Nota zienswijzen

Nota Zienswijzen
Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan Ede (GVVP)
15 januari 2014
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
1
Hoofdstuk 1.
Inleiding
Het ontwerp van het gemeentelijk verkeers- en vervoerplan (GVVP) heeft van woensdag 4
december tot en met dinsdag 31 december 2013 ter inzage gelegen.
Gedurende deze periode zijn 9 zienswijzen ontvangen. De onderhavige nota geeft de
gemeentelijke reactie op de ontvangen zienswijzen weer.
De personen en instanties die een zienswijze hebben ingediend, worden genoemd:
.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Reclamant 1
Reclamant 2
Reclamant 3
Reclamant 4
Reclamant 5
Reclamant 6
Reclamant 7
Reclamant 8
Reclamant 9
Het aantal reacties is derhalve beperkt. Meerdere factoren kunnen hier een rol in spelen. Wij
vertrouwen erop dat uitgebreide participatie van organisaties bij de totstandkoming ertoe heeft
bijgedragen dat vrijwel al deze instanties geen zienswijze hebben ingediend. Daarnaast is het
vrij gebruikelijk dat op een kadernota verkeer en vervoer weinig reactie komt. Ter vergelijking:
op het GVVP van de gemeente Barneveld van 2009 waren er ook 9 inspraakreacties, op het
Gemeentelijk Mobiliteitsplan van de gemeente Wageningen (inclusief uitvoeringsagenda) waren
er 29 reacties.
In het navolgende hoofdstuk is een samenvatting gegeven van de individuele zienswijzen. Bij
iedere zienswijze is een conclusie getrokken ten aanzien van de implicatie voor het ontwerp
GVVP.
In hoofdstuk 3 is vervolgens samengevat op welke punten het GVVP dientengevolge is
gewijzigd.
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
2
Hoofdstuk 2
Beantwoording zienswijzen
Alle zienswijzen zijn hierna individueel beantwoord. Daartoe is eerst een samenvatting van de
zienswijze gemaakt, waarbij moet worden aangemerkt dat niet altijd de precieze woordkeus van
de reclamant is aangehouden. Elk punt uit deze samenvatting is vervolgens beantwoord. Soms
wordt verwezen naar een antwoord bij een andere reclamant. Om deze reden zijn de
reclamanten genummerd.
1. Reclamant 1.
Inhoud zienswijze
Het is een goed en compleet document. Het geeft een duidelijk beeld hoe de gemeente Ede
verder wil met de bereikbaarheid c.a. in Ede.
a. Reclamant mist een verhandeling over de mogelijke consequenties van de
frequentieverhoging op de Valleilijn. Omdat dit ook een speerpunt is in het Mobiliteitsfonds,
zou reclamant meer onderstreept willen zien dat de gemeente haar verantwoordelijkheid
neemt om dit met reclamant te realiseren. Dan gaat het bijvoorbeeld om het nader
benoemen van positieve zaken (bereikbaarheid voor – bedrijfsleven en scholen - Ede,
imago regio FoodValley) en om de mogelijk negatieve zaken, zoals aanpassingen bij
overwegen, visuele hinder, geluidsoverlast (bellen!) en barrièrevorming.
Tekstueel:
b. P. 28: Oplevering station Barneveld-Zuid is nu voorzien in februari 2015;
c. P. 43: Alle bussen aan zuidzijde betekent ook: meer eenduidigheid (internationale) reiziger
waar zijn/haar OV zich bevindt;
d. P. 45: Bij basismobiliteit en OV ook noemen dat niet-OV oplossingen mogelijk zijn, zoals
investeren in autodelen, investeren in fietsvoorzieningen et cetera;
e. P. 43: Opmerking over routering wel/niet langs ziekenhuis: hier s.v.p. aangeven dat dit met
provincie als opdrachtgever voor OV nader wordt bepaald.
f. P. 45: Opmerking over Station Ede-West; meer poneren als ambitie op de lange termijn,
vanwege belang Spoorzone E/W ,Veluwse Poort op korte/middellange termijn;
g. P. 47: belang van overstappunten fiets (met de noodzakelijke voorzieningen die erbij horen)
ook hier benadrukken. Komt later in nota wel terug;
h. P. 53: Overweg Kerkweg: tot 2020 laat Ede de gelijkvloerse overweg liggen, daarna
evaluatie. Wel goed om hier te vermelden dat toekomstige sluiting van de gelijkvloerse
spoorwegovergang voor autoverkeer reële optie is. Dit i.r.t. PHS, beleid ProRail en de
investeringen die door alle partijen zijn gedaan in onderdoorgangen;
i. P. 56: Betaald parkeren bij stations: kan reclamant zich iets bij voorstellen, op voorhand
geen bezwaren;
j. P. 59: Toegankelijke bushalten: toevoegen dat ook in het kader van wijzigingen en
bezuinigingen in het OV-systeem (bv geleidelijke introductie flexnet) opstaphalten nog
steeds wezenlijk onderdeel zijn van verplaatsingen en dus niet kapitaalvernietiging zijn;
k. P. 41: Het knelpunt van de kruising Dr. Willem Dreeslaan ter hoogte van het ziekenhuis
onderkent reclamant ook. Hier is ook in het kader van het MIAM al aandacht voor gevraagd.
Een nadere verkenning van de gemeente wacht reclamant dus af.
Gemeentelijke reactie
a.
De gemeente ziet meerwaarde in een frequentieverhoging van de trein op de Valleilijn,
mits de baten (zoals betere bereikbaarheid en beter product) opwegen tegen de nadelen
(zoals extra barrièrevorming en geluidoverlast) en de investeringen. Deze nuancering
wordt in het GVVP opgenomen.
b.
Jaartal 2015 is toegevoegd in paragraaf 3.2 onder het kopje ´Groei in treingebruik´ en in
paragraaf 5.4 onder kopje ´Valleilijn Ede – Amersfoort (trein)´.
c.
