Vergaderboek bondsraad - 22 november 2014

BONDSRAADSVERGADERING
VAN DE
NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND
TE HOUDEN OP ZATERDAG 22 NOVEMBER 2014
TE UTRECHT
AGENDA voor de Bondsraadvergadering van
de NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND
op zaterdag 22 november 2014 om 10:00 uur.
Locatie: Centrum Oudlaen, Oudlaan 4, 3515 GA UTRECHT, tel.: 030 273 9911
1. Opening en vaststelling agenda
2. Mededelingen
3. Notulen van de Bondsraadsvergadering d.d. 21 juni 2014 inclusief
(voortgangs)actielijst
4. Ingekomen stukken
5. Presentatie sponsorpropositie
6. Financiën:
a. Financiële rapportage en prognose 2014
b. Update Jaarplan / SMART-overzicht
c. Verslag van de Financiële Commissie
d. Contributies 2015
e. Tarievenlijst 2015
f. Begroting 2015 (integrale begroting NTTB landelijk en
afdelingen)
7. Integraal Jaarplan 2015 op basis van de herziene begroting 2014
(NTTB landelijk en afdelingen)
8. Bestuurlijke vernieuwing
9. Reglementen
a. Statutenwijziging artikel 25 n.a.v. wijziging Anti-dopingreglement
b. Algemeen Reglement
c. Anti-dopingreglement
d. Competitiereglement
e. Toernooien en Wedstrijden
10. Besluiten van het Hoofdbestuur ter kennisname
a. HB-besluiten 2015
b. Spelregels
11. Voorbereiding meerjarenbeleidsplan
12. Rondvraag
13. Sluiting
1
bijlage 1
bijlage 2
bijlage 3
bijlage 4
bijlage 5
bijlage 6
bijlage 7
bijlage 8
bijlage 9
bijlage 10
bijlage 11
bijlage 12
Bijlage 13
Bijlage 14
bijlage 15
bijlage 16
Bondsraad 22 november 2014
Bijlage 1 - agendapunt 3
Notulen van de Bondsraadsvergadering van de Nederlandse Tafeltennisbond (NTTB) op zaterdag
21 juni 2014 te Utrecht
AANWEZIG
Functiezetel Breedtesport
Functiezetel Financiën
Functiezetel Organisatie
Functiezetel Topsport
Functiezetel Wedstrijdzaken
Functiezetel Opleidingen
Functiezetel Atletencommmissie
Hans Wortel
Sander Boomman (tevens vz Financiële Commissie)
Wim van Selling (tevens lid van verdienste, voorzitter werkgroep
Bestuurlijke vernieuwing)
Marthijn van der Wal
Theo Wijker
Wim Vreeburg
Felix Warners
Afdelingen
Holland-Noord
ZuidWest
West
Noord
Limburg
Gelre
Midden
Oost
Merit de Jeu (vanaf agendapunt 9), Wini de Waal (plv)
Nico van Erp (tevens lid van verdienste), Han van der Zijden
Frank Lequin
Henk Hommes
Jan Creemers, Bob Meurs (plv)
Ruud van Gerrevink, Paul Henfling (plv)
Susanne van Berkum, Gerard van Giessen (lid van verdienste)
Piet Korstanje (plv)
Hoofdbestuur:
Wim van Breenen a.i.
Kees Kamp
Ronald Kramer (voorzitter)
Jan Simons
Bondsbureau:
Marcel Borst
Antoinette de Jong
Teun Plantinga
Achim Sialino
Robbert Stolwijk
Overige belangstellenden
Ereleden
Lid van verdienste
Tuchtcommissie
Reglementscommissie
ZuidWest
Holland-Noord
HJCL
VVTT
AFWEZIG met kennisgeving:
Bondsraadsleden
Hoofdbestuur
Ton Willems
Wim Fassotte
Gerard Beelen
Igor Heller (tevens lid van verdienste)
Ineke de Graaf
Marcel Frijhoff
Joke Wijker
Peter Hanning
Luc Janssen
Frans van ’t Hul – Oost
Maurice Seijkens - West
Jitse Doornbos – Noord
Joop van Raaij – Gelre
Albert Rooijmans – ZuidWest (plv)
Ekrem Karhaman – Oost
Koen Jacobs
2
Ereleden
Ad Bouwman
Bas den Breejen
Leden van verdienste
Frank Berteling
Angelo Eikmans
Harry Geraerds
Eddy Krabbenbos
Cie van Beroep/Cie van Arbitrage
SRC
Henny Sackers (tevens erelid)
Jos van den Berg
1.
Opening en vaststelling agenda
De voorzitter opent de vergadering om 10.03 uur en heet iedereen van harte welkom op de langste dag
van het jaar 2014. Hij heet speciaal Susanne van Berkum, nieuw gekozen Bondsraadslid voor Midden, en
Ton Willems, erelid, welkom.
Na punt 14 zal Luc Janssen een presentatie van de VVTT verzorgen.
Hij noemt de afwezige Bondsraadsleden en Hoofdbestuurslid Koen Jacobs.
De voorzitter wil de benoeming van de Bondsraadsleden voor de functiezetels behandelen na de
mededelingen.
Met deze aanpassingen wordt de agenda vastgesteld.
2.
Mededelingen
Het aantal stemgerechtigde leden is 17.
Han van der Zijden laat weten dat hij en Nico van Erp in de laatste ALV zijn herbenoemd als BR-leden en
Albert Rooijmans als plv-Bondsraadslid.
De voorzitter noemt de overledenen:
- op 25 december overleed geheel onverwacht Aart Kruimer, internationaal classificeerder van
paratafeltennissers, op 72-jarige leeftijd;
- John “Billy” Leenders, afdelingstrainer van Limburg, overleed volkomen onverwacht op 26 januari,
56 jaar oud;
- op 7 februari overleed oud-Nederlands kampioen in het herenenkel in 1942 en het herendubbel in
1938 André Thunnisen, op 92-jarige leeftijd;
- op 6 juni overleed oud-scheidsrechter en drager van het onderscheidingsteken Louis Derks op de
leeftijd van 76 jaar;
en vraagt een moment stilte, ook voor de hier niet genoemden die ons ontvallen zijn.
11. Benoeming functiezetels Bondsraad
Wim Vreeburg introduceert zich kort: hij is Bondsraadslid geweest en op dit moment lid van de werkgroep
Bestuurlijke vernieuwing. Hij is werkzaam geweest in het onderwijs en vindt opleidingen een erg belangrijk
onderwerp en wil zich dan ook van harte inzetten voor deze functiezetel.
Felix Warners is al lang bezig met tafeltennis. Sinds kort is hij lid van de Atletencommissie met Li Jiao,
Tonnie Heijnen en Rajko Gommers. Hij heeft in de jeugdselectie gespeeld en wil met verve via de
functiezetel Atletencommissie de belangen van de (top)sporters verdedigen.
De voorzitter heet hen beiden van harte welkom en vraagt de vergadering om hen te benoemen. Zij
worden met applaus benoemd.
Het aantal stemgerechtigde leden is 19.
3a. Notulen van de Bondsraadsvergadering van 23 november 2013, inclusief (voortgangs)actielijst
e
Ruud van Gerrevink, Gelre, zegt dat op pagina 8, punt 9a, 2 alinea, is aangegeven dat met de Financiële
Commissie zal worden besproken om de staat van baten en lasten in de vorm van een exploitatierekening
op te nemen en vraagt hoe het staat met deze actie?
De penningmeester zegt dat dit nog niet besproken is en hij zal deze omissie rechtzetten.
De notulen worden vastgesteld.
De besluitenlijst wordt vastgesteld.
3
Actielijst punt 30: staat van baten en lasten opnemen moet zijn: staat van baten en lasten bespreken met
de Financiële Commissie.
Verzocht wordt de actiepunten toe te wijzen aan personen en deze namen toe te voegen aan het overzicht.
De voorzitter zegt dit toe.
Met deze opmerkingen wordt de actielijst vastgesteld.
b. Notulen van de extra Bondsraadsvergadering van 12 april 2014
Op pagina 22 is verwoord dat de SMART-onderbouwing zal worden besproken. Deze is ontvangen bij de
nazending en kan bij punt 4 behandeld worden.
De notulen worden vastgesteld.
4. Ingekomen stukken
SMART-activiteitenoverzicht.
2014, Sport- en Productontwikkeling, werving meisjes en behoud dames: Frank Lequin, West, vraagt waar
te lezen is dat dit aansluit bij de wensen van de dames.
Jan Simons meldt dat de werkgroep medio mei een eerste bijeenkomst heeft gehad. Er is inmiddels een
wensenlijst opgesteld. Hij verwijst naar de wijzigingen van het Competitiereglement, later op de agenda.
Het maken van een visie is eveneens belangrijk maar vraagt meer tijd dan nu beschikbaar was.
Ruud van Gerrevink, Gelre, spreekt zijn waardering uit voor het activiteitenoverzicht. Hij stelt dat het van
belang is om duidelijk te maken waar het extra gevraagde geld aan wordt besteed. Hij vindt dat sommige
onderdelen nog niet SMART genoeg zijn. Bij marketing en communicatie ziet hij nog te vage, geen
specifieke doelstellingen. Hij vindt dat niet de doelstelling zijn gespecificeerd, maar voornamelijk de acties
en hij denkt dat het verder uitgewerkt moet worden.
De voorzitter constateert dat het een lerend proces is. Geprobeerd is om de doelstellingen specifiek te
maken, maar dat behoeft nog aandacht. Zo is b.v. al afgesproken om drie werkgroepen in te stellen voor
marketing, sponsoring en communicatie. Hij doet een beroep op de deskundigheid en kennis van de
aanwezigen en hun kennissenkring en verzoekt om de informatie aan het Bondsbureau te zenden.
Ruud van Gerrevink, Gelre, hoopt de betreffende informatie in de komende maanden te ontvangen, zodat
in november het overzicht vastgesteld kan worden.
De voorzitter zegt toe dat het overzicht aangepast zal worden en in november op de agenda komt.
Daarnaast verschijnt informatie in de maandinfo.
5. Jaarverslag 2013 van het Hoofdbestuur
5a.Algemeen Jaarverslag
Het jaarverslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
5b. Rapportage van de Financiële Commissie
Sander Boomman, voorzitter van de Financiële Commissie, meldt dat in het jaarlijkse overleg met de
directie, penningmeester en accountant de aandachtspunten zijn geformuleerd.
e
Han van der Zijden, ZuidWest, leest in punt 1, 1 alinea, tweede deel, dat op instructie van de accountant
de afbouwsubsidie Talentontwikkeling en topsport is opgenomen als bestemmingsreserve. Hij herinnert
eraan dat aan de afdelingen hiervoor ook bijdragen zijn gevraagd en hij vraagt dan ook om de ter
beschikking gestelde bijdragen weer aan de afdelingen terug te storten.
Sander Boomman, voorzitter van de Financiële Commissie, zegt dat de externe accountant de instructie
heeft gegeven deze vooruitbetaalde subsidie niet op de balans op te nemen, maar aan het vermogen toe
te voegen, waardoor het resultaat positiever is geworden dan gedacht.
De penningmeester zegt dat in de komende jaren deze bestemmingsreserve zal worden gebruikt.
Achim Sialino vult aan dat de bestemmingsreserve een geoormerkte subsidie van VWS is voor de afbouw
van het herenprogramma. De subsidie is onder andere bedoeld om personele situaties te kunnen
opvangen. Hoewel de subsidie voor meerdere jaren bestemd is, is de accountant van mening dat de
subsidie in het jaar van ontvangst als reserve moet worden opgevoerd.
Verder licht Achim toe dat dit jaar de NTTB-bijdrage voor de NTTB Jeugdcup en de Dag van het Talent is
gehandhaafd en volgend jaar, ervan uitgaande dat de uitgangspunten voor de begroting 2015 in november
door de Bondsraad worden bevestigd, ook de bijdrage voor de Regionale bondstraining weer toegekend
kan worden.
4
e
Han van der Zijden, ZuidWest, leest in de 2 alinea dat bij de bureauorganisatie eigen vermogen aanwezig
is, maar hij gaat ervan uit dat dit vermogen en dat van de afdelingen één vermogen is.
De penningmeester zegt dat dit inderdaad het geval is en informeert dat het bedrag van € 147.000 inclusief
de bij het vorige punt besproken € 80.000 bestemmingsreserve is.
Sander Boomman, voorzitter van de Financiële Commissie, zegt dat het inzicht in de inkomsten en
uitgaven in de najaarsvergadering volgens actiepunt 30 aan de orde komt.
Ruud van Gerrevink, Gelre, vindt dat deze cijfers aan de kwartaalrapportage toegevoegd hadden kunnen
worden.
Wim van Selling, functiezetel Organisatie, verzoekt om in de toekomst over NTTB-geld te spreken en niet
meer over afdelingsgeld en vermogen van de landelijke NTTB.
Frank Lequin, West, vraagt waarom West en Oost specifiek gecontroleerd zijn.
Sander Boomman, voorzitter van de Financiële Commissie, antwoordt dat de accountant ieder jaar twee
afdelingen bezoekt en dit jaar waren dat West en Oost.
De voorzitter bedankt de Financiële Commissie voor de uitleg en voor het vele werk.
5c. Gecumuleerde Jaarrekening 2013
Er zijn geen vragen of opmerkingen over de jaarrekening en deze wordt vastgesteld.
5d. Decharge van het Hoofdbestuur voor het gevoerde beleid en van de Penningmeester voor het
financieel beheer
Er zijn geen vragen of opmerkingen en de voorzitter vraagt om het Hoofdbestuur voor het gevoerde beleid
en de penningmeester voor het financieel beheer te dechargeren.
De Bondsraad geeft met applaus de gevraagde decharge.
5e. Financiële stand van zaken eerste kwartaal 2014
De penningmeester licht toe dat de uitgaven niet regelmatig over het jaar zijn verdeeld en daarom zijn er
soms wat ongewone cijfers. Bij sommige posten wordt in het voorjaar iets meer uitgegeven, maar later in
het jaar wordt dat dan weer gecorrigeerd. Hij streeft ernaar om binnen de begroting te blijven.
5f. Voortgang Jaarplan 2014
De voorzitter zegt dat het steeds weer een flinke klus is om de updates te verwerken en zou dan ook graag
overleggen met de Bondsraad om de informatie op een andere manier te presenteren, waardoor het ook
een functie krijgt voor het Bondsbureau en het Hoofdbestuur.
Frank Lequin, West, vraagt naar de antwoorden op de vragen die door collega-Bondsraadslid Maurice
Seijkens aan het Bondsbureau zijn gestuurd.
De voorzitter antwoordt dat de vragen te laat zijn ontvangen en schriftelijk zullen worden beantwoord.
6. Bespreking van het Jaarverslag 2013 van:
6a. de Tuchtcommissie
Het jaarverslag wordt vastgesteld.
6b. de Commissie van Beroep
Het jaarverslag wordt vastgesteld.
6c. het College van Arbiters
Het jaarverslag wordt vastgesteld.
6d. de Reglementscommissie
Het jaarverslag wordt vastgesteld.
6e. de Fondsbeheerscommissie
Het jaarverslag wordt vastgesteld.
7. Visie op paratafeltennis
Jan Simons geeft een korte toelichting op het toegezonden document in. In september, bij zijn aantreden,
was één van zijn eerste acties het opstellen van een Plan van aanpak voor paratafeltennis. Samen met
onder andere de vandaag aanwezige Peter Hanning en Ineke de Graaf is heel veel werk verzet. Heel veel
5
losse activiteiten zijn in samenhang gebracht en het document is besproken met de paraverenigingen
(Nederland heeft ongeveer 500 paraleden).
In de visie is aandacht voor verbinding, verandering en dus verbetering. Voor het project is een aanvraag
gedaan bij de Johan Cruijff-foundation. Het hoofddoel was het leggen van verbindingen tussen topsportwedstrijdsport-breedtesport en daarmee een stijging naar 1.000 paraleden realiseren.
De voorzitter bedankt voor de inzet van iedereen die aan dit document heeft meegewerkt.
Nico van Erp, ZuidWest, complimenteert de werkgroep. Hij vraagt of de contributiebedragen van de
paratafeltennissers parallel lopen met die van de NTTB-leden.
De voorzitter bevestigt dit.
Han van der Zijden, ZuidWest, zegt dat is gesproken met de verenigingen waar paratafeltennissers lid van
zijn en hij vraagt zich af of deze sporters gecentreerd zijn bij verenigingen. Hij verneemt graag of er beleid
is om te bekijken of en hoe talenten ontwikkeld kunnen worden.
Jan Simons antwoordt dat het gemêleerd is: er zijn zowel verenigingen met veel paraleden als
verenigingen met slechts enkele paraleden.
Bij het para-NK vorige week in Valkenswaard heeft hij genoten van de spelers en de organisatie.
Ruud van Gerrevink, Gelre, vindt tafeltennis dé sport voor paratafeltennissers, want hij ziet dat spelers aan
tafeltennis veel plezier beleven dat zij aan andere sporten niet beleven. Hij pleit er wel voor om in het kader
van integratie zoveel mogelijk in te stromen bij het gewone tafeltennis en vraagt of eraan wordt gedacht om
de spelprestatie te introduceren in de competitie, b.v. andere dubbelspelregels voor rolstoelers..
Jan Simons zegt dat hij er inmiddels wel achter is dat paraspelers willen spelen als ieder ander NTTB-lid.
In Valkenswaard en andere paratoernooien wordt op sterkte gespeeld.
Ruud van Gerrevink, Gelre, denkt dat je er spelregeltechnisch wel uit komt, maar vindt dat je het moet
hebben van de echte integratie en pleit dus niet voor een aparte paracompetitie.
De voorzitter zegt dat de ambitie indertijd ook was om in alle klassen paratafeltennissers te laten
deelnemen. Bij de paratafeltennissers lag dat gevoelig, maar in de praktijk is het lastig om het apart te
doen en daarover zijn veel discussies gevoerd. De eisen moeten niet zo hoog zijn dat het niet realistisch
meer is.
Nico van Erp, ZuidWest, zegt dat spelers van de bedrijvenbonden ook in de NTTB spelen en hij hoort
graag of dat ook voor paratafeltennissers geldt.
Jan Simons bevestigt dat en geeft aan dat dit dan in vergelijkbare klassen gebeurt.
Igor Heller, Reglementscommissie, vult aan dat er aangepaste spelregels voor rolstoelers zijn die
wereldwijd gelden en dat een aantal parasporters qua niveau aan de onderkant zit, maar met inachtneming
van de voorwaarden mogen ook zij in meerdere competities tegelijk spelen.
Hans Wortel, functiezetel Breedtesport, complimenteert de werkgroep met het stuk en geeft graag zijn
opmerkingen aan. Hij mist invulling m.b.t. de knelpunten die de instroming van paratafeltennissers zou
kunnen belemmeren. Hij vermoedt dat dit ook onwetendheid van verenigingen is (denk aan kader,
aanpassing accommodatie, enz) en adviseert na te denken hoe je de knelpunten kunt weghalen en dit in
het document te benoemen.
Jan Simons zegt dat het in Hoofdstuk 5 wel geprobeerd is, maar dat is blijkbaar nog niet duidelijk genoeg
en moet SMARTer geformuleerd worden.
Frank Lequin, West, vraagt of de gehele NEBAS is opgegaan in de NTTB en adviseert om eens te gaan
kijken bij Doing om te zien hoe de ideale integratie eruit ziet.
Jan Simons antwoordt dat het alleen om tafeltennissers gaat.
De voorzitter zegt dat de meeste sporters bij de reguliere sportbonden zijn ondergebracht. Slechts zes
sporten zijn nog ondergebracht bij Gehandicaptensport Nederland.
De voorzitter constateert dat dit stuk aanvaard is en wenst de auteurs veel succes met het verder
uitwerken.
8. Bestuurlijke vernieuwing
Wim van Selling, voorzitter werkgroep Bestuurlijke vernieuwing, geeft een korte inleiding. Over deze notitie
is overleg gevoerd met het College van Voorzitters om de opmerkingen mee te nemen. Het was de
werkgroep Bestuurlijke vernieuwing nog niet mogelijk om bijeen te komen om deze opmerkingen in te
6
passen en daarom is een deel van de nog niet vastgestelde notulen van het College van Voorzitters
toegevoegd.
De leden van de werkgroep Bestuurlijke vernieuwing zijn Ronald Kramer, Igor Heller, Wim Vreeburg,
Achim Sialino, Robert van der Wateren en Wim van Selling. Robert is toegevoegd op verzoek van het
College van Voorzitters.
Het Afdelingsbestuur komt meer in de rol van procesmanagers die de aansturing verzorgen van
operationele werkgroepen en commissies.
Bij financiën gaat het om de NTTB-financiën. Voor de afdelingen worden de financiën beperkt tot de voor
de ingediende beleidsplannen benodigde budgetten.
In het Afdelingsbestuur is geen kascontrole meer nodig, want dit wordt al integraal bij de NTTB gedaan.
De Afdelingsledenvergadering moet blijven bestaan en een aantal noodzakelijke agendapunten voor deze
bijeenkomst is opgenomen. Wel is nadrukkelijk aangegeven dat het overleg met de gekozen
Bondsraadsleden nadrukkelijk zichtbaar gemaakt moet worden en dat Bondsraadsleden toelichting en
uitleg geven aan de afdeling. Ook de vertegenwoordiging van de landelijke organisatie is in de
agendapunten benoemd.
Het College van Voorzitters was in hoofdlijnen akkoord en benoemde geen principiële zaken (zie het
bijgevoegde deel van het verslag, dat nog niet vastgesteld is), maar had enkele opmerkingen over de
beleidscyclus en het implementatietraject. Invoeren op 1 januari 2015 lijkt vrijwel niet haalbaar, maar kan
wel voorbereid worden. De werkgroep Bestuurlijke vernieuwing gaat aan de slag met de verdere
uitwerking.
In bijlage 2 zijn de rol en taken van het Bondsbureau opgenomen. Dit vertaalt zich ook in bijlage 1 hoe dit
aan te pakken. Het in de tekst genoemde overzicht met kosten is niet opgenomen, omdat het hier nog gaat
om een ruwe inventarisatie.
Dit document ligt in de Bondsraad voor ter meningsvorming ter voorbereiding op de besluitvorming in
november.
De werkgroep Bestuurlijke vernieuwing volgt de ontwikkelingen binnen de afdelingen ZuidWest en West
nauwlettend.
Han van der Zijden, ZuidWest, deelt mee dat in de ALV van ZuidWest is besproken hoe verder wordt
gegaan met de pilot van het bestuursmodel. De aanleiding hiervoor was dat bijna 3 jaar geleden geen
vrijwillige bestuursleden meer beschikbaar waren en toen heeft een werkgroep voorgesteld om twee
afdelingsmanagers aanstellen. Dit was een pilot en in mei is door de afdeling een besluit over het al dan
niet voortzetten van het project genomen. De ALV heeft met een overgrote meerderheid besloten door te
gaan met dit traject. De financiering van de afdelingsmanagers is gevonden bij de verenigingen en leden.
ZuidWest heeft dus twee afdelingsmanagers: Ineke de Graaf en Ruud van Beest.
De evaluatiecommissie heeft haar werkzaamheden afgesloten.
