MANNA 426 DE KRACHT VAN POSITIEF GELOVEN

MANNA 426 DE KRACHT VAN POSITIEF GELOVEN
Jaren geleden hoorde ik de directeur
van een groot communicatiebedrijf
praten over zijn pelgrimage naar succes in de zakenwereld. Hij werd verliefd op een populaire filosofie van
destijds, de zogenaamde ‘kracht van
positief denken’. De veel voorkomende mantra was, ‘Wat je kunt bedenken
en geloven, kun je ook bereiken!’
Deze directeur kocht elk motiverend
boek en elke audio uitgave die hij vinden kon, overtuigd dat als hij de juiste
mentaliteit kon ontwikkelen, elk doel
en elke droom die hij had binnen zijn
bereik zou liggen. Het ging zo ver dat
één van zijn kinderen, eraan gewend
geraakt zijn vader met een koptelefoon
op te zien om zonder afleiding naar de
berichten over positief denken te kunnen luisteren, zei: “Val pap niet lastig.
Hij is aan het motiveren”.
Er is zeker iets te zeggen voor positief denken. Medische onderzoekers
hebben ontdekt dat een positieve kijk
op het leven vaak een significante rol
speelt in het herstel van een patiënt van
een grote operatie. Mensen die elke
dag optimistisch benaderen zijn over
het algemeen succesvoller en kunnen
effectiever omgaan met tegenslagen
dan mensen die tot pessimisme neigen.
Zelfs de Bijbel zegt: “want als iemand
die zijn eigen plannen maakt, zo is hij…”
(Spreuken 23:7) We hebben de neiging
onze eigen verwachtingen waar te maken.
Toch zijn er duidelijke beperkingen aan
positief denken. De meest optimistische persoon zal nooit de Stille Oceaan op het breedste punt over kunnen
zwemmen. Een man die 110 cm lang is
zal nooit gekozen worden als middenvoor voor een Olympisch basketbalteam. Iemand die geen muzikaal talent
en een krasse stem heeft zal nooit een
wereldbekend operazanger worden. Iemand met weinig wiskundige interesse
of aanleg zou niet de financieel directeur van een groot bedrijf moeten willen worden.
Er is echter een ander perspectief op
positief denken dat overwogen zou
moeten worden. Ik noem het ‘positief
geloven’, een eigenschap die iedereen
die in de God van de Bijbel zegt te geloven zou moeten hebben:
Geloof in Gods macht die de onze te boven gaat. Heb je ooit met een belangrijke klus geworsteld, onderwijl denkend,
“Dit kan ik niet!”? Of met een nadelige
karaktereigenschap die je niet kon overwinnen zoals woede of verlegenheid?
De Bijbel verzekert ons dat we ons op
Gods kracht kunnen beroepen om datgene te doen wat we zelf niet kunnen.
“Ik ben tegen alles bestand door Hem
Die mij kracht geeft.” (Filippenzen 4:13)
Geloof in Gods zeker antwoord. Er is
geen collega, vriend of familielid die je
niet ooit teleurgesteld heeft. Wij hebben hen op vergelijkbare wijze teleurgesteld. Maar in de Bijbel belooft God
te reageren als wij Hem aanroepen.
“Zoek je geluk bij de HEER, Hij zal geven
wat je hart verlangt.” (Psalm 37:4)
Geloof in Gods aanwezigheid, onvoorwaardelijke liefde en acceptatie. Als je
je ooit alleen, ongeliefd, ongezien of
onbeschermd hebt gevoeld, ben je niet
alleen. We hebben allen die gevoelens
ooit gehad. Zoals we kunnen lezen in de
Bijbel, heeft God reeds grotere offers
voor ons gebracht dan we ons kunnen
voorstellen en behaagt het Hem alles
wat we nodig hebben in overvloed aan
ons te geven. “Wat moeten wij hier
verder over zeggen? Als God voor
ons is, wie kan dan tegen ons zijn?
Zal Hij, die Zijn eigen Zoon niet heeft
gespaard, maar Hem omwille van ons
allen heeft prijsgegeven, ons met Hem
niet alles schenken?” (Romeinen 8:3132)
Reflectie/Discussievragen
1.
Heb je ooit van ‘de kracht van
positief denken’ gehoord? Hoe zou je
het beschrijven en wat zijn volgens jou
de sterke en zwakke punten van deze
filosofie, met name op het werk?
2. Als het waar is wat Spreuken 23:7
zegt, “want als iemand die zijn eigen
plannen maakt, zo is hij…”, wat zouden we dan moeten doen om negatieve of contraproductieve denkwijzen te
overwinnen?
3.
Hoe reageer je op het idee van
‘de kracht van positief geloven’? Hoe
zou je dit contrasteren met positief
denken?
Andere verzen over dit onderwerp:
Jesaja 41:10; Jeremia 33:3,6; Efeziërs
3:20; Filippenzen 1:6, 3:12-14, 4:19
Tekst: Robert J. Tamasy; vertaling:
TMD Dabwe; redactie: E. Overeem