NAW magazine nr49 binnen.indd

NAW magazine - maart 2014 #49 - Uitgave van Bouwfonds Ontwikkeling
Binnenkijken
uitzicht over de natuurlijke omgeving,
is haar domein. Ze beoefent daar haar
hobby als reiki-master.
Ze weet niet of ze nu naar binnen of
Ze zijn echte Goôlsen, zegt Roy. Gebonaar buiten wil. Kat Jilzz is net zo
ren en getogen. En echte geluksvoonrustig als haar baasje Roy Franken.
gels. Want dit huis is veel meer het
Hij heeft een dag vrij van zijn werk als
huis van hun dromen dan het huis dat
chef-kok bij eetcafé Mozes, maar dat
ze eerst wilden kopen, het huis van
wil niet zeggen dat er niet van alles
Daniëlles oma. Maar daarvan kregen
geregeld moet worden. Echtgenote
ze de financiering niet rond. Dankzij
Daniëlle zit juist heerlijk te relaxen op
het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting
de bank. Ze komt net uit haar reikiNederlandse gemeenten (SVn) lukte
kamer, waar ze rust vindt. Die kamer op de koop van dit huis wél. Ze konden
de eerste verdieping, met een geweldig veertigduizend euro extra lenen en
Tekst en fotografie: Herman van Heusden en Robert Elsing
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
De
leefbare
stad
Zomaar een Hollands huis
Maandagavond 17.48 uur
in Surfplas in Goirle.
maart 2014 #49
dat ook nog drie jaar rente- en aflossingsvrij, omdat het hun eerste woning
is en ze uit de gemeente komen.
Opeens werd hun droomhuis werkelijkheid. Sinds juni van het afgelopen
jaar geniet Daniëlle van de rust van
het buitenleven, de ondergaande zon
die weerspiegelt in het surfmeer waar
de wijk aan ligt en haar spirituele
ruimte. “Dit is de basis voor onze toekomst”, zegt Daniëlle. Waarop Roy
aanvult: “Huisje, boompje, beestje!
Voor het eerst in mijn leven heb ik het
gevoel dat ik echt thuiskom.”
Welke (f)actoren
zijn bepalend?
Van probleemwijk tot
hotspot: lessons learned
bij herontwikkeling
De beste steden ter wereld
inhoud
Voorwoord
maart 2014 – naw #49
fotografie: Maurits Giesen
Rubriek: Inspiratie
4
ruimte: Hoef en Haag in Vianen 6onderzoek: dit vindt u van NAW 7nieuw project:
bijzonder stadseiland met industrieel verleden 8mijn moment: manager Bouwkwaliteit
Peter Hup 10kunst: 25 jaar Bouwfonds Cultuurfonds 12kort nieuws met o.a.: kruip in de
huid van de (potentiële) koper 13nieuwbouw met historie: spelen als Caesar in Waldijk
14
detail: gierzwaluwstenen in Meppelse gevels
Magisch
Russell Shorto, journalist bij The New York Times, werd zo verliefd op onze hoofdstad dat
hij die vorig jaar de liefde verklaarde met een boek: Amsterdam, A History of the World’s
Most Liberal City. Hij is niet de enige die bijzondere gevoelens heeft voor deze stad.
Omgekeerd zijn veel mensen gek op New York. Ook Berlijn, Parijs, Barcelona en Rotterdam hebben hun hartstochtelijke liefhebbers.
Thema: De leefbare stad
33
Metropolis
Inspirerende (burger)initiatieven om
stedelijke leefbaarheid en woongenot te
verbeteren.
16
24
Leefbaarheid
ontleed
(Ge)zin in de
stad
36 Van probleemwijk tot hotspot
Welke (f)actoren maken een stad (on)aangenaam om in te leven en te wonen?
Een verkenning met zes experts.
De stad uit zodra er kinderen komen?
Welnee! Deze stedelijke gezinnen kozen
bewust om te blijven. ‘Alles is in de buurt.’
Op zoek naar de succes- en faalfactoren
van herontwikkeling aan de hand van vier
getransformeerde Bouwfonds-projecten.
22 Beste steden
ter wereld
28 Lijst leefbaar
42 Leven… in Le
Polychrome
Internationale leefbaarheidslijstjes naast
elkaar gezet: in deze wereldsteden is
het goed toeven.
In aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen: zes stedelijke wethouders en hun
visie op de leefbare stad.
Een van de blikvangers van de wijk ‘Le
Bois Habité’, het bewoonde bos, in Lille.
Rubriek: Vormgeven aan vooruitgang
45
Bouwfonds & ik: John van Spronsen 46 particulier opdrachtgeverschap: privacy en comfort
voor zes 48 bijzondere architectuur: Florapark in Zoetermeer 50column: over Hollandse appels
en Griekse peren 52binnenkijken: Surfplas in Goirle
‘Het realiseren
van wijken in de
stad met goede
én betaalbare
woningen is
een interessante
uitdaging voor
ontwikkelaars’
De stad heeft iets magisch. Je kunt er verliefd op worden. Steden zijn broeinesten van
creativiteit en levendigheid. Met hun combinatie van functies – wonen, werken, recreëren, ontmoeten – spelen ze in op een diepe behoefte van de mens. Stadslucht maakt vrij.
Maar in de stad, aldus politicoloog en schrijver Benjamin Barber, moet ook gewoon het
vuil worden opgehaald, de bus rijden en kinderen goed onderwijs krijgen. De stad is dus,
net als een organisatie, vooral gebaat bij pragmatisme.
Terwijl de technologie ons vrijer heeft gemaakt dan ooit, om ons – waar dan ook – te vestigen, blijven we elkaar toch opzoeken. Het is the urban paradox: al kunnen we via wifi
zaken doen vanaf de hei of in de polder, we trekken toch naar de stad. Ontwikkelaars
merken dat. Jonge gezinnen gingen vroeger de stad uit, tegenwoordig willen ze er steeds
vaker blijven. Niet voor niets zien we de eerste tekenen van een aantrekkende woningmarkt nu vooral in de stedelijke gebieden van Nederland, Amsterdam voorop.
Daaruit trekken sommigen de conclusie dat we deze gezinnen het beste kunnen bedienen door de bestaande stad te verdichten. Soms is verdichten inderdaad goed, maar zeker
niet overal. Ook in de stad blijken gezinnen te zoeken naar een grondgebonden woning,
in een omgeving die schoon en veilig is, met zicht op de spelende kinderen, liefst met de
auto dichtbij geparkeerd. Soms is zelfs verdunning nodig (een park) om de aantrekkelijkheid en leefbaarheid – het thema van deze NAW – te verbeteren. En niet alleen jonge
gezinnen, alle stadsbewoners blijken dat te waarderen. Ontwikkelaars zullen zich van
deze wensen goed rekenschap moeten geven, en die moeten vertalen in een interessant
product in een passende omgeving.
Dat product, die woning, moet ook nog eens betaalbaar zijn, zeker in deze tijd. Niet
iedereen zal in een populaire stad op de beste plekken kunnen wonen; dat gaat tegen
de economische wetten in. Maar de stad moet wel bereikbaar blijven voor de middeninkomens. Nu de woningcorporaties voor grote bezuinigingen staan, ligt hier een interessante uitdaging voor woningontwikkelaars: hoe realiseren we wijken met goede én
betaalbare koopwoningen in de stad? In dit zo goed als subsidieloze tijdperk vergt ook
dát veel vakmanschap, uithoudingsvermogen en de moed om keuzes te maken. Waarbij we moeten bedenken dat stadsbewoners een zekere mate van ongerief ook accepteren. We kunnen zorgen voor schoon en veilig, maar de typisch stadse menging van
functies zal altijd leiden tot overlast. Stadslucht maakt vrij, maar ook een beetje vies.
De piepende tram hoort erbij, net als SAIL, de Rotterdam Marathon of een jazzfestival.
Die ruimte moet er zijn; normen om geluids- en andere hinder te beperken, mogen ontwikkelaars zelf niet hinderen.
Tot slot een groot dankwoord aan u als lezers van NAW. Ruim 700 abonnees namen de
moeite de vragenlijst in te vullen van het lezersonderzoek. We kunnen NAW zo nog
beter aan uw wensen en verwachtingen laten voldoen. De eerste aanpassingen ziet u
al in deze editie.
Walter de Boer
directievoorzitter Bouwfonds Ontwikkeling
Inspiratie ruimte: Hoef en Haag, Vianen
De polder bij Vianen. Een fraai Hollands rivierenlandschap
met kenmerkende lintdorpen en historische vestingstadjes.
Daar maak je niet zomaar een ontwikkelingsplan voor. AM,
Bouwfonds en woonstichting Lekstede zijn gezamenlijk de
uitdaging aangegaan om daar met respect voor het gebied
iets bijzonders te realiseren. Zij ontwikkelen er nu samen
‘Hoef en Haag’, een nieuw dorp van in totaal 1800 woningen dat tussen 2015 en 2030 zal worden verwezenlijkt. Om
recht te doen aan het landschap wordt een nieuwe watergeul aangelegd met dynamische waterstanden, die als een
soort vertakking van de Lek door het dorp zal kronkelen.
Binnen die meander komt het dorpshart van Hoef en Haag,
met een relatief compacte bebouwing die ook de omliggende vestingstadjes kenmerkt. Op de oeverwal wordt juist
een dorpslint met een lagere woondichtheid gebouwd, wat
mooi aansluit bij de lintdorpen rond Vianen. Zo heeft elk
deel van Hoef en Haag een eigen identiteit en sfeer, geïnspireerd op de omgeving. www.hoefenhaag.nl
tekst: Annemarie de Haas
6
maart 2014 – naw #49
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Inspiratie onderzoek
tekst: Marieke Enter
Dit vindt u van
NAW
rapportcijfer
7,6
Ruim 700 lezers van NAW magazine en dossier namen de moeite
hun mening te geven over het
blad, in een lezersonderzoek dat
eind vorig jaar werd gehouden.
Dat levert bruikbare inzichten op.
Onderzoek naar de waardering van NAW
helpt de redactie te achterhalen of het inmiddels 13-jarige magazine bijstelling behoeft en
zo ja, hoe. Bij het novembernummer was
daarom een vragenlijst gevoegd, die ook digitaal in te vullen was. De reacties van de meer
dan 700 lezers leverden nuttige inzichten op
over het leesgedrag en de wensen en verwachtingen ten opzichte van NAW.
Drijfveren
Natuurlijk is de redactie blij met de 7,6 die NAW
kreeg als gemiddeld rapportcijfer van de lezers.
Maar nog blijer zijn we met de aanknopingspunten uit het onderzoek om van die 7,6 een 10
te maken. Het onderzoek maakt duidelijk dat
onze lezers NAW vooral lezen uit interesse in
het vakgebied en om op de hoogte te blijven
van ontwikkelingen in alle disciplines binnen
gebiedsontwikkeling. Daarnaast blijkt NAW
een functie te hebben om te komen tot nieuwe
ideeën of inzichten voor uw eigen werkzaamheden en om geïnformeerd te blijven over de
visie en activiteiten van Bouwfonds.
Diversiteit en diepgang
Veel lezers prijzen de diversiteit van NAW
magazine. Voor hen vormt het blad een relevante informatiebron voor een veelheid van
onderwerpen. Vooral artikelen over marktontwikkelingen, innovaties, herbestemming,
architectuur, processen, duurzaamheid en
eindgebruikers worden hoog gewaardeerd.
Een enkeling geeft aan meer te willen lezen
over fi nanciering. De geprezen diversiteit aan
onderwerpen neemt niet weg dat diepgang
wel op prijs gesteld wordt, wat volgens veel
lezers niet per se in een separaat dossier
hoeft. Daarnaast zou NAW nog wat meer
mogen inspireren, aldus het onderzoek. Die
inspiratie hoeft overigens niet gerelateerd te
zijn aan Bouwfonds zelf: ‘Soms te veel
reclame voor Bouwfonds, mag iets objectiever’, aldus enkele respondenten.
Prettig rustpunt
De verschijningsvorm van NAW is eveneens
onderzocht. Ondanks (of misschien wel
dankzij) de oprukkende digitalisering hebben de meeste respondenten een grote voorkeur voor de huidige, gedrukte versie van
NAW magazine. Dit werd mooi verwoord
door een van de respondenten: ‘Ik vind de
huidige vorm een prettig rustpunt tussen al
het andere digitale dat ik ontvang.’ Een deel
van de respondenten staat weliswaar open
voor digitale uitingen, maar dan alleen ter
aanvulling op de gedrukte editie (25%) of
ter vervanging van een deel van de
gedrukte editie (13%). Aan de (aanvullende)
inzet van social media bestaat niet of nauwelijks behoefte.
Hoe nu verder?
Het onderzoek biedt de redactie voldoende
aanknopingspunten om NAW magazine nog
meer af te stemmen op uw wensen. Bij de
productie van dit nummer is al ingespeeld
op de (toen nog) voorlopige uitkomsten van
het onderzoek – zie bijvoorbeeld de themasectie over ‘de leefbare stad’, waarin we proberen meer ‘inspiratie’ te bieden. Het separate NAW dossier is komen te vervallen. In de
loop van het jaar wordt NAW nog verder aangescherpt. Met dank aan de uiterst nuttige
feedback van vele lezers!
Inspiratie nieuw project
tekst: Annemarie de Haas
Bijzonder stadseiland
Op het Schermereiland bij Alkmaar ontwikkelt Bouwfonds
het project Veneetse Kade, met
in totaal 231 woningen. De realisatie vergde een flinke
voorinvestering. Maar dat was
het waard.
Het Schermereiland ligt aan het Noordhollands Kanaal en heeft een prachtig uitzicht
op de nabijgelegen binnenstad van Alkmaar.
Een voetveer brengt wandelaars en fietsers in
enkele minuten naar de stad. De ontwikkeling van dit gebied maakt deel uit van de
kanaaloevervisie. Hierin zet de gemeente
Alkmaar in op een representatieve entree van
de stad, vanaf het water. Voor Veneetse Kade
betekent dit: een stedelijke uitstraling, aansluitend op reeds bestaande bebouwing. “Het
bijzondere is dat het hier op het Schermereiland heel gemêleerd is”, vertelt Bouwfondsontwikkelingsmanager Peter van Oeveren.
Van oudsher was het industrieel gebied. Een
deel is nog steeds in gebruik door industrie en
er ligt een oude arbeiderswoonwijk (het Rooie
Dorp) die enkele jaren geleden is geherstruc-
tureerd. “In Veneetse Kade koop je dus niet
alleen maar een fraaie woning op een mooie
locatie aan het water; je hebt ook het centrum
dichtbij én direct een levendige woonomgeving. Dat maakt het aantrekkelijk.”
Volop zon
Veneetse Kade kent een gevarieerd
woningaanbod: appartementen, penthouses
en maisonnettes, met in de luwte daarvan
eengezinswoningen. Een van de pluspunten
is dat de woningen aan de noordkant van het
kanaal zijn gesitueerd. De balkons op het
zuiden bieden volop zon. De warmte voor de
woningen komt bij de verderop gelegen huisvuilcentrale vandaan. Een duurzame oplossing. Ernst Balk, locatiemanager bij Bouwfonds: “Dat is restwarmte die anders
verloren zou gaan.”
In de architectuur is onder meer gekozen voor
verschillende kleuren baksteen, prefab betonnen gevelelementen en veel glas aan de
kanaalzijde. Ernst Balk: “Aanvankelijk wilde
de gemeente een strakke opzet: balkons binnen de gevel en donkere bakstenen. Maar wij
adviseerden voor deze locatie om warmere
kleuren te gebruiken, met natuurlijke materialen en grote buitenruimtes: gemiddeld 10
vierkante meter. Gelukkig zijn we daar in
overleg ook op uitgekomen.”
Voorinvesteren
Om van start te kunnen gaan, is het eiland vanwege het industriële verleden uitgebreid gesaneerd. Peter van Oeveren: “Wij hebben een
grote voorinvestering moeten doen. Maar er
was aanleiding genoeg om te starten. We zien
nu hoe het gebied met onze inspanningen tot
een aantrekkelijke woonwijk wordt getransformeerd. Dat is mooi.” Fase 1 is al eerder opgeleverd en van fase 2 werd in de eerste maanden al
een derde van de woningen verkocht. Naar verwachting zullen de laatste appartementen voor
oplevering (najaar 2014) verkocht zijn. “Dan
zien mensen hoe de wijk eruit komt te zien, dat
heeft weer een positieve invloed op de verkoop
van de resterende eengezinswoningen.”
