Nierstenen Titel (Klik op F11 voor volgende veld) Inhoud Wat is een steen? U heeft een niersteen Klachten bij nierstenen of urineleiderstenen Onderzoek en diagnose bij nierstenen of urineleiderstenen Behandeling van spoedeisende situaties Niet spoedeisende behandelingen • Conservatieve behandelingen met medicijnen • Niersteen vergruizing (ESWL) • Ureteroscopie (URS) • Percutane nfrolithotomie (PNL) Oorzaken van stenen Hoe komt het dat u een niersteen kreeg Hoe voorkomt u nieuwe stenen • Eet- en drinkadviezen • Gezonde gewoonten • Sprookjes en fabels Adviezen per steen soort Uw steen Wat is een steen? Een steen is een steen. Een steen is een harde, vaste massa die zich in de galblaas, de blaas en de nieren kan vormen. De oorzaak van stenen verschilt per soort en ze worden per soort verschillend behandeld. Nierstenen ontstaan door kristallisatie van mineralen of zure zouten in uw urine. De meeste stenen verlaten uw lichaam terwijl u plast. Soms blijven stenen in de urineleider steken. Blokkeren de normale urinestroom en veroorzaken klachten. Het kan ook zijn dat een steen te groot is om de nier te verlaten. In beide gevallen kan het zijn dat u voor het verwijderen van de steen moet worden behandeld. SPECIALISTEN IN MENSENWERK Wist u dat? Niersteenlijden is een oud probleem in de gezondheid van de mens. De oudste tot op heden bekende aanwijzing voor steenlijden is gevonden in een 7000 jaar oude mummie met waarschijnlijk een blaassteen. Steenbehandeling is dan ook één van de oudste chirurgische ingrepen, volgens de eed van Hippocrates (4e eeuw voor Chr.) slechts voorbehouden aan steensnijders. De eerste beschrijving dateert uit de 12e eeuw voor Christus. U heeft een niersteen U heeft gehoord dat u een niersteen heeft. Nadat een steen is uitgeplast of door uw uroloog is verwijderd komen de vragen: • Hoe komt het dat ik een steen kreeg? • Hoe groot is de kans dat ik ooit nog eens een steen krijg? • Hoe kan ik voorkomen dat zich een nieuwe steen vormt? In deze folder vindt u een algemeen antwoord op deze vragen als aanvulling op het gesprek met de uroloog. Urinewegstenen of blaasstenen Urinewegstenen kunnen in de nier, ureter (urineleider) en blaas voorkomen. Stenen in de ureter (ureterstenen), veroorzaken de beruchte koliekpijn. Deze stenen zijn altijd in de nier gevormd en zakken af via de ureter naar de blaas. Een uretersteen is dus een niersteen. Blaasstenen kunnen ook uit de nier komen. Zij blijven in de blaas "hangen" en groeien hier verder. Maar meestal ontstaan blaasstenen als gevolg van problemen om de blaas leeg te plassen of door blaasontstekingen en daar gaat deze folder niet over. Voor u persoonlijk kunnen ook nog andere oorzaken meespelen, die hoort u van uw uroloog. Klachten bij nierstenen en ureterstenen Mensen verbinden nierstenen en ureterstenen vaak met pijn. De klachten kunnen echter variëren van ernstige pijn tot helemaal geen pijn. Dit hangt af van de kenmerken van de steen; zoals de grootte, de vorm en de plaats van de steen in de urinewegen. Ernstige pijn (nierkoliek) Als de steen in de nier de normale urinestroom naar de urineleider blokkeren, dan hebt u hierdoor ernstige pijn. Dit wordt ook wel een nierkoliek genoemd. Dit is een scherpe pijn in de lendenen en aan de zijkant van uw lichaam. Van de ribben tot de heup (zie afbeelding 1) Als de steen niet in uw nier zit, maar in uw urineleider, dan kunt u pijn voelen in uw lies of dij. Mannen kunnen ook pijn in hun zaadballen voelen (zie afbeelding 1). Nierstenen | pagina 2 Afbeelding 1: mogelijke pijnregio bij niersteenkoliek Een nierkoliek wordt veroorzaakt door een plotselinge stijging van de druk in de urinewegen en de urineleiderwand. De pijn komt in golven en neemt niet af als u van houding verandert. Het wordt beschreven als een van de pijnlijkste ervaringen, vergelijkbaar met de pijn bij een bevalling. Andere klachten die bij een nierkoliek kunnen optreden zijn: • misselijkheid • braken • bloed in de urine (de urine lijkt roze van kleur) • pijnlijke urinelozing • koorts Wist u dat: Tijdens een koliekaanval • u niet veel moet drinken, dit zal de pijn alleen maar erger