Nierstenen - Spaarne Ziekenhuis

Nierstenen
Titel (Klik op F11 voor volgende veld)
Inhoud
Wat is een steen?
U heeft een niersteen
Klachten bij nierstenen of urineleiderstenen
Onderzoek en diagnose bij nierstenen of urineleiderstenen
Behandeling van spoedeisende situaties
Niet spoedeisende behandelingen
• Conservatieve behandelingen met medicijnen
• Niersteen vergruizing (ESWL)
• Ureteroscopie (URS)
• Percutane nfrolithotomie (PNL)
Oorzaken van stenen
Hoe komt het dat u een niersteen kreeg
Hoe voorkomt u nieuwe stenen
• Eet- en drinkadviezen
• Gezonde gewoonten
• Sprookjes en fabels
Adviezen per steen soort
Uw steen
Wat is een steen?
Een steen is een steen.
Een steen is een harde, vaste massa die zich in de galblaas, de blaas en de nieren kan
vormen. De oorzaak van stenen verschilt per soort en ze worden per soort verschillend
behandeld.
Nierstenen ontstaan door kristallisatie van mineralen of zure zouten in uw urine. De meeste
stenen verlaten uw lichaam terwijl u plast. Soms blijven stenen in de urineleider steken.
Blokkeren de normale urinestroom en veroorzaken klachten. Het kan ook zijn dat een steen
te groot is om de nier te verlaten. In beide gevallen kan het zijn dat u voor het verwijderen
van de steen moet worden behandeld.
SPECIALISTEN IN MENSENWERK
Wist u dat?
Niersteenlijden is een oud probleem in de gezondheid van de
mens. De oudste tot op heden bekende aanwijzing voor steenlijden
is gevonden in een 7000 jaar oude mummie met waarschijnlijk een
blaassteen. Steenbehandeling is dan ook één van de oudste
chirurgische ingrepen, volgens de eed van Hippocrates (4e eeuw
voor Chr.) slechts voorbehouden aan steensnijders. De eerste
beschrijving dateert uit de 12e eeuw voor Christus.
U heeft een niersteen
U heeft gehoord dat u een niersteen heeft. Nadat een steen is uitgeplast of door uw uroloog
is verwijderd komen de vragen:
• Hoe komt het dat ik een steen kreeg?
• Hoe groot is de kans dat ik ooit nog eens een steen krijg?
• Hoe kan ik voorkomen dat zich een nieuwe steen vormt?
In deze folder vindt u een algemeen antwoord op deze vragen als aanvulling op het gesprek
met de uroloog.
Urinewegstenen of blaasstenen
Urinewegstenen kunnen in de nier, ureter (urineleider) en blaas voorkomen. Stenen in de
ureter (ureterstenen), veroorzaken de beruchte koliekpijn. Deze stenen zijn altijd in de nier
gevormd en zakken af via de ureter naar de blaas. Een uretersteen is dus een niersteen.
Blaasstenen kunnen ook uit de nier komen. Zij blijven in de blaas "hangen" en groeien hier
verder. Maar meestal ontstaan blaasstenen als gevolg van problemen om de blaas leeg te
plassen of door blaasontstekingen en daar gaat deze folder niet over.
Voor u persoonlijk kunnen ook nog andere oorzaken
meespelen, die hoort u van uw uroloog.
Klachten bij nierstenen en ureterstenen
Mensen verbinden nierstenen en ureterstenen vaak met
pijn. De klachten kunnen echter variëren van ernstige pijn
tot helemaal geen pijn. Dit hangt af van de kenmerken van
de steen; zoals de grootte, de vorm en de plaats van de
steen in de urinewegen.
Ernstige pijn (nierkoliek)
Als de steen in de nier de normale urinestroom naar de
urineleider blokkeren, dan hebt u hierdoor ernstige pijn.
Dit wordt ook wel een nierkoliek genoemd. Dit is een
scherpe pijn in de lendenen en aan de zijkant van uw
lichaam. Van de ribben tot de heup (zie afbeelding 1)
Als de steen niet in uw nier zit, maar in uw urineleider,
dan kunt u pijn voelen in uw lies of dij. Mannen kunnen
ook pijn in hun zaadballen voelen (zie afbeelding 1).
Nierstenen | pagina 2
Afbeelding 1:
mogelijke pijnregio bij niersteenkoliek
Een nierkoliek wordt veroorzaakt door een plotselinge stijging van de druk in de urinewegen
en de urineleiderwand. De pijn komt in golven en neemt niet af als u van houding verandert.
Het wordt beschreven als een van de pijnlijkste ervaringen, vergelijkbaar met de pijn bij een
bevalling. Andere klachten die bij een nierkoliek kunnen optreden zijn:
• misselijkheid
• braken
• bloed in de urine (de urine lijkt roze van kleur)
• pijnlijke urinelozing
• koorts
Wist u dat:
Tijdens een koliekaanval
• u niet veel moet drinken, dit zal de pijn alleen maar erger maken.
