HOGESCHOOL WINDESHEIM FLEVOLAND OPSTELLEN WERKPLAN 28-3-2014 Naam: Klas: Studentnummer: Opleiding: Begeleidend Docent: Beoordelend Docent: Voe-code: Leerjaar: Plaats: Kim van Maurik PEDP1B S1056819 Pedagogiek Hester Viëtor Deborah Buhren-Brand WFPEDP.COPWE.V413 Leerjaar 1, Voltijd Almere Windesheim Flevoland WFPED.COPWE.V413 VOORWOORD: Deze periode heeft Windesheim Flevoland ervoor gekozen, om de leerlingen van het eerste jaar pedagogiek de Comakership “Opstellen werkplan” te laten maken. Deze Comakership is een vervolg op de Comakership “Cliëntportret” uit de vorige periode. Bij deze nieuwe Comakership moeten wij SMART leerdoelen opstellen voor de gekozen cliënt. Het is de bedoeling om een plan op te stellen, over de manier, waarop je deze doelen samen met jouw cliënt gaat behalen. Deze opdrachten voer ik uit op mijn stageplek. Al deze informatie beschrijf ik hieronder in het werkplan. Windesheim Flevoland Deleted: WFPED.COPWE.V413 Inhoud Inleiding:............................................................................................................ 4 Feitelijke gegevens: ........................................................................................ 5 Casus Client: .................................................................................................... 5 Ontwikkelpunten: .............................................................................................8 Stappenplan: ....................................................................................................9 Training Gordon:.............................................................................................12 Ontwikkelingspsychologie:........................................................................... 13 Feedback stagebegeleidster: ...................................................................... 16 Reflectie verslag: ........................................................................................... 16 Nawoord.......................................................................................................... 18 Literatuurlijst: .................................................................................................. 19 Bijlage 1: Praktijkopdracht opstellen werkplan: ........................................ 20 Bijlage 2: Beroepscompetentie 2 Plannen ................................................ 22 Bijlage 3: Beoordelingscriteria Comakership 2.1 ..................................... 25 Windesheim Flevoland WFPED.COPWE.V413 Inleiding: Competentie 2: Plannen Bij de Comakership Opstellen werkplan hoort de competentie Plannen. De omschrijving van deze competentie luidt als volgt: Een pedagoog beschikt over het vermogen om cliënten en hun omgeving op basis van onderzoek te onderkennen en weet in samenspraak op basis van die onderkenning (diagnose) een werkplan te ontwerpen dat resultaatgericht en in een reële tijdsfasering is geplaatst. De bedoeling van deze Comakership is dat ik aan de hand van het opgestelde cliëntportret een werkplan ga opstellen. Dit werkplan baseer ik op de observatie en interviewen die ik heb gehouden. Ik haal uit de hulpvraag drie SMART doelen en hier ga ik een werkplan voor opstellen voor mijn cliënt. Met dit werkplan wil ik de situatie van de cliënt op een positieve manier veranderen. Werkwijze Aller eerst heb ik de handleiding goed doorgelezen en aan de hand daarvan had ik besloten hoe ik het ging aanpakken. Doordat ik al informatie over mijn cliënt had kon ik gelijk aan de slag met het werkplan. Ik ben begonnen met 3 SMART doelen op te stellen voor mij cliënt. Hierna heb ik bedacht op welke manier/methode ik dit wil verhelpen. Daarna heb ik er één geheel van gemaakt en natuurlijk nog wat dingen toegevoegd. Ik vond het erg leerzaam om dit verslag te maken. Ik heb elke week een stukje geschreven en niet alles op het laatste moment. Ik denk dat aan mijn eindresultaat wel te zien is, dat ik er veel tijd in heb gestoken en erg mijn best heb gedaan om er iets moois van te maken. Windesheim Flevoland WFPED.COPWE.V413 Feitelijke gegevens: In verband met de privacy van de cliënt, wordt in dit verslag een afwijkende naam gebruikt. Casus Client: Geslacht: Meisje Leeftijd: 5 jaar oud groep 1/2 De situatie van Vlinder: