Verordening geldelijke voorzieningen Gebiedscommissies 2014

Gemeenteblad 2013
Verordening geldelijke voorzieningen gebiedscommissies 2014
De Raad van de gemeente Rotterdam,
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van ….,
gelet op de artikelen 83 en 96 Gemeentewet, alsmede de artikel 14 en 15
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden en artikel 18 van de
verordening op de gebiedscommissies.
Besluit:
vast te stellen de hierna volgende Verordening geldelijke voorzieningen
gebiedscommissies 2014:
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van …..
De Secretaris,
De Voorzitter,
P.F.M. Raets
A. Aboutaleb
Gemeenteblad 2013
Nummer
pagina 1
Verordening geldelijke voorzieningen gebiedscommissies 2014
HOOFDSTUK I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Begripsbepalingen
Deze verordening verstaat onder:
- leden van de gebiedscommissie: leden van een gebiedscommissie als
bedoeld in artikel 5 van de Verordening op de gebiedscommissies, die niet
tevens (vice-)voorzitter van de gebiedscommissie zijn;
- Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: Besluit van 22 maart
1994, houdende regels betreffende de rechtspositie van raads- en
commissieleden, zoals nadien gewijzigd;
- Rechtspositiebesluit wethouders:Besluit van 22 maart 1994, houdende
regels betreffende de rechtspositie van wethouders, zoals nadien
gewijzigd;
- Reiskostenregelingen binnenland: Besluit van 1 maart 1993, houdende
vaststelling van het Reisbesluit binnenland voor het burgerlijk
rijkspersoneel, zoals nadien gewijzigd,alsmede de daarop gebaseerde
Reisregeling binnenland van 1993, zoals nadien gewijzigd;
- minister: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Artikel 2
Gemeenteklasse
1.
Waar in dit besluit wordt verwezen naar bedragen opgenomen in
(tabellen behorende bij) hogere regelingen, zijn steeds slechts die
bedragen van toepassing die behoren bij gemeenteklassen met een
vergelijkbaar aantal inwoners.
2.
Voor de overgang van een gebied als bedoeld in artikel 4
Verordening op de gebiedscommissies naar een andere klasse zijn
de artikelen 8 en 9 van de Rechtspositiebesluit wethouders van
overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK II
GEBIEDSCOMMISSIES
Artikel 3
Vergoedingen leden van de gebiedscommissies
1.
De leden van de gebiedscommissie ontvangen een vaste
vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de
gebiedscommissie.
2.
De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de
gebiedscommissie bedraagt € 550 per vergadering.
3.
Het aantal vergaderingen van de gebiedscommissie op basis
waarvan de in het tweede lid genoemde vergoeding wordt
uitgekeerd is vastgesteld op één per maand, met een maximum van
12 per jaar.
Artikel 4
Computerapparatuur leden van de gebiedscommissie
1.
De gemeente kan aan de leden van de gebiedscommissie voor de
ambtsvervulling noodzakelijke computerapparatuur ter beschikking
stellen.
2.
De leden van de gebiedscommissie dienen vóór de
ingebruikneming van de computerapparatuur een
bruikleenovereenkomst met de gemeente aan te gaan.
Gemeenteblad 2013
Nummer
pagina 2
Artikel 5
1.
2.
Cursussen en congressen leden van de
gebiedscommissie
De voorzitter van de gebiedscommissie kan de leden van de
gebiedscommissie desgevraagd in de gelegenheid stellen om op
kosten van de gemeente deel te nemen aan cursussen en
congressen die noodzakelijk zijn voor de vervulling van het
lidmaatschap van de gebiedscommissie.
Om van deze voorziening gebruik te kunnen maken doet het lid van
de gebiedscommissie vooraf een schriftelijke opgave van de hoogte
van de kosten en geeft hij inzicht in de functionaliteit van de cursus
of het congres, tenzij het een door de gemeente aangeboden incompany-cursus betreft.
Artikel 6
Vergoeding (vice-)voorzitter gebiedscommissies
1.
De (vice-)voorzitter van de gebiedscommissie ontvangt een vaste
vergoeding voor hun werkzaamheden.
2.
De hoogte van de vergoeding bedraagt 56% van de bedragen zoals
genoemd in de tabel opgenomen in de bijlage van de
Rechtspositiebesluit wethouders.
3.
