Voorstel KNWU Jeugdbeleid - KNWU district Zuid

PROF OF NIET,
WE DELEN
DEZELFDE PASSIE!
Voorstel KNWU
Jeugdbeleid
2015
Voorwoord
In dit document worden de speerpunten van het nieuwe KNWU-jeugdbeleid beschreven.
Er staan ingrijpende en minder ingrijpende veranderingen in. Sommige veranderingen worden vanaf
komend seizoen al doorgevoerd. Voor andere veranderingen is meer tijd nodig. Er zijn speerpunten op de
korte termijn (komend seizoen) en de middellange termijn (eind 2015) geformuleerd.
Waarom een nieuw jeugdbeleid?
Binnen de wielersport hebben we helaas te maken met een groeiende uitstroom van jonge renners van 16
jaar en ouder. Vanaf 2008 is er een duidelijke daling in het aantal nieuwelingen en junioren renners te zien
en vanaf 2010 ook een sterke daling in het aantal licentiehouders bij de jeugd. Waarom stoppen kinderen
op deze leeftijd in grote getalen met het beoefenen van de wielersport? Andere zaken worden belangrijker.
School, studie, vrienden of vriendinnen en werk gaan een grotere rol spelen. Maar is dat alles?
Jaar

Jeugd
Nwl Vrouw
Nwl Man
Junior-vrouw
Junior-man
2003
2125
127
596
102
572
2004
2435
117
573
115
596
2005
2677
129
623
138
620
2006
2664
143
781
140
602
2007
2736
177
735
137
633
2008
2975
171
785
132
647
2009
3106
171
765
143
629
2010
3282
177
792
134
647
2011
2334
142
645
117
558
2012
2237
150
652
118
564
2013
2136
157
634
114
519
Aantal licentiehouders in U19 categorieën vanaf 2003
Er zijn meer zaken die een rol spelen bij de keuze om te stoppen met het beoefenen van een sport. Zo zien
we bijvoorbeeld dat de druk die op een jonge sporter wordt gelegd van zeer grote invloed is op het latere
verloop van zijn of haar sportcarrière. De jeugd (kinderen tussen de 5 en de 16 jaar) krijgt te maken met
verschillende soorten druk wanneer zij gaan fietsen.
De ervaring leert dat zij al snel wedstrijden gaan rijden. Elk weekend opnieuw. Niet alleen wedstrijden in de
buurt, maar door het hele land. En in die wedstrijden moet gepresteerd worden. Bewust of onbewust wordt
door de omgeving (ouders, trainers, vriendjes en vriendinnetjes) van een jonge renner veel druk opgelegd
wanneer hij of zij begint met fietsen.
Op den duur bezwijken veel renners onder die druk en resulteert dit erin dat zij op een latere leeftijd geen
enkel plezier meer beleven aan de wielersport. De keuze om te stoppen met de wielersport is dan relatief
makkelijk gemaakt.
Aan de hand van dit nieuwe jeugdbeleid willen we de jeugd op een andere manier kennis laten maken met
de wielersport. Al spelend en met veel plezier kunnen jonge renners kennis maken met de vele
verschillende disciplines die de wielersport kent. Voor de technische vaardigheden is het een geweldige
meerwaarde dat een renner ook eens rijdt op een BMX-bike, een veldritfiets of een training op de baan
bijwoont. Deze multidisciplinaire aanpak wordt op dit moment al door veel coaches en trainers toegejuicht.
Voorstel KNWU Jeugdbeleid
2
Het draagt bij aan de ontwikkeling van jeugdrenners op vele verschillende vlakken. Technische
vaardigheden, kennismaken met nieuwe sport en bijbehorende regels, al spelend komt een renner erachter
wat hij of zij leuk vindt of waar hij of zij goed in is. Renners die op jonge leeftijd al spelend uiteenlopende
technische vaardigheden ontwikkelen maken op den duur makkelijker de aansluiting bij het nationale en
internationale deelnemersveld.
Nog veel belangrijker is dat de prestatiedruk, die nu op veel plekken nog heerst, afneemt. Wanneer een
kind al spelend kennismaakt met de sport en hier plezier is heeft wordt dat plezier ook behouden over een
veel langere termijn en zal het erin resulteren dat de uitstroom op den duur zal afnemen. Hier ligt een rol
voor jeugdtrainers en verenigingen. Zij kunnen ouders erop wijzen dat plezier belangrijker is dan presteren.
Ze kunnen ouders niet dwingen om geen druk te leggen op hun kind, maar daar wel het gesprek over aan
gaan. En natuurlijk kunnen trainers zelf in woord en gebaar uitstralen dat plezier en een beetje fanatisme
best mogen maar met mate.