Najaar 2013 is de bouw van het derde en
laatste appartementengebouw (Certoza)
van start gegaan. Hierin komen 65 huur- en
19 koopappartementen. De huurappartementen worden afgenomen door woningbouwvereniging Kennemer Wonen.
Architect: Roy Gelders Architecten uit
Amsterdam. www.veneetsekade.nl
7
8
maart 2014 – naw #49
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Inspiratie mijn moment
tekst: Annemarie de Haas fotografie: Edwin Walvisch
Kwaliteit waarborgen staat voorop in
het werk van Peter Hup, manager
Bouwkwaliteit bij Bouwfonds in
Amersfoort. Of hij nu meekijkt bij nog
prille bouwplannen of net opgeleverde
woningen inspecteert. “Dit werk is
heel divers. Dat is het leuke ervan en
maakt het uitdagend. Terwijl ik bij het
ene project sta, kan ik gebeld worden
over details van een ander project. Je
moet snel kunnen schakelen.”
‘Juist de
details zijn
belangrijk’
Moment: monitoring lopend project
Waar: Rhenen, project Vogelenzang
Moment: oplevering woning
Waar: Wijk bij Duurstede, project De Geer II
“Eens in de twee weken ga ik langs bij deze nieuwe woonwijk. Een
mooi project, met onder meer bijzondere woningen langs het water.
Omdat er veel tegelijkertijd gebeurt, is het ook een ingewikkeld project. Er loopt nog een stukje sanering, een deel wordt bouwrijp
gemaakt, de aannemer is aan het bouwen en we hebben ook al overleg
om het gebied woonrijp te maken: de eerste bewoners moeten veilig
de wijk in en uit kunnen, terwijl het werkverkeer ook zonder overlast
moet kunnen rijden. Al met al een heel dynamisch project, waarbij ik
de werkzaamheden van verschillende partijen in de gaten moet houden. Daarnaast bewaak ik natuurlijk ook de kwaliteit van het geleverde werk aan de woningen.”
“Hier loop ik een woning na die deel uitmaakt van het project De
Geer II in Wijk bij Duurstede. Het grootste deel van de woningen daar
is al opgeleverd. Elke twee weken maak ik een rondje met de uitvoerder van de aannemer om te zien of het werk volgens afspraak is gerealiseerd en kwalitatief goed wordt opgeleverd. Ik kijk bijvoorbeeld of
deuren en ramen goed sluiten en of details netjes zijn afgewerkt. En
natuurlijk ook of de buitengevel er goed uitziet. Als de woning verkocht is, maak ik hetzelfde rondje met de koper. Maar dan zijn de rollen omgekeerd: de koper kijkt of alles in orde is. Dit huis zag er
overigens keurig uit!”
Moment: intern overleg
Waar: Amersfoort, kantoor Bouwfonds Ontwikkeling regio Midden
Moment: landelijke vergadering van alle managers Bouwkwaliteit
Waar: Eindhoven, kantoor Bouwfonds Ontwikkeling regio Zuid
“Als manager Bouwkwaliteit kijk ik ook kritisch mee met projecten die
nog van start moeten gaan. Met projectmanagers René Steman en
Arjen Kleijer overleg ik over een groot project aan de Handelskade in
Nijmegen: Waalfront. Dat is volop in voorbereiding, we hopen binnenkort van start te kunnen gaan met de bouw van de 500 koop- en huurappartementen. Voorafgaand aan de bespreking heb ik de tekeningen
en uitgangspunten al bekeken. Ik let er voornamelijk op of het getekende voldoet aan normen en eisen, of het praktisch en technisch uitvoerbaar is en of het kwalitatief verantwoord is. Samen nemen we
mijn commentaar door, zodat al in het ontwerpstadium de juiste keuzes worden gemaakt.”
“Ik heb in Amersfoort één collega die ook manager Bouwkwaliteit is. Verder zijn er nog zes collega’s elders in het land: in Eindhoven, Delft en
Haarlem. Onze werkpakketten wijken op sommige vlakken wat af,
omdat de behoeften van klanten natuurlijk niet precies hetzelfde zijn.
Eens per zes weken komen we bij elkaar om door te nemen wat er speelt.
Elk van ons heeft in zijn eigen gebied natuurlijk volop overleg met collega’s en aannemers, maar het is toch anders als je met iemand praat die
nagenoeg hetzelfde werk doet. We wisselen onderling ervaringen uit en
bespreken vraagstukken waarmee we te maken hebben. Het is heel prettig om met elkaar vakinhoudelijke kennis te kunnen delen. De output
van deze gesprekken delen we ook met de projectmanagers in ons bedrijf,
als input voor nieuwe projecten.”
9
10
maart 2014 – naw #49
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Inspiratie kunst en cultuur
tekst: Annemarie de Haas
25 jaar Bouwfonds
Cultuurfonds
Bouwfonds Cultuurfonds bestaat 25 jaar. In die tijd heeft het
meer dan duizend kunst- en cultuurprojecten ondersteund
die bijdragen aan de kwaliteit en beleving van de openbare
ruimte. Hier een bloemlezing: van bekende, grote projecten
met internationale allure tot relatief onbekende en/of kleinere projecten.
Landschapskunst Een prachtig
imposant kunstwerk aan ‘De
Strekdam’ te Lelystad. Het bijna 26
meter hoge landschapskunstwerk
‘Exposure’ van kunstenaar Antony
Gormley is een blikvanger aan de
kust van het Markermeer en is
bedoeld om de dynamiek tussen
het (water)landschap en de stedelijke ontwikkeling van Lelystad te
markeren.
www.bouwfondscultuurfonds.nl
Beemster-boek Ter gelegenheid
Spakenburgs erfgoed Een al wat
van het 400-jarig bestaan van
ouder project, uit 1997: de res-
de Beemster wilde de gemeente
tauratie van het unieke culturele
Beemster in 2012 een herdenkings-
erfgoed van de oude haven van
boek uitgeven over de wordings-
Spakenburg en de Botterwerf.
geschiedenis van deze unieke
Met de herbouw van het pand
droogmakerij, die sinds 1999 op de
Oude Schans 84 is het gebied in
werelderfgoedlijst van de UNESCO
architectonische zin afgerond.
staat. Mede dankzij een bijdrage
van Bouwfonds Cultuurfonds
kwam het boek er daadwerkelijk.
Transformatie tramremise Een recent
Walhalla Theater Walhalla is
project, dat nog werk in uitvoering is. De
een voorproefje op een groter
monumentale tramremise in Amsterdam
plan om het Rotterdamse Ka-
Stedelijk Museum Amsterdam
(Oud-)West krijg na jaren van verval een
tendrecht om te turnen tot een
‘De badkuip’, zo wordt het nieuwe
nieuwe sociale en culturele functie, met o.a.
bruisende en vitale plek. Bouw-
deel van het Stedelijk Museum in
ruimte voor horeca, kunst en cultuur.
fonds Cultuurfonds leverde in
Amsterdam inmiddels liefkozend
2010 een bijdrage.
genoemd. De renovatie duurde
ruim acht jaar en ging niet zonder
slag of stoot. Maar sinds de heropening in september 2012 heeft
Amsterdam er een publiekstrekker
bij en neemt het Stedelijk opnieuw
(internationaal) krachtig positie in.
Sculpturen Ruud Kuijer Het sculpturen-
Cultuurfabriek
plan van de Utrechtse beeldhouwer Ruud
Een project uit 2006:
Kuijer vormde de laatste toevoeging aan
de herontwikkeling
de vormgeving van de Utrechtse stadswijk
van een voormalige
Parkhaven. Het plan telt in totaal dertien
ijzergieterij tot ‘dé
De Fundatie In 2011 droeg
architect Hubert-Jan Henket. Het
werken, waarvan Bouwfonds Ontwikke-
cultuurfabriek van de
Bouwfunds Cultuurfonds bij aan
is een tentoonstellingsruimte
ling er twee voor haar rekening nam en
Achterhoek’. Anno
de nieuwbouw van het Zwolse
van 1000 m², verdeeld over twee
Bouwfonds Cultuurfonds bijdroeg aan
nu is de DRU in Ulft
museum voor beeldende kunst
verdiepingen. Daarmee kreeg
een. Bij de kunstwerken staat de tegen-
weer een begrip in
De Fundatie. De zogenaamde
De Fundatie een internationale
stelling interieur-exterieur centraal.
Oost-Nederland.
Art Cloud is ontworpen door
architectonische behuizing.
11
12
maart 2014 – naw #49
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Inspiratie nieuws
Psychologie
van woningkopers
tekst: Annemarie de Haas
Wonen en werken
aan het Waalfront
Medio januari ondertekenden Bouwfonds
Ontwikkeling, Syntrus Achmea Real
Estate & Finance en Standvast Wonen een
overeenkomst voor de realisatie van 534
appartementen en circa 2800 m2 commerciële
ruimte aan de Handelskade in Nijmegen.
‘De klant centraal’ is een slogan die tegenwoordig in de vastgoedsector voor op de
lippen ligt. Maar Olaf Schoofs, ontwikkelingsmanager bij Bouwfonds, zag in de
dagelijkse praktijk een sector die nog veel
vanuit de techniek denkt en te weinig vanuit de klant. Voor zijn masterthesis aan de
TiasNimbas Business School verdiepte hij
zich in wat kopers werkelijk beweegt.
Schoofs dook in de consumentenpsychologie en nam diepte-interviews met kopers
af. Hij identificeerde vier ‘motivationele
strategieën’: manieren waarop mensen tot
het besluit komen een huis te kopen.
Schoofs: “Bij de positionering en verkoop
van nieuwbouwprojecten en -woningen
wordt vaak nog uitgegaan van generieke
doelgroepen en concepten. Maar er zijn
grote verschillen tussen ‘optimisten’, ‘overleggers’, ‘dealmakers’ en ‘zekerheidszoekers’. Het heeft bijvoorbeeld geen zin om
voor zekerheidszoekers sessies te organiseren waarbij ze kunnen meedenken over
het woningconcept; daar zit dit type koper
niet op te wachten.” Gewapend met die
kennis pakt Bouwfonds het nu anders aan.
“Op basis van klantinterviews achterhalen
we wat voor type beslissers aan tafel zitten. Daar passen we onze marketingstrategie op aan”, aldus Schoofs. Meer over het
onderzoeksrapport ‘de Koope.ratio, de
basis voor een nieuwe marketingstrategie’
is op te vragen via [email protected].
Hiermee is de start ingeluid van het project
Waalfront, waar de komende jaren zo’n 2000
woningen, horeca en voorzieningen worden
ontwikkeld aan de Nijmeegse Waalhaven.
Het deelproject Handelskade bestaat uit 9
gebouwen en is ontworpen door de architectenbureaus Vera Yanovshtchinsky architecten, Mulleners + Mulleners en Studioninedots. De overeenkomst betreft de afname van
366 appartementen door Syntrus Achmea
(187) en Standvast Wonen (179) in Handelskade bestemd voor verhuur. De overige appartementen worden door Bouwfonds fasegewijs
in verkoop gebracht, te beginnen dit najaar.
Naar verwachting start de bouw deze maand.
Meer informatie: www.handelskade.nu en
www.waalfrontnijmegen.nl
Energiebewust starten
Je eerste schreden zetten op de woningmarkt en dan meteen een energieneutrale
woning betrekken? In Kampen kan het: de
nieuwe woonwijk Het Onderdijks krijgt
zeven starterswoningen die zo goed als
energieneutraal zijn.
Bouwfonds Ontwikkeling, Trebbe en Van
der Sluis en de gemeente Kampen boden de
kopers de mogelijkheid hun nog te bouwen
woning te voorzien van een extra energie-
besparingspakket, met onder andere driedubbel glas en zonnepanelen. Daardoor vragen de verwarming en ventilatie van deze
huizen nauwelijks energie – fijn voor het
milieu én de startersportemonnee! – en voldoen ze nu al aan Europese wet- en regelgeving voor energieneutrale nieuwbouwwoningen die vanaf 2020 zal gelden. De kopers
verdienen de investering in dit pakket binnen ongeveer zes jaar terug.
De zeven energieneutrale woningen zijn
onderdeel van een wijkje van in totaal 26
woningen, die naar verwachting in de
zomer worden opgeleverd. De overige
negentien woningen zijn weliswaar niet
energieneutraal, maar wel zeer energiezuinig: ze gebruiken de helft minder energie
dan een gemiddelde bestaande woning in
Nederland. www.onderdijkswonen.nl
Nieuwbouw met historie
Spelen als Caesar
Water en groen bepalen het karakter van
Waldijk, een nieuwe woonwijk in Uitgeest.
Maar er is meer. Dit gebied kent een rijk
verleden. Tijdens de realisatie van de wijk
werden resten uit de bronstijd en de
Romeinse tijd ontdekt. En langs een oude dijk
bleek een middeleeuws huis te hebben
gestaan. Besloten werd om deze dijk nieuw
leven in te blazen. De Waldijk – waarmee
meteen de naam voor de wijk geboren was –
is nu duidelijker aanwezig en in gebruik als
fiets- en wandelpad. Het pad verbindt Waldijk
met het centrum van Uitgeest en het nabij
gelegen buurtschap Assum. Ook is er een
bijzondere speeltuin gekomen, met
speeltoestellen die zijn geïnspireerd op de
archeologische vondsten. Elementen als een
ton, een kano en een touwbrug verwijzen
naar Waldijks lange historie. Waldijk telt in
totaal 700 woningen, waarvan er nog 47 in
verkoop gaan. www.woneninwaldijk.nl
Ich bin ein Berliner
Eind vorig jaar opende Bouwfonds
Property Development (BPD) in aanwezigheid van onder anderen
Monique van Daalen, de Nederlandse
ambassadeur in Duitsland, en
Ephraim Gothe, de Duitse staatssecretaris Stedelijke Ontwikkeling en
Milieu, een nieuwe vestiging in het
centrum van West-Berlijn.
Bouwfonds Immobilienentwicklung,
de Duitse dochteronderneming van
BPD, zet met deze nieuwe vestiging het
streven voort naar een landelijke dekking en daarmee de koers voor uitbreiding in kansrijke regio’s. Walter de Boer,
directievoorzitter van BPD: “We hebben
samen met onze Duitse collega’s de
markt in en rondom Berlijn, Leipzig en
Dresden grondig geanalyseerd. De conclusie is dat we te maken hebben met
een economisch sterke regio met een
toenemende vraag naar woningen.”
Een belangrijke reden hiervoor is dat
onze oosterburen in toenemende mate
belangstelling hebben voor wonen in
de stad. Daarnaast groeit de interesse
van internationale private en institutionele beleggers om te investeren in
stedelijke appartementen. “In Berlijn is
de koopkracht de laatste vier jaar
enorm gestegen, onder andere door
een forse daling van de werkloosheid.
Ook is een populatiegroei van zo’n
30.000 inwoners per jaar zichtbaar.
Deze ontwikkelingen bieden prima
kansen voor de nieuwe Berlijnse vestiging”, aldus De Boer.
13
14
maart 2014 – naw #49
Inspiratie detail
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
tekst: Annemarie
Ann
de Haas fotografie: Agnes Kappert
Thema
DE
LEEFBARE
STAD
Gierzwaluwsteen
Zomergasten
Ze arriveren elk jaar rond 30 april en blijven precies honderd
dagen: gierzwaluwen. Deze beschermde trekvogels zijn razendsnel (ze halen vliegsnelheden tot 120 km/uur) en doen alles in de
lucht. Zelfs paren! Alleen om te nestelen en hun jongen groot te
brengen, moeten ze even op aarde komen. Vroeger deden ze dat
vooral tussen verschoven dakpannen of in spleten en kieren van
een woning. Maar met het moderne bouwen en het verbeterde
onderhoud zijn er nog maar weinig van dit soort hoekjes en
gaatjes over. Daarom zijn er slimme oplossingen bedacht zoals
de gierzwaluwsteen. Bewoners van de wijk Berggierslanden in
Meppel konden ze bij de bouw van hun woning laten inmetselen. De wijk won er destijds de eerste Stadsvogelprijs van Vogelbescherming Nederland mee. Wie goed kijkt, ziet de grijze steen
net onder de dakgevel. Klein, maar een ideale nestelplaats voor
deze insectenetende ministraaljagertjes.