Wim van Selling, voorzitter werkgroep Bestuurlijke vernieuwing, vindt het een mooie ontwikkeling. Wel is hij
benieuwd hoe de managers hun rol gaan vervullen, want zij zijn werknemer van de NTTB en hun positie in
diverse overleggen moet bekeken worden (in het College van Voorzitters b.v. beoordeelt een werknemer in
zijn functie van afdelingsmanager zijn werkgever en dat is uiteraard een ongewenste situatie). De
werkgroep ontvangt graag advies voor de uitwerking in november.
Frank Lequin, West, vraagt naar de verhouding van de nieuwe situatie in ZuidWest met het neergelegde
voorstel van de werkgroep Bestuurlijke vernieuwing. Hij hoort graag hoe die situatie in dit stuk ingebracht
wordt en in het voorstel alle afdelingen in te richten volgens het voorstel.
Han van der Zijden, ZuidWest, zegt dat er de ALV is en afdelingsmanagers, maar wel moet nog een
ledenadviesraad o.i.d. ingesteld worden.
Wim van Selling, voorzitter werkgroep Bestuurlijke vernieuwing, moet dit concreet benoemen en in het stuk
verwerken. De voorzitter vindt het een ingewikkeld punt.
Gerard van Giessen, Midden, vraagt naar de harmonisatie van de afdelingsbijdrage. Hij denkt dat deze
voor ZuidWest een stuk hoger zal worden met het aanstellen van de afdelingsmanagers. De basisbijdrage
is nu € 13, maar hij vermoedt dat dat bedrag in ZuidWest hoger zal zijn, ook al omdat bij de
bedrijvenbonden waarschijnlijk ook veel meer grijze leden zijn.
Nico van Erp, ZuidWest, antwoordt dat in het voorstel een contributiebijdrage is voorzien, maar aangezien
de afdeling een veel lagere contributie heeft dan andere afdelingen maakt men zich er niet druk over.
7
Piet Korstanje, Oost, vraagt hoe het kan dat de ALV een besluit neemt en of dat dan binnen de kaders valt.
Wim van Selling, voorzitter werkgroep Bestuurlijke vernieuwing, zegt dat steeds is gezegd te streven naar
eenheid van beleid. De afdeling ZuidWest kiest ervoor om op deze manier te laten besturen, maar daar
hangen voor die afdeling consequenties van het beleid in ZuidWest aan vast en dat moet nog binnen de
werkgroep worden besproken.
Piet Korstanje, Oost, vindt dat de afdelingen geen rechtspersoon zijn en dus geen eigen vermogen kunnen
hebben, ook al is dat voor de afdelingen niet prettig.
Wim van Selling, voorzitter werkgroep Bestuurlijke vernieuwing, vraagt nogmaals dringend om niet meer
apart over afdelings- en NTTB-geld te spreken.
Ruud van Gerrevink, Gelre, vult bij de opmerkingen van Piet Korstanje aan dat afdeling ZuidWest een
besluit heeft genomen en alles wat gebeurd is, is in overleg met het Hoofdbestuur gegaan met
terugkoppeling naar de Bondsraadsvergadering. Er is geen sprake van een eenzijdig besluit, maar dit is in
openheid besproken.
Hij pleit ervoor dat men zich realiseert dat we bezig zijn met een cultuuromslag (ook voor technische en
procedurele zaken), en dat we het niet meer hebben over “wij” en “zij”, maar “wij” zijn samen de NTTB.
Hij weet dat Wim van Selling er heel veel tijd in steekt om dit handen en voeten te geven. De leden in het
land hebben echter een flinke achterstand in dit proces en het is dan ook noodzakelijk om ook de andere
leden mee te nemen. Hij is het inhoudelijk met Wim eens, maar juist nu, richting de finish, moet gezorgd
worden voor goede communicatie en moeten schenen met rust gelaten worden. Tijdens een ALV kun je
sfeer maken en breken en we moeten ernaar toe werken, dat de afdelingen beseffen dat ook zij de NTTB
zijn en dat er één vermogen is. Dat besef moet van onderaf komen en dan heb je bereikt wat je wil.
Ruud van Gerrevink, Gelre, vraagt hoe de verenigingen in de praktijk hun visie in kunnen brengen.
De voorzitter herinnert eraan dat het begon met het uitbrengen van het rapport Loorbach. Het afgelopen
half jaar is veel tijd gestoken in het bezoeken van de afdelingen en hij heeft er een goed gevoel aan
overgehouden en is daarom optimistisch over het proces.
Ruud van Gerrevink, Gelre, waarschuwt ervoor dat een positieve houding heel simpel kan omslaan naar
een negatieve houding.
De voorzitter zegt dat helaas niet alle 30.000 leden evenveel belangstelling hebben voor wat hier gebeurt.
Er moet draagvlak zijn, maar zaken moeten ook efficiënt georganiseerd worden.
Wim van Selling, voorzitter werkgroep Bestuurlijke vernieuwing, zegt dat een positieve cultuuromslag is
bereikt en bevestigt dat voorzichtig is gewerkt, maar er zijn flinke stappen gezet. Vanuit het College van
Voorzitters is eveneens het gevoel gekomen dat we verder zijn. Ten aanzien van beleidsvorming en
financieel beheer zijn flinke stappen gezet. Voor de verenigingen zijn in het najaar afspraken met de
Afdelingsbesturen gepland en zij communiceren met de verenigingen. De Afdelingsbesturen moeten die rol
ook pakken en duidelijk maken dat Zoetermeer ook “wij” moet zijn. Verder moet kritisch gekeken worden
naar de juiste planning van de activiteiten en ruimte worden gelaten voor hetgeen waar je mee bezig bent.
Ruud van Gerrevink, Gelre, vraagt om enkele aanpassingen om in de communicatie de rol van het
Afdelingsbestuur helder te maken.
Frank Lequin, West, vraagt om bij bijlage 1 aan te geven hoe de ondersteuning van de afdelingen betaald
gaat worden. Hij vraagt hoeveel afdelingen deze ondersteuning willen en vraagt of een afdeling kan
weigeren om eraan mee te doen omdat er geen behoefte aan is.
Wim van Selling, voorzitter werkgroep Bestuurlijke vernieuwing, zegt dat het om een inschatting gaat. De
wens is ontstaan om het Bondsbureau dichter bij de afdelingen te laten komen met concrete
ondersteuning. Het kan geweigerd worden als er geen behoefte is. De bekostiging moet nog nader worden
bekeken. Het doel is de landelijke organisatie nog duidelijker dienstbaar maken aan de afdelingen en
verenigingen.
De voorzitter zegt dat naar zijn mening behoefte is aan betere communicatie tussen het Bondsbureau en
de afdelingen/verenigingen.
Frank Lequin, West, denkt dat de afdelingen hiervoor een planning moeten maken.
Wim van Selling, voorzitter werkgroep Bestuurlijke vernieuwing,zegt er een financiële paragraaf voor de
afdelingen bij hoort voor de ondersteuning vanuit het Bondsbureau.
Frank Lequin, West, vraagt of dit betekent dat nieuw personeel moet worden aangetrokken.
8
Wim van Selling, voorzitter werkgroep Bestuurlijke vernieuwing, antwoordt dat dit naar zijn mening in
principe al aanwezig is.
Han van der Zijden, ZuidWest, heeft gevraagd hoe het met de meerkosten gaat. Het initiële tijdspad was te
ambitieus, maar daar wordt kritisch naar gekeken. Hij is eveneens van mening dat het zorgvuldig moet en
dat zal zeker gebeuren.
Sander Boomman, functiezetel Financiën, zegt dat op enig moment wel de kogel door de kerk moet. Hij
vindt zorgvuldigheid vereist, maar er moet een keer een besluit genomen worden, hoewel ook hij vindt dat
1 januari 2015 te vroeg is. Hij doet de suggestie om de Afdelingsbesturen de verenigingen te laten
informeren. Het Hoofdbestuur moet dit goed uitleggen en de doelstellingen toelichten.
De voorzitter constateert dat de werkgroep Bestuurlijke vernieuwing verder kan met de notitie en in
november wordt het vervolg besproken.
Naar aanleiding van de informatie van ZuidWest informeert Ruud van Gerrevink, Gelre, de vergadering
over de laatstgehouden ALV. De secretaris en penningmeester zijn afgetreden zonder dat er kandidaten
voor opvolging waren. Aangezien er nog slechts 2 bestuursleden waren, was voor het formeren van een
kernbestuur nog 1 bestuurslid nodig. Vervolgens ontstond een heftige discussie waaruit duidelijk werd dat
Gelre niet kiest voor de oplossing van ZuidWest. Inmiddels is een derde bestuurslid benoemd en kan de
afdeling verder.
9. Stand van zaken vernieuwing eredivisie en ontwikkeling nationale toernooien
Jan Simons geeft een toelichting en zegt dat de finale eredivisie in Hilversum spetterend was met veel
publiek en publiciteit, maar de weg erheen was niet positief en liet duidelijk zien dat er nog veel te doen is.
Volgende week is een overleg met de eredivisieverenigingen om verbeterstappen te maken. In de
Bondsraad van november worden verbetersuggesties gepresenteerd.
Nico van Erp, ZuidWest, hoort dat er de nodige angst ontstaat over de eisen. In het verleden zijn vele Caccommodaties gerealiseerd die nu niet meer aan de eisen van lichtsterkte en afmeting voldoen, maar
andere elementen zijn belangrijker: spanning, wedstrijdduur en competitie.
Frank Lequin, West, vraagt wat te doen met verenigingen die ineens in de eredivisie komen en niet aan de
eisen voldoen.
Jan Simons zegt dat de intentie is dat je er bewust voor kiest om eredivisie te spelen en te voldoen aan de
eisen. Er wordt naar gestreefd om maatwerk te realiseren.
10. Notitie ‘Grijze leden’
Deze notitie is ter informatie.
Henk Hommes, Noord, verzoekt dringend om de inleiding van de notitie anders te formuleren.
Ruud van Gerrevink, Gelre, leest dat deze notitie bedoeld is voor bespreking in de diverse gremia,
waaronder de Bondsraad, en hij is benieuwd wanneer dat dan gaat gebeuren. Hij vindt met name de
mening van de verenigingen hierover heel belangrijk.
De voorzitter stelt voor de notitie aan de verenigingen ter kennis te brengen en deze notitie in november in
de Bondsraad te bespreken.
Han van der Zijden, ZuidWest, is van mening dat pas in allerlaatste instantie sancties opgelegd moeten
worden.
11. Dit agendapunt is na de mededelingen behandeld.
Benoeming lid van verdienste
De voorzitter stelt voor een kort agendapunt in te lassen en laat de vergadering weten dat het
Hoofdbestuur Wim van Selling tot Lid van verdienste heeft benoemd voor zijn jarenlange inspanningen. Hij
speldt onder applaus de bijbehorende erespeld op en overhandigt mevrouw Van Selling een boeket.
Wim van Selling voelt zich verrast, maar is zeer vereerd en bedankt voor de onderscheiding.
12. Benoeming leden Bondsraadcommissies
12a Financiële Commissie
De kandidaten worden overeenkomstig het voorstel met applaus herbenoemd.
12b Tuchtcommissie
De kandidaten worden overeenkomstig het voorstel met applaus herbenoemd.
9
12c Commissie van Beroep
De kandidaten worden overeenkomstig het voorstel met applaus herbenoemd.
12d. Reglementscommissie
In de Reglementscommissie zijn nog steeds twee vacatures. De zoektocht naar kandidaten duurt voort.
12e. Fondsbeheerscommissie
De kandidaten worden overeenkomstig het voorstel met applaus herbenoemd.
13. Reglementswijzigingen
Het gaat om een aantal voorstellen tot wijziging van het Competitiereglement.
Theo Wijker, functiezetel Wedstrijdzaken, vraagt of de wijziging van artikel 42 het niet voorbarig is, in het
geval volgende week wordt besloten om op een andere manier te spelen. Als het nu besloten wordt, kan
het volgende week niet meer gewijzigd worden.
Jan Simons zegt dat hierover overleg is geweest met de Reglementscommissie. Igor Heller,
Reglementscommissie, geeft aan dat dit in het najaar al aan de orde is geweest, maar het is niet logisch
om dit tijdens het seizoen te veranderen, hoewel het technische wel zou kunnen.
Theo Wijker, functiezetel, neemt aan dat artikel 5 gewijzigd wordt om de damescompetitie te stimuleren. Hij
denkt dat als het voor meisjes mag, dat het dan toch voor jongens ook mag.
Igor Heller, Reglementscommissie, bevestigt dat de achtergrond van deze wijziging het stimuleren van
deelname aan de damescompetitie is.
Theo Wijker, functiezetel Wedstrijdzaken, vraagt naar de kans of er wettelijk gezien gronden voor
discriminatie te vinden zijn.
Igor Heller, Reglementscommissie, wijst erop dat er voor jongens meer alternatieven zijn dan voor meisjes.
Marthijn van der Wal, functiezetel Topsport, vraagt om verduidelijking van deelname van meisjes in de
e
e
damescompetitie. 2 en 3 jaars junioren mogen immers ook in de landelijke herencompetitie spelen.
Hij vraagt of een meisjescadet ook mag spelen in de landelijke damescompetitie
Igor Heller, Reglementscommissie, zegt dat hiervoor niets gewijzigd hoeft te worden. Er is een HB-besluit
dat de dispensatie voor junioren regelt. Zeker als een damesteam dan wel kan spelen, kan dat via een
dispensatieregeling.
De vergadering stelt de wijzigingen in de artikelen 5, 13, 41 en 42 vast.
Luc Janssen, voorzitter VVTT, geeft een presentatie over de activiteiten van de VVTT en vraagt de
aanwezigen om in het land waar mogelijk reclame te maken voor de VVTT. Hij heeft voor iedere
aanwezige een speciale uitgave van het blad Visie beschikbaar. Deze speciale uitgave wordt binnenkort
aan alle verenigingen verzonden.
Sander Boomman, bedankt voor de presentatie en is blij met de positieve uitstraling.
Hij weet dat verenigingen vaak geen trainer hebben en op zoek moeten en hij denkt dat de VVTT daar
wellicht een rol in zou kunnen spelen. Hij vraagt of er een mogelijkheid is om een “rijdende trainer” in te
stellen. Dat is in West gebeurd en was een groot succes. Zulke mooie initiatieven moeten meegenomen
worden.
Wim van Selling, functiezetel Organisatie, is betrokken bij opleidingen en wil weten in hoeverre de VVTT is
betrokken bij de opleiding van nieuwe trainers.
Luc Janssen, VVTT, zegt dat dit tot nu toe beperkt was tot een adviserende rol. In september wordt een
gezamenlijke docentenscholing georganiseerd, aangezien de kwaliteit van de opleidingen wordt bepaald
door de kwaliteit van de docenten. Ook daar wil hij de passie voor de sport in brengen; in zijn ogen het
belangrijkste onderdeel.
Marthijn van der Wal, functiezetel Topsport, vindt het prima dat de verenigingen hierin nu ondersteund
gaan worden en denkt dat het goed is om te kijken op welk moment de trainers samen komen en de juiste
momenten te bepalen (b.v. bij de NTTB Jeugdcup zijn heel veel trainers aanwezig).
Ruud van Gerrevink, Gelre, steunt de oproep van Luc Janssen om reclame voor de VVTT te maken.
Hans Wortel, functiezetel Breedtesport, vraagt zich af in hoeverre de VVTT samenwerking zoekt met
opleidingen Sport en bewegen.
10
Luc Janssen, VVTT, zegt dat dit nog niet rechtstreeks gebeurt, maar dat dit wel ter sprake is gekomen.
Hij legt uit dat de NTTB de initiële opleidingen verzorgt en de VVTT de bijscholingen. De VVTT wil graag
samenwerken met de NTTB.
13. Rondvraag
- Nico van Erp, ZuidWest, zegt dat het reserve Bondsraadslid de vergaderstukken niet via de post
heeft ontvangen.
Geantwoord wordt dat alleen de Bondsraadsleden de stukken per post ontvangen, maar de
plaatsvervangende Bondsraadsleden niet. Overigens is één telefoontje of mailtje voldoende om de stukken
ook op papier te ontvangen.
-
Nico van Erp, ZuidWest, constateert dat de HB-besluiten 2014 niet op de website staan en vraagt
deze nogmaals te plaatsen.
Dit wordt toegezegd. Naderhand wordt de vergadering geïnformeerd dat de HB-besluiten 2014 wel degelijk
op de website staan.
-
Het doet Nico van Erp, ZuidWest, deugd dat er nu twee jongedames als Bondsraadslid zijn
verkozen en hij wenst hen veel succes toe.
-
Nico van Erp, ZuidWest, bedankt namens de Bondsraad het Hoofdbestuur voor het vele werk en
de inzet en wenst iedereen een prettige vakantie.
-
Han van der Zijden, ZuidWest, vraagt naar het besluit over de invoering van de plastic bal, waarin
is opgenomen dat alle competities per 1 januari 2016 met die bal moeten spelen. Hij denkt dat
verenigingen nog heel veel voorraad hebben en dan zou dit besluit kostenverhogend zijn. Hij
vraagt of dispensatie mogelijk is.
De voorzitter zegt dat het een probleem zou kunnen opleveren, maar het Hoofdbestuur houdt het in de
gaten.
-
Gerard van Giessen, Midden, zegt dat hij al meerdere keren heeft aangegeven dat regelmatig
wordt geciteerd uit de verslagen van het College van Voorzitters. Hij vindt dat deze verslagen
sneller rondgestuurd moeten worden aan de Bondsraadsleden.
Deze vraag wordt in de septembervergadering van het College neergelegd.
-
Gerard van Giessen, Midden, vraagt naar de regeling voor herbenoeming van de Bondsraadsleden
en wil weten of er iets in staat over de verkiezing van de plaatsvervangende Bondsraadsleden.
Igor Heller, Reglementscommissie, zegt dat de termijnen gelden voor zowel Bondsraadsleden als
plaatsvervangende Bondsraadsleden. Dit is opgenomen in de Statuten, maar deze zijn nog niet
gepasseerd.
Volgens Gerard van Giessen staan de oude statuten nog op de website.
Dit wordt nagekeken.
-
Gerard van Giessen, Midden, zegt dat nog steeds niet alle verenigingen te vinden zijn op de
NTTB-site en geeft een voorbeeld.
De voorzitter zegt toe dat dit gecorrigeerd wordt.
-
Gerard van Giessen, Midden, vraagt naar de ledenstatistieken van vorige keer en wil weten of we
in 2014 de 30.000 leden gaan halen.
De voorzitter antwoord dat dat van een aantal factoren afhangt, onder andere van de resultaten
van het “grijze ledenbeleid”.
-
Merit de Jeu, Holland-Noord, vindt het interessant om mee te luisteren en zit hier met name voor
de werkgroep Damescompetitie. Gevraagd is om meer jonge mensen, met name vrouwen, in de
Bondsraad. Zij denkt dat het mogelijk is dat jonge mensen bij direct aanspreken sneller geneigd
zijn om zitting te nemen in de Bondsraad.
-
Merit de Jeu, Holland-Noord, heeft met de werkgroep en Jan Simons contact gehad en heeft het
idee dat de bespreking van vorige maand zeer positief was, maar de huidige gebeurtenissen
zorgen bij haar en de andere dames voor veel frustraties.
11
De voorzitter zegt dat dit niet de plek is om dit te uiten, maar voegt eraan toe dat het wel de
aandacht van het Hoofdbestuur heeft.
-
Hans Wortel, functiezetel Breedtesport, merkt op dat de samenwerking en communicatie de laatste
jaren flink is verbeterd. Het A-4 “Wat doet de NTTB voor u?” is zo goed als klaar.
Wim van Breenen, Hoofdbestuur, zegt dat dit binnenkort aan alle verenigingen verzonden gaat
worden.
-
Theo Wijker, functiezetel Wedstrijdzaken, komt terug op de niet-celluloid bal. Hij heeft gelezen dat
het per 1 juli mogelijk is om ermee te spelen en de eredivisieverenigingen wordt het aanbevolen.
Hij vindt dat te veel ruimte voor veel wijzigingen geven. Als toernooien vanaf 2014 met nietcelluloidballen worden gespeeld, zou dat kunnen betekenen dat iemand op zaterdag met celluloid
ballen speelt en op zondag met niet-celluloid.
Marthijn van der Wal, functiezetel Topsport, wijst op de gevolgde procedure bij de overgang van de
38- naar de 40 mm bal.
e
Jan Simons zegt dat meerdere reacties zijn ontvangen en wil dit ook op de 30 bespreken in het
overleg met de eredivisieverenigingen en er in ieder geval voor de start van de competitie op terug
te komen.
De voorzitter zegt dat het leveren van de niet-celluloid ballen wereldwijd een probleem is.
Frank Lequin, West, vraagt of dit besluit gerectificeerd kan worden.
Dat kan niet, want dit is het genomen HB-besluit.
Achim Sialino, Directeur Tafeltennis, zegt dat internationaal al met de nieuwe bal wordt gespeeld. De
technische staf en de selectieleden vinden de verschillen miniem en kleiner dan het verschil tussen 38 en
40 mm ballen.
16. Sluiting
De voorzitter bedankt voor de positieve en constructieve vergadering, feliciteert Wim van Selling met zijn
onderscheiding en wenst iedereen een goede thuisreis.
Hij sluit de vergadering om 13.22 uur.
12
BESLUITENLIJST BONDSRAADSVERGADERING 21 juni 2014
Nr
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
Omschrijving
De Bondsraad benoemt Wim Vreeburg tot Bondsraadslid met de functiezetel Opleidingen.
De Bondsraad benoemt Felix Warners tot Bondsraadslid met de functiezetel Atletencommissie.
De Bondsraad stelt de notulen en de besluitenlijst van de Bondsraadsvergadering van 23
november 2013 vast.
De Bondsraad stelt de voortgangsactielijst vast.
De Bondsraad stelt de notulen van 21 juni 2014 vast.
De Bondsraad stelt het Algemeen Jaarverslag ongewijzigd vast.
De Bondsraad stelt de gecumuleerde jaarrekening vast.
De Bondsraad stelt het jaarverslag van de Tuchtcommissie vast.
De Bondsraad stelt het jaarverslag van de Commissie van Beroep vast.
De Bondsraad stelt het jaarverslag van het College van Arbiters vast.
De Bondsraad stelt het jaarverslag van de Reglementscommissie vast.
De Bondsraad stelt het jaarverslag van de Fondsbeheerscommissie vast.
De Bondsraad aanvaardt de concept-visie op paratafeltennis. *
De Bondsraad stelt vast dat voortaan wordt gesproken over het NTTB-vermogen en niet meer
over landelijk- en afdelingsvermogen. *
De Bondsraad stelt vast om voortaan te spreken over de NTTB, dat zijn wij samen en niet meer
over “wij” en “zij”. *
De Bondsraad stelt de notitie Bestuurlijke vernieuwing vast.
De Bondsraad herbenoemt de leden van de Financiële Commissie.
De Bondsraad herbenoemt de leden van de Tuchtcommissie.
De Bondsraad herbenoemt de leden van de Commissie van Beroep.
De Bondsraad herbenoemt de leden van de Fondsbeheerscommissie.
De Bondsraad stelt de wijzigingen in de artikelen 5, 13, 41 en 42 van het Competitiereglement
vast.
* Dit is geen besluit volgens de weg van de formele besluitvorming, maar een afspraak die tijdens de
vergadering is gemaakt en daarom in dit overzicht vastgelegd.