De bepalingen omtrent de aanvang en de beëindiging, zoals
vermeld in de artikelen 3 en 4 van de Rechtspositiebesluit
wethouders zijn van overeenkomstige toepassing.
4.
Het bedrag volgend uit het tweede lid wordt verhoogd met 16,3% in
verband met de compensatie inzake een vakantie- en
eindejaarsuitkering.
5.
Het bedrag volgend uit het tweede lid wordt verhoogd met 25,67%
in verband met de compensatie inzake pensioenopbouw en
wachtgelduitkering.
6.
In geval van overlijden van de (vice-)voorzitter wordt aan de
weduwe of weduwnaar van wie de overleden (vice-)voorzitter niet
duurzaam gescheiden leefde een bedrag uitgekeerd, gelijk aan de
bedragen als bedoeld in het tweede, vijfde en zesde lid, welke de
(vice-)voorzitter laatstelijk genoot over een tijdvak van drie
maanden. Indien de overledene geen weduwe of weduwnaar van
wie de overleden (vice-)voorzitter niet duurzaam gescheiden leefde
nalaat, geschiedt de uitkering ten behoeve van de minderjarige
wettige of natuurlijke kinderen, of minderjarige kinderen waarover
de overledene de pleegouderlijke zorg droeg. Onder pleegouderlijke
zorg wordt verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding
van het kind als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige
verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding
daarvoor. Ontbreken ook zodanige kinderen dan geschiedt de
uitkering aan degenen die geheel of grotendeels afhankelijk waren
van de bezoldiging van de (vice-)voorzitter. Voor de toepassing van
dit lid wordt onder weduwe of weduwnaar mede verstaan de
achtergebleven geregistreerde partner alsmede degene met wie de
overleden (vice-)voorzitter ongehuwd samenleefde en een
gezamenlijke huishouding heeft gevoerd als bedoeld in artikel 3,
derde en vierde lid, van de Algemene nabestaandenwet.
Artikel 7
Onkostenvergoeding (vice-)voorzitter
De (vice-)voorzitter van de gebiedscommissie ontvangt een
onkostenvergoeding van ten hoogste het in artikel 25 van de
Gemeenteblad 2013
Nummer
pagina 3
Rechtspositiebesluit wethouders aangegeven maximum, zoals dat jaarlijks
door de Minister wordt herzien.
Artikel 8
Reis- en verblijfkosten (vice-)voorzitter
1.
De reis- en verblijfkosten van dienstreizen van de (vice-)voorzitter
van de gebiedscommissie, met uitzondering van het reizen met de
eigen auto, worden volledig vergoed.
2.
De kosten van het gebruik van een eigen auto ten behoeve van
dienstreizen worden vergoed op basis van de Reiskostenregeling
binnenland.
Artikel 9
Computer- en communicatieapparatuur (vice-)voorzitter
1.
De voorzitter kan de voor de ambtsvervulling van zichzelf dan wel
de vicevoorzitter(s) de noodzakelijke computer- en
communicatieapparatuur ter beschikking stellen.
2.
De (vice)voorzitter dient voor de ingebruikneming van de apparatuur
een bruikleenovereenkomst met de gemeente aan te gaan.
3.
Indien aan een (vice-)voorzitter een telefoonvoorziening ter
beschikking wordt gesteld, dient daarvoor een nader overeen te
komen korting op de algemene onkostenvergoeding in rekening te
worden gebracht.
Artikel 10
Cursussen en congressen (vice-)voorzitter
1.
De (vice-)voorzitter kan op kosten van de gemeente deelnemen aan
cursussen en congressen die noodzakelijk zijn in verband met de
vervulling van zijn functie.
2.
Om van deze voorziening gebruik te kunnen maken doet de
voorzitter vooraf een schriftelijke opgave van de hoogte van de
kosten en geeft hij inzicht in de functionaliteit van de cursus of het
congres, tenzij het een door de gemeente aangeboden in-companycursus betreft.
HOOFDSTUK III
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 11
Inwerkingtreding
1.
Dit besluit treedt in werking op 19 maart 2014.
2.
Per die datum wordt ingetrokken: De ‘Verordening geldelijke
voorzieningen decentrale besturen 2011’, opgenomen in het
Gemeenteblad 2011 nummer 141.
Artikel 12
Citeertitel
De verordening wordt aangehaald als: Verordening geldelijke
voorzieningen gebiedscommissie 2014.
Gemeenteblad 2013
Nummer
pagina 4