TOELICHTINGNOTA BIJ DE GEMEENTERAADSZITTING

TOELICHTINGNOTA BIJ DE GEMEENTERAADSZITTING VAN MAANDAG 15 DECEMBER
2014
OPENBARE ZITTING
DAGORDEPUNT 1. BESLISSINGEN VAN DE VOORGAANDE ZITTING
Art. 33 , par 2 van het Gemeentedecreet luidt als volgt .
‘ Behalve in spoedeisende gevallen, worden de notulen van de vorige vergadering ten minste acht
dagen voor de dag van de vergadering ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden.
Het huishoudelijk reglement bepaalt de wijze waarop de notulen ter beschikking worden gesteld.
Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de
redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen door de gemeenteraad
worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en
worden ze door de voorzitter van de gemeenteraad en de gemeentesecretaris ondertekend.’
Voor wie een e-mail adres heeft werden deze reeds doorgemaild ; voor wie geen e-mail adres bezit,
worden deze ontwerp-notulen schriftelijk meegestuurd met de dagorde.
Elk lid van de Raad heeft dus het recht hetzij voor, hetzij tijdens de vergadering, bezwaren tegen de
redactie in te brengen. Het betreft hier de notulen van de gemeenteraadszitting van 24 november 2014
DAGORDEPUNT 2. AKTENAME DATA GEMEENTERAAD 2015.
Gelieve akte te nemen van onderstaande data van de gemeenteraadszittingen van 2015.
- maandag 26 januari 2015
- maandag 23 februari 2015
- maandag 30 maart 2015
- maandag 27 april 2015
- dinsdag 26 mei 2015 (3e Pinksteren)
- maandag 29 juni 2015
- maandag 31 augustus 2015
- maandag 28 september 2015 (onder voorbehoud)
- maandag 26 oktober 2015
- maandag 30 november 2015
- maandag 21 december 2015 (kerstvakantie)
Deze data zijn onder voorbehoud van wijzigingen. Rekening houdend met het feit dat de gemeenteraad
minstens tien keer per jaar dient te vergaderen (art. 19 gemeentedecreet), kan er bij een gering aantal
dagordepunten, waarvan de dossiers niet hoogdringend zijn, beslist worden door de Voorzitter van de
gemeenteraad de zitting van de gemeenteraad te verschuiven naar een latere datum.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd akte te nemen van de voorgestelde data van de
gemeenteraadszittingen van 2015, onder voorbehoud van wijzigingen.
DAGORDEPUNT 3. MIROM. UITNODIGING BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING
DD. 18 DECEMBER 2014. BESPREKING AGENDA EN MANDATEREN VAN ONZE
VERTEGENWOORDIGERS.
Overeenkomstig de artikelen 30-38 van de statuten van Mirom worden wij uitgenodigd tot de buitengewone
alg. vergadering die plaats heeft op donderdag 18 december 2014 om 18.00 uur in de zetel van de vereniging,
Industrielaan 30, 8930 Menen.
Agenda:
1) Te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie van het boekjaar 2015
2) Begroting 2015
3) Varia
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd :
a) de voorgelegde agenda voor de buitengewone alg. verg. dd. 18.12.2014 van MIROM te bespreken en
goed te keuren;
b) onze vertegenwoordiger en plaatsvervanger op te dragen hun stemgedrag af te stemmen op de
beslissingen genomen door de gemeenteraad.
DAGORDEPUNT 4. PATRIMONIUM. HUUROVEREENKOMST KONINGSTRAAT 45 TE
MENEN. HERNIEUWING. GOEDKEURING.
De stad Menen is eigenaar van de woning gelegen Koningstraat 45 te 8930 Menen.
Tot op heden is een huurovereenkomst lopende met het OCMW (tegen 1 symbolische Euro) die de woning
gebruikt als crisiswoning voor sociale opvang.
De huurovereenkomst werd afgesloten voor 9 jaar met aanvang op 01.01.2006 (GR 25.11.2005). Deze
overeenkomst loopt ten einde op 31.12.2014.
Gezien de eindtermijn binnenkort afloopt is het aangewezen om deze huurovereenkomst te hernieuwen.
(symbolische vergoeding).
Een ontwerp-huurovereenkomst tussen de stad en het OCMW werd opgemaakt en wordt ter goedkeuring
voorgelegd aan de Gemeenteraad (in het dossier)
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd om de hernieuwde ontwerp-huurovereenkomst tussen de stad en
het OCMW voor de crisiswoning gelegen Koningstraat 45 te 8930 Menen goed te keuren.
DAGORDEPUNT 5. PATRIMONIUM. HUUROVEREENKOMST HARMONIESTRAAT 30 TE
MENEN. HERNIEUWING. GOEDKEURING
De stad Menen is eigenaar van de woning gelegen Harmoniestraat 30 te 8930 Menen. De stad werd eigenaar
via het Legaat Debaere (GR 28 mei 1993).
Tot op heden is een huurovereenkomst lopende met het OCMW (tegen 1 symbolische Euro) die de woning
gebruikt als crisiswoning voor sociale opvang.
De huurovereenkomst werd afgesloten voor 9 jaar met aanvang op 01.01.2006 (GR 25.11.2005). Deze
overeenkomst loopt ten einde op 31.12.2014.
Gezien de eindtermijn binnenkort afloopt is het aangewezen om deze huurovereenkomst te hernieuwen
(symbolische vergoeding 1 €).
Een ontwerp-huurovereenkomst tussen de stad en het OCMW werd opgemaakt en wordt ter goedkeuring
voorgelegd aan de Gemeenteraad (in het dossier)
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd om de hernieuwde ontwerp-huurovereenkomst tussen de stad en
het OCMW voor de crisiswoning gelegen Harmoniestraat 30 te 8930 Menen goed te keuren.
DAGORDEPUNT 6. ALGEMENE POLITIEVERORDENING (APV). DIVERSE WIJZIGINGEN.
HERVASTSTELLING.
Op voorstel van het politiecollege/ brandweer, alsook op voorstel van de milieudienst, en na bespreking binnen
de zonale werkgroep APV, wordt voorgesteld de Algemene Politieverordening te wijzigen, meer in bijzonder
met betrekking tot hiernavolgende artikelen :
- Art 47 – inzake vuurwerk inclusief wensballonnen
 Met het oog op de komende kerst- en eindejaarsperiode , wordt verzocht het algemeen verbod tot
gebruik van feestvuurwerk (tenzij uitdrukkelijke voorafgaande machtiging of in kader van
feestelijkheden) aan te passen, en het afsteken van feestvuurwerk toe te laten op kerstavond en
kerstdag, en oudejaarsavond en nieuwjaarsdag. Dit in het kader van administratieve vereenvoudiging, en
houdt ook rekening met de reële praktijk binnen de PZ Grensleie, en de soepeler aanpak in het ruimere
gerechtelijk arrondissement .
Uiteraard blijft de burger erop gewezen de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen ter preventie van
ongevallen (preventieadviezen brandweer)
- art 97 bis (vernieling stedelijke afsluitingen, grenspalen) –
- wijziging art 185 bis (wordt verruimd tot poging tot diefstal )
 Deze beide aanpassingen kaderen in het protocol dat werd afgesloten met het Parket van de Procureur
des Konings tot aanpak van gemengde inbreuken. Deze specifieke inbreuken waren nog niet vermeld in
het APV, doch vallen wel binnen de artikelen waarover met het Parket afspraken zijn gemaakt. Het is
aangewezen deze dan ook in de algemene Politieverordening zelf te vermelden.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd de voorgestelde wijzigingen in artikelen 47, 97bis, 185 bis goed
te keuren en de Algemene Politieverordening van de stad Menen te hervaststellen.
DAGORDEPUNT 7. GEMEENTELIJK POLITIEREGLEMENT VOOR DE VEEMARKT VAN
MENEN. BESLISSING TOT OPHEFFING.
Gezien de akte tot verkoop van het veemarkt-complex definitief werd verleden op 12.05.2014 (GR 31.03.2014)
is de uitbating van de veemarkt niet meer in handen van de stad.
Alle activiteiten van de Regie van de veemarkt werden definitief en volledig afgesloten. Alle hiermee in
verbandstaande reglementen dienen geschrapt te worden.
Hierdoor dient ook “bijlage 9 politiereglement voor de veemarkt” uit de Algemene politieverordening
(APV versie 16.12.2013) opgeheven te worden.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd om het veemarktreglement (bijlage 9) uit de Algemene
Politieverordening (APV versie GR 16.12.2013) op te heffen.
DAGORDEPUNT 8. OPHEFFING PLAATSRECHTEN OP DE VEEMARKT VANAF 1 JANUARI
2015. VASTSTELLING.
Er wordt voorgesteld om plaatsrechten op de veemarkt op te heffen vanaf 1 januari 2015, gezien het
veemarktcomplex verkocht werd op 14 mei 2014.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd hierover te willen stemmen.
DAGORDEPUNT 9. INDIRECTE BELASTING OP HET PLAATSEN VAN TERRASSEN,
KRAMEN, TAFELS EN STOELEN, KOOPWAAR EN ALLE ANDERE VOORWERPEN OP HET
OPENBAAR DOMEIN. WIJZIGING EN VASTSTELLING.
Het schepencollege stelt voor om de indirecte belasting op het plaatsen van terrassen, kramen, tafels en
stoelen, koopwaar en alle andere voorwerpen op het openbaar domein te wijzigen als volgt:
Artikel 6
De belastingplichtige moet bij het gemeentebestuur uiterlijk de dag voor het plaatsen hiervan aangifte doen en
alle voor de aanslag noodzakelijke gegevens verstrekken.
WORDT VERVANGEN DOOR
ARTIKEL 6
De belastingplichtige moet bij het gemeentebestuur uiterlijk de dag voor het plaatsen hiervan aangifte doen en
alle voor de aanslag noodzakelijke gegevens verstrekken.
De terrassen die al vergund zijn, zijn vrijgesteld van aangifteplicht.
Dit is een louter administratieve vereenvoudiging.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd hierover te willen stemmen.
DAGORDEPUNT 10. INDIRECTE BELASTING OP DE AFGIFTE VAN ADMINISTRATIEVE
STUKKEN. WIJZIGING EN VASTSTELLING.
Het Schepencollege stelt voor de indirecte belasting op de afgifte van administratieve stukken te wijzigen.
Gelet dat een voorafgaande verkavelingsvergunning niet vereist is, indien op de kavels een of meerdere
woningen of constructies die voor bewoning kunnen worden gebruikt, worden opgericht, vooraleer de kavels
door middel van een overdrachtsvorm worden aangeboden;
Gelet dat de stedenbouwkundige aanvraag van dergelijke groepswoningbouw kan ingediend worden met een
uitgebreide dossiersamenstelling, zonder voorafgaande verkavelingsaanvraag;
Gelet dat stedenbouwkundige aanvragen voor meerdere woongelegenheden en groepswoningbouwprojecten
wel complexe dossiers betreffen en geen aparte tarifering kennen, wordt het reglement indirecte belasting op
de afgifte van administratieve stukken aangepast.
