Uit gouden korenaren schiep God de Mechelaren, uit het restant de rest van 't land E-maandblad nr 16 — maart 2014 — derde jaargang kris deckers’ mijmeringen Alaaf in Mechelen durende vasten beginnen. Het is een van de vele feesten die de Kerk van de heidenen heeft overgenomen en gerecupereerd: het midwinterfeest. Zowat overal ter wereld viert men carnaval, dus ook in Mechelen, maar hier wat minder uitbundig dan in andere streken. Mon, de Mechelse prins voor 2014. De carnaal spirit is in echelen nooit groot geweest. Meestal begint Carnaval op 11 november om 11 uur 11. Dan komt de Raad van 11 bijeen om een prins te kiezen. Die krijgt dan later de stadssleutels. C arnaval, afgeleid van het Latijnse “carne vale” of “afscheid van het vlees”, is van oorsprong een feest– en vreetpartij die drie dagen duurde. Zo kon men met volle buik aan de 40 dagen De carnavalsstoet is voor velen het hoogtepunt. Daarna wordt een carnavalspop verbrand. De oudste carnavalsstoet zou in 1865 in Maaseik Filips de Goede, de potente hertog. en de graafschappen Vlaanderen en Artesië. Daar kwamen tijdens zijn bewind nog de hertogdommen Brabant, Limburg en Luxemburg bij, en ook de graafschappen Holland, Zeeland en Henegouwen. T oen in 1419 Jan zonder Vrees door de Franse koning werd vermoord, verloor Filips de Goede zijn vader, maar kwam in het bezit van het hertogdom Bourgondië die vanuit Parijs hun rijk probeerden uit te breiden. De Franse Charles VII had in 1419 zijn vader laten vermoorden. Dat was echter een koekje van eigen deeg, want Jan zonder Vrees had 12 jaar voordien Louis I Dat allegaartje smeedde hij om laten vermoorden. tot een eengemaakt Bourgondisch Rijk. Hij richtte een cen- Hij huwde driemaal. Slechts trale rechtspraak in (de Grote uit het derde huwelijk kreeg Raad), en stichtte de Staten- hij een zoon die de kindertijd Generaal, een overlegorgaan overleefde: Karel de Stoute. voor al zijn deelgebieden. Hij Waarom hij seniel werd, stelde de orde van het Gulden zullen wij nooit weten. Feit is Vlies in bij zijn derde huwelijk. dat we minstens dertig maîtresses kunnen traceren en Zijn zoon, Karel de Stoute, 18 erkende bastaardkinvestigde die Grote Raad in deren. Daaronder David van Mechelen in wat nu het ScheBourgondië, die bisschop penhuis genoemd wordt. van Utrecht werd. Filips was Filips de Goede was niet de dus zeker niet impotent. Hij beste maatjes met de Fransen, stierf in Brugge in 1467. uitgegaan zijn, en dat op halfvasten. Men vindt voor Mechelen sporen van carnavalsvieringen die teruggaan tot 1835. De Mechelse prins voor dit jaar is Raymond De Hertogh. Hij is de vijftigste. Hij doet het voor de tweede maal, en dit uit plichtsbesef omdat er geen andere kandidaten waren. De carnavalsstoet in Mechelen gaat uit op zondag 23 maart om 15 uur 11. Ik vond op YouTube een filmpje dat die stoet van 2012 weergeeft. Om het te bekijken klik je op de foto onder de titel. Alaaf! Nadenkertje Een fanaticus is meestal een weifelaar die een besluit genomen heeft. (Godfried Bomans) In dit nummer: De Berthouts (2) 2 Margareta van York 3 Toren (gedicht) 3 Financiering van de Toren 3 Het Hof van Kamerijk 4 mijmeringen wordt je gratis aangeboden onder volgende voorwaarden: Dat je het niet zelf verspreidt, maar derden aanmoedigt een gratis abonnement aan te vragen; Dat je minstens éénmaal per jaar per mail feedback geeft op [email protected] Dat je de bron vermeldt als je iets overneemt. Pagina 2 mijmeringen JAARGANG 3, NUMMER 16 De Berthouts en Mechelen: de perfecte symbiose (2) Dertiende eeuw Mechelen: een heerlijkheid, volledig omringd door Brabant, en eigendom van Luik. De bisschop van Luik woonde ver weg, de Brabantse hertogen hadden het in de 12de eeuw te druk om zich met het kleine