maken. • gebruik diclofenac pijnstiller, tablet of zetpil • gaat de pijn niet over met pijnstillers bel de dienstdoende huisarts • bel bij koorts en koliekpijn altijd de dienstdoende huisarts Na een koliekaanval • probeer uw steen op te vangen en plas door een zeefje Doffe pijn of helemaal geen klachten Stenen kunnen ook een doffe pijn in de zij veroorzaken, die steeds terugkomt. Dit soort pijn kan ook een aanwijzing van een andere ziekte zijn. U moet dus een medisch onderzoek krijgen, om te ontdekken of u nierstenen of ureterstenen heeft. Sommige stenen veroorzaken geen last. Dit worden a-symptomatische stenen genoemd en deze zijn meestal klein. Meestal worden a-symptomatische stenen pas gevonden wanneer voor een andere aandoening een röntgenfoto of een ander beeldonderzoek gebeurt. Onderzoeken en diagnose van nierstenen en urineleiderstenen De uroloog doet een aantal onderzoeken, om er achter te komen waardoor uw klachten worden veroorzaakt. Om de plaats van de steen te bepalen worden er beeldopnames van uw inwendige organen gemaakt. Echografie Bij een echografie wordt met geluidsgolven een beeld gemaakt van de inwendige organen. Het is belangrijk om te zien of de steen de afvoer van de urine blokkeert. Met een echografie kan dit eenvoudig gezien worden. De radioloog ziet dan een uitgezet nierkelkensysteem. Röntgenfoto of CT-scan Op een gewone röntgenfoto zijn kalkhoudende stenen te zien. Met een CT-scan (computertomografie) is duidelijk de afmeting, de vorm en de dikte van de steen te zien. Soms wordt er bij een CT-scan een contrastmiddel gebruikt. Deze beelden geven dan extra informatie over de werking van uw nieren en uw anatomie. Onderzoek van de steen en urine- en bloedonderzoek Bij een nierkoliek worden uw urine en bloed onderzocht om te zien of u een infectie hebt en hoe goed uw nieren werken. Nierstenen | pagina 3 Wordt verwacht dat u uw steen uitplast? Dan krijgt u het advies om uw urine te zeven en zo de steen op te vangen. De steen wordt dan onderzocht om te zien wat voor type steen het is. Deze informatie is belangrijk om de beste mogelijkheden voor behandeling en het voorkomen van nieuwe stenen te kunnen kiezen. Behandeling van spoedeisende situaties Acute nierkoliek Een nierkoliek is een acute, pijnlijke situatie door een steen die de ureter blokkeert. De pijn kan meestal met een pijnstiller zoals diclofenac (NSAID's, de niet-steroïdale antiinflammatoire medicijnen) worden verlicht. Helpt dit niet, dan verwijst de huisarts u door naar de spoedeisende hulp. U krijgt dan andere pijnstillers op een andere manier. Heel soms werken de medicijnen niet. Dan kan het nodig zijn, dat de uroloog besluit de urine uit uw nier te laten weglopen (decompressie). Dit kan op twee manieren: • De uroloog brengt met een camera via de plasbuis en de blaas een buisje in uw urineleider. Zo kan de urine van de nier naar de blaas kan stromen. Dit heet een JJ-stent in uw urineleider (afbeelding 2) • De radioloog prikt rechtstreeks door de huid een percutane nierkatheter in uw nier (afbeelding 3) Beide methoden zijn even goed. Afbeelding 2: Er wordt een JJ-stent ingebracht om ervoor te zorgen dat de urine zonder hinder naar de blaas afloopt. Geblokkeerde en geïnfecteerde nier Als u bij een nierkoliek ook koorts hebt, of u bent heel erg moe? Dan verwijst de huisarts u direct door naar de spoedeisende hulp of polikliniek Urologie. Daar wordt onderzoek gedaan om te controleren of u een infectie en een blokkade van de nier hebt. Als dit het geval is, dan is onmiddellijk decompressie nodig om de druk in uw nier te verlichten. Afbeelding 3: Een percutane nefrostomie katheter wordt direct door de huid in de nier geplaatst. De urine loopt dan van de nier meteen in de katheterzak. Nierstenen | pagina 4 Niet spoedeisende behandelingen van nierstenen en urineleiderstenen U heeft een niersteen of urineleidersteen die niet spoedeisend behandeld hoeft te worden? Hieronder vindt u verschillende behandelingen beschreven die de uroloog met u bespreekt. Samen met de uroloog beslist u welk behandeling het beste voor u is. Bij het kiezen van de juiste behandeling wordt rekening gehouden