Gelet op de goedkeuring door de Vlaamse Overheid van de intergemeentelijke samenwerking ‘Kwalitatief
Wonen in de Grensstreek’ met Menen, Wervik en Mesen;
Overwegende dat er gestreefd wordt naar het verbeteren van de woonkwaliteit van private huurwoningen
en het stadsbestuur eigenaar-bewoners wil stimuleren om te investeren in het huurpatrimonium;
Overwegende het positief advies op het Lokaal Woonoverleg op 15 oktober 2014;
Overwegende het gunstig advies van de commissie Wonen op 13 november 2014;
ARTIKEL 2
De bedragen worden als volgt vastgesteld :











EID + EID vreemdelingen: normale procedure: 20,00 €
EID + EID vreemdelingen: dringende procedure: 121,00 €
EID + EID vreemdelingen: zeer dringende procedure: 185,00 €
Verblijfsvergunning vreemdelingen (1ste afgifte): 10,00 €
Verblijfsvergunning vreemdelingen (duplicaat): 11,50 €
Identiteitskaart < 12 jaar vreemdelingen: 10,00 €
Kids-ID: normale procedure: 10,00 €
Kids-ID: dringende procedure: 113,00 €
Kids-ID: zeer dringende procedure: 177,00 €
Nieuwe pin/puk code EID: 2,00 €
Reispas < 12 jaar: 45,00 €


























Reispas < 12 jaar: dringende procedure: 215,00 €
Reispas 12-18 jaar: 50,00 €
Reispas 12-18 jaar: dringende procedure: 220,00 €
Reispas > 18 jaar: 80,00 €
Reispas > 18 jaar: dringende procedure: 250,00 €
Internationaal + Europees rijbewijs: 25,00 €
Europees rijbewijs (duplicaat): 25,00 €
Voorlopig rijbewijs (model 3-18-36): 25,00 €
Voorlopig rijbewijs (model 3-18-36) (duplicaat): 7,50 €
Trouwboekje: 20,00 €
Opmaak geboorteakte: 15,00 €
Opmaak huwelijksakte: 20,00 €
Afsluiten samenlevingscontract: 20,00 €
Beëindiging samenlevingscontract: 20,00 €
Eenzijdige beëindiging samenlevingscontract: 180,00 €
Opmaak overlijdensakte: 15,00 €
Kopie A4 formaat: 0,25 €
Kopie A3 formaat: 0,50 €
Kleurenkopie A4 formaat: 1,00 €
Kleurenkopie A3 formaat: 2,00 €
Afdruk kopie plannen: 6,5 €/m²
Afdruk plotter: 2,50 €
Afgifte conformiteitsattest voor een kamerwoning: 62,50 € verhoogd met 12,50 €/kamer vanaf de 6de
kamer en met een maximum van 1.250,00 €
Afgifte conformiteitsattest voor een woning: 62,50 €
Stedenbouwkundige documenten:
a. Inlichtingen vastgoedinformatie: 50,00 €
b. Stedenbouwkundig uittreksel conform Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening: 30,00 €
Indienen van een stedenbouwkundige aanvraag:
1a) stedenbouwkundige aanvraag waarvoor een eenvoudige dossiersamenstelling volstaat: 15,00 €
b) stedenbouwkundige aanvraag voor technische werken of terrein aanlegwerken: 15,00 €
c) aanvraag stedenbouwkundig attest: 15,00 €
2) stedenbouwkundige aanvraag voor werken met een uitgebreide dossiersamenstelling: 25,00 €
3) verkavelingsaanvraag: 50,00 € per lot
4) aanvraag verkavelingswijziging: 25,00 €
wordt vervangen door :
ARTIKEL 2
De bedragen worden als volgt vastgesteld :






EID + EID vreemdelingen: normale procedure: 20,00 €
EID + EID vreemdelingen: dringende procedure: 121,00 €
EID + EID vreemdelingen: zeer dringende procedure: 185,00 €
Verblijfsvergunning vreemdelingen (1ste afgifte): 10,00 €
Verblijfsvergunning vreemdelingen (duplicaat): 11,50 €
Identiteitskaart < 12 jaar vreemdelingen: 10,00 €




























Kids-ID: normale procedure: 10,00 €
Kids-ID: dringende procedure: 113,00 €
Kids-ID: zeer dringende procedure: 177,00 €
Nieuwe pin/puk code EID: 2,00 €
Reispas < 12 jaar: 45,00 €
Reispas < 12 jaar: dringende procedure: 215,00 €
Reispas 12-18 jaar: 50,00 €
Reispas 12-18 jaar: dringende procedure: 220,00 €
Reispas > 18 jaar: 80,00 €
Reispas > 18 jaar: dringende procedure: 250,00 €
Internationaal + Europees rijbewijs: 25,00 €
Europees rijbewijs (duplicaat): 25,00 €
Voorlopig rijbewijs (model 3-18-36): 25,00 €
Voorlopig rijbewijs (model 3-18-36) (duplicaat): 7,50 €
Trouwboekje: 20,00 €
Opmaak geboorteakte: 15,00 €
Opmaak huwelijksakte: 20,00 €
Afsluiten samenlevingscontract: 20,00 €
Beëindiging samenlevingscontract: 20,00 €
Eenzijdige beëindiging samenlevingscontract: 180,00 €
Opmaak overlijdensakte: 15,00 €
Kopie A4 formaat: 0,25 €
Kopie A3 formaat: 0,50 €
Kleurenkopie A4 formaat: 1,00 €
Kleurenkopie A3 formaat: 2,00 €
Afdruk kopie plannen: 6,5 €/m²
Afdruk plotter: 2,50 €
Afgifte conformiteitsattest voor een kamerwoning: 62,50 € verhoogd met 12,50 €/kamer vanaf de 6de
kamer en met een maximum van 1.250,00 €
 Afgifte conformiteitsattest voor een woning: 62,50 €
 Stedenbouwkundige documenten:
a)Inlichtingen vastgoedinformatie: 50,00 €
b) Stedenbouwkundig uittreksel conform Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening: 30,00 €
 Indienen van een stedenbouwkundige aanvraag:
a) melding: 15,00 €
b) aanvraag stedenbouwkundig attest: 15,00 € 30,00 €
c) aanvraag planologisch attest: 50,00 €
d) stedenbouwkundige aanvraag - eenvoudig dossier: 15,00 € 20,00 €
e-stedenbouwkundige aanvraag - technische werken of terreinaanlegwerken: 15,00 € 20,00 €
f) stedenbouwkundige aanvraag - uitgebreid dossier: 25,00 € 30,00 €
g) verkavelingsaanvraag: 50,00 € per lot
h) aanvraag verkavelingswijziging: 25,00 € 30,00 €
 Stedenbouwkundige aanvraag groepswoningbouw:
a)zonder voorafgaande verkavelingsvergunning: 50,00 € per woning
b) met voorafgaande verkavelingsvergunning: 30,00 € per woning
 Stedenbouwkundige aanvraag uitgebreid dossier voor meerdere woongelegenheden: 30,00
€ +10,00 € per bijkomende woongelegenheid
Indien de stedenbouwkundige aanvraag of de verkavelingsaanvraag wordt onderworpen aan een
openbaar onderzoek, zullen de kosten hiertoe, afhankelijk van de op het moment van toepassing
zijnde posttarieven, worden aangerekend bij het ontvankelijk en volledig verklaren van de
aanvraag.
Dit wordt nieuw ingevoegd onder artikel 4, de rest van de artikels schuift gewoon op
Particuliere huurwoningen die in het kader van de gemeentelijke verbeteringspremie voor particuliere
huurwoningen, na uitvoering van de nodige werken en controle van de woning in functie van de
kwaliteitsnormen, in aanmerking komen voor een A- ( 0-2 strafpunten) of een B-label ( 8-3 strafpunten) worden
vrijgesteld van de retributie voor het uitreiken van een conformiteitsattest
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd om hierover te willen stemmen.
DAGORDEPUNT 11. DIRECTE BELASTING OP DE TWEEDE VERBLIJVEN. WIJZIGING EN
VASTSTELLING.
Het Schepencollege stelt voor de directe belasting op de tweede verblijven te wijzigen.
Gelet op artikel 464, 1°van het WIB mogen de gemeenten geen belastingen heffen op de
materies die onderworpen zijn aan de inkomstenbelastingen;
Gelet op het AR nr. 117.154 van de Raad van State dd. 18 maart 2003 houdt de verbodsbepaling
in dat het kadastraal inkomen evenmin gehanteerd mag worden als berekeningsgrondslag voor
gemeente- en provinciebelastingen;
Gelet op het toenemende aantal tweede verblijven op het grondgebied van onze gemeente enerzijds en de
steeds vakere aangifte van een leegstaande woning als tweede verblijf ter voorkoming van de
hogere gemeentebelasting op de leegstaande woningen;
Gelet op de omzendbrief BB 2011/01 dd. 10 juni 2011 waarin wordt aangegeven dat het
maximumtarief is verhoogd van 650 euro tot 1.000 euro;
Overwegende dat een differentiatie van het belastingtarief voor een tweede verblijf op het
grondgebied van onze gemeente niet wenselijk is omdat de belastingplichtigen meestal slechts
beschikken over een bescheiden tweede verblijf;
ARTIKEL 2
Een tweede verblijf is elke private woongelegenheid waarvoor noch de eigenaar, noch de eventuele huurder
ervan is ingeschreven in de bevolkingsregisters van de stad op 1 januari van het aanslagjaar, maar die op elk
ogenblik door hen voor bewoning kan gebruikt worden,
wordt vervangen door :
ARTIKEL 2
Voor toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
 tweede verblijf: elke particuliere woongelegenheid waarvoor op 1 januari van het aanslagjaar geen
inschrijving in de bevolking- of vreemdelingenregisters werd genomen;
 particuliere woongelegenheid: elk onroerend goed dat geheel of gedeeltelijk als woning kan worden
bestemd, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine


weekendhuizen of buitenverblijven, optrekjes chalets, wooncaravans of alle andere vaste
woongelegenheden.
Als tweede verblijf worden niet beschouwd;
- lokalen die uitsluitend bestemd zijn voor het uitoefenen van beroepsactiviteiten;
- tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens en motorhomes.
gebruiker: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die het genot heeft van een particuliere
woongelegenheid, hetzij krachtens een zakelijk recht, hetzij krachtens een persoonlijk recht;
eigenaar: houder van het zakelijke recht op een particuliere woongelegenheid;
ARTIKEL 4
De belasting is verschuldigd door diegene die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van een tweede verblijf.
Zijn belastingplicht geldt ook wanneer het tweede verblijf verhuurd wordt. Zijn belastingplicht geldt ongeacht
het feit of hij al of niet in de bevolkingsregisters van de stad Menen is ingeschreven.
In geval van mede-eigendom is de mede-eigenaar de belasting verschuldigd voor zijn wettelijk aandeel.
wordt vervangen door :
ARTIKEL 4
De belasting is verschuldigd door diegene die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van een tweede verblijf.
Zijn belastingplicht geldt ook wanneer het tweede verblijf verhuurd wordt. Zijn belastingplicht geldt ongeacht
het feit of hij al of niet in de bevolkingsregisters van de stad Menen is ingeschreven.
In geval van mede-eigendom is de mede-eigenaar de belasting verschuldigd voor zijn wettelijk aandeel.
In geval er een recht van opstal, een recht van erfpacht of een recht van vruchtgebruik bestaat, is de belasting
verschuldigd door de opstalhouder, de erfpachter of de vruchtgebruiker.
ARTIKEL 5
De belasting wordt vastgesteld op 560,00 euro per tweede verblijf.
wordt vervangen door :
Het bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 1.000,00 euro en is ondeelbaar per jaar verschuldigd.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd om hierover te willen stemmen.
DAGORDEPUNT 12. AANVULLENDE DIRECTE GEMEENTEBELASTING OP DE
PERSONENBELASTING VOOR HET AANSLAGJAAR 2015. GOEDKEURING
Het Schepencollege stelt voor de aanvullende directe gemeentebelasting op de personenbelasting voor het
aanslagjaar 2015 goed te keuren op 8 %.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd om hierover te willen stemmen.
DAGORDEPUNT 13. GEMEENTEOPCENTIMES OP DE ONROERENDE VOORHEFFING
VOOR HET AANSLAGJAAR 2015. GOEDKEURING.
Het Schepencollege stelt voor de opcentiemen op de onroerende voorheffing voor het aanslagjaar 2015 goed te
keuren op 1.800.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd om hierover te willen stemmen.
DAGORDEPUNT 14. BELASTING OP WONINGEN EN/OF GEBOUWEN DIE BESCHOUWD
WORDEN ALS VERWAARLOOSD EN/OF ONAFGEWERKT. WIJZIGING EN VASTSTELLING.
Het Schepencollege stelt voor de belasting op woningen en/of gebouwen die beschouwd worden als
verwaarloosd en/of onafgewerkt te wijzigen.
Gelet op de goedkeuring door de Vlaamse Overheid van de intergemeentelijke samenwerking
‘Kwalitatief Wonen in de Grensstreek’ met Menen, Wervik en Mesen;
Overwegende dat activiteit 1 ‘het ontwikkelen van een gemeentelijke beleidsvisie’ van deze
intergemeentelijke samenwerking onder meer gericht is op het screenen van de gemeentelijke
reglementen;
Overwegende dat activiteit 3 ‘het aanbieden van basisinformatie aan de inwoners’ van deze
intergemeentelijke samenwerking onder meer acties wenst op te zetten t.a.v. bepaalde
doelgroepen o.a. handelaars;
Overwegende dat activiteit 5 ‘het nemen van acties in het kader van het uitoefenen van een gronden pandenbeleid met het oog op betaalbaar wonen’ van deze intergemeentelijke samenwerking
onder meer gericht is op het aanpassen van belastingreglementen rekening houdend met de
evaluatie van bestaande belastingreglementen;
Overwegende dat de Stad Menen momenteel een ruimtelijke planningsvisie uitwerkt ism
Intercommunale Leiedal voor het stadscentrum en de Leieboorden ( Masterplan Menen aan de
Leie/samen de stad ontwerpen);
ARTIKEL 9 - Vrijstellingen van heffing
§1 Voor beschermde monumenten en dorpsgezichten
Voorwaarde:
- het pand is beschermd krachtens het decreet van 3 maart 1976;
- en de bevoegde overheid heeft een ingediend dossier voor een restauratiepremie ontvankelijk
bevonden, of een attest afgeleverd dat het pand in de huidige toestand mag blijven.
Deze vrijstelling geldt zolang het restauratiedossier loopt of zolang het attest geldt.
§2 Vrijstelling voor nieuwe eigenaar
De nieuwe eigenaar die minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning wordt 1
jaar vrijgesteld van de heffing op voorwaarde dat:
- de loop van vrijstellingsperiode periode geen nieuwe overdracht plaatsvindt;
-en binnen de vrijstellingsperiode het pand uit het register wordt geschrapt, of intussen een andere
vrijstellingsgrond van toepassing is.