Mechelen bezig te houden. . Zo kon Mechelen, in handen van Hertog Hendrik I van Brabant gebruikte de Berthouts in zijn tactiek om Mechelen van Luik los te weken. In 1212 valt de hertog van Brabant, bijgestaan door de Berthouts, de bisschop van Luik aan, waarbij die stad grondig geplunderd werd. Het jaar nadien volgde een veldslag nabij Montenaken (slag van Steps), die door de Brabanders werd verloren. Dat resulteerde in 1213 in een overeenkomst tussen Hugo Pierrepont, bisschop van Luik, en Wouter III Berthout, waarin deze laatste aan de bisschop alle recht en heerschap van de stad Mechelen en al haar aanhorigheden toekende. Bovendien belooft hij de bisschop jaarlijks een som van dertig marken Luikse munt te betalen. Wouter III vertrok nadien naar het Heilig Land. Hij overleed te Damiate (Egypte) volgens sommige bronnen in 1220, volgens andere in 1226. Hendrik I, hertog van Brabant, viel met de Berthouts de bisschop van Luik aan, plunderde de stad, en moest daarna een verlies incasseren.. de Berthouts, boven haar stand leven. Het ging de Mechelaars in het begin van de 13de eeuw goed, en dat begon de ogen uit te steken van die van Leuven, die zich zowel in Neder-Lotharingen als in Brabant goed genesteld hadden. Wouter III wordt in 1200 door het kapittel van St.-Rombouts tot Advocaat of Beschermheer van de goederen en gerechtigheden van het kapittel aangesteld. Vanaf dan kan een Berthout zich voogd van het kapittel noemen. Trouwens die overeenkomst met de Luikse bisschop leidde naar meer twisten, zodat in 1233 een nieuwe gemaakt werd om te bepalen wat nu eigenlijk aan de Berthouts, en wat aan de Luikse bisschop toebehoorde. Wouter IV, vinden we terug in een akte van 1226, waarin hij een schenking doet aan het huis van Pitzemburg, dat nog door zijn vader was gesticht. Prinselijk huwelijk In 1238 sluit Wouter IV een akkoord met Hendrik II, hertog van Brabant. De hertog gaf zijn nicht prinses Maria ten huwelijk aan Wouters oudste zoon, Wouter V, met een jaarlijkse gift van 1000 ponden Vlaams, met daarbovenop 500 pond vanwege vader Wouter. Wouter V noemde zich in 1251 Dominus de Mechlinia of Heer van Mechelen. Hij was slechts voogd van het kapittel van Sint Rombouts, maar op dat detail werd niet gelet. De wapenschilden van prinses Maria van Auvergne en van Wouter V Berthout De Groote. Zij huwden in 1238. Zoals gezegd trouwde Wouter V Berthout met de nicht van de hertog van Brabant, prinses Maria van Auvergne. Zij stierf in 1243, en had 4 kinderen: Wouter VI, de erfopvolger; Floris, heer van Berlaar; Hendrik, heer van Duffel; en Mathildis. Mechels begijnhof Zijn tweede vrouw, Maria van Lummen, ligt aan de oorsprong van het Mechels begijnhof, dat aan de rand van de stad, buiten de wallen, gebouwd werd rond 1259. Haar graf werd samen met de begijnhofkerk door de Geuzen vernietigd in 1578 . Ik vond notities terug van haar Latijns grafschrift, waarvan de vertaling luidt: “In het midden van dit koor liggen begraven de edele en zeer godsdienstige vrouw en stichteres van dit begijnhof, Maria, weduwe van Wouter Berthout, heer van Mechelen, en …” Luik verzwakt Half de dertiende eeuw was er in Luik veel veranderd. Na bijna een jaar getouwtrek tussen de kanunniken van Sint Lambrechts, kon Hendrik Van Gelder eindelijk de bisschopstoel beklimmen. Hij bestuurde echter een totaal verdeelde stad in volle oproer. Die oproer bedwingen kostte hem handenvol geld. Hij zag zich genoodzaakt een aantal bezittingen, waaronder de heerlijkheid Mechelen, te verpanden aan de hertog van Brabant voor 1300 marken zilver. Dat maakte de handen van de Berthouts vrij om zich als heren van Mechelen te gedragen. We vinden in de tweede helft van de dertiende eeuw verschillende akten die dat aantonen: de