met: • uw klachten • type steen • uw ziektegeschiedenis • het soort behandeling dat in het ziekenhuis beschikbaar is en de ervaring die uw arts met de verschillende behandelingen heeft • uw persoonlijke voorkeuren en waarden Conservatieve behandeling (behandeling met medicijnen) Niet alle stenen hoeven behandeld te worden. U moet worden behandeld als uw steen last veroorzaakt. En als de steen niet gewoon uitgeplast wordt. De meeste nierstenen of urineleiderstenen verlaten uw lichaam tijdens het plassen. Afhankelijk van de grootte en de plaats van de steen duurt het soms even voordat de steen wordt uitgeplast. U kunt een nierkoliek krijgen als de steen zich verplaatst. Als u een heel kleine steen hebt (kleiner dan 6 mm), dan is er een kans van 95% dat de steen binnen 6 weken wordt uitgeplast. Over het algemeen kunt u ervan uitgaan: • Hoe dichter de steen bij de blaas ligt, des te groter is de kans dat u deze uitplast. • Hoe groter de steen is, des te kleiner is de kans dat u deze uitplast. Heeft u dus weinig last van uw niersteen of urineleidersteen? Dan kan het zijn dat u samen met uw uroloog besluit af te wachten totdat u de steen spontaan uitplast. Om de kans tot uitplassen van de steen te vergroten schrijft de uroloog u soms medicijnen voor. Er zijn 2 veelgebruikte behandelingen met medicijnen: Medical Expulsive Therapy (MET) De MET zijn medicijnen (zogenaamde alfablokkers (tamsulosine, alfusozine) of nifedipine) die helpen de steen sneller uit te plassen. Ook beperken deze medicijnen de pijn, als de steen zich verplaatst. De MET behandeling heeft het meeste effect bij urineleiderstenen. Tijdens behandeling met MET bezoekt u uw uroloog met regelmatig. De uroloog controleert dan of de steen blijft bewegen en of uw nieren goed blijven werken. Oplossen van uw steen Als u urinezuurstenen heeft, dan is het misschien mogelijk om uw steen op te lossen. Hiervoor wordt de pH-waarde van uw urine verhoogd. Uw urine wordt dan meer basisch dan zuur. Voor deze behandeling krijgt u medicijnen zoals, alkalinecitraat of natriumbicarbonaat voorgeschreven. Bij een pH-waarde van 7,0-7,2 neemt de grootte van de steen af en kan deze uiteindelijk zelfs volledig oplossen. U kunt de pH-waarde van uw urine zelf controleren met een dipstick-test. Als uw steen blijft groeien of vaak ernstige pijn veroorzaakt, dan wordt u geadviseerd om actief een behandeling te ondergaan. Nierstenen | pagina 5 Actieve behandeling bij nierstenen of urineleiderstenen Als nierstenen of urineleiderstenen klachten geven, dan moeten deze worden behandeld. Er zijn drie veelgebruikte behandelingen om stenen te verwijderen: • niersteenvergruizing (ESWL) • ureteroscopie (URS) • percutane nefrolithotomie (PNL) Welke behandeling voor u het beste is, hangt af van uw klachten en de plaats van de steen. Ook als u geen klachten hebt, moet u worden behandeld als: • de steen blijft groeien • u een groot risico hebt op de vorming van een nieuwe steen • u een infectie hebt • uw steen erg groot is • u de voorkeur geeft aan een actieve behandeling Uw uroloog adviseert het verwijderen van een steen uit de urineleider als: • deze te groot lijkt om te kunnen worden uitgeplast • u pijn blijft houden terwijl u medicijnen gebruikt • uw nieren niet meer goed werken Niersteenvergruizing (Extracorporal Shock-Wave Lithotrypsie, ESWL) Het vergruizen van nierstenen wordt gedaan met een machine die vanaf de buitenkant van uw lichaam, stenen in uw lichaam kan afbreken. Voor het afbreken van een steen worden door de huid heen gerichte schokgolven naar de steen gezonden. Schokgolven zijn korte pulsen met geluidsgolven met een hoge energie. De steen neemt de energie van de schokgolven op en hierdoor breekt de steen in kleinere delen. Deze stukjes steen plast u in de dagen of weken na de behandeling uit (afbeelding 4). Niersteenvergruizing is geschikt voor meer dan 90% van de patiënten. Het succes van de behandeling hangt af van het type steen en uw lichamelijke toestand. Hoe wordt niersteenvergruizing gedaan? U neemt plaats op een operatietafel met uw zijkant in de richting van de generator van de schokgolven (afbeelding 5 