Deze vrijstelling geldt niet als de verkoper van het pand bloed- of aanverwant (tot de derde graad) is van de
nieuwe eigenaar, of rechtstreeks of onrechtstreekse controle uitoefent over de vennootschap die het pand
of het gebouw koopt.
Deze vrijstelling geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht.
§3 Vrijstelling voor renovatiewerken
De eigenaar wordt 1 jaar vrijgesteld van de heffing op voorwaarde dat hij
-of een geldige stedenbouwkundige vergunning voorlegt die niet ouder is dan 12 maanden voor
renovatiewerken aan het pand (een stedenbouwkundige vergunning voor sloop met vervangingsbouw
staat gelijk met een vergunning voor renovatie);
-of een ontvangstbewijs voorlegt van de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning. Indien de
aanvraag later geweigerd wordt, geldt de vrijstelling niet;
-of een gedetailleerd renovatieschema voorlegt.
Op het einde van de vrijstellingsperiode van 1 jaar moet de verwaarlozing zoals vastgesteld in het technische
verslag volledig weggewerkt zijn. Is dit niet het geval dan moet de heffing alsnog betaald worden.
§4 Tegen de beslissing tot weigering van een vrijstelling bestaat geen beroepsmogelijkheid.
wordt vervangen door :
ARTIKEL 9
Vrijstellingen van heffing
§1 Voor beschermde monumenten en dorpsgezichten.
Voorwaarde:
-het pand is beschermd krachtens het decreet van 3 maart 1976;
-en de bevoegde overheid heeft een ingediend dossier voor een restauratiepremie ontvankelijk
bevonden, of een attest afgeleverd dat het pand in de huidige toestand mag blijven.
Deze vrijstelling geldt zolang het restauratiedossier loopt of zolang het attest geldt.
§2 Vrijstelling voor nieuwe eigenaar.
De nieuwe eigenaar die minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning wordt 1
jaar vrijgesteld van de heffing op voorwaarde dat in de loop van vrijstellingsperiode periode geen nieuwe
overdracht plaatsvindt.
Deze vrijstelling geldt niet als de verkoper van het pand bloed- of aanverwant (tot de derde graad) is van de
nieuwe eigenaar, of rechtstreeks of onrechtstreekse controle uitoefent over de vennootschap die het pand
of het gebouw koopt.
Deze vrijstelling geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht.
§3 Vrijstelling voor renovatiewerken
De eigenaar wordt 1 jaar vrijgesteld van de heffing op voorwaarde dat hij:
-of een geldige stedenbouwkundige vergunning voorlegt die niet ouder is dan 12 maanden voor
renovatiewerken aan het pand (een stedenbouwkundige vergunning voor sloop met vervangingsbouw
staat gelijk met een vergunning voor renovatie);
-of een ontvangstbewijs voorlegt van de aanvraag van een stedenbouwkundige vergunning. Indien de
aanvraag later geweigerd wordt, geldt de vrijstelling niet;
-of een gedetailleerd renovatieschema voorlegt.
Op het einde van de vrijstellingsperiode van 1 jaar moet de verwaarlozing zoals vastgesteld in het technische
verslag volledig weggewerkt zijn. Is dit niet het geval dan moet de heffing alsnog betaald worden.
§4 Vrijstelling voor onteigening.
Voorwaarde: panden gelegen in de risicozone naar aanleiding van het verhogen van de
Leiebrug opgemaakt door dienst Waterwegen en Zeekanalen, uitgebreid met het aanpalend
gebouwenblok tot aan de volgende straat (met name tot aan de woningen in de Rijselstraat 84
en Oude Leielaan 1 en Rijselstraat 260).
Deze vrijstelling geldt tot aan de effectieve onteigening.
§5 Tegen de beslissing tot weigering van een vrijstelling bestaat geen beroepsmogelijkheid.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd om hierover te willen stemmen.
DAGORDEPUNT 15. BELASTING OP WONINGEN EN/OF GEBOUWEN DIE BESCHOUWD
WORDEN ALS LEEGSTAAND. WIJZIGING EN VASTSTELLING.
Het Schepencollege stelt voor de belasting op woningen en/of gebouwen die beschouwd worden als leegstaand
te wijzigen.
Gelet op de goedkeuring door de Vlaamse Overheid van de intergemeentelijke samenwerking
‘Kwalitatief Wonen in de Grensstreek’ met Menen, Wervik en Mesen;
Overwegende dat activiteit 1 ‘het ontwikkelen van een gemeentelijke beleidsvisie’ van deze
intergemeentelijke samenwerking onder meer gericht is op het screenen van de gemeentelijke
reglementen;
Overwegende dat activiteit 3 ‘het aanbieden van basisinformatie aan de inwoners’ van deze
intergemeentelijke samenwerking onder meer acties wenst op te zetten t.a.v. bepaalde
doelgroepen o.a. handelaars;
Overwegende dat activiteit 5 ‘het nemen van acties in het kader van het uitoefenen van een gronden pandenbeleid met het oog op betaalbaar wonen’ van deze intergemeentelijke samenwerking
onder meer gericht is op het aanpassen van belastingreglementen rekening houdend met de
evaluatie van bestaande belastingreglementen;
Overwegende dat de langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en
bestreden worden met als doel het activeren van woningen en/of gebouwen;
Overwegende dat een splitsing van het gemeentelijk belastingreglement in een luik woningen
en/of gebouwen en een luik handelspanden aangewezen is in kader van de administratieve
duidelijkheid voor de administratie en de burger;
Overwegende dat de Stad Menen momenteel een ruimtelijke planningsvisie uitwerkt ism
Intercommunale Leiedal voor het stadscentrum en de Leieboorden ( Masterplan Menen aan de
Leie/samen de stad ontwerpen);
ARTIKEL 4
§3 Een woning/ gebouw dat voorkomt op het gemeentelijke register van ongeschikte en/of onbewoonbare
woningen of op het register van leegstaande woningen en/ of gebouwen kan tegelijk worden opgenomen op
het register van verwaarloosde woningen en/of gebouwen. ( op advies van Wonen Vlaanderen – koppeling
met verwaarlozing).
wordt vervangen door :
ARTIKEL 4
§3 Een woning/ gebouw dat voorkomt op het gemeentelijke register van ongeschikte en/of onbewoonbare
woningen of op het register van leegstaande woningen en/ of gebouwen kan tegelijk worden opgenomen op
het register van verwaarloosde woningen en/of gebouwen. En omgekeerd.
ARTIKEL 8 - Schrapping
De zakelijke gerechtigde kan de schrapping aanvragen op eenvoudig verzoek.
Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de
helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie (artikel 1, 6) aangewend wordt gedurende een
termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. De beheerder van het leegstandsregister vermeldt als
datum van schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie.
Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat deze woning
gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt in overeenstemming met
de functie (artikel 1, 7).
Binnen een termijn van 30 dagen, ingaand de dag na deze van betekening van het aangetekend schrijven, vermeld
in artikel 6, §3, kan een zakelijk gerechtigde beroep aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen
tegen de beslissing tot weigering tot schrapping uit het leegstandsregister op de wijze vermeld in artikel 7.
wordt vervangen door :
ARTIKEL 8
Schrapping
De zakelijke gerechtigde kan de schrapping aanvragen op eenvoudig verzoek.
Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de
helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie (artikel 1, 6) aangewend wordt gedurende een
termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. De beheerder van het leegstandsregister vermeldt als
datum van schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie.
Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat deze woning
gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt in overeenstemming met
de functie (artikel 1, 7).
Binnen een termijn van 30 dagen, ingaand de dag na deze van betekening van het aangetekend schrijven, vermeld
in artikel 6, §3, kan een zakelijk gerechtigde beroep aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen
tegen de beslissing tot weigering tot schrapping uit het leegstandsregister op de wijze vermeld in artikel 7.
Indien het college van burgemeester en schepenen geen kennis geeft van de beslissing, dan wordt
het beroep geacht ingewilligd te zijn.
ARTIKEL 9
2° Vrijstelling voor onteigening.
Voorwaarde:
- het pand ligt in een door de gemeente goedgekeurd onteigeningsplan;
- of de eigenaar krijgt geen bouwvergunning omdat er een onteigeningsplan wordt voorbereid.
De vrijstelling geldt tot aan de effectieve onteigening.
wordt vervangen door :
2° Vrijstelling voor onteigening.
Voorwaarde:
-het pand ligt in een door de gemeente goedgekeurd onteigeningsplan;
-of de eigenaar krijgt geen bouwvergunning omdat er een onteigeningsplan wordt voorbereid.
-Panden gelegen in de risicozone naar aanleiding van het verhogen van de Leiebrug
opgemaakt door dienst Waterwegen en Zeekanalen, uitgebreid met het aanpalend
gebouwenblok tot aan de volgende straat (met name tot aan de woningen in de
Rijselstraat 84 en Oude Leielaan 1 en de Rijselstraat 260).
De vrijstelling geldt tot aan de effectieve onteigening.
ARTIKEL 9
7° Vrijstelling voor nieuwe eigenaar.
Indien de nieuwe eigenaar minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning op
voorwaarde dat
-in de loop van schorsingsperiode periode geen nieuwe overdracht plaatsvindt
-en binnen de vrijstellingsperiode het pand uit de inventaris wordt geschrapt, of intussen een andere
vrijstellingsperiode van toepassing is.
Deze vrijstelling geldt niet als de verkoper van het pand bloed- of aanverwant (tot de derde graad) is van de
nieuwe eigenaar, of rechtstreeks of onrechtstreekse controle uitoefent over de vennootschap die het pand
of het gebouw koopt.
Deze vrijstelling geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht.
wordt vervangen door :
7° Vrijstelling voor nieuwe eigenaar.
Indien de nieuwe eigenaar minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning op
voorwaarde dat
-in de loop van vrijstellingsperiode geen nieuwe overdracht plaatsvindt
Deze vrijstelling geldt niet als de verkoper van het pand bloed- of aanverwant (tot de derde graad) is van de
nieuwe eigenaar, of rechtstreeks of onrechtstreekse controle uitoefent over de vennootschap die het pand
of het gebouw koopt.
Deze vrijstelling geldt voor het heffingsjaar volgend op het verkrijgen van het zakelijk recht.
ARTIKEL 14
De vorige belastingverordening dd. 17 december 2012 wordt opgeheven vanaf de inwerkingtreding van het
huidig reglement, dit is vanaf 1 januari 2014 en zal bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 186 en 187
van het Gemeentedecreet.
Woningen en/of gebouwen die opgenomen zijn in het register onder voorgaande reglementering, vallen vanaf 1
januari 2014 onder de vernieuwde reglementering.
wordt vervangen door :
ARTIKEL 14
De vorige belastingverordening dd. 16 december 2013 wordt opgeheven vanaf de inwerkingtreding van het
huidig reglement, dit is vanaf 1 januari 2015 en zal bekendgemaakt worden overeenkomstig artikel 186 en 187
van het Gemeentedecreet door bekendmaking op de website en door inschrijving in het gemeentelijk register
der bekendmakingen.
Woningen en/of gebouwen die opgenomen zijn in het register onder voorgaande reglementering,
vallen vanaf 1 januari 2015 onder de vernieuwde reglementering.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd om hierover te willen stemmen.
DAGORDEPUNT 16. BELASTING OP HANDELSPANDEN DIE BESCHOUWD WORDEN ALS
LEEGSTAAND. WIJZIGING EN VASTSTELLING
Het Schepencollege stelt voor de belasting op woningen en/of gebouwen die beschouwd worden als leegstand
te splitsen en te wijzigen in een belasting op leegstaande woningen en/of gebouwen en een belasting op
handelspanden.
Gelet op de voorgaande gemeenteraadsbeslissing dd. 16 december 2013 houdende hervaststelling
belasting op woningen en/of gebouwen die beschouwd worden als leegstaand;
Overwegende dat de langdurige leegstand van gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden
worden met als doel het activeren van handelspanden;
Overwegende dat een splitsing van het gemeentelijk belastingreglement in een luik woningen
en/of gebouwen en een luik handelspanden aangewezen is in kader van de administratieve
duidelijkheid voor de administratie en de burger;
Overwegende dat de Stad Menen momenteel een ruimtelijke planningsvisie uitwerkt ism
Intercommunale Leiedal voor het stadscentrum en de Leieboorden ( Masterplan Menen aan de
Leie/samen de stad ontwerpen);
ARTIKEL 1
Definities
De volgende begrippen worden gebruikt:
1. administratie: de administratieve eenheid binnen de gemeentelijke administratieve eenheid die door het
gemeentebestuur wordt belast met het beheer van het register bedoeld in artikel 4.
2. woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin
of alleenstaande;
3. gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting
van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter
bestrijding envoorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;
4. leegstandsregister: het register van leegstaande woningen en/of gebouwen, opgemaakt en geactualiseerd op
grond van artikelen 2.2.6. tem 2.2.9. van het Grond- en Pandendecreet en zijn uitvoeringsbesluiten.
5. inventarisatiedatum: de datum waarop het gebouw en/of woning voor de eerste maal in het register wordt
opgenomen;
6. Leegstaande gebouwen:
Een gebouw wordt als leegstaand beschouwd indien meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet
overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste twaalf
opeenvolgende maanden.
Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het
gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane
stedenbouwkundige vergunning, melding in de zin van artikel 94 van het decreet Ruimtelijke Ordening,
milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning. Bij een
gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een
vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand
aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.
Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2°, van het
Decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing
van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze
activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst
afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning
die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
7. Leegstaande woningen:
Een woning wordt als leegstaand beschouwd wanneer zij gedurende een termijn van ten minste twaalf
opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met :
- 1° hetzij de woonfunctie;
- 2° hetzij elke andere door de Vlaamse Regering omschreven functie die een effectief en niet- occasioneel
gebruik van de woning met zich mee brengt. (DGP art . 2.2.6., § 3)
8. Renovatieschema:
Een door de administratie goedgekeurde nota die bestaat uit:
- een schets van het gebouw met aanduiding van de geplande werken;
- een volledige opsomming en beschrijving van de geplande werken;
- een raming van de kosten;
- foto’s van de te renoveren delen van de woning.
wordt vervangen door :
Definities
De volgende begrippen worden gebruikt:
1. administratie: de administratieve eenheid binnen de gemeentelijke administratieve eenheid die door het
gemeentebestuur wordt belast met het beheer van het register bedoeld in artikel 4.
2. gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting
van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1°, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter
bestrijding envoorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.
3. handelspand: het onroerend goed, waarin de handelszaak wordt uitgebaat, met uitsluiting van
alle delen die niet uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van de uitbating van de handelszaak.
4. leegstandsregister: het register van leegstaande woningen en/of gebouwen, opgemaakt en geactualiseerd op
grond van artikelen 2.2.6. tem 2.2.9. van het Grond- en Pandendecreet en zijn uitvoeringsbesluiten.
5. inventarisatiedatum: de datum waarop het gebouw voor de eerste maal in het register wordt opgenomen.
6. leegstaande gebouwen: een gebouw wordt als leegstaand beschouwd indien meer dan de helft van de totale
vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van
ten minste twaalf opeenvolgende maanden.
Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het
gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane
stedenbouwkundige vergunning, melding in de zin van artikel 94 van het decreet Ruimtelijke Ordening,
milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning. Bij een
gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is, of waarvan de functie niet duidelijk uit een
vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand
aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden.
Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2, 2°, van het
Decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing
van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze
activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is eerst
afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning
die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
7. leegstaand handelspand: elk handelspand dat kleiner is dan 500m² en waarvan minstens 12
opeenvolgende maanden niet meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte voor
handelsdoeleinden werd gebruikt. De functie van het handelspand is deze die overeenkomt met
een voor het gebouw afgeleverde stedenbouwkundige vergunning.
8. onafgewerkt gebouw: een gebouw waarvan de werken zijn aangevat maar waar de
stedenbouwkundige vergunning vervallen is, overeenkomstig artikel 4.6.2. uit de VCRO.
9. verwaarloosd gebouw: een gebouw met zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval.
De verwaarlozing wordt vastgesteld in een technisch verslag.
10. renovatieschema: een door de administratie goedgekeurde nota die bestaat uit:
- een schets van het gebouw met aanduiding van de geplande werken;
- een volledige opsomming en beschrijving van de geplande werken;
- een raming van de kosten;
- foto’s van de te renoveren delen van de woning.
11. stedelijke database ‘OnderMenen’: de stedelijke database bevat een oplijsting van leegstaande
handelspanden die opgenomen zijn in het gemeentelijk leegstandregister. Deze lijst wordt ter
beschikking gesteld van elke potentiële ondernemer en bekend gemaakt door Stad Menen.
ARTIKEL 6 - Wijze van inventarisatie van leegstaande en onafgewerkte woningen en/of
gebouwen
§1 De controleambtenaren zijn bevoegd om leegstand van een gebouw en/of woning te onderzoeken en in een
administratieve akte vast te stellen.
Onverminderd de toepassing van artikel 89bis van het wetboek van strafvordering, hebben de genoemde
ambtenaren toegang tot de gebouwen en/of woningen om alle voor de inventarisatie noodzakelijke
opsporingen en vaststellingen te verrichten wanneer het vermoeden bestaat dat een gebouw en/of woning
leegstaand is.
§2 Indien als gevolg van een beslissing een gebouw en/of woning wordt opgenomen in het register, wordt dit
vastgesteld in een gemotiveerde administratieve akte.
§3 De gemeente stelt de zakelijk gerechtigde(n) per aangetekende zending in kennis van de opname in het
leegstandsregister. Het schrijven geeft desgevallend aan welke vrijstellingen van de leegstandsheffing in het
leegstandsregister worden vermeld.
§4 Het vermoeden van leegstand van woningen en gebouwen gebeurt op basis van minstens één vaststelling:
 het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister;
 het ontbreken van een aangifte als tweede verblijf;
 het aanbieden als “te huur” of “te koop”;
 het vermoeden van een zo laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik in overeenstemming
met de woonfunctie of het normale gebruik van het gebouw kan worden uitgesloten;
 het vermoeden van het gebruik van een woonentiteit als domiciliewoning;
 de aanvraag om vermindering van onroerende voorheffing naar aanleiding van een leegstand of nonproductiviteit;
 het niet effectief benutten van meer dan 50% van de totale oppervlakte;
 getuigenissen;
 vaststellingen op het openbaar domein, enz.
Alle elementen worden opgenomen in de administratieve akte tot vaststelling van de leegstand.
wordt vervangen door :
ARTIKEL 6
Wijze van inventarisatie van leegstaande en onafgewerkte gebouwen
§1 De controleambtenaren zijn bevoegd om leegstand van een gebouw te onderzoeken en in een
administratieve akte vast te stellen.
Onverminderd de toepassing van artikel 89bis van het wetboek van strafvordering, hebben de genoemde
ambtenaren toegang tot de gebouwen om alle voor de inventarisatie noodzakelijke opsporingen en
vaststellingen te verrichten wanneer het vermoeden bestaat dat een gebouw leegstaand is.
§2 Indien als gevolg van een beslissing een gebouw wordt opgenomen in het register, wordt dit vastgesteld in
een gemotiveerde administratieve akte.
§3 De gemeente stelt de zakelijk gerechtigde(n) per aangetekende zending in kennis van de opname in het
leegstandsregister met in bijlage de administratieve akte van leegstand. Het schrijven geeft
desgevallend aan welke vrijstellingen van de leegstandsheffing in het leegstandsregister worden vermeld.
§4 Het vermoeden van leegstand van gebouwen gebeurt op basis van minstens één vaststelling:
 het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister;
 het aanbieden als “te huur” of “te koop”;
 het vermoeden van een zo laag verbruik van de nutsvoorzieningen waarbij het normale gebruik van het
gebouw kan worden uitgesloten;
 het niet effectief benutten van meer dan 50% van de totale vloeroppervlakte;
 getuigenissen;
 vaststellingen op het openbaar domein, enz.
 activiteit in Kruispuntbank van Ondernemingen.
Alle elementen worden opgenomen in de administratieve akte tot vaststelling van de leegstand.
ARTIKEL 8 - Schrapping
De zakelijke gerechtigde kan de schrapping aanvragen op eenvoudig verzoek.
Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de
helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie (artikel 1, 6) aangewend wordt gedurende een
termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. De beheerder van het leegstandsregister vermeldt als
datum van schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie.
Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat deze woning
gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt in overeenstemming met
de functie (artikel 1, 7).
Binnen een termijn van 30 dagen, ingaand de dag na deze van betekening van het aangetekend schrijven, vermeld
in artikel 6, §3, kan een zakelijk gerechtigde beroep aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen
tegen de beslissing tot weigering tot schrapping uit het leegstandsregister op de wijze vermeld in artikel 7.
wordt vervangen door :
ARTIKEL 8
Schrapping
De zakelijke gerechtigde kan de schrapping aanvragen op eenvoudig verzoek.
Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt, eens een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de
helft van de totale vloeroppervlakte overeenkomstig de functie (artikel 1, 6) aangewend wordt gedurende een
termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden. De beheerder van het leegstandsregister vermeldt als
datum van schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie.
Binnen een termijn van 30 dagen, ingaand de dag na deze van betekening van het aangetekend schrijven, vermeld
in artikel 6, §3, kan een zakelijk gerechtigde beroep aantekenen bij het college van burgemeester en schepenen
tegen de beslissing tot weigering tot schrapping uit het leegstandsregister op de wijze vermeld in artikel 7.
Indien het college van burgemeester en schepenen geen kennis geeft van de beslissing, dan wordt
het beroep geacht ingewilligd te zijn.
ARTIKEL 9
De houder van een zakelijk recht, bedoeld in artikel 3, kan volgende vrijstellingen schriftelijk bekomen mits
schriftelijke aanvraag en vergezeld van de nodige bewijsstukken:
1° Vrijstelling voor de eigenaar (bewoner ) zonder andere woning.
Voorwaarde:
- de eigenaar is de laatste bewoner van het geïnventariseerd pand en woont er niet meer wegens
verblijf in een erkend tehuis of een psychiatrische instelling of zich in een vergelijkbare situatie bevindt
waarbij overmacht kan worden bewezen
-en hij bezit geen andere woning.
Deze vrijstelling geldt voor een periode van maximaal 5 jaar.
De eigenaar die dienaangaande een valse verklaring aflegt, wordt wegens ontduiking bestraft met het dubbele
bedrag van de heffing.
2° Vrijstelling voor onteigening.
Voorwaarde:
-het pand ligt in een door de gemeente goedgekeurd onteigeningsplan;
-of de eigenaar krijgt geen bouwvergunning omdat er een onteigeningsplan wordt voorbereid.
De vrijstelling geldt tot aan de effectieve onteigening.
wordt vervangen door :
De houder van een zakelijk recht, bedoeld in artikel 3, kan volgende vrijstellingen bekomen mits schriftelijke
aanvraag en vergezeld van de nodige bewijsstukken:
1° Vrijstelling door opname in de stedelijke database ‘ OnderMenen’
De voorwaarden tot opname worden verder bepaald in artikel 10.
Deze vrijstelling geldt voor een periode van 1 jaar vanaf het moment van opname in de
stedelijke database en is eenmalig. Via de opname in deze database stelt de houder van het
zakelijk recht zijn leegstaand gebouw ter beschikking voor tijdelijke invullingen. Indien de
houder van het zakelijk recht de invulling weigert zonder gegronde redenen, binnen de
vrijstellingsperiode, dan vervalt deze vrijstelling. Het eerste jaar na de vrijstelling betaalt de
belastingschuldige de minimumheffing, zoals bepaald in art.11, §2. Het tweede jaar na de
vrijstelling valt de belastingschuldige terug op de oorspronkelijke heffingsplicht.
2° Vrijstelling voor onteigening.
Voorwaarde:
-het pand ligt in een door de gemeente goedgekeurd onteigeningsplan;
-of de eigenaar krijgt geen bouwvergunning omdat er een onteigeningsplan wordt voorbereid;
-Panden gelegen in de risicozone naar aanleiding van het verhogen van de Leiebrug
opgemaakt door dienst Waterwegen en Zeekanalen, uitgebreid met het aanpalend
gebouwenblok tot aan de volgende straat (met name tot aan de woningen in de
Rijselstraat 84 en Oude Leielaan 1 en Rijselstraat 260).
De vrijstelling geldt tot aan de effectieve onteigening.
ARTIKEL 9
5° Vrijstelling wegens bijzondere gevallen van overmacht.
Voorwaarde:
Het effectieve gebruik van het pand is onmogelijk door een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk
onderzoek.
Deze vrijstelling geldt tot 2 jaar na het einde van de onmogelijkheid van het effectief gebruik.
wordt vervangen door :
5° Vrijstelling wegens bijzondere gevallen van overmacht.
Voorwaarde:
Het effectieve gebruik van het pand is onmogelijk door een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk
onderzoek. Of andere strafrechtelijke procedures - los van verzegeling- die er voor zorgen dat
het gewoonlijk gebruik van het handelspand onmogelijk maken.
Deze vrijstelling geldt tot 2 jaar na het einde van de onmogelijkheid van het effectief gebruik.
ARTIKEL 9
8° Vrijstelling voor renovatiewerken.
Voorwaarde:
-of het voorleggen van een goedgekeurde stedenbouwkundige vergunning afgeleverd maximum 2 jaar
voorafgaand aan het leegstandsjaar tot en met het 31 december van het leegstandsjaar waarop de
belasting betrekking heeft. Dit voor renovatiewerken waarvoor een stedenbouwkundige vergunning
vereist is;
-of het voorleggen van een renovatieschema waarvan de werken gestart zijn in het leegstandsjaar
waarop de belasting betrekking heeft;
Deze vrijstelling is eenmalig en geldt voor het jaar waarop de belasting betrekking heeft en het
daaropvolgend jaar.
Ingeval van niet bewoning binnen de gestelde termijn kan verlenging van deze termijn aangevraagd worden
mits een gemotiveerde aanvraag vóór het verstrijken van de vrijstellingstermijn.
Tegen de beslissing tot weigering van een vrijstelling bestaat geen beroepsmogelijkheid.
wordt vervangen door :
8° Vrijstelling voor renovatiewerken.