Vlinder luistert slecht op school. Als de juf vraagt ergens mee op te houden gaat ze vaak gewoon door (mesoniveau). Bijvoorbeeld de momenten dat iedereen stil moet zijn om te luisteren, praat zij door, ondanks dat ze er al op aangesproken is. Het Comment [DB1]: Wat bedoel je met mesoniveau? Wat is hier op mesoniveau? meisje wordt merendeels opgevoed door haar oma. Ze wordt bijna altijd gebracht en gehaald door oma. De moeder van Vlinder woont nog bij oma, dus het meisje zelf ook (microniveau). Over de vader weet ik niet veel. Ik weet alleen dat Vlinder haar vader nooit heeft gezien. De juf houdt een dagboek bij op school voor oma en Comment [DB2]: Wat is het microniveau hier? moeder. Hierin schrijft ze wat er wel en niet goed ging op een bepaalde dag. Vlinder Comment [DB3]: Wellicht kan moeder je iets vertellen over vader? vraagt vaak om negatieve aandacht. Ze gaat vaak door als er aan haar is gevraagd Comment [DB4]: Mag je anders formuleren in een werkplan. ergens mee te stoppen. Ook vindt ze het vaak lastig om met andere kinderen om te gaan. Ze krijgt vaak onenigheid of ruzie met de kinderen waarmee het speelt. Als ze Comment [DB5]: Hoe doet zij dat dan? Benoem concreet gedrag, positieve aandacht krijgt, wanneer ik bijvoorbeeld bij haar kom zitten vind ze dit heel leuk. Ze vindt het heel fijn om complimentjes en aandacht te krijgen. Maar als iemand haar iets vertelt wat niet of minder goed ging, wil ze dit liever niet horen. Dit is vooral te merken aan haar houding. Ze kijkt je op dat moment niet aan, draait haar hoofd weg en zou het liefst weg willen lopen. Vlinder heeft, zover bekend bij de juf, thuis Deleted: t geen geloofsovertuiging (macroniveau). De school is wel katholiek, maar zo wordt Vlinder thuis niet opgevoed. Windesheim Flevoland Comment [DB6]: Is de leerkracht je enige bron? WFPED.COPWE.V413 Cyclisch Model: Het cliëntportret dat ik heb gemaakt gaat over Vlinder. Dit meisje zit in groep 1/2 van Deleted: die de Loofhut, waar ik stage loop. In mijn cliëntportret ben ik tot een hulpvraag gekomen: Hoe kan de juf ervoor zorgen dat het meisje beter naar haar luistert? Ik Deleted: . heb besloten om de leerdoelen voor de cliënt op te stellen en niet voor de juf. Aan de Deleted: hand van de observaties en interviews uit het cliëntportret, ga ik een plan opstellen om haar gedrag positief te veranderen. Tijdens het op stellen van het werkplan hanteer ik een cyclisch model : Ik heb gekozen voor dit model, omdat ik denk dat dit model het beste bij mijn eigen werkwijze aansluit. Ik zou zelf ook eerst gaan oriënteren voordat ik iets analyseer. Dit soort kleine stapjes spreken mij aan in dit model. Ook spreek dit model mij meer aan dan andere die ik heb gezien. Zo heb ik bijvoorbeeld het model van Kolb gezien, en het model dat ze op mijn stage gebruiken. Het model dat op mijn stage wordt gebruikt vond ik zelf onduidelijk en sprak mij daarom niet aan. Het model dat ik nu heb gekozen is voor mij duidelijkheid dit komt door de heldere stappen. Windesheim Flevoland WFPED.COPWE.V413 De 6 fases in het model: Als eerste is er de contactlegging, deze vond bij mij al plaats in september 2013. Het oriënteren heb ik bij het maken van het cliëntportret gedaan. Aan de hand van observaties en interviews. Het analyseren en doelen stellen ga ik uitvoeren bij deze Comakership. Een deel van het ‘plannen’ vindt ook plaats in deze Comakership. Ik maak een stappenplan voor Vlinder, en in dit stappenplan plan ik hoeveel tijd er nodig is voor het doel, wie er aan mee doet, en op welke manier we het gaan oplossen. Het uitvoeren en evalueren zal plaatsvinden in de 4de periode van het eerste studiejaar. Dan zal ik het werkplan in de praktijk uitvoeren tijdens Comakership ‘uitvoeren van interventies’. Als laatste zal er een evaluatie plaats vinden. De evaluatie zal mij praktijkbegeleider samen met mij doen. We gaan dan kijken naar de verbeteringen van Vlinder, om te zien of het plan goed werkt.. Windesheim Flevoland WFPED.COPWE.V413 Ontwikkelpunten: Aan de hand van bovenstaande gegevens kan ik vier punten halen waar Vlinder aan moet werken: Comment [DB7]: Formuleer dit anders. - Vlinder vraagt om positieve aandacht Deleted: Luistert - Vlinder luistert naar de juf - Vlinder speelt leuk en lief met andere