In paragraaf 5.4 onder het kopje ´Nieuw trein- en busstation Ede-Wageningen´ is een zin
toegevoegd dat het ook meer duidelijkheid voor de (internationale) treinreiziger geeft
waar de bus voor het natransport zich bevindt.
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
3
d.
e.
f.
g.
h.
i.
j.
k.
In paragraaf 5.4 onder het kopje ´Openbaar vervoer in het buitengebied´ is opgenomen
dat naast dat de provincie zich richt op het niveau van de basismobiliteit ook wordt geïnvesteerd in andere
vervoeroplossingen, zoals autodelen en fietsvoorzieningen.
In paragraaf 5.4 onder het kopje ´Valleilijn Ede – Wageningen (bus)´ wordt aan de visie dat het ziekenhuis
Gelderse Vallei door een andere buslijn vanuit en naar Wageningen kan worden bediend, toegevoegd dat dit
met de provincie als opdrachtgever voor het openbaar vervoer wordt onderzocht.
In paragraaf 5.4 is aan het kopje ´Station Ede-West´ tussen haakjes ´lange termijn´ toegevoegd.
In paragraaf 5.5 is onder het kopje ´Aantrekkelijker en competitiever´ toegevoegd dat het ook gaat om het
ontwikkelen van hoogwaardige overstappunten.
In paragraaf 6.1 onder het kopje ´Spoorkruisingen´ staat dat de Kerkweg spoorwegovergang in ieder geval
tot 2020 open blijft. Hieraan is toegevoegd dat deze na uitvoering van het PHS wordt
gesloten.
Dat reclamant op voorhand geen bezwaar heeft ten betaald parkeren van stations leidt
niet tot een aanpassing van het ontwerp GVVP.
Gemeente is het niet eens met reclamant. Het kan voorkomen dat bekend is dat een
bushalte op korte termijn wordt opgeheven, bijvoorbeeld ten gevolge van een nieuwe
routering. In dat geval wordt het dan nog toegankelijk maken van een bushalte wel als
kapitaalvernietiging gezien.
In paragraaf 3.2 staat onder het kopje `Lopende projecten´ een verkennend onderzoek
aanpak kruispunt Jan Th. Tooroplaan/ Dr. Willem Dreeslaan. In 2014 wil de gemeente
een onderzoek starten. De resultaten van dit onderzoek zullen met reclamant worden
gedeeld.
Conclusie
Deze zienswijze leidt tot de volgende aanpassingen van het ontwerp GVVP:
- Toevoegen tekst over standpunt gemeente met betrekking tot verhoging frequentie
Valleilijn;
- Jaartal 2015 toevoegen bij oplevering station Barneveld-Zuid;
- Toevoegen dat een nieuw trein- en busstation Ede-Wageningen ook meer
duidelijkheid geeft voor de (internationale) treinreiziger waar de bus voor het
natransport zich bevindt;
- Toevoegen dat bij het openbaar vervoer in het buitengebied ook wordt geïnvesteerd in
-
andere vervoeroplossingen, zoals autodelen en fietsvoorzieningen;
Toevoegen dat met de provincie als opdrachtgever voor het openbaar vervoer wordt onderzocht of het
ziekenhuis Gelderse Vallei door een andere buslijn vanuit en naar Wageningen kan worden bediend;
Aangeven dat het station Ede-West een lange termijn onderwerp is;
Aangeven dat de fiets aantrekkelijker en competitiever wordt als er ook hoogwaardige overstappunten
worden ontwikkeld;
Toevoegen dat de Kerkweg spoorwegovergang na uitvoering van het PHS wordt gesloten;
Toevoegen dat de gemeente de resultaten van het onderzoek aanpak kruispunt Jan
Th. Tooroplaan/ Dr. Willem Dreeslaan met de reclamant wil delen.
2. Reclamant 2.
Inhoud zienswijze
Reclamant is een vereniging met circa 5.500 leden, die zich bezig houdt met
beroepsgoederenvervoer en de logistieke dienstverlening. In de gemeente Ede zijn diverse
leden van reclamant gevestigd en zij hebben een groot belang bij het plan dat voorligt.
In algemene zin kan reclamant zich prima vinden in het GVVP. Reclamant ondersteunt de
ambities ten aanzien van het faciliteren van mobiliteit. Ook de wijze waarop reclamant en
andere organisaties de mogelijkheid hebben gekregen om inspraak te leveren bij de
totstandkoming van het GVVP, wordt op prijs gesteld.
a. Reclamant heeft zich altijd uitgesproken voor een kwaliteitsnetwerk goederenvervoer,
waarop het vrachtverkeer veilig en snel gefaciliteerd kan worden. Reclamant is groot
voorstander van het faciliteren van het vrachtverkeer op druk bereden routes, onder meer
door verkeerslichten hierop af te stemmen. In de passage over het zware verkeer (pagina
7) wordt aangegeven dat het vrachtverkeer op andere routes zal worden ontmoedigd.
Reclamant dringt erop aan om hier terughoudend mee om te gaan. Ook deze routes
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
4
moeten immers veilig en comfortabel te berijden blijven door bijvoorbeeld vrachtauto’s
waarmee huisvuil wordt opgehaald, verhuizingen mee worden verricht of supermarkten
worden bevoorraad.
b. Op pagina 50 wordt dieper ingegaan op het vrachtverkeer. Reclamant onderschrijft de
ambitie die is geformuleerd ten aanzien van dit type weggebruiker. Wel dienen
bedrijventerreinen ook voor zwaar vrachtverkeer en ecocombi’s (LZV’s) goed bereikbaar te
zijn en dus niet alleen voor lichte en middelzware vrachtauto’s.
c. In deel B op pagina 67 staat het knelpunt Zwetselaarseweg benoemd in Lunteren. Bij regen
is deze weg, onder meer door vervoerders die met vrachtauto’s melk collecteren, slecht te
berijden. Uit het GVVP blijkt niet duidelijk hoe dit knelpunt wordt opgelost. Reclamant ziet
hiervoor graag een gepaste oplossing tegemoet.
