AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2014 No. 51 Landsverordening, van de 23ste juli 2014 tot wijziging van de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties in verband met de voorgenomen toetreding tot de Egmont Group IN NAAM VAN DE KONING! De Gouverneur van Sint Maarten, In overweging genomen hebbende: dat het noodzakelijk is om de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties te wijzigen om toe te kunnen treden tot de Egmont Group; Heeft, de Raad van Advies gehoord, met gemeen overleg der Staten, vastgesteld de onderstaande landsverordening: Artikel I De Landsverordening melding ongebruikelijke transacties wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel h vervalt: de Raad voor de kansspelen langs elektronische weg,. 2. Onder verlettering van de onderdelen j tot en met l tot i tot en met k, vervalt onderdeel i. 3. Onderdeel k (nieuw) komt te luiden: k. minister: Minister van Justitie. AB 2014, no. 51 B Artikel 2 komt te luiden: Artikel 2 1. Er is een Meldpunt Ongebruikelijke Transacties dat zelfstandig en onafhankelijk de taken en werkzaamheden uitvoert, die bij of krachtens deze landsverordening aan het Meldpunt zijn opgedragen. 2. Het Meldpunt staat onder leiding van een hoofd. Het hoofd is belast met de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de taken en werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid. C Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd: 1. De aanhef komt te luiden: Het Meldpunt voert de volgende taken en werkzaamheden uit:. 2. In onderdeel a wordt “het verzamelen” vervangen door: het op grond van deze landsverordening verzamelen. 3. In onderdeel b wordt na “het verstrekken van gegevens” ingevoegd: en inlichtingen. 4. In onderdeel c wordt “degene die” vervangen door “personen of instanties die”, wordt “melding heeft” vervangen door: melding hebben. 5. In onderdeel e wordt “relevante” steeds vervangen door: betrokken. 6. De onderdelen f tot en met i komen te luiden: f. het geven van voorlichting en training aan bedrijfstakken en beroepsgroepen, personen en instanties die met het toezicht op de naleving van deze landsverordening zijn belast, het openbaar ministerie, ambtenaren belast met de opsporing van strafbare feiten en aan het publiek, omtrent de verschijningsvormen, het voorkomen en het bestrijden van het witwassen of het financieren van terrorisme; g. het op zelfstandige en onafhankelijke wijze onderhouden van contacten met en het deelnemen aan vergaderingen van internationale en intergouvernementele instanties op het gebied van het voorkomen en het bestrijden van het witwassen en het financieren van terrorisme. Alsook wanneer noodzakelijk en binnen de grenzen van de wetten van het land Sint Maarten, het door het hoofd zelfstandig kunnen afsluiten van convenanten of administratieve akkoorden ter zake van de uitwisseling van gegevens en inlichtingen met buitenlandse instanties die een vergelijkbare taak hebben als het Meldpunt; h. het voeren van het landelijk coördinatorschap van de werkzaamheden in het kader van de implementatie van de aanbevelingen van de Caribbean Financial Action Task Force, alsmede het zelfstandig AB 2014, no. 51 2 onderhouden van contacten met de Egmont Group in het kader van de naleving van de door deze organisaties uitgevaardigde aanbevelingen; en i. het jaarlijks uitbrengen van verslag van de uitgevoerde werkzaamheden aan de minister en de voornemens van werkzaamheden voor het komend jaar. D Artikel 4 komt te luiden: Artikel 4 1. Het Meldpunt houdt en beheert een register voor het verzamelen, het verwerken en het analyseren van gegevens en inlichtingen die ingevolge deze landsverordening zijn verkregen. 2. De minister stelt, gehoord het Meldpunt, een reglement vast voor het beheer van het register, bedoeld in het eerste lid. 3. Uit het register worden geen gegevens en inlichtingen verstrekt, tenzij bij of krachtens deze landsverordening gestelde regels hierin voorzien. E Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid komt te luiden: Het Meldpunt is, ten behoeve van een goede uitvoering van diens taken en werkzaamheden, bevoegd tot het raadplegen van alle openbare informatiebronnen, relevante gegevens of inlichtingen aangehouden door of namens andere autoriteiten, alsmede bedrijfsmatig verzamelde gegevens en inlichtingen. 