• gebruik diclofenac pijnstiller, tablet of zetpil
• gaat de pijn niet over met pijnstillers bel de dienstdoende huisarts
• bel bij koorts en koliekpijn altijd de dienstdoende huisarts
Na een koliekaanval
• probeer uw steen op te vangen en plas door een zeefje
Doffe pijn of helemaal geen klachten
Stenen kunnen ook een doffe pijn in de zij veroorzaken, die steeds terugkomt. Dit soort pijn
kan ook een aanwijzing van een andere ziekte zijn. U moet dus een medisch onderzoek
krijgen, om te ontdekken of u nierstenen of ureterstenen heeft.
Sommige stenen veroorzaken geen last. Dit worden a-symptomatische stenen genoemd en
deze zijn meestal klein. Meestal worden a-symptomatische stenen pas gevonden wanneer
voor een andere aandoening een röntgenfoto of een ander beeldonderzoek gebeurt.
Onderzoeken en diagnose van nierstenen en urineleiderstenen
De uroloog doet een aantal onderzoeken, om er achter te komen waardoor uw klachten
worden veroorzaakt. Om de plaats van de steen te bepalen worden er beeldopnames van uw
inwendige organen gemaakt.
Echografie
Bij een echografie wordt met geluidsgolven een beeld gemaakt van de inwendige organen.
Het is belangrijk om te zien of de steen de afvoer van de urine blokkeert. Met een echografie
kan dit eenvoudig gezien worden. De radioloog ziet dan een uitgezet nierkelkensysteem.
Röntgenfoto of CT-scan
Op een gewone röntgenfoto zijn kalkhoudende stenen te zien.
Met een CT-scan (computertomografie) is duidelijk de afmeting, de vorm en de dikte van de
steen te zien. Soms wordt er bij een CT-scan een contrastmiddel gebruikt. Deze beelden
geven dan extra informatie over de werking van uw nieren en uw anatomie.
Onderzoek van de steen en urine- en bloedonderzoek
Bij een nierkoliek worden uw urine en bloed onderzocht om te zien of u een infectie hebt en
hoe goed uw nieren werken.
Nierstenen | pagina 3
Wordt verwacht dat u uw steen uitplast? Dan
krijgt u het advies om uw urine te zeven en
zo de steen op te vangen. De steen wordt
dan onderzocht om te zien wat voor type
steen het is. Deze informatie is belangrijk
om de beste mogelijkheden voor
behandeling en het voorkomen van nieuwe
stenen te kunnen kiezen.
Behandeling van spoedeisende
situaties
Acute nierkoliek
Een nierkoliek is een acute, pijnlijke situatie
door een steen die de ureter blokkeert.
De pijn kan meestal met een pijnstiller zoals
diclofenac (NSAID's, de niet-steroïdale antiinflammatoire medicijnen) worden verlicht.
Helpt dit niet, dan verwijst de huisarts u
door naar de spoedeisende hulp. U krijgt dan
andere pijnstillers op een andere manier.
Heel soms werken de medicijnen niet. Dan
kan het nodig zijn, dat de uroloog besluit de
urine uit uw nier te laten weglopen
(decompressie). Dit kan op twee manieren:
• De uroloog brengt met een camera via de
plasbuis en de blaas een buisje in uw
urineleider. Zo kan de urine van de nier
naar de blaas kan stromen. Dit heet een
JJ-stent in uw urineleider (afbeelding 2)
• De radioloog prikt rechtstreeks door de
huid een percutane nierkatheter in uw nier
(afbeelding 3)
Beide methoden zijn even goed.
Afbeelding 2: Er wordt een JJ-stent ingebracht om
ervoor te zorgen dat de urine zonder hinder naar de
blaas afloopt.
Geblokkeerde en geïnfecteerde
nier
Als u bij een nierkoliek ook koorts
hebt, of u bent heel erg moe? Dan
verwijst de huisarts u direct door naar
de spoedeisende hulp of polikliniek
Urologie. Daar wordt onderzoek
gedaan om te controleren of u een
infectie en een blokkade van de nier
hebt. Als dit het geval is, dan is
onmiddellijk decompressie nodig om
de druk in uw nier te verlichten.
Afbeelding 3: Een percutane nefrostomie katheter wordt direct
door de huid in de nier geplaatst. De urine loopt dan van de nier
meteen in de katheterzak.
Nierstenen | pagina 4
Niet spoedeisende behandelingen van nierstenen en
urineleiderstenen
U heeft een niersteen of urineleidersteen die niet spoedeisend behandeld hoeft te worden?
Hieronder vindt u verschillende behandelingen beschreven die de uroloog met u bespreekt.