Sinds kort woont meer dan de helft van
de wereldbevolking in een stad. Rond
2050 is dat naar verwachting zelfs zo’n
65%. Leefbaarheid in de stad wordt dus
een steeds belangrijker thema, zowel
nationaal als internationaal.
15
16
maart 2014 – naw #49 – leefbare stad
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
tekst: Bauke ter Braak
Leefbaarheid
ontleed
Met een groeiend aantal stadsbewoners wordt
leefbaarheid in de stad een steeds belangrijker
thema. Maar wat maakt een stad (on)aangenaam
om in te wonen? Welke factoren en actoren spelen
een rol? NAW magazine vroeg het zes experts. Een
verkenning.
E
erst maar eens: wat is een stad en wat is
leefbaarheid? In dit artikel gaan we uit van
binnensteden met stadsdelen die daar
direct op aansluiten. Dus niet de grote
agglomeratie zoals de Randstad of een nog
groter verstedelijkt gebied. Dan leefbaarheid. De
Leefbaarometer (www.leefbaarometer.nl) van het
ministerie van Binnenlandse Zaken defi nieert het
als ‘de mate waarin de leefomgeving aansluit bij de
voorwaarden en behoeften die er door de mens aan
worden gesteld.’ Daarbij gaat het om de inrichting
van de publieke ruimte, het voorzieningenniveau, de
samenstelling van de bevolking en woningvoorraad,
de sociale samenhang en de veiligheid.
Geborgenheid versus spanning
Bij elkaar heeft leefbaarheid te maken met geborgenheid, vindt Bas van de Griendt. “Het gaat erom dat je
appelleert aan de emoties van mensen. Een stad moet
niet alleen functioneel goed zijn, maar ook emotioneel. Mensen vinden houvast in oude structuren.
Daarom komt in Utrecht ook de Catharijnesingel weer
terug. Waar je het verleden verloochent, daar gaat het
mis. Waar je aan het verleden appelleert, kun je succes
boeken. Neem bijvoorbeeld de Watertoren en Villa
Augustus in Dordrecht, waar de geschiedenis nieuw
leven is ingeblazen. Of refereer aan het verleden door
historiserend te bouwen, zoals voor het eerst op grote
schaal is gebeurd in Brandevoort bij Helmond.”
‘Als je de mensen
meekrijgt, dan ontstaat er echte leefbaarheid’ André de Wilde
17
18
maart 2014 – naw #49 – leefbare stad
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Aan het woord
Agnes Franzen:
programmamanager
praktijkleerstoel
Gebieds ontwik keling
TU Delft en hoofdredacteur van
Gebieds ontwik keling.nu. Favoriete
stad: Rotterdam. “De rafelranden van
Berlijn, de ruimte voor ondernemerschap en de stedelijke aanblik van
New York en de verbinding met de
geschiedenis zoals Buenos Aires.”
Bas van de Griendt:
manager MVO en
Duurzaam Ontwikkelen
bij Bouwfonds
Ontwikkeling. Favoriete stad: “De drie
Hanzesteden Zutphen, Deventer en
Zwolle. Allemaal met een oude
binnenstad én een overzichtelijke
schaal, waar ruimte is voor een eigen
tuintje. Met functies en voorzieningen
op fiets- en vaak zelfs loopafstand.”
André de Wilde: directeur
van Compositie 5
Stedenbouw. Favoriete
stad: ’s-Hertogenbosch.
”Vanwege de mooie historische
binnenstad én het natuurgebied
Bossche Broek, dat doorloopt tot de
stadswallen. De koeien grazen bijna
onder de Sint Jan.”
Jeroen Beekmans:
initiatiefnemer van
Popupcity.net, blog over
de stad van de toekomst.
Favoriete stad: Amsterdam. “De
achtertuin van het supercommerciële
Londen, maar vrijer – de vrijheid van
Berlijn, met meer incentives om geld
te verdienen.”
Patrick Joosen: directeur
Bouwfonds Ontwikkeling
Regio Midden. Favoriete
stad: Vancouver. “Compact stadshart, de skyline in een overweldigende natuur met bergtoppen,
de baai en een fraaie kustlijn: Vancouver heeft het allemaal en mooi in
balans. Vooral het enorme Stanley
Park, aan de baai, is geweldig.”
Wouter Vermeulen:
programmaleider
decentrale overheden
bij het CPB en universitair
docent ruimtelijke economie aan de
VU. Favoriete stad: Barcelona. “Die
stad heeft alles. Gewoon een heel
leuke stad, lekker weer, aan zee,
mooie architectuur en musea.”
Leefbaarheid heeft ook te maken met geborgenheid, met oude structuren die de stedelingen houvast geven. Utrecht brengt daarom de eens
Van krimp naar groei
gedempte Catharijnesingel weer terug (cu2030.nl).
Eind 2012 tikte Amsterdam voor het eerst sinds de
jaren zeventig weer de grens van 800.000 inwoners
aan. In 1985 woonden er nog maar zo’n 675.000
mensen. In veel andere wereldsteden was de ontwikkeling vergelijkbaar. De opzienbarende groei
van de steden heeft vooral een economische motor,
net zoals de neergang begon toen de economische
motor haperde. Deze ontwikkeling, met de lessen
voor de toekomst, staat centraal in de CPB-notitie
‘Wordt de wereld plat of is er toekomst voor de
stad?’ van april 2013.
Detroit maakt pijnlijk
duidelijk hoe leefbaarheid verweven is met
economische activiteit:
sinds de teloorgang van
de auto-industrie dreigt
de stad te verpauperen.
‘Een stad moet niet
alleen functioneel
goed zijn, maar ook
emotioneel’ Bas van de Griendt
Jeroen Beekmans plaatst een kanttekening: “Wenen
scoort hoog in internationale leefbaarheidsonderzoeken. Maar voor jonge stedelingen is dat echt niet the
place to be. Ik wil 24 uur per dag onbeperkt toegang
tot alle stedelijke service, ik ben op zoek naar een
zekere mate van spanning. Dat is óók leefbaarheid.
Wenen is misschien wel mooi, maar niet sexy.”
Behulpzame stad
Leefbaarheid hangt ook sterk samen met gezonde economische activiteit. Als die ontbreekt, zijn de gevolgen
vaak groot. Het bekendste en treurigste voorbeeld van
die samenhang is Detroit. Dat is gedeeltelijk een
spookstad geworden sinds de auto-industrie de poorten sloot. Die wezenlijke economische factor verandert snel. Wouter Vermeulen: “De economie verdienstelijkt; deze verschuift steeds meer van een
productie- naar een kenniseconomie. De stad is daarbij behulpzaam: daar ontmoet je elkaar makkelijker
dan buiten de stad. Mensen vinden die ontmoetingen
belangrijk, als aanvulling op hun online relaties.”
De veranderende economie is in principe in het voordeel van de stad: dienstverleners vestigen zich graag
in een aantrekkelijke stad. Met zijn hoge voorzieningenniveau trekt die immers precies de mensen aan
die het bedrijf nodig heeft. Die twee effecten versterken elkaar. Tegelijkertijd maakt het de stad kwetsbaarder: de diensteneconomie heeft in tegenstelling
tot de op productie gebaseerde economie bijvoorbeeld
geen haven nodig. De bedrijven zijn veel meer ‘footloose’ en kunnen ook weer gemakkelijk vertrekken.
Als dat te veel gebeurt, kan een stad in een neerwaartse spiraal terechtkomen.
Woondeskundigen
Om steden leefbaar te houden of te maken, is een duidelijke visie nodig. Of, zoals Bas van de Griendt het uitdrukt: “Veel mooie dingen zijn tot stand gebracht door
een visionair die iets wílde en de kans kreeg om dat te
realiseren.” Maar Nederland heeft het polderen uitgevonden en inspraak tot kunst verheven. Hoe ga je daarmee om als je de leefbare stad van de toekomst wilt
realiseren? Dat is waaraan Patrick Joosen in de praktijk
bijna dagelijks werkt: “Het is een kwestie van goed luisteren, behoeften analyseren en op basis daarvan een
visie tonen die mensen raakt, met verschillende scenario’s voor de ontwikkeling in de tijd. Een beperking is
wel dat je praat met zittende bewoners en omwonenden. Zo kan het gebeuren dat je jarenlang een dialoog
voert met mensen die er wel iets van vinden, maar er
uiteindelijk niet zelf gaan wonen.”
Toch moet je de direct betrokken niet onderschatten,
zegt André de Wilde: “Je zou kunnen zeggen dat zij
woondeskundigen zijn. Ook al vinden ze het lastig om
te verwoorden of te verbeelden wat ze graag willen.
Maar als het lukt, als je de mensen meekrijgt, dan ontstaat er echte leefbaarheid. Bovendien: wanneer je
zelf als bewoner nauw betrokken bent geweest bij de
ontwikkeling, dan ben je trots dat je er woont. Dat
helpt ook.”
Flexibel masterplan
De tijd van de grote, overkoepelende en gedetailleerde
plannen is voorbij. De veranderingen gaan te snel.
Plannen moeten robuust én flexibel zijn. André de
Wilde: “Je hebt wel een masterplan nodig, maar dat
moet de flexibiliteit hebben om het continu te kunnen
bijstellen. En je moet aan het begin zeker weten dat je
aan de hoofdstructuur kunt vasthouden. Want als een
plan bijvoorbeeld uitgaat van een park of een NS-station en het komt er niet, dan heb je een serieus probleem, ook qua leefbaarheid.”
Patrick Joosen noemt Waalfront Nijmegen als voorbeeld van een masterplan nieuwe stijl: “Eerst was er
een visie met een gedetailleerd bestemmingsplan. Dat
bleek niet haalbaar en te rigide. Daar kwam een
nieuwe strategie voor in de plaats, met een vlekkenplan waarvoor alleen de hoofdstructuur als basis
vaststaat. Maar daar houden we wél aan vast.”
Jeroen Beekmans sluit zich daarbij aan: “Het hele
19
20
maart 2014 – naw #49 – leefbare stad
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Een historiserende
‘Het is een kwestie
van goed luisteren
en een visie tonen
die mensen raakt’
bouwstijl, zoals hier
in Brandevoort, zorgt
dat bewoners toch
de geborgenheid en
houvast van oude
structuren ervaren,
ook al is de wijk splinternieuw.
Patrick Joosen
Flexibel, maar wel met regie op leefbaarheid:
het masterplan voor het Waalfront in Nijmegen.
Een ander voorbeeld van flexibiliteit met behoud van kwaliteit: Vathorst in Amersfoort.
planningsdenken is failliet. De grootste uitdaging is
om vast te houden aan de basisgedachte en je tegelijk
voor te bereiden op een permanente staat van verandering. Je moet kaders scheppen waarbinnen mensen
zich kunnen ontplooien.”
Agnes Franzen herkent die uitdaging. “Elke stap moet
een afgerond geheel zijn, omdat je niet weet in welk
tempo het geheel zich zal voltrekken. In Vathorst in
Amersfoort bijvoorbeeld zie je nu dat de ambities van
toen zijn vertaald naar de realiteit van vandaag. Flexibiliteit met behoud van kwaliteit.”
Woningen van de toekomst
Dan resteert natuurlijk de vraag: welke woningen
moeten er gebouwd worden in de leefbare stad van de
toekomst? Die vraag legden we alle geïnterviewden
voor. Patrick Joosen: “De plek voor het gezin in de stad
verdient meer aandacht. Niet alleen als het gaat om
het groen en de publieke ruimte, maar ook voor de
functionaliteit van de woning zelf. Gezinnen zoeken
ook in de stad geborgenheid, in ‘hun’ buurt. Een mooi
voorbeeld is Parkhaven in Utrecht. Er is daar nauwelijks verloop, er staat weinig te koop.”
Jeroen Beekmans vindt de opkomst van de peer-topeer-economie heel boeiend. “Je huis is meteen ook
je micro-onderneming. Een winkel, een taxibedrijf,
een hotel, noem maar op, en die functies wisselen
elkaar af. Het huis als vorm is daar niet op toegerust. Het lijkt me interessant om daarvoor oplossin-
gen te bedenken.”
Wouter Vermeulen constateert dat een gevarieerde
bevolkingssamenstelling belangrijk blijft. “We hebben
in Nederland een forse sociale sector, die ook in de bin-
Winnen: The PopUp City
‘Een zekere mate van
spanning, dat is óók
leefbaarheid’ Jeroen Beekmans
nensteden goed vertegenwoordigd is. Dat stelt eisen
aan de woningen, want je wilt voor een substantieel
lagere prijs mensen toch toegang bieden tot dezelfde
(culturele) wijkvoorzieningen als de woningeigenaren die het volle pond hebben betaald, hoewel ze er
misschien niet evenveel baat bij hebben.”
André de Wilde voorziet tot slot dat Nederland gaat
terugkomen van de levensloopbestendige woningen
die de laatste jaren een opvallende opmars hebben
beleefd: “Woningen werden daardoor alleen maar
groter en daar haal je later, als je minder ruimte nodig
hebt, niets meer van af. Als je wat ouder wordt, ga je
gewoon opruimen en kleiner wonen, in een aantrekkelijke wijk, op een triple A-locatie: dicht bij Aldi of
Albert Heijn, arts en apotheek.”
Gebaseerd op een
blog die ze vijf jaar
met groot enthousiasme bijhielden,
maakten Jeroen
Beekmans en Joop de
Boer het boek The
Pop-Up City. Het
staat vol opvallende
trends, inspirerende
ideeën en tot de verbeelding sprekende
concepten voor de
stad van de toekomst. NAW verloot
tien exemplaren
onder de lezers die
zich, onder vermelding van ‘The Pop-Up
City’ met hun naam
en adresgegevens,
aanmelden bij
[email protected].
21
22
maart 2014 – naw #49
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
23
Tekst: Marieke Enter
De beste steden
Wat is de beste stad ter wereld om in te wonen en waarom? Het is een vraag die wereldwijd leeft, getuige
de vele internationale rankings. Helaas zijn de makers ervan het niet erg met elkaar eens: iedereen hanteert zijn eigen criteria. Maar zet de uitkomsten naast elkaar en er ontstaat wel degelijk een beeld.
Mercer
leefbaarheid
Criteria
Leefbaarheid in de
Mercer infra
Criteria
1. Wenen
2. Zürich
3. Auckland
4. München
5. Vancouver
6. Düsseldorf
7. Frankfurt
8. Genève
9. Kopenhagen
10. Bern
--12. Amsterdam
ogen van vreemden:
1. Singapore
2. Frankfurt
3. München
4. Kopenhagen
5. Düsseldorf
6. Hongkong
6. Londen
8. Sydney
9. Hamburg
9. Vancouver
--23. Amsterdam
Stedelijke leefbaar-
expats. Op basis van
39 factoren die zij belangrijk vinden, van
de aanwezigheid van
geschikte woonruimte en internationale
scholen tot criminaliteit en het risico op
natuurrampen.
heid op basis van
infrastructurele zaken
zoals water- en elektriciteitsvoorziening,
openbaar vervoer,
verkeersdrukte en
bereikbaarheid per
vliegtuig.
Forbes meest
innovatief
1. Eindhoven
2. San Diego
3. San Francisco
4. Malmö
5. Grenoble
6. Stuttgart
7. Boston
8. Stockholm
9. Minneapolis
10. München
Tokio: Een hippe,
maar dure stad – de
4
5 9 3
duurste ter wereld
zelfs. Een brood kost
Vancouver: Scoort
SSccoo
oo a
oort
all
Calgary
jarenlang hoog in allerlei
leefbaarheidsoverzich-
Hongkong
Amsterdam: Relaxte
Eindhoven: Met 22,6
fietspaden, aldus life-
patenten per 10.000
stylemagazine Monocle.
tuur, milieu, onderwijs
San Francisco
en infrastructuur.