kinderen -Vlinder zet zich in bij de activiteiten die door de juf gegeven worden Deze ontwikkelpunten hebben zich allen voor gedaan op Katholieke basisschool de Deleted: ings Loofhut. De ontwikkelpunten heb ik geconstateerd aan de hand van observaties en Comment [DB8]: Formulering klopt niet. een interview met zowel Vlinder als de juf. Deleted: ings SMART doelen: Ik heb twee SMART doelen voor Vlinder opgesteld. Aan de hand van deze doelen, gaan we samen werken aan de ontwikkelpunten. Hierdoor zal haar gedrag positief verbeterd worden. Ik zal Vlinder vertellen over de doelen die ik voor haar heb opgesteld, en uitleggen wat ik hiermee bedoel. Ik heb de volgende doelen geformuleerd: 1. Eind mei 2014 kan Vlinder een half uur met een ander kind samen spelen Comment [DB9]: Probeer een doel positief te formuleren. zonder ruzie te maken. 2. Eind mei 2014 kan Vlinder 15 minuten luisteren naar de juf in de ochtend kring zonder zelf te praten. Windesheim Flevoland Comment [DB10]: Probeer een positieve formulering te gebruiken. WFPED.COPWE.V413 Stappenplan: Doel 1: Eind mei 2014 kan Vlinder een half uur met een ander kind samen spelen zonder ruzie te maken Naam: Vlinder Geboortedatum: 11-01-2009 Leeftijd: 5 Groep: 1/2 Leerkracht: Eline Claassen Plan opgesteld door: Kim van Maurik Datum: Schooljaar: 2013-2014 Leerkracht Wie Vlinder Met wie Op Basisschool de Loofhut in Almere-Haven Waar Waarom Waaraan Als vlinder dit doel goed doet, kan zij fijn met andere kinderen spelen. Dit helpt haar bij het hebben van een leuke dag, en de leerkracht hoeft geen waarschuwingen/ straffen te geven. Met dit doel wordt gewerkt aan het feit dat Vlinder liever en fijner met andere kinderen gaat spelen Tijdens het “kiezen”in de ochtend. Comment [DB11]: Waarom is dat belangrijk. Wanneer Hoe Evaluatie De leerkracht moet tijdens het “kiezen” goed op Vlinder letten. Als er een ruzie dreigt te ontstaan, stapt de leerkracht naar Vlinder toe. Tijdens dit gesprek kijkt de leerkracht Vlinder goed aan in haar ogen. De leerkracht moet vertellen in de Ik-boodschap, wat ze fout doet en wat de gevolgen zijn als Vlinder niet luistert. Vlinder krijgt één waarschuwing, als ze hierna goed samenspeelt krijgt ze een stikker op haar stikkerkaart. Aan het eind van elke week, wordt gekeken naar de stickerkaart van vlinder. Ze kan voor het samenspelen 5 stickers per week krijgen. Voor het goed meedoen en stil zijn in de ochtendkring kan ze er nog eens 5 krijgen. In totaal dus 10 per week. Als vlinder 10 stickers per week heeft gehaald, mag ze op vrijdag middag samen met de docent bepalen wat haar beloning wordt. Dit kan zijn samen een spelletje doen of een moeilijk boekje lezen. Windesheim Flevoland Deleted: v Deleted: Deleted: k Deleted: k Deleted: k Comment [DB12]: Hoe vindt de evaluatie aan het eind van de periode plaats? Hoe weet je of zij haar doel heeft behaald? WFPED.COPWE.V413 Doel 2: Eind mei 2014 kan Vlinder 15 minuten luisteren naar de juf in de ochtend kring zonder zelf te praten, dit gebeurt doormiddel van positieve beloning met een stickerkaart Naam: Vlinder Geboortedatum: 11-01-2009 Leeftijd: 5 Groep: 1/2 Leerkracht: Eline Claassen Deleted: k Plan opgesteld door: Kim van Maurik Datum: Schooljaar: 2013-2014 Leerkracht Wie Vlinder Met wie Op Basisschool de Loofhut in Almere-Haven Waar Waarom Als Vlinder dit goed doet, kan de juf snel haar verhaal doen en weet Vlinder goed wat zij moet doen. Waaraan Met dit doel wordt gewerkt aan het feit dat Vlinder vaak door de juf heen praat tijdens de ochtendkring. Deleted: De leerkracht moet tijdens de ochtendkring goed op Vlinder letten. Als Vlinder er doorheen wil praten, krijgt ze één waarschuwing. De leerkracht loopt naar Vlinder toe, kijk haar recht aan, en zegt in de ik-boodschap wat er van haar verwacht wordt (dat ze stil is) en vertelt wat de gevolgen zijn (geen sticker). Evaluatie Deleted: kwijt Deleted: Tijdens de ochtendkring. Wanneer Hoe Deleted: v Aan het eind van elke week, wordt gekeken naar de stickerkaart van vlinder. Ze kan voor het samenspelen 5 stickers per week krijgen. Voor het goed meedoen en stil zijn in de ochtendkring kan ze er nog eens 5 krijgen. In totaal dus 10 per week. Als vlinder 10 stickers per week heeft gehaald, mag ze samen met de juf overleggen wat