d. Reclamant denkt en werkt graag mee met:
- het nader uitwerken van het inrichten van een bewegwijzeringssysteem voor het
vrachtverkeer, dat aansluit op het provinciale kwaliteitsnetwerk goederenvervoer
(pagina 52);
- de aanpak van de problematiek van vrachtautoparkeren. Reclamant herkent de in
deze passage (pag. 56, 57) genoemde problemen. Vooruitlopend op zo’n overleg is
het goed om te melden dat de beveiliging van bedrijventerreinen middels
cameratoezicht hieraan gekoppeld kan worden en dat moet worden voorkomen dat
voor een relatief klein probleem ingrijpende maatregelen worden genomen die
ondernemers hard in de portemonnee raken;
- verkeerseducatie (pagina 64), door te bezien of in Ede het project Veilig op Weg
kan worden ingezet, een samenwerkingsverband tussen reclamant en Veilig
Verkeer Nederland (VVN). Basisschoolleerlingen krijgen met dit project inzicht in de
dode hoek van een vrachtauto en de gevaren die de dode hoek meebrengt;
- projecten die een relatie hebben met het vrachtverkeer en staan beschreven op de
pagina’s 37, 38 en 40 van deel B.
Gemeentelijke reactie
a.
Met het ontmoedigen van het gebruik van minder geschikte routes wordt bedoeld dat
grote stromen vrachtverkeer worden gestimuleerd de daarvoor geschikte routes te rijden.
Extra verboden voor vrachtverkeer zijn thans niet in beeld en sommige wegen zullen
vanwege hun functie altijd een hoeveelheid vrachtverkeer bevatten, ook al is de weg niet
echt geschikt voor (zwaar) vrachtverkeer.
b.
De gemeente onderschrijft dat bedrijventerreinen ook voor zwaar vrachtverkeer goed
bereikbaar moeten zijn. In ambitie N_701 wordt zwaar verkeer ook niet uitgesloten.
Bedoeld wordt dat de gemeente geen extra inspanningen zal verrichten om de
bereikbaarheid van dorps- en/of winkelcentra voor zwaar verkeer te verbeteren. De
gemeente heeft de hoop dat naar centra met kleiner materieel wordt gereden,
bijvoorbeeld als uitwerking van concepten van stadsdistributie.
c.
Dit punt zal met de afdeling beheer worden opgenomen. Er is bij ons enige twijfel over
het precieze wegvak. Dit wordt met reclamant geverifieerd.
d.
De gemeente neemt graag met reclamant contact op als een bepaald voor vrachtverkeer
relevant project wordt opgepakt. In Ede wordt op basisscholen het project "Je raakt zoek
in de dode hoek" samen met VVN uitgevoerd. In 2014 wordt dit geïntensiveerd. Mogelijk
is een combi te maken met het project dat reclamant noemt. De gemeente zal hiervoor
contact opnemen met reclamant.
Conclusie
Deze zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het ontwerp GVVP.
3. Rreclamant 3.
Inhoud zienswijze
a. Reclamant heeft met genoegen geconstateerd dat de in het Barneveldse GVVP
opgenomen snelfietsroute Barneveld-Lunteren-Ede ook in het concept GVVP van Ede
vermeld wordt. Reclamant is bezig een visie ‘snelfietsroute’ op te stellen welke in februari
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
5
2014 in de raad behandeld zal worden. In het kader daarvan kijkt reclamant met
belangstelling uit naar het voorgenomen onderzoek naar de route Barneveld-Lunteren-Ede
door de gemeente Ede. Zo mogelijk wordt reclamant graag betrokken bij dit onderzoek en
op de hoogte gehouden van de resultaten.
b. In de wegencategorisering (pagina 36 van deel A) staat de Renswoudsestraatweg
aangegeven als ‘erftoegangsweg, opwaarderen’. Behalve dat een gedeelte van deze weg
op Barnevelds grondgebied ligt (gedeelte tussen Scherpenzeelseweg-Postweg) wordt het
uit de legenda niet geheel duidelijk wat bedoeld wordt. Gezien de 60/80 discussie die
onlangs tijdens de aanleg van de vrijliggende fietspaden gespeeld heeft, lijkt het ons goed
dit af te stemmen.
Gemeentelijke reactie
a.
De realisatie van een fietssnelweg op de relatie Barneveld – Lunteren – Ede is voor wat
betreft Barneveld – Lunteren als lopend project van reclamant weergegeven (in paragraaf
3.2). Doortrekking naar Ede is in deel B als mogelijk project aangeduid (N_518_Pb). Het
is ook weergegeven in de mobiliteitskaart van de regio (figuur 4.1). Indien dit project
wordt opgestart, dan wordt samenwerking met reclamant gezocht om allereerst een
verkenning uit te voeren.
b.
In de wegencategorisering van 1999 is de Renswoudsestraatweg door de gemeenteraad
van Ede aangewezen als tot erftoegangsweg af te waarderen. In 2011-2012 is de
Renswoudsestraatweg voorzien van vrijliggende fietspaden. De weg kan voor de
gemeente Ede dus worden opgewaardeerd naar de oorspronkelijke functie van
gebiedsontsluitingsweg
Conclusie
Deze zienswijze leidt tot een verduidelijking van de toelichting op figuur 5.1 in deel A van het
ontwerp GVVP.
4. Reclamant 4
Inhoud zienswijze
Reclamant geeft aan dat de inspraaktermijn erg kort was. Gezien de grote pendel en relaties
tussen beide gemeenten en de goede samenwerking binnen FoodValley, had reclamant een
ruimere inspraaktermijn verwacht.
a.
b.
c.
d.
e.
f.
In de regionale paragraaf wordt vooral gefocust op de verbinding tussen Ede en
Wageningen. Gezien de sterke relatie met Veenendaal vraagt reclamant om ook de
verbinding Ede – Veenendaal te versterken en beter in beeld te brengen.