2
San Diego
inwoners is Eindhoven
Boston: Een van d
de
oudste steden van de
1
verreweg de innovatiefste stad ter wereld. De
Verenigde Staten, maar
mede dankzij Harvard
Singapore
High Tech Campus met
o.a. Philips en ASML
en MIT en een duize-
Kopenhagen
werpt vruchten af.
Stockholm
9
Hamburg
9
1
Londen
4
Sydney
Malmö
1
7 8
6
start-ups toch bijzonder
criminaliteit, een mild
innovatief.
natuurschoon. Scoort
10 10
3
12
23
23
22
lingwekkend aantal
en onderwijs, weinig
kilmaat, indrukwekkend
9 7
4
Auckland: Prima zorg
3 8
ook hoog in onderzoeken naar beste vakantiebestemming en beste
studentenstad.
Helsinki
9
6 5
Düsseldorf
Perth
Frankfurt
Stuttgart
7
3
gezondheidszorg, cul-
veel groen en eindeloze
9
Minneapolis
ten vanwege zijn prima
6
sfeer, indrukwekkend
Toronto
5
4
er zo’n 3 6,50.
7 2
2 1
Adelaide
6
2
6
10
Zürich
Bern
6
8
Genève
5
Grenoble
5 2 1
8
10
3
4
München
Wenen
Melbourne: Alle Australische steden scoren goed:
wel de voordelen van
de stad (voorzieningen),
niet de nadelen (criminaliteit, files). Melbourne is
koploper.
The Economist
Criteria
Monocle
Criteria
1. Melbourne
2. Wenen
3. Vancouver
4. Toronto
5. Calgary
6. Adelaide
7. Sydney
8. Helsinki
9. Perth
10. Auckland
Leefbaarheidsbeoor-
1. Kopenhagen
2. Melbourne
3. Helsinki
4. Tokio
5. Wenen
6. Zürich
7. Stockholm
8. München
9. Sydney
10. Auckland
--22. Amsterdam
Subjectieve lijst van
deling door stadbewoners zelf, afgemeten
aan 30 criteria die zij
belangrijk vinden. Van
de kwaliteit van de
woonomgeving en
infrastructuur tot toegang tot educatie.
het hippe, internationale lifestyle-magazine Monocle over ‘die
ongrijpbare chemie’
waardoor sommige
steden geweldig zijn
om in te wonen. Met
ook veel zachte, maar
niet onbelangrijke factoren zoals sfeer en
bouwkundig schoon.
Criteria
‘s Werelds meest
innovatieve steden
volgens zakenblad
Forbes, afgemeten
aan het aantal
patenten in verhouding tot de bevolkingsomvang.
24
maart 2014 – naw #49 – leefbare stad
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
(Ge)zin
in de
stad
tekst: Raquel Mourik
fotografie: Anneke Hymmen
Vroeger was het bijna de norm: mensen verlaten de
stad zodra ze kinderen krijgen. Meer ruimte, meer
rust, minder verkeer. Maar er zijn steeds meer gezinnen die bewust voor de stad kiezen. En dat is goed
nieuws, want gezinnen worden vaak gezien als ‘lijm
van de stad’: ze zorgen voor sociale cohesie en zijn
belangrijk voor de stedelijke economie. NAW sprak
met drie van die stadsgezinnen.
Oostpoort,
Amsterdam
Olivier Stulp (34) en Charissa Wierdsma (32) wonen met hun dochters Isa (2)
en Cleo (7 maanden) in Oostpoort 3 in Amsterdam.
‘Op negenhoog heb je
geen last van muggen’
Charissa: “We groeiden allebei op in een
stad: Olivier in Leiden, ik in Den Haag. We
wilden graag in Amsterdam wonen, ook al
dachten we vroeger dat het misschien niet
zo’n goede plek zou zijn om kinderen groot
te brengen. Maar nu, zeven jaar later, willen we hier niet meer weg.”
Olivier: “We vinden het fijn om alles in de
buurt te hebben. Dat er winkels om de
hoek zijn, dat alles open is, dat er bioscopen en theaters zijn. Wel wilden we Isa en
Cleo een eigen kamer geven. Daarom zijn
we onlangs verhuisd uit de Czaar Peterbuurt – we konden daar geen passende
woning vinden.”
Charissa: “Op mijn verlanglijstje stond dat
ik op de fiets naar de HEMA moest kunnen. Hier in Oostpoort kan ik er bij wijze
van spreken kruípend naartoe. Alle winkels zitten nu letterlijk onder ons. Ik vind
het fijn dat ik niet naar het centrum hoef
te gaan als ik iets nodig heb.”
Olivier: “We zijn van 90 vierkante meter
met twee slaapkamers gegaan naar 150
vierkante meter met drie slaapkamers, in
een penthouse op de negende verdieping.
Nee, we hebben geen tuin – voor ons was
dat geen halszaak. We hebben een balkon
van drie bij drie en er is een gigantische
gemeenschappelijke binnentuin die alleen
voor bewoners toegankelijk is.”
Charissa: “De rust van het buitenleven
mis ik niet. In mijn eigen huis vind ik rust.
Vanuit onze woning hebben we een fantastisch uitzicht over de hele stad, dat vind
ik rustgevend. En het is een kinderrijke
buurt met voorzieningen zoals scholen,
een kinderboerderij en sportvelden. We
kunnen lopend naar het zwembad.”
Olivier: “De stad biedt voldoende uitdaging en leuke spelletjes voor kinderen. Je
vindt er ook meer cultuur. Ik wandel
graag door de stad. Als er dan een evenement als de Uitmarkt is, hangen we de
draagzak om en gaan we met de kinderen
op pad. Trouwens, nog een ander voordeel
van de stad: op negenhoog heb je ook
geen last van muggen!”
Wat: circa 800 woningen (koop en
sociale huur), een groot winkelcentrum, een ondergrondse
parkeergarage, bedrijfsruimten,
gecombineerde woon-werkwoningen, horecavoorzieningen,
een brede school en andere
maatschappelijke voorzieningen.
Locatie: Oostpoort bevindt zich
op de plek van de voormalige
Oostergasfabriek. Tussen de
Linnaeusstraat, de Ringvaart
en de Polderweg zit je vrijwel
midden in het stadsleven. Na
een paar minuten fietsen ben je
in het Oosterpark en in twintig
minuten zit je in het centrum
van Amsterdam.
Ontwikkeling door: stadsdeel Oost
en de ontwikkelingscombinatie
OCP (Stadgenoot, Ymere,
Bouwfonds Ontwikkeling)
Architect Oostpoort 3:
Soeters Van Eldonk
Start ontwikkeling: 2005
Start bouw: juni 2013
Oplevering: januari 2014
25
26
maart 2014 – naw #49 – leefbare stad
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
De Wolweverij,
Den Haag
Wat: 58 eengezinswoningen:
9 vierlaagse stadswoningen met
terras en 49 woningen met tuin.
Locatie: In de wijk Vrederust,
Den Haag-Zuidwest. Groen vind
je in de natuurgebieden De Uithof
en Madestein en het Zuiderpark.
Het centrum van Den Haag ligt
op tien minuten rijden met de
auto.
Ontwikkeling door: Schouten
& De Jong Projectontwikkeling
en Bouwfonds Ontwikkeling
Architect: Galis
Architektenburo BNA
Start ontwikkeling: 2008
Oplevering: najaar 2013
Nelli (34) en Michael (33) Halfi nger wonen met Marvin (8) en James (6)
in een appartementencomplex in Stuttgart, in de wijk Vaihingen.
‘Ik ben gewoon blijer
in de stad’
Nelli: “Acht jaar geleden verhuisden we vanuit een klein Duits stadje naar Stuttgart. De
omgeving reageerde wisselend op onze
keuze. Mensen vragen me weleens waarom
ik met kinderen in de stad wil wonen. Ik ben
gewoon blijer in de stad. En Michael en ik
weten niet beter – we groeiden zelf op in
grote steden in Rusland en Slowakije.
Eerst woonden we in een rijtjeshuis van
120 vierkante meter – best ruim, al hadden
we geen tuin voor onszelf. Eigenlijk waren
we niet op zoek naar een nieuw huis. Ik
heb Michael echt moeten overhalen om
hier te gaan kijken. Dit huis sprak ons
direct aan. Alle ruimtes bevinden zich op
één verdieping en het is er heel licht. Ik
kreeg er meteen een penthousegevoel bij.
De kers op de taart is het dakterras van 50
vierkante meter. Ik zag de feestjes al voor
me. In mei 2012 zijn we verhuisd.
In ons complex woont een mengelmoes
van mensen: gezinnen, bejaarden en studenten. Zelfstandig of in woongroepen.
Dat vind ik leuk. Afgezien daarvan is
Stuttgart, en Vaihingen in het bijzonder,
heel familievriendelijk. Er is een superruim aanbod voor kinderen. In het weekend is het vaak moeilijk kiezen omdat er
zoveel is: kindertheater, de avontuurspeelplaats, klimmen, zwemmen – er is genoeg
te doen. De vriendjes van onze kinderen
wonen ook nog eens in de buurt.”
Alles wat we nodig hebben, vinden we in
onze directe omgeving. Als we echt willen
winkelen, moeten we wel met de auto,
maar dat vind ik geen probleem. Wat mij
ook aanspreekt aan de stad, is dat je er
betrekkelijk anoniem kunt leven. Een keer
per jaar wordt er een barbecue georganiseerd in onze buurt. Veel mensen die in
onze omgeving wonen, zien en spreken we
alleen daar. Dat vind ik prima.”
Stuttgart
Vaihingen
Wat: 29 woningen in twee
gebouwen met een parkeergarage
voor 37 auto’s.
Locatie: Winkels en uitgaansgelegenheden bevinden zich in het
centrum van de stad. In de directe
omgeving vind je talrijke kleinere
winkels. Vanuit de voordeur loop je
zo de natuur in.
Ontwikkeling door: Bouwfonds
Immobilienentwicklung, de
Duitse zustermaatschappij van
Bouwfonds Ontwikkeling
Architect: Zeeb Architekten,
Stuttgart
Start ontwikkeling: 2008
Oplevering: 2012
Ebru en Kazim Arslan (beiden 31) wonen met hun dochter Sara (6 maanden) in
een tussenwoning in De Wolweverij in Den Haag.
‘Binnen een paar
minuten fietsen ben
ik in de natuur’
Ebru: “We huurden al een paar jaar particulier toen we besloten te gaan kopen.
Sara was toen nog niet op komst. We wilden een betaalbare eengezinswoning, in
de buurt van winkels en met voldoende
parkeergelegenheid. Een woning midden
in de stad was geen optie: ik heb geen zin
in gedoe met parkeren.
Hier in De Wolweverij is het heerlijk
wonen. Het huis is precies naar m’n zin en
alles wat ik nodig heb, is in de buurt. Ik
kan te voet naar de winkel, ben met de
auto in tien minuten in het centrum van
Den Haag en zit binnen een paar minuten
op de snelweg. En De Wolweverij is ook
groen, je vindt er rust en met de fiets zit je
binnen een paar minuten in de natuur.
We hebben een goede band met de buren. De
meeste mensen die hier wonen zijn jong en
hebben ook kinderen. In het begin was iedereen bezig met verhuizen en het inrichten
van zijn woning. De afgelopen maanden zijn
er echt vriendschappen ontstaan. Nu pak ik
regelmatig samen met een van de buren de
kinderwagen en wandelen we samen naar
de supermarkt. Dat is heel gezellig.
Het is hier trouwens helemaal niet druk
met verkeer. Daar hoef ik me ook geen zorgen over te maken als Sara straks buiten
gaat spelen, ook al duurt dat nog wel even.
De komende jaren kan ze goed uit de voeten
in het speeltuintje bij ons voor de deur. We
hebben er van tevoren niet naar gekeken,
maar inmiddels weet ik dat er ook goede
scholen in de buurt zijn.
We waren niet op zoek naar een kinderrijke wijk, maar nu ik tussen andere gezinnen woon, merk ik dat ik dat erg prettig
vind. Onze wijk is een beetje dorps, maar
tegelijkertijd zit je wel zo in de dynamiek
van de stad. Ik vind het fijn om alles bij de
hand te hebben.”
27
28
maart
m
maa
r 2014 – naw #49 – leefbare stad
rt
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
tekst: Ron Elkerbout
GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN 2014
H A M IT
KARAKUS
ROTTERDA
M
GERRIT JAN
VELDHOEN
KAMPEN
BEREND D
E V RI E S
TILBURG
PIM VAN
DEN BERG
RSFOORT
AMER
A RN
SPEKSCHO O
BRONCKHO OR
RST
Lijst
Leefbaar
Leefbaarheid heeft vele
gezichten. Zwembaden,
verkeersdrempels, complete
nieuwbouwwijken en een
schone stoep. Dagelijkse kost
voor wethouders ruimtelijke
ordening en wonen. In
aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen vroeg
NAW vijf van hen naar hun
visie op dit onderwerp.
29
30
maart 2014 – naw #49 – leefbare stad
‘Ruimtelijke ordening
bekijken we altijd
samen met sociale en
economische aspecten’
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Berend de Vries
Tilburg
Partij: D66
Wethouder sinds: 2010
Leeftijd: 36
Portefeuilles: o.a. Grondzaken,
Milieu, Wonen, Bestuurlijke
Vernieuwing
Inwoners gemeente: 210.000
‘We moeten af van de
gedachte dat we vanachter een bureau bepalen
wat leefbaarheid is’
Hamit Karakus
Rotterdam
Gerrit Jan Veldhoen
Kampen
Partij: PvdA
Wethouder sinds: 2006
Leeftijd: 49
Portefeuilles: Wonen, Ruimtelijke
Ordening, Vastgoed en Stedelijke
Economie
Inwoners gemeente: 616.000
Partij: ChristenUnie
Wethouder sinds: 1999 in
Oldebroek, in Kampen sinds 2011
Leeftijd: 57
Portefeuilles: Ruimtelijke
Ordening, Grondbedrijf,
Waterveiligheid
Inwoners gemeente: 52.000
‘Eigenheid is aantrekkelijk en duurzaam,
maar we moeten
segregatie voorkomen’
Leefbaarheid verhogen, wat betekent
dat in Rotterdam?
D66 streeft naar duurzaam veranderen
in Tilburg. Hoe?
“We hebben ervoor gekozen de stad te verdichten en beter te
organiseren; een belangrijke omslag ten opzichte van uitbreiden en aanspreken van groene locaties. De woningvoorraad is te klein en eenzijdig. Als je dat niet wegneemt, verlies je veel mensen die wel graag in de stad blijven wonen.
Wie een gezin sticht, wil vaak een eengezinswoning, de
juiste scholen in de buurt en buitenruimte. Herstructureren
is lastiger dan nieuwbouw, maar het heeft enorm veel
effect. Als de stad groeit en er blijven meer kapitaalkrachtige Rotterdammers, versterkt dat de ondernemers. En dat
betekent weer werkgelegenheid. Ruimtelijke ordening
bekijken we daarom altijd samen met sociale en economische aspecten.”
“In Tilburg werken we sinds kort met een methode waarbij
we kijken naar leefstijlen van onze burgers. Bij een inrichting
naar leefstijl kiezen we voor buurten met eigenheid. Niet het
inkomen, maar hoe mensen in het leven staan bepaalt de
inrichting en bouw van de wijk. Dat geeft een sterkere buurt
die toekomstbestendig is. Met minder kans dat mensen er
over een tijdje niet meer willen wonen.
Om een beeld te geven: we zien blauwe, rode, gele en groene
leefstijlen. Blauw is statusgevoelig, wil grandeur. Rood zijn
hippe mensen die graag in een industrieel complex wonen.
Gele mensen zijn volks, gezellig, doen veel samen met de
buurt. En groen houdt van een nette buurt met een aangeharkt tuintje.”
Welke dilemma’s komt u tegen?
Welke dilemma’s komt u tegen?
“Uiteindelijk behalen we veel winst met herstructurering,
maar het duurt langer en het kost meer dan nieuwbouw. Probeer maar eens te kleine woningen met achterstallig onderhoud van huisjesmelkers om te bouwen naar gezinswoningen
waar wel vraag naar is.