Samen met de uroloog beslist u welk behandeling het beste voor u is. Bij het kiezen van de
juiste behandeling wordt rekening gehouden met:
• uw klachten
• type steen
• uw ziektegeschiedenis
• het soort behandeling dat in het ziekenhuis beschikbaar is en de ervaring die uw arts met
de verschillende behandelingen heeft
• uw persoonlijke voorkeuren en waarden
Conservatieve behandeling (behandeling met medicijnen)
Niet alle stenen hoeven behandeld te worden. U moet worden behandeld als uw steen last
veroorzaakt. En als de steen niet gewoon uitgeplast wordt. De meeste nierstenen of
urineleiderstenen verlaten uw lichaam tijdens het plassen. Afhankelijk van de grootte en de
plaats van de steen duurt het soms even voordat de steen wordt uitgeplast. U kunt een
nierkoliek krijgen als de steen zich verplaatst. Als u een heel kleine steen hebt (kleiner dan 6
mm), dan is er een kans van 95% dat de steen binnen 6 weken wordt uitgeplast.
Over het algemeen kunt u ervan uitgaan:
• Hoe dichter de steen bij de blaas ligt, des te groter is de kans dat u deze uitplast.
• Hoe groter de steen is, des te kleiner is de kans dat u deze uitplast.
Heeft u dus weinig last van uw niersteen of urineleidersteen? Dan kan het zijn dat u samen
met uw uroloog besluit af te wachten totdat u de steen spontaan uitplast.
Om de kans tot uitplassen van de steen te vergroten schrijft de uroloog u soms medicijnen
voor. Er zijn 2 veelgebruikte behandelingen met medicijnen:
Medical Expulsive Therapy (MET)
De MET zijn medicijnen (zogenaamde alfablokkers (tamsulosine, alfusozine) of nifedipine) die
helpen de steen sneller uit te plassen. Ook beperken deze medicijnen de pijn, als de steen
zich verplaatst. De MET behandeling heeft het meeste effect bij urineleiderstenen. Tijdens
behandeling met MET bezoekt u uw uroloog met regelmatig. De uroloog controleert dan of de
steen blijft bewegen en of uw nieren goed blijven werken.
Oplossen van uw steen
Als u urinezuurstenen heeft, dan is het misschien mogelijk om uw steen op te lossen.
Hiervoor wordt de pH-waarde van uw urine verhoogd. Uw urine wordt dan meer basisch dan
zuur. Voor deze behandeling krijgt u medicijnen zoals, alkalinecitraat of natriumbicarbonaat
voorgeschreven. Bij een pH-waarde van 7,0-7,2 neemt de grootte van de steen af en kan
deze uiteindelijk zelfs volledig oplossen. U kunt de pH-waarde van uw urine zelf controleren
met een dipstick-test.
Als uw steen blijft groeien of vaak ernstige pijn veroorzaakt, dan wordt u geadviseerd om
actief een behandeling te ondergaan.
Nierstenen | pagina 5
Actieve behandeling bij nierstenen of urineleiderstenen
Als nierstenen of urineleiderstenen klachten geven, dan moeten deze worden behandeld. Er
zijn drie veelgebruikte behandelingen om stenen te verwijderen:
• niersteenvergruizing (ESWL)
• ureteroscopie (URS)
• percutane nefrolithotomie (PNL)
Welke behandeling voor u het beste is, hangt af van uw klachten en de plaats van de steen.
Ook als u geen klachten hebt, moet u worden behandeld als:
• de steen blijft groeien
• u een groot risico hebt op de vorming van een nieuwe steen
• u een infectie hebt
• uw steen erg groot is
• u de voorkeur geeft aan een actieve behandeling
Uw uroloog adviseert het verwijderen van een steen uit de urineleider als:
• deze te groot lijkt om te kunnen worden uitgeplast
• u pijn blijft houden terwijl u medicijnen gebruikt
• uw nieren niet meer goed werken
 Niersteenvergruizing (Extracorporal
Shock-Wave Lithotrypsie, ESWL)
Het vergruizen van nierstenen wordt
gedaan met een machine die vanaf de
buitenkant van uw lichaam, stenen in uw
lichaam kan afbreken. Voor het afbreken
van een steen worden door de huid heen
gerichte schokgolven naar de steen
gezonden. Schokgolven zijn korte pulsen
met geluidsgolven met een hoge energie.
De steen neemt de energie van de
schokgolven op en hierdoor breekt de
steen in kleinere delen. Deze stukjes
steen plast u in de dagen of weken
na de behandeling uit (afbeelding 4).
Niersteenvergruizing is geschikt voor
meer dan 90% van de patiënten. Het
succes van de behandeling hangt af
van het type steen en uw
lichamelijke toestand.
Hoe wordt niersteenvergruizing
gedaan?
U neemt plaats op een operatietafel
met uw zijkant in de richting van de
generator van de schokgolven
(afbeelding 5 en 6). De juiste locatie
van uw steen wordt bepaald met
behulp van een echografie of een
röntgenfoto.
