48805 BELGISCH STAATSBLAD — 01.07.2014 — MONITEUR BELGE Prix de revient commercial (2) Frais financiers (3) Prix de revient total (1) ou (1bis) + (2) + (3) Marge du distributeur ou du fabricant Prix de vente au grossiste (prix ex-usine hors T.V.A.) Prix de vente au pharmacien Prix de vente au public (T.V.A. incluse) Vu pour être ajouté à notre arrêté du 10 avril 2014 fixant les conditions de recevabilité, les délais et les modalités pratiques des demandes de fixation de prix, des demandes de hausse de prix, des notifications de prix et des communications (de prix) des médicaments, des objets, appareils et substances assimilés à des médicaments, et des matières premières, tels que visés dans le livre V du Code de droit économique. Le Ministre de l’Economie et Consommateur, J. VANDE LANOTTE Annexe II à l’arrêté royal du 10 avril 2014 fixant les conditions de recevabilité, les délais et les modalités pratiques des demandes de fixation de prix, des demandes de hausse de prix, des notifications de prix et des communications (de prix) des médicaments, des objets, appareils et substances assimilés à des médicaments, et des matières premières, tels que visés dans le livre V du Code de droit économique. Formulaire structure du prix de revient (en EUR) Prix d’achat avec ventilation de la composition du prix d’achat Frais d’importation Frais de transport Frais de transfert Prix de revient d’importation (1) Salaires et charges sociales Frais généraux Frais scientifiques Frais d’ancillaire et/ou des accessoires indissociables Frais de tailles extrêmes et/ou perte de tailles extrêmes Autres frais de vente Prix de revient de commercialisation (2) Frais financiers (3) Prix de revient total (1) + (2) + (3) Marge du distributeur Prix de vente hors T.V.A. Vu pour être ajouté à notre arrêté du 10 avril 2014 fixant les conditions de recevabilité, les délais et les modalités pratiques des demandes de fixation de prix, des demandes de hausse de prix, des notifications de prix et des communications (de prix) des médicaments, des objets, appareils et substances assimilés à des médicaments, et des matières premières, tels que visés dans le livre V du Code de droit économique. Le Ministre de l’Economie et des Consommateurs, J. VANDE LANOTTE * FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE [C − 2014/11367] [C − 2014/11367] 25 APRIL 2014. — Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen van de statuten van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie 25 AVRIL 2014. — Arrêté royal modifiant certaines dispositions des statuts du personnel de l’Institut belge des services postaux et des télécommunications RAPPORT AU ROI VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het administratief en geldelijk statuut van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (Instituut) dient te worden aangepast wat betreft de duur van de uitoefening van de opdrachten van secretaris en plaatsvervangend secretaris van de Raad enerzijds, en, anderzijds, wat betreft het toepasselijk maken op het Instituut van Uw besluit van 11 februari 2013 tot toekenning van een toelage aan de personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt die bepaalde prestaties verrichten, dat op 1 januari 2015 het besluit van de Regent van 30 maart 1950 de toekenning regelend van toelagen wegens buitengewone prestaties dat van toepassing is op het Instituut, afschaft. Het advies van de Raad van State werd integraal gevolgd. Sire, Il convient de modifier les statuts administratif et pécuniaire de l’Institut belge des services postaux et des télécommunications (Institut), en ce qui concerne la durée d’exercice des missions de secrétaire et secrétaire suppléant du Conseil d’une part, et en ce qui concerne le fait de rendre applicable à l’Institut Votre arrêté du 11 février 2013 octroyant une allocation aux membres du personnel de la fonction publique fédérale administrative qui effectuent certaines prestations, qui abroge au 1er janvier 2015 l’arrêté du Régent du 30 mars 1950 réglant l’octroi d’allocations pour prestations à titre exceptionnel qui est applicable à l’Institut. L’avis du Conseil d’Etat a été intégralement suivi. 