2. In het tweede lid wordt “genoemde instanties en ambtenaren” vervangen door: genoemde houders van gegevens en inlichtingen. F In artikel 6, eerste lid, aanhef, wordt na “Het Meldpunt is verplicht” ingevoegd: ,op verzoek of uit eigen beweging,. G In artikel 8, eerste lid, vervalt: , gehoord de begeleidingscommissie, bedoeld in artikel 16,. H Artikel 9 komt te luiden: Artikel 9 De minister bepaalt, gehoord het Meldpunt, de begroting en formatie van het Meldpunt. AB 2014, no. 51 3 I In artikel 10 wordt “Door de minister en de Minister van Justitie gezamenlijk worden, na overleg met het Meldpunt, gehoord de Begeleidingscommissie” vervangen door “De minister, gehoord het Meldpunt, stelt” en wordt “de indicatoren vastgesteld” vervangen door: de indicatoren vast. J Artikel 12, eerste lid, komt te luiden: 1. Het Meldpunt is bevoegd bij de personen en instanties die een melding hebben gedaan nadere gegevens of inlichtingen te vragen teneinde te kunnen beoordelen of de door het Meldpunt verzamelde gegevens of inlichtingen van belang kunnen zijn voor de uitvoering van de taak, bedoel in artikel 3, onderdeel b. K In artikel 13 wordt “moet worden gedaan” vervangen door: wordt gedaan en “gegevens en inlichtingen” door: gegevens of inlichtingen. L Aan artikel 14 wordt, onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, een lid ingevoegd, luidende: 2. Gegevens of inlichtingen die zijn verstrekt in de redelijke veronderstelling dat uitvoering wordt gegeven aan de artikelen 11 en 12 kunnen niet dienen als grondslag voor of ten behoeve van een opsporingsonderzoek of een vervolging wegens verdenking van of als bewijs ter zake van een tenlastelegging wegens overtreding van de artikelen 285 en 286 van het Wetboek van Strafrecht. M Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid komt te luiden: 1. Degene die tot een melding op voet van artikel 11 is overgegaan of gegevens of inlichtingen heeft verstrekt op voet van artikel 12, tweede lid, in de redelijke veronderstelling uitvoering te geven aan die artikelen, is niet aansprakelijk voor de schade die een cliënt of een derde dientengevolge lijdt, tenzij de schade het gevolg is van opzettelijk handelen of bewuste roekeloosheid van de persoon of instantie die heeft gemeld. 2. In het tweede lid wordt “in overeenstemming met artikel 11 gegevens of inlichtingen heeft verstrekt of daaraan heeft meegewerkt” vervangen door: tot een melding is overgegaan of gegevens of inlichtingen heeft verstrekt als bedoeld in het eerste lid. AB 2014, no. 51 4 N Hoofdstuk IV vervalt. O Hoofdstuk VI vervalt. P In artikel 22g wordt het zinsdeel “Door de minister en de Minister van Justitie gezamenlijk kunnen regels worden gesteld” vervangen door: De minister kan regels stellen. Q Artikel 22h, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. In onderdeel b wordt na “sub a” ingevoegd: en sub b. 2. Onder verlettering van onderdeel d tot c, vervalt onderdeel c. R In artikel 24 wordt het zinsdeel “Door de minister en de Minister van Justitie gezamenlijk kunnen voorschriften worden gegeven” vervangen door: De minister kan voorschriften geven. Artikel II De ter uitvoering van de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties geldende besluiten en regelingen blijven van kracht, tot het tijdstip waarop deze besluiten en regelingen in overeenstemming zijn gebracht met de door deze landsverordening aangebrachte wijzigingen. Artikel III Indien het ontwerp van de Landsverordening van de 13e december 2012 houdende vaststelling van een nieuw Wetboek van Strafrecht eerder in werking is getreden of treedt dan deze landsverordening, komt artikel I, onderdeel L, van deze landsverordening als volgt te luiden: Aan artikel 14 wordt, onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, een