In het kaartje met het fietsroutenetwerk (figuur 5.8) is de fietssnelweg niet conform
Fietsfilevrij weergegeven (zie ook kaartje Gelders Fiets Netwerk, GFN). Reclamant vraagt
om dit aan te passen. Reclamant wil met Ede ervoor zorgen dat de route in 2016
geopend kan worden.
Ook vraagt reclamant aandacht voor een goede directe fietsverbinding van de
fietssnelweg richting het centrum van Ede. De route via de Maanderweg lijkt niet meer als
vlotte verbinding naar het centrum aan te sluiten, gezien de nieuwe fietstunnels onder de
sporen.
De fietsroute langs de N224 is als secundaire route weergegeven. De vraag is om deze
als hoofdfietsroute aan te wijzen. In het fietsroutenetwerk van de regio FoodValley is
deze route als bovenlokaal aangewezen. Ook vraagt reclamant om de Veenendaalseweg
in de Klomp als hoofdfietsroute aan te wijzen, zodat dit aansluit bij het GVVP Veenendaal
en het GFN.
Wat betreft het knooppuntensysteem geeft Ede aan hiaten te willen invullen. Reclamant
zou graag de verbindingen via het knooppuntensysteem met Ede uitbreiden. De
recreatieve route langs het spoor biedt hiervoor goede aanknopingspunten (ook
opgenomen in het GFN). In overleg met Ede en beide provincies kunnen de verbindingen
via het knooppuntensysteem worden verbeterd.
In het GVVP geeft Ede aan een extra station te willen realiseren (Ede – West) op de
spoorlijn Utrecht – Arnhem. Gezien de bediening van de omliggende wijken en
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
6
g.
bedrijventerreinen kan reclamant deze wens begrijpen. Een extra station op deze lijn is
echter niet voorzien in PHS en zou de reistijd vanaf Veenendaal – De Klomp richting het
oosten verder vergroten. Het kan wat reclamant betreft alleen een optie zijn, als het niet
ten koste gaat van de bediening en de frequentie van Veenendaal – De Klomp, gezien
het belang van dit station voor Veenendaal.
Het streven naar een hart-op-hart OV-verbinding tussen Ede en Veenendaal kan
reclamant alleen maar ondersteunen (project N_406_Oo). De verdere hoogwaardige
uitbouw van deze succesvolle lijn is van groot belang voor beide gemeenten. Wat
reclamant betreft zou een dergelijke wens een sterkere plaats in het plan kunnen krijgen,
in de regionale paragraaf en de paragraaf over openbaar vervoer. Het zou ook moeten
worden meegenomen in de netwerkvisie die in FoodValley wordt opgesteld in 2014.
Gemeentelijke reactie
a.
In het hoofdstuk Ede in de regio worden de ambities genoemd die betrekking hebben op
de bereikbaarheid van Ede, inclusief het kenniscluster dat onderdeel is van de Kennisas.
Voor wat betreft de relaties met de omliggende gemeenten is ambitie R_101 opgesteld.
Het is een arbitraire keuze om hierbij niet afzonderlijk de gemeenten Veenendaal,
Barneveld en Wageningen te benoemen. Uiteraard ondersteunt Ede de ambities in
regionaal verband. Deze zijn als concrete projecten in figuur 4.1 weergegeven (zie met
name nummer 12). De ambities in de andere hoofdstukken, zoals bij de fiets en het
openbaar vervoer, hebben in principe dezelfde status als de ambities bij het hoofdstuk
Ede in de regio. Bij deze ambities zal Veenendaal worden toegevoegd, ook omdat in de
begeleidende teksten Veenendaal wel ter sprake komt.
De reden van het weglaten van Veenendaal in de ambities voor de fiets is dat de fietssnelweg
als lopend project is betiteld (zie paragraaf 3.2) en er dus geen ambitie voor hoeft te worden
opgesteld, in tegenstelling tot de fietssnelweg tussen Ede en Wageningen waarvoor in
november 2013 nog een verkenning moest starten. Als mogelijk project zijn in deel B nieuwe
fietssnelwegen genoemd, waaronder Veenendaal-Kenniscampus Ede en een hart-op-hart
snelfietsverbinding tussen de centra van Veenendaal en Ede (N_518_Pb).
Voor de modaliteit auto geldt dat in 2014 een regionale netwerkvisie wordt opgesteld,
waarin ook de wenselijke autoverbindingen tussen onder andere Veenendaal en Ede
worden aangegeven.
b.
Figuur 5.8 wordt aangepast.
c.
De route vanuit Veenendaal naar het centrum van Ede wordt niet significant moeilijker na
realisatie van de tunnel voor langzaam verkeer ten westen van de Kerkweg. De route
wordt iets langer, maar daar staat tegenover dat het spoor conflictvrij kan worden
gekruist. In de toekomst ontstaat met de mogelijke komst van de fietstunnel tussen
Veldhuizen en de Frankeneng een korte, snelle hart-op-hart route die dan via de
Koekeltseboslaan en de Veenderweg naar het centrum van Ede leidt. Nadere uitwerking
van een hart-op-hart verbinding is als mogelijk project weergegeven in deel B
(N_518_Pb).
d.
Ons fietsnetwerk is mede gebaseerd op het fietsnetwerk van de provincie Gelderland en
de gemeente Veenendaal. Figuur 5.8 wordt daarmee volledig consistent gemaakt. Deze
figuur is bedoeld om een prioritering aan te brengen in de aandacht voor de verschillende
fietsverbindingen. Een bovenlokale route is ons inziens niet per se een hoofdfietsroute. Er
zullen de komende tijd keuzes moeten worden gemaakt. Dit neemt niet weg dat ook
secundaire routes verder worden geoptimaliseerd als zich bepaalde mogelijkheden voor
optimalisatie voordoen. We nemen de Veenendaalseweg als hoofdfietsroute in de figuur
mee.
e.
De route langs het spoor tussen station Veenendaal-De Klomp en de Kade is opgenomen
in figuur 5.8. In het kader van het mogelijke project N_903_Ub wordt onderzocht of het
wenselijk is om deze route op te nemen in het knooppuntensysteem. Als dit project wordt
opgestart, dan nemen we hierover graag contact met reclamant op.
f.