Voorwaarde:
- of het voorleggen van een goedgekeurde stedenbouwkundige vergunning afgeleverd maximum 2 jaar
voorafgaand aan het leegstandsjaar tot en met het 31 december van het leegstandsjaar waarop de
belasting betrekking heeft. Dit voor renovatiewerken waarvoor een stedenbouwkundige vergunning
vereist is;
- of het voorleggen van een renovatieschema waarvan de werken gestart zijn in het leegstandsjaar
waarop de belasting betrekking heeft;
Deze vrijstelling is eenmalig en geldt voor het jaar waarop de belasting betrekking heeft en het
daaropvolgend jaar.
Ingeval het gebouw nog niet in gebruik is binnen de gestelde termijn, kan verlenging van deze termijn
aangevraagd worden mits een gemotiveerde aanvraag vóór het verstrijken van de vrijstellingstermijn.
Tegen de beslissing tot weigering van een vrijstelling bestaat geen beroepsmogelijkheid.
ARTIKEL 10 (volledig nieuw artikel)
Stedelijke database ‘OnderMenen’
§1. De stedelijke database ‘OnderMenen’ heeft als doel ondernemerschap te bevorderen en
leegstand te bestrijden. Dit gebeurt door het ter beschikking stellen van leegstaande
handelspanden voor tijdelijke invullingen.
§2. De houder van het zakelijk recht van een leegstaand handelspand kan zijn handelspand laten
opnemen in de stedelijke database ‘OnderMenen’ indien hij akkoord gaat met het feit dat zijn
handelspand ter beschikking wordt gesteld aan onderstaande voorwaarden:
-Stad Menen mag het handelspand aanbieden aan elke, volgens haar potentiële, ondernemer
die geïnteresseerd is in de formule.
-De houder van het zakelijk recht gaat akkoord met een gebruiksregeling en ontvangt een
verlaagde gebruiksvergoeding.
-De gebruiksregeling bestaat uit drie opties op vlak van gebruikstermijn:
Gebruikstermijn
Wvo gebouw (m²)
Maandelijkse
gebruiksvergoeding
3 maanden
0 - 99
100 - 249
250 - …
150 euro
300 euro
450 euro
6 maanden
0 – 99
100 – 249
250 - …
225 euro
450 euro
675 euro
1 jaar
0 – 99
100 – 249
250 - …
300 euro
600 euro
900 euro
-De houder van het zakelijk recht verklaart dat voor de afgesloten gebruikstermijn de
invulling onafgebroken zal plaats vinden, zichtbaar vanop het openbaar domein.
-De houder van het zakelijk recht verklaart akkoord te zijn met het feit dat eventuele
invullingen duidelijk kenbaar gemaakt zullen worden als een realisatie binnen het concept van
‘OnderMenen’.
§3. Het gebouw zal niet opgenomen worden in de stedelijke database ‘OnderMenen’ indien:
-De houder van het zakelijk recht de invulling weigert zonder gegronde reden
-Er niet wordt voldaan aan de voorwaarden opgelegd in artikel 10, §2.
-De voorgevel van het handelspand verwaarloosd en/of onafgewerkt is.
§4. De ondernemer moet voldoen aan minimale openingsuren van 8 uur per week die
bepaald worden in de standaardovereenkomst.
§5. Leegstaande handelspanden gelegen binnen de handelsas Menen (afbakening handelsas: zie
bijlage) kunnen opgenomen worden in de stedelijke database ‘OnderMenen’.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd om hierover te willen stemmen.
DAGORDEPUNT 17. BELASTING OP DE HUIS-AAN-HUIS VERSPREIDING VAN NIETGEADRESSEERDE RECLAMEBLADEN AJ 2015-2019. WIJZIGING EN VASTSTELLING.
Het Schepencollege stelt voor de belasting op de huis-aan-huis verspreiding van niet-geadresseerde
reclamebladen te wijzigen.
Overwegende dat streekbladen informatie verstrekken van algemeen nut waardoor het billijker is
om een redelijker tarief in te lassen;
Overwegende dat een vrijgesteld gecumuleerd gewicht van 100 gram op jaarbasis billijker is
ARTIKEL 5
In afwijking van artikel 4 wordt de belasting vastgesteld op 0,0003 euro per gram per exemplaar voor de
drukwerken die ten minste 48 maal per jaar verschijnen, een gevarieerd aantal van minstens 20 verschillende
adverteerders opnemen en een vast redactioneel gedeelte bevatten van stadsberichten, wachtdiensten, agenda’s,
kleine aankondigingen van particulieren, streeknieuws verzorgd door journalistieke medewerkers.
wordt vervangen door :
ARTIKEL 5
In afwijking van artikel 4 wordt de belasting vastgesteld op 0,0001euro per gram per exemplaar voor de
drukwerken die ten minste 48 maal per jaar verschijnen, een gevarieerd aantal van minstens 20 verschillende
adverteerders opnemen en een vast redactioneel gedeelte bevatten van stadsberichten, wachtdiensten, agenda’s,
kleine aankondigingen van particulieren, streeknieuws verzorgd door journalistieke medewerkers.
ARTIKEL 6
Vrijstelling van belasting wordt voorzien voor:
Publicaties waarbij het gecumuleerd gewicht op jaarbasis niet meer dan 50 gram bedraagt. Vanaf het
gecumuleerd gewicht op jaarbasis meer dan 50 gram bedraagt wordt alle drukwerk integraal belast vanaf het
eerste exemplaar
publicaties van feestcommissies van straten, wijken of dorpen die gesubsidieerd worden door de stad of die lid
zijn van een adviesraad
publicaties voor sport, jeugd en socio-culturele activiteiten van verenigingen die gesubsidieerd worden door de
stad of die lid zijn van een adviesraad
publicaties van openbare diensten en van politieke partijen
verspreiding van rouwberichten
publicaties waarvan de bedrukte oppervlakte voor 50% of meer ingenomen wordt door algemene informatie
zonder handelskarakter
wordt vervangen door :
ARTIKEL 6
Vrijstelling van belasting wordt voorzien voor:
Publicaties waarbij het gecumuleerd gewicht op jaarbasis niet meer dan 100 gram bedraagt. Vanaf het
gecumuleerd gewicht op jaarbasis meer dan 100 gram bedraagt wordt alle drukwerk integraal belast vanaf het
eerste exemplaar
publicaties van feestcommissies van straten, wijken of dorpen die gesubsidieerd worden door de stad of die lid
zijn van een adviesraad
publicaties voor sport, jeugd en socio-culturele activiteiten van verenigingen die gesubsidieerd worden door de
stad of die lid zijn van een adviesraad
publicaties van openbare diensten en van politieke partijen
verspreiding van rouwberichten
publicaties waarvan de bedrukte oppervlakte voor 50% of meer ingenomen wordt door algemene informatie
zonder handelskarakter
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd om hierover te willen stemmen.
DAGORDEPUNT 18. RETRIBUTIE OP AANVOER HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN NAAR
DE RECYCLAGEPARKEN. WIJZIGING EN VASTSTELLING.
Het Schepencollege stelt voor de retributie op aanvoer huishoudelijke afvalstoffen naar de recyclageparken te
wijzigen.
Gelet op de brief van MIROM dd. 18 november 2014 waarbij de raad van bestuur vraagt om de
lijst met de goedgekeurde tarieven te willen voorleggen aan de gemeenteraad;
De lijst met de tarieven van MIROM zit in het dossier.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd om hierover te willen stemmen.
DAGORDEPUNT 19. RETRIBUTIE OP DE UITVOERING VOOR WERKEN VOOR DERDEN
VANAF 2015. WIJZIGING EN VASTSTELLING.
Het Schepencollege stelt voor de retributie uitvoering werken voor derden te wijzigen.
Gelet op het principe ‘de vervuiler betaalt’.
Overwegende dat het noodzakelijk is ook de kostprijs terug te vorderen voor opruimkosten door de
technische diensten van de stad naar aanleiding van sluikstorten, alsook de ambtshalve opruiming bij manifeste
verwaarlozing van eigendommen dat het redelijk en proportioneel is deze tarieven te diversifiëren naargelang de
omvang van het sluikstorten en achterlaten van afval.
Overwegende dat deze aanrekening van kostprijs voor opruimkosten de reële kosten betreffen, die variëren
naargelang het type en de hoeveelheid afval die wordt achtergelaten, en de ophaling , de opruiming, de
personeelskost, de materiaalkost, en de afvalverwerking van het achtergelaten sluikstort omvatten;
Overwegende dat het noodzakelijk is om naast de administratieve sanctie (GAS) voor sluikstort, opgelegd door
de sanctionerende ambtenaar als sanctie voor overtreding van de algemene politieverordening;, ook de reële
kost als retributie aan te rekenen aan de vervuiler.
Dit punt wordt toegevoegd in artikel artikel 2: De retributie wordt vastgesteld als volgt:
Opruimkosten
CATEGORIE AFVAL
OMSCHRIJVING
BASISTARIEF
(minimumtarief) ter
vergoeding van
personeelskost,
opruimkost, verwerking
VARIABEL TARIEF
Klein afval/ losse
voorwerpen
Middelgroot afval
Groot afval
Zeer groot afval
beperkt tot losse
afzonderlijke afvalresten,
zoals fles, blikje, papier,
peuk…
Kleine plastic zak of doos
van 1 tot 5 kg
1 grote vuilniszak 5-10 kg
Meerdere afvalzakken of
dozen (totaal +10 kg)
+ 50 kg
Grofvuil, zetels,
bouwmaterialen…
Ambtshalve opruimen
van verwaarloosde
/verwilderde percelen
en verwijdering afval)
50,00 €
+ 10,00 €
50,00 €
+ 20,00 €
50,00 €
50,00 €
+ 30,00 €
+ 30,00 € per zak/doos
De reële kostprijs van personeel, inzet wagens en
machines, vervoer, verwerkingskost, eventuele
externe kosten
Met een minimum van 250,00 €
+ administratieve kost van 90 €
De reële kostprijs van personeel, machines,
vervoer, verwerkingskost, eventuele externe
kosten
Met een minimum van 250,00 €
+ administratieve kost van 90 €
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd om hierover te willen stemmen
DAGORDEPUNT 20. BIBLIOTHEEK. AANPASSING VAN HET REGLEMENT VOOR DE
BIBLIOTHEEKGEBRUIKER. GOEDKEURING.
In de vergadering van de bibliotheekraad van dinsdag 4 november 2014 werden enkele wijzigingen aan het
reglement voor de bibliotheekgebruiker besproken. De wijziging van de kopieertarieven heeft te maken met
het feit dat alles voortaan via het fotokopieertoestel afgedrukt zal worden (de printer bij de internetpc’s
verdwijnt), dat er hiervoor nieuwe beheer software aangekocht is en dat de huidige kopieerkaarten verdwijnen.
De twee andere wijzigingen beogen de tekst van het reglement duidelijker te maken.
Momenteel bepaalt het reglement voor de gebruiker wat betreft het kopiëren en printen de volgende tarieven :
Art. 19
Met inachtneming van de wetgeving op het kopiëren kunnen leners kopiëren uit boeken en tijdschriften en afdrukken van
de catalogus en internet bekomen.
Met een kopieerkaart kost een zwart-witkopie 1 eenheid, een kleurenkopie 5 eenheden
Kopieerkaarten kosten :
25 eenheden
€ 2,00 (= 8 ct per kopie)
50 eenheden
€ 4,00
100 eenheden
€ 6,50 ( = 6,5 ct per kopie)
Afdrukken en losse zwart/wit fotokopies kosten € 0,20.
Vanaf december verdwijnt de huidige printer bij de internetpc’s en wordt alles afgedrukt via de kopieermachine
aan de balie. De betaling zal gebeuren via het beheerssysteem Tracs. Aangezien de kopieerkaarten niet meer
gebruikt kunnen worden en alle betalingen via de betaalautomaat zullen gebeuren is het nodig om nieuwe
tarieven vast te leggen.
Voorstel nieuwe tarieven :
A4 Z/W
10 ct
A3 Z/W
A4 Kleur
A3 Kleur
20 ct
30 ct
60 ct
De bibliotheekraad heeft hierover een gunstig advies uitgebracht.
Een tweede wijzigng betreft de opname in het reglement van het maximale boetetarief van 9 euro. (artikel 15
van het reglement). Door de verhoging van het boetetarief van 3 of 7 cent naar 10 cent per dag is de maximale
boete verhoogd naar 9 euro per materiaal (na drie maanden nalatigheid). Aangezien men 15 objecten
tegelijkertijd kan ontlenen, kan het gebeuren dat men 135 euro boete moet betalen. Leners schrikken van
dergelijke hoge bedragen, ook al hebben ze op dat moment al meerdere maningsbrieven ontvangen.
De bibliotheekraad adviseert om dit maximum bedrag in het reglement op te nemen om
discussies te vermijden en daarnaast in de derde en vierde verwittiging die de leners krijgen, te
vemelden hoeveel de lener op dat moment al moet betalen.
Een derde wijziging gaat het overbrengen van materialen van de ene locatie naar een andere. Volgens de letter
van artikel 11 dient hiervoor 60 cent betaald. Maar bij de verhuis van het filiaal van Rekkem was het wel de
bedoeling om materialen die niet aanwezig zijn in Rekkem, gratis te laten overbrengen.