stichting van kloosters (de Augustijnen en de nonnen van Blydenberg); weilanden in cijns aan de mensen van Muizen, Hanswijk, Geerdegem en Hofstade; leemputten aan de Mechelaars. Hij liet ook een sluis maken om het debiet van de Melaan te controleren, de Mechelaars aldus behoedend van overstromingen of grote droogten. Over de terugbetaling van het pandgeld groeide een fikse ruzie tussen Hendrik, bisschop van Luik, en Hendrik, hertog van Brabant. Er werd met banbliksems geslagen en de paus van Rome werd er bijgehaald. Dat alles resulteerde in een vredesverdrag van 1260. Mechelen belegerd Dat verdrag heeft slechts een jaar stand gehouden. Bisschop Hendrik III van Luik verzamelde in 1267 een leger van zowat 80.000 man om Mechelen te overrompelen. Dat zou niet moeilijk moeten zijn, de stad had amper een verdedigingsgordel. Gelukkig waren er nog de Brabanders. Berthout V was immers met de nicht van de hertog getrouwd. Met hun bondgenoten vormden die een levend schild rond de stad. In feite moesten de Luikenaars niet alleen Mechelen, maar alle Brabanders en hun vrienden verslaan. De bisschop had moeite om zijn leger van voedsel te voorzien en bovendien naderde de winter met rasse schreden. Zwarte Margriet, gravin van Vlaanderen, bemiddelde tussen de kemphanen, waarbij de Luikenaars in de zwakste onderhandelingspositie waren. Bisschop Hendrik had zijn achterban gezworen niet naar Luik terug te keren vóór hij in Mechelen geweest was. Als compromis, om zijn gezicht te redden, mocht bisschop Hendrik tot aan het sluithek van Mechelen rijden en deze met de hand aanraken in gezelschap van enkele getuigen. Hendrik reed dan met zijn legers terug naar Luik. Hij reageerde zijn frustraties af op Maastricht, waar hij de Maasbrug en de Maastoren vernielde. Hij werd in 1274 afgezet door het concilie van Lyon. Hij stierf in 1285 aan de voet van het kasteel Franchimont aan het hoofd van een bende plunderaars, waarvan hij de aanvoerder was geworden. Het spreekt vanzelf dat Wouter Berthout zich daar goed bij voelde. Hij gaf in 1268 de Mechelse burgers het recht om in de stadsvesten te mogen vissen. (wordt vervolgd) mijmeringen Pagina 3 JAARGANG 3, NUMMER 16 Margareta van York: een Engelse prinses in Mechelen I n zijn poging om Lotharingen bij het Bourgondisch rijk te voegen, leverde Karel de Stoute in 1477 slag nabij Nancy. Hij verloor er niet alleen die slag, maar ook zijn leven. Zijn derde vrouw, Margareta van York, was 31 en bleef kinderloos achter. Zij vestigde zich als weduwe in Mechelen, waar zij zich ontfermde over Maria van Bourgondië, dochter van Karel uit diens tweede huwelijk. Margareta regelde het huwelijk van Maria met Maximiliaan van Habsburg, de latere keizer Maximiliaan I van Oostenrijk. Maria stierf echter in 1482. Daardoor stond Margareta in voor de opvoeding van haar stiefkleinkinderen, waaronder Filips de Schone, vader van Keizer Karel. Margareta van York (1446-1503) was een telg van de oudste tak van het Engelse koningshuis. Zij bekommerde zich over haar stiefdochter, Maria van Bourgondië en later van haar 2 stiefkleinkinderen, Filips de Schone en Margareta van Oostenrijk. Toren O toren, die ten hemel klimt En door je gaten galmend zingt En Mechels luchten luide scheidt Zodat ’t eenieder steeds verblijdt De leeuw die op de toren klauwt Zwart-gele vlag die zich ontvouwt Danst mee op ’t deinend klokkenspel De wind die waait hem, o, zo fel En onder hem speelt beiaardier Voor lust van ’t oor en voor plezier De liedjes treden vrolijk aan Toegewuifd door Vlaamse vaan De toren staat steeds onberoerd Zijn beiaard, die alleen, ontroert Met forse slag of zacht gevoel Het maakt de avond lokkend zwoel En vrouw en man Als ’t even kan Luisteren met voldaan gemoed Naar de