en 6). De juiste locatie van uw steen wordt bepaald met behulp van een echografie of een röntgenfoto. Nierstenen | pagina 6 Afbeelding 4: Gerichte geluidsgolven breken de stenen in fragmenten Afbeelding 5: Een veel voorkomende opstelling van een niersteenvergruizer Tijdens de behandeling kunt u de schokgolven horen. Deze klinken als kleine knallen. De behandeling begint met een lage sterkte en verhoogt de kracht van de golven langzaam. Verdoving is niet nodig. Maar u krijgt pijnstilling om u tijdens de behandeling prettiger te voelen. Niersteenvergruizing duurt ongeveer 40 minuten. Bij een grote steen komt het vaak voor dat er meerdere behandelingen nodig zijn om de steen volledig af te breken. Afbeelding 6: positie van de Wanneer wordt niersteenvergruizing niersteenvergruizer op de niersteen afgeraden? Niersteenvergruizing wordt afgeraden wanneer: • u zwanger bent • u een verhoogd risico op een ernstige bloeding hebt • u een niet behandelde infectie hebt • u een niet behandelde hoge bloeddruk hebt • uw lichaamsbouw het moeilijk maakt om de steen te bereiken • u een aneurysma hebt • er een blokkade in uw urinewegen zit, onder de steen of in de blaas • uw steen erg hard is (zoals bij cystinestenen) Bent u meteen na een niersteenvergruizing steenvrij? Nee! Bij niersteenvergruizing wordt uw steen in kleine stukjes gebroken. Deze stukjes plast u in de dagen of weken na de niersteenvergruizing uit. Om het uitplassen van de stukjes makkelijker te maken kunt u met MET worden behandeld. Welke voorbereiding is nodig bij een niersteenvergruizing? • Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Bespreek dit dan met het maken van de afspraak met uw uroloog. Soms moeten deze medicijnen tijdelijk gestopt worden. U hoort van uw uroloog, hoe lang u voor de behandeling hiermee moet stoppen. En ook wanneer u er weer mee mag starten. • Vanaf 4 uur voor de behandeling mag u niets meer eten. Na een niersteenvergruizing U kunt direct na de behandeling weer naar huis. Neem op de dag van de behandeling wel extra rust. Heeft u voor de behandeling medicijnen gekregen tegen de pijn of om u te kalmeren? Dan mag u tot 24 uur na de behandeling geen auto rijden of andere voertuigen en machine bedienen. Wist u dat? ESWL is voor het eerst gebruikt in 1980 in Duitsland. De eerste niersteenvergruizer maakte gebruik van de geleiding van de geluidsgolven in water. De eerste patiënten zaten daarom in bad. De afbeelding hiernaast is van de eerste niersteenvergruizer . Deze staat in het Deutsche Museum in Bonn. Drinken Als u geen pijn hebt, is het belangrijk dat u meer dan gewoonlijk drinkt om de stukjes steen uit te plassen. Probeer elke dag meer dan 2 liter te drinken. Als u een nierkoliek hebt, drink dan ongeveer 1 liter verspreid over de dag. Nierstenen | pagina 7 Urine zeven U moet uw urine zeven zodat u de stukjes steen voor onderzoek kunt opvangen. Voordelen van niersteenvergruizing • Klein risico op complicaties • Geen verdoving nodig Nadelen van niersteenvergruizing • Uw steen wordt niet verwijderd. In plaats hiervan zullen de stukjes steen in de volgende dagen of weken worden uitgeplast, • Hierdoor kan een nierkoliek ontstaan. • Mogelijk hebt u bij grotere stenen meerdere behandelingen nodig Ureteroscopie (URS) URS is een behandeling waarbij met een endoscoop met een kleine camera wordt gebruikt (afbeeldingen 7 en 8). Een endoscoop is een dunne lange, buigzame en bestuurbare slang. De endoscoop bevat dunne glasvezels die licht kunnen geleiden en beelden terugzenden. De uroloog volgt het onderzoek volgen via een beeldscherm. Verder bevat de endoscoop een kanaal, waardoor dunne instrumenten naar binnen kunnen worden geschoven. In één enkele behandeling kan de steen worden gevonden, vergruisd en verwijderd. URS wordt vaak gebruikt. Het succespercentage is Afbeelding 7: Met een buigzame ureteroscoop kan de nier goed bereikt worden hoog en het risico van complicaties is laag. Een URS wordt altijd onder gehele anesthesie gedaan. Zodra u in ‘slaap’ bent, wordt via uw urinebuis een endoscoop in uw blaas ingebracht. Er wordt dus geen snee (incisie) in uw lichaam gemaakt. Hoe