Nierstenen | pagina 6
Afbeelding 4:
Gerichte geluidsgolven breken de stenen in fragmenten
Afbeelding 5: Een veel voorkomende opstelling van een
niersteenvergruizer
Tijdens de behandeling kunt u de
schokgolven horen. Deze klinken als kleine
knallen. De behandeling begint met een lage
sterkte en verhoogt de kracht van de golven
langzaam. Verdoving is niet nodig. Maar u
krijgt pijnstilling om u tijdens de behandeling
prettiger te voelen. Niersteenvergruizing
duurt ongeveer 40 minuten.
Bij een grote steen komt het vaak voor dat
er meerdere behandelingen nodig zijn om de
steen volledig af te breken.
Afbeelding 6: positie van de
Wanneer wordt niersteenvergruizing
niersteenvergruizer op de niersteen
afgeraden?
Niersteenvergruizing wordt afgeraden
wanneer:
• u zwanger bent
• u een verhoogd risico op een ernstige bloeding hebt
• u een niet behandelde infectie hebt
• u een niet behandelde hoge bloeddruk hebt
• uw lichaamsbouw het moeilijk maakt om de steen te bereiken
• u een aneurysma hebt
• er een blokkade in uw urinewegen zit, onder de steen of in de blaas
• uw steen erg hard is (zoals bij cystinestenen)
Bent u meteen na een niersteenvergruizing steenvrij?
Nee!
Bij niersteenvergruizing wordt uw steen in kleine stukjes gebroken.
Deze stukjes plast u in de dagen of weken na de
niersteenvergruizing uit. Om het uitplassen van de stukjes
makkelijker te maken kunt u met MET worden behandeld.
Welke voorbereiding is nodig bij een niersteenvergruizing?
• Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Bespreek dit dan met
het maken van de afspraak met uw uroloog. Soms moeten deze
medicijnen tijdelijk gestopt worden. U hoort van uw uroloog, hoe
lang u voor de behandeling hiermee moet stoppen. En ook
wanneer u er weer mee mag starten.
• Vanaf 4 uur voor de behandeling mag u niets meer eten.
Na een niersteenvergruizing
U kunt direct na de behandeling weer naar huis. Neem op de dag
van de behandeling wel extra rust.
Heeft u voor de behandeling medicijnen gekregen tegen de pijn of
om u te kalmeren? Dan mag u tot 24 uur na de behandeling geen
auto rijden of andere voertuigen en machine bedienen.
Wist u dat?
ESWL is voor het
eerst gebruikt in
1980 in Duitsland.
De eerste
niersteenvergruizer
maakte gebruik van
de geleiding van de
geluidsgolven in
water. De eerste
patiënten zaten
daarom in bad. De
afbeelding hiernaast
is van de eerste
niersteenvergruizer .
Deze staat in het
Deutsche Museum in
Bonn.
Drinken
Als u geen pijn hebt, is het belangrijk dat u meer dan gewoonlijk drinkt om de stukjes steen
uit te plassen. Probeer elke dag meer dan 2 liter te drinken.
Als u een nierkoliek hebt, drink dan ongeveer 1 liter verspreid over de dag.
Nierstenen | pagina 7
Urine zeven
U moet uw urine zeven zodat u de stukjes steen voor onderzoek kunt opvangen.
Voordelen van niersteenvergruizing
• Klein risico op complicaties
• Geen verdoving nodig
Nadelen van niersteenvergruizing
• Uw steen wordt niet verwijderd. In plaats hiervan zullen de stukjes steen in de
volgende dagen of weken worden uitgeplast,
• Hierdoor kan een nierkoliek ontstaan.
• Mogelijk hebt u bij grotere stenen meerdere behandelingen nodig
 Ureteroscopie (URS)
URS is een behandeling waarbij met
een endoscoop met een kleine
camera wordt gebruikt (afbeeldingen
7 en 8). Een endoscoop is een dunne
lange, buigzame en bestuurbare
slang. De endoscoop bevat dunne
glasvezels die licht kunnen geleiden
en beelden terugzenden. De uroloog
volgt het onderzoek volgen via een
beeldscherm. Verder bevat de
endoscoop een kanaal, waardoor
dunne instrumenten naar binnen
kunnen worden geschoven.
In één enkele behandeling kan de
steen worden gevonden, vergruisd
en verwijderd. URS wordt vaak
gebruikt. Het succespercentage is
Afbeelding 7: Met een buigzame ureteroscoop kan de
nier goed bereikt worden
hoog en het risico van complicaties is
laag. Een URS wordt altijd onder
gehele anesthesie gedaan. Zodra u in ‘slaap’
bent, wordt via uw urinebuis een endoscoop in
uw blaas ingebracht. Er wordt dus geen snee
(incisie) in uw lichaam gemaakt.
Hoe wordt URS gedaan?