Een station Ede-West is wat ons betreft een vergezicht dat invulling geeft aan de ambitie
om grote woon- en werkgebieden optimaal te ontsluiten op het spoorwegennet. In een
eventueel onderzoek zouden verschillende opties moeten worden beoordeeld, inclusief
de verschillende consequenties voor de spoorse bereikbaarheid. Het spreekt voor zich
dat een dergelijk onderzoek in samenspraak wordt uitgevoerd met onder andere de
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
7
g.
provincie, Prorail en de regionale partners. In dit onderzoek wordt dan ook ingegaan op
de vraag of het station Ede-West juist een versterking kan zijn voor de sprinterbediening
op de andere stations zoals Veenendaal-De Klomp. Mogelijk genereert een station EdeWest voldoende extra reizigers om de frequentie naar 3 per uur per richting te brengen.
Dit wordt toegevoegd aan ambitie N_400. Voor wat betreft het niet toevoegen aan het
hoofdstuk Ede in de regio zie de argumentatie onder a. Daarnaast willen we doublures
voorkomen.
Conclusie
Deze zienswijze leidt tot de volgende aanpassingen van het ontwerp GVVP:
- De relatie Ede-Veenendaal wordt toegevoegd aan ambities N_400 en N_502;
- Figuur 5.8 wordt aangepast, inclusief opname Veenendaalseweg als hoofdfietsroute.
5. Reclamant 5.
Inhoud zienswijze
Reclamant heeft waardering voor de sfeer die het GVVP ademt in de richting van de fiets als
duurzaam vervoermiddel en als niet te onderschatten competitief alternatief voor de auto. De
decembermaand is een lastige tijd om een uitgebreid dossier als dit concept, grondig te kunnen
bestuderen. Graag had reclamant hiervoor meer tijd gehad.
a.
b.
c.
d.
e.
In hoofdstuk A.5.5 wordt gesteld dat een fietsverbinding onderdoor het spoor tussen de
wijken Veldhuizen B en Frankeneng/Rietkampen gewenst is. Deze wens is in het
verleden ook geuit, maar tot dusver is er nog niets van terecht gekomen. Als er één kans
is om meer mensen op de fiets te krijgen, dan is deze het verkorten van de rijafstand
tussen Veldhuizen B en Rietkampen. Deze verbinding verdient dan ook prioriteit in het
GVVP. In aansluiting hierop vindt reclamant het een gemiste kans dat de westelijke
noord-zuidfietsroute niet duidelijk is uitgestippeld tussen de plaats waar de route (ter
hoogte van de Marconistraat) onder de spoorlijn door zou gaan tot aan Lunteren. Indien
gemeente dit wenst, wil reclamant deze route graag nader met de gemeente bespreken
(hiervoor heeft reclamant ook een kaart bijgevoegd).
In B.5.6 wordt aangegeven dat aandacht zal worden gegeven aan belijning op fietspaden.
Reclamant stelt voor om expliciet in het GVVP te noemen dat op
tweerichtingenfietspaden altijd een middenbelijning zal worden aangebracht. Ook zou het
goed zijn te vermelden dat deze fietspaden minstens de breedte dienen te hebben zoals
aangegeven in de laatste door CROW uitgebrachte richtlijnen (dit om rekening te houden
met het te verwachten drukker verkeer op fietspaden). Verder wil reclamant wijzen op
bochten in sommige fietspaden die vaak te scherp zijn omdat men bomen heeft willen
sparen. Ook mag duidelijk worden aangegeven dat bij het aanleggen van fietsstroken
altijd zal worden gekeken of het mogelijk is af te zien van een verhoging tussen
fietsstrook en wandelpad. Dit zou kunnen worden vermeld onder “Vergevingsgezindheid”
in A.7.
In het concept GVVP mist reclamant in figuur 5.8 de knooppuntroutes. Reclamant stelt
het op prijs dat ook wordt aangegeven dat er op zal worden toegezien dat deze zonder
gevaar te berijden zijn (er zijn twee voorbeelden genoemd). In figuur 5.8 zitten ook enkele
fouten. Het betreft secundaire routes en verbindingen die in feite niet bestaan. Dit wil
reclamant in een gesprek toelichten. Verder mist reclamant in figuur 5.8 het doortrekken
van de hoofdfietsroutes langs het spoor richting Arnhem en richting station VeenendaalDe Klomp en de fietspaden langs de N224. Deze paden waren in “Voorrang voor de
Fiets” wel als hoofdroute aangemerkt.
Er ontbreekt in figuur 5.8 een duidelijke routering voor fietsers tussen de grote wijk
Rietkampen en het centrum van Ede (hiervoor heeft reclamant een kaart met een
voorbeeldroute bijgevoegd).
In figuur 5.8 ontbreekt op de hoek van de Koekeltseboslaan en de Inschoterweg een
sportaanduiding (voor het belangrijke sportpark van DTS) naast de aangegeven
bijeenkomstfunctie.
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
8
f.
g.
h.
i.
In het factsheet Bewegwijzering wordt onder “Toeristische routeverwijzing fiets” vermeld
dat er een lange-afstandsroute door Ede loopt. Dit is niet (meer?) het geval; er loopt zelfs
geen route door de gemeente Ede.
Onder A.6.3. Fietsstallen zou ook een onderzoek naar het meenemen van fietsen in de
bus genoemd kunnen worden.
In A.7.1 zou bij de Ambities kunnen worden toegevoegd dat bij het maken van nieuwe
wegaansluitingen bestaande wegstructuren zo spoedig mogelijk worden aangepast als
dat voor de verkeersveiligheid wenselijk is (L_107?). Reclamant noemt twee
voorbeelden, namelijk de aansluiting Enkalaan op de Bennekomseweg en het nieuwe
fietspad aan de zuidzijde van de scholen die aansluit op de Edeseweg. Dergelijke
“tijdelijke” gevaarlijke situaties mogen niet uit kostenoverwegingen op de lange baan
geschoven worden.
