Praktijkblad 903 Universele Gevelverf 903 Universal-Fassadenfarbe 903 goed vullend, mat, weerbestendig, voor buiten Eigenschappen Materiaalomschrijving Weerbestendige, goed vullende, spanningsarme dispersiegevelverf. Wit, mat, reukarm, onverzeepbaar en bestand tegen industriële gassen. Daarnaast dampdoorlatend en gemakkelijk te verwerken. Standaardkleur: 0095 wit Via het Brillux Farbsysteem zijn lichte kleuren te mengen. Verdere kleuren op aanvraag. Glansgraad: mat Werkzame stof: AcrylatCopolymer Dichtheid: ca. 1,52 g/cm³ Waterdampdoorlatendheid: Sd (H2O) < 0,14 m, voldoet aan Klasse I „hoog waterdampdoorlatend“ naar DIN EN ISO 7783 Wateropname coëfficient: w-waarde < 0,1 kg/(m²×h0,5), voldoet aan Klasse III „weinig waterdoorlatend“ naar DIN EN 1062-3. Verpakking: 0095 wit: 1 l, 2,5 l, 5 l, 10 l, 15 l Farbsysteem: 10 l, 15 l Toepassing Voor een weerbestendige, goed vullende gevelafwerking op draagkrachtige minerale ondergrond, bijv. normaal pleister (MG PII, PIII, afhankelijk van de drukvastheid), sierbeton en organisch gebonden sierpleisters, intacte dispersieverfafwerklagen. Op oppervlakken met een langdurige vochtbelasting bestaat het risico op algen en schimmels. Op deze vlakken bevelen wij aan Evocryl 200 of Siliconen Gevelverf 918 in „Protect-kwaliteit" te gebruiken. Verdraagzaamheid Alleen vermengen met gelijksoortig en in dit praktijkblad genoemd materiaal. Aanbrengen Universele Gevelverf 903 kan met de kwast, roller en airless verwerkt worden. Uitstekende resultaten met hoog rendement kunnen ook worden verkregen met nevelarm airless spuiten. Zie voor verdere informatie hierover informatieblad 2ns2. Verbruik Ca. 150–180 ml/m² per laag op gladde ondergronden. Bij ruwe oppervlakken is het verbruik evenredig hoger. Exact verbruik te verkrijgen door proefvlak op het object. Verwerking Verwerkingstemperatuur Niet onder +5 °C lucht- en objecttemperatuur verwerken. Verdunning Indien gewenst in geringe mate met water. Reiniging gereedschap Na gebruik direct met water. Aankleuren Met Basis- en Mengkleuren 951. Issue: 21.07.2014 Bladzijde 1 van 4 Praktijkblad 903 Droging (+20 °C, 65 % r.l.) Opslag Overschilderbaar na ca. 12 uur. Bij lagere temperatuur en/of hogere luchtvochtigheid een langere droogtijd in acht nemen. Koel en vorstvrij. Aangebroken verpakking goed afsluiten. Declaratie Gevarenklasse WGK 1, naar VwVwS. Produkt-Code M-DF02. De actuele gegevens in het veiligheidsblad in acht nemen. Opmerking Spuitnevel niet inademen. Airless-Spuitgegevens Spuitkop Duim mm 0,021–0,027 0,53–0,69 Spuithoek Druk (bar) Verdunning 40°–80° ca. 150 5–10 % Airless Spuitgegevens voor nevelarme gevelafwerkingen met bijv. de Wagner SuperFinish 31 Spuitkop Druk (bar) duim mm 0,027 0,69 Spuithoek 40° Stuwdruk Verdunning Spuitdruk ca. 150–200 ca. 100–130 met verwarmingsslang zonder verwarmingsslang onverdund, evt. tot 5 % 5% Verdere informatie en informatie over het bestellen van toebehoren vindt u in het informatieblad "Nevelarm airless spuiten 2ns2". Laagopbouw Ondergrondvoorbehandeling De ondergrond moet vlak vast, droog, schoon en draagkrachtig zijn en vrij zijn van uitbloeiingen, sinterlagen, bekistingsolie en lossingsmiddelen, corrosiebevorderende bestanddelen en andere tussenlagen die de hechting tegengaan. Losse, fijnkorrelige, meelachtige lagen op betonoppervlakken mechanisch of door schoonspuiten met water verwijderen. Bij vochtbelasting is een voldoende waterafvoer noodzakelijk. Horizontale oppervlakken constructief beschermen. Aanwezige afwerklagen op eigenschappen, draagkracht en hechting testen. Niet intacte en ongeschikte tussenlagen geheel verwijderen en volgens voorschrift afvoeren. Gladde en dichte ondergrond schuren en schoonmaken. Door algen en schimmels verontreinigde oppervlakken reinigen en met Universele Desinfectiemiddel 542 * nabehandelen. (* Biozide veilig toepassen. Voor gebruik de aanwijzingen en produktinformatie lezen.) Reparatie-plekken