voor beloning ze wil. Dit kan zijn een spelletje samen doen of een moeilijk boekje lezen. Windesheim Flevoland Deleted: Deleted: t Deleted: Deleted: d Deleted: k Deleted: k Deleted: k Deleted: k Deleted: t Comment [DB13]: En de evaluatie aan het eind van de periode? WFPED.COPWE.V413 Aanpak van de evaluatie op beide werkplannen: Voordat het bovenstaande werkplan gestart wordt, zal er een gesprek Deleted: nen plaatsvinden. Dit gesprek zal bijgewoond worden door de moeder en/of Deleted: oma van Vlinder, de juf en de IB-er. In dit gesprek zal het werkplan uitgelegd en toegelicht worden. De werkplannen zullen na vier weken geëvalueerd moeten worden. Dit gesprek zal bijgewoond worden door de juf, de IB-er en mijzelf. In dit gesprek zullen wij bespreken of de werkplannen helpen en er verbetering is te zien. De uitkomst van dit gesprek zal later ook besproken worden met de moeder en/of oma van Vlinder. Ook wordt er besproken wat de juf vindt van het werkplan. Wat zijn haar ervaringen met het werkplan. Een belangrijke stap in dit gesprek is; hoe gaan er verder, wanneer er verbetering Comment [DB14]: Formulering. geconstateerd wordt, of juist niet. In de ongeveer acht weken dat het werkplan uitgevoerd wordt, zal ik elke week een observatie doen. In deze observatie kijk ik goed naar het gedrag van Vlinder, verbetert haar gedrag of juist niet. Dit zal ik ook bespreken met de juf. In het evaluatiegesprek na vier weken zal ik dan ook vertellen wat ik Deleted: ar heb gezien tijdens mijn observaties. Mogelijkheden pedagoog in opleiding: Voor een pedagoog in opleiding zijn er een aantal mogelijkheden binnen deze casus. Allereerst is het onderzoeken van de gegevens een goede oefening voor een pedagoog in opleiding. Hierdoor kom je meer te weten over de cliënt die je gaat helpen. Daarnaast kan je de cliënt observeren Deleted: voor meer feitelijke informatie. Als laatste kan je een plan opstellen om ontwikkelpunten te verbeteren samen met de cliënt. Windesheim Flevoland WFPED.COPWE.V413 Training Gordon: Tijdens de training Gordon heb ik veel geleerd over de communicatie met kinderen. Een heel belangrijk onderwerp vond ik “de ik-boodschap”. Dit heb ik ook toegepast in mijn werkplan. De leerkracht moet zeggen, Ik wil dat je nu stil bent, want ik probeer iets belangrijkst uit te leggen. Dit vond ik het belangrijkste onderdeel van Gordon. In het begin was ik het niet helemaal Comment [DB15]: Probeer dit anders te formuleren. Comment [DB16]: Dat is niet helemaal zoals de ik-boodschap van Gordon bedoeld is. eens met Gordon. Ik vond bepaalde methodes van hem wel goed en andere niet. De Ik-boodschap vond ik heel goed, zo maak je echt duidelijk Deleted: naar een kind wat je van hem/haar verwacht. Dat je van Gordon niks mag oplossen voor kinderen vind ik lastig. Ik zeg heel snel, nou dan ga jij even dit doen en jij even dat. Maar volgens Gordon moeten kinderen dit zelf Comment [DB17]: Iets te stellige formulering. oplossen. Ik wil dit wel gaan uitproberen in de laatste periode van mijn stage. Mijn manier van reageren is wel anders als ik de Gordon methode toepas. Uit mezelf zeg ik niet “Ik wil dat…..”, maar volgens Gordon moet je dit wel zeggen. Ik moet dus bewust nadenken of ik iets volgens de Gordon methode wil doen of niet. Het actief luisteren vind ik ook een belangrijke methode om mee te nemen in mijn verdere opleiding. Het is fijn voor kind als hij zich begrepen voelt. Al met al vond ik het een leuke training, waarin ik veel heb geleerd over Gordon (Henderson, 2012). Windesheim Flevoland Deleted: . WFPED.COPWE.V413 Ontwikkelingspsychologie: Het gedrag van Vlinder is ook in verband te brengen met theorieën van verschillende theoretici. Ik heb gekozen voor Jean Piaget en Erik Erikson. Ik heb ervoor gekozen om eerst de ontwikkelingsschema’s van de theoretici uit te leggen, en vervolgens mijn cliënt in het juiste stadium te plaatsen met uitleg. Jean Piaget ( De Cognitieve Ontwikkeling). Het schema van Piaget is gericht op de cognitie, het denken. Piaget onderscheid vier periodes. Volgens Piaget schept de omgeving de voorwaarden en het tempo van de ontwikkeling van een kind, maar de omgeving bepaalt niet de aard van de ontwikkeling. Piaget staat bij nature versus nurture aan beide kanten. Zowel de