Het zou voor de duidelijkheid goed zijn dat de woorden “tweezijdig fietspad” niet meer
worden gebruikt, maar in plaats daarvan alleen de term “tweerichtingenfietspad”.
Route Ede-West – Lunteren en voorbeeldroute de Rietkampen – Ede-Centrum
Gemeentelijke reactie
a.
De fietsverbinding Rietkampen-Veldhuizen via een nieuwe tunnel is eerder als project
gedefinieerd in het GVVP van 2005. De gemeente had voor een deel al middelen
gereserveerd, maar deze zijn door de bezuinigingen destijds ingeleverd. Het is uiteraard
een dure oplossing en daarmee sterk onderhevig aan bestuurlijke prioriteitsstelling. Er is
de komende jaren mogelijk een nieuwe kans om de tunnel in de toekomst te realiseren.
In ieder geval is het project opgenomen in de provinciale meerjarenagenda (MIAM, zie
projectblad F14), maar er zijn thans noch bij de provincie noch bij de gemeente middelen
gereserveerd of beschikbaar gesteld. Het voorstel van de reclamant om de mogelijke
fietsverbinding door te trekken parallel aan de A30 naar Lunteren zou als optie voor de
fietssnelweg Barneveld-Lunteren-Ede in een nader onderzoek kunnen worden uitgewerkt.
Het ligt echter wel in de rede dat de aandacht en de middelen voorlopig uit zullen gaan
naar één hoogwaardige route in deze corridor. Bij de beoordeling van verschillende
opties zal de kosteneffectiviteit en vervoerwaarde een belangrijke rol spelen. Overigens is
een voorstel voor de route tot aan Kernhem wel in figuur 5.8 weergegeven. Deze route
komt grotendeels overeen met de route voorgesteld door de reclamant. In de huidige
situatie heeft de route al een vervolg naar Lunteren via het bestaande wegennet. Indien
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
9
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
i.
een tracéstudie naar deze route wordt opgestart, zal zeker samenwerking met de
reclamant worden nagestreefd.
Genoemde aanbevelingen zijn valide ontwerprichtlijnen, maar wij achten het GVVP niet
de plaats om ontwerprichtlijnen vast te stellen. Bij de mogelijke projecten in deel B wordt
soms wel getipt aan ontwerprichtlijnen, vooral bedoeld om een project te verduidelijken.
De aanbeveling om zo mogelijk af te zien van een hoogteverschil tussen fiets- en voetpad
en dit te vermelden bij het onderwerp vergevingsgezindheid nemen wij graag over.
De knooppuntroutes maken integraal onderdeel uit van het fietsnetwerk. In de huidige
figuur 5.8 ontbraken enkele delen van routes. Deze worden toegevoegd. In de figuur
zaten daarnaast inderdaad enkele fouten. Deze worden er uit gehaald. De wenselijkheid
van verbetering van bepaalde fietsroutes wordt bij voorkeur samen met de reclamant
opgepakt, zoals weergegeven in de projecten N_504_Co en L_101_Ub. Figuur 5.8 geeft
de routes weer waar de gemeente bij de aanpak prioriteit aan wil geven. Wij zijn ons
ervan bewust dat enkele secundaire routes thans nog niet als fietsverbinding bestaan,
maar dat er wel een fietsvraag is. Indien zich meeliftmogelijkheden voordoen, dan willen
we graag ook de secundaire routes beter faciliteren. De prioriteit ligt wat ons betreft
echter bij de fietssnelwegen en de primaire fietsroutes.
De route tussen Rietkampen en het centrum van Ede gaat via de aan te leggen tunnel
voor langzaam verkeer ten westen van de Kerkweg. In de toekomst ontstaat met de
mogelijke komst van de fietstunnel tussen Veldhuizen en de Frankeneng een tweede
route tussen de wijk de Rietkampen en het centrum van Ede. Deze route is vooral
interessant voor de inwoners van het westelijk deel van de Rietkampen. Daarnaast loopt
een onderzoek naar de aanpak van het kruispunt Jan Th. Tooroplaan/ Dr. Willem
Dreeslaan (zie lopende projecten). De door reclamant voorgestelde route is weliswaar
thans een route die gebruikt wordt, maar daar zouden wij geen prioriteit aan willen geven.
Vandaar dat figuur 5.8 deze route niet weergeeft.
Wij zullen dit punt aan de kaart toevoegen, evenals enkele andere ontbrekende punten.
De gebruikte data om de verschillende voorzieningen te duiden zijn niet geheel compleet
en de punten zijn gebaseerd op centra van zogenaamde postcode 6 gebieden. Ze geven
derhalve niet altijd de exacte locatie van een voorziening weer.
Dit zal in de factsheet worden aangepast.
Het meenemen van fietsen in de bus zou door de provincie kunnen worden opgepakt. In
het GVVP ligt de focus op aspecten waar de gemeente voor verantwoordelijk is.
Nieuwe situaties worden altijd verkeersveilig ontworpen. Als na ingebruikname blijkt dat
zich onverwacht verkeersonveilige situaties voordoen, dan worden passende
maatregelen onderzocht/genomen. Dit is altijd maatwerk. Omdat verkeersveilig
ontwerpen een uitgangspunt is, wordt hiervoor geen ambitie geformuleerd. De door
reclamant genoemde voorbeelden worden verholpen met de komst van de Parklaan.
Voor wat betreft Enkalaan op de Bennekomseweg wordt een volledig kruispunt met
verkeerslichten gerealiseerd. In 2014 wordt het definitief ontwerp gemaakt. Uitvoering
vindt daarna zo spoedig mogelijk plaats. De termijn hiervoor is afhankelijk van wettelijk te
volgen procedures (bijvoorbeeld bestemmingsplan Parklaan). Voor wat betreft de
fietsoversteek Edeseweg wordt op korte termijn een tijdelijke maatregel getroffen om
fietsers naar een verkeersveilige fietsoversteek over de Edeseweg te begeleiden.