wordt URS gedaan? Zodra de steen is gevonden, kan deze eruit worden getrokken met behulp van een speciale 'korf' (afbeelding 7). Als de steen te groot is om volledig te worden verwijderd, kan deze in kleine stukjes worden gebroken met behulp van laser, geluidsgolven (ultrasonoor) of een pneumatische niersteenvergruizer (die werkt als een kleine handhamerboor). Vervolgens worden alle stukjes steen verwijderd. Soms is het nodig om na de operatie een JJstent in te brengen, zodat de urine kan doorstromen naar de blaas (afbeelding 2). De Nierstenen | pagina 8 Afbeelding 8: Met een buigzame ureteroscoop kan de nier goed bereikt worden JJ-stent wordt verwijderd zodra uw urine weer normaal doorstroomt naar de blaas. Dit kan een aantal dagen tot enkele weken duren. Bij wie kan een URS gedaan worden? • Als uw steen niet te groot is. Bij kleiner dan 2 centimeter is URS een andere keuze voor een niersteenvergruizing. Hoewel bij een URS een instrument in een orgaan wordt gebracht en hier verdoving voor nodig is, is het een veilige en goede behandeling voor nierstenen of urineleiderstenen. Omdat de stukjes steen tijdens de operatie worden verwijderd, hoeft u ze niet uit te plassen. Er is een grote kans dat u met een enkele operatie steenvrij bent. • Als uw lichamelijke toestand goed genoeg is voor een algemene verdoving. • Verder kan een URS behandeling bijna bij elke patiënt gedaan worden. • Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Dan hoeven deze niet gestopt te worden voor deze behandeling. Wanneer wordt URS afgeraden? • U heeft een niet behandelde urineweginfectie. • Verder kunnen er nog enkele redenen zijn waarom een URS wordt afgeraden. De uroloog bespreekt deze met als dat voor uw persoonlijke situatie van toepassing is. Nadelen van URS • Verdoving is nodig • Er is een kleine kans op een beschadiging van de urineleider Voordelen van URS • De steen wordt onmiddellijk verwijderd • Klein risico op complicaties Nierstenen | pagina 9 Percutane nefrolithotomie (PNL) PNL is een operatie waarbij grote stenen direct uit de nier kunnen worden gehaald. Het voordeel is dat zelfs zeer grote stenen in een enkele operatie worden verwijderd (afbeelding 9). PNL gebeurt onder algehele anesthesie. Deze operatie wordt in het Spaarne Ziekenhuis gedaan. In vergelijking met niersteenvergruizing en URS, is PNL behandeling groter en ook het risico op complicaties is groter. De meest voorkomende complicaties van PNL zijn bloedingen en koorts. Bij wie kan PNL gedaan worden? PNL kan een mogelijkheid zijn, als uw steen heel groot is (groter dan 2 centimeter). En deze niet naar de urineleider is verschoven. Uw uroloog kan PNL als behandeling ook bespreken als: • u meer dan één steen hebt • uw steen erg hard is • uw steen in een deel van de nier zit die erg moeilijk te benaderen is, of waaruit de steen niet vanzelf kan loskomen (calix-divertikel) Afbeelding 9: Voor het rechtstreeks verwijderen van stenen uit de nier wordt een nefroscoop gebruikt. De stukjes steen kunnen tijdens de operatie met een nefroscoop worden verwijderd Nierstenen | pagina 10 Oorzaken van nierstenen Nierstenen worden wel eens een welvaartsziekte genoemd. Vóór 1900 kwamen nierstenen in ons land bijna niet voor en ook nu nog zijn nierstenen zeldzaam in ontwikkelingslanden. De meeste nierstenen bevatten calcium-oxalaat en ontstaan door een te “rijk” voedsel, zoals de gemiddelde Nederlander dat eet. Dit betekent dat ons eten te veel dierlijk eiwit en zout bevat. Dat zorgt er voor dat onze urine te zout en te zuur is en teveel kalk (Calcium) en urinezuur bevat. Al deze oorzaken samen maken dat er gemakkelijk steenvorming in de urine kan ontstaan. Het teveel aan zout, zuur en calcium, zorgt ervoor dat bepaalde eiwitten in de urine, die er normaal voor zorgen dat kristallen niet kunnen samenklonteren, niet goed hun werk kunnen doen. Bij iedereen kan zich een niersteen ontwikkelen. Het kan te maken hebben met hoeveel u drinkt en met stoffen in uw urine die de vorming van stenen prikkelen. Sommige mensen zijn vatbaarder voor het vormen van stenen dan anderen. U hebt een verhoogd risico wanneer: • er steenziekte