lid ingevoegd, luidende: 2. Gegevens of inlichtingen die zijn verstrekt in de redelijke veronderstelling dat uitvoering wordt gegeven aan de artikelen 11 en 12 kunnen niet als grondslag voor of ten behoeve van een opsporingsonderzoek of een vervolging wegens verdenking van of als bewijs ter zake van een tenlastelegging wegens overtreding van de AB 2014, no. 51 5 artikelen 2:232 en 2:233 van het Wetboek van Strafrecht worden aangewend. Artikel IV 1. Deze landsverordening treedt, zodra deze in het Afkondigingsblad is geplaatst, in werking met ingang van de zevende week na de datum van bekrachtiging. 2. In afwijking van het eerste lid, treedt deze landsverordening: a. in werking met ingang van de eerste dag van de derde week na de beslissing van het Constitutioneel Hof indien de Ombudsman een zaak aanhangig heeft gemaakt als bedoeld in artikel 127, derde lid, van de Staatsregeling; of, b. niet in werking indien het Constitutioneel Hof oordeelt dat deze landsverordening niet verenigbaar is met de Staatsregeling. Deze landsverordening wordt met de memorie van toelichting in het Afkondigingsblad geplaatst. Gegeven te Philipsburg, achtste juli 2014 De Gouverneur van Sint Maarten De Minister van Justitie De Minister van Financien Drieëntwintigste juli 2014 De Minister van Algemene Zaken Uitgegeven de vijfentwintigste juli 2014; De Minister van Algemene Zaken Namens deze, Hoofd Afdeling Juridische Zaken & Wetgeving AB 2014, no. 51 6 MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen deel De Minister van Justitie heeft als een van zijn beleidsprioriteiten gesteld de bestrijding en voorkoming van het witwassen en van het financieren van terrorisme te intensiveren. Om dit doel te bereiken heeft Sint Maarten zich in 2011 aangesloten bij de Caribbean Financial Action Task Force (hierna: CFATF). Deze organisatie vaardigt op reguliere basis aanbevelingen en richtlijnen uit die door de aangesloten landen moeten worden opgevolgd en nageleefd. Aanbeveling no. 29, van de Financial Action Task Force (hierna: FATF), moederorganisatie van de CFATF, heeft specifiek betrekking op Meldpunten ongebruikelijke transacties. In die aanbeveling wordt aan Meldpunten een cruciale rol toebedeeld in de strijd tegen het witwassen en het financieren van terrorisme. Deze rol houdt in: het in operationele zin op zelfstandige wijze verzamelen, registreren en analyseren van gegevens en inlichtingen van ongebruikelijke aard en de uitwisseling daarvan met de lokale met opsporing en vervolging belaste ambtenaren en internationale instanties die een vergelijkbare taak hebben als het Meldpunt, zonder beïnvloeding van het politiek verantwoordelijke bestuur. In de toelichtende nota op pagina 95 van de door de FATF uitgebrachte „International standards on combating money laundering and the financing of terrorism profileration, The FATF Recommendations, editie February 2012‟, wordt bij de lidstaten erop aangedrongen om lid te worden van de Egmont Group. Toetreding tot de Egmont Group heeft als voordeel dat Sint Maarten, internationaal gezien, als een betrouwbare jurisdictie wordt beschouwd en het risico als land geïsoleerd te raken in de strijd tegen het witwassen en het financieren van terrorisme, geminimaliseerd wordt. Daarnaast brengt het lidmaatschap met zich mee dat het Sint Maartense Meldpunt door de intensieve samenwerking met andere Meldpunten profijt zal hebben van de kennis- en expertiseuitwisseling, waardoor opsporing en vervolging van het witwassen en het financieren van terrorisme effectiever kan plaatsvinden. Om tot de Egmont Group te worden toegelaten, dient een land aan een aantal door de Egmont Group gestelde eisen en voorwaarden te voldoen. Deze zijn vastgelegd in de „Egmont Group-New membership criteria action plan‟. In dit plan staan de positie, rol en taken van het Meldpunt centraal. De huidige Landsverordening melding ongebruikelijke transacties voldoet niet volledig aan de door de Egmont Group gestelde eisen, met name die betreffende de in operationele zin zelfstandige positie