De eenzijdige voorraad goedkope woningen trekt bovendien nieuwe kansarmen aan. Soms moet je ervoor zorgen
dat er geen instroom is van mensen met eenzelfde achtergrond. Werklozen help je niet door ze te huisvesten in een
wijk waar de werkloosheid hoog is. En je helpt er ook de wijk
niet mee.”
“Tilburg bouwt de komende tien jaar een kleine tienduizend
woningen. Daarbij is indelen naar leefstijl een mooi houvast.
Maar op grote schaal blijft ook het oude wensbeeld bestaan
van de ongedeelde stad, waar mensen met verschillende
inkomens en leefstijlen elkaar kunnen ontmoeten. Eigenheid
is aantrekkelijk en duurzaam. Maar we moeten voorkomen
dat er segregatie ontstaat.”
Ziet u ook nieuwe trends?
“Ik zie Rotterdammers die in de avonduren de wijk inspecteren. Brandt de verlichting, is het schoon en veilig? In een
andere wijk letten ze ook op sociale zaken. Zij zien de armoede
en geven aan de gemeente door wie steun nodig heeft. Ik vind
dat geweldig. Mensen zijn medeverantwoordelijk voor het
welzijn van de buurt. Dat is altijd mijn wens geweest.”
“Het wegvallen van investeringsmogelijkheden van corporaties zal op langere termijn een thema worden. Met onze
bouwproductie zijn we redelijk succesvol om alternatieven
te organiseren. Dat doen we bijvoorbeeld met beleggers die
ook in huurwoningen willen investeren.”
Partij: D66
Wethouder sinds: 2011
Leeftijd: 58
Portefeuilles: Ruimtelijke
Ontwikkeling en Projecten,
Cultureel Klimaat en Stadshart
Inwoners gemeente: 150.000
‘Digitalisering heeft
een grote impact op
de binnenstad’
U kiest voor leefbaarheid boven regelgeving?
Hoe ontwikkelt leefbaarheid zich in Amersfoort?
“In Kampen kijken we hoe we de verbinding kunnen maken
tussen drie nieuwe stadswijken en de oude binnenstad. We
moeten af van de gedachte dat we als overheid vanachter
een bureau bepalen wat de leefbaarheid van de wijk is. Als
wij het exact uitwerken op de tekentafel, zie je vaak dat
bewoners er andere ideeën over hebben. We zien dus liever
dat bewoners dat onderling bepalen. De ontsluitingsweg
voor de nieuwe Stationswijk bijvoorbeeld lag op tekening
erg dicht langs de tuinen van de oude wijk ernaast. De
bewoners daarvan hebben ervoor gezorgd dat we die weg
nu iets verleggen.”
“Amersfoort is nog steeds een Vinex-stad, we moeten forse
uitbreidingen doen. Aan de andere kant is er leegstand, van
kantoren bijvoorbeeld. We merken dat bewoners veel ideeën
hebben over vernieuwing en ook de energie om ermee aan
de slag te gaan. Voorbeeld is een burgerinitiatief waarbij
bewoners samen met een ontwikkelaar de herinrichting
van een fabrieksgebouw aanpakken. Wonen, werken en
winkelen krijgen daarin een plek. En burgers denken mee
hoe de buitenruimte schoon, licht, veilig en duurzaam kan
worden. Dat is redelijk nieuw voor Amersfoort.”
Welke dilemma’s komt u tegen?
“In Kampen dragen we het organisch ontwikkelen hoog in
het vaandel. ‘Maak uw eigen wijk, kies zelf uw woningtype,
wij faciliteren.’ Daarom hadden wij in ons bestemmingsplan alles globaal omschreven – zodat er heel veel kan.
Maar mensen die in de omgeving van die nieuwbouw
wonen, waarderen dat minder. Die willen weten wat er
gaat gebeuren. Van de Raad van State moesten we daarom
beschrijven wat de gevolgen zijn als het slechtste scenario
binnen het bestemmingsplan gerealiseerd zou worden.”
Welke nieuwe trends ziet u?
Ziet u nieuwe uitdagingen?
Pim van den Berg
Amersfoort
“Toen ik veertien jaar geleden begon als wethouder, bepaalden wij als overheid alles. De burger had het maar te slikken. Nu is dat anders: bewoners hebben zelf een plan voor
hun woning. Dat is voor gemeenten wel even wennen. In
plaats van voorschrijven, moeten we nu kijken wat mensen
willen en hoe we dat kunnen faciliteren. Het individu kan
veel meer zelf de leefbaarheid in de wijk bepalen.”
Welke dilemma’s ziet u bij het verbeteren
van de leefbaarheid?
“We zien in toenemende mate particulier initiatief, maar
dat wordt belemmerd door regelgeving. We zetten fl ink het
mes in die regels, ’ontbossen’ noem ik het. Daarnaast staat
de leefbaarheid van de binnenstad onder druk. Er komen
nog altijd veel bezoekers om van de historische binnenstad
te genieten, maar door de opkomst van webwinkels gaan
mensen minder in de stad winkelen. Het bezorgen en afhalen van online bestellingen heeft weer gevolgen voor het
verkeer en parkeren in de gehele stad. De impact van digitalisering is groot. Aan de andere kant: met een appje vind je
makkelijker een parkeerplaats en de juiste winkel.”
Ziet u nieuwe trends?
“Mensen zijn weer op zoek naar de menselijke maat. Er is
behoefte om op de schaal van de buurt zaken te organiseren. In het Soesterkwartier heeft dat geleid tot zonnepanelen het dak van een school. Er is een energiecoöperatie opgericht, om samen energie op te wekken. Er ontstaan
postzegelparkjes met speeltoestellen op braakliggende terreintjes. Of – ook op braakliggende grond – tijdelijke moestuinen en stadslandbouw waar de buurt groente wil kweken voor de voedselbank. Mensen zijn betrokken en willen
elkaar toch opzoeken, ondanks social media en internet.”
31
32
maart
m
maa
r 201
rt
2014
1 4 – naw #49
#4
49 – lleefbare
eeff b
ba
bar
are
ar
e stad
stta
tad
ad
EMEENTERAADSERKIEZINGEN 2014
Magazine
agaz
azzziine
a
e ove
o
ov
overr iintegrale
ntte
nte
egra
gra le
gr
gral
le geb
gebiedsontwikkeling
‘Deregulering is al
langer het toverwoord.
Ik ben bezorgd dat het
wat doorslaat’
Arno Spekschoor
Bronckhorst
Partij: CDA
Wethouder sinds: 2011
Leeftijd: 47
Portefeuilles: o.a. Ruimtelijke
Ordening, Volkshuisvesting,
Financiën, Afval en Milieu,
Facilitaire Zaken
Inwoners: 157
(gemeente Bronckhorst: 37.800)
Metropolis*
tekst: Marieke Enter
De initiatieven om de leefbaarheid en het
woongenot in steden te verbeteren, schieten
wereldwijd als paddenstoelen uit de grond.
Ter inspiratie (en een beetje vermaak): een
aantal voorbeelden van hoe mensen werken
aan hun ideale stad, hun Metropolis*. Van
uiterst serieus tot hoogst experimenteel.
Het kleinste stadje van Nederland – welke leefbaarheidskwesties spelen daar?
“Het stadje Bronkhorst is sterk afhankelijk van horeca en
toerisme. Dat willen we meer promoten. Maar mensen
wonen daar ook voor rust en ruimte. Dat is een spanningsveld. Erg actueel is een burgerinitiatief dat pleit voor meer
bewegingsruimte. ‘Een tuinkasje, een schuurtje, dat moet
toch kunnen in deze tijd’, is het verweer op het plan van de
gemeente om bouwwerken te verwijderen om het vrije
zicht van buiten op het stadje te herstellen. Een lastige discussie, daar zijn we nog niet uit.”
Doe het samen
Wat is het dilemma?
“Mensen denken: pas het bestemmingsplan aan en klaar is
Kees. Maar in Bronkhorst kijkt ook de Rijksdienst voor het
Cultureel Erfgoed mee om het stads/dorpsgezicht te
beschermen. Deregulering is al langer het toverwoord,
maar als wethouder ben ik bezorgd dat het soms wat doorslaat. Zo’n stadje heeft een enorm rijke cultuurhistorie die
door de eeuwen heen is ontstaan. Hoe ga je om met het veiligstellen van waarden die er al honderden jaren zijn? Doe je
dan concessies, laat je het los omdat nu de trend heerst van
‘het moet toch kunnen’?”
Sleutelwoord: ownership
Is loslaten niet altijd lastig?
“In het stadje Bronkhorst wel, omdat je daar veel waarde
moet beschermen. Maar in de gemeente Bronckhorst
werkt loslaten heel goed. Wij hadden nooit gedacht dat
burgers in staat waren om vijf zwembaden, elf voetbalcomplexen en een dorpshuis over te nemen. Maar dat
gebeurt wel! Om de burger meer aan zet te krijgen zijn we
nog bezig met prullenbak- en speelplaatsadoptie. Dat slaat
aan. Saamhorigheid, de participatiesamenleving, kennen
we natuurlijk al langer. Naoberschap noemen we dat hier
in de Achterhoek. We kunnen dus voortborduren op de
samenhang die er al is.”
33
* Metropolis is een
legendarische Duitse sciencefictionfilm uit 1927, die
verhaalt over een
futuristische stad in het jaar
2026. Rockgroep Queen
gebruikte er fragmenten uit
voor de videoclip van hun hit
Radio Ga Ga.
Overheden of andere officiële instanties aankijken om vergeten stukjes stad
nieuw leven in te blazen? De Brit Simon
Myers laat op een inspirerende manier
zien dat het ook anders kan. Hij maakt
zich hard voor Cody Dock, een terrein in
Londen van circa 2½ hectare dat ooit de
thuisbasis vormde van een gascentrale.
Het was een niemandsland, zelfs
onvindbaar op Google Maps. Maar
Myers zag er een potentiële oase van
natuur en cultuur in voor de locals. Dus
mobiliseerde hij diezelfde locals. Via de
crowdfundingsite Spacehive.com zamelt
hij fondsen in om deelprojecten van
Cody Docks gefinancierd te krijgen. Verder richtte hij Gasworks Docks op, een
social enterprise van lokale ondernemers die voorziet in educatieve en culturele faciliteiten en ook nog eens
werkgelegenheid oplevert. Ownership
is het sleutelwoord van deze ‘gebiedsontwikkeling nieuwe stijl’, vindt Myers.
“Geef mensen zeggenschap over het
gebied waarin ze wonen en werken.
Dan kan er veel moois tot stand
komen.” www.gasworksdock.org.uk
34
maart 2014 – naw #49 – leefbare stad
Magazine
Magazi
ine
e ov
ove
over
v r integrale gebiedsontwik
gebiedsontwikkeling
Smogzuiger
De hele wereld kijkt vol spanning toe of
het de designers annex technici van het
Nederlandse Studio Roosengaarde zal
lukken om de luchtkwaliteit van Peking
plaatselijk te verbeteren. Het moet
gebeuren met een ‘smogzuiger’, die met
magnetisch geladen koperen spoelen
vervuiling naar de grond trekt. Een prototype is al met succes getest in een
ruimte van 24 m2. En ja, de burgemeester van Peking heeft interesse.
Dakmoestuin
Daktuinieren, of hipper gezegd ‘rooftop
gardening’, is ook sterk in opkomst. De
grootste dakmoestuin van Europa
(3000 m2) is te vinden op het dak van kantorencomplex Zuidpark, het herontwikkelde voormalige hoofdkantoor en
distributiecentrum van V&D aan de A10. Er
worden inmiddels meer dan vijftig soorten groenten, fruit en kruiden gekweekt.
(foto: www.oneplanet.org)
Gewild groen
S(l)im city
Klimaatzaken
Houten hart
Ga toch fietsen
Fit, veilig en virtuoos
In Nederland al jaren gemeengoed, in
andere wereldsteden sterk in opkomst
als antivervuiling- en proleefbaarheidsinstrument. Parijs introduceerde 24.000
Velib-fietsen – een samentrekking van
‘vélo’ en ‘libre’ – en zag het aantal fietsbewegingen in tien jaar tijd verdubbelen. Ook in Londen is de fiets een
doorslaand succes (+ 170%), mede dankzij de naar burgemeester Boris Johnson
genoemde ‘Boris Bikes’. Veiligheid is echter een punt: 20% van de Londense verkeersongevallen is fietsgerelateerd,
hoewel fietsers slechts 2% van alle afgelegde kilometers voor hun rekening
nemen. Dat inspireerde een aantal architecten tot het plan voor de futuristische
SkyCycle: een netwerk van 220 km aan
fietspaden, hoog boven het andere verkeer. Toch blijft Nederland uniek: wij
hebben de primeur van officiële zangfietspaden, sinds kort te vinden in de
omgeving van het Amsterdamse Westerpark. Omdat 75% van de mensen graag
zingt tijdens het fietsen.
In retraite
Blije bijen
Meten is weten
Stadsbewoners grijpen steeds vaker
naar groen om de leefbaarheid van hun
stad te verbeteren. Zo herontwikkelden
smart citizens in Manhattan een vervallen goederenspoorlijn – type ‘no-goarea’ – met hulp van de bekende
Nederlandse groengoeroe Piet Oudolf
tot het prestigieuze Highline Park. En in
Amsterdam geeft de Stichting Stadsboeren tijdelijke invulling aan braakliggende binnenstedelijke bouwterreinen
door er mobiele ecologische groente-,
fruit- en bloementuinen aan te leggen.
Verder wordt guerilla gardening
steeds populairder: burgers
die ongebruikte stukjes
grond opvrolijken door er
‘zaadbommen’ op te gooien.
De bijen varen er wel bij: die
gedijen tegenwoordig zelfs
beter in de stad dan op het
platteland.
Het doet denken aan de populaire game
Sim City: in opdracht van het stadsbestuur
van het Zuid-Koreaanse New Songdo
wordt allerlei big data uit de stad verzameld. Van de energie die gebouwen verbruiken tot de drukte op de wegen en de
actuele locatie van alle bussen en metro’s.
Zelfs wie er wanneer hoeveel afval weggooit, wordt gemeten. Door al die data te
combineren, te analyseren en er beleid op
te baseren, moet het leven in de stad er
efficiënter, prettiger, veiliger en duurzamer op worden. Maar is dat ook zo?
Tegenstanders wijzen erop dat de
(nu nog) 65.000 bewoners weinig
in te brengen hebben in wat er
met ‘hun’ data gebeurt. En dat
smart city’s ook té smart kunnen worden. Want woongenot
is meer dan efficiency; het leven
in de stad krijgt ook kleur
van onvoorspelbaarheid en (lichte)
chaos.
Weer in de stad
Iedereen kent wel de beruchte ‘windgaten’: plekken in de stad waar je zelfs bij
een bescheiden briesje al uit je jas waait.
Minder bekend is het urban canyoneffect: vervuilde lucht die niet weg kan
doordat boomkruinen smalle straten
afdekken. Met slimmere bebouwing en
inrichting van openbare ruimte is daar
veel aan te doen. Volgens landschapsarchitect en stedenbouwkundige Sandra
Lenzholzer verdienen stedelijke microklimaten meer aandacht. Een paar van
haar tips: Houd er bij het maken van
gebiedsontwikkelingsplannen rekening
mee dat stadsparken de omgeving ’s
zomers tot wel 6 graden kunnen verkoelen. En dat de oppervlakte van pleinen
beter niet groter kan zijn dan maximaal
3 x de hoogte van de omliggende
bebouwing, om windgaten te voorkomen. Wie meer wil weten: Lenzholzer
schreef er een boek over: ‘Het weer in
de stad’.
Een brug slaan
Een vernieuwende vorm van gebiedsontwikkeling die letterlijk een brug slaat
tussen het fysieke en het sociale, tussen
bewoners en ondernemers. Dat is de
Rotterdamse Luchtsingel. Het idee is dat
iedere bewoner en ondernemer een of
meerdere planken kan kopen om samen
een houten ‘luchtbrug’ aan te leggen
die de verbinding herstelt tussen het
stadscentrum en Rotterdam-Noord. Zo
wordt het licht verpauperde, verloren
gebied weer teruggeven aan de voetgangers. Deze creatieve aanpak van
deze blinde vlek midden in de stad in tijden waarin voorlopig geen geld is voor
‘klassieke’ gebiedsontwikkeling bleek
aan te slaan. Rotterdam won er een
internationale architectuurprijs mee en
hoopt de luchtbrug dit jaar te realiseren.
