VERWERKINGSVOORSCHRIFTEN UNILIN dakelementen: montage zonnepanelen Algemeen Er bestaan verschillende types zonnepanelen. Zo zijn er thermische zonnepanelen en fotovoltaïsche zonnepanelen. Thermische zonnepanelen gebruiken de zonnestralen voor de productie van sanitair warm water. Ze worden ook vaak zonnecollectoren genoemd, of zonneboilers. Fotovoltaïsche zonnepanelen bestaan uit zonnecellen en zetten de energie van de zon om in elektriciteit. Zonnepanelen kunnen bovenop de dakbedekking worden gemonteerd, of in het dak ingebouwd. Vaak is dat een esthetische keuze, maar het zorgt voor enkele belangrijke verschillen. Zonnepanelen boven de dakbedekking worden beter geventileerd. Dat is een voordeel voor fotovoltaïsche zonnepanelen, die meer elektriciteit zullen produceren wanneer ze niet te veel worden opgewarmd. Thermische zonnepanelen daarentegen moeten net warmte opslaan, waardoor het inbouwen ervan voordeliger zal zijn. Klaar voor bijna-energie neutrale woningen De verschillende systemen kunnen op alle UNILIN dakelementen worden gemonteerd. Hierbij slaat u meerdere vliegen in één klap: een doorlopende isolatieschil van hoogwaardig polyurethaanschuim, eenvoudig luchtdicht te maken, en hernieuwbare energieproductie er bovenop. Voor de installatie Bij de installatie dakbedekking moet het extra gewicht. nagekeken of er beschikbaar is. aangebracht. Contacteer UNILIN bij twijfel over de draagkracht van de dakelementen. Zonnepanelen mogen niet te dicht bij de nok, goot of dakrand worden gemonteerd. Dat zijn zones waar de panelen zwaarder worden belast door windturbulentie. Bij grote afstanden tot de nok kunnen de bovenste dakhaken, bij zonnepanelen gemonteerd boven de dakbedekking, dan weer zwaarder belast worden door sneeuwophoping. Contacteer Unilin division Insulation voor meer informatie. Montage Volg altijd de voorschriften van de leverancier van het bevestigingssysteem en werk veilig. Om de stabiliteit van de zonnepanelen te garanderen, moet men aan aantal bevestigingspunten voorzien naargelang de voorkomende belastingen en het gebruikte verankeringssysteem. Zonnepanelen boven op de dakbedekking worden doorgaans geplaatst op een secundaire constructie van rails uit aluminium. Bij pannen- en leiendaken gebruikt men gewoonlijk haken om de rails aan de dakconstructie te bevestigen. Zie Afbeelding 1. De haken passen tussen twee opeenvolgende rijen dakbedekkingselementen. Aantal en type haken worden gespecificeerd door de leverancier van het bevestigingssysteem. van zonnepanelen boven de rekening gehouden worden met Bij een renovatie moet worden nog voldoende draagvermogen Omwille van praktische redenen worden dakelementen zelden op hun maximale overspanning gelegd, zodat in de meeste gevallen nog voldoende draagvermogen voorhanden is. Controleer wel steeds de actuele staat van de draagstructuur, het dakbeschot en de tengellatten (aantasting, bevestiging, afmetingen). Wanneer de tengellatten op de werf werden aangebracht, moet een controleberekening op de bevestigingspunten worden uitgevoerd. Bij sandwichelementen met dunne bovenplaat 3 mm mogen de tengels nooit op de werf worden Afbeelding 1: Doorsnede bevestigingssysteem of twee houtschroeven 5 x 30 op de dwarslat bevestigd. Het kan eenvoudiger zijn dit te doen alvorens de dwarslat op de tengels vast te schroeven. Thermische zonnepanelen hebben vaak grotere afmetingen dan fotovoltaïsche panelen. Het is dan aan te raden een extra dwarslat te voorzien in het midden van het paneel. Gebruik bij de montage van zonnepanelen altijd RVS bevestigingsmiddelen. Afbeelding 2: Dimensies dwarslat Onderdak De installatie van zonnepanelen brengt steeds dakdoorvoeren met zich mee. Bij plaatsing moet daarom een geschikte onderdakfolie gelegd worden op de dakelementen, van nok tot goot. Laat bij renovatie of bij dakelementen waarbij de tengels in de fabriek werden aangebracht de onderdakfolie doorhangen tussen de tengels. Kies altijd voor een onderdakfolie zonder waterdoorslag bij contact, en een zo laag mogelijke dampdiffusieweerstand (μd ≤ 0.04 m). Volg voor de juiste keuze van onderdak verder de specificaties van de leverancier van het bevestigingssysteem. Let er op dat alle doorvoeren door de dakelementen nadien met PUR worden gedicht, en waterdicht worden afgewerkt met (EPDM-)rubber manchetten die op het dakelement worden afgeplakt. Kit is af te raden. Afbeelding 3: Illustratie van de afstand tussen de bevestigingshaken. Bij UNILIN dakelementen moeten de haken worden bevestigd op bij te plaatsen dwarslatten van 20 mm dik. De hoogte van de dwarslatten is minstens 100 mm. Zie Afbeelding 2. Wanneer de dwarslatten dunner moeten zijn, kies dan voor dwarslatten uit Meranti. Verifieer of de haken boven de dakpannen zweven (≥ 5 mm), ze mogen niet op de pannen steunen. Het is vaak aan te raden verstelbare dakhaken te gebruiken. De latten worden volgens instructies van de leverancier van het bevestigingssysteem evenwijdig tussen de panlatten gelegd en bij elke kruising met telkens twee houtschroeven 5 x 50 of langer met verzonken kop in de tengels geschroefd. Indien de tengels zouden splijten, moeten deze worden voorgeboord. De plaatsing op dwarslatten biedt meer vrijheid in de plaatsing van de haken. Bevestig de haken nooit aan de gewone panlatten. De haken worden met bouten M8, Bij inbouw moeten er specifieke aansluitingen (zoals zink- of koperbanen) toegepast worden om de omtrek van de zonnepanelen af te dichten. Raadpleeg voor een goede uitvoering de leverancier van het bevestigingssysteem. Advies op maat Bovenstaande uitvoeringsrichtlijnen geven de algemene principes weer die gelden voor UNILIN dakelementen, in gebieden onder de 500 m hoogte, buiten de randzones van het dak, en met een afstand van bovenkant zonnepanelen tot de nok van maximum 2 m. De specifieke plaatsingsvoorschriften zijn echter steeds afhankelijk van het gekozen systeem. Nog vragen? Contacteer dan UNILIN voor advies op maat UNILIN, division insulation - Waregemstraat 112 - B-8792 Waregem T +32 56 73 50 91 – F +32 56 73 50 90 E [email protected] – W www.unilininsulation.com H.R Kortrijk 87.153 – BTW BE 0405 414 072 2
© Copyright 2024 ExpyDoc