13
(VOORTGANGS)ACTIELIJST BONDSRAADSVERGADERING 21 JUNI 2014
Nr
1
Omschrijving
Onderzoek naar product-marktcombinaties
5
10
12
15
18
Bestuurlijke vernieuwing: Uitwerken van de in de BR juni 2014 vastgestelde aanbevelingen
BR informeren stand van zaken voorbeeldverenigingen
Updaten nieuwe NTTB-website en afdelingswebsites / verwerken suggesties
E-mailadressen voor Bondsraadsleden regelen
Oprichten van een werkgroep competitieaanpassing n.a.v. het onderzoek naar wensen en behoeften
competitiespelers
Financiële verhoudingen tussen NTTB landelijk en afdelingen vastleggen en de weeffout repareren
Aantal competitiegerechtigde spelers van het dalende ledental nazoeken
Werving en opleiding scheidsrechters
20
21
27
30
32
34
39
40
41
43
44
45
Staat van baten en lasten bespreken met de Financiële Commissie
Onderscheid leden NTTB en leden volgens NOC*NSF, zo nodig aanpassing van de omschrijving van
het begrip “lid” in de reglementen
Grijze leden: notitie en plan van aanpak uitwerken
Informatie en communicatie over wat de NTTB de leden biedt
Invoeren nieuw contributiesysteem
Jaarplannen van de afdelingen uniform en “smart”
SMART-activiteitenoverzicht voor 2015 uitwerken
Uitwerken Visie op paratafeltennis
Bemensen Reglementscommissie
AS = Achim Sialino, Directeur Tafeltennis
JS = Jan Simons, Hoofdbestuurslid Wedstrijdzaken en Topsport
KJ = Koen Jacobs, Hoofdbestuurslid Sport- en Productontwikkeling
KK = Kees Kamp, penningmeester
MB = Marcel Borst, Algemeen Directeur
RK = Ronald Kramer, voorzitter
WvB = Wim van Breenen, Hoofdbestuurslid Marketing en Communicatie a.i.
14
Besproken in
BR nov 2008 /
BR juni 2012
BR juni 2014
BR juni 2011
BR juni 2012
BR nov. 2012
Status
Eigenaar
WvB
BR nov. 2014
JS
KJ
WvB
MB
JS
BR nov. 2012
BR nov. 2013
Verplaatst
naar
opleidingen
KK
JS
KJ
BR nov. 2013
BR nov. 2013
KK
MB
BR juni 2014
BR nov. 2013
BR nov. 2013
BR nov. 2013
BR juni 2014
BR juni 2014
BR juni 2014
KJ
WvB
KK
AS
AS
KJ
RK
Vanaf 2015
Bondsraad 22 november 2014
Bijlage 3 - agendapunt 6A
TOELICHTING VERSCHILLEN TUSSEN VERWACHTING 2014 EN BEGROTING 2014 IN
HALFJAARRAPPORTAGE 2014
De verwachting staat na het eerste kwartaal op -88.000 daar waar -70.000 is begroot. De verwachting na
het eerste kwartaal stond op -118.000 dus conform verwachting is een heel stuk ingelopen. Gedurende het
jaar worden verdere bijstellingen gedaan waardoor ultimo 2014 naar alle waarschijnlijkheid binnen
begroting zal worden gebleven.
Toelichting op de verschillen:
SPO: 1.2 Jeugd tot 21 (- € 6.000)
Het jeugdkamp dat voor het eerst sinds jaren is georganiseerd is qua opbrengsten door een lager dan
begroot deelnemerstal flink achtergebleven. Dit is grotendeels gecompenseerd door lagere uitgaven op het
volwassenenbeleid.
Opleidingen (- € 1.500)
Bij opleidingen vallen de inkomsten uit inschrijvingen tegen, ondanks de actie dat mensen die slagen hun
inschrijfgeld terug ontvangen. Hiertegenover staan ook weer lagere uitgaven maar per saldo levert dit een
negatief resultaat omdat in de inschrijfgelden ook een opslag ter dekking van de vaste kosten is
opgenomen. De outputsubsidie van NOC*NSF is € 5.000 lager vanwege het lage aantal geslaagden in
2013. Voorzichtigheidshalve moet worden vermeld dat hier een risico aanwezig is omdat van de verwachte
inkomsten vrijwel alles in de tweede helft van het jaar moet worden gerealiseerd.
Topsport (+ € 2.500)
Bij topsport zijn diverse verschuivingen in keuzes met betrekking tot de diverse programma’s. Binnen de
programma’s worden deze weer gecompenseerd. In het tweede kwartaal zijn de verschillen:
• Dames
(+ € 8.000)
• Heren
( - € 14.000)
• Para
( + € 2.000)
• Onder 13
( + € 6.500)
•
Wedstijdzaken (- € 7.500)
De NK-A is duurder geworden dan begroot. Daarnaast zijn extra kosten gemaakt doordat de logistieke
partner van de tafelverhuur in surseance is geraakt. De NTTB heeft hiervoor een claim ingediend bij de
curator, maar er is een grote kans dat dit niet kan worden geïnd. Voorzichtigheidshalve is het bedrag van
de claim buiten dit overzicht gebleven.
Algemene Zaken
De contributieinkomsten blijven redelijk binnen de verwachting. De subsidies van NOC*NSF blijven
€ 5.000 achter bij de begroting.
15
Bondsraad 22 november 2014
Bijlage 4 - agendapunt 6B
Jaarplan 2014
(inclusief update per 30-9-2014)
NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND
Inclusief de (concept-)afdelingsjaarplannen
Join the Table
Inhoudsopgave
Inleiding
1
Sport- en productontwikkeling
2.
Topsport
3.
Wedstrijdzaken
4.
Opleidingen
5
Algemeen Bestuurlijke Zaken
6
Afdelingen
- Holland-Noord
- ZuidWest
- West
- Noord
- Limburg
- Gelre
- Midden
- Oost
16
Inleiding
Graag biedt het Hoofdbestuur van de Nederlandse Tafeltennisbond u hierbij het Jaarplan 2014. Voor 2014
hebben wij dezelfde structuur gekozen als de voorgaande jaren, waarbij we focussen op de onderdelen die
voortkomen uit ‘Beleid met Effect, Meerjarenbeleidsplan 2010-2016’. De reguliere operationele activiteiten
zijn niet verder in detail uitgewerkt.
Onderdeel van de gekozen structuur is dat wij ook in 2014 elk kwartaal per onderdeel in het Jaarplan de
voortgang (beknopt) zullen weergeven en verspreiden.
2014: het jaar waarin we gezamenlijk (verenigingen, afdelingen en landelijke organisatie) onze plannen,
ideeën en doelstellingen rondom productontwikkeling, ledenwerving en ledenbehoud, maar ook rond de
topsport en de bestuurlijke vernieuwing verder moeten realiseren, dit afgezet tegen de beschreven
resultaten in het Meerjarenbeleidsplan 2010-2016 in de wetenschap dat de financiering hiervan onder grote
druk staat.
Per onderwerp in dit Jaarplan wordt de doelstelling beschreven, evenals, op hoofdlijnen, de wijze waarop
deze wordt gerealiseerd en geëvalueerd. Tevens is het budget voor dat beleidsonderdeel beschreven en
volgens welke planning de activiteit in 2014 wordt uitgevoerd.
De beschrijving van het budget is geen vervanging van de begroting 2014, maar geeft evenals in 2013
vanuit de begroting meer inzicht in de aan de budgetten gekoppelde activiteiten.
De Bondsraad heeft gevraagd om te komen tot een Jaarplan, waarin ook de plannen en activiteiten van de
afdelingen zijn opgenomen.
Het Hoofdbestuur wil graag in goede samenwerking met alle betrokken vrijwilligers, verenigingen,
afdelingen, bestuurders, medewerkers Bondsbureau, technische staf en sporters de plannen en activiteiten
uitvoeren en tot een succesvol resultaat komen!
Hoofdbestuur NTTB
Oktober 2013
17
1.
Sport- en Productontwikkeling
Inleiding:
De vereniging centraal, dat is het uitgangspunt voor het beleid op breedtesportontwikkeling voor het jaar
2014. Om succesvol te zijn in dit beleid zijn een aantal voorwaarden essentieel. De eerste is de juiste
focus. Hiermee bedoelen we dat we de vereniging gericht ondersteunen daar waar ze het meest succesvol
wil zijn. Bijvoorbeeld door de inzet van het succesvolle Table Stars, op school en op de vereniging. Of door
besturen te versterken met cursussen vanuit het project ‘Thuis in Tafeltennis’(de nieuwe naam voor het
project ‘Naar een veiliger sportklimaat. Hierbij houden we rekening met de landelijke tendens om zoveel
mogelijk op lokaal niveau te focussen. Samenwerking tussen verenigingen, binnen en buiten tafeltennis,
met lokale partijen en met de gemeente is het devies. De NTTB gaat mee in dat landelijke beleid en gaat
naar de verenigingen toe. Met focus bedoelen we ook dat we onze productlijn in beweging houden, niet
statisch maar dynamisch. Waar nodig scherpen we aan, waar nodig verschuift de focus. Dit altijd met het
vasthouden aan de rode lijn, de gedachtegang achter het product, het effect dat het heeft op onze
verenigingen.
Het tweede aandachtspunt in het centraal stellen van de vereniging is het vergroten van het draagvlak en
de reikwijdte van de NTTB-producten. Ook hier geldt dat we naar de verenigingen toe gaan. Hierbij zien we
ook duidelijk een rol voor de afdelingen. Zij staan dichterbij de verenigingen dan ‘Zoetermeer’. In de
jaarplannen van de afdelingen zijn dan ook de doelstellingen die landelijk heeft gesteld gekwantificeerd
naar de lokale setting. Omdat afdelingen kampen met kadertekort, zal dit vanuit ‘Zoetermeer’ een
inspanning vragen om op de juiste posities binnen de afdeling bemensing mogelijk te maken en zo ook te
sturen op de uitvoer.
Met deze twee aandachtspunten in het centraal stellen van de vereniging (gerichte ondersteuning en
gebruik NTTB-producten) willen we groei bewerkstelligen. Groei is kwantitatief en kwalitatief te definiëren.
Waar mogelijk is de groei gekwantificeerd als streefcijfer. Ook hier sluiten we aan bij landelijk beleid: +10%
is ons streven. Kwalitatief ligt de groei op het vlak van genoeg en gekwalificeerd kader bij onze
verenigingen.
Ledengroei (werving) bereiken we vooral door de inzet van onze producten. De combinatie met onze
diensten (benoemd vanaf 1.’3 Clubadvies, 1.4 Promotionele activiteiten, 1.5 Accommodatiezaken en 1.6
Thuis in Tafeltennis (Naar een veiliger sportklimaat)), zorgt voor een sterke combinatie.
Nieuw in 2014 is dat de NTTB jeugdkampen gaat organiseren, o.a. ook voor Table Stars jeugd.
De ontwikkeling van onze huidige en toekomstige producten gaat ook gewoon door. Stilstand is
achteruitgang. Volgens het meerjarenbeleid zijn we nog in ontwikkeling met de doelgroepen paratafeltennis
en bedrijfstafeltennis. Ter ondersteuning van deze producten en ook van onze jeugdproducten gaan we
waar nodig extra wedstrijd- en toernooiaanbod realiseren of bestaand aanbod beter promoten. In
samenwerking met team Wedstrijdzaken bijvoorbeeld op het gebied van paratafeltennis. We continueren
het meerjarenbeleid om bedrijven enthousiast te krijgen voor het tafeltennis. iPONG is daarbij vanuit
marketing een vernieuwend aanbod.
Binnen het team SPO (Sport- en productontwikkeling) werken we verder aan onze integrale visie.
Medewerkers handelen en denken niet alleen vanuit hun eigen specialisme, maar vanuit de integrale visie
dat in de breedtesport, wedstrijdsport, opleidingen en topsport dwarsverbanden nodig zijn. Je versterkt niet
één onderdeel, maar het geheel bij een vereniging. Je werft niet alleen, je denkt ook aan opvang en
behoud, aan doorstroom binnen de vereniging naar competitie en talentherkenning. De medewerkers zijn
allen ook verenigingsondersteuners. Ze laten zich voeden en inspireren door expert- en werkgroepen
vanuit de achterban (verenigingen, leden).
Het beleid voor 2014 is hieronder op hoofdlijnen weergegeven. Voor een meer gedetailleerde inhoud en
fasering verwijzen we naar het Plan van Aanpak of Projectplan dat bij een onderwerp hoort.
1.0 Algemeen
Doelstelling
Beleid op werving en behoud doelgroepproducten en verenigingsondersteuning
Bemensing verenigingsondersteuners afdeling Sport- en Productontwikkeling
Ontwikkelen nieuwe lidmaatschapsvormen (USBO –departement Bestuurs- en
Organisatiewetenschap- stagiaire)
Betrekken achterban d.m.v. Expertgroep Sportontwikkeling
18
Budget
Personele inzet
Uitgaven: Algemene- en personeelskosten: € 169.000
Inkomsten uit subsidie: € 37.500
Inkomsten uit contributies: € 121.000
Inkomsten uit VSK: € PM
Hoofd
Sporten
Productontwikkeling,
medewerker
Sporten
productontwikkeling NTTB, medewerker Sport- en productontwikkeling SBN,
medewerker Jeugdsport, Projectleider ‘Thuis in Tafeltennis’ (Naar een veiliger
sportklimaat), Stagiaire USBO (ontwikkelen nieuwe lidmaatschapsvormen)
1.1 Sport- en Productontwikkeling – Table Stars
Doelstelling
Actieve aanjaagfunctie op werving en behoud van jeugdleden tot 13 jaar door
middel van het breed verspreiden van de Table Stars leerlijn. Dit moet eind
2014 terug te vinden zijn in het aantal deelnemende verenigingen (> 90) , het
aantal verstrekte diploma’s (>10.000) en een groei in instroom in de leeftijd
van 4-13 jaar (> 10% instroom en > 5% behoud).
Table Stars richt zich vooral op de leeftijd 6-10 jaar. In deze leeftijdsgroep is
eind 2014 een groei van > 10% in instroom.
Realisering
Stimuleren en ondersteuning deelname verenigingen en scholen aan de Table
Stars leerlijn:
1. Table Stars@school. Doelstelling > 90 tafeltennisverenigingen draaien
Table Stars@school. In samenwerking met > 360 scholen.
2. Aantal schoolactieve verenigingen blijft minimaal gelijk en groeit bij voorkeur
van 70 naar 90 verenigingen.
3. Begeleiding nieuwe verenigingen door medewerker jeugdsport. Minimaal
één bijeenkomst per afdeling voor stimuleren deelname nieuwe verenigingen.
Begeleiding bestaande vereniging door medewerker jeugdsport. Minimaal één
bijeenkomst per afdeling voor kennisdeling en advies.
4. Deelname aan Table Stars the Battle, lokale voorrondes: minimaal 40
gemeentes. Deelname landelijke finale 32 teams, komend uit minimaal 20
gemeentes.
5. Organisatie Table Stars sportkamp (6-10 jaar) in de herfst-, kerst-, en/of
zomervakantie. Minimaal 15 deelnemers per kamp.
6. Evaluatie pilot Table Stars Master. Landelijke uitrol bij minimaal 30
verenigingen.
7. Maximaal 6 verenigingen ondersteunen in aanvraag Sportimpuls Table
Stars, leidend tot minimaal 3 serieuze aanvragen voor 2015.
8. Up-to-date houden communicatiemiddelen Table Stars (posters, flyers,
website, nieuwsbrieven).
Evaluatie
Monitoring aantallen via eigen project database (zie punten 1, 3, 4, 6)
Evaluatie (zie punten 1, 5, 7)
Monitoring groei leeftijdsgroepen NTTB
Schoolactiviteit meting (zie punt 2)
Budget
Uitgaven: € 18.900
Inkomsten uit aanbod: € 9.500
Inkomsten uit contributie: € 0
Personele inzet
Hoofd
Sporten
productontwikkeling,
medewerker
Sporten
productontwikkeling SBN, medewerker Jeugdsport
Planning 2014
• Eerste helft
• Uitvoer Table Stars volgens jaarplanning
• Organisatie The Battle tijdens NK-A in Zwolle
• Aanjagen aanvragen verenigingen in Sportimpuls
• Integratie programma VSK (SR1 en 2) in Table Stars
• Bijscholingen Table Stars (beginnende verenigingen)
• Evaluatie pilot Table Stars Master
• Afronden begeleiden verenigingen met aanvraag Sportimpuls
• Organisatie Table Stars zomerkamp
• Monitoring deelname en ledenontwikkeling eerste helft 2014
•
Tweede helft
•
Uitvoer Table Stars volgens jaarplanning
19
Update per
30-9-2014
• Landelijke uitrol Table Stars Master (vervangt @theclub)
• Onderzoeken draagvlak Table Stars@theStreet (2016 ev)
• Ondersteunen verenigingen in de Sportimpuls
• Campagne The Battle 2015 starten
• Integratie programma VSK(SR1 en 2) in Table Stars
• Organisatie Table Stars herfst- en/of winterkamp
• Bijscholingen Table Stars (gevorderde verenigingen)
• Monitoring resultaten tweede helft 2014 + totaal
De nieuwe monitor Table Stars is gehouden. De resultaten en het rapport
staan op de website. Positief is dat 95% van de verenigingen volgend jaar
weer met Table Stars aan de slag gaat en 40 verenigingen hebben
aangegeven ermee te gaan beginnen. Sven gaat met hen contact opnemen.
Negatief is dat 50 actieve verenigingen de meting niet hebben ingevuld. En dat
veel verenigingen Table Stars niet of niet goed inzetten, waardoor het merk
afzwakt. Punt van aandacht!
Het NTTB tafeltenniskamp ‘Vrienden maken’ vond plaats van 4 t/m 9 augustus
in Venray. Er waren 22 inschrijvingen. Het kamp is positief geëvalueerd, er zijn
alweer 6 inschrijvingen voor volgend jaar.
Er zijn 2 Sportimpuls aanvragen Table Stars gehonoreerd: Pijnacker en Den
Bosch.
Table Stars Masters heet vanaf nu Table Stars Challenge, dit om verwarring
met andere Masters/Masterz te voorkomen. De pilot wordt momenteel in
Amsterdam en Rotterdam gehouden.
De uitnodigingen en posters voor The Battle zijn weer verstuurd. We zijn bezig
om KTTF-verenigingen informatie op maat te verstrekken zodat ook
individuele kampioenen zich als schoolteam kunnen aanmelden voor The
Battle
We gaan geen herfst- of winterkamp organiseren, geen prioriteit 1 – en tijd - op
dit moment. Hetzelfde geldt voor Table Stars@thestreet. We volgen wel het
project dat momenteel loopt in Schiedam.
1.2 Sport- en Productontwikkeling – Oudere jeugd, jong volwassenen, paratafeltennis
Doelstelling
Actieve aanjaagfunctie op werving en behoud van paratafeltennissers in de
leeftijd 12-23 jaar d.m.v. Table Heroes en Tafeltennis als revalidatiesport.
Samenwerking met Team Wedstrijdzaken voor doorstroom naar toernooien.
Passieve ondersteuning op werving en behoud overige doelgroepen in de
leeftijd 12-23 jaar.
Focus op behoud door het aanbieden van sportkamp tafeltennis in
zomervakantie (50 deelnemers).
Groei van minimaal 10% in instroom jeugd in de leeftijd 12-23 jaar.
Groei van minimaal 5% in behoud jeugd in de leeftijd 12-23 jaar.
Groei van minimaal 10% in de leeftijd 16-23 jaar.
Groei van 10% in het aantal geregistreerde paratafeltennissers.
Realisering
1. Landelijke bijscholing tafeltennis op MBO-scholen. Financiële ondersteuning
NK MBO-scholen.
2. Table Heroes, lessen voor speciaal onderwijs. Minimaal 10 verenigingen
gaan met dit lesprogramma aan de slag. Twee landelijke bijscholingen.
3. Stimuleren collecteren voor het Fonds Gehandicaptensport (10
verenigingen).
4. Organiseren één bijeenkomst voor NTTB studentenverenigingen.
5. Organiseren zomertafeltenniskamp oudere jeugd in samenwerking met
tafeltennisverenigingen en vanuit NTTB Bondsbureau (50 deelnemers).
6. Promotie van SR2 en SR3 onder de doelgroep oudere jeugd.
7. Up-to-date houden en/of ontwikkelen communicatiemiddelen oudere jeugd /
studenten / parasport (posters, flyers, website, nieuwsbrieven).
Evaluatie
Monitoring leeftijdsgroepen NTTB.
Via verenigingsscan meten welke verenigingen welke programma’s gebruiken.
Registratie deelnemende verenigingen Table Heroes en collecte Fonds
Gehandicaptensport.
Evaluatie NTTB-zomersportkamp.
20
Budget
Personele inzet
Planning 2014
• Eerste helft
•
Tweede helft
Update per
30-9-2014
Uitgaven: € 11.000
Inkomsten: € 12.500
Hoofd
Sporten
productontwikkeling,
medewerker
Sporten
productontwikkeling SBN, medewerker Sport- en productontwikkeling NTTB
•
•
•
•
•
•
•
NK MBO-scholen (financiële ondersteuning)
Landelijke uitrol Table Heroes naar aanleiding van pilot 2013
Bijscholing Table Heroes
Stimuleren deelname aan collecte Fonds Gehandicapten Sport
Promotie SR2 en 3 bij de doelgroep oudere jeugd
Organiseren van 1 of 2 weken NTTB-zomerkamp (50 deelnemers)
Monitoring resultaten eerste helft 2014
• Stimuleren deelname MBO’s aan NK MBO
• Evaluatie NTTB-zomerkamp
• Organiseren bijeenkomst studentenverenigingen NTTB
• Bijscholing Table Heroes
• Monitoring resultaten 2014
• Versturen verenigingsscan
Het NTTB tafeltenniskamp is geëvalueerd. Er is geen reden de opzet te
wijzigen. Wel kunnen we ons verbeteren in de werving door goed te kijken
naar welke vereniging onze doelgroep is. Ons kamp is een breedtesportkamp
en is daarmee geen concurrent voor andere trainingskampen. De kinderen en
hun ouders waren zo enthousiast dat 6 van hen hebben aangegeven volgend
jaar weer mee te willen doen.
De aanvraag bij de Johan Cruyff Foundation is goedgekeurd. We zijn druk
bezig om alle materialen besteld en/of geproduceerd te krijgen. De JCF richt
zich op werving en behoud van jeugd. De bijscholingen paratafeltennis zijn
verplaatst naar 2015 waardoor ze in het plan passen.
Er zijn momenteel +/- 350 personen actief binnen de online module
TafeltennisMasterz. In een volgende update vermelden we hoeveel certificaten
SR1 zijn uitgereikt. De arbitragecoördinatoren hebben een startbijeenkomst
gehad, de opkomst was goed. Twee van hen zijn inmiddels als SR3 opgeleid
en gaan door naar de SR4 opleiding.
1.3 Sport- en Productontwikkeling – volwassen doelgroepen
Doelstelling
Bevorderen sportparticipatie onder volwassenen door het aanbieden van
tafeltennis op de diverse locaties vereniging, bedrijven, revalidatiecentra en
voor diverse doelgroepen: bedrijven, paratafeltennis, ongebonden sporter.
Groei van minimaal 10% in instroom in de leeftijd 23-55 jaar.
Groei van minimaal 10% in instroom paratafeltennissers (jeugd en senioren)
zie ook 1.2.