48806 BELGISCH STAATSBLAD — 01.07.2014 — MONITEUR BELGE Bespreking artikel per artikel Artikel 1 De functieopdrachten ″secretaris van de Raad″ en ″plaatsvervangend secretaris van de Raad″ blijken, na zes jaar ervaring sinds de aanneming van het administratief en geldelijk statuut van het Instituut, opdrachten te zijn die de continuïteit van het bestuur garanderen binnen de collegiale besluitvormingsinstantie die de Raad vormt. Commentaire article par article Article 1er Les missions de fonction « secrétaire du Conseil » et « secrétaire suppléant du Conseil » apparaissent, avec l’expérience de plus de six années de fonctionnement suite à l’adoption des statuts administratif et pécuniaire de l’Institut, comme des missions permettant d’assurer la continuité de l’administration au sein de l’organe collégial de décision qu’est le Conseil. Il convient dès lors de ne pas limiter ces missions à un maximum de 96 mois sur une période de 144 mois, ni même de limiter l’exercice de ces missions à deux termes consécutifs de 48 mois. Deze opdrachten zouden dus niet mogen worden beperkt tot een maximum van 96 maanden over een periode van 144 maanden, noch zou de uitoefening van deze opdrachten mogen worden beperkt tot twee opeenvolgende termijnen van 48 maanden. Het gaat hier niet om een monopolie van opdracht maar wel, in het licht van de bijzonderheid van deze opdrachten, die gelijken op deze van secretaris van Raadsleden, om het voorkomen van verlies van informatie en kennis. Artikelen 2 en 3 Uw besluit van 11 februari 2013 tot toekenning van een toelage aan de personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt die bepaalde prestaties verrichten, schaft op 1 januari 2015 het besluit af van de Regent van 30 maart 1950 de toekenning regelend van toelagen wegens buitengewone prestaties dat van toepassing is op het Instituut. Op die datum dient dus voormeld koninklijk besluit toepasselijk te worden gemaakt zodat de personeelsleden van het Instituut die de daarin beoogde prestaties verrichten de toelagen die bij deze prestaties horen, kunnen blijven genieten. Dat koninklijk besluit is immers niet van toepassing op het Instituut aangezien het toepassingsgebied van dat besluit dat is van artikel 1 van de wet van 22 juli 2003 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken waaruit het Instituut werd weggelaten in 2004. Artikel 4 Dit artikel behoeft geen commentaar. Ik heb de eer te zijn, Il ne s’agit pas ici de créer un monopole de mission, mais bien, au vu de la particularité de ces missions, semblables à celles de sécrétaires des membres du Conseil, de prévenir toute déperdition d’informations et de connaissances. Articles 2 et 3 Votre arrêté du 11 février 2013 octroyant une allocation aux membres du personnel de la fonction publique fédérale administrative qui effectuent certaines prestations abroge au 1er janvier 2015 l’arrêté du Régent du 30 mars 1950 réglant l’octroi d’allocations pour prestations à titre exceptionnel qui est applicable à l’Institut. Il convient dès lors de rendre applicable à cette date ledit arrêté royal, afin que les membres du personnel de l’Institut qui effectuent les prestations y visées puissent continuer à bénéficier des allocations afférentes à ces prestations. Cet arrêté royal n’est en effet pas applicable à l’Institut, puisque le champ d’application de cet arrêté est celui de l’article 1er de la loi du 22 juillet 2003 portant certaines mesures en matière de fonction publique dont l’Institut a été omis en 2004. Article 4 Cet article ne nécessite pas de commentaire. J’ai l’honneur d’être, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, Sire, de Votre Majesté, le très respectueux et très fidèle serviteur, De Minister van Economie, J. VANDE LANOTTE Le Ministre de l’Economie, J. VANDE LANOTTE Raad van State afdeling Wetgeving Conseil d’Etat section de législation Advies 55.832/4 van 22 april 2014 over een ontwerp van koninklijk besluit ‘tot wijziging van sommige bepalingen van de statuten van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie’ Op 21 maart 2014 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-Eerste Minister en Minister van Economie verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit ‘tot wijziging van sommige bepalingen van de statuten van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie’. Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 22 april 2014. De kamer was samengesteld uit Pierre Liénardy, kamervoorzitter, Jacques Jaumotte en Bernard Blero, staatsraden, en Colette Gigot, griffier. Avis 55.832/4 du 22 avril 2014 sur un projet d’arrêté royal ‘modifiant certaines dispositions des statuts du personnel de l’Institut belge des services postaux et des télécommunications’ Het verslag is uitgebracht door Yves Delval, auditeur. De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Liénardy. Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 22 april 2014. Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten. Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerking. Le 21 mars 2014 , le Conseil d’Etat, section de législation, a été invité par le Vice-Premier Ministre et Ministre de l’Économie à communiquer un avis, dans un délai de trente jours , sur un projet d’arrêté royal ‘modifiant certaines dispositions des statuts du personnel de l’Institut belge des services postaux et des télécommunications’. Le projet a été examiné par la quatrième chambre le 22 avril 2014. La chambre était composée de Pierre Liénardy, président de chambre, Jacques Jaumotte et Bernard Blero, conseillers d’Etat, et Colette Gigot, greffier. Le rapport a été présenté par Yves Delval, auditeur. La concordance entre la version française et la version néerlandaise a été vérifiée sous le contrôle de Pierre Liénardy. L’avis, dont le texte suit, a été donné le 22 avril 2014. Comme la demande d’avis est introduite sur la base de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 2° , des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat, la section de législation limite son examen au fondement juridique du projet , à la compétence de l’auteur de l’acte ainsi qu’à l’accomplissement des formalités préalables, conformément à l’article 84, § 3, des lois coordonnées précitées. Sur ces trois points, le projet appelle l’observation suivante. BELGISCH STAATSBLAD — 01.07.2014 — MONITEUR BELGE 48807 Artikel 3 De inwerkingtreding van artikel 2 van het ontwerp is op 1 januari 2015 vastgesteld, opdat ze samenvalt met de inwerkingtreding van de opheffing van het besluit van de Regent van 30 maart 1950 ‘de toekenning regelend van toelagen wegens buitengewone prestaties’, waarin is voorzien in artikel 15, 1°, van het koninklijk besluit van 11 februari 2013 ‘tot toekenning van een toelage aan de personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt die bepaalde prestaties verrichten’. De datum van inwerkingtreding van dat artikel is echter 1 januari 2014, zolang het ontwerp van koninklijk besluit ‘tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 februari 2013 tot toekenning van een toelage aan de personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt die bepaalde prestaties verrichten’, waarbij artikel 21 van dat besluit gewijzigd wordt en waarover op 10 maart 2014 advies 55.354/2 is gegeven, niet is aangenomen. Er moet dus worden op toegezien dat het voorliggende ontwerp niet vóór dat besluit wordt aangenomen. Article 3 La date d’entrée en vigueur de l’article 2 du projet est fixée au 1er janvier 2015 pour correspondre avec la date d’entrée en vigueur de l’abrogation de l’arrêté du Régent du 30 mars 1950 ‘réglant l’octroi d’allocations pour prestations à titre exceptionnel’ prévue par l’article 15, 1°, de l’arrêté royal du 11 février 2013 ‘octroyant une allocation aux membres du personnel de la fonction publique fédérale administrative qui effectuent certaines prestations’. De griffier, C. Gigot Le greffier, C. Gigot De voorzitter, P. Liénardy Or, la date d’entrée en vigueur de cet article est le 1er janvier 2014 tant que le projet d’arrêté royal ‘modifiant l’arrêté royal du 11 février 2013 octroyant une allocation aux membres du personnel de la fonction publique fédérale administrative qui effectuent certaines prestations’ modifiant l’article 21 de cet arrêté, et qui a fait l’objet de l’avis 55.354/2 donné le 10 mars 2014, n’a pas été adopté. Il faudra dès lors veiller à ne pas adopter le projet examiné avant cet arrêté. Le président, P. Liénardy 25 APRIL 2014. — Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen van de statuten van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie 25 AVRIL 2014. — Arrêté royal modifiant certaines dispositions des statuts du personnel de l’Institut belge des services postaux et des télécommunications FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector, artikel 26, derde en vierde lid, gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006; Gelet