Voorgesteld wordt om dit ook voor Menen en Lauwe toe te passen. Artikel 11 moet daarvoor aangevuld
worden met een zin. Het overbrengen van Menen naar Rekkem gebeurt door de stadsbode. Overbrenging
naar Lauwe of omgekeerd zal door personeelsleden gebeuren.
De bibliotheekraad gaat hiermee akkoord maar om te vermijden dat veelgelezen boeken
permanent van Lauwe naar Menen verhuizen, wordt voorgesteld toe te voegen dat dit niet geldt
voor toptien boeken.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd de voorgestelde wijzigingen aan het reglement goed te keuren.
DAGORDEPUNT 21. RENTELOZE LENING VAN STAD MENEN AAN AGB WOONBEDRIJF
MENEN.
Het A.G.B. Woonbedrijf Menen nam de taak op zich om als bouwheer van de brandweerkazerne op te treden
en dan het gebouw met een overeenkomst ( onroerende financieringshuur ) ter beschikking te stellen van Stad
Menen. ( beslissing SC overdrachtsovereenkomst van 24/02/2014 en beslissing GR opstalovereenkomst en
kaderovereenkomst van onroerende financieringshuur van 24/02/2014).
Dit alles in het kader van het spreiden van de BTW op de bouwkost over 15 jaar.
Gelet op het feit dat het geld initieel niet op het budget van het AGB was voorzien maar via de budgetwijziging
bij stad werd op rekening 664000/062902/subproject AGB/investeringsenveloppe OB-RO&W van de stad een
kapitaalsubsidie voorzien ten gunste van het AGB en dit ter betaling van de facturen door het AGB voor de
uitgevoerde werken. Deze kapitaalsubsidie wordt uitbetaald in schijven en dit ten bedrage van de goedgekeurde
facturen.
In de situatie zoals die nu is betaalt de stad naast een leasingsvergoeding ook de volledige bouwkost ( via de
betaling van de facturen ).
Er wordt dan ook voorgesteld om deze gelden ( maximaal 2.700.000,00 EUR voor de volledige bouw ) te
aanzien als een renteloze lening van stad naar AGB en deze lening terug te laten betalen over 15 jaar door het
AGB en ingaande vanaf 2015.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd om akkoord te gaan met dit ontwerp van overeenkomst . Het
correcte bedrag van de lening kan pas opgesteld worden na de voorlopige oplevering ( volledige
kostprijs is dan pas gekend ).
DAGORDEPUNT 22. GEMEENTELIJKE VERBETERINGSPREMIE VOOR PARTICULIERE
HUURWONINGEN
Onder de vorige gemeentelijke verbeterings- en aanpassingspremie konden zowel huurders als verhuurders
aanspraak maken op gemeentelijke premies, mits ze voldeden aan de voorwaarden.
Met de analyse en de screening van de gemeentelijke premiereglementen in 2013, werd de gemeentelijke
verbeteringspremie herwerkt en ligt de focus op eigenaar-bewoners en enkel woningen gelegen in de perimeter
Menen-Centrum en Menen-Barakken komen in aanmerking.
Door de invoering van een verbeteringspremie voor private huurwoningen wil het beleid inzetten op de
kwaliteit van het huurpatrimonium en wil men de positie van de zwakke huurder verbeteren.
In het dossier Intergemeentelijke Samenwerking ‘Kwalitatief wonen in de grensstreek’ Mesen, Wervik en Menen
staan deze doelstellingen beschreven onder volgende activiteiten:
- activiteit 1: ‘Het ontwikkelen van een gemeentelijke beleidsvisie’, waarbij het beleid de visie heeft om de
kwaliteit van de stedelijke woonomgeving te verbeteren. Ondermeer door het screenen van de
gemeentelijke reglementen met als gevolg een optimalisering van de reglementen.
- activiteit 3: ‘Het aanbieden van basisinformatie aan de burgers’. Meer bepaald het opzetten van acties t.a.v.
bepaalde doelgroepen, hier specifiek huurders en verhuurders.
- activiteit 4: ‘verbetering van het kwaliteit van het woningpatrimonium’. Onder deze activiteit wenst het
beleid uitvoering te geven aan de visie uit activiteit 1, namelijk de optimalisatie van reglementen en het
opzetten van acties met als resultaat een stijging van gezonde huurwoningen op de woningmarkt door
onder andere het uitreiken van een lokaal kwaliteitslabel. Het bekendmaken van instrumenten
woonkwaliteit valt hier eveneens onder.
- activiteit 6: ‘verbetering positie zwakke huurder’. Ten aanzien van de zwakke huurder, het promoten
van initiatieven. In dit geval het uitreiken van lokale kwaliteitslabels en het kunnen raadplegen van een
lijst met gezonde huurwoningen. Ten aanzien van verhuurders: het promoten van het
conformiteitsattest en het lokale kwaliteitslabel.
Het beleid wil eigenaar-verhuurders stimuleren om te investeren in hun huurpand.
Het gemeentelijk premiereglement voor particuliere huurwoningen koppelt het verkrijgen van de premie aan de
kwaliteit van de huurwoningen.
Een aanvraag voor een premie gaat gepaard met een vooronderzoek naar de kwaliteit van de huurwoning en
het ondertekenen van door de eigenaar van een intentieverklaring waarbij hij zich akkoord verklaart dat indien
zijn woning meer dan 15 strafpunten scoort volgens de Vlaamse Wooncode, de administratieve procedure bij
Wonen Vlaanderen opgestart wordt.
Het vooronderzoek gebeurt door de technische medewerker van de dienst huisvesting.
Er worden drie lokale kwaliteitslabels (geldigheidsduur: 5 jaar) ingevoerd.
- C-label : 14- 9 strafpunten
- B-label: 8- 3 strafpunten
- A-label: 2-0 strafpunten
Het C-label staat gelijk met het bestaande conformiteitsattest ( geldigheidsduur: 10 jaar) en hiervoor betaalt de
eigenaar € 62,50 gemeentelijke retributie.
A en B-labels betalen geen retributie van € 62,50 en worden gepubliceerd op een lijst gezonde huurwoningen
die raadpleegbaar is.
Een C-label wordt niet gepubliceerd.
Het logo voor de labels is in ontwerp. De labels worden voorzien aan de huurwoning en de codering staat
vermeld op de lijst gezonde huurwoningen.
Er kan een premie verkregen worden voor het uitvoeren van diverse bouwonderdelen, die afgestemd zijn op de
Vlaamse premies.
Een premie wordt enkel uitbetaald indien men in aanmerking komt voor een label en het premiebedrag is
afhankelijk van het aantal strafpunten dat de woning heeft.
Per strafpunt wordt de premie met 100 euro verminderd.
De gemeentelijke verbeteringspremie voor particuliere huurwoningen is van toepassing op het grondgebied
Menen.
De voorbereidingen en uitwerking van dit reglement met de kwaliteitslabels gebeurde in een ad hoc werkgroep
‘Kwaliteitslabel’ waar volgende actoren deel van uit maakten: dienst huisvesting, OCMW en de beleidswerker
van Wonen West-Vlaanderen en de schepen van huisvesting.
De reglementen werden ter advies voorgelegd aan het Lokaal Woonoverleg dd. 15.10.2014 en op de
Commissie wonen bijeen op 13.11.2014.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd de gemeentelijke verbeteringspremie voor particuliere
huurwoningen goed te keuren.
DAGORDEPUNT 23. SUBSIDIEREGLEMENT SOCIAAL PEDAGOGISCHE TOELAGE.
VASTSTELLING.
Sinds 1 september 2013 is de provinciale sociaalpedagogische toelagen afgeschaft.
Er is daarom een actuele nood tot het herinvoering van een stedelijke sociaalpedagogische toelage, en om de
modaliteiten tot toekennen van de stedelijke sociaalpedagogische toelage opnieuw te bepalen;
De eerdere stedelijke sociaalpedagogische toelage dd. 2001 werd immers eind 2013 bij gemeenteraadsbeslissing
afgeschaft .
De invoering van deze financiële tussenkomst voor sociaalpedagogische toelage kadert in het algemeen
beleidsplan en het sociaal beleidsplan van de stad Menen, en is ingegeven vanuit de bezorgdheid om gezinnen
met kinderen met een handicap te ondersteunen bij de verzorging en opvoeding van deze kinderen, rekening
houdend met de bijzondere zorgen die deze kinderen vereisen;
Het begrip ‘handicap’ wordt geactualiseerd en verruimd door toepassing van en quotering op de medisch
sociale schaal (3 pijlers);
De toelage bedraagt :
-75 euro per jaar voor kinderen met een handicap die permanent thuis verzorgd worden
-50 euro per jaar voor kinderen met een handicap die schoolgaand zijn, en/of naar een dagopvang gaan,
en/of opgenomen zijn in een instelling
In het kader van administratieve vereenvoudiging is ook de aanvraagprocedure zo eenvoudig mogelijk gehouden.
Op de begroting zullen de nodige budgetten worden voorzien.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd het subsidiereglement voor sociaalpedagogische toelage goed te
keuren en vast te stellen.
DAGORDEPUNT 24. REGLEMENT OP HET TOEKENNEN VAN EEN WERKINGS- EN
VORMINGSTOELAGE AAN ERKENDE KINDERDAGVERBLIJVEN. VASTSTELLING.
In de gemeenteraad van 23 november 2001 werd een herziening van het reglement op het toekennen van een
werkingstoelage aan erkende kinderdagverblijven goedgekeurd.
De herziening werd aangekaart op het Dagelijks Bestuur van het LOKO en er werd beslist om de voorwaarden
voor de erkenning van een werkingstoelage te herschrijven. Er werd tevens beslist om ook een vormingstoelage
toe te kennen aan de erkende kinderdagverblijven.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd goedkeuring van het reglement op het toekennen van een
werkings-en vormingstoelage aan erkende kinderdagverblijven.
DAGORDEPUNT 25. SUBSIDIEREGLEMENT TOT TOEKENNEN EN VERDELING
WERKINGSTOELAGE AAN SENIORENVERENIGINGEN. GOEDKEURING WIJZIGINGEN EN
HERVASTSTELLING.
Op 26 augustus 1977 werd de OuderenAdviesRaad (OAR) geïnstalleerd.
Op vraag van alle aangesloten verenigingen werd voorgesteld het reglement tot toekennen en verdeling van
werkingstoelagen aan de seniorenverenigingen aan te passen. Het puntensysteem opgenomen in het bestaande
reglement van 2011 voldoet immers niet meer aan de huidige activiteiten van de verenigingen.
Alle bij de OAR aangesloten verenigingen konden voorstellen tot wijziging van het bestaande subsidiereglement
indienen.
Na bespreking in het dagelijks bestuur van de OAR , en op voorstel van de Algemene vergadering van de OAR
dd. 16.01.2014, werd een voorstel van vernieuwd subsidiereglement uitgewerkt
De algemene vergadering van 8 oktober 2014 verleende formeel positief advies bij het voorliggend reglement
tot toekennen en verdeling van werkingstoelagen aan de seniorenverenigingen
Gelet op de ontwerptekst van subsidiereglement voor verdeling van toelagen aan seniorenverenigingen, ter
goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd;
Overwegende dat de werkingstoelage enerzijds gebaseerd wordt op het aantal leden (vast bedrag : min 75e en
max 300 €), en anderzijds op basis van het waarderingscijfer toegekend aan hun activiteiten en de mate van
regelmaat of inhoud in activiteiten (variabel bedrag);
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd om de wijzigingen aan het subsidiereglement tot toekennen en
verdeling van werkingstoelagen aan de seniorenverenigingen goed te keuren en het subsidiereglement
opnieuw vast te stellen.
DAGORDEPUNT 26. OCMW MENEN. EERSTE BUDGETWIJZIGING 2014. GOEDKEURING.
In de gemeenteraad van 26 mei 2014 werd het meerjarenplan 2014-2019 van het OCMW Menen goedgekeurd.
In dezelfde zitting werd kennis genomen van het OCMW-budget 2014.
De OCMW-Raad heeft in zitting van 4 november 2014 beslist om over te gaan tot een eerste budgetwijziging
2014. In bijlage vindt u een exemplaar van deze wijziging.
In deze budgetwijziging werd het resultaat uit de rekening 2014 ten bedrage van 7.387.340,80 ingebracht. Het
gecumuleerde overschot op de gemeentelijke bijdrage van 949.701,92 euro maakt hier ook deel van uit.
De gemeentelijke bijdrage 2014 wijzigt niet door deze eerste budgetwijziging en blijft dus op 5.167.000,00 euro.
De financiële toestand na deze budgetwijziging kan als volgt worden samengevat:
MJP en B 2014 gebudgetteerde stadsbijdrage voorziene stadsbijdrage in meerjarenplan stad 5.167.000,00
Autofinancieringsmarge 5.167.000,00
5.167.000,00
Resultaat op kasbasis BW 2014 5.167.000,00
5.228.667,00
6.148.822,00
‐984.586,00
‐1.104.014,00
De autofinancieringsmarge daalt ten opzichte van het oorspronkelijke budget en past dus niet meer in het
meerjarenplan. Hierdoor dient de gemeenteraad zich uit te spreken over de al dan niet goedkeuring van deze
budgetwijziging.