Zodra de steen is gevonden, kan deze eruit
worden getrokken met behulp van een speciale
'korf' (afbeelding 7). Als de steen te groot is
om volledig te worden verwijderd, kan deze in
kleine stukjes worden gebroken met behulp
van laser, geluidsgolven (ultrasonoor) of een
pneumatische niersteenvergruizer (die werkt
als een kleine handhamerboor). Vervolgens
worden alle stukjes steen verwijderd.
Soms is het nodig om na de operatie een JJstent in te brengen, zodat de urine kan
doorstromen naar de blaas (afbeelding 2). De
Nierstenen | pagina 8
Afbeelding 8: Met een buigzame ureteroscoop
kan de nier goed bereikt worden
JJ-stent wordt verwijderd zodra uw urine weer normaal doorstroomt naar de blaas. Dit kan
een aantal dagen tot enkele weken duren.
Bij wie kan een URS gedaan worden?
• Als uw steen niet te groot is. Bij kleiner dan 2 centimeter is URS een andere keuze voor
een niersteenvergruizing. Hoewel bij een URS een instrument in een orgaan wordt
gebracht en hier verdoving voor nodig is, is het een veilige en goede behandeling voor
nierstenen of urineleiderstenen. Omdat de stukjes steen tijdens de operatie worden
verwijderd, hoeft u ze niet uit te plassen. Er is een grote kans dat u met een enkele
operatie steenvrij bent.
• Als uw lichamelijke toestand goed genoeg is voor een algemene verdoving.
• Verder kan een URS behandeling bijna bij elke patiënt gedaan worden.
• Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Dan hoeven deze niet gestopt te worden voor
deze behandeling.
Wanneer wordt URS afgeraden?
• U heeft een niet behandelde urineweginfectie.
• Verder kunnen er nog enkele redenen zijn waarom een URS wordt afgeraden. De uroloog
bespreekt deze met als dat voor uw persoonlijke situatie van toepassing is.
Nadelen van URS
• Verdoving is nodig
• Er is een kleine kans op een beschadiging van de urineleider
Voordelen van URS
• De steen wordt onmiddellijk
verwijderd
• Klein risico op complicaties
Nierstenen | pagina 9
 Percutane nefrolithotomie (PNL)
PNL is een operatie waarbij grote stenen direct uit de nier kunnen worden gehaald. Het
voordeel is dat zelfs zeer grote stenen in een enkele operatie worden verwijderd (afbeelding
9). PNL gebeurt onder algehele anesthesie. Deze operatie wordt in het Spaarne Ziekenhuis
gedaan. In vergelijking met niersteenvergruizing en URS, is PNL behandeling groter en ook
het risico op complicaties is groter. De meest voorkomende complicaties van PNL zijn
bloedingen en koorts.
Bij wie kan PNL gedaan worden?
PNL kan een mogelijkheid zijn, als uw steen heel groot is (groter dan 2 centimeter). En deze
niet naar de urineleider is verschoven. Uw uroloog kan PNL als behandeling ook bespreken
als:
• u meer dan één steen hebt
• uw steen erg hard is
• uw steen in een deel van de nier zit die erg moeilijk te benaderen is, of waaruit de steen
niet vanzelf kan loskomen (calix-divertikel)
Afbeelding 9:
Voor het rechtstreeks verwijderen van stenen uit de nier wordt een nefroscoop
gebruikt. De stukjes steen kunnen tijdens de operatie met een nefroscoop
worden verwijderd
Nierstenen | pagina 10
Oorzaken van nierstenen
Nierstenen worden wel eens een welvaartsziekte genoemd. Vóór 1900 kwamen nierstenen in
ons land bijna niet voor en ook nu nog zijn nierstenen zeldzaam in ontwikkelingslanden.
De meeste nierstenen bevatten calcium-oxalaat en ontstaan door een te “rijk” voedsel, zoals
de gemiddelde Nederlander dat eet. Dit betekent dat ons eten te veel dierlijk eiwit en zout
bevat. Dat zorgt er voor dat onze urine te zout en te zuur is en teveel kalk (Calcium) en
urinezuur bevat. Al deze oorzaken samen maken dat er gemakkelijk steenvorming in de
urine kan ontstaan. Het teveel aan zout, zuur en calcium, zorgt ervoor dat bepaalde eiwitten
in de urine, die er normaal voor zorgen dat kristallen niet kunnen samenklonteren, niet goed
hun werk kunnen doen. Bij iedereen kan zich een niersteen ontwikkelen. Het kan te maken
hebben met hoeveel u drinkt en met stoffen in uw urine die de vorming van stenen
prikkelen. Sommige mensen zijn vatbaarder voor het vormen van stenen dan anderen.