in de familie voorkomt • u een steen hebt die brushite, urinezuur of uraat bevat • de stenen worden veroorzaakt door een infectie in uw urinewegen • u een genetische aandoening hebt waardoor u vatbaarder bent voor steenvorming • u een vernauwing van uw urineleiders hebt • u een blokkade hebt op de plaats waar uw urineleider aansluit op uw nieren Bepaalde urologische ziekten kunnen het risico van stenen vergroten: • sponsnier (een aangeboren aandoening) • een cyste of een aandoening die diverticulum calicis renis (uitstulping van een nierkelk in het nierparenchym) wordt genoemd • vesico-ureterale reflux (een abnormale verplaatsing van de urine in de urineleiders of nieren) • hoefijzernier (een aangeboren aandoening) • zwelling in een van uw urineleiders, urethrocele genaamd • nefrocalcinose (teveel calcium in de nieren) Ook sommige andere ziekten geven meer kan op het vormen van stenen. Dit zijn: • Hyperparathyreoïdie (een te snelle werking van bijschildklieren). • Maagdarmziekten (jejuno-ileale bypass, darmresectie, ziekte van Crohn, malabsorptiestoornissen). • Sarcoïdose (een ontsteking die in verscheidene organen in uw lichaam kleine klompjes cellen veroorzaakt). • Stofwisselingziekten zoals Hyperoxalurie en Cystinurie. Uw uroloog vertelt u dit als u één van bovenstaande risico’s heeft. Verschillende soorten nierstenen Door de verschillende oorzaken, ontstaan er dus verschillende soorten stenen. In Nederland komen de onderstaande stenen voor. Het percentage hoe vaak deze stenen voorkomen staat er achter beschreven. Ca-oxalaat (puur) 44% Urinezuur 3% Ca-oxalaat met Ca-fosfaat 30% Cystine 1% Ca-fosfaat (puur) 6% Rest 5% Struviet 11% Nierstenen | pagina 11 Hoe komt het dat u een niersteen kreeg? Als u een niersteen heeft opvangen en bewaard, kan de steen onderzocht zijn. De stoffen waaruit de steen bestaat (samenstelling) geeft informatie over de oorzaak, de meest geschikte behandeling en eventueel het voorkomen van nieuwe steenvorming. Bij de meest voorkomende steen (calciumoxalaat) is de oorzaak van steenvorming meestal een combinatie van factoren. Hoewel de meeste Nederlanders ongeveer hetzelfde eten, krijgt niet iedereen een niersteen. Van de mensen die wel een niersteen krijgen, weten we dat ze vaak familieleden hebben die ook eens een niersteen hebben gehad. Waarschijnlijk bevat de urine dan te weinig of niet goed werkende stoffen die de groei van kristallen remmen (eiwitten en/of zuren). Bovendien drinken mensen met nierstenen vaak minder dan anderen. Ook kunnen andere eetgewoonten hebben geleid tot nierstenen. Hoe groot is de kans dat u nog eens een steen krijgt? De kans op een nieuwe niersteen, hangt af van waaruit de steen bestaat en of er nog een andere oorzaak is waardoor een meer kans is op een niersteen. Zie hiervoor het hoofdstuk “Oorzaken van nierstenen”. Patiënten met een aangetoonde oorzaak voor hun niersteen of met bloedverwanten die ook nierstenen kregen, hebben een vrij grote kans dat zij later nog eens last van een niersteen krijgen. Wanneer u een “gewone” calcium-oxalaat steen hebt uitgeplast. En als na een eerste niersteen geen maatregelen om nierstenen te voorkomen worden genomen? Dan is de kans dat u in de komende 10 jaar een nieuwe steen maakt ongeveer 40%. Niemand weet of en wanneer u een nieuwe steen maakt. Volgt u de algemene adviezen op, die verderop in deze folder staan? Dan heeft u de helft minder kans op nieuwe stenen. Een metabole evaluatie bij nierstenen en urineleiderstenen Als u een groot risico hebt op de vorming van meer stenen, dan stelt uw uroloog een metabole evaluatie voor. Dit kan zijn bij vorming van een tweede steen, stenen in beide nieren, familieleden met stenen, of snel groeiende stenen. Een metabole evaluatie is een serie bloed- en urineonderzoeken. Met de uitslagen daarvan, wordt bepaald welke aanvullende behandeling u nodig hebt. Zo nodig wordt u doorgestuurd naar de endocrinoloog (een internist). Of u start met medicijnen. Ook kan het nodig zijn om veranderingen in uw levensstijl aan te brengen. Bij een metabole evaluatie verzamelt u twee keer 24 uur uw urine. Dit zijn twee aparte perioden van 