Beste vrienden voor altijd

KJV 2014-2015 (GROEP 3)
Beste vrienden voor altijd / Michael De Cock en Judith Vanistendael (ill.)
(door Sally Devoldere)
Auteursinfo
Michael De Cock (1972) studeerde Romaanse taal- en letterkunde en
volgde een acteursopleiding aan het conservatorium in Brussel. Hij is acteur,
regisseur, schrijver, vertaler en tekstbewerker. Hij is sinds 2006 directeur
van het theaterhuis ’t Arsenaal in Mechelen.
De Cock heeft een aantal theaterteksten geschreven en boeken voor
volwassenen. Zijn eerste kinderboek, Floor, Oto en Titus: als dat zou
kunnen, verscheen in 2004. Sinds 2010 nemen zijn kinderboeken een hoge
vlucht: hij schrijft over Rosie en Moussa (twee kinderen die in hetzelfde
flatgebouw wonen), maakt prentenboeken (Hoe oma almaar kleiner werd),
blaast nieuw leven in Griekse mythen en schrijft de adolescentenroman
Hannibal, over de gelijknamige Carthaagse veldheer.
Michael De Cock bouwt zijn verhalen zorgvuldig op en zet met weinig woorden sterke karakters neer.
De reeks over Rosie en Moussa valt op door de subtiele humor waarmee hij herkenbare personages in
een hedendaagse wereld tekent.
Judith Vanistendael (1974) groeide op in Brussel en is al van jongs af aan gebeten door kunst. Ze
studeerde aan de Hochschule der Kunste in Berlijn, haalde haar licentie kunstwetenschappen aan de
UGent en deed een postgraduaat in Sevilla. Terug in volgde ze de opleiding Beeldverhaal aan SintLukas te Brussel, om stripverhalen te leren tekenen. Haar eerste stripalbum verscheen in 2007. Ze
illustreert onder meer voor Atlas, Querido, Malmberg en Lannoo en publiceert enkele kortverhalen in
tijdschriften. Haar strips werden twee jaar na elkaar genomineerd voor de prestigieuze Grand Prix
Angoulême en in 2012 won ze de Jenny Smelik-IBBY prijs voor Rosie en Moussa van Michael De
Cock. Haar werk is meerdere keren vertaald en uitgegeven in het buitenland.
 http://jeugdliteratuur.org
Kort samengevat
Drie boeken lang al wonen Rosie en Moussa in hun appartementsblok. En nu komt ook Moussa’s oom
Ibrahim erbij! Moussa is in zijn nopjes: het is niet alleen erg gezellig met oom Ibrahim in huis, maar
ook spannend. Oom Ibrahim krijgt echter een brief die hem “beveelt het grondgebied te verlaten”.
Moussa verzint een oplossing om oom Ibrahim in het land te houden: hij moet gewoon trouwen met
Rosie’s mama!
Aan de slag
Eerste indruk
Stel volgende vragen aan de lezers:
- Spreekt de cover je aan? Werd je nieuwsgierig naar het verhaal?
- Is dit een boek dat je aandacht zou trekken in de boekhandel of bibliotheek?
- Wat was je eerste indruk van dit boek, vóór je het verhaal las?
- Wat vinden jullie van de titel?
Vragen over het verhaal:
- Kon het verhaal jullie boeien?
- Wilde je verder lezen? Waarom? Wilde je weten hoe het verhaal verder ging en hoe het
zou eindigen?
- Is het een vrolijk boek? Moet je erbij lachen of huilen? Of beide? Kan je voorbeelden geven?
Personages
Kopieer de personages uit het boek en schrijf er de namen bij:
Rosa | Moussa | mama van Moussa | papa van Moussa |zus Kauthar | broer Ilias | mama van Rosie |
papa van Rosie | oom Ibrahim | mevrouw Hemelrijk | meneer Tak
Vragen over de personages:
- Welk personage vinden jullie het leukst en waarom?
- Zijn er te veel of te weinig personages in het verhaal? Waarom?
- Welke invloed hebben de personages op elkaar?
- Zijn alle personages even belangrijk?
- Zou je een personage kunnen weglaten? Waarom wel/niet?
- Zou je jezelf met een personage kunnen identificeren? Kan je ook vertellen waarom?
- Zoek naar citaten of gebeurtenissen in het boek die het karakter of de gevoelens van de personages
typeren. Bespreek ze met de kinderen. Ontdek zo samen met hen de personages uit dit verhaal en wat
de kinderen van hen vinden.
Illustraties
- Vinden jullie dat er te veel / te weinig / genoeg illustraties in het boek zijn?
- De illustraties zijn niet in kleur, vinden jullie dit jammer of juist niet?
Einde
- Welke gevoelens maakte het einde bij jullie los?
- Laat de kinderen zelf een einde van dit verhaal fantaseren.
Activiteit
Pagina 28: Het ruikt nergens op deze wereld zo lekker als in de keuken van Moussa’s moeder. Soms
ruikt het er zoet als honing. Soms ruikt het er naar het zout van de zee. Of naar kruiden waar Rosie
niet eens de naam kent, maar die kriebelen en prikkelen in haar neus. In de keuken van Jemma kan
Rosie de wereld ruiken.
Zet op een tafel schoteltjes met daarop allerlei etenswaren met uitgesproken smaken (zoals suiker,
zout, ketjap, honing, kleine stukjes fruit, ketchup, jam, olijven, kleine stukjes citroen, pindakaas, en
dergelijke). Zorg voor voldoende theelepeltjes of kleine vorkjes en een blinddoek. Zet ook een kan
water en een paar bekers klaar.
Praat eerst met de kinderen over wat zij het lekkerste vinden om te eten en te drinken. Van welke
smaak houden de kinderen het meest? Vertel dat iets zoet, zout, zuur of bitter kan zijn. Welke smaak
zul je proeven als je een suikerklontje in je mond doet? De kinderen mogen een blinddoek om als ze
proeven. Nu is het tijd om te gaan proeven!
Doe een kind de blinddoek om en laat het kind van de verschillende smaken proeven en ruiken.
Andere leestips
Rosie en Moussa / Michael De Cock en Judith Vanistendael (ill.) (Querido, 2010)
De brief van papa: Rosie en Moussa / Michael De Cock en Judith Vanistendael (ill.) (Querido, 2012)
Het geheim van Rosie en Moussa / Michael De Cock en Judith Vanistendael (ill.) (Querido, 2014)
Juryleden kunnen online op de KJV-boeken reageren. Ga naar www.kjv.be, klik op ‘Welke boeken
moet ik lezen’ en dan op de groep en het boek in kwestie.