Sssst!
Heerlijk, die levendigheid van de stad.
Maar je kunt er ook doodmoe van worden. De Australiër Jason Sweeney
bedacht daarom Stereopublic, een gratis app die de kleine stiltehavens van
grote steden in kaart brengt. Voer in
waar je bent, hoe ver je maximaal wilt
lopen en de app leidt je naar een plek
waar weldadige rust je ten deel zal vallen. Gebruikers van de app kunnen ook
hun eigen stilteplekken toevoegen,
inclusief een audio-opname van 30
seconden.
35
36
maart 2014 – naw #49 – leefbare stad
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
De wijken
Het Nieuwe Damplein,
Leidschendam
De transformatie van het oorspronkelijke centrum van Leidschendam,
bestaande uit jarenzestiggalerijflats
rond een ongezellig, leeg plein langs
het water van de Vliet. Met daaromheen een vervallen woonwijk.
Besloten werd de hele wijk te herstructureren, te beginnen bij de sluis
in de Vliet. De combinatie van de zes
kleinschalige appartementencomplexen met kwaliteitswinkels en
horeca maakt een echt stadscentrum
van het autovrije Nieuwe Damplein.
Transformatie & leefbaarheid
Getransfor meerd
tekst: Annemie de Vries
Vier stadswijken, met elk hun eigen kenmerken, maar
met vergelijkbare problemen: verouderde woningen,
grotendeels sociale huur, verwaarlozing, overlast,
criminaliteit. Door herontwikkeling binnen de wijk werd
geprobeerd de leefbaarheid een flinke impuls te geven.
Veel lukte, maar niet alles. Vier betrokken Bouwfondsontwikkelaars over de oplossingen en de lessons learned.
U
it alle ervaringen blijkt duidelijk: voorafgaand aan
een herstructurering binnen bestaand bebouwd
gebied is grondig onderzoek nodig. Wat is het DNA
van de buurt? Waar sluit je op aan? Wat verwachten
bewoners? Hoe zijn de huidige problemen ontstaan –
en hoe is herhaling daarvan te voorkomen? Vaak wordt daarbij
gekeken naar het verleden. In oude industriële wijken, zoals het
New Yorkse Meatpacking District, het Maastrichtse Sphinxkwartier of het Berghkwartier in Oss, zijn nog elementen uit dat verleden aanwezig: oude bedrijfsgebouwen die in een nieuwe functie
eigenheid geven aan de wijk. In andere gevallen kan het DNA worden bepaald door de locatie die de wijk van oudsher een bepaalde
functie geeft. Leidschendam bijvoorbeeld is ooit ontstaan rond de
dam in het riviertje de Vliet. Dit natuurlijke centrum is in de jaren
zestig van de vorige eeuw min of meer geïsoleerd geraakt en verworden tot een zielloze verzameling flats rond een wat onguur
Nieuwe Beeklaan, Den Haag
Ooit een wijk met grandeur, het
Regentessekwartier, maar verworden tot een achterstandswijk met
veel overlast en (drugs)criminaliteit. Bouwfonds kreeg de opgave
de ‘koppen’ van een aantal zijstraatjes te herstructureren. Het
plan omvatte 90 appartementen
en 14 stadswoningen. De zijstraatjes werden door een andere partij
ontwikkeld, maar wel door
dezelfde architect (Scala Architecten), waardoor eenheid in stijl
behouden bleef.
37
38
maart 2014 – naw #49 – leefbare stad
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
De wijken
Belvedèrehof, Bergen Op Zoom
Karspelhof, Amsterdam-Zuidoost
Fort Zeekant is een typische volkswijk waar het ooit
gezellig was, maar die was afgegleden naar een probleemwijk. In het hart van de wijk stonden onder
meer noodwoningen uit de jaren vijftig die eigenlijk
maar voor tien jaar bedoeld waren. Deze noodwoningen werden gesloopt; daarvoor in de plaats kwam ’t
Fort Belvedère, een ontwikkeling van 256 huur- en
koopwoningen. Onderdeel daarvan is Belvedèrehof:
75 woningen in vier afzonderlijke gebouwen – twee
met huur- en twee met koopappartementen in verschillende types – rond een ommuurde, gemeenschappelijke binnentuin.
Ooit een typisch deel van de Bijlmer,
met de beruchte honingraatflats en losstaande parkeergarages. En met de
bekende problemen: onveiligheid,
gebrek aan sociaal contact, criminaliteit. Die oude flatgebouwen in deze
buurt werden gesloopt. Het totale plan
Karspelhof omvat 450 woningen in verschillende woningtypes. In de eerste
fase, Op Dreef, zijn 202 woningen gerealiseerd, waarvan 161 koopwoningen.
Er zijn diverse woningtypes zijn er te
vinden, van appartementen tot luxe
tweekappers.
het project Karspelhof in Amsterdam-Zuidoost werd die aantrekkingskracht voor een deel overschat. Men ging ervan uit dat de
kwaliteit van het plan zelf die ‘buitenstaanders’ zou verleiden.
Edward Zevenbergen, ontwikkelingsmanager bij Bouwfonds
regio Noord-West: “Belangstelling uit de wijk zelf was er genoeg.
Mensen die al in Zuidoost wonen, maken hier ook hun wooncarrière. En zij zagen de kwaliteit en de aantrekkingskracht van het
project. Maar voor hen is er een plafond qua prijs. De prijzen van
de tweekappers die we hier hebben ontwikkeld, liggen dan
gewoon te hoog. En kennelijk beseffen anderen uit de regio rond
Amsterdam nog niet genoeg dat Zuidoost echt veranderd is.”
plein. Bij de herstructurering kwam stedenbouwkundige Edzo Bindels van West 8 met het plan om die oude centrumfunctie te herstellen. Opnieuw zou de dam – die inmiddels een sluis is – als middelpunt fungeren van een levendige stadsbuurt. En al waren er
geen oude gebouwen om op voort te borduren, het beeld van zo’n
centrum bestond wél: “We hebben het gezellige Muiden aan de
sluis als referentie genomen”, vertelt ontwikkelingsmanager Theo
van de Plas van Bouwfonds regio Zuid-West enthousiast. “Met terrassen van waar je de bootjes in de sluis kunt gadeslaan, met aantrekkelijke winkels en met woongebouwen in de sfeer van een
grachtengordel. Kleinschalig, maar toch niet dorps. En dat heeft
gewerkt: de wijk als geheel is nog niet klaar, maar het centrumplein wél, en afgelopen zomer zaten de terrassen vol!”
Had minder gemogen
Toch hoeft teruggrijpen op de geschiedenis niet altijd aan te sluiten
bij het karakter van de wijk. Dat bleek in het Haagse project Nieuwe
Beeklaan. Scala Architecten had in het ontwerp veel elementen
gebruikt uit de stijl van dit ooit chique Regentessekwartier met zijn
rijke ornamentering. Dat gaf een mooi beeld en de bewoners van de
buurt waren dan ook zeer te spreken over het ontwerp van het
appartementengebouw aan de Loosduinseweg, met zijn opvallende
torentje. “Gaan jullie dat écht bouwen?” was de verbaasde reactie.
Niet helemaal onterecht misschien, die verbazing. Het project was
inderdaad mooi, met zijn ruime appartementen en rijke afwerking.
Maar financieel gezien bleek het wat te ambitieus voor deze omgeving: het was moeilijk kopers te vinden op het gestelde prijsniveau.
Ontwikkelingsmanager Wicher Mol van Bouwfonds regio ZuidWest: “Het is altijd achteraf praten natuurlijk en inderdaad: het is
mooi geworden aan de Nieuwe Beeklaan. Maar misschien had het
allemaal wel wat minder gemogen – zelfs de achterkant van de par-
keergarage is nu prachtig! Met een iets minder royale stijl, en bijvoorbeeld ook een wat simpeler parkeeroplossing dan de inpandige
garage die er nu in zit, hadden we meer financiële ruimte gekregen,
zodat we misschien wat minder woningen hadden hoeven realiseren. Minder, maar wel bijvoorbeeld geschikt voor gezinnen. Want
een wijk als deze heeft gezinnen nodig.”
Upgrading van de buurt
Terug naar de Haagse Nieuwe Beeklaan. Dat de verkoop van de
woningen daar moeizaam verliep, valt niet alleen toe te schrijven
aan het prijsniveau. “Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de
hele wijk aangepakt zou worden”, vertelt Mol. “Dus ook de overkant
van de Beeklaan en de rest van de buurt. Maar door de crisis zag de
gemeente daarvan af. Zo kwamen er dus geen nieuwe winkels en
Bewuste breuk
In de wijk Fort Zeekant in Bergen op Zoom werd juist bewust gekozen voor een breuk met de geschiedenis. Een aantal noodwoningen
dat hier al vijftig jaar stond, werd gesloopt. Bouwfonds kreeg de
vraag om daarvoor een plan te maken voor nieuwbouw op die
plaats. Locatiemanager Pauline de Jong van Bouwfonds regio Zuid:
“Wij hebben heel goed gekeken naar de buurt: waar sluiten we op
aan? Maar ook: wat is er nodig om mensen van buiten de wijk aan
te trekken? We hebben daarom juist besloten om met het project ’t
Fort Belvedère en de appartementen van Belvedèrehof níet aan te
sluiten op de dorpse structuur van Fort Zeekant, maar om iets neer
te zetten dat écht anders is: modern, groen, met lucht. Daardoor
zien ook mensen van buiten dat de wijk veranderd is.” Zo ontstond
’t Fort Belvedère, een geheel van vier strakke witte blokken met
‘hofwoningen’ rond een gemeenschappelijke binnentuin. Een
gedeelte is koop, een ander deel sociale huur. En het ontwerp van
architect Fred Dekkers, van Hoenders Dekkers Zinsmeister Architecten, blijkt een succes: zowel de oorspronkelijke bewoners als
mensen van buiten de wijk hebben ’t Fort Belvedère omarmd.
Buitenstaanders verleiden
En ook dat hoort bij het DNA van een buurt: heeft hij genoeg aantrekkingskracht op mensen van buiten? Op mensen die, juist
omdat ze nieuw zijn, een nieuwe impuls aan de wijk geven? Bij
‘Een stadscentrum opnieuw
bouwen is het werk van een
klokkenmaker’ Theo van der Plas
voorzieningen en gaat de beoogde upgrading van deze buurt voorlopig niet door. Daardoor bleek het moeilijk om wat beter gesitueerde mensen van buiten de buurt voor wie ons project was
bedoeld, aan te trekken. Maar goed, het is en blijft een mooi project
en ooit zal het ongetwijfeld een vervolg krijgen.”
Dat werd ook duidelijk bij het project Karspelhof in AmsterdamZuidoost. Een mooi project, vindt Zevenbergen. “We hebben hier
een prachtig park gerealiseerd en een eerste fase nieuwbouw met
heel aantrekkelijke woningen in verschillende typen en prijsklassen. Al die bezwaren van de ‘oude Bijlmer’, zoals het onpersoonlijke van de lange flats en het onveilige gevoel van die losstaande
parkeergarages, spelen hier absoluut niet. Er zitten wat mij
betreft nog wel een aantal verbeterpuntjes in het plan, maar door
de sterke regie die de gemeente op het plan had, hebben we daar
te weinig invloed op kunnen uitoefenen.”
In Bergen op Zoom werd juist wel gekozen voor een brede
wijkaanpak. Niet alleen werden verouderde woningen gesloopt
en, naast Belvedèrehof, ook andere nieuwe, gevarieerde woningen ontwikkeld. De gemeente zorgde daarnaast voor een kwaliteitsimpuls in de hele wijk door het openbare gebied en de infrastructuur te verbeteren. Er kwam meer lucht en licht in de wijk,
onder andere door meer groen. De sociale problemen werden op
initiatief van de woningcorporatie aangepakt, via het buurtopbouwproject Courage. Dat heeft veel gedaan om de overlast en
criminaliteit terug te dringen. Daarnaast ontwikkelde de
woningcorporatie een woonzorgvoorziening voor ouderen uit de
wijk. “Al die inspanningen samen hebben ervoor gezorgd dat Fort
Zeekant van een probleemwijk weer een gezellige volkswijk is
geworden”, aldus locatiemanager De Jong.
Mix van huur en koop
Voor de leefbaarheid in een woonwijk is het goed als er naast huurwoningen ook koopwoningen zijn, zeggen alle geïnterviewden
voor dit artikel. “De koop voedt de huur op”, zo verwoordt Zevenbergen het kernachtig. “Eigenaren voelen zich over het algemeen toch
net iets verantwoordelijker voor hun omgeving dan huurders.”
Bouwfonds ontwikkelde in de Karspelhof woningen van verschillende woningtypen in een mix tussen koop en huur. “Daarbij moet
je goed naar de balans kijken”, zegt Zevenbergen. “Ik denk dat die
hier geslaagd is: 161 koop- tegenover 41 huurwoningen.”
Ook in Belvedèrehof is heel bewust voor een mix gekozen. Sterker
nog: de moderne koop- en huurwoningen hier delen dezelfde binnentuin. “Dat was nog wel even een zorg”, vertelt locatiemanager
De Jong. “Kun je koop en huur op deze manier laten samengaan?
Hier in Belvedèrehof blijkt het prima te werken. Wel hebben we
gezorgd voor een soort privézones per woning, zodat mensen niet
direct langs je raam kunnen lopen als je daar woont. En we hebben voor die binnentuin een goed tuinplan neergelegd met
diverse ontmoetingsplekken, het is niet zomaar een grasveld.”
Sfeer, samenhang en veiligheid
“Een stadscentrum opnieuw bouwen is als het werk van een klokkenmaker”, vindt Theo van der Plas. Het tempo en de volgorde
waarin de plannen worden uitgevoerd, luisteren nauw. “Als de hele
wijk moet worden aangepakt, zoals hier in Leidschendam, is het
best een lastige keuze: waar begin je? Een woonwijk is minder aantrekkelijk als er (nog) geen winkels zijn. Maar vind maar eens
39
40
maart 2014 – naw #49 – leefbare stad
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
In transformatie
‘Bewoners zitten
er graag en dat is
weer goed voor de
sociale contacten’
Edward Zevenbergen
ondernemers die een zaak willen beginnen in een woonwijk die er
nog niet is. In dit geval hebben we ervoor gekozen om in een zo
vroeg mogelijk stadium levendigheid te creëren vanuit het centrumplein, met winkels, horeca en een paar flankerende woongebouwen. We hebben veel energie en geld geïnvesteerd in het vinden van geschikte ondernemers. Vanuit de grondexploitatie zijn de
ondernemers die er al waren financieel ondersteund om ze door de
moeilijke bouwperiode heen te helpen. Nieuwe ondernemers kregen een startsubsidie. Belangstellenden hebben we meegenomen
naar andere, al wel ontwikkelde wijken om ze te laten zien wat er
mogelijk was. Dit is echt mensenwerk, je bent afhankelijk van het
enthousiasme van de ondernemers. Van mensen die iets extra’s
willen doen: een slijterij die proeverijen organiseert, een Italiaans
restaurant met een supergaaf terras aan de sluis. Zo trek je mensen
en zorg je dat de loop erin komt. En dat biedt weer perspectief voor
de omliggende blokken die we ontwikkelen. Daarvoor zijn vier verschillende architecten ingeschakeld, zodat de wijk gevarieerd blijft.
We proberen veel verschillende doelgroepen aan te trekken, met
woningen van allerlei typen en in verschillende prijsklassen. Met
de geschiedenis van verloedering in het achterhoofd letten we
extra op goede looplijnen en zichtlijnen, om de veiligheid te waarborgen. En gaande het proces zorgen we dat ook locaties die nog
niet ontwikkeld zijn, er netjes en veilig bij liggen. Zo houden we de
sfeer goed, in alle opzichten.”