Het woord “tweezijdig” komt inderdaad ten onrechte eenmaal voor, namelijk in deel B bij
project N_512_Ob. Dit wordt gewijzigd.
Conclusie
Deze zienswijze leidt tot de volgende aanpassingen van het ontwerp GVVP:
- Bij het onderwerp vergevingsgezindheid in hoofdstuk 7 wordt als voorbeeld toegevoegd
het zo mogelijk afzien van een hoogteverschil tussen fiets- en voetpad bij smalle
verhoogde fietspaden;
- Aanpassing van figuur 5.8, inclusief toevoegen van enkele locaties van functies;
- Aanpassen factsheet bewegwijzering;
- Woord “tweezijdig” veranderen in “tweerichtingen” in deel B.
6. Reclamant 6.
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
10
Inhoud zienswijze
a.
De Meulunterseweg is nu geheel 60 km/uur, waar de bewoners blij mee zijn. Er wordt
echter hard gereden en er zijn geen snelheidsremmende maatregelen. Aanwonenden
vrezen dat zonder continuering van snelheidshandhaving de weg (weer) een racebaan
zal worden. Zij hopen dan ook dat de weg alsnog als erftoegangsweg met
snelheidsremmers wordt ingericht.
b.
De weg is gecategoriseerd als erftoegangsweg. Wanneer de categorisering van de
Meulunterseweg alsnog ter discussie wordt gesteld, dan zal de inbreng van
aanwonenden daarbij gewenst zijn, waarvoor reclamant zich beschikbaar houdt.
c.
In deel B blz 76 is de Meulunterseweg geclassificeerd als “erftoegangsweg, aanpassen”.
Echter met rode stippen en rood is de kleur van een gebiedsontsluitingsweg.
Gemeentelijke reactie
a.
Voor 2014 staat een onderzoek gepland om te bepalen of langs bepaalde wegvakken
een fietspad kan worden gerealiseerd (zie deel B, hoofdstuk 4), ter verbetering van de
verkeersveiligheid. De afgelopen jaren is de Meulunterseweg gereconstrueerd.
Tegelijkertijd is de snelheid verlaagd naar 60 km/uur. Na consultering van
belanghebbenden en de gemeenteraad heeft het college besloten om de verblijfsfunctie
(60 km-zone) niet te ondersteunen met snelheidsremmende maatregelen, maar door
handhaving op de snelheid. De gemeente zal zich overigens blijvend hard maken voor
snelheidshandhaving op routes met doorgaand verkeer.
b.
Als mogelijk project is een onderzoek gedefinieerd naar de gewenste
wegencategorisering in het buitengebied aan de noordkant van de gemeente Ede, nadat
de rondweg bij Barneveld is gerealiseerd (zie N_105_Ob). De gemeente onderkent ook
de wenselijkheid van de inbreng van aanwonenden en zal met aanwonenden en
belangenorganisaties in contact treden wanneer sprake is van een concreet project (zie
N_101_Co).
c.
Met “erftoegangsweg, aanpassen” wordt bedoeld dat in eerste instantie wordt onderzocht
of het wenselijk en haalbaar is de inrichting beter af te stemmen op de geldende
categorisering. Niet uitgesloten wordt dat het ook kan leiden tot een wijziging van de
wegencategorie. Overigens is de kleurstelling correct op de kaart: lichtblauw-grijs.
Conclusie
Deze zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het ontwerp GVVP.
7. Reclamant 7.
Inhoud zienswijze
a.
Onder nummer 25 van het Knelpuntenoverzicht wordt gesteld dat de verbindingsweg
Wekerom-Lunteren (Hoge Valkseweg/ Meulunterseweg) wordt aangemerkt als
gebiedsontsluitingsweg, maar hier niet aan voldoet. Uw gesprekspartner Plaatselijk
Belang behartigt in dit opzicht niet mijn belang.
b.
De betreffende route leent zich in geen enkel opzicht om te worden ingericht als
gebiedsontsluitingsweg. Bovendien wordt de vermeende verkeersveiligheid hierdoor niet
bevorderd. Voor het toenemend vrachtverkeer van en naar Wekerom, zijn andere routes
beschikbaar, zeker na realisering van een rondweg bij Barneveld
Gemeentelijke reactie
a.
Bij de totstandkoming van het GVVP zijn vooral organisaties in plaats van individuele
burgers betrokken. Met de organisaties zijn op een bijeenkomst in april 2013 knelpunten
geïnventariseerd. De knelpunten die zijn genoemd in de tabellen is de directe input van
de aanwezigen. Zoals in de begeleidende tekst aangegeven (paragraaf 6.3 van deel B)
heeft pas na inventarisatie van de knelpunten een eerste verkeerskundige beoordeling
door de gemeente plaats gevonden. Thans is de Meulunterseweg gecategoriseerd als
erftoegangsweg (zie figuur 5.1 van deel A).
b.
Als mogelijk project is in deel B een onderzoek weergegeven naar de gewenste
wegencategorisering in het buitengebied, na realisatie van de rondweg bij Barneveld. Zie
ook de gemeentelijke reacties bij reclamant 6.
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
11
Conclusie
Deze zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het ontwerp GVVP.
8. Reclamant 8.
Inhoud zienswijze
a.
In de factsheet staat dat door sociale onveiligheid mensen een fietstunnel mijden en dat
zo het positieve effect op verkeersveiligheid deels weer teniet wordt gedaan. Reclamant
herkent zich hierin. De fietstunnel ten westen van de Kerkweg en andere fietstunnels zijn
geen oplossing voor onveilige situaties. Zeker niet als je, om van Ede-Zuid richting EdeCentrum te komen, geen keus meer hebt om nog bij een gewone spoorwegovergang
over te steken, maar alleen nog maar door een tunnel kan gaan.
b.
