ogen, maar in de bek had hij wel drie
rijen tanden en zijn staart leek op die van een schorpioen waarmee hij dodelijk pijlen
kon afschieten. Hij kon snel rennen en zijn geluid was een soort mengeling van panfluit
en trompet.... en hij was dol op mensenvlees. Hij werd afgebeeld in de graftombe van
Marisa (Israël).
Laat de lln. vertellen wat ze bij de ononcetaurus (blz. 53) zien (afb. 3).
Kern
Bedenk nou zelf eens een dier wat niet bestaat en geef het een naam.
Bijv. de oenipoeripad … en teken dat dier.
Teken eerst met potlood, en alleen de grote vorm, heeft het een slurf? Of drie poten?
Een snavel met slagtanden? enz
Ben je daar mee klaar dan pak je pen en inkt en gaat het dier met inkt overtrekken, heb
je de grote vorm dan kun je schubben, veren, lange haren enz erin tekenen. Staat het
hierop een rots of vliegt hij in de lucht laat dat ook goed zien!
Pas op vlekken, werk precies dat moesten de monniken ook, men zegt niet voor niets
het is monniken werk en daarmee bedoeld men dat het een heel geduldig werkje is.
Schrijf in mooie krullen ook de naam van het dier erbij.
En tot slot kun je het wezen inkleuren met kleurpotlood.
Let op de natte inkt dat het niet gaat vlekken!
Afsluiting
Alle tekeningen worden opgehangen, elke leerling zelf vertellen hoe dier heet en
waarom.
Welk dier zou je echt niet tegen willen komen?
Welk dier is lief? Wie heeft de omgeving er ook mooi bij getekend?
En bij wie is de kleur heel belangrijk?