Straatbeeld verzachten
Levendigheid, sociaal contact en een goede sfeer, dat waren ook
belangrijke sleutelwoorden in het ontwerp voor het project Op
Dreef in de Karspelhof. En dat is grotendeels gelukt, vindt Edward
Zevenbergen. “Wat ik alleen jammer vind, is dat men in het stedenbouwkundig ontwerp dat er al lag, had gekozen voor grote ramen
op straatniveau. Bedoeld om meer contact met de straat te bieden,
wat goed is voor de sociale veiligheid. Maar in de praktijk zie je dat
mensen die ramen dichtzetten: ze vinden het niet prettig als anderen te dicht langs hun raam lopen. Daarom hebben wij geadviseerd
om bij de tweede fase te kiezen voor veranda’s aan de straatkant.
Daar heeft Bouwfonds in Leidsche Rijn goede ervaringen mee
opgedaan: het straatbeeld wordt er zachter van. En het geeft net
dat beetje extra afstand tot het trottoir dat het ‘privacygevoel’ vergroot. Mensen vinden het leuk om zo’n veranda op hun eigen
manier in te richten; het geeft ze meer eigen ruimte, ze zitten er
graag en dat is dan weer goed voor de sociale contacten... Zo zie je
maar, van elk project leer je iets nieuws.”
De Nieuwe Feniks, Zwolle
Oud-IJmuiden
Kop van Lombok, Utrecht
Was: deel van de herstructureringswijk
Kamperpoort.
Wordt: een levendig, divers en groen
wijkje met nieuwbouw: eengezinswoningen en enkele kleine appartementen,
binnen Kamperpoort.
Bijzonder: De veemarkthallen van Zwolle
zijn prominent aanwezig in de wijk. Het
vee loopt er niet meer, maar in 2013 vond
bijvoorbeeld het VNG-congres er plaats.
Verder is de Rabobank IJsseldelta met
zijn hoofdvestiging aan de rand van de
wijk gehuisvest.
Proces: Bouwfonds Ontwikkeling gaat
zich met de partners van het project De
Feniks en de woningbouwcorporatie verdiepen in de gehele Kamperpoort. Een
eerste verkenning heeft opgeleverd dat
er niet gedacht moet worden in stenen
maar in een sociale structuur, het DNA
van de wijk.
Conclusie: Dit is van oorsprong typisch
zo’n buurt die buiten de stadspoorten
ontstond, een heel gewone wijk met
bedrijvigheid, ambachtslieden. Ook al
ligt de buurt nu vlak tegen het centrum
aan, dat oude karakter bestaat nog. Daar
moet je geen dure woningen willen realiseren, niet een wijk met een compleet
ander karakter. En je moet zorgen dat je
dat gevoel van bedrijvigheid, levendigheid er weer in krijgt. Vroeger stopte hier
bij de Kamperpoort de postkoets – deze
plek vraagt dan ook om een horecagelegenheid. Met deze analyse in het achterhoofd wordt De Nieuwe Feniks verder
ontwikkeld.
Architect: Mulleners & Mulleners
Was: een verrommeld bedrijventerrein in het havengebied
Wordt: Een levendig woongebied nabij de vissershaven, met
gevarieerde bebouwing, een hoogwaardige inrichting van de
openbare ruimte en smalle straatjes die uitkomen op het
water: hier kun je zeeschepen voorbij zien komen en de ferry
naar Newcastle zien vertrekken. Bouwfonds ontwikkelt er
uiteindelijk 550 woningen, van appartementen tot eengezinswoningen, in een mix van huur en koop. In 2011 is
gestart met de nieuwbouw. Inmiddels zijn circa 230 woningen opgeleverd.
Bijzonder: Midden op het bedrijventerrein stond het ruim
honderd jaar oude Thalia Theater. Dat krijgt nu een prominente plek centraal in het gebied, aan het nieuwe
Thaliaplein. Samen met het nabijgelegen hotel Augusta
vormt dit een echte publiekstrekker en sfeermaker in de
buurt.
Proces: De gemeente investeert flink in de leefbaarheid van
de wijk. Ook de straten om het buurtje heen worden vernieuwd en er is een voetbalveld van kunstgras gekomen.
Daarnaast lopen de verbindingen met het openbaar vervoer
nu door tot het gebied.
Architect: Hoofdarchitect is Just Architects
Was: Het ‘uiteinde’ van de wijk Lombok, een levendige wijk
in ontwikkeling, met een mix van sferen en culturen. Steeds
meer Utrechters, vooral hoogopgeleide jongeren, ontdekken
deze wijk.
Wordt: een aantrekkelijk gebouw met winkels, horeca en 84
ruime, lichte appartementen, dat een brugfunctie vervult
tussen Lombok en het centrum van Utrecht.
Bijzonder: De bewonersvereniging is in de loop der tijd
steeds actiever geworden en bij veel zaken betrokken, van de
inrichting van de openbare ruimte tot de plannen om de verkeersader die nu nog tussen Lombok en het centrum loopt,
te ‘verdiepen’.
Proces: Voor de planvorming heeft Bouwfonds de karakteristieken van de wijk grondig geanalyseerd: wat was hier al?
Waar was nog behoefte aan? Ideeën en plannen werden aan
de bewoners voorgelegd en dat zorgde voor een grote
betrokkenheid binnen de wijk. Het complex moet iets toevoegen aan de wijk, zodat die ook voor andere Utrechters
extra aantrekkelijk wordt. Daarom is o.a. veel aandacht
besteed aan het type ondernemers dat zich hier vestigt: die
moeten iets extra’s bieden, iets exclusiefs.
Architect: Marlies Rohmer
Stationskwartier, Weert
Was: De rotte kies van Weert’: een vervallen gebied met veel
dichtgetimmerde panden en een paar discounters
Werd: De rode loper van Weert’: een mooie verbinding tussen
het station en het centrum met winkels, horeca en een gevarieerde woonbuurt in historiserende stijl. Bouwfonds ontwikkelde
hier 30 koop- en 77 huurwoningen, deels grondgebonden en
deels in een toren die midden in het plan staat. Er is een tweelaagse parkeergarage met daarop een daktuin.
Bijzonder: Ooit zat hier de studio van wijlen muzikant Johnny
Hoes. De gemeente wilde van de toren een kunstwerk maken
dat een eerbetoon was aan de liefhebber van het levenslied: de
Johnny Hoes-toren. Uiteindelijk is het een plaquette geworden,
die bij de opening van de toren is aangeboden.
Proces: Er is jarenlang over dit gebied gepraat, o.a. vanwege een
ingewikkelde eigendomsverdeling. Het balletje ging rollen toen
woningcorporatie Wonen Limburg toezegde 77 huurwoningen
te zullen afnemen. Het voortraject van de herontwikkeling was
ingewikkeld vanwege geluidseisen rond het spoor, doordat de
locatie zwaar vervuild bleek en doordat er rekening moest worden gehouden met panden die bleven staan.
Architect: Sjoerd Soeters
41
42
maart 2014 – naw #49 – leefbare stad
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Leven…
… in en om Le Polychrome in Lille.
Met z’n herkenbare groene accenten
vormt het een van de blikvangers van
de wijk die heel toepasselijk ‘Le Bois
Habité’ heet, het bewoonde bos.
tekst: Bauke ter Braak fotografie: Thomas Schlijper
Groen hart
Franse prijs
‘Le Bois Habité’ is min of meer het groene hart van
Euralille 2 – de uitbreiding van Euralille. En dat is
weer het inspirerende zakendistrict van Lille waarvan de befaamde architect Rem Koolhaas een van
de medebedenkers is. In Le Bois Habité gaan architectuur, leefbaarheid en duurzaamheid hand in
hand. Het telt – onder meer – 1900 inwoners, 600
woningen, 3500 banen, 33.000 vierkante meter
winkelruimte, 87.000 vierkante meter kantoren plus
2 crèches. Ook zijn er honderden bomen aangeplant, vaak meteen van volwassen formaat. De
bereikbaarheid is ideaal dankzij een randweg,
brede boulevards, een metrolijn én fietspaden.
Le Polychrome munt uit in duurzaamheid, met bijvoorbeeld zonnecollectoren op de hoogste (onzichtbare) daken
en beplanting op de lagere (wel zichtbare) daken, opvang van regenwater
en toepassing van gerecycled hout op
de gevels. Het werd onderscheiden
met de Pyramide d’Argent, een
belangrijke Franse prijs voor projecten
die hoog scoren op het gebied van
constructie, innovatie, esthetische
kwaliteit en energiegebruik. Het gerenommeerde architectenbureau X-TU
tekende voor het ontwerp, in opdracht
van Bouwfonds Marignan.
Blikvanger
Le Polychrome bestaat uit drie
delen, waarvan het hoogste
deel elf verdiepingen telt. Het
biedt ruimte aan 107 appartementen (sociale woningbouw
en vrije sector) en daarnaast
aan winkels, restaurants en
kantoren, waaronder het kantoor van Bouwfonds zelf.
Hoewel Euralille en Euralille 2
vele architectonische hoogstandjes tellen, is Le Polychrome beslist een van de
blikvangers in de wijk.
43
44
maart 2014 – naw #49
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Vormgeven aan vooruitgang Bouwfonds & ik
tekst: Raquel Mourik fotografie: Anneke Hymmen
Veertig jaar geleden richtte John van
Spronsen samen met zijn vrouw Van
Spronsen Makelaars op. Hij werkt nu
ruim 25 jaar samen met Bouwfonds.
VORMGEVEN AAN
VOORUITGANG
Van de eerste eigen woning voor een starter tot een
modern complex voor wonen, werken en recreëren:
gebiedsontwikkeling geeft vorm aan onze ruimte,
nu en in de toekomst.
Partner: John van Spronsen
Particulier opdrachtgeverschap:
woonvoorziening Loeanne
Bijzondere architectuur: Florapark
Henriëtte Prast: over Hollandse
appels en Griekse peren
Binnenkijken: in Surfplas in Goirle
Hoe het begon: “Onze samenwerking startte
in 1989. Die begon met de verkoop van woningen in een deelproject van plan Krommeweg
in Hendrik-Ido-Ambacht. Onze relatie is sindsdien bestendigd door de goede verkoopresultaten. Daarbij hebben we ook het geluk gehad
dat Hendrik-Ido-Ambacht steeds verder werd
uitgebreid met nieuwe woonwijken, waarbij
ons kantoor, dat een goede naam heeft op het
gebied van nieuwbouw, ook elke keer werd
ingeschakeld.”
De samenwerking: “Het succes van onze
samenwerking is mede te danken aan het feit
dat we goed met elkaar communiceren en
snel kunnen schakelen. Als er iets is, pak ik
meteen de telefoon. Bouwfonds is weliswaar
een grote organisatie, maar de lijnen zijn kort.
Dat zie je ook bij de verkoopbijeenkomsten die
we op ons kantoor organiseren. Dat zijn aangename, goed bezochte sessies, waarbij de
mensen van Bouwfonds ook rondlopen. Zo
kunnen kopers zich uitstekend laten informeren. Ik vind sowieso dat Bouwfonds zich
onderscheidt op het gebied van verkoopondersteuning aan makelaars. Zo ontvang ik
onder meer fraaie brochures en etalagemateriaal, de projectsites zijn aantrekkelijk en het
digitale klantsysteem Bouwfonds Connect
helpt mij onze klant optimaal te bedienen. En
omdat we al zo lang samenwerken, weet ik
precies hoe ver ik kan gaan in de onderhandelingen met kopers.”
Een vooruitblik: “Sinds een jaar of twee ontwikkelt Bouwfonds steeds vraaggerichter. Ik
denk dat we die weg moeten blijven volgen. In
deze regio valt nog veel te realiseren. Op dit
moment is er veel vraag van een jonge doelgroep naar betaalbare woningen. Voor hen
heeft Bouwfonds een gebied in Volgerlanden
ontwikkeld. De verkoop van de woningen
loopt als een trein. Ik vind het prettig dat ons
kantoor wordt betrokken bij nieuwe ontwikkelingen. Wij maakten bijvoorbeeld deel uit van
de overleggroep rond Gateway, een samenwerkingsverband tussen makelaars en ontwikkelaars met als doel betere projectinformatie te
bieden op de website van Funda. Er spreekt
waardering uit dat wij daar, samen met drie
andere makelaars, voor zijn uitgenodigd.”
‘Onze relatie is
bestendigd door
de verkoopresultaten’
45
46
maart 2014 – naw #49
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Vormgeven aan vooruitgang particulier opdrachtgeverschap
De bewoners:
Zorgondernemers Anne Lagerwey (58)
en Loes Tomberg (57) zijn al dertig jaar
samen. Anne werkt fulltime voor Loeanne, terwijl Loes nog twee dagen in de
week elders werkt. Bewoners Daniëlle
(23) , Chantal (26) en Wouter (18) zijn in
afwachting van hun nieuwe medebewoner Steven (22).
tekst: Raquel Mourik fotografie: Peter van Breukelen
De gouden deur
Badkamer
Vanuit de slaapkamer van Loes en
Anne leidt een deur naar de overloop van de bewoners. De deur
stond op de tekening, maar werd
met het oog op de privacy toch
dichtgemetseld. Nadat Rinus Holland wees op het gebruiksgemak
werd de deur toch weer geïnstalleerd. Vanwege de functie en de
extra gemaakte kosten hebben Loes
en Anne deze doorgang omgedoopt tot ‘de gouden deur’.
De muur van de badkamer werd een stuk verplaatst, waardoor er
tóch een ligbad in de
badkamer van Loes en
Anne past.
Kantoor
Het kantoor is tussen de twee leefruimtes in
gebouwd. In de vorige woning maakte het kantoor
deel uit van de woonruimte. Dat maakte het moeilijk
om afstand te nemen van het werk. Ook was er weinig privacy. De deur staat nu vrijwel altijd open, tenzij
er een vertrouwelijk telefoongesprek wordt gevoerd.
Vroeger voerde Anne dat soort gesprekken in de
garage.
Huiskamer
Privacy & comfort
voor zes
Anne Lagerwey en Loes Tomberg runnen samen Loeanne, een particuliere
woonvoorziening voor vier jongvolwassenen met een verstandelijke beperking. Hun nieuwe woning moest niet
alleen groot genoeg zijn voor zes volwassenen, maar ook veel privacy en
woongemak bieden. Het huis is gerealiseerd door Brummelhuis, specialist in
maatontwerp van ‘Alles-Kan-Villa’s’.
Anne: “In ons vorige huis hebben we duidelijk ervaren hoe we níet wilden wonen.
Onze woonruimte bevond zich letterlijk
tussen die van de bewoners, waardoor we
nauwelijks privacy hadden. In deze
woning is het helder: de voorkant is voor
de bewoners, de achterkant is voor ons.
Voor belangrijke zaken mogen ze natuurlijk altijd aankloppen. Met dit huis hebben
we ons eigen leven weer een beetje teruggekregen.”
’s Avonds koken en eten Anne en Loes
samen met de bewoners in de ‘bewonerskant’ van het huis. “Na het eten hebben we
vaak een gesprek en
rond halfacht gaat
iedereen naar zijn of
haar kamer. Als je de
hele dag in een groep
leeft, is het fijn even op
jezelf te kunnen zijn”,
aldus Anne. Mede
daarom lieten Anne en
Loes twee extra badkamers inbouwen. “Dat
vonden we heel belangrijk. Als onze bewoners op elkaar moeten
wachten, geeft dat irritaties.”
Rinus Holland, verkoopadviseur bij Brummelhuis: “Dit was bepaald geen doorsneeopdracht, maar ik vond het niet moeilijk de
wensen van Anne en Loes te vertalen naar
een woning. Het is een kwestie van goed
luisteren en je proberen in te leven. Ik heb
ze geadviseerd over de mogelijkheden in
inrichting en materialen, maar zij hebben
uiteindelijk zelf de keuzes gemaakt. Als ik
iets echt belangrijk vond, durfde ik wel te
Bewegingsmelders
De bewegingsmelders zorgen
ervoor dat het licht op de gang
aanspringt. Na verloop van tijd
gaat het vanzelf weer uit.