reuzentorens avondgroet Pros Rebelade (Mechelen 2004) Margareta was de zus van twee koningen van Engeland: Eduard IV en Richard III. Zij gebruikte die verwantschap zowel in de politiek als om de Engelse cultuur naar het vasteland te brengen. Haar hof in Mechelen lag in de Keizerstraat recht over het latere paleis van Margareta van Oostenrijk. Zij was een liefhebster van literatuur en boeken. Zij gaf opdracht voor het drukken van het eerste boek in de Engelse taal. Door haar invloed kreeg de Engelse cultuur ingang op het Europese vasteland en kregen omgekeerd ook kunstenaars uit de Lage Landen voet aan de grond in Engeland. Voor de naam en de faam van de stad Mechelen is zij van grote betekenis geweest. Zij overleed in 1503, en werd begraven in de Minderbroederskerk (nu deel van het Cultuurcentrum). Verschillende delen van haar stoffelijk overschot werden op diverse plaatsen bewaard. Onder andere werden beenderen, aan haar toegeschreven, bewaard in het Mechels Stadsarchief. Of die beenderen wel van Margareta zijn, vertel ik in een van de volgende Mijmeringen. Haar paleis komt verder in dit nummer aan bod. De financiering van de Romboutstoren T oen Jan Van Musene op 22 mei 1452 (dat was de tijd van Filips de Goede), de eerste steen van de Sint-Romboutstoren legde, stond de oude toren er nog. Hij legde in eigen naam één, en in naam van de stad Mechelen een tweede gulden onder die steen. Hij was dan ook communiemeester (burgemeester) van de stad. Zijn daad was meer dan symbolisch. Die twee gulden hadden namelijk dezelfde koopkracht als 456 € vandaag. Hij zal zich bewust geweest zijn dat hij die toren nooit afgewerkt zou zien, maar voor de financiering zal hij zich wel geen zorgen gemaakt hebben. Toen stroomde het geld bij sloten binnen. Eén jaar voor de steenlegging had paus Nicolas V het Mechels kapittel toelating gegeven om aflaten te verlenen aan wie daarvoor voldoende betaalde. De prijs was niet mals: die bedroeg de som die nodig was om een reis en verblijf naar Rome te bekostigen. Maar de beloning was groot: een volledige aflaat, of een vast ticket naar de hemel, wat je ook in je leven mispeuterd had. De paus had de aflaten aan Mechelen verleend op uitdrukkelijk verzoek van Fi- lips de Goede. Dat maakte heel wat steden in het Noord-Bourgondisch hertogdom jaloers, maar daar lagen ze in Mechelen natuurlijk niet wakker van. Natuurlijk had de paus zijn ‘commissie’ op die aflatenverkoop, ons kent ons, dat was ook vroeger zo. Hij kreeg namelijk de helft van de opbrengst, na een tijdje twee derden, en vanaf 1455 de gehele opbrengst. Daardoor vielen de werken gedurende 3 jaar stil. Dus moest de stad naar nieuwe financieringsbronnen zoeken. Onder de gemene noemer “torengeld” werden de visverkopers verplicht om van vreemde kooplieden die verse vis op de markt brachten, een bijdrage voor de toren te innen. Wijnhandelaars en cafés moesten ook hun steentje bijdragen, bovenop de geldende accijnzen. Ook nieuwe burgers en nieuwe meesters van verschillende ambachten moesten betalen. Dat torengeld zorgde ervoor dat de bouw van de toren in snelvaart kon verdergezet worden. In 1481 zat men al ter hoogte van de klokkenkamer (60 m), de huidige hoogte (97 m) werd bereikt in 1516, het jaar dat keizer Karel als koning Karel I van Spanje zijn geboorteland verliet om een leven lang zijn wereldrijk met oorlogen allerhande te verdedigen. JAARGANG 3, NUMMER 16 Pagina 4 Hof van Kamerijk, waar Margareta van York thuis was D ankzij financiering van de stad Mechelen, kocht Margareta van York, weduwe van Karel de Stoute, in 1477 het hof van Kamerijk van Jan VI van Bourgondië. In 1602 kwam het hof in bezit van de aartshertogen Albrecht en Isabella. Die schonken het vervolgens aan de Jezuïeten, die