24 uur. Uw urine wordt gemeten en onderzocht op stoffen die in de urine zitten. Hoe voorkomt u nieuwe stenen? Er zijn een aantal algemene adviezen om het vormen van nierstenen te voorkomen. Een streng dieet is bijna nooit nodig. De algemene leefregels zijn ook goed voor mensen die geen nierstenen maken. Eet gezond. Nierstenen | pagina 12 Eet- en drink adviezen: Drink genoeg • Zorg dat u dagelijks 2,5 tot 3 liter drinkt. Verdeel dit over de hele dag. • Controleer dat u ongeveer 2,5 liter per dag plast. • Controleer de kleur van uw urine. Deze moet licht zijn. • Drink ook tijdens de maaltijd en vlak voor het slapen. Juist direct na de maaltijd en ‘s nachts is de urine het meest geconcentreerd en kunnen makkelijk grote kristallen/nierstenen ontstaan. • Drink bij voorkeur water. Vermijd grote hoeveelheden sterke thee, ijsthee en zoete dranken (slecht voor gewicht en gebit). • Sappen van citrusvruchten zijn wel aan te bevelen. • Drink nog meer als u in een warm klimaat leeft, of als u veel lichaamsbeweging hebt. Dit helpt bij het herstellen van uw vochtverlies Pas uw voeding aan • Eet gevarieerd. • Eet voedsel waarin weinig oxalaat zit. Dit zijn bijvoorbeeld: eieren, linzen, witte rijst, geschilde appels, druiven, bloemkool, pompoen, enz. • Eet dagelijks voldoende calcium, ongeveer 1000 milligram per dag. Gebruik liever geen calciumsupplementen. Vraag zo nodig advies hierover. • Beperk het eten van dierlijk eiwit. Eet vooral geen vlees van jonge dieren. Dierlijk eiwit zit in vlees, vleeswaren en zuivelproducten. Het advies is om 3 keer per week vlees bij de maaltijd te gebruiken. U heeft maar 100 gram eiwit per dag nodig. • Eet in plaats van dierlijk eiwit, meer planteneiwit. Dit zit bijvoorbeeld in: avocado's, bloemkool of erwten.Beperk het eten van zout. Voeg geen of weinig zout toe aan het eten. Eet geen zoute vleeswaren. Eet niet meer dan 3 tot 5 gram zout per dag. Er zit veel zout in zoutjes, ingeblikt eten zoals als soepen, kant en klaar maaltijden en kaas etc. • Eet veel vezelrijk voedsel. Vezels zitten in groenten en fruit, met name citrusfruit. Eet gemiddeld 5 porties groenten of fruit per dag. • Zuivelproducten, zijn gezond, maar met mate natuurlijk. Tijdens de warme maaltijd is het goed om zuivelproducten te drinken. Gezonde gewoonten Kiezen voor een gezonde leefgewoonte is altijd goed. • Probeer 2 of 3 maal per week te sporten. • Voorkom stress. • Zorg voor een gezond gewicht. Uw BMI (Body Mass Index) zou moeten liggen tussen 18-25 kg/m2. Sprookjes en fabels Er zijn sprookjes en fabels uit verre landen en van verre voorvaderen die vertellen over steenlijden, stenen uitplassen en over het oplossen van stenen. Een van die verhalen over het uitplassen van stenen komt uit de Dominikaanse Republiek. Daar drinken mensen met stenen, tot op de dag van vandaag, zo vers mogelijke kokosnotenmelk om de steen makkelijker te laten passeren. Ze zeggen dat het helpt…. Heeft u een mooi verhaal en heeft het geholpen, of heeft u een idee? Wij willen graag al uw mooie verhalen verzamelen. Zodat we met uw verhaal andere mensen kunnen helpen en eventueel uw oplossing kunnen toetsen. Nierstenen | pagina 13 Adviezen per steen soort. Calciumoxalaatstenen Bij een calciumoxalaatsteen, heeft u een groot risico op het vormen van meer stenen, maar dat is niet altijd zo. Heeft u een calciumoxalaatsteen gehad, dan is het beter dat u: • voedsel dat veel oxalaat bevat vermijdt. Veel oxalaat zit in: – verse bladgroenten zoals spinazie, postelein, zuring, andijvie, rabarber en okra – knolgroenten zoals bieten, raapstelen, knolselderij, zoete aardappelen – sterke zwarte thee, ijsthee (doe melk bij de thee) – cacao, chocolade en chocolade producten – noten, bessen, peterselie – sojabonen en alles waar sojameel in is verwerkt Voedingsmiddelen met een middelmatig gehalte aan oxalaat zijn minder problematisch, maar kunnen ook leiden tot het ontstaan van nierstenen. Daarom dien je voedingsmiddelen zoals grutten, druiven, groene pepers, selderij, frambozen, aardbeien, fruit cake, jam en lever te vermijden of in beperkte mate in de voeding toe te laten. • minder purinerijk voedsel