Stabilisatie in behoud competitiespelers NTTB leeftijd 23-55.
Doorstroom van oud-leden studentenvereniging naar competitie NTTB.
Realisering
Continuering beleid op het werven van doelgroepen paratafeltennis en
bedrijfssport. Verkennend op beleid voor het werven en behouden van
ouderen, recreatiesector (buitentafeltennis) en doorstroom studenten.
1. Bedrijfstafeltennis: zie Plan van Aanpak 2014-2016.
2. Paratafeltennis (Table Heroes (zie 1.2) en Tafeltennis als revalidatiesport.
Uitrol meerjarenbeleid paratafeltennis 2013-2016 volgens Plan van Aanpak in
samenwerking met NOC*NSF. Doel: 20 verenigingen en 6 revalidatiecentra in
3 jaar tijd erbij betrekken.
2. Start ontwikkelen beleid op doelgroep ouderen (50+).
3. Promotie NK iPONG voor de diverse doelgroepen.
Monitoring
Monitoring deelnemers op leeftijd en beperking; monitoring ledengroei onder
de doelgroep.
Vaste deelname NTTB aan Supportbeurs Utrecht, Paralympic Experience Day
Paratafeltennis vast onderdeel van kwaliteitscriteria verenigingen en dus
verenigingsscan.
21
Budget
Personele inzet
Planning 2014
• Eerste helft
•
Tweede helft
Update per
30-9-2014
1.4 Clubadvies
Doelstelling
Realisering
Uitgaven: € 11.000
Inkomsten verkoop: € 3.000
Inkomsten uit subsidie: € 0
Inkomsten uit collecte: € 2.500
Hoofd
Sporten
productontwikkeling,
productontwikkeling NTTB
•
•
•
•
•
•
•
medewerker
Sport-
en
Ontwikkelen vragenlijst deelnemers Join the Table (stagiaire)
Bijscholing paratafeltennis
Bijscholing werving en behoud dames
Paratafeltennis vast onderdeel van het NTTB verenigingscongres
Expertgroep Paratafeltennis SPO bijeenkomst
Vergaderingen Team Paratafeltennis
Voorbereiden aanvraag beoordeling ‘Effectief Actief’ voor de producten
Join the Table en paratafeltennis
•
•
•
•
•
•
Uitwerken ideeën nieuwe lidmaatschapsvormen
Expertgroep Paratafeltennis SPO bijeenkomst
Vergaderingen Team Paratafeltennis
Bijscholing paratafeltennis
Bijscholing werving en behoud dames
Aanvraag beoordeling ‘Effectief Actief’ voor de producten Join the
Table en paratafeltennis
Er zijn geen ontwikkelingen op het gebied van bedrijfstafeltennis. De NTTB
biedt geen actieve ondersteuning (meer) op dit onderwerp. De module is nog
wel beschikbaar voor gebruik. Dit jaar ronden we het onderwerp af.
Inmiddels is uit gesprekken met de achterban gebleken dat men liever een
focus heeft op beleid voor ouderen. Hier hebben HBO-studenten een eerste
vooronderzoek naar gedaan. Hun advies is om naast aanbod op de vereniging
vooral te kijken naar samenwerking met andere sporten en met
zorginstellingen.
Op 8 september heeft Team paratafeltennis vergaderd en de toekomst van dit
team besproken. Het team valt niet meer onder Wedstrijdzaken maar onder
SPO. Het team is versterkt met de komst van Gerald van Grunsven.
Onze stagiaire van de USBO, Maxime Welten, belast met het onderzoek naar
nieuwe lidmaatschapsvormen, is onverwachts gestopt bij ons. Ze heeft wel
haar tussenrapport opgeleverd. We bezien wat we ermee kunnen en willen.
De ontwikkelingen bij de damescompetitie zijn deels wel en deels niet naar
wens verlopen. Dit is geëvalueerd met Jan Simons en een vernieuwde opzet
voor de werkgroep is opgesteld.
Veel van dit (nieuwe) beleid zal afhangen van de SMART doelstellingen,
geformuleerd op basis van extra inkomsten. Binnen de huidige taken is dit
onderdeel nu niet voldoende bezet. Hierdoor haal je niet de gewenste en
benodigde resultaten. Tussentijds veranderen van beleid vraagt ook om een
omschakeling, ook dat kost tijd.
Versterken van tafeltennisverenigingen op bestuurlijk en organisatorisch vlak.
Informeren over en stimuleren van de tafeltennisvereniging als open club.
Deelname van de vereniging aan Thuis in Tafeltennis = Veilig Sporten.
1. Bezoeken van verenigingen:
- 50 intakegesprekken Thuis in Tafeltennis (VSK)
- 20 verenigingen Directeur Tafeltennis en hoofd Sport- en
productontwikkeling
2. Aanbieden ondersteuning op maat n.a.v. intake Thuis in Tafeltennis.
Realiseren doelstellingen bij 1.6.
3. Deelname >200 bestuurders aan NTTB verenigingscongres en lokale
kennisdelingsbijeenkomsten van afdeling.
4. Samenwerking met de VVTT om technisch kader te versterken (zie jaarplan
22
Evaluatie
Budget
Personele inzet
Planning 2014
• Eerste helft
•
Tweede helft
Update per
30-9-2014
opleidingen).
5. Vorm geven aan een verenigingsdatabase o.a. gebruikmakend van
landelijke monitoring ‘Naar een veiliger sportklimaat (VSK). Uitzetten
verenigingsscan op basis van vastgestelde kwaliteitscriteria.
6. Informeren over en stimuleren van de tafeltennisvereniging als open club:
a. Oppakken lokale samenwerkingskansen waaronder stimuleren Sportimpuls
b. Optimaliseren gebruik eigen accommodatie zowel overdag als tijdens
tafeltennismomenten.
c. Traject nieuwe lidmaatschapsvormen (zie 1.0).
Aantal verenigingsbezoeken: 70.
Deelnemers verenigingen aan het Verenigingscongres: >200.
Verenigingsscan minimaal 200 verenigingen waaronder de top 100.
Uitgaven: € 7.250
Inkomsten uit contributies: € 0
Inkomsten uit subsidie: € 2.000
Inkomsten uit VSK subsidie: € PM
Hoofd Sport- en productontwikkeling, Projectleider VSK, medewerker Sporten productontwikkeling NTTB, medewerker Sport- en productontwikkeling
SBN, medewerker Jeugdsport, Coördinator Opleidingen, Directeur Tafeltennis
•
•
•
•
•
•
•
•
Organisatie Verenigingscongres 1 maart 2014 (NK-A)
Verenigingsbezoeken
Ledenanalyse n.a.v. USBO-opdracht nieuwe lidmaatschapsvormen
Deelname verenigingen aan ondersteuningsaanbod VSK
Sturen op ondersteuning schrijven aanvragen Sportimpuls
Stimuleren lidmaatschap VVTT en deelname aan VVTT-bijscholingen
Integratie eigen database met die van het VSK-programma
Ontwikkelen seizoensplanner clubbesturen 2014/2015
• Versturen seizoensplanner clubbesturen 2014/2015
• Verenigingsbezoeken
• Nieuwe lidmaatschapsvormen eerste opzet nieuwe producten
• Verenigingsscan 2014
• Aanjaagfunctie Sportimpuls
• Stimuleren lidmaatschap VVTT en deelname aan VVTT-bijscholingen
• Bijwerken verenigingsdatabase naar aanleiding van scan
Aan het begin van het seizoen is een uitgebreide SPO nieuwsbrief verzonden.
Hierin veel informatie voor verenigingen om een goede start te maken,
waaronder de seizoensplanner.
Achim en Ingrid zijn voor de zomerstop bij 9 verenigingen op gesprek geweest.
Verslagen worden ook naar de afdelingen gestuurd. Een samenvatting vindt u
bijgevoegd.
Onze stagiaire van de USBO, Maxime Welten, belast met het onderzoek naar
nieuwe lidmaatschapsvormen is onverwachts gestopt bij ons. Het onderzoek
heeft nog geen directe inzichten gegeven hoe we onze producten kunnen
koppelen aan lidmaatschappen.
De verenigingsscan is aangepast op de VSK-onderdelen. In het laatste
kwartaal wordt deze maar alle verenigingen verzonden.
Met de VVTT zijn afspraken gemaakt voor 2015, deze zijn nog niet
geformaliseerd. Eenzelfde regeling ter stimulering lidmaatschap en lezen
VISIE is daarin opgenomen..
1.5 Promotionele activiteiten
Doelstelling
Promotie van de tafeltennissport vanuit de breedtesport door middel van
toernooien, evenementen en communicatiematerialen ter ondersteuning aan
bestaande producten en programma´s.
Realisering
Ontwikkelen en aanbieden toernooien en wedstrijden voor de breedtesport,
buiten bestaande competities en toernooien:
- Table Stars The Battle (scholenkampioenschap) NK-A
23
Evaluatie
Budget
Personele inzet
Planning 2014
• Eerste helft
•
Tweede helft
Update per
30-9-2014
- Instapcompetitie Table Stars Master
- NK iPONG tijdens NK-A
- Promotie tafeltennis tijdens Nationale Sportweek
- Aanbod meisjes/dames
Aanbod communicatiematerialen ter ondersteuning werving en behoud
- Formats ledenwerfposters en -flyers
- Seizoensplanner clubbesturen (1.4)
- Poster Nationale Sportweek
- Poster The Battle (zie 1.1)
- Verhuur iPONG en overige promotiematerialen
Aantal deelnemers events.
The Battle: volledige bezetting = 32 teams.
NK iPONG: 50 deelnemers.
Table Stars Master: 50 deelnemers
Deelname NSW: 25 verenigingen
Uitgaven: € 12.500
Inkomsten uit verkoop en verhuur: € 12.700
Inkomsten uit contributies: € 0
Hoofd Sport- en productontwikkeling, med. Jeugdsport, Med SPO SBN
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Organiseren side events NK-A
Organiseren pilot instapcompetitie Table Stars Master
Motiveren deelname verenigingen aan de Nationale Sportweek
Join the Table tijdens Nationale Sportweek
Ontwerpen posters voor The Battle en Nationale Sportweek
Opening en sluiting Nationale Sportweek
Verhuur snelheidsmeter en iPONG tafels
Klaarzetten communicatiematerialen voor nieuwe seizoen
Evaluatie aantallen deelnemers (side) events
Opstarten campagne The Battle
• Verhuur snelheidsmeter en iPONG tafels
• Opstarten programma’s volgens jaarplan 1.1, 1.2, 1.3 en 1.4.
In het derde kwartaal waren weinig speciale promotionele activiteiten gepland.
Op 10 september hebben we tijdens de open dag van de Johan Cryuff
Foundation tafeltennis gepromoot.
De uitnodiging voor The Battle is verstuurd. Deelname aan de Nationale
Sportweek 2015 is onder voorbehoud toegezegd.
De verkoop van iPONG stagneert enigszins.
Een promotionele activiteit bij de gemeente Rotterdam is op het laatste
moment door hen afgeblazen, wat jammer was gezien de inspanning vanuit
FvT en ons.
1.6 Accommodatiezaken
Doelstelling
Ondersteuning verenigingen in nieuw- en verbouw. Verbetering accommodatie
leidt tot betere binding met huidige leden.
Realisering
Verenigingsconsulent bezoekt verenigingen op aanvraag. Deze ondersteuning
is kosteloos. Streven is dat per jaar 10 verenigingen op deze wijze
ondersteund worden. Dit leidt tot de realisatie van 5 nieuwbouwplannen en 5
accommodatieverbeteringsplannen.
Evaluatie
Overzicht bezochte verenigingen / overzicht hulpvraag
Budget
Uitgaven: € 6.000
Inkomsten: € 0
Personele inzet
Zie 1.3 en commissie Accommodatiezaken
Planning 2014
• Verenigingsbezoek
• Continu
• Beantwoorden vragen per e-mail
• Up-to-date houden accommodatie-eisen o.a. via de ISA
Update per
Peter van Mil heeft zijn bestaande contacten onder beheer en houdt nieuwe
30-9-2014
contacten momenteel zoveel mogelijk af ivm zijn gezondheidstoestand.
24
Desalniettemin heeft hij toch weer aardig wat bezoeken afgelegd en
verenigingen geadviseerd in hun verbouw- en nieuwbouwtrajecten.
1.7 Veilig Sporten
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Personele inzet
Planning 2014
• Continu
Update per
30-9-2014
Het betrekken van tafeltennisverenigingen in het project Thuis in Tafeltennis
(VSK).
Vergroten van de bestuurlijke vaardigheid.
Vergroten van de spelregelkennis in de breedtesport.
Vergroten van het aantal gediplomeerde en gelicenseerde scheidsrechters
binnen onze sport in samenwerking met de Scheidsrechterscommissie (SR1
t/m 5).
Intake van 50 verenigingen in 2014 (tekenen convenant).
Organisatie spelregeltoetsen en –quizen tijdens Nationale Evenementen.
Opbouwen opleidingshuis scheidsrechters (zie 4.3).
Verenigingsondersteuning (zie 1.4).
Overzicht bezochte verenigingen: 50 per jaar.
Overzicht aantal activiteiten uit activiteiten overzicht.
Deelname monitoring vanuit Regis, het landelijk programma VSK).
Uitgaven: € PM
Inkomsten uit subsidie: € PM
Inkomsten uit contributies € 0
Hoofd Sport- en productontwikkeling, Projectleider VSK, med SPO NTTB en
Coördinator Opleidingen.
•
•
•
•
•
•
Uitvoer Plan van Aanpak VSK 2014 (projectplan)
Uitvoer Plan van Aanpak scheidsrechtersopleidingen 2013-2016
Communicatie inrichten
Verenigingsbijeenkomsten organiseren (6-8 per jaar)
Spelregeltoets ontwikkelen
Vernieuwen of aanpassen bestaande producten met focus op
doelstellingen in dit project (m.n. spelregelkennis en werving
scheidsrechters in de breedtesport)
• Aansluiten bij de KSS wat betreft arbitrage
• Werven scheidsrechters niveau 3 en 4
Per 1 september hebben we helaas afscheid moeten nemen van Nanning van
der Hoop als projectleider VSK, arbitrage. Zijn taak zat erop, afgeleide van het
feit dat de financiering erop zat. Zijn taken zijn intern herverdeeld, maar
kunnen natuurlijk niet 100% opgevangen worden. Nanning is op passende
wijze bedankt voor zijn inzet en de resultaten die dat heeft opgeleverd.
de
Update 3
-
-
-
kwartaal, overzicht behaalde resultaten
Promotie online module Tafeltennis Masterz. Mirjam Hooman is
ambassadrice. Lancering was begin september. Er zijn meer dan
300 personen actief binnen de module.
Werving arbitragecoördinatoren (30)
Workshop arbitragecoördinatoren (2): twee aanmeldingen voor
SR3.
Ontwikkelen workshop en presentaties SR2
Verenigingsbezoeken (intake) Het aantal intakes in 2014 staat op
17, we moeten naar de 32.
Uitzetten besturen met een visie en sportief besturen
1 Besturen met een visie in Oisterwijk (5 verenigingen)
4 gezamenlijke trajecten met 3 andere bonden (5 verenigingen)
In november en december 4 trajecten Sportief Besturen,
Amstelveen, Groningen, Papendal en Soest
Bijwerken REGIS (administratiesysteem)
Deelname Week van de Scheidsrechter: aankondiging
spelregelcafé 30 november in Utrecht
25
2.
Topsport
Inleiding:
Door de subsidietoewijzing voor de dames en paratafeltennis blijft een full time programma mogelijk. Bij de
heren is ervoor gekozen te blijven investeren in de huidige lichting. De trainingssituatie wordt met name uit
de eigen bijdrage van de NTTB (contributie) bekostigd, waarbij het internationale programma volledig door
de sporters zelf gedragen moet worden. Hiervoor hebben de meeste sporters ondersteunende afspraken
met hun verenigingen getroffen.
Missie van de NTTB op Topsport (in aansluiting op de missie van NOC*NSF)
"Een structurele toename van het aantal professionele tafeltennissers en het presteren op
internationaal niveau, met als inzet het behalen en behouden van een positie bij de top-10 landen
van de wereld.”
Visie op Topsport binnen de NTTB
Binnen toptafeltennis gaat het om twee elementen: de topsporter en topsport. Voor de NTTB is een topsporter
iemand die professioneel met tafeltennis bezig is, en daar, sportief gezien, het maximale uit wil halen. We
kunnen topsport dan omschrijven als alles wat er voor nodig is om spelers en speelsters dat doel te laten
bereiken en het niveau te laten behouden. Het allerhoogste dat een toptafeltennisser kan bereiken is een
gouden medaille op de Olympische Spelen. Dit betekent dat de meetlat, in ieder geval voor een
Olympische sport als tafeltennis, internationaal wordt gelegd.
De meest eenvoudige reden voor de NTTB om te kiezen voor toptafeltennis is omdat het vastgelegd is in
de Statuten. Maar de NTTB kiest ook voor topsport, omdat topsport het gezicht van de NTTB naar buiten
is. De NTTB wil met Nederlandse spelers en speelsters meetellen in de internationale tafeltennissport.
Essentieel is daarbij, dat de sporters in potentie internationale prestaties kunnen behalen.
De sporter staat voor de NTTB centraal. De rol van de NTTB daarbij is het faciliteren van het
trainergestuurde opleidingstraject van de sporters, die de keuze voor topsport maken. Binnen het
opleidingstraject staat de vereniging aan de basis, in het verlengde volgen de afdelingen.
De NTTB is aangesloten bij de internationaal overkoepelende organisaties ETTU en ITTF. Dit betekent dat
de NTTB de verplichting heeft invulling te geven aan topsportaspecten, zoals inschrijving voor
internationale evenementen.
Bij “planning 2014” wordt verwezen naar de jaarplanner Topsport van de NTTB. De uitgebreide jaarplanner
met alle details is op aanvraag beschikbaar bij de Afdeling Topsport van het Bondsbureau.
2.1
Doelstelling
[Prestatie]
Realisering
Evaluatie
Budget
Presteren dames
- WK teams (Top-8)
- EK (Top-4)
- ITTF World Tour toernooien
De Directeur Tafeltennis gaat samen met de damesbondscoach de
speerpunten en de invulling van de activiteiten in het jaarprogramma inpassen.
De hierboven geformuleerde doelen bepalen de periodisering. De details van
de activiteiten zijn in de jaarplanner terug te vinden. De inhoudelijke
trainingswerkzaamheden, die bij het damesteam individueel zijn, worden door
de damesbondscoach gecoördineerd. De Directeur Tafeltennis houdt hier
toezicht op en heeft wekelijks meerdere keren contact met de
damesbondscoach.
Een grote evaluatie volgt na het seizoen, na ieder toernooi is er een kort
evaluatiemoment.
Uitgaven: € 297.100
NTTB bijdrage uit contributie voor topsport: € 0
Subsidies: € 297.100
26
Personele inzet
Planning 2014
Update per
30-9-2014
2.2
Doelstelling
[Prestatie]
Realisering
Evaluatie
Budget
Personele inzet
Planning 2014
Update per
30-9-2014
2.3
Doelstelling
[Proces]
Realisering
Evaluatie
Middelen vanuit de subsidies van NOC*NSF voor topsport voor 2014
Damesbondscoach, Talentcoach dames, paramedische staf, medewerker
Topsport, Directeur Tafeltennis
Zie uitgebreide jaarplanner NTTB waarin alle activiteiten zijn geperiodiseerd.
De internationale toernooien en activiteiten zijn volgens de planning
e
uitgevoerd.. Speerpunt in het 3 kwartaal was de EK in Portugal. Zoals van
tevoren met de damesbondscoach, de Technisch Directeur en NOC*NSF
afgestemd wilden wij Britt Eerland en Jie Li deze EK in een dragende rol laten
spelen. Met het behalen van de ¼-finale, het verslaan van Luxemburg, Rusland
e
en Roemenië is uiteindelijk een sterke 6 plaats behaald. Britt en Jie hebben dit
e
uitstekend opgepakt en een zeer goed toernooi gespeeld. Door de 6 plaats is
ook de kwalificatie voor de Europese Spelen behaald.
Presteren heren
- WK-team (deelname moet in verband met de ontwikkelingen van de
sporters worden overwogen. Anders wordt het budget voor andere
activiteiten gebruikt.)
- EK-team
- Bezoeken van ITTF-Euro-Afrika toernooien en m.n. onder 21
toernooien van de World Tour om internationale meetmomenten te
creëren en in de wereldranglijst te kunnen stijgen (deelname op eigen
kosten)
De Directeur Tafeltennis gaat samen met de herenbondscoach de speerpunten
en de invulling van de activiteiten in het jaarprogramma inpassen. De hierboven
geformuleerde doelen bepalen de periodisering.
De details van de uitwerking van de activiteiten zijn in de jaarplanner terug te
vinden. De inhoudelijke trainingswerkzaamheden, die bij het herenteam
individueel zijn, worden door de herenbondscoach gecoördineerd. De Directeur
Tafeltennis houdt hier toezicht op en heeft wekelijks meerdere keren contact
met de herenbondscoach.
Een grote evaluatie volgt na het seizoen. Na ieder toernooi is er een kort
evaluatiemoment.
Uitgaven: € 29.700
NTTB bijdrage uit contributie voor topsport: € 29.700
Subsidies: € 0
Herenbondscoach, Talentcoach heren, paramedische staf, medewerker
Topsport, Directeur Tafeltennis
Zie uitgebreide jaarplanner NTTB waarin alle activiteiten zijn geperiodiseerd.
De heren hebben deels op eigen kosten deelgenomen aan diverse toernooien.
Door de bijdrage vanuit de Bondsraad was het voor de heren mogelijk om deel
te nemen aan de EK in Portugal. Door de afwezigheid in de laatste jaren
e
moesten zij in de 3 (standaard) categorie starten. Jiao was voor het eerst als
coach van ons herenteam actief. Zij begeleidt en traint de heren al vanaf het
najaar 2012. In de poule wonnen onze heren alle wedstrijden maar wisten in de
cruciale wedstrijd veel matchpoints niet te verzilveren. De promotie is dus niet
gelukt en zal voor 2015 doel blijven.
Full time programma heren OTT (Olympic Talent Team) voor vijf sporters.
De Directeur Tafeltennis gaat samen met de herenbondscoach en de
talentcoach de speerpunten en de invulling van de activiteiten in het
jaarprogramma inpassen.
De details van de uitwerking van de activiteiten zijn in de jaarplanner terug te
vinden. De inhoudelijke trainingswerkzaamheden, die bij het Olympic Talent
Team individueel zijn, worden door de herenbondscoach en de talentcoach
gecoördineerd. De Directeur Tafeltennis houdt hier toezicht op en heeft
wekelijks contact met de betrokken trainers.
Een grote evaluatie volgt na het seizoen. Na ieder toernooi is er een kort
27
Budget
Personele inzet
Planning 2014
Update per
30-9-2014
2.4
Doelstelling
[Proces]
Realisering
Evaluatie
Budget
Personele inzet
Planning 2014
Update per
30-9-2014
2.5
Doelstelling
[Prestatie]
Realisering
Evaluatie
Budget
Personele inzet
Planning 2014
evaluatiemoment.
Uitgaven: € 38.200
NTTB bijdrage uit contributie voor topsport: € 38.200
Subsidies: € 0
Talentcoach heren, paramedische staf, medewerker Topsport, Directeur
Tafeltennis
Zie uitgebreide jaarplanner NTTB waarin alle activiteiten zijn geperiodiseerd.