omgeving als de aanleg spelen een rol in de ontwikkeling van een kind. Periode 1: Sensori-motorisch handelen. Van de geboorte tot 2 jaar. Zintuigelijk en motorisch handelen. In deze periode leert het kind dat objecten blijven bestaan, ook al zijn ze niet zichtbaar. Dit wordt objectpermanentie genoemd. Comment [DB18]: Dit begrip heeft niets met jouw cliënt te maken. Periode 2: Preoperationeel denken. Van 2 tot 7 jaar. Onsystematisch en onlogisch denken. Het kind gebruikt taal en objecten met beelden en worden representeren, maar is nog steeds egocentrisch: de wereld draait om hem of haar. Periode 3: Concreet-operationeel denken. Van 7 tot 12 jaar. Systematisch en logisch denken. Het kind gaat logisch denken en gaat het conservatieprincipe toepassen op verschillende terreinen: hoeveelheid en lengte met 6 jaar, substantie met 7 jaar,en gewicht met 9 jaar. Periode 4: Formeel-operationeel denken. Vanaf 12 jaar. Abstract en hypothetisch-deductief denken. Het kind kan nu in abstracte Windesheim Flevoland WFPED.COPWE.V413 termen denken, logisch en wetenschappelijk. Het kan redeneren. (Delfos, 2011, pp. 93,94,95) (Home.zonnet, n.d.) Comment [DB19]: Deze inzichten hebben niets met jouw cliënt te maken. Comment [DB20]: Onjuiste bronvermelding, paginanummers zet je hier niet bij. Vlinder valt onder periode 2. Preoperationeel denken. Bij deze periode staat ook duidelijk dat het kind niet in staat is zich in gezichtspunten van anderen te plaatsen. Dit merk ik bij Vlinder vooral, als ze ruzie maakt met Deleted: v andere kinderen. Ze beseft niet wat het met andere kinderen doet, als ze Comment [DB21]: Too dit aan aan de hand van concreet gedrag. die pijn doet of kwetst. Erik Erikson (De psychoseksuele en sociale ontwikkeling) Erikson onderscheidt in de levensloop van de mens acht fasen en bouwt voort op de fasen van Freud. Hij geeft deze en bredere basis, doordat hij aan elke fase een egovorm van gedrag en een ontwikkelingsprincipe toevoegt. (Delfos, 2011, p. 96) (Mens en samenleving, 2014) Comment [DB22]: Vermeld de bron van de afbeelding! Vlinder zit in fase 3: De fallische of oedipale fase. In deze fase worden Deleted: kinderen nieuwsgierig naar hun lichaam en dat van andere. Het ontwikkelingsprincipe is nu initiatief versus schuld. De egovorm is indringen, deze verwijst naar de gewaagde drang van het kind in deze fase. Aan Vlinder is te zien dat ze vaak gewaagde dingen wil doen. Ze doet Deleted: v dingen die net wel of net niet kunnen. Het is bij Vlinder ook te merken dat Deleted: op het randje zei geïnteresseerd is in haar lichaam en die van andere. Als we gaan gymmen zegt ze ook: “ Ik heb een bh aan.” Aan dit soort kleine dingen Windesheim Flevoland WFPED.COPWE.V413 merk ik dat ze in de fallische of oedipale fase zit. Comment [DB23]: Maar hoe valt het (probleem-)gedrag van Vlinder nu te verklaren vanuit de theorie van Erikson? Basisschoolleeftijd tot acht jaar Vlinder is nu vijf jaar en valt in de fase van basisschoolleeftijd tot acht jaar. De ontwikkeling in deze fase wordt vooral gekenmerkt door de toenemende taalbeheersing, de ontwikkeling van het denken en de uitbreiding van de sociale en fysieke omgeving. De ontwikkeling in de taal zie ik bij Vlinder wel terug. Ze kan goed meekomen op niveau en er is geen achterstand te constateren. Ze leert lezen en schrijven. De sociale omgeving van Vlinder wordt steeds groter. Ze gaat vaker bij andere kinderen spelen. Ook is ze altijd enthousiast als ze op de fiets naar school mag. Wanneer de sociale omgeving van het kind uitbreidt door de school en het spelen bij andere kinderen, wordt een kind zich steeds meer bewust van de aard van het eigen gezin. Het ontdekt dat niet alle kinderen dezelfde gezinssituatie hebben en dat sommige gezinssituaties ‘gewoon’ zijn en andere ‘afwijkend’. Omdat Vlinder een wat afwijkende thuissituatie heeft, kan het zo zijn dat ze Deleted: v er nu achter komt dat het bij haar wat ‘anders’ is dan bij andere kinderen. Voor Vlinder is het moeilijk te begrijpen dat het bij haar tijdens niet hetzelfde is, als bij sommige andere kinderen uit haar klas (Delfos, 2011). Windesheim Flevoland Deleted: . WFPED.COPWE.V413 Feedback stagebegeleidster: Let op de positieve bewoording naar leerlingen toe. Vraag concreet welk gedrag je wel