In dit jeugdbeleid komen veel verschillende onderwerpen aan bod die bij kunnen dragen aan het plezier, de
bereikbaarheid en de beleving van de wielersport. De ontwikkeling van de jeugdrenner staat centraal. Dat
kan zonder (externe) prestatiedruk en aan de hand van afwisselende oefeningen bij worden gehouden. Er
zijn speerpunten geformuleerd op de korte en lange termijn. Om het document leesbaar te houden zijn
deze punten samengevat n.a.v. overleg met jeugdcoördinatoren uit het district en vertegenwoordigers van
de verschillende sporttakcommissies.
Uiteindelijk zouden we allemaal moeten streven naar een jeugdbeleid waarbij het plezier en het op een
spelende wijze kennis maken met alle facetten van de wielersport centraal staan.
Voorstel KNWU Jeugdbeleid
3
Speerpunten korte termijn (2015)
Invoeren van digitale kalenderkaart.
Veel van onze jeugdleden rijden bijna elk weekend een wedstrijd. Sommige zelfs twee in een weekend.
Veel druk op jonge leeftijd draagt eraan bij dat we een grote uitstroom zien op latere leeftijd. Het is niet
alleen de wedstrijd zelf die impact heeft op een rennertje. Ook de reis erheen, de externe druk en de
beleving om de wedstrijd heen dragen bij aan deze druk.
Om deze belasting te verlagen wordt er een maximaal aantal wedstrijden ingesteld. Om te zorgen dat
renners zich hier aan houden wordt er een digitale kalenderkaart ingevoerd waarmee het aantal
wedstrijden dat een renner per jaar, per week en per discipline rijdt bijgehouden.
Controle hierop wordt achteraf gedaan op basis van het aantal deelnames. Bij het overschrijden van het
maximale aantal deelnames wordt een brief gestuurd aan de renner met daarin de mogelijke gevolgen van
het overschrijden van deze maximale aantallen. Daarnaast wordt de renner geïnformeerd over de sancties
die staan op het overschrijden. De sanctie bestaat uit een schorsing van 2 weken.
Het is niet de intentie om de jeugd zoveel mogelijk te sanctioneren. De intentie is er juist om de
reglementering op een begrijpelijke manier over te brengen en educatief op te treden voor het belang van
deze werkwijze in te laten zien. Overtredingen die een eerlijke sportbeoefening in de weg staan en in strijd
zijn met het reglement dienen wel gesanctioneerd te worden.
Om te voorkomen dat renners zonder enige rust van het zomerseizoen doorgaan in het winterseizoen dient
de renner twee keer per jaar, zowel in het voorjaar als in het najaar, een periode van 2 weken in te plannen
waarin hij niet deel kan nemen aan wedstrijden. In deze periode kan de jeugd rust nemen of trainingen met
een lage intensiteit volgen.
Het starten van een nieuw jaar, start bij het overstappen naar een nieuwe categorie. D.w.z. op 1 oktober.
Gezien 2015 als pilotjaar dient, worden de wedstrijden eenmalig vanaf 1 maart bijgehouden.
Wel een NK voor de jeugd organiseren met truien, maar niet meer rijden met de trui gedurende de
rest van het seizoen.
De druk die een NK met zich meebrengt is ontzettend groot. Niet alleen voorafgaand aan het NK d.m.v.
kwalificatiewedstrijden in de eerste maanden van het seizoen. Ook wanneer het NK verreden is brengt de
behaalde trui onbewust elke wedstrijd druk met zich mee om te presteren. Het betekent immers dat de
renner die hem draagt de Nederlands Kampioen is.
Een renner wordt bij andere wedstrijden ook naar voren gehaald en de rest van het jaar belangrijker
gemaakt.
Het gevolg van een NK bij de jeugd moet beperkt worden tot één dag in het jaar. Net als elke andere
wedstrijd. De renner die wint mag zichzelf nog wel Nederlands Kampioen noemen en er worden nog
steeds medailles en een trui uitgereikt. Echter in de wedstrijden die volgen verdwijnt door het ontbreken
van de rood-wit-blauwe trui de extra druk van de aanwezigheid van het rood-wit-blauwe tricot.
Maximaal vijf selectiewedstrijden voor het NK Jeugd Weg per district
Dit zorgt voor minder druk en verplichting bij de deelnemers om uiteindelijk deel te kunnen nemen aan het
NK. Het zorgt er eveneens voor dat er ruimte is voor renners om te bepalen om wel of niet deel te nemen
aan wedstrijden die niet meetellen voor deelname aan het NK. Op dit moment is het aan het district om te
bepalen hoeveel kwalificatiewedstrijden er worden georganiseerd en hoeveel er meetellen.