Martin Khatchanov is inmiddels ook naar Papendal verhuist en volgt het full
time programma. Hierdoor wordt de trainingsgroep op het CTO Papendal naast
twee fulltime sparringpartners verder uitgebreid naar vijf sporters.
Full time programma dames OTT (Olympic Talent Team) met drie speelsters.
De Directeur Tafeltennis gaat samen met de talentcoach dames de
speerpunten en de invulling van de activiteiten in het jaarprogramma inpassen.
De details van de uitwerking van de activiteiten zijn in de jaarplanner terug te
vinden. De inhoudelijke trainingswerkzaamheden, die individueel zijn, worden
door de talentcoach dames gecoördineerd. De Directeur Tafeltennis houdt hier
toezicht op en heeft wekelijks meerdere keren contact met de betrokken
trainers.
Een grote evaluatie volgt na het seizoen. Na ieder toernooi is er een kort
evaluatiemoment.
Uitgaven: € 39.631
NTTB bijdrage uit contributie voor topsport: € 17.731
Subsidies: € 21.900
Middelen vanuit de subsidies van NOC*NSF voor topsport voor 2014.
Damesbondscoach, Talentcoach dames, paramedische staf, medewerker
Topsport, Directeur Tafeltennis
Zie uitgebreide jaarplanner NTTB waarin alle activiteiten zijn geperiodiseerd.
Rianne van Duin is bij de dames aangeschoven. Onze talentcoach Marcel Kraa
is bezig om nieuwe speelsters uit de komende lichtingen te benaderen om
intensiever te gaan trainen en het programma op Papendal te volgen.
•
Paratafeltennis sporters tijdens WK 2 medailles (dames klasse 7, heren
klasse 7)
De Directeur Tafeltennis gaat samen met de bondscoaches voor paratafeltennis de speerpunten en de invulling van de activiteiten in het
jaarprogramma inpassen. De hierboven geformuleerde doelen bepalen de
periodisering.
De details van de uitwerking van de activiteiten zijn in de jaarplanner terug te
vinden. De inhoudelijke trainingswerkzaamheden, die bij parasporters
individueel zijn, worden door de hoofdbondscoach gecoördineerd. De Directeur
Tafeltennis houdt hier toezicht op en heeft wekelijks meerdere keren contact
met de betrokken trainers.
Ook de activiteiten van talentherkenning en talentontwikkeling zijn hierin
opgenomen.
Een grote evaluatie volgt na het seizoen. Na ieder toernooi is er een kort
evaluatiemoment.
Uitgaven: € 252.810
NTTB bijdrage uit contributie voor topsport: € 34.120
Subsidies: € 218.690
Middelen vanuit de subsidie van NOC*NSF voor parasporters
Bondscoaches parasporters, paramedische staf, medewerker Topsport,
Directeur Tafeltennis
Zie uitgebreide jaarplanner NTTB waarin alle activiteiten zijn geperiodiseerd.
28
Update per
30-9-2014
2.6
Doelstelling
[Prestatie]
Realisering
Evaluatie
Budget
Personele inzet
Planning 2014
Update per
30-9-2014
2.7
Doelstelling
[Proces]
e
Het 3 kwartaal stond in het teken van de WK Paratafeltennis in China. Kelly
van Zon prolongeerde haar titel in klasse 7 en Jean Paul Montanus wist voor
het eerst een mondiale medaille te winnen. Hij veroverde brons in klasse 7 bij
de heren.
EJK
Presteren tijdens de Europese Jeugdkampioenschappen
e
• Jongens junioren – team: handhaven 1 categorie; individueel toernooi:
enkel laatste 16, dubbel/mixed: ¼ finale
e
• Meisjes junioren – team: handhaven 1 categorie; individueel toernooi:
enkel: ¼ finale, dubbel/mixed: ½ finale
e
• Jongens cadetten – team: promoveren naar 1 categorie; individueel:
e
enkel: 3 ronde, dubbel/mixed: laatste 16
e
e
• Meisjes cadetten – team: promoveren naar 1 categorie; enkel: 3
ronde, dubbel/mixed: laatste 16
De Talentcoaches gaat samen met de ander bondscoaches (jongens cadetten
en meisjes cadetten) de speerpunten en de invulling van de activiteiten in het
jaarprogramma inpassen. De hierboven geformuleerde doelen bepalen de
periodisering.
Alle (inter)nationale jeugdactiviteiten zijn in de planning verwerkt.
Een grote evaluatie volgt na afloop van het seizoen. Na belangrijke toernooien
zijn er korte evaluatiemomenten.
Uitgaven: € 202.200
NTTB bijdrage uit contributie voor topsport: € 166.800
Subsidies: € 33.250
Eigen bijdrage: € 2.150
Middelen vanuit de subsidies van NOC*NSF voor damestopsport voor 2014.
Talentcoaches, cadettencoaches, medewerker Topsport, Directeur Tafeltennis
Zie uitgebreide jaarplanner NTTB waarin alle activiteiten zijn geperiodiseerd,
Vindt weer plaats in het 3e kwartaal van 2015.
Talentontwikkeling, talentherkenning en nieuw beleid onder 13
Talentontwikkeling (TO)
De details van de uitwerking van de activiteiten zijn in de jaarplanner terug te
vinden. De inhoudelijke trainingswerkzaamheden, die bij de vier jeugdteams
individueel kunnen zijn, worden door de Talentcoaches gecoördineerd. De
Directeur Tafeltennis houdt hier toezicht op en heeft wekelijks contact met de
talentcoaches.
Talentherkenning (TH)
De TH gebeurt in de verenigingen en afdelingen. De NTTB organiseert
meerdere keren per jaar scoutingdagen en een reeks aan landelijke toernooien.
Via de jeugdranglijst worden de prestaties in beeld gebracht.
In de inmiddels 6 RTC’s (RTC – Regionaal Training Centrum) worden de
grootste talenten individueel opgevoed en begeleid. Dit gebeurt onder de
leiding en coördinatie van een Talentcoach van de NTTB.
Door de financiële beperkingen moest een aantal keuzes worden gemaakt om
met het ‘onder 13 beleid’ en het opstarten van de RTC’s te kunnen beginnen.
O.a. is de ondersteuning voor de 8 regionale bondstrainingen vanaf de zomer
2013 stop gezet en de Talentgroep is opgeheven.
Op alle opleidingsplaatsen
talentvolgsysteem toegepast.
wordt
het
NTTB-opleidingsplan
en
het
De NTTB selecteert sporters onder de 13 jaar voor Europese toernooien. Ook
29
neemt de NTTB jaarlijks deel aan de Euro Mini Champs in Frankrijk.
Organiseren van diverse activiteiten voor talentherkenning. Hieronder vallen
onder andere de landelijke (jeugd)toernooien, de competitie, de NTTB
Jeugdcup en de Dag van het Talent.
Realisering
Evaluatie
Budget
Personele inzet
Planning 2014
Update per
30-9-2014
2.8
Doelstelling
[Proces]
Realisering
Evaluatie
Budget
Talentherkenning – Verenigingen
- Ondersteunen van schoolprojecten (LOOT)
- Samenwerking met verenigingen op projectbasis (RTC)
Samenwerking met verenigingen voor diverse trainingen (afspraken over het
gebruik van spelers voor sparring, o.a. voor dames, heren, jeugd, RTC’s en
paratafeltennis)
De Talentcoach gaat samen met de verantwoordelijke trainers de speerpunten
en de invulling van de activiteiten in het jaarprogramma inpassen. De hierboven
geformuleerde doelen bepalen de activiteiten van de NTTB.
De details van de uitwerking van de activiteiten zijn in de jaarplanner terug te
vinden. De inhoudelijke trainingswerkzaamheden, die RTC-groep gericht zijn,
worden door de Talentcoach gecoördineerd. De Directeur Tafeltennis houdt
hier toezicht op en heeft wekelijks contact.
De Talentcoach gaat samen met de verantwoordelijke trainers de speerpunten
en de invulling van de activiteiten afspreken.
Een grote evaluatie volgt na het seizoen. Tussentijdse evaluatiemomenten
worden naar behoefte ingelast.
Uitgaven: € 105.100
NTTB bijdrage uit contributie voor topsport: € 41.340
NTTB bijdrage ‘€ 1,50’: € 45.750
Subsidies: € 14.650
Ondersteuning Jonit: € 1.000
Eigen bijdrage: € 2.000
Middelen vanuit de subsidies van NOC*NSF voor damestopsport voor 2014.
Talentcoaches, medewerker Topsport, verantwoordelijke trainer NTTB
Beloftenteam, RTC-trainers, stagiair, Directeur Tafeltennis
Zie uitgebreide jaarplanner NTTB waarin alle activiteiten zijn geperiodiseerd.
De RTC’s zijn goed en volgens de planning in dit jaar gestart. Met Amsterdam,
onder de leiding van Yana Timina, is weer een nieuw RTC erkend. De stages
voor de RTC-sporters en -trainers worden met veel expertise gevuld, op fysiek
en mentaal vlak zijn hiervoor experts ingehuurd.
Op 30 maart heeft een ouderbijeenkomst plaats gevonden om de ervaringen uit
te wisselen. De uitkomst zal mee worden genomen in het verder ontwikkelen
van de plannen voor volgend seizoen en de verdere toekomst.
Het RTC Oost is inmiddels uitgebreid naar 3 sporters. Ook zijn er gesprekken
om in Zuidwest en West een nieuwe RTC op te richten.
Medisch verantwoord topsporten
De Directeur Tafeltennis en de bondscoaches gaan samen met de medische
staf de speerpunten en de invulling van de activiteiten afspreken (o.a.
topsportkeuringen en paramedische begeleiding).
Ook via het CTO Papendal (Centrum voor Topsport en Onderwijs) worden
medische voorzieningen voor het wekelijkse programma beschikbaar gesteld.
Hieronder vallen topsportkeuring, fysiotherapie, massage, sportarts en de
fysieke trainer. Soms moet dit worden aangevuld.
Voor internationale toernooien (alleen parasport), EJK, EK en WK’s huurt de
NTTB vaste relaties voor de paramedische begeleiding in.
Een evaluatie volgt na het seizoen. Tussentijdse evaluatiemomenten worden na
de grotere toernooien ingelast.
Uitgaven: € 17.000
NTTB bijdrage uit contributie voor topsport: € 5.000
30
Subsidies: € 12.000
Personele inzet
Planning 2014
Update per
30-9-2014
2.9
Doelstelling
[Proces]
Realisering
Evaluatie
Budget
Personele inzet
Planning 2014
Update per
30-9-2014
Middelen vanuit de subsidies van NOC*NSF voor damestopsport en paratopsport voor 2014.
(* De bedragen zijn al in de bovenstaande begrotingen verwerkt!)
CTO staf Papendal, SMCP staf Papendal, bondsarts, fysiotherapeuten,
masseur, paramedische begeleiding, medewerker topsport.
- Paramedische begeleiding bij WK, EK, EJK en para-toernooien
- Topsportkeuringen voor alle selectieleden
- Paramedische begeleiding van de selectieleden en trainingen op
Papendal (via CTO en SMCP)
- Actief anti-dopingbeleid uitvoeren
Via het SMCP (Sport Medisch Centrum Papendal) worden de sportkeuringen
en de begeleiding van de sporters (massages, fysiotherapie en fysieke
trainingen) volgens de planning en het weekschema hiervoor verzorgd.
Topsport algemeen
De Directeur Tafeltennis gaat samen met het Hoofdbestuurslid Topsport het
meerjarenbeleid van de NTTB op het gebied van topsport uitvoeren.
Samen met de algemeen directeur wordt de organisatorische structuur
(Bondsbureau) aangestuurd.
Door de taakverandering en uitbreiding bij de Directeur Tafeltennis, hebben
veranderingen in het takenpakket plaats gevonden. Twee trainers verzorgen de
organisatorische ondersteuning en de Talentcoaches hebben taken voor het
jeugdtafeltennis van de Directeur Tafeltennis over genomen.
Evaluatie volgt tijdens de functioneringsgesprekken.
Uitgaven: € 13.300
NTTB bijdrage uit contributie voor topsport: € 13.300
Subsidies: € 0
Middelen vanuit de subsidies van NOC*NSF voor damestopsport en voor
paratafeltennis voor 2014.
(* De personele kosten van € 85.000 voor de medewerker Topsport en
Directeur Tafeltennis zijn hier niet apart opgevoerd en zijn al in de budgetten
verwerkt!)
Medewerker Topsport, Directeur Tafeltennis
• Meerjarenbeleidsplan Topsport (uitwerken van activiteiten 2011-2016)
• TVS (talentvolgsysteem) verder ontwikkelen, introduceren en
toepassen op het Nationale Talentvolgsysteem van NOC*NSF
• MOP (Meerjaren Opleidings Plan) onderhouden
• Werkgroep innovatie (bij het Hoofdbestuur) begeleiden
• Twee trainersbijeenkomsten houden
• Administratie, planning en organisatie topsport
• Preventie SI (seksuele intimidatie) toepassen
• Kader bijscholingen organiseren (individueel)
• Functioneringsgesprekken met het hele topsportkader houden
In het kader van het HR-traject zijn met alle coaches die een groter
dienstverband hebben ontwikkelgesprekken gestart. Dit ter aanvulling op de
functionerings- en beoordelingsgesprekken.
Door de invoering van de coördinator technische zaken zijn veel uitvoerende
werkzaamheden van de Technisch Directeur overgedragen. Marcel Kraa heeft
hiervoor een uitbreiding van taken gekregen. Ook Johan Lieftink heeft
werkzaamheden rond de organisatie op Papendal (kleding, zaalbezetting) voor
zijn rekening genomen.
31
3.
Wedstrijdzaken
Inleiding
Een van de belangrijkste peilers voor Wedstrijdzaken uit het MJBP 2010-2016 is de vernieuwing van de
Eredivisie. In juni 2013 is de vernieuwde opzet van de Eredivisie door de Bondsraad aangenomen en in het
najaar van 2013 van start gegaan. 2014 zal in teken staan van evalueren en verder verbeteren van de
Eredivisie richting het seizoen 2014/2015. Daarnaast zullen de eerste stappen worden gemaakt bij de
clubs door gefaseerd de kwaliteitscriteria in te voeren.
Zoals elk jaar zal ook in 2014 de landelijke competitie worden georganiseerd. Door bestuurlijke perikelen in
2013 zijn er echter geen stappen gemaakt op het gebied van aangepast en/of alternatief competitieaanbod
op afdelingsniveau. Deze doelstelling zal dan ook voor 2014 blijven staan.
Aan het eind van 2013 werkt inmiddels meer dan de helft van de toernooiorganisaties met de software van
Toernooi.nl. Deze toernooisoftware wordt inmiddels ook standaard in een module aangeboden in de
toernooileidersopleidingen. In 2014 gaan we de dekkingsgraad van het aantal organisaties dat werkt met
Toernooi.nl verder verhogen.
Speciale aandacht is er in 2014 voor de jeugdranglijsttoernooien. Met een nieuw spelsysteem en opzetten
van een circuitvorm wordt geprobeerd de dalende deelnemersaantallen weer te laten groeien. De eerste
signalen daarvan eind 2013 zijn positief. In 2014 zal uitgebreid worden geëvalueerd en zullen waar nodig
aanpassingen worden gemaakt.
Voor enkele bestaande en nieuwe toernooien zal in 2014 een nieuwe organisatie en locatie moeten
worden gevonden. De regie daarvan ligt bij de Coördinator Wedstrijdzaken.
Het sponsorcontract met TIBHAR is in 2013 verlengd. Daaraan gekoppeld heeft de NTTB met ingang van
het seizoen 2013/2014 nieuwe materialen gekregen voor de toernooien en is de NTTB gekoppeld aan een
andere logistieke partner, namelijk het Belgische Table Tennis Logistics. Deze samenwerking zal zijn
eerste volle jaar ingaan en tussendoor worden geëvalueerd.
3.1 Verhogen niveau Eredivisie
Doelstelling
Vernieuwde Eredivisie na eerste seizoen evalueren en verder verbeteren en de
clubs een kwaliteitsimpuls geven
Realisering
Door diverse overleggen en diverse acties door het Team Wedstrijdzaken,
Directeur Tafeltennis, Werkgroep Eredivisie i.s.m. de Werkgroep Eredivisieclubs.
Kwaliteitsimpuls geven aan de clubs door beschikbaar stellen showcourt, rode
vloer en boarding.
Evaluatie
Rapportage zal plaatsvinden aan het Hoofdbestuur
Budget
Uitgaven: € 48.500, waarvan:
Vergaderingen e.d.: € 3.000
Kwaliteitsimpuls: € 45.500
Inkomsten:
Contributies: € 48.500
Personele inzet
Werkgroep Eredivisie, Werkgroep Eredivisieclubs, Directeur Tafeltennis, Media &
Communicatie, Marketing en Team Wedstrijdzaken
Planning 2014
• Evaluatie nieuwe opzet en eventuele aanpassingen doorvoeren voor
seizoen 2014/2015
• Kwaliteitscriteria clubs verder uitwerken en implementeren
Update per
Nav de vergadering met de Eredivisieclubs op 30 juni is geconcludeerd dat er te
30-9-2014
weinig draagvlak is bij de clubs voor de uitrol van de plannen ter verhoging van het
niveau van de Eredivisie. Besloten is om het vizier te gaan richten op het
versterken van de topevenementen en geen verdere stappen te zetten in dit traject.
3.2 Competities
Doelstelling
Realisering
Voldoende en kwalitatief hoogwaardig aanbod leveren van competitiewedstrijden
op landelijk niveau. N.a.v. onderzoek nieuw of aangepast competitieaanbod
ontwikkelen.
De competitieleiders zetten vakkundig, aan de hand van de teaminschrijvingen, de
32
Evaluatie
Budget
Personele inzet
Planning 2014
• jan & sep
•
juni & dec
• jan – dec
• jan – dec
Update per
30-9-2014
landelijke competities in elkaar voor zowel dames als heren en voor de jeugd voor
zowel meisjes en jongens. Op landelijk niveau is dat als volgt:
e
e
e
de Eredivisie, de seniorencompetitie (1 , 2 en 3 divisie) en de landelijke
jeugdcompetitie (Kampioenspoule, Landelijk A t/m C) .
De competitieleiding zal de verschillende competities evalueren. Rapportage zal
plaatsvinden aan de hand van het overleg met de landelijke en
afdelingscompetitieleiders.
Uitgaven: € 22.000
Inkomsten:
Vergoedingen competities: € 4.000
Contributies: € 18.000
Landelijke competitieleiders, medewerker Media & Communicatie en Coördinator
Wedstrijdzaken
•
•
•
•
•
•
Periodiek (2 keer per jaar) overleg tussen de landelijke competitieleiders
en de afdelingscompetitieleiders voor afstemming over de competitieindeling en de bijbehorende procedures
Periodiek (2 keer per jaar) overleg Werkgroep Eredivisie met Eredivisieverenigingen
Overleg competitieleiders en medewerkers Bondsbureau
N.a.v. onderzoek nieuw of aangepast competitieaanbod ontwikkelen
Het voorstel van de werkgroep damescompetitie is met het
verantwoordelijke HB-lid en de HCL besproken. Dit heeft nog niet geleid tot
e
de door de werkgroep beoogde veranderingen. In het 4 kwartaal zal
hierover verder worden gesproken.
De Bondsraad heeft de opdracht gegeven om een competitiecongres te
organiseren voor de leden. Doel hiervan is de plus- en minpunten van de
huidige competitievorm in kaart te brengen en te komen tot een vernieuwd
en/of aanvullend aanbod. De datum voor dit congres is vastgesteld op 13
december.
3.3 Evenementen
Doelstelling
Werken naar een (nog) hoger niveau van landelijke toernooien d.m.v. ontwikkelen
van beleid, uitvoeren, sturen en bewaken.
Verdere professionalisering van de topevenementen en versterken van
toernooiorganisaties. Speerpunt daarbij is het verder implementeren van de
software van Toernooi.nl bij de N-evenementen.
Realisering
Met vakkundige hulp van vrijwilligers realiseren van de toernooien en
topevenementen die benoemd staan op de Evenementenagenda.
In verdere samenwerking met Communicatie/PR en Sport- en productontwikkeling
wordt er gewerkt aan verdere professionalisering van de evenementen en
zichtbaar maken van het NTTB-imago. De NTTB-uitstraling moet duidelijk naar
voren komen zodat er een vertrouwd gezicht gecreëerd wordt dat staat voor goede
en kwalitatief hoogwaardige evenementen waar de leden graag aan mee willen
doen en naar toe willen komen.
Aandacht voor de jeugdranglijsttoernooien.
Evaluatie
Team Wedstrijdzaken rapporteert aan het Hoofdbestuurslid Wedstrijdzaken over
de ontwikkelingen. Tevens vindt verslaglegging plaats via het jaarverslag.
Budget
Totale begroting voor toernooien: € 81.450
Inkomsten:
Contributies: 81.450
Totale begroting voor topevenementen: € 30.000
Inkomsten:
Contributies: € 30.000
De daadwerkelijke kosten liggen hoger, daar tegenover staan additionele
33
inkomsten
Personele inzet
Planning 2014
• jan – dec
• jan – dec
• jan – dec
• jan – dec
• jan – dec
• jan – dec
• jan – dec
• jan – dec
Update per
30-9-2014
Diverse vrijwilligers, organisaties van N- en O-evenementen, Team Wedstrijdzaken, Sport- en productontwikkeling, Media & Communicatie en Marketing
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
3.4 Ranglijsten
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Personele inzet
Planning 2014
• jan – dec
Update per
30-9-2014
Planning en realisatie van de toernooien en topevenementen
Evalueren van gerealiseerde toernooien en topevenementen
Verbeteren van het huidige aanbod
Jaarlijkse bijeenkomst met organisatoren N- en O-evenementen
Implementatie Toernooi.nl bij N-evenementen
Realisatie evenementen binnen de financiële begroting
Evalueren en verbeteren jeugdranglijsttoernooien
Organisaties en locaties koppelen aan evenementen
Het NK Paratafeltennis is toegewezen aan TTV Doing uit Zoetermeer
Assen zal ook in 2015 de NJM ½ finale organiseren
Arnhem heeft de organisatie van het NJK terug gegeven. De NTTB gaat
op zoek naar een nieuwe organisatie en locatie
Afdeling West neemt de organisatie van het A-Jeugdranglijsttoernooi van
Weert over. Het zal in maart 2015 worden gehouden in Den Haag
Met TTV Hilversum is overeenstemming bereikt over het verlengen van de
samenwerking rondom de Play-Off finales van de Eredivisie
De NTTB Beker krijgt vanaf dit seizoen een nieuwe opzet. Er komen 2
competities: een Final Four voor de 4 hoogst genoteerde Eredivisieteams
van de najaarscompetitie, genaamd de Eredivisiecup en een
bekertoernooi voor de andere landelijke divisies, die de naam NTTB Beker
blijft dragen. Beide toernooien zullen de Final Four afwerken op 21
december bij TTV De Kruiskamp’81 te ’s-Hertogenbosch
Scylla, Topsport Leiden en NTTB zijn een meerjarenplan overeen
gekomen om de Masters in Leiden voort te zetten en de komende jaren
naar een hoger niveau te tillen
Periodiek samenstellen en publiceren van de (landelijke) ranglijsten van spelers;
streven naar verbetering van de ranglijstsystematiek, om zo samen met de afdelingen in
een goede afstemming tot afspraken te komen.