eet. Purine zit in dierlijk eiwit. Veel purine zit in: – bepaalde soorten vis, zoals haring, mosselen, spiering, sardientjes en ansjovis – rood vlees en orgaanvlees zoals hart, lever, nieren • niet meer dan de dagelijks aanbevolen hoeveelheid vitamine C inneemt,zie tabel hieronder. • contact opneemt met uw arts voor persoonlijk advies uroloog Categorie/leeftijd Dagelijkse aanbeveling van vitamine C (milligram) Kinderen 6-11 maanden 20 1-2 jaar 25 2-5 jaar 30 6-9 jaar 40 Mannen 9-13 jaar 50 14-18 jaar 75 19-70 jaar 75 > 70 jaar 75 Vrouwen 9-13 jaar 50 14-18 jaar 75 19-70 jaar 75 > 70 jaar 75 Zwangere vrouwen 85 Vrouwen die borstvoeding geven 100 Nierstenen | pagina 14 Calciumfosfaatstenen Bij een calciumfosfaatsteen, heeft u een groot risico op het vormen van meer stenen, maar dat is niet altijd zo. Houdt u zich aan de algemene adviezen onder “Hoe voorkomt u nieuwe stenen”. Calcium en fosfaat zijn voor het lichaam belangrijk. Vooral voor het aanmaken van bot. De voeding in Westerse landen, met veel dierlijk eiwit en zout, zorgt ook voor calcium en fosfaat verlies. Dit komt omdat dierlijk eiwit en zout zorgt voor het minder goed werken van de nieren en ook het bot afbreekt. Wel blijft het belangrijk om calcium en fosfaat te gebruiken, maar een grote hoeveelheid calcium te vermijden. Fosfaat zit in bijna alle voeding (bron: Dr. D. Kok, Erasmus MC). Beperk wel het gebruik van dierlijk eiwit en zout. Urinezuurstenen Bij een urinezuursteen, heeft u een groot risico op het vormen van nieuwe stenen. Door minder purine in uw voedsel, kunt u de kans op het ontstaan van een nieuwe steen verlagen. Veel purine zit in: • bepaalde soorten vis, zoals haring, mosselen, spiering, sardientjes en ansjovis • rood vlees en orgaanvlees zoals hart, lever, nieren Ook krijgt u medicijnen waarmee de pH-waarde van uw urine tussen 6,2 en 6,8 blijft. U kunt de pH-waarde van uw urine zelf thuis controleren en een dipstick-test. Ammoniumuraatstenen Bij een ammoniumuraatsteen heeft u een groot risico op het vormen van nieuwe stenen. Ook het risico op een urineweginfectie is groter. U krijgt antibiotica voor behandeling van de infectie. En u krijgt medicijnen om de pH-waarden van uw urine tussen 5,8 en 6,2 te houden. U kunt de pH-waarde van uw urine zelf thuis controleren en een dipstick-test. Struviet- en infectiestenen Bij een struvietsteen of een infectiesteen, heeft u een groot risico op het vormen van nieuwe stenen. Soms is het nodig om doorlopend antibiotica te gebruiken om er zeker van te zijn dat de infectie niet terugkomt. Cystinestenen Bij een cystinesteen, heeft u een groot risico op het vormen van nieuwe stenen. Het advies is om: • Genoeg te drinken zodat u per dag minimaal 3 liter urine plast. • Geen of weinig zout te eten. Dit verlaagt de cystinespiegel in uw urine. • Ook krijgt u medicijnen waarmee de pH-waarde van uw urine 7,5 of hoger blijft. • Daarnaast krijgt u zo nodig medicijnen voor het verlagen van uw cystinespiegel. • Maar houdt u zich altijd aan de algemene eet- en drink adviezen, zoals in deze folder beschreven. Algemene adresgegevens Spaarne Ziekenhuis: Algemeen nummer: (023) 890 89 00 Locatie Hoofddorp Postadres: Postbus 770, 2130 AT Spaarnepoort 1, 2134 TM Hoofddorp Hoofddorp Alle voorzieningen Internet: www.spaarneziekenhuis.nl Locatie Heemstede E-mail: [email protected] Händellaan 2A, 2102 CW Heemstede Dagbehandeling en poliklinieken Bij het ontwikkelen van deze folder is gebruikt gemaakt van informatie uit de Nederlandse en Europese richtlijnen. Nierstenen | pagina 15 Uw steen? Waar zit uw steen? …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… Grootte …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… Welke behandeling …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… Soort steen …………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Mogelijke Oorzaak …………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Eet- en drink adviezen …………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………… © Spaarne Ziekenhuis | eindredactie: Patiëntenvoorlichting | Foldernummer Komt nog | juli 2014 Nierstenen | pagina 16
© Copyright 2024 ExpyDoc