Het is gevaarlijk en onnodig dat het fietspad ten zuiden van de Jan Th. Tooroplaan een
tweerichtingenfletspad is geworden, om de volgende redenen:
- Er zit een onoverzichtelijke bocht in het fietspad, ter hoogte van de Rembrandtlaan;
- Aan de noordkant van de Jan Th. Tooroplaan is er ook een fietspad en er zijn
genoeg oversteekmogelijkheden;
- Het was al druk en het is nu nog drukker geworden;
- Het fietspad is niet verbreed en over het grootste deel ontbreekt markering.
Gemeentelijke reactie
a.
De gemeente onderkent dat een fietstunnel sociaal onveiliger is dan een gelijkvloerse
kruising op maaiveldniveau. Een goede uitvoering met doorzicht en daglichttoetreding
kan dit gevoel van sociale onveiligheid zoveel mogelijk minimaliseren. Fietstunnels
worden aangelegd als een winst kan worden gehaald in de verkeersveiligheid en/of de
doorstroming van fietsverkeer en gemotoriseerd verkeer. Bij fietstunnels onder het spoor
door wordt de kans op verkeersongevallen verkleind, zeker met het oog op de toename
van het aantal treinen, uiterlijk in 2028. Bij de fietstunnel ten westen van de Kerkweg zal
dit effect door het voorlopig openhouden van de gelijkvloerse overgang Kerkweg deels
teniet kunnen worden gedaan, zoals de factsheet aangeeft. De verwachting is echter dat
al direct na realisatie een duidelijke verkleining van de ongevalskans zal optreden. Voor
diverse mensen zal het gevoel van veiligheid (sociaal en verkeersveiligheid) afnemen,
maar hier prevaleert de verkleining van de ongevalskans en het slechten van de
spoorbarrière.
b.
Het fietspad was gedeeltelijk al een tweerichtingen fietspad, maar was door het
ontbreken van markering en bebording onduidelijk. Binnen de fietsstructuur is een
tweerichtingen fietspad hier wenselijk. Dit voorkomt het onnodig vaak oversteken van de
Dr. Willem Dreeslaan en de Jan Th. Tooroplaan, hetgeen ook gunstig is voor de
verkeersveiligheid. De uitvoering is nog niet gereed. In 2014 worden de bochten verruimd
en wordt markering aangebracht. Het betreft hier dus nog een project in uitvoering.
Conclusie
Deze zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het ontwerp GVVP.
9. Reclamant 9.
Inhoud zienswijze
a. Graag twee knelpunten toevoegen:
- Edeseweg ochtendspits vanuit Bennekom naar Ede;
- Dr. Willem Dreeslaan vanaf Van Balverenweg richting Wageningen, vooral
ochtendspits. Dit knelpunt leidt tot sluipverkeer in het Binnenveld.
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
12
Gemeentelijke reactie
a.
Eerstgenoemd knelpunt ten aanzien van de doorstroming is genoemd in deel A in
hoofdstuk 3 als incidenteel knelpunt. Het is enigszins arbitrair of dit knelpunt als
incidenteel of permanent moet worden aangemerkt. Op de dagen van de reistijdmetingen
was er in ieder geval niet duidelijk sprake van een slechte doorstroming. De implicaties
voor het GVVP en het verkeersbeleid van een onjuiste classificatie van een knelpunt zijn
overigens beperkt. Bij dit knelpunt speelt specifiek dat de Parklaan moet gaan zorgen
voor een vlotte doorstroming, ook vanuit Bennekom naar Ede. Het tweede knelpunt dat
reclamant noemt speelt zich doorgaans vooral op het grondgebied van Wageningen af.
De terugstuwing tot voorbij Bennekom komt hooguit incidenteel voor.
Conclusie
Deze zienswijze leidt niet tot een aanpassing van het ontwerp GVVP.
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
13
Hoofdstuk 3.
Wijzigingen in het GVVP op basis van de inspraak
Hierna volgt een samenvatting van de wijzigingen die in het ontwerp GVVP worden
doorgevoerd naar aanleiding van de zienswijzen die zijn ingediend.
Deel A:
- Toevoegen dat de gemeente de resultaten van het onderzoek aanpak kruispunt Jan Th.
Tooroplaan/ Dr. Willem Dreeslaan wil delen.
- Verduidelijking van de toelichting op figuur 5.1;
- Toevoegen tekst over standpunt gemeente met betrekking tot verhoging frequentie
Valleilijn;
- Jaartal 2015 toevoegen bij oplevering station Barneveld-Zuid;
- Toevoegen dat een nieuw trein- en busstation Ede-Wageningen ook meer duidelijkheid
geeft voor de (internationale) treinreiziger waar de bus voor het natransport zich
bevindt;
- Toevoegen dat bij het openbaar vervoer in het buitengebied ook wordt geïnvesteerd in andere
-
vervoeroplossingen, zoals autodelen en fietsvoorzieningen;
Toevoegen dat met de provincie als opdrachtgever voor het openbaar vervoer wordt onderzocht of het
ziekenhuis Gelderse Vallei door een andere buslijn vanuit en naar Wageningen kan worden bediend;
Aangeven dat het station Ede-West een lange termijn onderwerp is;
Aangeven dat de fiets aantrekkelijker en competitiever wordt als er ook hoogwaardige overstappunten
worden ontwikkeld;
Aanpassing van figuur 5.8, inclusief toevoegen van enkele locaties van functies en
opname Veenendaalseweg als hoofdfietsroute;
Toevoegen relatie Ede – Veenendaal aan ambities N_400 en N_502;
Toevoegen dat de Kerkweg spoorwegovergang na uitvoering van het PHS wordt
gesloten;
Bij het onderwerp vergevingsgezindheid in hoofdstuk 7 wordt als voorbeeld toegevoegd
het zo mogelijk afzien van een hoogteverschil tussen fiets- en voetpad bij smalle
verhoogde fietspaden.
Deel B:
- Het woord “tweezijdig” veranderen in “tweerichtingen;
- De relatie Ede – Veenendaal wordt toegevoegd aan ambities N_400 en N_502.
Factsheets:
- Aanpassen factsheet bewegwijzering.
Nota Zienswijzen Gemeentelijk verkeers- en vervoerplan
14