op het koninklijk besluit van 11 januari 2007 tot vaststelling van het administratief statuut van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie; Gelet op het koninklijk besluit van 11 januari 2007 houdende het geldelijk statuut van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie; Gelet op het voorstel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie van 10 december 2013; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 december 2013; Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 28 januari 2014; Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken van 20 februari 2014; Gelet op het protocol van onderhandelingen van het Sectorcomité VIII, gesloten op 21 maart 2014; Gelet op advies nr. 55.832/4 van de Raad van State, gegeven op 22 april 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van de Minister van Economie, PHILIPPE, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 17 janvier 2003 relative au statut du régulateur des secteurs des postes et des télécommunications belges, l’article 26, alinéas 3 et 4, modifié par la loi du 20 juillet 2006; Vu l’arrêté royal du 11 janvier 2007 fixant le statut administratif du personnel de l’Institut belge des services postaux et des télécommunications; Vu l’arrêté royal du 11 janvier 2007 portant statut pécuniaire du personnel de l’Institut belge des services postaux et des télécommunications; Vu la proposition de l’Institut belge des services postaux et des télécommunications du 10 décembre 2013; Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 11 décembre 2013; Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Vu l’accord du Ministre du Budget, donné le 28 janvier 2014; Vu l’accord du Secrétaire d’Etat à la Fonction publique, donné le 20 février 2014; Vu le protocole de négociation du Comité de secteur VIII, conclu le 21 mars 2014; Vu l’avis n° 55.832/4 du Conseil d’Etat, donné le 22 avril 2014, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois coordonnées sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition du Ministre de l’Economie, Nous avons arrêté et arrêtons : HOOFDSTUK 1. — Wijziging van het koninklijk besluit van 11 januari 2007 tot vaststelling van het administratief statuut van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie CHAPITRE 1er. — Modification de l’arrêté royal du 11 janvier 2007 fixant le statut administratif du personnel de l’Institut belge des services postaux et des télécommunications Artikel 1. In artikel 83, § 2, van het koninklijk besluit van 11 januari 2007 tot vaststelling van het administratief statuut van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, worden de volgende wijzigingen aangebracht : Article 1er. Dans l’article 83, § 2, de l’arrêté royal du 11 janvier 2007 fixant le statut administratif du personnel de l’Institut belge des services postaux et des télécommunications, les modifications suivantes sont apportées : 1° de woorden « en de functieopdrachten « secretaris van de Raad » en « plaatsvervangend secretaris van de Raad » » worden ingevoegd tussen de woorden « secretaresse van een Administrateur (in uitdoving), van de Voorzitter of van een Lid van de Raad » en « steeds verlengbaar »; 1° les mots « et les missions de fonction « secrétaire du Conseil » et « secrétaire suppléant du Conseil » » sont insérés entre les mots « secrétaire d’un Administrateur (en extinction), du Président ou d’un Membre du Conseil » et les mots « peut toujours être prolongée »; 2° in de Franse tekst, wordt het woord « peut » vervangen door het woord « peuvent »; 2° dans le texte français, le mot « peut » est remplacé par le mot « peuvent »; 3° in de Nederlandse tekst, wordt het woord « is » vervangen door het woord « zijn »; 3° dans le texte néerlandais, le mot « is » est remplacé par le mot « zijn »; 4° in de Franse tekst, wordt het woord « prolongée » vervangen door het woord « prolongées ». 4° dans le texte français, le mot « prolongée » est remplacé par le mot « prolongées ». 