er een klooster en een college bouwden, en daarbij het grootste deel van het paleis afbraken. Dat paleis werd door de aartsbisschop van Kamerijk gebouwd in de 15de eeuw en diende als verblijfplaats bij zijn bezoeken aan Mechelen. De Jezuïeten bouwden in 1611 een kapel waar vroeger de keizerlijke keukens van het paleis waren. Die kapel, OLV-Onbevlekt Ontvangen, werd in 1633 uitgebreid, en in 1677 ‘Sodaliteitskapel’ genoemd. Het prinsbisdom Kamerijk omvatte in de middeleeuwen een gebied van Cambrai tot Antwerpen. Het oorspronkelijk paleis werd gebouwd naar een ontwerp van Antoon Keldermans (Mijmeringen 10). In 1480 liet Margareta van York een ontvangstzaal bouwen, die we nu nog kennen als de stadsschouwburg. De stad kocht in 1487, dus 10 jaar nadat ze de aankoop van Margareta had gefinancierd, het hof terug in. Vervolgens schonk zij het aan Maximiliaan van Oostenrijk en diens zoon, Filips de Schone, vader van keizer Karel. Uit de stadsrekeningen blijkt dat er tussen 1486 en 1516 aanzienlijke uitgaven werden gedaan om het paleis te verfraaien. Het werd vanaf toen ook ‘Keizershof’ genoemd (Maximiliaan was keizer van het Roomse Rijk). Van 1501 tot 1516 werden de weeskinderen van Filips de Schone er opgevoed, eerst door Margareta van York, nadien door Margareta van Oostenrijk, Maximiliaans dochter. De Jezuïetenorde werd in 1773 afgeschaft. De ontvangstzaal en de kapel werden ter beschikking gesteld van de Academie voor Beeldende Kunsten, die er tot 1811 bleef en de kapel in 1784 voorzag van een tussenvloer. Het hof van Kamerijk, later paleis van Margareta van York, of het Keizershof, zoals het er in 1530 uit zag. Aquareltekening van J.B.-De Noter. © Stadsarchief, BeeldbankMechelen.be. De Jezuïeten verbouwden in de 174de eeuw het geheel tot kerk, klooster en college. Van het klooster blijven vandaag enkel de kerk aan de Veemarkt, de toegangspoort en de kapel bewaard, van het Keizershof de ontvangstzaal door Margareta van York gebouwd, en later als toneelzaal herbouwd. De toneelzaal werd in 1893 grondig gerestaureerd door het stadsbestuur, zowel binnen als buiten. Opdat het nageslacht die prestatie van het stadsbestuur nooit zou vergeten, werd een gevelsteen aangebracht met de tekst: "Margareta van York. weduwe van Karel den Stoute. richtte in 1480 dit gebouw op. Philip de Schoone verbleef er 10 jaren. Keizer Karel en zijne zusters Eleonora, Isabella en Maria werden er opgevoed. 't Stadsbestuur herstelde het in 1893" . Na de afschaffing van de Jezuïetenorde in 1773 door paus Clemens XIV (onder druk van Frankrijk, Spanje en Portugal), werd de Xaveriuskerk omgedoopt tot “St.-Petrus en Sint-Paulus op visitatie bij de Heiligen Sint-Ignatius en Sint-Franciscus-Xaverius”. Ze werd tevens parochiekerk ter vervanging van de kerk aan de overzijde, die afgebroken werd. Aquareltekening van J.B.-De Noter. © Stadsarchief, BeeldbankMechelen.be Nadien werd het hof de verblijfplaats van Charles de Mouchet, een dokter in de rechten, waarschijnlijk verbonden aan de Grote Raad. Na de vernietiging van het Mechels begijnhof in het laatste kwart van de zestiende eeuw, diende het hof als een van de vluchtplaatsen van de begijntjes, die rond 1600 hun Groot Begijnhof bouwden. mijmeringen De ontvangstzaal van Margareta van York is alles wat overblijft van het hof van Kamerijk. Van het Jezuïetenklooster bleven de kerk (achteraan links), de kapel en de toegangspoort bewaard (onder de vlaggen). Links: hetzelfde gebouw in 1920. Verantwoordelijk Uitgever: Kris Deckers, Elektriciteitstraat 33-604, 2800 Mechelen Erkend lid van het Verbond van Belgische en Buitenlandse Journalisten van de Periodieke Pers Gratis abonnement, uitschrijven of feedback: [email protected]
© Copyright 2025 ExpyDoc