van het Meldpunt. Daarnaast ontbreekt ook de wettelijke mogelijkheid voor de leiding van het Meldpunt om zelfstandig met derden convenanten of administratieve akkoorden, met betrekking tot gegevensuitwisseling, aan te gaan. Dit ontwerp beoogt de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties te wijzigen in dier voege dat aan de eisen en voorwaarden van AB 2014, no. 51 7 de Egmont Group wordt voldaan, zodat toetreding tot de Egmont Group mogelijk wordt. Financiële paragraaf Toetreding tot de Egmont Group brengt de plicht met zich mee om een jaarlijkse contributie te betalen. Deze en andere (bijvoorbeeld voor het bijwonen van plenaire vergaderingen van de Egmont Group en het volgen van trainingen) aan het lidmaatschap verbonden kosten, komen ten laste van de begrotingspost 520643493 en bedragen ongeveer Nafl. 42.840,00 per jaar. Indien het Meldpunt in 2014 lid wordt van de Egmont Group zullen deze kosten in dat jaar ten laste van eerdergenoemde begrotingspost komen. Artikelsgewijs deel Artikel I Onderdeel A In onderdeel h van artikel 1 vervalt: de Raad voor de kansspelen langs elektronische weg. De Landsverordening kansspelen langs elektronische weg, waarop de Raad voor de kansspelen langs elektronische weg als toezichthouder berust, die uit de Nederlandse Antillen tijd stamt, is nimmer in werking getreden. Of deze raad voor Sint Maarten zal worden ingesteld, is nog niet besloten. Hierdoor is de noodzaak om dit onderdeel van de begripsbepaling genoemd in onderdeel h te handhaven, komen te vervallen. Als gevolg hiervan zal ook in onderdeel R artikel 22h onder c, de Raad voor de kansspelen langs elektronische weg komen te vervallen Onderdeel i vervalt, daar de commissie formeel nimmer werd ingesteld. De noodzaak voor het bestaan van deze commissie is thans niet meer aanwezig, omdat de rol die de commissie zou moeten vervullen, namelijk het op deskundige adviseren van de regering omtrent een aantal aspecten van de werkzaamheden van het Meldpunt, reeds intern is opgevangen. De minister draagt op grond van het Organisatiebesluit Justitie als enige de politieke verantwoordelijkheid voor het Meldpunt. Om die reden wordt in onderdeel k de Minister van Financiën vervangen door de Minister van Justitie. Onderdeel B Door de nieuwe formulering van artikel 2 in de onderhavige wijzigingslandsverordening wordt gevolg gegeven aan de aanbevelingen en richtlijnen van de CFATF en de Egmont Group. Ondanks de in dit artikel verwoorde operationele zelfstandigheid behoudt de minister van Justitie zijn politieke verantwoordelijkheid voor de operationele taken van het Meldpunt. Die politieke verantwoordelijkheid blijft ook overeind wat betreft de invulling van de beleidsmatige en beheersmatige taken. AB 2014, no. 51 8 De huidige situatie, waarbij conform artikel 4 de Minister van Financiën het register beheert, staat toetreding tot de Egmont Group in de weg, omdat het risico van ongewenste beïnvloeding door een politieke ambtsdrager reëel aanwezig zou zijn. De kwalificatie van de functie van het hoofd van het Meldpunt als een vertrouwensfunctie waarvoor screening door de Veiligheidsdienst vereist is, zoals aangegeven in het Landsbesluit aanwijzing vertrouwensfuncties en uitvoering van veiligheidsonderzoeken, biedt voldoende garantie dat de rol van beheerder van het register aan het Meldpunt, in plaats van de Minister van Financiën, hetgeen in de praktijk al geschiedt, kan worden toevertrouwd. Onderdeel C Artikel 3 bevat de taken en werkzaamheden die het Meldpunt dient uit te voeren. Door het analyseren, bedoeld in onderdeel a, van gegevens en inlichtingen door het Meldpunt dient een meerwaarde aan de verkregen gegevens en inlichtingen te worden toegevoegd. De huidige formulering van onderdeel d van dit artikel, waarbij door het verrichten van onderzoek naar ontwikkelingen op het gebied van het witwassen of het financieren van terrorisme trends worden blootgelegd, impliceert dat er strategisch geanalyseerd wordt. Belangrijke wijziging ten opzichte van het huidige takenpakket is de in