48808 BELGISCH STAATSBLAD — 01.07.2014 — MONITEUR BELGE HOOFDSTUK 2. — Wijziging van het koninklijk besluit van 11 januari 2007 houdende het geldelijk statuut van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie CHAPITRE 2. — Modification de l’arrêté royal du 11 janvier 2007 portant statut pécuniaire du personnel de l’Institut belge des services postaux et des télécommunications Art. 2. In artikel 31 van het koninklijk besluit van 11 januari 2007 houdende het geldelijk statuut van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie wordt 1° vervangen door het volgende : Art. 2. Dans l’article 31 de l’arrêté royal du 11 janvier 2007 portant statut pécuniaire du personnel de l’Institut belge des services postaux et des télécommunications, le 1° est remplacé par ce qui suit : ″1° Koninklijk besluit van 11 februari 2013 tot toekenning van een toelage aan de personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt die bepaalde prestaties verrichten;″. « 1° Arrêté royal du 11 février 2013 octroyant une allocation aux membres du personnel de la fonction publique fédérale administrative qui effectuent certaines prestations; ». HOOFDSTUK 3. — Slotbepalingen CHAPITRE 3. — Dispositions finales Art. 3. Artikel 2 wordt van kracht op 1 januari 2015. Art. 4. De minister bevoegd voor Telecommunicatie is belast met de uitvoering van dit besluit. Art. 3. L’article 2 entre en vigueur le 1er janvier 2015. Art. 4. Le ministre qui a les Télécommunications dans ses attributions est chargé de l’exécution du présent arrêté. Donné à Bruxelles, le 25 avril 2014. Gegeven te Brussel, 25 april 2014. FILIP PHILIPPE Van Koningswege : Par le Roi : De Minister van Economie, J. VANDE LANOTTE Le Ministre de l’Economie, J. VANDE LANOTTE * FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE [C − 2014/11412] 13 JUNI 2014. — Ministerieel besluit tot vaststelling van de lijst van grondstoffen die onderworpen zijn aan de bepalingen van titel 2 van boek V van het Wetboek van economisch recht [C − 2014/11412] 13 JUIN 2014. — Arrêté ministériel désignant la liste des matières premières qui sont soumises aux dispositions du titre 2 du Livre V du Code de droit économique De Minister van Economie, Gelet op artikel V.9, 3° van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij de wet van 3 april 2013; Gelet op de adviezen van de Prijzencommissie voor de Farmaceutische Specialiteiten, gegeven op 5 december 2013 en 26 februari 2014; Gelet op de adviezen van Commissie voor de Regulering van de Prijzen, gegeven op 5 december 2013 en 26 februari 2014; Gelet op het advies 55.694/1 van de Raad van State, gegeven op 2 april 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op de voordracht van de Minister van Economie en Consumenten, Le Ministre de l’Economie, Vu l’article V.9, 3° du Code de droit économique, inséré par la loi du 3 avril 2013; Vu les avis de la Commission des Prix des Spécialités Pharmaceutiques donnés les 5 décembre 2013 et 26 février 2014; Vu les avis de la Commission pour la Régulation des Prix donnés les 5 décembre 2013 et 26 février 2014; Vu l’avis 55.694/1 du Conseil d’Etat, donné le 2 avril 2014, en application de l’article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; Sur la proposition du Ministre de l’Economie et des Consommateurs, Arrête : Besluit : Artikel 1. Worden onderworpen aan de bepalingen van boek V, titel 2, van het Wetboek van economisch recht, de grondstoffen die gebruikt worden in magistrale bereidingen en zijn opgenomen in bijlage van dit besluit. Article 1er. Sont soumises aux dispositions du livre V, titre 2, du Code de droit économique, les matières premières qui sont utilisées dans les préparations magistrales et qui sont reprises en annexe du présent arrêté. Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2014. Art. 2. Cet arrêté entre en vigueur le 1er juillet 2014. Gegeven te Brussel, 13 juni 2014. Donné à Bruxelles, le 13 juin 2014. J. VANDE LANOTTE Bijlage Art. N1. Bijlage I. Grondstoffen onderworpen aan prijscontrole : 1. ACETAZOLAMIDE 25g code 502237 2. ACICLOVIR 5 g code 574509 3. ALFATOCOFERYLACETAAT (CONCENTRAAT) POEDERVORM 25g code 554097 4. ALUMINIMCHLORIDE HEXAHYDRAAT 100g code 504688 5. ARNICATINCTUUR 100g code 508044 6. BENZYLBENZOAAT 100g code 510149 7. BETAMETHASONDIPROPIONAAT J. VANDE LANOTTE Annexe Art. N1. Annexe Ire. Matières premières soumises au contrôle des prix : 1. ACETAZOLAMIDE 25g code 502237 2. ACICLOVIR 5 g code 574509 3. ALPHATOCOPHERYLE (CONCENTRATE D’ACETATE D’) 25g code 554097 4. CHLORIDE D’ ALUMINIUM HEXAHYDRATE 100g code 504688 5. TEINTURE d’ARNICA 100g code 508044 6. BENZOATE DE BENZYLE 100g code 510149 7. DIPROPIONATE DE BETAMETHASONE
© Copyright 2024 ExpyDoc