U hebt een verhoogd risico wanneer:
• er steenziekte in de familie voorkomt
• u een steen hebt die brushite, urinezuur of uraat bevat
• de stenen worden veroorzaakt door een infectie in uw urinewegen
• u een genetische aandoening hebt waardoor u vatbaarder bent voor steenvorming
• u een vernauwing van uw urineleiders hebt
• u een blokkade hebt op de plaats waar uw urineleider aansluit op uw nieren
Bepaalde urologische ziekten kunnen het risico van stenen vergroten:
• sponsnier (een aangeboren aandoening)
• een cyste of een aandoening die diverticulum calicis renis (uitstulping van een nierkelk in
het nierparenchym) wordt genoemd
• vesico-ureterale reflux (een abnormale verplaatsing van de urine in de urineleiders of
nieren)
• hoefijzernier (een aangeboren aandoening)
• zwelling in een van uw urineleiders, urethrocele genaamd
• nefrocalcinose (teveel calcium in de nieren)
Ook sommige andere ziekten geven meer kan op het vormen van stenen. Dit zijn:
• Hyperparathyreoïdie (een te snelle werking van bijschildklieren).
• Maagdarmziekten (jejuno-ileale bypass, darmresectie, ziekte van Crohn,
malabsorptiestoornissen).
• Sarcoïdose (een ontsteking die in verscheidene organen in uw lichaam kleine klompjes
cellen veroorzaakt).
• Stofwisselingziekten zoals Hyperoxalurie en Cystinurie.
Uw uroloog vertelt u dit als u één van bovenstaande risico’s heeft.
Verschillende soorten nierstenen
Door de verschillende oorzaken, ontstaan er dus verschillende soorten stenen. In Nederland
komen de onderstaande stenen voor. Het percentage hoe vaak deze stenen voorkomen staat
er achter beschreven.
Ca-oxalaat (puur)
44%
Urinezuur
3%
Ca-oxalaat met Ca-fosfaat
30%
Cystine
1%
Ca-fosfaat (puur)
6%
Rest
5%
Struviet
11%
Nierstenen | pagina 11
Hoe komt het dat u een niersteen kreeg?
Als u een niersteen heeft opvangen en bewaard, kan de steen onderzocht zijn.
De stoffen waaruit de steen bestaat (samenstelling) geeft informatie over de oorzaak, de
meest geschikte behandeling en eventueel het voorkomen van nieuwe steenvorming.
Bij de meest voorkomende steen (calciumoxalaat) is de oorzaak van steenvorming meestal
een combinatie van factoren.
Hoewel de meeste Nederlanders ongeveer hetzelfde eten, krijgt niet iedereen een niersteen.
Van de mensen die wel een niersteen krijgen, weten we dat ze vaak familieleden hebben die
ook eens een niersteen hebben gehad. Waarschijnlijk bevat de urine dan te weinig of niet
goed werkende stoffen die de groei van kristallen remmen (eiwitten en/of zuren).
Bovendien drinken mensen met nierstenen vaak minder dan anderen. Ook kunnen andere
eetgewoonten hebben geleid tot nierstenen.
Hoe groot is de kans dat u nog eens een steen krijgt?
De kans op een nieuwe niersteen, hangt af van waaruit de steen bestaat en of er nog een
andere oorzaak is waardoor een meer kans is op een niersteen. Zie hiervoor het hoofdstuk
“Oorzaken van nierstenen”.
Patiënten met een aangetoonde oorzaak voor hun niersteen of met bloedverwanten die ook
nierstenen kregen, hebben een vrij grote kans dat zij later nog eens last van een niersteen
krijgen.
Wanneer u een “gewone” calcium-oxalaat steen hebt uitgeplast. En als na een eerste
niersteen geen maatregelen om nierstenen te voorkomen worden genomen? Dan is de kans
dat u in de komende 10 jaar een nieuwe steen maakt ongeveer 40%. Niemand weet of en
wanneer u een nieuwe steen maakt. Volgt u de algemene adviezen op, die verderop in deze
folder staan? Dan heeft u de helft minder kans op nieuwe stenen.
Een metabole evaluatie bij nierstenen en urineleiderstenen
Als u een groot risico hebt op de vorming van meer stenen, dan stelt uw uroloog een
metabole evaluatie voor. Dit kan zijn bij vorming van een tweede steen, stenen in beide
nieren, familieleden met stenen, of snel groeiende stenen. Een metabole evaluatie is een
serie bloed- en urineonderzoeken. Met de uitslagen daarvan, wordt bepaald welke
aanvullende behandeling u nodig hebt. Zo nodig wordt u doorgestuurd naar de endocrinoloog
(een internist). Of u start met medicijnen. Ook kan het nodig zijn om veranderingen in uw
levensstijl aan te brengen.
Bij een metabole evaluatie verzamelt u twee keer 24 uur uw urine. Dit zijn twee aparte
perioden van 24 uur. Uw urine wordt gemeten en onderzocht op stoffen die in de urine
zitten.
Hoe voorkomt u nieuwe stenen?
Er zijn een aantal algemene adviezen om het vormen van nierstenen te voorkomen.