Offroad parcours aanpassen op jonge leeftijd
Bij het veldrijden en mountainbiken worden de hindernissen qua afmetingen aangepast aan de jongste
renners in alle jeugdcategorieën. Het wordt toegestaan dat de renners ergens van het parcours van de fiets
af moeten stappen om een hindernis te kunnen nemen.
Het is van groot belang om de hindernissen wel in de wedstrijden te gebruiken, zodat zij hier al vroeg
kennis mee maken en hun technische vaardigheden jong ontwikkelen.
Voorstel KNWU Jeugdbeleid
4
Speerpunten lange termijn (2016 en verder)
Nieuwe categorie verdeling + verzetten
In het overgrote deel van jeugdwedstrijden staat slechts een handjevol kinderen aan de start. Niet
aantrekkelijk voor organisatoren en het weinig uitdaging voor de kinderen.
Vanaf 2016 wordt er een nieuwe categorie- indeling ingevoerd. Hiermee wordt allereerst een voller
deelnemersveld bij wedstrijden gerealiseerd.
Daarnaast wordt de ontwikkeling van de jeugd gestimuleerd, doordat zij te maken krijgen met
leeftijdsgenoten en kinderen van een jaar ouder. Kinderen leren van elkaar en kunnen zich aan elkaar
optrekken. Er wordt een nieuwe uitdaging gecreëerd voor alle leeftijden.
Bij deze nieuwe categorieën worden ook maximale verzetten ingevoerd die passend zijn. Deze categorie indeling geldt zowel voor jongens als meisjes. Of jongens en meisjes in dezelfde wedstrijden rijden is aan
de organisator.
U9 Cat 1 en -8 jaar. Max verzet: 5,34
U11 Cat 2 en 3
Max verzet 5,66
U13 Cat 4 en 5
Max verzet 5,89
U15 Cat 6 en 7
Max verzet 6,35
U17 Nieuwelingen
Max. verzet 7.01
*Op basis van buitenlandse indelingen.
afstanden:
afstanden nu 6,8 en 12 km, nieuwe afstand 10 km
afstanden nu 15 en 20 km, nieuwe afstand 18 km
afstanden nu 25 en 30 km, nieuwe afstand 28 km
Meisjes wedstrijden laten verrijden in eigen leeftijdscategorie.
De stap van categorie 6-meisjes, naar nieuweling-meisjes in erg groot. Om een geleidelijke opbouw van
het niveau te kunnen realiseren, en daarmee ook het plezier in de sport te kunnen behouden, worden de
categorieën gelijk getrokken aan de categorieën bij de jongens. Op deze manier wordt de overstap tussen
categorieën kleiner gemaakt en wordt hiermee de uitstroom op latere leeftijd beperkt.
Andere wedstrijdvormen aanbieden dan de huidige
Om ervoor te zorgen dat de allerjongste op een spelende wijze kennismaken met de wielersport worden er
voor de U9 en U11 andere wedstrijdvormen georganiseerd. Zij rijden hun trainingen en de wedstrijdjes in
verschillende opzetten (omnium, tijdritjes, ploegenachtervolging, estafette, team relay) op de
clubparcoursen in hun eigen regio. Naast de verschillende wedstrijdvormen kunnen hier ook uitstapjes
gemaakt worden naar de BMX, het veldrijden, de baan of het mountainbiken.
Veiligheid, bereikbaarheid en diversiteit staan voorop in deze wedstrijden. Initiatieven zoals de landelijke
wielerstimuleringsdagen en het landelijk jeugd wielerfestijn dienen ondersteuning te krijgen en een
voorbeeld te zijn voor andere organisatoren. De leukste evenementen worden beloond.
In overleg met organisaties en districten kan er gekozen worden om wedstrijden te organiseren voor de
categorieën U11 en U13 + de nieuwelingen. Desondanks kunnen nieuwelingen wedstrijden ook worden
toegevoegd aan wedstrijddagen waar ook junioren rijden. Er ontstaan nieuwe combinatiemogelijkheden.
Kader
Hoe kan ervoor worden gezorgd dat de begeleiding van de jeugd binnen de verenigingen professioneler
wordt. Op welke manier kan dit gestimuleerd worden vanuit de KNWU?