Anne verwacht dat de energierekening mede hierdoor een
stuk lager zal uitvallen.
vragen of ze daarvoor wilden kiezen. Dat
was het geval met de geprofi leerde kraallatten, boeien en zinken kraallijsten aan
de dakrand en bij de gootaftimmeringen.
Nu zeggen Loes en Anne: ‘Je had gelijk, het
ziet er zo veel mooier uit’.”
Anne vertelt dat ze energie kreeg van het
mee-ontwerpen van hun toekomstige
woning. “Ik heb overal over meegedacht:
de stenen, de kozijnen, de voegen. Anderen
vinden dat misschien belastend, ik vond
dat juist leuk. Zo hebben we de hele
woning naar onze hand kunnen zetten.”
Tuin
Tuinieren vinden de bewoners een straf,
terwijl Anne juist graag in de grond mag
wroeten. Het leeuwendeel van de tuin is
daarom voor Anne en Loes. De bewoners kunnen beschikken over een flink,
onderhoudsvriendelijk terras.
Slaapkamer
In plaats van twee kleine kamers werd een
grote slaapkamer gebouwd. Door een ‘losse’
muur is er toch een aparte ruimte. Achter de
muur is een inloopkast gerealiseerd.
De huiskamer aan de
bewonerskant was oorspronkelijk andersom ingedeeld, met de keuken aan
de tuinkant. Wie in de tuin
wilde zitten, moest een
aardige omweg maken. De
oplossing bleek eenvoudig:
wissel de keuken om met
de zithoek. De openslaande deuren komen nu
direct uit op het terras.
47
48
maart 2014 – naw #49
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Vormgeven aan vooruitgang bijzondere architectuur
tekst: Raquel Mourik illustratie: Agnes Kappert
Florapark, Zoetermeer
Naam: Florapark
Locatie: Zoetermeer, voormalig
Floriade-terrein
Wat: vijf urban villa’s met elk drie luxe
woningen en zeventien appartementen
Architect: Frits van Dongen
Three
of a kind
De urban villa Florapark, op het voormalige Floriade-terrein in Zoetermeer, moest iets bijzonders worden. Met zeventien appartementen en drie luxe woningen die door het gebouw heen
lijken te slingeren, is die missie geslaagd. Architect Frits van Dongen tekende voor het ontwerp.
T
oen architect Frits van Dongen werd
gevraagd of hij een gebouw kon tekenen
voor twintig appartementen met twee
penthouses bovenin, begon het meteen te
borrelen. “Ik vroeg me af: waarom moeten
die penthouses bovenin? Zulke gebouwen zie je al in
heel Nederland”, herinnert Van Dongen zich. “Ik
wilde een moderne uitvoering maken van een bijzonder appartementengebouw. Zelf noem ik het trouwens liever een urban villa.”
net of er op willekeurige plekken een hap uit de hoek
van het gebouw is genomen. Met de ramen is eveneens gespeeld. Die van de luxe woningen lopen van
boven naar beneden, terwijl de ramen van de appartementen over de breedte lopen. Om de variatie nog
groter te maken, is er ook nog eens gevarieerd met de
positionering. De vijf urban villa’s van Van Dongen
zijn identiek, maar ze zijn steeds een kwartslag
gedraaid ten opzichte van het gebouw ervoor.
Frits-mix
Architectonische diversiteit
Het thema van Florapark is three of a kind. Het is
gebouwd op een groot driehoekig terrein dat in 1992 de
Floriade vormde en dat later onderdeel werd van de
wijk Rokkeveen-West. Florapark behoort tot dezelfde
familie als de eengezinswoningen en het appartementencomplex Cumulus die in dit deel van RokkeveenWest zijn gebouwd. En het thema drie van een soort
komt ook weer terug in de urban villa zelf. In dit
gebouw zijn, naast de zeventien appartementen,
namelijk uiteindelijk geen twee traditionele penthouses gebouwd, maar drie luxe woningen, verspreid over
twee verdiepingen. Deze woningen zijn als het ware in
het gebouw getrokken en lijken er doorheen te slingeren. Maar in feite zijn ze uiterst nauwkeurig op de hoeken van het gebouw geplaatst. ”Het moest een gebouw
worden met vier appartementen per verdieping, maar
door deze architectonische karakteristiek werden dat
er drieënhalf per verdieping. Zodoende krijg je een
diversiteit aan typologieën. Dat is altijd mijn opzet. Als
je binnen een project verschillende woonvormen kunt
aanbieden, spreek je ook meerdere doelgroepen aan.
Variatie is ook wat het leven aantrekkelijk maakt”,
aldus Van Dongen.
Speelse aanblik
Ook van buiten oogt Florapark speels. Het terras van
de drie luxe woningen loopt over twee etages. Het is
Frits van Dongen koos voor een kleurenmix van bakstenen en liet de buitenruimtes aftimmeren met
notenhout. Florapark krijgt daardoor een chique uitstraling. Toch was chique niet het uitgangspunt. “Als
je in je eigen buitenruimte zit, moet je je geborgen voelen. De terrassen en balkons zijn als een koof, waar het
lekker warm is. Dat effect wordt versterkt door het
hout. De mix van stenen had ik eerder ontwikkeld voor
een groot project in de Rotterdamse haven, waar ik
zocht naar warmte en leven in mijn materialen. Ik
leerde daar dat je dat effect kunt bereiken met de timbres en tinten van die geleefde omgeving. Samen met
een stenenfabrikant ben ik gaan experimenteren. Het
resultaat was een mix van stenen in een schakering
van tinten: van lichtoranje via diep rood tot donkerbruin. De fabrikant heeft dit later de Frits-mix
genoemd. Je ziet deze mix tegenwoordig op veel plaatsen terug, ook in ontwerpen die niet van mij zijn.”
Sculpturaal
“Tijdens de Floriade had deze locatie ‘internationale
stijl’ als architectuurthema”, vertelt Marcel van der
Werf, hoofd projectmanagement bij Bouwfonds regio
Zuid-West. “Hier moest dus iets niet-alledaags komen.
En dat is gelukt. Het sculpturale karakter met de verspringende luxe woningen maakt het bijzonder. Door
de gebruikte materialen staat het er bijna twintig jaar
later nog steeds mooi bij. Het is een tijdloos ontwerp.”
Start ontwikkeling: 1994
Oplevering: 1997
Bijzonder: Bouwfonds verzorgde ook
het groen tussen de gebouwen. Er werd
gekozen voor volwassen bomen. Zo
kwamen de bewoners van de urban
villa’s direct in een mooie groene
omgeving terecht.
49
50
maart 2014 – naw #49
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
Vormgeven aan vooruitgang column
fotografie: Anja van Wijgerden
Profiel
Colofon
NAW magazine is een uitgave van
Bouwfonds Ontwikkeling.
Hollandse appels
en Griekse peren
De leefbaarheid van een stad: hoe meet je die? Het lijkt eenvoudig: vraag het de mensen die er wonen. Laat ze hun stad een rapportcijfer geven. De antwoorden zeggen natuurlijk wel iets. Als
honderd procent van de ondervraagden hun stad een nul geeft,
dan heeft het stadsbestuur een probleem. Maar dat gebeurt
nooit. Steden scoren doorgaans dichter bij de vijf tot zeven dan
bij de een of de negen. Met de interpretatie van leefbaarheidsscores moet je dus voorzichtig zijn.
Scores zijn ook nog eens gemiddelden, en die kunnen misleidend
zijn. Als mijn linkervoet in een bak met ijs staat en mijn rechter
in bijna kokend water, dan is de gemiddelde temperatuur van
mijn voeten heerlijk, maar voel ik me niet top. Als de ene helft
van de bevolking de stad een twee geeft en de andere helft een
tien, dan krijgt de stad een voldoende – terwijl de verschillen
tussen bevolkingsgroepen weleens tot een explosieve situatie
kunnen leiden.
Maar er zitten meer haken en ogen aan het maken van internationale vergelijkingen over leefbaarheid. Dat weten we uit
geluksonderzoek. Als je Europeanen rechtstreeks vraagt hoe
gelukkig ze zijn, dan scoren wij Nederlanders hoger dan de Grieken. Dat lijkt klip-en-klaar. We denken dan al gauw dat het ligt
aan de leefomstandigheden van de Grieken in vergelijking met
die in ons kikkerlandje. En we trekken de conclusie dat als de
Grieken er net zo aan toe waren als wij, ze even gelukkig zouden
zijn als wij. Maar daar klopt niks van.
van een denkbeeldig iemand – inkomen, woonsituatie, gezondheid, gezinssituatie – en je vraagt hoe gelukkig die persoon is, dan
geven Grieken aan precies dezelfde leefsituatie een veel lager cijfer dan Nederlanders. Kortom, om even gelukkig te zijn moet een
Griek een hoger inkomen, een groter huis, een betere gezondheid
en een leefbaarder stad hebben dan een Nederlander.
‘Er zitten haken en ogen aan
internationale vergelijkingen
over leefbaarheid. Dat maakt
het niet zinloos, maar juist
interessanter’
Bouwfonds Ontwikkeling
NAW staat voor Naam, Adres, Woonplaats.
Aandacht voor de gebruiker (naam), de
vestigingsplek (adres) en het gebied (woon-
Bouwfonds Property Development is
een toonaangevende Europese
gebiedsontwikkelaar en actief in
Nederland, Frankrijk en Duitsland.
Vandaag wonen meer dan een miljoen
Europeanen in woningen en woonwijken die door ons zijn gerealiseerd.
We geloven in het creëren van ‘living
environments’, omgevingen die ook
zelf leven. Die rust en ruimte bieden
en tegelijkertijd activiteiten aanmoedigen op straat.
We maken ons sterk voor de kwaliteit
van de gebouwde omgeving waarbij
we nauwgezet aandacht besteden aan
alles wat het woonplezier beïnvloedt.
Van de inrichting van de openbare
ruimtes tot en met de groenvoorzieningen. Van de architectonische
afwisseling en harmonie tot en met
de veiligheid en bereikbaarheid.
Onze naam is verbonden aan grote
uitbreidingswijken maar ook aan
kleinschalige woonprojecten in dorpen en (binnen)steden. Onze werkterreinen zijn letterlijk heel groot én heel
klein, we zijn gebieds- en projectontwikkelaar ineen.
plaats) zijn essentieel bij gebiedsontwikkeling. NAW magazine en NAW dossier gaan
over ontwikkelingen in en visies op integrale
gebiedsontwikkeling.
NAW magazine wordt samen met NAW dossier
drie keer per jaar verstuurd naar 15.000 relaties
Met meer dan 20 kantoren in economisch sterke regio’s staan we middenin de lokale huizenmarkten. We
beschikken over een uitstekend zakelijk netwerk en met onze kennis van
de consument kunnen we optimaal
inspelen op plaatselijke woonwensen.
van Bouwfonds bij o.a. gemeenten, provincies,
Bouwfonds Property Development,
opgericht in 1946, maakt deel uit van
Rabo Vastgoedgroep, een volle dochter van Rabobank. In Nederland opereren we onder de naam Bouwfonds
Ontwikkeling, in Duitsland als
Bouwfonds Immobilienentwicklung
en in Frankrijk als Bouwfonds
Marignan Immobilier.
Redactieraad
architecten, stedenbouwkundigen, adviseurs,
ontwikkelaars en corporaties.
Abonnement: een abonnement op NAW
is gratis voor professionals in gebiedsontwikkeling. Abonneren kan op www.naw.nl.
Marcel Baas, Dick Boekhout, Esther de Jong,
Harm Janssen, Jeanine Rademakers,
Carlo Verhart (MAB Development),
Jessie Wagenaar, Eric van Winsen, Friso de Zeeuw.
Contact
Jeanine Rademakers
[email protected]
tel. 033 253 98 23
www.naw.nl
Concept, eindredactie en productie
Daarmee is onderzoek naar leefbaarheid niet zinloos. Sterker
nog, het wordt er juist interessanter door. Zolang we maar voorzichtig zijn in het trekken van conclusies.
Henriëtte Prast
Dat blijkt uit onderzoek met wat wetenschappers ‘vignetten’ noemen. Een vignet is een omschrijving van een situatie, met de
vraag naar een oordeel over die situatie. Er is vignetonderzoek
gedaan op veel gebieden, waaronder geluk en leefbaarheid. En
wat blijkt daaruit? Als je Grieken en Nederlanders precies hetzelfde vignet geeft, dezelfde beschrijving dus van de leefsituatie
Proof Reputation |
Iets gemist?
Wellicht is het u opgevallen. Anders
dan bij voorgaande edities van NAW
magazine, ontbreekt het aparte dossier. U mag het beschouwen als een
eerste zichtbare concrete uitvoering
van het lezersonderzoek (zie pagina 6)
dat wij onlangs uitvoerden. U waardeert de verdieping van het NAW dossier, maar geeft aan dit liever in het
consultancy, concept & creation
Artdirection en vormgeving
magazine te lezen dan in een aparte
‘bijlage’. Wij zijn het met u eens en
hebben daarom besloten het dossier te
beëindigen. Dit is overigens slechts
een van de aanpassingen die we doen.
In de komende maanden gaan we
hard aan de slag om het NAW magazine nog beter en mooier te maken.
Mede dankzij u.
potatoPixels
Productiebegeleiding: Jansen&GO
Drukwerkinkoop: Sumis
Bouwfonds Ontwikkeling
Postbus 15
3870 DA Hoevelaken
www.bouwfonds.nl
Dit magazine is met zorg samengesteld.
U kunt er geen rechten aan ontlenen.
Kopiëren of citeren van (delen van) de
Henriëtte Prast is emotie-econome en heeft boeken geschreven als Geld & geluk en Geld & gevoel. Van 1997 tot 2007 was ze als onderzoeker
verbonden aan De Nederlandsche Bank. Ze schrijft een column in Het Financieele Dagblad en is sinds 2005 hoogleraar Persoonlijke Financiële
Planning aan de Tilburg University. Van 1 januari 2008 tot oktober 2011 was ze lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.
inhoud is alleen toegestaan in overleg
met Bouwfonds Ontwikkeling.
51
NAW magazine - maart 2014 #49 - Uitgave van Bouwfonds Ontwikkeling
Binnenkijken
uitzicht over de natuurlijke omgeving,
is haar domein. Ze beoefent daar haar
hobby als reiki-master.
Ze weet niet of ze nu naar binnen of
Ze zijn echte Goôlsen, zegt Roy. Gebonaar buiten wil. Kat Jilzz is net zo
ren en getogen. En echte geluksvoonrustig als haar baasje Roy Franken.
gels. Want dit huis is veel meer het
Hij heeft een dag vrij van zijn werk als
huis van hun dromen dan het huis dat
chef-kok bij eetcafé Mozes, maar dat
ze eerst wilden kopen, het huis van
wil niet zeggen dat er niet van alles
Daniëlles oma. Maar daarvan kregen
geregeld moet worden. Echtgenote
ze de financiering niet rond. Dankzij
Daniëlle zit juist heerlijk te relaxen op
het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting
de bank. Ze komt net uit haar reikiNederlandse gemeenten (SVn) lukte
kamer, waar ze rust vindt. Die kamer op de koop van dit huis wél. Ze konden
de eerste verdieping, met een geweldig veertigduizend euro extra lenen en
Tekst en fotografie: Herman van Heusden en Robert Elsing
Magazine over integrale gebiedsontwikkeling
De
leefbare
stad
Zomaar een Hollands huis
Maandagavond 17.48 uur
in Surfplas in Goirle.
maart 2014 #49
dat ook nog drie jaar rente- en aflossingsvrij, omdat het hun eerste woning
is en ze uit de gemeente komen.
Opeens werd hun droomhuis werkelijkheid. Sinds juni van het afgelopen
jaar geniet Daniëlle van de rust van
het buitenleven, de ondergaande zon
die weerspiegelt in het surfmeer waar
de wijk aan ligt en haar spirituele
ruimte. “Dit is de basis voor onze toekomst”, zegt Daniëlle. Waarop Roy
aanvult: “Huisje, boompje, beestje!
Voor het eerst in mijn leven heb ik het
gevoel dat ik echt thuiskom.”
Welke (f)actoren
zijn bepalend?
Van probleemwijk tot
hotspot: lessons learned
bij herontwikkeling
De beste steden ter wereld