Een tweede gevolg van de daling van de autofinancieringsmarge is dat in principe een aanpassing van het
meerjarenplan nodig was.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd deze budgetwijziging goed te keuren.
DAGORDEPUNT 27. PROTESTANTSE KERK MENEN. REKENING 2013. ADVIES.
Op 2 oktober 2014 diende de Protestantse kerk de rekening 2013 in bij het stadsbestuur.
Op 21 november werden de laatste verantwoordingsstukken ingediend. Binnen een termijn van 50 dagen, die
ingaat de dag na het inkomen van de rekeningen, moet de gemeenteraad advies uitbrengen over de rekeningen
en dit advies overmaken aan de provinciegouverneur. Deze termijn loopt dus af op 10 januari 2015.
De bestuursraad heeft deze rekening afgesloten met een positief exploitatieresultaat van 2.612,20 euro.
De totale exploitatietoelage bedroeg 34.085,29 euro waarvan 29.654,20 euro ten laste van de Stad Menen.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd Deze rekening gunstig te adviseren.
DAGORDEPUNT 28. SANERINGSBIJDRAGE. GOEDKEURING GEMEENTELIJK TARIEF.
Op 26 januari 2007 keurde de Gemeenteraad de overeenkomst met de V.M.W. goed waarbij onder andere de
bijdrage voor het opvangen en transporteren van afvalwater van abonnees (BOT) en een vergoeding van eigen
waterwinners op het grondgebied (VEW) werd vastgelegd vanaf 2007. De stad bepaalde in een bijlage aan deze
overeenkomst het tarief aan de hand van een factor op de bovengemeentelijke heffing. Zoals de meeste
gemeenten is in Menen vanaf 2007 gekozen om de maximale factor (1,4) toe te passen tot een verbruik van
6000m³ en om de helft te hanteren ( 1,4/2 ) vanaf 6001m³. ( zie bijlage aan de overeenkomst )
In een schrijven van de Watergroep dd 20/11/2014 laat men weten dat de bovengemeentelijk bijdrage – mits
goedkeuring van de betrokken Minister – vanaf 1 januari 2015 zal stijgen van 0,96€/m³ naar 1,2066€/m³.
Gelet op het feit dat de gemeentelijke saneringsbijdrage gekoppeld is aan de bovengemeentelijke, zou het
gemeentelijk tarief automatisch mee stijgen van 1,344€/m³ naar 1,6892€/m³. Concreet zou dit een stijging van
deze lasten betekenen van 25,68%.
De Watergroep vraagt om eventuele wijzigingen hiervan te laten beslissen.
In het budget 2015 is een bedrag ingeschreven als opbrengst uit de saneringsbijdrage van € 1.389.000. Indien dit
bedrag wordt gehandhaafd, dan moet de factor opnieuw bepaald worden en zou deze factor van 1,4 naar 1,1
evolueren. Op die manier blijven de inkomsten nagenoeg identiek. Bij het behouden van de factor 1,4 en dus
zonder aanpassing, stijgt de saneringsbijdrage met ongeveer € 356.000.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd :
Akkoord te gaan om het BOT en de VEW vanaf 2015 als volgt vast te stellen :
- van 0 tot 6.000m³ ; gelijk aan de bovengemeentelijke saneringbijdrage (BGSB) * 1,1
- van 6.001 tot 60.000m³ : (BGSB * 1,1 )/2
- boven de 60.000m³ : ( BGSB * 1,1 )/2
DAGORDEPUNT 29. POLITIEDOTATIE 2015. GOEDKEURING.
Voorafgaand aan de beslissing in de politieraad over het budget, dient de Gemeenteraad te beslissen over de
dotatie van de stad aan de politiezone. In het ontwerp van politiebudget 2015, is de dotatie voor de stad Menen
bepaald op € 4.545.995, zijnde 50,88% van de bijdrage van de respectievelijke gemeenten.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd om de dotatie van de stad Menen aan de politiezone Grensleie
vast te leggen op € 4.545.995.
DAGORDEPUNT 30. BUDGET 2014. BUDGETWIJZIGING NR. 3. VASTSTELLING.
In de gemeenteraad van 16 december 2013 werden het BBC-meerjarenplan 2014-2019 en budget 2014
goedgekeurd.
In het College van Burgemeester en Schepenen werd op 2 juni een eerste interne kredietaanpassing
goedgekeurd. De eerste budgetwijziging 2014 werd door de Gemeenteraad van 30 juni 2014 vastgesteld. De
tweede budgetwijziging werd vastgesteld voor de Gemeenteraad van 24 november 2014.
Sinds de invoering van de BBC-boekhouding is het niet mogelijk om in een budget aanpassingen te doen aan
bestaande investeringsenveloppen. Deze wijzigingen moeten deel uitmaken van een budgetwijziging of indien
mogelijk een interne kredietaanpassing. Daarom werd bij de opmaak van het budget 2015 ook de derde
budgetwijziging 2014 opgemaakt. Deze bevat enkel wijzigingen aan het investeringsbudget vanaf het dienstjaar
2015. Het exploitatie- en liquiditeitenbudget in deze budgetwijziging blijven hierin ongewijzigd ten opzichte van
de tweede budgetwijziging, vastgesteld in de gemeenteraad van 24 november 2014.
Aangezien deze wijziging enkel aanpassingen aan het investeringsbudget vanaf 2015 bevat, is het budgetjaar 2014
identiek als dit uit de tweede budgetwijziging 2014.
Het detail van de investeringsenveloppen werden opgenomen vanaf pagina 70.
Na deze budgetwijziging past het budget nog steeds in het meerjarenplan:
 Inhoudelijk zijn er geen wijzigingen aan de doelstellingennota of de strategische nota.
 Het resultaat op kasbasis is ieder jaar groter dan nul
De autofinancieringsmarge 2014 (1.330.599 euro) is groter dan de autofinancieringsmarge voor het jaar
2014 in het oorspronkelijke meerjarenplan (1.033.726 euro).
In het document in bijlage vindt u:
 De verklarende nota met o.a. de motivering van de wijzigingen en de financiële toestand
 De financiële nota
 De toelichting bij de budgetwijziging
 Het advies van het managementteam
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd deze derde budgetwijziging vast te stellen.
DAGORDEPUNT 31. AANPASSING MEERJARENPLAN 2014-2019 BIJ BUDGET 2015.
GOEDKEURING.
In de gemeenteraad van 16 december 2013 werd het eerste BBC-meerjarenplan 2014-2019 goedgekeurd.
Op het ogenblik dat het budget voor het volgend boekjaar wordt vastgesteld, moet er minstens een
aanpassing van het meerjarenplan opgemaakt worden. Deze aanpassing ligt nu voor. Hierin werden alle
ontvangsten en uitgaven aangepast aan de actuele gegevens, werd rekening gehouden met bepaalde
beleidskeuzes en werd de invloed van investeringen op de exploitatie meegerekend.
De strategische nota wijzigt inhoudelijk niet ten opzichte van het oorspronkelijk meerjarenplan, wel werden de
cijfers aangepast aan de recente situatie.
Om het financieel evenwicht aan te tonen moet aan volgende voorwaarden tegelijk voldaan zijn:
 Het resultaat op kasbasis moet elk financieel boekjaar groter zijn dan of gelijk zijn aan nul
 De autofinancieringsmarge moet op het einde van de planningsperiode groter zijn dan of gelijk zijn aan
nul
Na de aanpassing van het meerjarenplan kan de financiële toestand als volgt worden samengevat:
Jaar 2014
Jaar 2015
Jaar 2016
Jaar 2017
Jaar 2018
Jaar 2019
Resultaat op kasbasis
2.090.496
5.389
3.160
692
2.664
2.410
Autofinancieringsmarge
1.330.599
1.258.372
1.986.359
1.759.540
1.483.179
1.772.356
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd de aanpassing aan het meerjarenplan 2014-2019 goed te
keuren.
DAGORDEPUNT 32. BUDGET 2015. VASTSTELLING.
Het budget 2015 is de uitwerking van het meerjarenplan 2014-2019, specifiek toegepast op het dienstjaar 2015.
Aangezien in de aanpassing van het meerjarenplan 2014-2019 rekening werd gehouden met alle actuele cijfers
en dit ook werd toegepast in boekjaar 2015, zijn het resultaat op kasbasis en de autofinancieringsmarge in het
budget en in het aangepast meerjarenplan identiek:
MJP 2015 Budget 2015 Resultaat op kasbasis 6.082 6.082
Autofinancieringsmarge 1.264.065 1.264.065
Het budget past in het meerjarenplan:
 Inhoudelijk zijn er geen wijzigingen aan de doelstellingennota of de strategische nota.
 Het resultaat op kasbasis is groter dan nul
De autofinancieringsmarge 2015 in het budget 2015 is gelijk aan de autofinancieringsmarge voor het jaar
2015 in het aangepast meerjarenplan.
In het document in het dossier vindt u:
 De beleidsnota
 De financiële nota
 De toelichting bij het budget
 Het advies van het managementteam
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd het budget 2015 vast te stellen.
DAGORDEPUNT 33. AANKOOP 3 LICHTE GESLOTEN BESTELWAGENS OP AARDGAS
VOOR STAD MENEN. GOEDKEURING AANKOOPPROCEDURE (RAAMOVEREENKOMST
VIA EANDIS).
In het Schepencollege van 1/12/14 werd beslist om over te gaan tot de aankoop van 3 nieuwe voertuigen voor
stad Menen op aardgas.
Het betreft een vervanging van de huidige voertuigen:
- buiten dienst gestelde wagen Peugeot 205: EFS083 (bouwjaar 1997)
- te vervangen voertuig Peugeot Partner gebouwendienst: RAR 905 (bouwjaar 1999)
- te vervangen voertuig Peugeot Boxer preventiedienst: YEX828 (bouwjaar 2003)
Er zou geopteerd worden voor lichte gesloten bestelwagens met 2 zitplaatsen.
De voertuigen kunnen via de raamovereenkomst van Eandis voor duurzame voertuigen aangekocht worden.
Bij bestelling van 2 voertuigen op aardgas plaatst Eandis gratis een traag vul station bij het gebouw van de
technische dienst, wat ervoor zorgt dat de voertuigen via het eigen aardgasnet kunnen volgetankt worden (in 4
à 6 uur).
Bij bestelling in 2014 kan er eveneens een éénmalige premie van 2.000,00 euro aangevraagd worden via het
Fluxys-fonds.
De leveringstermijn bedraagt 3 maanden.
Voor deze aankoop is er budget voorzien in budget 2015: voor de 2 voertuigen van de technische dienst: AR
2430000/020000 (€ 18.000,00), AR 2430000/011900 (€ 18.000,00) en voor het voertuig van de preventiedienst:
AR 2430000/049000 veilig 1 veilig 11).
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd om de hierbijgaande aankoopprocedure raamovereenkomst via
Eandis goed te keuren.
DAGORDEPUNT 34. SAMENWERKINGSOVEREENKOMST VOOR VERSTERKING GROENE
BEELDKWALITEIT VAN OPENBAAR DOMEIN TE MENEN. GOEDKEURING.
Naar aanleiding van de toekomstige ontwikkeling van LAR-Zuid, zowel op grondgebied Kortrijk en op
grondgebied van Menen, is de projectontwikkelaar bereid om 700.000,00 € te investeren voor verwerving,
en/of inrichting van publieke groene ruimtes te Menen, en ter algemene versterking van de groene
beeldkwaliteit van het openbaar domein te Menen
Deze eenmalige inkomst van 700.000 € wordt voorzien in budget 2015. Dit bedrag zal toekomen aan de stad
Menen, uiterlijk 14 dagen voor de realisatie van de transportzone LAR-ZUID (op grondgebied stad Kortrijk).
Met realisatie wordt bedoeld het aanleggen van infrastructuur, nutsvoorzieningen, terreinaanlegwerken en/of
bouwen van bedrijfsgebouwen in de geplande transportzone LAR-zuid.
Dit budget kan niet aangewend worden voor de realisatie van de landschappelijke inpassing en groenaanleg van
het geplande project zelf te Lar-zuid , wat immers onder de verantwoordelijkheid van de projectontwikkelaar
valt , en deel uitmaakt van het nog te realiseren bouwproject.
Om de afspraken te formaliseren, werd een samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Menen en de
projectontwikkelaar opgemaakt. Het komt toe aan de gemeenteraad om dit ontwerp van overeenkomst goed te
keuren, en machtiging te verlenen aan de burgemeester en secretaris tot ondertekening van deze
overeenkomst.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst tussen de stad
Menen en de projectontwikkelaar LAR-Zuid goed te keuren.
DAGORDEPUNT 35. GAS. PROTOCOLAKKOORD INZAKE GEMENGDE INBREUKEN MET
BEVOEGDE PROCUREUR DES KONINGS. BEKRACHTIGING.
De nieuwe GAS-wet (wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties) heeft o.m. de
lijst van gemengde inbreuken gewijzigd. Dat zijn de gedragingen waarvoor zowel een strafsanctie als een
gemeentelijke administratieve sanctie mogelijk zijn.