wil zien ( roze Olifant ). Als je een kind vraagt niet aan een roze olifant te denken, dan doet het kind dit natuurlijk juist wel. Je plan is goed doordacht en goed uitvoerbaar in de klas. Bespreek samen met Vlinder wat een beloning zou kunnen zijn bij 10 stickers. Wat gebeurt er als Vlinder niet aan de 10 stickers komt? Geef aan welke aanpassingen je op dat moment gaat maken om Vlinder betrokken en gemotiveerd te houden. Eline Claassen, De Loofhut groep 1/2 Reflectie verslag: Ik was blij met de feedback van mij stagebegeleidster. Aan de hand van haar feedback kon ik nog wat aanpassingen in mijn verslag doen. Door haar opmerking dat alles redelijk negatief was, heb ik dit omgezet in wat meer positievere ontwikkelpunten en doelen. Achter vind ik zelf ook dat ik de ontwikkelpunten negatief bracht. Het klonk heel negatief, alsof Vlinder een heel vervelend kind is dat nooit lief is. Dit is natuurlijk niet waar en heb Deleted: die ik veranderd. De opmerking over, wat ik ga doen als Vlinder steeds haar stickers aantal niet haalt vond ik handig. Ik had er nog niet over na gedacht als Vlinder bijv. maandag 1 sticker niet haalt, dat ze dan de rest van de Deleted: v week haar best niet gaat doen, omdat ze 10 stickers toch al niet meer haalt. Daarom heb ik bedacht, dat het aantal stickers in totaal omlaag gaat, als Vlinder ongemotiveerd raakt. Het maken van het werkplan vond ik erg ingewikkeld. Ik had gelukkig al een basis door het cliëntportret. Ik wist niet zo goed waar ik moest beginnen. Windesheim Flevoland WFPED.COPWE.V413 Eerst heb ik de feitelijk informatie verzameld en later ben ik begonnen aan de ontwikkelpunten en het schrijven van de plannen. Ik vond het lastig omdat ik niet kon kiezen wat ik als eerste moest doen. Uiteindelijk is dit wel gelukt en heb ik ervoor gekozen om deze volgorde aan te houden. Het samen met de cliënt formuleren van de hulpvraag in de taal van het cliëntsysteem, uit de competentie meter, is mij niet echt gelukt. Omdat mijn cliënt nog maar 5 is kon ik haar niet rechtstreeks vragen of ze zelf ergens mee zit. Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om een hulpvraag voor de leerkracht te formuleren, en de doelen op Vlinder te betrekken. Ik denk dat dit een goede beslissing was, en ben tevreden over de doelen die ik heb geformuleerd. Over het eindresultaat ben ik wel tevreden. Mijn stagebegeleidster vindt dat ik het mag toepassen, en mij goed genoeg verdiept hebt in Vlinder. Ik vond het leuk om te horen dat ze tevreden over het plan is. Windesheim Flevoland WFPED.COPWE.V413 Nawoord Tijdens het maken van dit verslag heb ik veel geleerd. Wat ik een belangrijk leerpunt vond, was dat een kind niet alleen een probleem heeft, en dat het in de meeste gevallen niks kan doen aan het gedrag. Ik heb veel geleerd over het opstellen van doelen en ontwikkelpunten, en vooral om dit niet negatief over te brengen. Ook de training communicatie van Gordon vond ik goed passen bij het opstellen van een werkplan. Een paar puntjes heb ik daarom ook gebruikt in mijn werkplan. Windesheim Flevoland WFPED.COPWE.V413 Literatuurlijst: (2014, maart 15). Opgehaald van http://www.home.zonnet.nl/davidkooy/piaget.htm (2014, maart 14). Opgehaald van Mens en samenleving: http://mens-ensamenleving.infonu.nl/psychologie/34088-acht-levensfasenontwikkelingsfasen-van-de-mens-erikson.html Delfos, M. F. (2011). Ontwikkeling in vogelvlucht. Amersfoort: Drukkerij Wilco. Henderson, S. (2012). In Balans. Amsterdam: SWP. In het geval van de eerste twee bronnen, klopt de wijze van bronvermelding niet. Windesheim Flevoland WFPED.COPWE.V413 Bijlage 1: Praktijkopdracht opstellen werkplan: Welke werkplannen worden gebruikt? Op de loofhut hebben ze een computer systeem voor de werkplannen. Ze maken een SMART doel voor een leerling en houden steeds tussen evaluaties, om te kijken naar de verbeteringen. Elke docent kan zo terug Comment [DB24]: En hoe ziet zo’n plan er dan uit? zien wat voor werkplan er met de leerling samen is behandeld. 2 Hoe wordt er gewerkt aan gedragsveranderingen en of ontwikkelingsdoelen(methodieken)? Deleted: n De Loofhut heeft weinig individuele plannen, ze gebruiken meer groepsplannen. Ze hebben drie groepen: de basisgroep, extra groep en de ‘slimme’ groep. Deze groepen zijn voor kinderen met speciale pedagogische behoefte. Daar valt Vlinder onder. Als het erger wordt, wordt er een individueel plan opgesteld, zoals hierboven uitgelegd. 