Jaarlijks overleg met de ranglijstfunctionarissen; publicatie van de ranglijsten op de
website.
Rapportage via jaarverslag.
Uitgaven: zit in totaalbudget toernooien
3 tot 4 vrijwilligers
• Twee keer per jaar worden de seniorenranglijsten gepubliceerd. De
jeugdranglijsten-A en -B zullen 6 tot 8 keer per jaar gepubliceerd worden.
Ranglijsten zijn volgens afspraak gepubliceerd op de NTTB website
3.5 Spelerslicenties
Doelstelling
Beheren van de spelerslicenties van zowel dames als heren. Streven naar verbetering
van de licentiesystematiek, om zo ook samen met de afdelingen in een goede
afstemming tot afspraken te komen met betrekking tot het laten slagen van de invoer
van NAS.
Realisering
Tenminste jaarlijks overleg met de licentiefunctionarissen, tijdige beschikbaarstelling
van de licenties en deze publiceren. Input geven aan de vereiste functionaliteit van de
NAS licentiemodule.
Evaluatie
Rapportage via jaarverslag
Budget
Uitgaven: zit in totaalbudget toernooien
Personele inzet
Landelijke en afdelingslicentiefunctionarissen, Coördinator Wedstrijdzaken
Planning 2014
Continu proces van maandelijks bijwerken en publiceren.
• jan - dec
34
Update per
30-06-2014
Geen bijzonderheden
3.6 Materiaalbeheer
Doelstelling
Samenwerking en afspraken met Table Tennis Logistics optimaliseren en evalueren.
Huurders begeleiden bij veranderingen
Realisering
Door het jaar in nauw overleg met Table Tennis Logistics en toernooiorganisaties het
proces van huur, opslag en vervoer begeleiden. Op diverse momenten in 2014
evalueren
Evaluatie
Continu
Budget
Uitgaven: € 26.000
Inkomsten Contributies: € 26.000
Personele inzet
Coördinator Wedstrijdzaken, toernooiorganisaties
Planning 2014
• jan – jul
• In overleg met Table Tennis Logitics de huurders optimaal bedienen
• jan – dec
• Evaluatie samenwerking
Update per
• Na het faillissement van TTL zijn NTTB en Posno Sport tot een overeenkomst
30-9-2014
gekomen over de opslag, vervoer en verhuur van de NTTB materialen voor de
komende 3 seizoenen (t/m einde lopend contract met TIBHAR)
• Posno Sport levert materialen op alle N-evenementen en heeft van TIBHAR de
rechten verworven om invulling te geven aan de stands op diezelfde toernooien
3.7 Scheidsrechters
Doelstelling
Reguliere taken uitvoeren; beoordelen van scheidsrechters conform het nieuwe
beoordelingssysteem; een regelmatige vorm van publicaties betreffende
"scheidsrechters" via allerhande kanalen; werken met het PPS-systeem.
Realisering
Evaluatie
De onderdelen werving en behoud vallen onder Opleidingen, hoofdstuk 4.
Continuering van de wens om minimaal 90% van de wedstrijden in Ere- en eerste
divisie te gaan 'bezetten'.
Evaluatie conform van tevoren vastgesteld tijdspad
Budget
Uitgaven: € 51.220
Inkomsten: Bijdragen: € 51.220
Personele inzet
Planning 2014
• jan – dec
• jan – dec
Update per
30-9-2014
Vrijwilligers van de Scheidsrechterscommissie
• Uitvoering van reguliere taken
• Uitvoering werving nieuwe scheidsrechters
e
Geen bijzonderheden in het 3 kwartaal
3.8 Beheer Evenementenagenda (en faciliteiten)
Doelstelling
Vaststelling van de Evenementenagenda door alle betroken partijen en het doorvoeren
van mutaties conform vastgestelde procedures; het jaarlijks opstellen van de
Evenementenagenda; laten goedkeuren door alle betrokken partijen en het actualiseren
van de agenda volgens afgesproken procedures; bovendien het zorg dragen voor
publicaties en de wijzigingen tijdens het seizoen.
Realisering
Het jaarlijks opstellen van de Evenementenagenda en deze bespreken en vaststellen
met/door alle betrokken partijen. Actualiseren van de agenda vindt plaats volgens
afgesproken procedures. De Evenementenagenda wordt op de website gepubliceerd,
evenals mutaties daarop.
Budget
Onderdeel van toernooien
Evaluatie
In het jaarlijkse overleg wordt het verloop van het afgelopen jaar geëvalueerd.
Personele inzet
Coördinator Wedstrijdzaken en agendacommissie
Planning 2013
• jan
• Concept bespreken
• feb
• Verspreiding concept-agenda naar de afdelingen
• 1 jul
• Publicatie definitieve agenda
• jan – dec
• Beheer Evenementenagenda
35
Update per
30-9-2014
4.
e
Geen bijzonderheden in het 3 kwartaal
Opleidingen
Inleiding:
NTTB opleidingen heeft de afgelopen jaren (2007-2013) een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt.
Nadat de trainersopleidingen geheel gemoderniseerd zijn en daarmee aansluiten bij de landelijke
Kwalificatie Structuur Sport, begonnen we aan de volgende klus die al langer moest wachten dan de
achterban wilde: het opzetten van de opleidingen tot toernooileider. In 2012-2013 werden succesvol TL2
opleidingen gehouden. Inmiddels is in 2013 de niveau 3 opleiding in pilot van start gegaan. De niveau 4
opleiding toernooileider is al weer in grote lijnen op papier gezet. Een mooie prestatie van onze
professionele vrijwilligers en onze Bondsbureau professionals.
Nog voordat het ontwikkelen van alle opleidingen tot toernooileider volledig is afgerond, krijgen we ook –
geheel volgens meerjarenbeleid – het opleiden van scheidsrechters onder onze hoede. Mede dankzij
tijdelijke financiële middelen uit het VWS programma ‘Naar een veiliger sportklimaat’ is daar in 2013 een
start mee gemaakt. Daarmee is het sporttechnische opleidingshuis van de Nederlandse Tafeltennisbond
compleet en bieden we gecoördineerd vanuit het Bondsbureau opleidingen aan voor het vak trainer,
toernooileider en scheidsrechter. Uiteraard hoort die kennis ook up-to-date te blijven, vandaar dat er ook
een bijscholingsbeleid bij hoort. Voor trainers is dit al operationeel.
Een dermate breed aanbod vraagt om een goede coördinatie en voortdurende bewaking van de kwaliteit.
Al wat nieuw is verdient een goede evaluatie en doorontwikkeling. Geen enkel kind kan gelijk lopen, het zal
zich langzaamaan oprichten en de eerste stappen zetten. Willen we inderdaad het meerjarendoel “alle
opleidingen onder één vlag” realiseren, dan lukt dat niet zonder begeleiding op het Bondsbureau. De
huidige bezetting is daartoe niet toereikend.
Voldoende gekwalificeerd kader bij onze verenigingen en op onze toernooien is essentieel voor het
voortbestaan van de tafeltennissport. Alleen met inzet van kader kan een sport groeien, in de breedte, in
de wedstrijdsport, in de top. Om dat te bereiken hebben we vereende krachten nodig, bij onze
verenigingen, op het bondsbureau, bij onze vrijwilligers en bij onze partners zoals de VVTT en de
Academie voor Sportkader. Samen willen we het belang van goede trainers, scheidsrechters en
toernooiorganisatoren gemeengoed maken.
Voor 2014 ligt de focus op het borgen van de kwaliteit van onze opleidingen op het Bondsbureau en het
versterken van de interne organisatie en externe verbanden. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat (in 2016
e.v.) elke wedstrijd een competente trainer, coach, scheidsrechter en/of toernooileider heeft.
Voor de trainersopleidingen ligt de nadruk op het werven van deelnemers. We blijven sleutelen aan de
inhoud om deze het beste aan te laten sluiten bij wat onze verenigingen nodig hebben. Voor het opleiden
van toernooileiders ligt de focus op het aanbieden van de eerste reguliere TL3 opleiding (afdelingsniveau)
en het afronden van de lesstof voor niveau 4 met de mogelijkheid deze eind 2014 in pilotvorm aan te
bieden.
Echter, de grootste inspanning vanuit opleidingen zal moeten gaan naar het werven en opleiden van
scheidsrechters. Hiertoe is in 2013 een Plan van Aanpak tot 2016 e.v. opgesteld. Het programma ‘Naar
een veiliger sportklimaat’, door de NTTB omgedoopt tot ‘Thuis in tafeltennis’, heeft als primair doel het
vergroten van de spelregelkennis vanuit de breedtesport. NTTB Opleidingen geeft in nauwe samenwerking
met de SRC taakgroep Opleidingen vorm en inhoud aan de benodigde materialen en
communicatiemiddelen die horen bij de SR1 t/m 4. De niveau 5 opleiding wordt door de ITTF
georganiseerd.
Uiteraard zal ook in 2014 weer een aantal NTTB-opleidingen door NOC*NSF geauditeerd worden. Doel
hiervan is om te kijken of onze toetsing voldoet aan de afspraken die daarover gemaakt zijn binnen de
Kwalificatie Structuur Sport (KSS). In 2014 is niveau 3 aan de beurt.
Het beleid voor 2014 is hieronder op hoofdlijnen weergegeven. Voor een meer gedetailleerde inhoud en
fasering, verwijzen we naar protocollen en profielen die terug te vinden zijn op onze website.
36
4.0 Algemeen
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Personele inzet
Update per
30-9-2014
Beleid op werving en behoud gekwalificeerd kader bij alle verenigingen en
met name die met jeugd.
Bemensing afdeling Sport- en productontwikkeling, onderdeel opleidingen.
Voldoende vrijwilligers in het land om opleidingsaanbod gestalte te geven.
Bewaking kwaliteit opleidingen o.a. door aansluiting bij de KSS (audits), ook
voor toernooileiders- en scheidsrechtersopleidingen.
Voldoende professionals en vrijwilligers, voldoende financiële middelen om
doelstellingen te halen.
Analyse deelnemers en percentage geslaagden
Aansluiten bij monitoring landelijk programma VSK.
Vaste kosten: € 87.150
Inkomsten uit contributies: € 19.350
Ontwikkelen materialen: € 5.000
Bijdrage Naar een veiliger sportklimaat: PM
Hoofd Sport- en productontwikkeling, Coördinator Opleidingen, Medewerker
Opleidingen, projectleider VSK
Coördinator Opleidingen heeft de taken van Hoofd Opleidingen overgenomen
per 1-9-2014 en is derhalve het nieuwe Hoofd Opleidingen.
4.1 Trainersopleidingen
Doelstelling
Minimaal 50 opgeleide trainers (TT2, TT3 en TT4) per jaar.
Behoud van actieve trainers en begeleiders (900 licenties).
Aansluiting van alle kaderopleidingen bij onderdelen Thuis in Tafeltennis.
Realisering
Uitvoer opleidingen tot tafeltennistrainers volgens jaarplan 2014.
Gestelde aantallen 2014:
TT1 wordt vanuit de NTTB lokaal, op verzoek, aangeboden: 25 deelnemers.
TT2 50 deelnemers, 40 geslaagden.
TT3 20 deelnemers 10 geslaagden
TT4 deelname NOC*NSF opleiding: 3 à 4 personen.
Gebruik ELO ter ondersteuning van docent, begeleiders en deelnemers.
Versterken team docenten en beoordelaars.
Aanpassen niveau 2 en 3 volgens modulair systeem en ontwikkelingen op
gebied van toernooien en scheidsrechters.
Aanbieden van de trainersmodules WOB en Table Stars als bijscholing.
Publicatie licentielijst 1 juli 2014.
Evaluatie
Aantallen deelnemers.
Aantallen geslaagden.
Evaluatieformulier per opleiding.
Via College van Voorzitters wordt elke afdeling geïnformeerd over de actuele
stand van zaken m.b.t. deelnemers aan de opleidingen.
Budget
Vaste kosten: € 26.200 (+ budget punt 4.0)
Inkomsten uit:
Output subsidie NOC*NSF: € 10.500
Inschrijfgelden: € 11.500
Contributies: € 0
Personele inzet
Coördinator Opleidingen, medewerker Opleidingen
Planning 2014
• eerste helft
• Opstellen roosters opleidingen die in het najaar starten
• Begeleiden PvB’s deelnemers opleidingen 2013
• Definitief vastleggen niveau 2 en 3 volgens nieuwe KSS
• Ontwikkelen certificaten per module TT3
• Definitieve vaststelling outputfinanciering 2013
• Promotie opleidingen TT2 en TT3 in samenwerking met afdelingen
• Publicatie licentielijst 1 juli 2014
•
Tweede helft
•
•
•
Start opleidingen TT2, TT3, TT4
Aanvragen outputfinanciering 2014
Verlengen contract ELO
37
Update per
30-9-2014
• Begeleiden deelnemers TT2, TT3, TT4
Voor het najaar 2014 zijn twee opleidingen TT3 gestart (Hattem en Den
Bosch, totaal 30 deelnemers). De inschrijvingen voor TT2 opleidingen lopen
nog stroef, maar verwachting is dat er na kort uitstel 3 door kunnen gaan in
november. Voor de TT4 is er één deelnemer. De spelregelmodule (SR1) is
onderdeel van de TT2 en TT3 opleidingen.
Een aantal kandidaten wordt nog begeleid om hun PvB’s te halen
4.2 Toernooileidersopleidingen
Doelstelling
(Door)ontwikkelen opleidingen tot Toernooileider. Aanbieden TL2 en TL3 en
afronden ontwikkeling TL4. Eventueel start TL4 in het najaar 2014.
Werkzaam systeem van eerder verworven competenties (EVC;s), eerder
verworven kwalificaties (EVK’s) en daarbij behorende toewijzing van
vrijstellingen of licenties. Opstellen voorwaarden voor licentiebehoud.
Realisering
Samenwerking tussen Expertgroep Toernooileider (Joop Matteman, Wiel
Schers, Mick van Hoof, Joost Schoenmakers, Joke Wijker, Theo Wijker,
Rogier Wijker en Paul Kil), Opleidingen en Wedstrijdzaken.
Vier opleidingen TL2.
Één opleiding TL3.
O.v.b. één pilot TL4.
Evaluatie
Aantallen deelnemers.
Aantallen geslaagden.
Evaluatieformulier per opleiding.
Via College van Voorzitters wordt elke afdeling geïnformeerd over de actuele
stand van zaken met betrekking tot deelnemers aan de opleidingen.
Budget
Vaste kosten: € 9.500 (+ budget punt 4.0)
Inkomsten uit deelnemersbijdragen: € 13.500
Personele inzet
Coördinator Opleidingen, medewerker Opleidingen
Planning 2014
• eerste helft
• TL2 i.s.m. afdelingen (2)
• Pilot TL3 afronden en voorbereiden vervolg
• Expertgroep toernooileider ontwikkelt TL4
• Publicatie toewijzing licenties op basis van EVC’s en EVK’s.
• Start opstellen voorwaarden licentiebehoud
•
tweede helft
Update per
30-9-2014
• Start TL2 opleidingen (2)
• Start TL3 opleiding
• Start TL4 opleiding
De TL3 opleiding staat gepland voor november/december (evt januari).
Interesse is er, maar aantal inschrijvingen is beperkt. Deelnemers uit eerdere
TL2 opleidingen hebben geen respons gegeven op het verzoek af te ronden.
Een teken om het aanbod aan te passen.
4.3 Scheidsrechtersopleidingen
Doelstelling
Uitvoeren van de afspraken, gemaakt met de Scheidsrechterscommissie van
de NTTB in de notitie Scheidsrechtersbeleid 2013-2016.
Ontwikkelen van scheidsrechtersopleidingen (SR 1 t/m 4) volgens KSS.
Realisering
Borging van scheidsrechtersopleidingen op het Bondsbureau.
Uitvoer onderdelen met betrekking tot scheidsrechters uit deelname NTTB
aan programma VSK 2014.
In samenwerking met de taakgroep Opleidingen van de NTTB
Scheidsrechterscommissie zorg dragen voor inhoud en planning van SR1 t/m
4 opleidingen.
Evaluatie
Verantwoording gestelde doelen uit offerte VSK.
Aantallen spelregelbewijzen SR1 en SR2.
Aantallen deelnemers en geslaagden SR3 en SR4.
Budget
Vaste kosten: € 32.700 (+ budget punt 4.0)
Inkomsten uit deelnemersbijdragen: € 2.500
Inkomsten uit VSK: PM
38
Personele inzet
Planning 2014
• eerste helft
•
tweede helft
Update per
30-9-2014
Hoofd Sport- en Productontwikkeling, Coördinator Opleidingen, medewerker
Opleidingen, projectleider VSK
•
•
•
Inrichten organisatie en materialen
Uitrol VSK-programma volgens Plan van Aanpak
Uitrol beleid scheidsrechterszaken NTTB 2013-2016
• Uitrol VSK-programma volgens Plan van Aanpak
• Uitrol beleid scheidsrechterszaken NTTB 2013-2016
• Deelname week van de Scheidsrechter
Spelregelmodule TafeltennisMasterZ gelanceerd en in gebruik genomen.
Veel interesse in zowel de oefenvragen als het spelregelbewijs (SR1). De
workshop SR2 is als pilot gedraaid en bijgeschaafd. Deze wordt tijdens het
Spelregelcafé op 30 november als ‘kick-off’ aangeboden aan de
arbitragecoördinatoren die dit dan op hun eigen club kunnen organiseren.
Tijdens de finale NSM-B zijn twee SR3’s opgeleid (beiden AC) en hebben ze
zich opgegeven voor SR4.
4.4 Goedlopend systeem van bijscholingen en licentiebeheer
Doelstelling
Het aanbieden en coördineren van aanbod om te komen tot voldoende
bijscholingen voor sporttechnische kaderfuncties op jaarbasis.
Goed werkend systeem om licenties bij te houden ten behoeve van publicatie
licentielijst.
Realisering
Naleven licentiereglement NTTB.
Samenwerking met VVTT voor sporttechnische bijscholingen.
Samenwerking met VSK-programma en ASK voor sportgenerieke
bijscholingen.
Aanbod NTTB bestaat uit bijscholingen bij onze producten en als modules uit
onze opleidingen.
Evaluatie
Aantal bijscholingen en aantal licenties volgens KPI.
Publicatie licentielijst.
Budget
Vaste kosten: zie punt 4.0
Inkomsten: € 5.200
Bijdrage VVTT: € 5.000
Personele inzet
Coördinator Opleidingen, medewerker Opleidingen
Planning 2014
• eerste helft
• Opstellen plan samenwerking VVTT op vergroten professionaliteit
sporttechnisch kader bij verenigingen + bijscholingen
• Aanbieden van bijscholingen (NK-A en Verenigingscongres)
• Table Stars en WOB-bijscholingen als onderdeel van TT-opleidingen
en als los aanbod
• Promotie deelname VVTT congres mei/juni
• Publicatie actuele licentielijst 1 juli
•
tweede helft
Update per
30-9-2014
• Aanbieden van bijscholingen behorende bij programma’s
• Aansluiten bij bijscholingen vanuit VSK-programma
• Voorbereidingen bijscholingsweken in januari
• Evaluatie samenwerking VVTT
De samenwerking met de VVTT leidde tot een uitgave van VISIE die door de
NTTB aan alle verenigingen is verzonden.
Een vernieuwde licentielijst voor tafeltennistrainers is gepubliceerd op 1 juli.
Er is een stagiair actief die dit najaar met de NTTB en de VVTT werkt aan het
verbeteren van de communicatie en marketing rondom het vak ‘trainer’.
39
5.
Algemeen Bestuurlijke Zaken
Inleiding:
De opsomming van de ABZ hoofdpunten uit het Meerjarenbeleidsplan:
Ontwikkeling interne organisatie
- Evaluatie bestuurlijke vernieuwing
- Kwaliteit Bondsbureau
- Bepalen rollen Bondsbureau (t.a.v. dienstverlening en beleidsontwikkeling)
- Samenwerking Squash Bond Nederland en Koninklijke Nederlandse Algemene Schermbond
- Oriëntatie verbreding samenwerking met andere bonden/sporten
- Financieel gezonde bond (begrotingsregels en beleidskeuzes)
Volledige inbedding van alle aspecten van Bestuurlijke vernieuwing in de hele NTTB-organisatie, één
stabiele en dienstverlenende serviceorganisatie voor NTTB, SBN en KNAS, een duidelijke en vastgestelde
rolverdeling tussen alle NTTB-geledingen: dat zijn de beoogde resultaten in 2016 binnen het hoofdthema
‘Ontwikkeling van de organisatie’.
In 2014 maken we de laatste stappen in de Bestuurlijke vernieuwing, versterken we de kwaliteit van het
Bondsbureau en vervolgen we het gesprek over de rolverdeling tussen Hoofdbestuur, Bondsbureau,
afdelingen en commissies. Het vermarkten van de tafeltennissport professionaliseren en de communicatie
richting onze verenigingen en leden intensiveren heeft blijvend onze aandacht.
Dit alles ter ondersteuning van de uitvoering van het vastgestelde meerjarenbeleid.
Hieronder is nader beschreven welke activiteiten in 2014 worden uitgevoerd om dit te gaan realiseren.
5.1 Vervolg traject Bestuurlijke vernieuwing
Doelstelling
Bestuurlijke vernieuwing en evaluatie traject Bestuurlijke vernieuwing
Realisering
De afgelopen jaren is het traject Bestuurlijke vernieuwing geïmplementeerd.
Een verdere inbedding in de organisatie is gewenst: het moet in het
handelen en gedrag opgenomen worden, naast dat het in de reglementen is
verankerd. Daarnaast wordt vanuit de Werkgroep Bestuurlijke vernieuwing
een evaluatie voorbereid. Doel van de evaluatie is om te kijken wat goed is
gegaan en wat nog verder verbeterd/aangepast kan worden. Met de
evaluatie bepalen wanneer het project werkgroep eindigt.
Evaluatie
De Bondsraad en het College van Voorzitters worden betrokken bij de
realisatie. Aan de Bondsraad wordt gerapporteerd.
Budget
Uitgaven: € 1.000 (reis en verblijf, overige kosten in reguliere
personeelsbegroting)
Personele inzet
Leden Werkgroep Bestuurlijke vernieuwing, Hoofdbestuur, Directeur
Tafeltennis, Afdelingsvoorzitters, Bondsraadsleden en vele anderen
Planning 2014
Resultaten
• Jan-april
• Afronden Plan van Aanpak en verbeterpunten
• Juni
• Bespreking rapport commissie BV in de Bondsraad
• Sept-Okt
• Continuering uitvoering; eventueel met aangepaste prioriteiten
• Nov
• Vaststellen status quo en opmaak plan 2015
Update per
De resultaten zijn volgens de hierboven omschreven planning behaald.
30-9-2014
5.2 Versterken kwaliteit Bondsbureau
Doelstelling
Ontwikkelen vrijwilligersbeleid
Realisering
Nadat de samenwerking met Squash Bond Nederland is geïmplementeerd
en de KNAS (Koninklijke Nederlandse Algemene Schermbond) daar bij is
gekomen, is de volgende stap het ontwikkelen van vrijwilligersbeleid. Hierbij
wordt een visie op vrijwilligersbeleid ontwikkeld en de structuur, taak- en
rolverdeling vastgesteld en wordt ingegaan op werving, selectie en
waardering van vrijwilligers.