onderdeel g opgenomen bevoegdheid die daarin aan het hoofd van het Meldpunt wordt verleend. Met deze wijziging wordt het mogelijk gemaakt voor het hoofd van het Meldpunt om zelfstandig samenwerkingsverbanden met andere meldpunten aan te gaan. Dit bevordert de uitwisseling van informatie en samenwerking tussen Meldpunten, een van de hoofddoelen van de Egmont Group.Hierbij wordt aangetekend, dat bij de uitwisseling van informatie het meldpunt is gebonden aan de voorschriften van onde meer de Landsverordening bescherming persoonsgegevens, tenzij wettelijk anders bepaald. Daarnaast wordt in onderdeel h een reeds bestaande praktijk, waarbij het hoofd van het Meldpunt de werkzaamheden in verband met het lidmaatschap van de CFATF coördineert en het zelfstandig contact onderhouden met de Egmont Group, formeel vastgelegd. Dit coördinatorschap houdt in dat het hoofd van het Meldpunt: - het aanspreekpunt is voor het CFATF; - toeziet op de implementatie van de aanbevelingen van de CFATF ten aanzien van het voorkomen en bestrijden van het witwassen en het financieren van terrorisme; - het op strategisch niveau gevraagd en ongevraagd adviseren van de regering over alle aangelegenheden inzake het voorkomen en het bestrijden van het witwassen en het financieren van terrorisme; - het rapporteren aan de regering over de voortgang van de implementatie van de aanbevelingen van de CFATF en AB 2014, no. 51 9 - het doen van beleids- en wetsvoorstellen ter bevordering van het voorkomen en het bestrijden van het witwassen en het financieren van terrorisme. Onderdeel D Nu het Meldpunt ingevolge het nieuw artikel vier, eerste lid, als beheerder van het register is aangewezen, is het wenselijkd at het Meldpunt gehoord wordt bij de totstandkoming van een door de minister vast te stellen reglement. Onderdeel E Door wijziging van artikel 5 wordt de categorie houders die gegevens en inlichtingen onder zich hebben zo algemeen mogelijk gemaakt. Door opneming van het begrip openbare informatiebronnen worden alle twijfels weggenomen dat ook beheerders van die bronnen gehouden zijn medewerking te verlenen aan het Meldpunt wanneer deze een verzoek voor raadpleging van hun bronnen doet. De praktijk heeft uitgewezen dat het wenselijk is om deze categorie zo ruim mogelijk te maken om te voorkomen dat een houder of beheerder zich aan de raadpleging kan onttrekken met een beroep op de huidige beperkende formulering in de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties. Tevens wordt door deze uitbreiding de benodigde meerwaarde toegevoegd aan de gegevens en inlichtingen. Onderdeel F De toevoeging aan artikel 6 is ter verduidelijking van het onderliggende motief voor de verstrekking. De aanleiding van deze verstrekking kan namelijk verschillend van aard zijn. Onderdeel G Deze wijziging van artikel 8 heeft te maken met het wegvallen van de rol van de Begeleidingscommissie. Voorgesteld wordt dat de benoeming, schorsing en ontslag van het hoofd en overige personeel van het Meldpunt zal geschieden bij landsbesluit. Onderdeel H Ter waarborging van een goede afstemming tussen de plannen en voornemens van het Meldpunt, bij de vaststelling van de begroting en formatie, wordt voorgesteld het Meldpunt aan te wijzen om door de minister te worden gehoord. Onderdeel I AB 2014, no. 51 10 Door het wegvallen van de Begeleidingscommissie wordt voorgesteld haar rol door het Meldpunt te laten overnemen. Het horen van het Meldpunt in deze is belangrijk om te bewerkstelligen dat zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de dagelijkse praktijk. Onderdeel J Aan het Meldpunt wordt met de voorgestelde wijziging de bevoegdheid verleend om bij alle personen en instanties nadere gegevens en inlichtingen op te vragen. Hiermee wordt voorkomen dat een persoon of instantie onder de in het artikel opgelegde plicht tracht uit te komen, zich beroepende op de beperkende formulering van Landsverordening melding ongebruikelijke transacties. Met de nieuwe algemene formulering wordt aan alle personen en instanties die een melding hebben