Een streng dieet is bijna nooit nodig. De algemene leefregels zijn ook goed voor mensen die
geen nierstenen maken. Eet gezond.
Nierstenen | pagina 12
Eet- en drink adviezen:
Drink genoeg
• Zorg dat u dagelijks 2,5 tot 3 liter drinkt. Verdeel dit over de hele dag.
• Controleer dat u ongeveer 2,5 liter per dag plast.
• Controleer de kleur van uw urine. Deze moet licht zijn.
• Drink ook tijdens de maaltijd en vlak voor het slapen. Juist direct na de maaltijd en ‘s
nachts is de urine het meest geconcentreerd en kunnen makkelijk grote
kristallen/nierstenen ontstaan.
• Drink bij voorkeur water. Vermijd grote hoeveelheden sterke thee, ijsthee en zoete
dranken (slecht voor gewicht en gebit).
• Sappen van citrusvruchten zijn wel aan te bevelen.
• Drink nog meer als u in een warm klimaat leeft, of als u veel lichaamsbeweging hebt. Dit
helpt bij het herstellen van uw vochtverlies
Pas uw voeding aan
• Eet gevarieerd.
• Eet voedsel waarin weinig oxalaat zit. Dit zijn bijvoorbeeld: eieren, linzen, witte rijst,
geschilde appels, druiven, bloemkool, pompoen, enz.
• Eet dagelijks voldoende calcium, ongeveer 1000 milligram per dag. Gebruik liever geen
calciumsupplementen. Vraag zo nodig advies hierover.
• Beperk het eten van dierlijk eiwit. Eet vooral geen vlees van jonge dieren. Dierlijk eiwit zit
in vlees, vleeswaren en zuivelproducten. Het advies is om 3 keer per week vlees bij de
maaltijd te gebruiken. U heeft maar 100 gram eiwit per dag nodig.
• Eet in plaats van dierlijk eiwit, meer planteneiwit. Dit zit bijvoorbeeld in: avocado's,
bloemkool of erwten.Beperk het eten van zout. Voeg geen of weinig zout toe aan het eten.
Eet geen zoute vleeswaren. Eet niet meer dan 3 tot 5 gram zout per dag. Er zit veel zout in
zoutjes, ingeblikt eten zoals als soepen, kant en klaar maaltijden en kaas etc.
• Eet veel vezelrijk voedsel. Vezels zitten in groenten en fruit, met name citrusfruit. Eet
gemiddeld 5 porties groenten of fruit per dag.
• Zuivelproducten, zijn gezond, maar met mate natuurlijk. Tijdens de warme maaltijd is het
goed om zuivelproducten te drinken.
Gezonde gewoonten
Kiezen voor een gezonde leefgewoonte is altijd goed.
• Probeer 2 of 3 maal per week te sporten.
• Voorkom stress.
• Zorg voor een gezond gewicht. Uw BMI (Body Mass Index) zou moeten liggen tussen 18-25
kg/m2.
Sprookjes en fabels
Er zijn sprookjes en fabels uit verre landen en van verre voorvaderen die vertellen over
steenlijden, stenen uitplassen en over het oplossen van stenen.
Een van die verhalen over het uitplassen van stenen komt uit de Dominikaanse Republiek.
Daar drinken mensen met stenen, tot op de dag van vandaag, zo vers mogelijke
kokosnotenmelk om de steen makkelijker te laten passeren. Ze zeggen dat het helpt….
Heeft u een mooi verhaal en heeft het geholpen, of heeft u een idee? Wij willen graag al uw
mooie verhalen verzamelen. Zodat we met uw verhaal andere mensen kunnen helpen en
eventueel uw oplossing kunnen toetsen.
Nierstenen | pagina 13
Adviezen per steen soort.
 Calciumoxalaatstenen
Bij een calciumoxalaatsteen, heeft u een groot risico op het vormen van meer stenen, maar
dat is niet altijd zo. Heeft u een calciumoxalaatsteen gehad, dan is het beter dat u:
• voedsel dat veel oxalaat bevat vermijdt. Veel oxalaat zit in:
– verse bladgroenten zoals spinazie, postelein, zuring, andijvie, rabarber en okra
– knolgroenten zoals bieten, raapstelen, knolselderij, zoete aardappelen
– sterke zwarte thee, ijsthee (doe melk bij de thee)
– cacao, chocolade en chocolade producten
– noten, bessen, peterselie
– sojabonen en alles waar sojameel in is verwerkt
Voedingsmiddelen met een middelmatig gehalte aan oxalaat zijn minder problematisch,
maar kunnen ook leiden tot het ontstaan van nierstenen. Daarom dien je
voedingsmiddelen zoals grutten, druiven, groene pepers, selderij, frambozen, aardbeien,
fruit cake, jam en lever te vermijden of in beperkte mate in de voeding toe te laten.