Voor alle gemengde inbreuken biedt de wet nu ook de mogelijkheid aan de gemeenten om een
protocolakkoord te sluiten met de bevoegde procureur des Konings teneinde afspraken te maken omtrent de
procedure en de afhandeling van gemengde inbreuken. Dit protocolakkoord, waarvan de nadere voorwaarden
en het model vastgelegd zijn bij Koninklijk besluit van 21 december 2013, dient, overeenkomstig artikel 23 van
de GAS-wet, te worden afgesloten tussen de bevoegde Procureur des Konings (van het gerechtelijk
arrondissement van West-Vlaanderen) en het College van burgemeester en schepenen van elke gemeente
binnen de Politiezone en vervolgens ter bekrachtiging voorgelegd te worden aan de gemeenteraad.
Het protocolakkoord bevat afspraken omtrent de uitwisseling van informatie tussen de sanctionerend
ambtenaar en de procureur des Konings. Het protocolakkoord bevat eveneens afspraken inzake de behandeling
van de gemengde inbreuken.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd het protocolakkoord inzake gemengde inbreuken vastgesteld bij
beslissing van het College van burgemeester en schepenen dd. 24.11.2014 tussen de bevoegde Procureur
des Konings en de stad te bekrachtigen.
DAGORDEPUNT 36. HERVASTSTELLING VAN DE PERSONEELSFORMATIE EN HET
ORGANOGRAM.
De dames en heren gemeenteraadsleden hebben in het dossier kennis kunnen nemen van de
verantwoordingsnota waarin uitvoerig uitleg wordt verschaft omtrent alle voorgestelde wijzigingen.
De laatste vaststelling van de personeelsformatie en het organogram dateert van 27 december 2007. Dit is bijna
7 jaar geleden en viel samen met de ingebruikname van het nieuwe stadhuis op 17 december 2007.
Inmiddels zijn heel wat diensten herschikt in functie van de efficiëntie en een betere dienstverlening.
Een hervaststelling van de personeelsformatie en het organogram is dan ook noodzakelijk en dringt zich op o.a.
om volgende redenen :
- aanpassing aan de realiteit en de behoeften van de diensten en de dienstverlening van de loketdiensten in het
stadhuis en hulpgemeentehuizen (bijvoorbeeld samensmelting van de diensten Bevolking, Burgerlijke stand,
Strafregister en Onthaal en Informatie tot de gezamenlijke dienst Burgerzaken);
- vertaling van de wijzigende regelgeving in de personeelsformatie en het organogram (oprichting
Integratiedienst, Omgevingsdienst, uitdovend plaatsen van de Brandweer t.g.v. de nakende hervorming);
- de gewijzigde beleidslijnen van het stadsbestuur: overname Preventiedienst van CAW Stimulans, oprichting
dienst Lokale Economie, reorganisatie personeelsbezetting CC De Steiger t.g.v. omschakeling van vzwstructuur naar EVA, verkoop Veemarkt,…);
- het voorzien van een betere hiërarchische structuur door opname in de personeelsformatie van een aantal
functies op D4-D5 en B4-B5-niveau.
Deze wijzigingen werden syndicaal besproken in vergadering van het Bijzonder Hoog Overlegcomié van
7 november 2014 en kregen een gunstig advies.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd akkoord te geven voor de voorgestelde hervast-stellingen van de
personeelsformatie en het organogram.
DAGORDEPUNT 37. CC DE STEIGER. ALGEMENE VERGADERING DD. 18.12.2014.
BESPREKING EN GOEDKEURING VAN DE AGENDA EN MANDATERING VAN DE
VERTEGENWOORDIGER.
Op 18 december vindt er een algemene vergadering van vzw CC De Steiger onder vorm van een extern
verzelfstandigd agentschap plaats.
Rekening houdende met de artikel 8 van de statuten moet de agenda van de algemene vergadering ter kennis
gegeven worden aan de Gemeenteraad binnen een tijdsbestek dat garanties biedt dat:
-de Gemeenteraad kennis heeft kunnen nemen van de vooropgestelde agendapunten
en
-de Gemeenteraad voldoende tijd heeft gekregen om zich te kunnen uitspreken over de agendapunten van de
eerstvolgende algemene vergadering.
Agenda:
‐ goedkeuring begroting 2015 (zie in bijlage documenten begrotingsvoorstel 2015 + detail
begrotingsvoorstel 2015)
‐ werking
‐ personeel
‐ varia
Ter informatie: het begrotingsvoorstel 2015 werd besproken en goedgekeurd in raad van bestuur van CC De
Steiger op 28 oktober 2014.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van de agenda van de algemene vergadering
dd. 18 december van CC De Steiger en deze goed te keuren. Idem dito wat betreft de mandatering van
de vertegenwoordiger.
DAGORDEPUNT 38. HULPVERLENINGSZONE FLUVIA. BESLISSING GOUVERNEUR TOT
GOEDKEURING FINANCIËLE VERDEELSLEUTEL VOOR KOSTEN HULPVERLENINGSZONE
FLUVIA. KENNISNAME.
De wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid legt de wijze van financiering van de
hulpverleningszones vast.
De jaarlijkse dotatie wordt vastgelegd op basis van een akkoord omtrent de financiële verdeelsleutel tussen de
verschillende gemeenteraden van de hulpverleningszone
Bij gemeenteraadsbeslissing van 20 oktober 2014 werd goedkeuring verleend aan het voorstel tot verdeelsleutel
, zoals voorgesteld door de prezoneraad van de hulpverleningszone Fluvia.
Voor de stad Menen werd de verdeelsleutel vastgelegd op 9,95 % . De dotatie voor de stad Menen voor het
werkingsjaar 2015 wordt hierdoor bepaald op 956.355,64 €
Deze beslissing kadert in het bijzonder specifieke toezicht door de gouverneur op de gemeenteraadsbesluiten
inzake dotatie (art 134 en 135 van de wet van 15.05.2007 inzake Civiele Veiligheid
Op 5 november 2014 nam de gouverneur besluit tot goedkeuring van de vaststelling van de dotatie aan de
hulpverleningszone Fluvia. (9,95 %). Deze beslissing dient aan de gemeenteraadsleden ter kennis worden
gebracht.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van de goedkeuringsbeslissing dd. 05.11.2014
van de gouverneur inzake vastlegging financiële verdeelsleutel voor kosten hulpverleningszone Fluvia
(9,95 %).
DAGORDEPUNT 39. AANVULLEND VERKEERSREGLEMENT SCHONEKEERSTRAAT
AANPASSING REGLEMENT. VASTSTELLING.
Aanpassing van het aanvullend verkeersreglement naar aanleiding van het schilderen van een oversteekplaats
voor voetgangers ter hoogte van huisnummer 129 (bocht t.h.v. Knokbeeklaan) en het definitieve karakter van
de snelheidsremmers die op proef werden ingevoerd.
Dergelijke maatregelen dienen opgenomen te worden in een aanvullend verkeersreglement.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd het voorliggend ontwerp van aanvullend verkeersreglement te
willen vaststellen.
DAGORDEPUNT 40. AANLEG DELORSPLEIN HALLUIN-MENEN. STADSDEEL.
VERREKENING NR1. GOEDKEURING.
De werken tot aanleg van het Delorsplein grensgebied Menen – Halluin zijn voorbij.
Bij de aanrekening van de opeenvolgende vorderingsstaten is een overschrijding vastgesteld ten overstaan van
het gegunde bedrag :
Oorspronkelijk gegund :
€ 123.060,50 exclusief BTW 21% hetzij € 148.903,21 inclusief BTW 21%.
Totaal investeringsbedrag voor stadsaandeel Menen :
€ 164.728,87 exclusief BTW 21% hetzij € 199.321,96 inclusief BTW 21%.
Dit maakt een overschrijding uit met een bedrag van € 41.348,18,10 exclusief BTW 21% hetzij € 50.418,72
inclusief BTW 21% hetzij van 33,8 % in meer.
Deze overschrijding is hoofdzakelijk te wijten aan
1-de grote verschillen bij sommige vooraf vooropgestelde vermoedelijke hoeveelheden verrekend met
minwaarden in dezelfde zin voor een totale meerwaarde van € + 28.054,58 waarvan detail is weergegeven in
bijgevoegde vergelijkende eindstaat zoals goedgekeurd door het LMCU als coördinator van deze werken
2-effectief bijkomende prijzen m.b.t. nieuwe posten 84.15 (+12.061,34 –extra beschermende laag verharding) en
84.18 (+1.232,26-nachtarbeid onvoorzien voor gieten asfalt) zoals eveneens goedgekeurd door het LMCU.
Technisch verduidelijkende nota is aanwezig in het dossier.
Artikel 1-5° van het GR-besluit van 24 september 2007 punt 5B vereist dat investeringsmeerwaarden van > 10%
van het oorspronkelijk goedgekeurd gunningsbedrag ter goedkeuring dienen te worden voorgelegd aan de
Gemeenteraad.
Aansluitend bij deze investering werd ook een elektronisch gestuurde set van afsluitpaaltjes gerealiseerd ter
hoogte van de oprit vanuit Menen ten einde het parkeren op het plein vanuit die kant te verhinderen.
Met de budgettaire voorziening na budgetwijziging GR juni 2014 was en is er voldoende krediet voor de
financiering van de totale opdracht.
Aan de Gemeenteraad wordt gevraagd de voorliggende verrekening nr.1 te willen goedkeuren.
DAGORDEPUNT 41. GOEDKEURING VERSLAG VORIGE ZITTING DD. 24 NOVEMBER 2014
Zijn er opmerkingen te maken over het proces-verbaal van de vorige zitting van 24 november 2014 ?
Artikel 33 , laatste alinea van het Gemeentedecreet luidt als volgt :
‘ Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en
worden ze door de voorzitter van de gemeenteraad en de gemeentesecretaris ondertekend.
DAGORDEPUNT 41A. VOORSTEL VAN MOTIE. MOTIE AAN DE FEDERALE EN VLAAMSE
REGERING. (ART. 22 GEMEENTEDECREET).
Dit punt werd op de dagorde geplaatst bij schriftelijke aanvraag van gemeenteraadslid Nuytten Rudy dd. 6
december 2014.
Ik verleen dan ook het woord aan de aanvrager.
De gemeenteraad van Menen is ongerust over de gevolgen voor de gemeente van de besparingsplannen van de federale en de Vlaamse overheid. De Vlaamse regering voorziet in de integratie van de sectorale subsidies in het Gemeentefonds. Dit gaat over cultuurbeleid, jeugd, flankerend onderwijs, bestrijden kinderarmoede, gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking en integratie. Hierbij zouden de middelen echter verminderen: Afdeling jeugd liet weten dat de subsidies voor lokaal jeugdwerkbeleid met 10% zullen dalen, Bloso communiceerde reeds een vermindering van 5% voor de sportdiensten. Ook op cultuur zijn er besparingen te verwachten. De Vlaamse regering plant een besparing van 5% op de gesubsidieerde contractuelen. Er is onduidelijkheid wat de gemeenten nog zullen ontvangen wanneer de verkeersbelasting zal vervangen worden door rekeningrijden. De federale regering wil de indexsprong aangrijpen om te besparen op de federale dotaties aan de politie. Daardoor zal het aandeel van de gemeenten in de financiering van de lokale politie alleen maar groter worden. De geplande invoering van de vennootschapsbelasting op intercommunales dreigt voor de lokale besturen een financiële strop te worden. Zeker openbare intercommunales maken geen commerciële winst en zullen zich gedwongen voelen deze belasting naar steden en gemeenten, en bijgevolg aan de burgers door te rekenen. Dit betekent niets anders dan een nieuwe last voor de gezinnen. Bovendien is dit hemeltergend, op een moment dat de grootste industriële en financiële vennootschappen nog nauwelijks belastingen betalen.
De vrees bestaat dat de geplande besparingen in de werkloosheid ertoe zullen leiden dat meer mensen op steun van het OCMW zijn aangewezen en dus geheel of gedeeltelijk ten laste komen van het lokale budget. Er zijn geen maatregelen om de toenemende pensioenlasten extra te financieren. Al deze plannen betekenen een vermindering aan inkomsten voor de lokale besturen. Net zoals vele gemeenten heeft onze gemeente een moeilijke financiële situatie. De huidige plannen dreigen dit nog erger te maken en ze zullen de druk voor nieuwe belastingen, verdere besparingen of verminderen van investeringen doen toenemen. De koopkracht van de bevolking wordt hierdoor nog verder aangetast. In plaats van de crisis op te lossen, door bij voorbeeld de sterkste schouders te laten betalen zal dit de crisis nog erger maken en de armoede doen toenemen. Daarom vraagt de gemeenteraad van Menen aan de federale en de Vlaamse regering om hun plannen in te trekken. De gemeenteraad van Menen ondersteunt de acties en reacties van de VVSG, de vakbonden en het middenveld, en vraagt de federale en de Vlaamse regering om rekening te houden met hun opmerkingen. MENEN, vrijdag 5 december 2014
namens het College van Burgemeester en Schepenen
in opdracht
de stadssecretaris
E. ALGOET
de voorzitter van de gemeenteraad
C. BONTE-VANRAES