Evaluatie
Het Hoofdbestuur stelt de notitie/visie vast. De Bondsraad wordt hierover
geïnformeerd.
40
Budget
Personele inzet
Planning 2014
• Jan-mei
• Sept
• Nov
Update per
30-9-2014
Uitgaven: geen
Directeur Tafeltennis en medewerkers Bondsbureau
Resultaten
• Bestaande projecten zoals VSK koppelen aan vrijwilligersbeleid
• Concept-notitie voor Hoofdbestuur
• Notitie door Hoofdbestuur vastgesteld en aan Bondsraad verzonden
De resultaten zijn volgens de hierboven omschreven planning behaald. Door
beperkingen in de subsidietoekenning voor 2014 zullen de plannen voor het
najaar moeten worden aangepast!
5.3 Bepalen rolverdeling Hoofdbestuur – Bondsbureau – Afdelingen – Commissies
Doelstelling
Ontwikkelen format en werkwijze financiering van de activiteiten van
afdelingen
Realisering
Conform uitspraken van de Bondsraad wordt voor 2014 een geconsolideerde
begroting en jaarplan voorgelegd inclusief begroting en plannen van de
afdelingen. Verdere uitwerking in rapportages, monitoring, etc.
Evaluatie
De Bondsraad wordt geïnformeerd over de werkwijze en de resultaten
daarvan.
Budget
Uitgaven: geen
Personele inzet
Hoofdbestuur en MT-leden Bondsbureau
Planning 2014
Resultaten
• Jan - dec
• Best practice en terugkoppeling resultaten pilot afdeling ZuidWest
• Evaluatie ZuidWest (pilot eindigt in augustus 2014)
• Voortgang Jaarplan 2014 en financiële kwartaalrapportages
inclusief afdelingsactiviteiten en afdelingscijfers
• Afdelingen coachen en begeleiden waar nodig
Update per
De resultaten zijn volgens de hierboven omschreven planning behaald.
30-9-2014
5.4 Vermarkten Tafeltennissport
Doelstelling
Ontwikkelen nieuwe aanpak voor marketing
Realisering
Vanaf juli 2013 is het Hoofdbestuur gestart met het maken van een nieuw
marketingplan en de uitvoering daarvan.
Evaluatie
Het Hoofdbestuur rapporteert aan de Bondsraad over de voortgang.
Budget
Uitgaven: € 12.000
Inkomsten: wordt voorlopig niet begroot ivm onzekerheid van inkomsten
Personele inzet
Hoofdbestuurslid Marketing & Communicatie, medewerker marketing (0,2
fte), Directeur Tafeltennis
Planning 2014
Resultaten
• Jan
• Doel en verwachtingen herzien in verband met nieuwe plan en
realisatie
• Herzien plan opstellen
• Jan-febr
• Vanaf maart
• Uitvoering plan
Update per
De resultaten zijn niet volgens de hierboven omschreven planning behaald.
30-9-2014
Door het besluit van de Bondsraad van 12 april is er nu wel ruimte om in het
e
e
najaar (3 en 4 kwartaal) intensiever aan deze doelstellingen te kunnen
werken. Dit gebeurt mede door het inrichten van een werkgroep voor
communicatie, marketing en sponsoring.
5.5 Communicatiebeleid
Doelstelling
Alle afdelingswebsites hebben dezelfde uitstraling als de NTTB-website
Realisering
Conform het besluit van de Bondsraad hebben de acht afdelingswebsites en
de site van de NTTB per 1-7-2014 dezelfde ‘look-and-feel’.
Evaluatie
Verantwoording en evaluatie via jaarverslag NTTB.
Budget
Personele inzet uit de reguliere begroting; specifieke aanpassingen voor
afdeling uit afdelingsbudget.
Personele inzet
Hoofdbestuurslid Marketing & Communicatie, medewerker communicatie,
Algemeen directeur
41
Planning 2014
• Jan-Juni
•
•
•
Juni
Juli-Nov
Dec
Update per
30-9-2014
Resultaten
• Aanvullende training en begeleiding van de afdelingen over gebruik
en onderhoud
• Evaluatie (website versie eind 2013)
• Aandacht voor lokale nieuwsvergaring, meer publiek naar de
website
• Beoordelen nieuwe mogelijkheden
De resultaten zijn niet volgens de hierboven omschreven planning behaald.
Door het besluit van de Bondsraad van 12 april is er nu wel ruimte om in het
e
e
najaar (3 en 4 kwartaal) intensiever aan deze doelstellingen te kunnen
werken. Dit gebeurt mede door het inrichten van een werkgroep voor
communicatie (zie ook de SMART doelstellingen!).
42
Jaarplan 2014
NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND
Afdeling Holland-Noord
Inhoudsopgave
Inleiding
1
Sport- en productontwikkeling
2.
Topsport
3.
Wedstrijdzaken
4.
Opleidingen
5
Algemeen Bestuurlijke Zaken
43
1. Sport en Productontwikkeling
1.0 Algemeen
Doelstelling
Het in zijn algemeenheid ondersteunen van de verenigingen d.m.v.
subsidiering, kennisdeling etc. t.b.v. ledenwerving en behoud. Geen
zelfstandige acties. Ook via netwerkacties tussen afdelingsbestuurders en
verenigingsvertegenwoordigers.
Geen
specifieke
doelgroepenwerving.
Afhankelijk van maatwerkaanvragen verenigingen.
Budget
Betrokken personen
1.1 Sport- en Productontwikkeling – Table Stars
Doelstelling
Groei in het ledenaantal jeugd 4-12 jaar door werving
Realisering
Stimuleren en subsidiëren Table Stars gebruik. Streven: 10 projecten.
Deelname aan Table Stars The Battle.
Evaluatie
Jaarlijkse evaluatie via jaarverslag.
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
1.2 Sport- en Productontwikkeling – oudere jeugd
Doelstelling
Groei in het ledenaantal jeugd 12-20 jaar door werving – Geen specifieke
werving op deze doelgroep in Holland Noord.
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
1.3 Sport- en Productontwikkeling – volwassen doelgroepen
Doelstelling
Join the Table – uitrol en verankering doelgroepenbeleid. Geen specifieke
werving op deze doelgroep in Holland-Noord.
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
1.4 Clubadvies
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
Diverse overlegvormen georganiseerd door het afdelingsbestuur, vaak
verdeeld in een noordelijke en een zuidelijke afdelingshelft.
6 bijeenkomsten per jaar over uiteenlopende onderwerpen.
1.5 Promotionele Activiteiten
Doelstelling
Communicatieljnen lopen vooral via vernieuwde website. Jaarlijks worden in
de afdeling diverse afdelingsbrede toernooien georganiseerd o.a.
ranglijsttoernooi (Hoorn).
Realisering
Continue activiteit.
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
1.6 Accommodatiezaken
44
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
1.7 Veilig Sporten
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
Ondersteuning verenigingen in nieuw- en verbouw. Afdeling treedt alleen op
als mediator richting NTTB-commissie.
Incidenteel.
Continu
Uitdragen van landelijke doelstellingen middels ledenvergaderingen en
opleidingen trainers en bestuurders bij verenigingen.
Continu activiteit
Continu
2.
Topsport
2.7
Doelstelling [Proces] Talentontwikkeling, talentherkenning en nieuw beleid onder 13
Talentontwikkeling
De details van de uitwerking van de activiteiten zijn in de jaarplanner terug te
vinden. De inhoudelijke trainingswerkzaamheden, die bij de vier jeugdteams
individueel kunnen zijn, worden door de vier bondscoaches gecoördineerd. De
Technisch Directeur houdt hier toezicht op en heeft wekelijks contact met de
vier bondscoaches.
Talentherkenning
Opleiden van sporters voor topsport en structureel aanleveren van nieuwe
jeugdselectieleden vanuit het NTTB Beloftenteam.
Uitdragen en toepassen van het NTTB-opleidingsplan en het talentvolgsysteem
bij de activiteiten.
Internationaal deelnemen aan regionale toernooien en presteren bij de Euro
Mini Champs (laatste 16).
Implementeren van het nieuwe beleid en starten met de
opleidingscentra (RTC – Regionaal Talent Centrum). Zie ook 2.10.
nieuwe
Structurele ondersteuning van talentherkenning in de afdelingen. Organiseren
van activiteiten voor talentherkenning.
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
Talentherkenning – Verenigingen
- Ondersteunen van schoolprojecten (LOOT)
- Samenwerking met verenigingen op projectbasis (zie ook plannen
nieuw beleid onder 13 jaar)
Samenwerking met verenigingen voor diverse trainingen (afspraken over het
gebruik van spelers voor sparring, o.a. voor dames, heren, jeugd, NTTB
Beloftenteam en paratafeltennis)
Kweekvijverregiotraningen en voormalige RBT-trainingen worden door onze
afdeling georganiseerd. Feitelijke topsportontwikkeling laten wij aan de NTTB
centraal.
Indien talenten zich aandienen wordt overwogen een RTC aanvraag te doen.
Regelmatige evaluatie voortgang en successen.
2.9
Doelstelling [Proces] Topsport algemeen: geen specifieke activiteiten afdeling.
45
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
3.
Wedstrijdzaken
3.2 Competities
Doelstelling
Voldoende en kwalitatief hoogwaardig aanbod leveren van competitiewedstrijden op
afdelingsniveau. Nieuw of aangepast competitieaanbod invoeren of onderhouden.
Realisering
Er wordt specifiek voor de jeugddoelgroepen gezocht naar passende
competitievorm(en).
Evaluatie
In 2014 volgt evaluatie.
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
3.3 Evenementen
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
3.4 Ranglijsten
Doelstelling
Reguliere bekercompetitie, afdelingskampioenschappen.
Periodiek samenstellen en publiceren van ranglijsten van spelers; streven naar
verbetering van de ranglijstsystematiek. Aansluiten bij de landelijke regelgeving.
Inclusief specifieke afdelingsjeugdranglijst.
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
3.8 Beheer Evenementenagenda (en faciliteiten)
Doelstelling
Specifieke afdelingskalender wordt onderhouden. Inclusief landelijke NTTB items.
Realisering
Budget
Evaluatie
Betrokken personen
Planning 2014
4.
Opleidingen
4.1 Trainersopleidingen
Doelstelling
Uitvoer NTTB-trainersopleidingen
Realisering
TT2 Heerhugowaard (10 deelnemers- looptijd 13-1-2015).
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
4.2 Toernooileidersopleiding
Doelstelling
Uitvoer NTTB-toernooileidersopleidingen
Realisering
TL2 (11 deelnemers)
Evaluatie
Budget
46
Personele inzet
Planning 2014
4.3 Scheidsrechtersopleidingen als onderdeel van VSK programma
Doelstelling
Uitvoer NTTB-scheidsrechtersopleidingen. Geen activiteiten afdeling HollandNoord behoudens aangeven mogelijkheden bij centrale NTTB.
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
4.4 Goedlopend systeem van bijscholingen en licentiebeheer
Doelstelling
Landelijke activiteit.
Realisering
Evaluatie
Budget
Personele inzet
Planning 2014
5.
Algemeen Bestuurlijke Zaken
5.1 Algemeen bestuurlijke zaken
Doelstelling
Bestuur dichter naar verenigingen en zichtbaarder maken.
Realisering
Voorzittersoverleg nieuw leven ingeblazen. Geregelde bezoeken van
afdelingsbestuursleden aan verenigingen. Omgekeerd ook verenigingen
stimuleren om de afdeling gezamenlijk sterker te maken.
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
5.3 Bepalen rolverdeling AB – Commissies
Doelstelling
Discussie Bestuurlijke vernieuwing is gestart in afdeling. Streven van het
afdelingsbestuur is om per 2015 een uitgebreidere commissiestructuur te
verwezenlijken. Afdelingsbestuur beleidsbepaler en regisseur. Stimuleren
eigen initiatief verenigingen. Scheiding beleid en uitvoering.
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
5.4 Vermarkten Tafeltennissport
Doelstelling
Uitdragen landelijk beleid, geen specifieke activiteiten.
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
5.5 Communicatiebeleid
Doelstelling
Continueren en waar mogelijk uitbreiden van communicatiestromen
Realisering
Doorlopend
Evaluatie
Doorlopend
Budget
Betrokken personen AB-verantwoordelijke, webmaster, redacteur (in planning)
Voortgang
Planning 2014
47
Plan NTTB Afdeling ZuidWest 2012-2014
Inleiding:
Bestuursmodel Afdeling ZuidWest
Op de ALV op 30 mei 2012 hebben de verenigingen in ZuidWest besloten dat het vrijwillige
afdelingsbestuur ZuidWest wordt vervangen door twee parttime afdelingsmanagers met overigens een
uitgebreidere opdracht/taakstelling (zie rapportage Commissie Bestuursmodel). Zij zijn aanspreekpunt voor
de verenigingen en coördineren diverse activiteiten en benodigde vrijwillige inzet in ZuidWest. Belangrijke
voordelen van deze nieuwe besturingsvorm voor ZuidWest zijn onder andere:
• Professionalisering van het werk binnen de afdeling met een duidelijke taakverdeling;
• Gerichte aansturing van vrijwilligers werkzaam voor de afdeling;
• Intermediairfunctie tussen verenigingen, hoofdbestuur, landelijke commissies en werkgroepen en
bondsbureau;
• Versterking van de communicatie gericht op verdere ontwikkeling van de sport.
Deel I: Analyse
Vanaf medio augustus 2012 is met de start van de afdelingsmanagers het bestuursmodel ZuidWest
operationeel geworden conform de besluitvorming op de ALV van 30 mei 2012. Het najaar 2012 is door de
afdelingsmanagers gebruikt voor een nadere kennismaking met de verenigingen, commissies en
functionarissen. De combinatie van de beschreven werkvelden in het profiel bestuursmodel, het
meerjarenbeleidsplan van de NTTB en de eerste ervaringen door de kennismaking binnen ZuidWest1 zijn
de basis voor dit plan. Daarmee realiseren we o.m. de volgende doelstellingen:
1.
Vervanging van de functie van het afdelingsbestuur
2.
Vernieuwing afdelingsorganisatie en commissiestructuur
3.
Bewerkstelligen van intensievere verenigingsondersteuning bij hun bestuurlijke/sporttechnische taak en het stimuleren van vernieuwing organisatie
4.
Ontwikkeling sport op het gebied van toernooien en competitie
5.
Verbetering communicatie tussen verenigingen onderling en bondsbureau
6.
Stevigere positie van verenigingen t.o.v. gemeente, collega sportverenigingen, regionale
sportkoepels en andere relevante samenwerkingspartners (lokale samenleving)
Kengetallen ZuidWest (1 januari 2013),
• Verenigingen
94
• Leden
4561 is 16,7% van totaal NTTB, 25% jeugd en 75% senior
• Aantal meisjes & vrouwen
230 meisjes en 664 vrouwen
• Paratafeltennissers
84
• Aantal competitiegerechtigden 832 jeugd en 2126 senioren
• Actieve vrijwilligers
ca 40 afdelingsvrijwilligers + een onbekend maar groot aantal
verenigingsvrijwilligers
• Werkgroepen
Werkgroep Communicatie
Werkgroep Competitie & Adviesgroep Competitie
Werkgroep Technisch Werk (TC)
Werkgroep Toernooien en Wedstrijden (WTW)
1
Verenigingsinformatie verkregen via verenigingsscan (instrument BB) en vijf
regiovergaderingen.
48
Accommodatiezaken
Ledenadministratie
Kascommissie
Evaluatiecommissie bestuursmodel
Afdelingsorganisatie
• Taken en verantwoordelijkheden (zie ook rapportage Commissie Bestuursmodel)
o Rapportage Commissie Bestuursmodel
• Overlegstructuur
o Algemene ledenvergadering & 5 regionale vergaderingen (1x per jaar)
o Thematische bijeenkomsten – zoals bijvoorbeeld in Zuid Oost Brabant
o Commissie en werkgroepbijeenkomsten
• Financiën
De financiële positie van ZuidWest is goed. De afdeling beschikt over een gedegen financiële
reserve. De kosten die voortvloeien uit het nieuwe bestuursmodel drukken wel zwaar op de
reserves van de afdeling. We stellen ook vast dat het ledenaantal in de afdeling harder terugloopt
dan begroot. Daardoor zullen de inkomsten van de verenigingen en van de NTTB (zowel afdeling
als landelijk) dalen.
Externe contacten
De verenigingen staan in contact met hun lokale samenleving. Daartoe hebben zij onder meer contact met
de gemeenten, Sportservice Noord-Brabant, Sport Zeeland, collega tafeltennisverenigingen, andere
sportverenigingen (voetbal, hockey, enz.), basisscholen (combinatiefunctionarissen en buurtsportcoaches),
bedrijven & nevenbonden maar ook bijvoorbeeld ouderenorganisaties.
Deel II: Conclusie en aanbevelingen
Nu de afdelingsmanagers bijna een half jaar aan de slag zijn en de kennismaking nagenoeg hebben
afgerond is er een eerste indruk van ZuidWest.
Een prettige kennismaking met veel leuke en betrokken vrijwilligers die zich met hart en ziel inzetten voor
de tafeltennissport en het benodigde verenigingsleven. We hebben verschillende mooie initiatieven gezien,
maar ook zorgelijke ontwikkelingen. Veel verenigingen organiseren de sport traditioneel en met (vaak
oudere) vrijwilligers die al (te) lang actief zijn. Zij blijken onvoldoende in staat om nieuwe en jongere leden
en vrijwilligers te werven en te binden.
De beschikbare tijd van gemiddeld 16 uur per week voor 2 afdelingsmanagers is niet voldoende om alle
doelstellingen succesvol te realiseren. Een van de opdrachten zoals beschreven in het bestuursmodel is
om te kijken waar bepaalde taken dienen plaats te hebben: wat kan centraal, wat kan beter decentraal, hoe
kun je bijvoorbeeld door automatisering meer efficiëntie bewerkstelligen in de uitvoering?
Een impressie uit onze kennismaking:
Mooie ontwikkelingen
Aandachtspunten
Samenwerking met basisscholen gericht op
werving jeugd (table stars)
Diverse regionale toernooien (eigen initiatieven
van verenigingen) buiten het aanbod vanuit de
NTTB
Actieve sporters met fysieke en/of verstandelijke
beperking binnen verenigingen
Samenwerking tussen verenigingen onderling
Werving en behoud jeugdleden, maar ook
andere doelgroepen
Vrijwilligerscapaciteit
Trainerscapaciteit
Financiële positie (ontwikkeling prijsniveau
externe
accommodaties,
terugloop
gemeentesubsidies)
Externe contacten (lokale samenleving) t.b.v.
vrijwillige inzet, financiën, groei leden aantal
(m.n. jeugd)
De verenigingen verschillen onderling sterk – zowel in grootte, (sportief) resultaat, vrijwilligers-capaciteit,
financiële positie en externe samenwerkingspartners. De uitdaging voor de afdelingsmanagers is om de
49
bestaande kracht van de individuele vereniging te benutten om hun aandachtspunten aan te pakken en
positief te ontwikkelen. Met de 94 verenigingen in ZuidWest vraagt dit overigens een prioriteitstelling en
zoveel mogelijk combinatie/samenwerking van en met verenigingen. We richten ons op vragen van alle
verenigingen. Onze prioriteit ligt echter op ondersteuning van en samenwerking met verenigingen die de
ambitie hebben om te groeien of te ontwikkelen en/of die nieuwe projecten of initiatieven willen
ondernemen.
In het voorjaar van 2013 zal de keuze voor uitbreiding van de uren en/of prioritering in de activiteiten
moeten plaatsvinden.
Wat willen we bereiken:
• Betere informatievoorziening naar verenigingen
• Vergroten ledenaantal
• Vergroten aantal deelnemende leden aan competitie en toernooien
• Stimuleren deelname aan trainersopleidingen en andere opleidingen
• Opzet Trainerspool
• Inzet project Table Stars vergroten (gebruik inventariseren door enquête)
• Beter beeld van verenigingen (eigen database)
• Specifieke verenigingsondersteuning in probleemsituaties en/of ambities
• Stimuleren van verenigingen tot deelname aan landelijke projecten (bijvoorbeeld project ‘Naar een
Veiliger Sportklimaat’ = VSK)
• Financiële groei (ledenwerving, grijze leden, sponsoring/subsidie, contributie) t.b.v. financiering
afdelingsmanagers en de ontwikkeling van de verenigingen en hun sportactiviteiten.
Deel III:
Actieplan + prioriteit
In onderstaand plan staan de rollen van Ruud van Beest (Afdelingsmanager Sportbestuurlijk) en Ineke de
Graaf (Afdelingsmanager Sporttechnisch) toegelicht. Bij de overige functionarissen gebruiken we de
functienaam. Het is logisch dat de steun en inzet van en de samenwerking met de afdelingsfunctionarissen en de verenigingen essentieel is om deze acties optimaal uit te kunnen voeren.