• minder purinerijk voedsel eet. Purine zit in dierlijk eiwit. Veel purine zit in:
– bepaalde soorten vis, zoals haring, mosselen, spiering, sardientjes en ansjovis
– rood vlees en orgaanvlees zoals hart, lever, nieren
• niet meer dan de dagelijks aanbevolen hoeveelheid vitamine C inneemt,zie tabel hieronder.
• contact opneemt met uw arts voor persoonlijk advies uroloog
Categorie/leeftijd
Dagelijkse aanbeveling van
vitamine C (milligram)
Kinderen
6-11 maanden
20
1-2 jaar
25
2-5 jaar
30
6-9 jaar
40
Mannen
9-13 jaar
50
14-18 jaar
75
19-70 jaar
75
> 70 jaar
75
Vrouwen
9-13 jaar
50
14-18 jaar
75
19-70 jaar
75
> 70 jaar
75
Zwangere vrouwen
85
Vrouwen die borstvoeding geven
100
Nierstenen | pagina 14
 Calciumfosfaatstenen
Bij een calciumfosfaatsteen, heeft u een groot risico op het vormen van meer stenen, maar
dat is niet altijd zo. Houdt u zich aan de algemene adviezen onder “Hoe voorkomt u nieuwe
stenen”. Calcium en fosfaat zijn voor het lichaam belangrijk. Vooral voor het aanmaken van
bot. De voeding in Westerse landen, met veel dierlijk eiwit en zout, zorgt ook voor calcium
en fosfaat verlies. Dit komt omdat dierlijk eiwit en zout zorgt voor het minder goed werken
van de nieren en ook het bot afbreekt. Wel blijft het belangrijk om calcium en fosfaat te
gebruiken, maar een grote hoeveelheid calcium te vermijden. Fosfaat zit in bijna alle voeding
(bron: Dr. D. Kok, Erasmus MC). Beperk wel het gebruik van dierlijk eiwit en zout.
 Urinezuurstenen
Bij een urinezuursteen, heeft u een groot risico op het vormen van nieuwe stenen. Door
minder purine in uw voedsel, kunt u de kans op het ontstaan van een nieuwe steen verlagen.
Veel purine zit in:
• bepaalde soorten vis, zoals haring, mosselen, spiering, sardientjes en ansjovis
• rood vlees en orgaanvlees zoals hart, lever, nieren
Ook krijgt u medicijnen waarmee de pH-waarde van uw urine tussen 6,2 en 6,8 blijft. U kunt
de pH-waarde van uw urine zelf thuis controleren en een dipstick-test.
 Ammoniumuraatstenen
Bij een ammoniumuraatsteen heeft u een groot risico op het vormen van nieuwe stenen. Ook
het risico op een urineweginfectie is groter. U krijgt antibiotica voor behandeling van de
infectie. En u krijgt medicijnen om de pH-waarden van uw urine tussen 5,8 en 6,2 te
houden. U kunt de pH-waarde van uw urine zelf thuis controleren en een dipstick-test.
 Struviet- en infectiestenen
Bij een struvietsteen of een infectiesteen, heeft u een groot risico op het vormen van nieuwe
stenen. Soms is het nodig om doorlopend antibiotica te gebruiken om er zeker van te zijn
dat de infectie niet terugkomt.
 Cystinestenen
Bij een cystinesteen, heeft u een groot risico op het vormen van nieuwe stenen. Het advies is
om:
• Genoeg te drinken zodat u per dag minimaal 3 liter urine plast.
• Geen of weinig zout te eten. Dit verlaagt de cystinespiegel in uw urine.
• Ook krijgt u medicijnen waarmee de pH-waarde van uw urine 7,5 of hoger blijft.
• Daarnaast krijgt u zo nodig medicijnen voor het verlagen van uw cystinespiegel.
• Maar houdt u zich altijd aan de algemene eet- en drink adviezen, zoals in deze folder
beschreven.
Algemene adresgegevens Spaarne Ziekenhuis:
Algemeen nummer: (023) 890 89 00
Locatie Hoofddorp
Postadres: Postbus 770, 2130 AT
Spaarnepoort 1, 2134 TM Hoofddorp
Hoofddorp
Alle voorzieningen
Internet: www.spaarneziekenhuis.nl
Locatie Heemstede
E-mail: [email protected]
Händellaan 2A, 2102 CW Heemstede
Dagbehandeling en poliklinieken
Bij het ontwikkelen van deze folder is gebruikt gemaakt van informatie uit de Nederlandse en Europese
richtlijnen.
Nierstenen | pagina 15
Uw steen?
Waar zit uw steen?
……………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………
Grootte
……………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………
Welke behandeling
……………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………
Soort steen
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Mogelijke Oorzaak
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Eet- en drink adviezen
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………
© Spaarne Ziekenhuis | eindredactie: Patiëntenvoorlichting | Foldernummer Komt nog | juli 2014
Nierstenen | pagina 16