vakkundig fluateren. De ondergrond naar behoefte gronden en/of van een tussenlaag voorzien. Zie ook VOB deel C, DIN 18363, paragraaf 3. Bladzijde 2 van 4 Praktijkblad 903 Ondergrond Grondlaag normaal zuigende ondergrond bijv. pleisterwerk buiten (MG PII, PIII), intacte organische afwerklagen naar behoefte met Gronderingsconcentraat ELF 938, 1:4 verdund of Lacryl Voorstrijkmiddel ELF 595 sterk zuigende ondergrond bijv. pleisterwerk buiten (MG PII, PIII), beton, siermetselwerk naar behoefte met Lacryl Voorstrijkmiddel ELF 595 of Voorstrijkmiddel 545 niet zuigende ondergrond naar behoefte met Hechtgrond LF 3720 of 2K-Epoxy-Hechtgrond 855 1) Tussenlaag Eindafwerking Universele Gevelverf 903 of, wanneer een vullende en egaliserende eigenschap verlangd wordt, Gevel-Vulmiddel 444 Universele Gevelverf 903 Voor de afwerking van onbehandelde, asbestvrije vezelcementplaten adviseren wij Evocryl 200 of Silicon-Gevelverf 918 te gebruiken. Voor de afwerking van asbestcement-gevelbekledingen de verdere gegevens in het praktijkblad „Afwerkingssystemen voor asbestcement-gevelbekledingen 2asb“ in acht nemen. Opmerking Samenhangende oppervlakken Voor samenhangende oppervlakken uitsluitend materiaal met hetzelfde productienummer gebruiken of de benodigde materiaalhoeveelheid mengen. Reparaties Reparaties binnen een oppervlak blijven afhankelijk van de objectsituatie altijd in mindere of meerdere mate zichtbaar. Dit is onvermijdelijk (zie BFSinformatieblad nr. 25, 4.2.2.1, punt e). Kalkuitbloeiingen op beton Op betongeveloppervlakken bestaat het risico dat er kalkuitbloeiingen ontstaan. Door het aanbrengen van een gesloten afwerklaag wordt het binnendringen van water van buiten af voorkomen, waardoor dit risico wordt geminimaliseerd. Om een gesloten afwerklaag te verkrijgen, moeten aanwezige poriën, blazen en grindnesten vooraf worden opgevuld, bijv. door plamuren met BetonPoriënplamuur 782. Bij aanwezigheid van scheuren moeten scheuroverbruggende afwerksystemen met bijv. Betonfinish 839 of Betonelast OS 862 worden gebruikt. Nieuwe minerale ondergronden Nieuwe minerale ondergronden, in het bijzonder pleisteroppervlakken (MG PII, PIII), pas na voldoende hechting en droging na minimaal 14 dagen of beter 4 weken, afwerken. Afhankelijk van het klimaat en het seizoen, kan het droogproces nog meer tijd in beslag nemen. Beschermende werking van colloïden bij vroege belasting door vocht Bij een vroegtijdige vochtbelasting na de applicatie (dauwwater of regen) kunnen wateroplosbare beschermende colloïde geconcentreerd uit de filmlaag opgelost worden en zich als glanzende uitlopers op de afwerklaag vertonen. Wanneer er dergelijke loopplekken ontstaan, mag het oppervlak niet direct verder worden afgewerkt. De wateroplosbare hulpstoffen worden door verdere vochtbelasting (regen) vanzelf weer weggespoeld. Wanneer het oppervlak toch direct moet worden afgewerkt, moeten de loopplekken vooraf grondig met water worden afgewassen. Om dit te vermijden mag de afwerking alleen worden uitgevoerd bij geschikte weersomstandigheden. Bladzijde 3 van 4 Praktijkblad 903 Overige informatie De overige gegevens in de praktijkbladen van de toegepaste produkten in acht nemen. Aanwijzingen Dit praktijkblad werd met in acht neming van de Duitse wetgeving, normen, voorschriften en richtlijnen opgesteld. Alle gegevens werden op basis van de actuele Duitse versie vertaald. De inhoud leidt niet tot aansprakelijkheid. De klant/gebruiker wordt niet daarvan ontbonden, onze produkten op hun geschiktheid voor het gestelde doel te testen. Overigens gelden onze algemene handelsvoorwaarden. Bij het verschijnen van een nieuwe uitgave van dit praktijkblad verliezen de voorgaande gegevens hun geldigheid. Brillux Benelux b.v. Schuttevaerweg 15 3044 BA Rotterdam Nederland Tel. +31 (0) 10 - 2923489 Fax +31 (0) 10 - 2923470 www.brillux.nl [email protected] Bladzijde 4 van 4
© Copyright 2024 ExpyDoc