Motie van het lid Dik-Faber over realisatie van station Schiedam

Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2014–2015
34 000 A
Vaststelling van de begrotingsstaat van het
Infrastructuurfonds voor het jaar 2015
Nr. 37
MOTIE VAN HET LID DIK-FABER
Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 24 november 2014
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat station Schiedam Kethel wordt uitgesteld tot na 2028,
terwijl de eerste huizen al in 1990 zijn gebouwd met de belofte dat er een
station zou komen;
overwegende dat dit station meer reizigers zal trekken dan een aantal
andere stations op het hoofdrailnet in de Randstad;
overwegende dat de toekomstige stationslocatie reeds jaren voorzien is
van een tramviaduct, maar de regio de tram pas zal laten rijden als ook
het station open gaat;
verzoekt de regering, realisatie van station Schiedam Kethel op te nemen
in de verdere uitwerking van PHS en het station uiterlijk in 2020 te
openen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dik-Faber
kst-34000-A-37
ISSN 0921 - 7371
’s-Gravenhage 2014
Tweede Kamer, vergaderjaar 2014–2015, 34 000 A, nr. 37