3 hebben jullie een cyclisch model? De Loofhut heeft een soort cyclisch model. Het komt volgens mij iets meer neer op een stappenplan. Maar ik vond het wel interessant om deze bij te voegen. Een ander model hebben ze niet op de Loofhut. Beschrijf hoe jij zelf de stappen van het cyclisch model hierin al dan niet kunt herkennen. Windesheim Flevoland WFPED.COPWE.V413 A.a Door middel van goed registreren van vorderingen signaleert de stamgroepleider een probleem bij een (meer leerling(en) A.b In de leerlingbespreking constateren stamgroepleider en/of IB-er dat er sprake is van een leer- of SEO probleem bij een (of meer) leerling(en) B Handelingsplan(HP): actie binnen de groep door eigen stamgroepleider, evt. met hulp van collega of IB-er. Handelingsplan wordt door de stamgroepleider opgesteld mbv. Parnassys. Ouders volgen dit via Parnassys C.b Voldoende resultaat: geen C.a Onvoldoende resultaat: HPprobleem via een eigen inlogcode in verdere stappen, vorderingen wordt ingebracht in de Parnassys volgen middels de leerlingbespreking met IB-er. Samen klassenregistratie wordt gekeken wat de verder te ondernemen stappen zijn D.a Mogelijk nieuw HP uit te voeren door stamgroepleider (of IB-er) met additioneel remediërend materiaal: terug naar stap B E.a Extern deskundige geeft advies betreffende een volgende stap (extern onderzoek of nieuw HP). Na evaluatie mogelijk terug naar stap B of E.b. Ouders worden ingelicht en moeten schriftelijk toestemming geven D.b Na overleg met IBer zien beide geen verdere mogelijkheden het kind adequaat hulp te kunnen bieden: externe hulp wordt ingeschakeld. IB-er neemt het initiatief E.b Onderwijsloket adviseert leerling aan te melden bij PCL. De PCL bepaalt welke school het beste is, evt. een SBO school of dat er gebruik gemaakt wordt van een PGB. Ouders beslissen of het advies van de PCL wordt opgevolgd. toestenmming geven Windesheim Flevoland WFPED.COPWE.V413 Bijlage 2: Beroepscompetentie 2 Plannen Omschrijving Bij: Een Pedagoog beschikt over het vermogen om cliënten en diens omgeving op basis van onderzoek te onderkennen en weet in samenspraak op basis van die onderkenning (diagnose) een werkplan te ontwerpen welke resultaatgericht en in een reële tijdsfasering is geplaatst het ontwerpen van een resultaatgericht werkplan voor een cliëntsysteem gaat het om: Generieke indicatoren 0 1 X X X X X X X X X X 2 3 4 5 6 Diagnosticeren 1. het vaststellen van de (hulpverlenings-)doelen op basis van een integrerend inzicht in levenslopen, ontwikkelingstrajecten en ontwikkelingsopgaven. 2. het samen met de cliënt formuleren van de hulpvraag in de taal van het cliëntsysteem 3. het bij het opstellen van het plan rekening houden met het probleemoplossend vermogen van de cliënt 4. het vaststellen van de (hulpverlenings-)doelen op basis van een analyse van de wisselwerking tussen individu/groep en sociale, economische, politieke en juridische omgeving op verschillende niveaus 5. het door creatief gebruik van middelen en aanboren van nieuwe bronnen ruimte maken voor individuen om eigen ideeën en initiatieven te ontplooien Windesheim Flevoland WFPED.COPWE.V413 Werkplan maken 6. het samen met het cliëntsysteem bespreken en beargumenteren van de verschillende alternatieven 7. het maken van een plan volgens een model X X 8. het vertalen van veranderdoelen naar handelingsniveau 9. het ontwikkelen en organiseren van activiteiten samen met betrokkenen en met/vanuit verschillende organisaties 10. het initiëren, ontwikkelen en aansturen van netwerken 11. het formuleren van nieuwe doelen vanuit evaluatie 12. het plannen van samenwerkingsmogelijkheden binnen netwerken en voorzieningen 13. het reduceren of benutten van omgevingsdruk vormgeven in een plan X X XX X X X X XX XX X X specifieke indicatoren op het gebied van opvang en opvoeden van kinderen (C3) 14. het toepassen van basiskennis op het gebied van ontwikkelingspsychologie (w.o. taalen motoriekontwikkeling) en pedagogiek bij het opstellen van een plan 15. het verwijzen naar specialisten of organisaties op het gebied van Windesheim Flevoland X X XX WFPED.COPWE.V413 