Dit document wordt onderdeel van de cursusmap die alle wielertrainers ontvangen wanneer zij starten met
een opleiding om wielertrainer te worden. Omdat de ontwikkeling van jeugd samenhangt met op welke
wijze een trainer zijn jeugdleden traint is het belangrijk dat zij goed op de hoogte zijn van de hoofdgedachte
achter dit jeugdbeleid. Plezier maken staat voorop en laat de jeugd al spelende, in verschillende vormen
kennis maken met de wielersport. In de cursus krijgt de toekomstige trainer WT2 en WT3 de principes en
de werkvormen gepresenteerd.
Voorstel KNWU Jeugdbeleid
5
Per vereniging zit er veel verschil in wat zij een jeugdrenners kunnen bieden. Coaches moedigen het
multidisciplinaire opleiden van de jeugd erg aan. Dat wil zeggen dat de jeugd de mogelijkheid krijgt om via
de vereniging kennis te maken met meerdere disciplines. Trainers/verenigingen zorgen ervoor dat
gedurende het jaar de trainingen afwisselend zijn en ook op andere fietsen (en evt. locaties) plaatsvinden.
Het is duidelijk dat jonge renners makkelijk technische vaardigheden aanleren in verschillende disciplines
en hier op latere leeftijd ook veel profijt van hebben t.o.v. hun leeftijdsgenootjes die dit minder hebben
ontwikkeld. Jonge renners kunnen eveneens uitvinden wat zij leuk vinden om te doen of welke discipline
hun het meest ligt. Wanneer renners worden verrast met een training in een andere discipline die zij
gewend zijn blijkt dat de beleving heel positief is en ze er meer voor openstaan dat een andere discipline
ook wat voor ze kan zijn. Multidisciplinaire opleiden maakt daarnaast veel meer verschillende
trainingsvormen mogelijk.
Nieuwelingen toevoegen aan het NK jeugd (weg).
Nieuwelingen zijn jeugd (dit geldt met name voor de wegdiscipline).
Uit de nieuwe combinaties van leeftijdscategorieën volgt ook een nieuwe samenstelling van het NK. Dit
wordt ook meegenomen in de oproep voor organisatoren van het NK Jeugd vanaf 2016.
Daarnaast wordt deze combinatie een extra interessante doelgroep voor sponsoren.
De andere disciplines zijn vroeg-ontwikkelsporten, waarbij de nieuwelingen nog maar een stap verwijderd
zijn van de junioren, waar al veelal op wereldniveau wedstrijden worden verreden. In deze disciplines
heerst al bij de jongere leeftijden een prestatiegerichte cultuur.
Wedstrijdvrije weekenden en rustperiodes tussen de seizoenen.
In navolging van de digitale kalenderkaart zijn nog twee veranderingen met het oog op de belastbaarheid
van de jeugd. Op dit moment zijn er vrijwel elk weekend wedstrijden voor de jeugd en lopen seizoenen
over in elkaar, sterker, overlappen het zomer- en winterseizoen elkaar gedeeltelijk.
Om het belang van rust of een goede training duidelijk te maken, worden er binnen het seizoen weekenden
ingepland, waarin geen wedstrijden voor de jeugd worden georganiseerd. Renners kunnen in dit weekend
rust nemen of een training volgen. Er worden in deze weekenden ook geen buitenlandtoestemmingen
afgegeven.
Om te voorkomen dat renners zonder enige rust van het zomerseizoen doorgaan in het winterseizoen
wordt er een vaste periode ingepland van 3 of 4 weken waarin geen wedstrijden voor de jeugd worden
georganiseerd. In deze periode kan de jeugd rust nemen of trainingen met een lage intensiteit volgen.
Deze trainingen kunnen ook in heel andere sporten gevolgd worden (zwemmen, wandelen, badminton)
Bovenstaande initiatieven worden van tevoren gecommuniceerd met organisatoren en consuls, zodat hier
rekening mee kan worden gehouden bij het opstellen van de kalender.
Datum van het NK Jeugd.
Bij het veldrijden wordt het seizoen afgesloten met het NK. Daarna volgen er bijna geen wedstrijden meer.
Dit kan goed aansluiten bij het bovenstaande plan om daarna de verplichte rustperiode in te plannen.
Er wordt gestreefd om het NK Veldrijden nog verder naar achteren te verplaatsen, zodat het veldritseizoen
langer wordt.
Vanaf 2016 wordt het NK weg voor de jeugd ook ingepland aan het einde van het seizoen, vermoedelijk
half september. Hiermee wordt de druk op de selectiewedstrijden verminderd en verspreid over het
seizoen. Nadat het NK geweest is kan de verplichte rustperiode ingepland worden.
Voorstel KNWU Jeugdbeleid
6