gedaan de verplichting opgelegd om mee te werken aan de verstrekking van nadere gegevens en inlichtingen. Onderdeel L De bestaande vrijwaringsclausule is enigszins aangescherpt in die zin dat alleen zij die te goeder trouw handelen strafrechtelijk gevrijwaard worden. Onderdeel M Gelijk bij het onderdeel L (artikel 14) wordt de civielrechtelijke vrijwaringsclausule aangescherpt door alleen zij die te goeder trouw handelen te vrijwaren. Onderdeel N Als gevolg van de keuze om geen rol meer aan de Begeleidingscommissie toe te kennen, is de noodzaak tot handhaving van hoofdstuk IV komen te vervallen. Onderdeel O Het karakter van de gegevens en inlichtingen uit het register is dermate gevoelig, waardoor deze uitsluitend en indien strikt noodzakelijk aan de in de Landsverordening meldpunt ongebruikelijke transacties aangewezen personen en instanties kunnen worden verstrekt, zonder dat deze personen en instanties inzage in het register kunnen hebben. Het is dan ook incongruent met de aard en het karakter van het register en daardoor onwenselijk om aan eenieder inzage in het register te verschaffen. De noodzaak om hoofdstuk VI te handhaven komt daarmee te vervallen. Dit wordt ook door de CFATF en de Egmont Group aanbevolen. Het laten vervallen van het in dit artikel neergelegd inzagerecht staat op gespannen voet met de Landsverordening bescherming persoonsgegevens waarin het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer is opgenomen. Om de collisie tussen deze twee landsverordeningen op te AB 2014, no. 51 11 lossen, is de regering voornemens de Landsverordening bescherming persoonsgegevens op dit onderdeel aan te passen. Onderdeel P De rol van de Minister van Financiën is in deze ontwerp landsverordening sterk gereduceerd. Met de gewijzigde rol van de Minister van Justitie is het stellen van regels met de Minister van Financiën overbodig geworden. Derhalve wordt deze geschrapt uit artikel 22g. Onderdeel Q Nu de Raad voor de Kansspelen ingevolge onderdeel A is komen te vervallen, kan de Raad niet als toezichthouder als bedoeld in artikel 22h eerste lid, onderdeel c, worden gehandhaafd. Om het vacuüm dat hierdoor optreedt ter zake van het toezicht voor het casinowezen te vullen wordt voorgesteld om aan onderdeel b, naast de diensten genoemd in artikel 1 eerste lid, onderdeel a, onder 11, sub a, toe te voegen de diensten genoemd in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 11, sub b. Onderdeel R De sterk gereduceerde rol van de Minister van Financiën als gevolg van de voorgestelde wijziging van de onderhavige landsverordening, noodzaakt dit in het voorgestelde artikel 24 tot uitdrukking te laten komen. Artikel II Deze overgangsbepaling heeft tot doel om te voorkomen dat er interpretatieverschillen ontstaan over de bevoegdheidsvraag in verband met de gelding van uitvoeringsbesluiten en regelingen, op grond van de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties. Immers, door het laten vervallen van hoofdstuk IV als in hierboven in artikel I, onderdeel O, kan het bijvoorbeeld voorkomen dat een melder de rechtmatigheid van reeds vastgestelde en inwerking getreden indicatoren (die voordien na de begeleidingscommissie te hebben gehoord tot stand kwamen) in twijfel trekt. Met deze overgangsbepaling wordt dit voorkomen. Artikel III In verband met de lopende procedure van de Landsverordening van de 13e december 2012 houdende vaststelling van een nieuw Wetboek van Strafrecht geeft dit artikel een samenloopbepaling. Met deze bepaling wordt geregeld dat indien de Landsverordening van de 13e december 2012 houdende vaststelling van een nieuw Wetboek van Strafrecht eerder in werking treedt dan deze wijzigingslandsverordening, de artikelen genoem in artikel I, onderdeel M, van deze landsverordening, verwijzen naar de juiste artikelen. Met deze samenloopbepaling wordt een mogelijke onjuiste verwijzing naar artikelen voorkomen. AB 2014, no. 51 12 De Minister van Justitie De minister van Financiën De Minister van Algemene Zaken AB 2014, no. 51 13
© Copyright 2024 ExpyDoc