opvoedingsondersteuning, ontwikkelingsachterstanden of afwijkend gedrag 0 1 X X X X 2 3 4 5 6 specifieke indicatoren op het gebied van pedagogische hulpverlening (C4) 16. het toepassen van basiskennis op het gebied van ontwikkelingspsychologie (w.o. taalen motoriekontwikkeling) en pedagogiek bij het opstellen van een plan 17. het in het plan kiezen en beschrijven van sociaal(ped)agogische methoden en technieken zodat: cliënt en hulpverleners de doelen, kaders en uitgangspunten van de hulpverlening kennen en daarover overeenstemming hebben. Feedbackgever: Functie: Datum: Beoordelingsschaal: Propedeutisch niveau Major niveau Afstudeerniveau 0= 1= georiënteerd op kennisniveau 3= toegepast in nietcomplexe situatie 5= zelfstandig toegepast in complexe situatie 2= geoefend 4= zelfstandig toegepast in nietcomplexe situatie. 6= creatief vernieuwend toegepast geen aandacht gehad Windesheim Flevoland WFPED.COPWE.V413 Bijlage 3: Beoordelingscriteria Comakership 2.1: Opstellen Werkplan (WFPEDP.COPWE.V413) Integrale leerlijn Naam student: Kim van Maurik Max. score Score student Studentnummer: s1056819 Werkplan Beschrijft zorgvuldig en uitvoerig in termen van concreet gedrag de situatie van de cliënt. 5 Beschrijft een inschatting van de situatie/hulpvraag bewust van de eigen inkleuring en interpretatie van de gegevens. 5 Beschrijft de situatie vanuit de positie van de betrokkenen (kind, ouder, pedagoog en instelling). 4 Beschrijft de invloed van micro-, meso- en macroniveau. 0 Maakt een inventarisatie van de ontwikkelpunten (minimaal 4) binnen het systeem. 5 Kiest, beschrijft en verantwoordt een cyclisch model aan de hand waarvan de casus wordt uitgewerkt. 6 Zorgt voor een SMART uitwerking van de doelen en het plan waarin de gewenste ontwikkeling van de cliënt naar voren komt. 5 Verantwoording van keuzes 25 14 25 16 20 16 Onderbouwt de gemaakte keuzes bij de invulling van het werkplan 3 Maakt duidelijk waar en hoe de cliënt en/of cliëntsysteem wordt betrokken bij het tot stand komen van het werkplan en het uitvoeren ervan. 4 Maakt duidelijk wat de mogelijkheden zijn voor een student (pedagoog in opleiding) binnen de context van de casus. 5 Vraagt feedback van de begeleiders of betrokkenen die betrokken zijn bij het werkplan.4 Body of Knowledge Windesheim Flevoland WFPED.COPWE.V413 Beschrijft en verklaart de (probleem)situatie van de cliënt of groep vanuit de visie van minstens 2 ontwikkelingspsychologen waarbij per stroming minimaal 4 relevante begrippen /inzichten worden gehanteerd (dikgedrukt aangeven).3 Plaatst de cliënt/doelgroep in de relevante fase(n) vanuit de ontwikkelingspsychologie en beargumenteert dit.3 Maakt gebruik van tenminste drie bronnen bij de onderbouwing vanuit de literatuur.3 Body of Skills 20 9 10 8 V/O V, maar wel heel erg mager 100 63 Beschrijft hoe de theorie en vaardigheden uit de training Communicatie Gordon zijn toegepast in het werkplan. 3 Reflecteert op het maken van deze Comakership en betrekt hierbij competentie 2: Plannen. 3 Beschrijft in zijn/haar reflectie hoe hij/zij gebruik heeft gemaakt van de deskundigheid en inzichten van praktijkbegeleider en medestudenten.2 Praktijkwerkopdracht Totaal te behalen punten Het door de student gehaalde aantal punten bepaalt het cijfer: bijv. 62 punten = 6.2 Weging: Voldoende is 55 punten en meer Belangrijk: Assessment voldoet aan de richtlijnen voor het schrijven van een verslag: Voldaan De praktijkwerkopdracht is uitgevoerd: Voldaan Assessment is geüpload op de ELO en gescand door Ephorus: Ja Wanneer aan de bovenstaande voorwaarden niet is voldaan kan het een reden zijn om het verslag niet na te kijken of het cijfer als ‘voorlopig’ te markeren tot er aan de voorwaarden is voldaan. Aanvullende feedback: Beste Kim, Je werkplan is in orde, maar wel aan de magere kant. De ontwikkelingspsychologische onderbouwing is bijvoorbeeld onder de maat. Zonde! Je praktijkwerkopdracht is daarnaast maar nét voldoende, dat moet een volgende keer beter. Let daarnaast op je spelling! Met vriendelijke groet, Deborah Buhren Windesheim Flevoland WFPED.COPWE.V413 Cijfer: 6,3 Assessor: Deborah Buhren-Brand Handtekening: Datum: 22-04-2014 Windesheim Flevoland WFPED.COPWE.V413 Windesheim Flevoland WFPED.COPWE.V413
© Copyright 2024 ExpyDoc