Korte termijnacties Pilot (2013/2014)
Acties
Uitvoerende(n)
Planning afronding
Specificatie bezuinigings-voorstel
€ 4000 begroting 2013
Ruud
Besluit ALV mei 2013
Actualiseren declaratiebesluit
Ruud
Besluit ALV mei 2013
Actualiseren subsidie-regelingen
ZuidWest
Ruud
Besluit ALV mei 2013
Financieel Beheer
Communicatie en Verenigingsondersteuning
Verzamelen
informatie
verenigings-
Ruud/Ineke
Continu
Deelname VSK-project door 4
verenigingen
Ruud i.s.m. BB
Medio 2014 (voor eind pilot)
Verbetering communicatie
Bondsbureau
Ruud/Ineke/Verenigingen
BB
Contacten
externen
relatienetwerk opbouwen
met
–
Ruud/Ineke
en
Continu
Continu
50
Vernieuwing afdelingswebsite +
afstemming informatie-kanalen
Ruud/Ineke/webmaster
afdeling
+
adequate
ondersteuning vanuit BB
Maart 2013
Vacaturebank website
Ruud/Ineke
Maart 2013
Vrijwilligerswaardering – conform
spelregels
Ruud
Juni 2013
Organisatie jaarlijkse toernooileiderscursus en trainersopleidingen
(minimaal 1x per jaar)
Ineke/BB
Voorjaar 2013
Organisatie opleiding/bijscholing
naar behoefte(n)
Ineke/BB
2013
Werving en inzet stagiair t.b.v.
marketing onderzoek
Ruud/Ineke
Voorjaar 2013
Stage onderzoek marketing
Ineke/Ruud
Najaar 2013
Implementatie
marketing onderzoek
resultaten
Ruud/Ineke
Vanaf voorjaar 2014
Contact leggen met nevenbonden
(relatiebeheer)
Ineke/Ruud
Continu
Voorstel aanpak grijze leden
Ruud/Ineke
Najaar 2013
Ineke & adviesgroep
Voorjaar 2013
Werving/behoud vrijwilligers
Opleidingen & bijscholing
Werving leden
Competitie
Onderzoek nieuwe competitie
vormen
Pilots nieuwe competitie-vormen
Ineke,
adviesgroep
verenigingen
&
Najaar 2013
Toernooien & wedstrijden
Opstellen jaarplanning (cyclus)
Ineke & WTW
Vergroting aantal deelnemers
Communicatie evenementen
Ineke & WTW
Ineke & WTW
Enquête (inventarisatie gewenste
evenementen) + rapportage
Haalbaarheidsonderzoek
afdelingskampioenschappen
Technische zaken
Beleidsplan trainingen (vergroting
rendement)
Implementatie
verbetervoorstellen beleidsplan
Beleid opstellen voor verbeteren
technisch verenigingskader/opzet
trainerspool
Ineke
Voorjaar 2013 + besluitvorming
ALV mei
Continu
Voorjaar 2013 + besluitvorming
ALV mei
Februari 2013 – april 2013
Ineke
Najaar 2014
Ineke,
TC
directeur BB
Ineke & TC
&
technisch
Voorjaar 2013
Najaar 2013
Ineke & TC
Voorjaar 2014
51
Overlegstructuur
Alternatieve vorm ALV
Regionaal overleg (2x per jaar)
met thema’s
Deelname
aan
landelijke
overlegvormen
Evaluatie pilot ZuidWest
Ruud/Ineke/werkgroep
bestuurlijke
vernieuwing
NTTB
Ruud/Ineke
Besluitvorming ALV en
Bondsraad 2014
Ruud/Ineke
Continu
Evaluatiecommissie
Ruud/Ineke
&
Vanaf najaar 2013
April 2013, November 2013,
april
2014
(besluitvorming
voortzetting vanaf najaar 2014)
Lange termijn acties
Deze acties lopen door na einde pilot medio 2014
Groei leden aantal
Voorstel financiële waarborg inzet
afdelingsmanagers
Groei
(verenigings)
sponsoring/subsidiering
Bestuurlijke
ontwikkeling
1
middelgrote stad
Verenigingen
Ruud/Ineke
Verenigingen
Continu
Voorjaar 2014 & besluit ALV
2014/Bondsraad
Continu
Ruud
Voorjaar 2014
Gebruikte afkortingen:
WTW: Werkgroep Toernooien en Wedstrijden ZuidWest
BB:
Bondsbureau
TC:
Werkgroep Technisch Werk
Deel IV: Proces Voortgang en Communicatie
Inhoud plan ZuidWest
• Interne afstemming plan:
o Commissieleden bestuursmodel:
§ Han van der Zijden, Ton van Happen, Edgar Verkooijen en Bram Houterman
o Vanuit enkele verenigingen:
§ Jeroen Goes, Peter Boon, Roland van de Heuvel en Uschi Meeuwis
o Bondsbureau
• Proces van voortgangs-/resultaatsbewaking (evaluatiecommissie)
o Halfjaarlijks stemmen we de tussenresultaten af met de evaluatiecommissie en de
verenigingen (via de regiovergaderingen)
o Ieder kwartaal vindt afstemming plaats met het bondsbureau
Verzendlijst plan ZuidWest
• Verenigingen ZuidWest
• Afdelingsfunctionarissen + bondsraadsleden
• Bondsbureau
• Hoofdbestuur
• College van Voorzitters
• Werkgroep Bestuurlijke Vernieuwing
Bijlage 1.
Bijlage 2.
Netwerkkaart (Zie apart Powerpoint bestand (t.z.t. in PDF).
Organigram 9Zie apart Powerpoint bestand (t.z.t. in PDF).
52
Jaarplan 2014
NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND
Afdeling West
Inhoudsopgave
Inleiding
1
Sport- en productontwikkeling
2.
Topsport
3.
Wedstrijdzaken
4.
Opleidingen
5
Algemeen Bestuurlijke Zaken
53
Inleiding Jaarplan 2014 van West
Om de Bondsraad tijdig te informeren over het Jaarplan 2014 is gevraagd om dit begin september 2013
aan te leveren. Op dit moment vindt binnen de afdeling een verandering van bestuursstructuur en daardoor
van het personele bestuur plaats. Conform de wens van de (buitengewone) ALV van West blijft het
afdelingsbestuur van voor de reorganisatie aan totdat een benoemingscommissie een nieuw bestuur ad
interim benoemd heeft. Onderstaand Jaarplan is nog ontwikkeld door het “demissionaire” afdelingsbestuur.
Zie verder nog onderdeel 5 over algemeen bestuurlijke zaken.
Belangrijke zaken voor afdeling West zijn goed georganiseerde competities, aantrekkelijke toernooien,
ondersteuning van verenigingen bij werving en behoud van leden, talentontwikkeling, communicatie met de
leden en de verenigingen, goede contacten met de landelijke bond, met de overige afdelingen en de
Bondsraad en om dit alles te realiseren: een degelijke financiering.
De communicatie naar verenigingen en leden loopt via een (nagenoeg) wekelijks digitaal informatiebericht
en via berichten op de website. Daarbij sluiten we aan op de landelijke ontwikkelingen. Er is een intentie
om vanaf 2013 naast de jaarlijkse algemene ledenvergadering van verenigingen opnieuw overleg te voeren
met verenigingsvoorzitters via districtsbijeenkomsten.
2. Sport- en productontwikkeling
Ondersteunen van verenigingen bij het werven van jeugdleden is voor de afdeling West van belang om in
de breedte te kunnen groeien. Het product Table Stars lijkt daarvoor bijzonder effectief. Daarnaast zal
opnieuw ingezet worden om via het basisonderwijs tafeltennis onder de aandacht van de jeugd te brengen.
Een probleem en een kans is de relatief beperkte deelname van meisjes aan de sport tafeltennis.
Tafeltennis heeft op dit moment teveel het imago een jongenssport te zijn. Afdeling West wil een project
starten om meisjes bij de verenigingen te stimuleren. In 2014 neemt afdeling West opnieuw met een
twaalftal basisscholen uit de afdeling deel aan de nationale kampioenschappen, genaamd Table Stars The
Battle.
Den Haag was vroeger een stad met veel verenigingen en sterke spelers. De afgelopen twintig jaar is het
aantal verenigingen sterk gedaald en bij de resterende verenigingen veelal ook het aantal leden. Den Haag
werd daardoor bijna een grijze vlek in tafeltennisland. Samen met de Haagse verenigingen is de afdeling
een project gestart om het tij te keren. Deze aanpak lijkt, gelet op de toename van jeugdleden, succesvol.
Voor de welpen willen we in het voorjaar een speciale talentendag houden.
1.1 Sport- en Productontwikkeling – Table Stars
Doelstelling
Groei in het ledenaantal jeugd 4-12 jaar (1) door werving via Table Stars
Realisering
Verenigingsactiviteit rond Table Stars en/of Kindertafeltennisfeest met een
bijdrage ondersteunen
Evaluatie
Eenmaal per jaar, bij de jaarrekening
Budget
€ 2.000
Betrokken personen
Bestuurslid breedtesport
Planning 2014
Minstens 50% voor acties met Table Stars
§ € 1.000
• Eerste helft
€ 1.000
• Tweede helft
1.2 Sport- en Productontwikkeling – Basisscholieren
Doelstelling
Groei in het ledenaantal jeugd 4 - 12 jaar (2) door werving via school
Realisering
Deelname basisscholen uit de afdeling aan de nationale kampioenschappen:
Table Stars The Battle
Evaluatie
Eenmaal per jaar, bij de jaarrekening
Budget
€ 1.000
Betrokken personen Bestuurslid breedtesport
Twaalf teams afvaardigen naar nationale kampioenschap
Planning 2014
1.3 Sport- en Productontwikkeling – Doelgroep meisjes
Doelstelling
Meer meisjes aantrekken en huidige meisjes behouden
Realisering
Verenigingen helpen met communicatie en succesactiviteiten (voorbeelden)
Evaluatie
Eenmaal per jaar, bij de jaarrekening
Budget
€ 1.000
54
Betrokken personen
Planning 2014
Bestuurslid breedtesport
Een jaarlijks meisjestoernooi
1.4 Tafeltennis basisonderwijs Den Haag
Doelstelling
Basisscholieren kennis laten maken met tafeltennis via de school
Realisering
Voorrondes via wijktoernooien, stedelijke finaleronde
Evaluatie
Eenmaal per jaar, bij de jaarrekening
Budget
€ 1.200
Betrokken personen Vier Haagse verenigingen en diverse commissieleden
Afhankelijk van de te organiseren activiteiten
Planning 2014
1.5 Promotionele Activiteiten: Tafeltennis in Den Haag
Doelstelling
Drie dependancevestigingen gelieerd aan Haagse verenigingen
Realisering
In 2014
Evaluatie
Eenmaal per jaar, bij de jaarrekening
Budget
€ 6.000
Betrokken personen Veel inzet van AB lid
Drie dependances actief
Planning 2014
1.6 Dag van het Talent (Welpendag)
Doelstelling
Voorronden voor de Nationale Dag van het Talent in Papendal
Realisering
Jaarlijks
Evaluatie
Bijeenkomst jeugdleiders
Budget
€ 200
Personele inzet
Commissie breedtesport
Planning 2014
mei ‘14
2.
Topsport
Het komend jaar zal een commissie Topsport opgezet worden die ten behoeve van afdeling West een
afdelingsvisie uitschrijft op talentontwikkeling. Het topsportbeleid van West richt zich tot dan op de
volgende vier punten.
(1) Het voortzetten van de Afdelingstraining en Regionale Bondstraining (RBT) gericht op welpen en
pupillen.
(2) Onderzocht wordt de mogelijkheid van selectiedagen voor spelers voor afdelingstraining en RBT.
(3) Ontwikkeling van een talentencentrum West met een locatie in het noordelijke en in het zuidelijke deel
van de afdeling.
(4) Voortgezette deelname aan de NTTB Jeugdcup.
2.1 Opzet van regionaal topsportbeleid
Doelstelling
Talentontwikkeling, talentherkenning en nieuw beleid onder 13
[Proces]
Talentontwikkeling
Volgen van het landelijk beleid.
Talentherkenning
Opleiden van sporters voor topsport en structureel aanleveren van nieuwe
jeugdselectieleden vanuit het NTTB Beloftenteam.
Uitdragen en toepassen van het NTTB-opleidingsplan en het talentvolgsysteem
bij de activiteiten.
Internationaal deelnemen aan regionale toernooien en presteren bij de Euro
Mini Champs (laatste 16).
Implementeren van het nieuwe beleid.
Structurele ondersteuning van talentherkenning in de afdelingen. Organiseren
van activiteiten voor talentherkenning.
Talentherkenning – Verenigingen
- Ondersteunen van schoolprojecten (LOOT)
- Samenwerking met verenigingen op projectbasis (zie ook plannen
nieuw beleid onder 13 jaar)
Samenwerking met verenigingen voor diverse trainingen (afspraken over het
55
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
gebruik van spelers voor sparring, o.a. voor dames, heren, jeugd, NTTB
Beloftenteam en paratafeltennis)
2015
Jaarverslag 2014, tussenevaluatie
Te vormen: Commissie topsport; AB
Eerste aanzet
2.2 Afdelingstraining
Doelstelling
Opstap naar de regionale bondstraining
[Proces]
Realisering
2 keer per maand
Evaluatie
Eenmaal per jaar, bij de jaarrekening
Budget
€ 5.200
Betrokken personen Twee trainers
Planning 2014
Afhankelijk van de te organiseren activiteiten
2.3 Regionale bondstraining
Doelstelling
Talenten op niveau van pupillen en welpen ontwikkelen
Realisering
Wekelijks groepstraining en RTB plus training
Evaluatie
Eenmaal per jaar, bij de jaarrekening
Budget
€ 9.800
Personele inzet
Aangestelde trainer
Planning 2014
Twee groepen van ieder 8 deelnemers
2.4 NTTB Jeugdcup
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Personele inzet
Planning 2014
Bekend met internationale regelingen
1 maal per jaar einde van het seizoen
Eenmaal per jaar, bij de jaarrekening
€ 2.000
AB lid
Juli ‘13
3.
Wedstrijdzaken
Binnen het beleid op wedstrijdgebied zal komend jaar opnieuw aandacht uitgaan naar mogelijke
verbeteringen van het aanbod, met name binnen het competitieaanbod.
Er wordt een pilot gehouden in de hoogste afdelingsklasse, de Hoofdklasse, waarbij de competitie is
onderverdeeld in een voorronde (halve competitie) en een finale (play-offs promotie en degradatie). Dit
systeem wordt ook in de hoogste klasse(n) van twee andere afdelingen gehanteerd, door deze opzet
ontstaan er meer beslissingsmomenten waardoor de competitie zowel voor spelers als publiek
aantrekkelijker wordt. Afhankelijk van een in het voorjaar van 2014 te houden evaluatie zal dit systeem in
het seizoen 2014-2015 definitief worden ingevoerd in de Hoofdklasse. Het is vooralsnog niet de bedoeling
om dit systeem ook in (een deel van) de overige klassen in te voeren omdat dit organisatorisch niet
haalbaar is.
Verder zal het AB ook de ontwikkelingen met betrekking tot de almaar groeiende duo-competitie
nauwlettend in de gaten blijven houden. Een breder aanbod heeft namelijk ook een negatief effect: het
dalende aantal teams in de reguliere competitie waardoor de spoeling in sommige regio’s en klassen
steeds dunner wordt. De verdergaande “uitholling” van de reguliere competitie maakt dat het in de
toekomst lastiger wordt om een correcte en tevens aantrekkelijke indeling voor de leden te maken, met
name in de lagere klassen waaruit de meeste spelers overstappen naar de duo-competitie. Door de
e
smallere basis zal het kwaliteitsniveau van de topcompetitie (vanaf 2 klasse en hoger) ook (verder) gaan
afnemen de komende jaren.
Daarnaast zal het AB blijven inzetten op stimulering van de toernooideelname door de organisatie van de
toernooiencircuits (met mooie prijzen) bij de jeugd en senioren.
Belangrijk daarbij is een degelijk en correct beheer en uitgifte van de verschillende toernooilicenties. Een
juiste sterkte-indeling zorgt ervoor dat de deelnemers meer spelplezier ervaren en dat zorgt weer voor
meer deelnemers aan de vele georganiseerde toernooien in onze afdeling. Toernooien zijn belangrijk voor
56
het behoud van leden omdat niet iedereen competitie kan of wil spelen maar ook omdat toernooien voor
spelaanbod zorgen buiten de competitieperioden.
3.1 Competitie-aanbod
Doelstelling
Voldoende en kwalitatief hoogwaardig aanbod leveren van competitiewedstrijden op
afdelingsniveau. Nieuw of aangepast competitieaanbod invoeren of onderhouden.
Realisering
Inventarisatie onder verenigingen
Evaluatie
Jaarlijks tijdens het wedstrijdsecretarissenoverleg
Budget
Nog onbekend
Betrokken personen
AB lid
Planning 2014
Voorjaar ’14 eventueel aangepaste opzet
3.1.1 Pilot invoering play-off systeem Hoofdklasse
Doelstelling
Versterking competitie-aanbod in hoogste afdelingsklasse
Realisering
Inventarisatie onder verenigingen
Evaluatie
Voorjaar 2014
Budget
Nog onbekend
Betrokken personen
AB lid
Planning 2014
Najaar ’14 eventueel definitieve invoering
3.2 Toernooien-aanbod
Doelstelling
Zoveel mogelijk deelnemers aan afdelingstoernooien
Realisering
Circa 800 spelers (jeugd en senioren) nemen deel
Evaluatie
Jaarlijks tijdens het toernooileideroverleg
Budget
€ 2.500
Betrokken personen
Ca 8 uur per maand voor 3 commissieleden
Gehele jaar
Planning 2014
3.3 Ranglijsten jeugd
Doelstelling
Periodiek samenstellen en publiceren van ranglijsten van spelers; streven naar
verbetering van de ranglijstsystematiek
Realisering
Correcte sterktecategorie indeling jeugdspelers bij toernooien
Evaluatie
Commissie CTW
Budget
P.M.
Betrokken personen
Licentiefunctionaris jeugd
Planning 2014
Gehele jaar
3.4 Beheer en uitgifte seniorenlicenties
Doelstelling
Periodiek controleren juiste toekenning seniorenlicenties en verstrekken nieuwe of
gewijzigde licenties aan senioren (licenties C t/m H)
Realisering
Correcte sterktecategorie indeling seniorspelers bij toernooien
Evaluatie
Commissie CTW
Budget
P.M.
Betrokken personen
Licentiefunctionaris senioren
Gehele jaar
Planning 2014
3.5 Beheer Evenementenagenda (en faciliteiten)
Doelstelling
Jaarlijks vaststellen en publiceren van toernooikalender
Realisering
Spreiding toernooien over gehele seizoen
Budget
P.M.
Evaluatie
Toernooileidersoverleg
Betrokken personen
Toernooifunctionaris
Planning 2014
Gehele jaar
4.
Opleidingen
57
Opleiden van verenigingskader en het ondersteunen van verenigingen bij het werven van jeugdleden zijn
van belang om in de breedte te kunnen groeien. Afhankelijk van organisatie vanuit de NTTB vindt
bekendmaking bij verenigingen plaats en na behalen van diploma een gedeeltelijke financiële bijdrage.
Daarbij denken we aan toernooileidersopleiding en scheidsrechtersopleiding als onderdeel van het
programma ‘Naar een veiliger sportklimaat’.
4.1 Trainersopleidingen
Doelstelling
Deelname aan trainersopleidingen promoten
Realisering
Leden die succesvol een door de NTTB georganiseerde trainersopleiding
hebben afgerond, ontvangen daarvoor een financiële bijdrage
Evaluatie
Eenmaal per jaar, bij de jaarrekening
Budget
€ 1.300
Betrokken personen
Commissie breedtesport
Planning 2014
Afhankelijk van de te organiseren opleidingen
5.
Algemeen Bestuurlijke Zaken
In 2013 is gebleken dat de huidige bestuursopzet voor het afdelingsbestuur niet voldoet. Een commissie
van goede diensten heeft daarover in juni 2013 gerapporteerd. Aanbevolen is om het afdelingsbestuur
terug te brengen tot drie bestuursleden: voorzitter, secretaris en penningmeester. Daarnaast te komen tot
drie commissies: breedtesport, topsport en wedstrijdzaken. Elke commissie heeft een commissievoorzitter
die niet in het afdelingsbestuur zit, maar daarmee wel communiceert. Op die manier is een betere
scheiding aan te brengen tussen beleidsvorming (het afdelingsbestuur) en beleidsuitvoering (de
commissies). Deze opzet lijkt in lijn met de opvattingen over bestuurlijke vernieuwing binnen de NTTB,
waarover in 2014 een eindrapport verwacht wordt. Als streefdatum voor een ad interim bestuur is 1
september 2013 afgesproken, in april 2014 kan de ALV van West zich over de samenstelling van het AB
uitspreken.
Het AB is voorstander van een volledige afstemming van de eigen website met de NTTB website, waarbij
de eigen functionaliteit mogelijk blijft. Op dit moment, augustus 2013, blijkt dit voor een aantal afdelingen
van de NTTB, waaronder West, nog niet volledig mogelijk te zijn.
5.1 Algemeen bestuurlijke zaken
Doelstelling
Invoering bestuurlijke reorganisatie
Realisering
2014
Evaluatie
Jaarverslag 2014
Budget
Betrokken personen
AB
Planning 2014
Kernbestuur geaccordeerd door de ALV en daarnaast drie commissies en
wel breedtesport, topsport en wedstrijdzaken
5.2 Contactenbeleid
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
Contacten met verenigingen op districtsniveau
Jaarlijkse bijeenkomsten tussen AB en verenigingen per vier districten
Jaarverslag
AB
In elk van de vier districten is een verenigingsbijeenkomst gehouden
(“voorzittersoverleg”)
5.3 Communicatiebeleid
Doelstelling
Website West aansluiten op NTTB website
Realisering
Look-and-feel van de landelijke website met behoud van de eigen
functionaliteit
Evaluatie
Jaarverslag
Budget
Betrokken personen AB en webmaster
Planning 2014
Afstemming met Hoofdbestuur, Bondsraad en afdelingen
58
CONCEPT - Jaarplan 2014
NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND
Afdeling Noord
Inhoudsopgave
Inleiding
1
Sport- en productontwikkeling
2.
Topsport
3.
Wedstrijdzaken
4.
Opleidingen
5.
Algemeen Bestuurlijke Zaken
59
1. Sport en Productontwikkeling
1.0 Algemeen
Doelstelling
Verbeteren onderlinge samenwerking verenigingen ter versterking van de
jeugdafdelingen en het op peil houden van ledenaantal senioren. Enerzijds
door bijvoorbeeld het financieel en inhoudelijk ondersteunen van
samenwerkingsverbanden, anderzijds door het aanbieden van nieuwe
competitievormen.
Budget
Betrokken personen Bestuur, Competitiecommissie en Evenementencommissie en betrokken leden
van diverse verenigingen.
1.1 Sport- en Productontwikkeling – Table Stars
Doelstelling
Groei in het ledenaantal jeugd 4-12 jaar door werving
Realisering
Stimulering deelname verenigingen met als beoogd resultaat jaarlijkse
toename met 10% van aantal verenigingen.
Evaluatie
Jaarlijks
Budget
Betrokken personen Coördinator Table Stars
Planning 2014
1.2 Sport- en Productontwikkeling – Oudere jeugd
Doelstelling
Behoud en waar mogelijk groei in het ledenaantal jeugd 12-20 jaar.
Realisering
Stimulering schooltoernooien
Evaluatie
Jaarlijks
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
1.3 Sport- en Productontwikkeling – volwassen doelgroepen
Doelstelling
Join the Table – uitrol en verankering doelgroepenbeleid
Realisering
Contacten onderhouden met bedrijfstafeltennis; aansluiten bij ouderenbeleid
Evaluatie
jaarlijks
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
1.4 Clubadvies
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
1.5 Promotionele Activiteiten
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
1.6 Accommodatiezaken
Doelstelling
Ondersteuning verenigingen in nieuw- en verbouw
Realisering
Evaluatie
Budget
60
Betrokken personen
Planning 2014
1.7 Veilig Sporten
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
2.
2.7
Doelstelling
[Proces]
Continu
Ondersteuning cursusaanbod van het bondsbureau
Actief benaderen van doelgroepen
jaarlijks
Continu
Topsport
Talentontwikkeling, talentherkenning en nieuw beleid onder 13
Talentontwikkeling
De details van de uitwerking van de activiteiten zijn in de jaarplanner terug te
vinden. De inhoudelijke trainingswerkzaamheden, die bij de vier jeugdteams
individueel kunnen zijn, worden door de vier bondscoaches gecoördineerd. De
Technisch Directeur houdt hier toezicht op en heeft wekelijks contact met de
vier bondscoaches.
Talentherkenning
Opleiden van sporters voor topsport en structureel aanleveren van nieuwe
jeugdselectieleden vanuit het NTTB Beloftenteam.
Uitdragen en toepassen van het NTTB-opleidingsplan en het talentvolgsysteem
bij de activiteiten.
Internationaal deelnemen aan regionale toernooien en presteren bij de Euro
Mini Champs (laatste 16).
Implementeren van het nieuwe beleid en starten met de
opleidingscentra (RTC – Regionaal Talent Centrum). Zie ook 2.10.
nieuwe
Structurele ondersteuning van talentherkenning in de afdelingen. Organiseren
van activiteiten voor talentherkenning.
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
Talentherkenning – Verenigingen
- Ondersteunen van schoolprojecten (LOOT)
- Samenwerking met verenigingen op projectbasis (zie ook plannen
nieuw beleid onder 13 jaar)
Samenwerking met verenigingen voor diverse trainingen (afspraken over het
gebruik van spelers voor sparring, o.a. voor dames, heren, jeugd, NTTB
Beloftenteam en para-tafeltennis)
Als omschreven onder kopje “Talentherkenning – Verenigingen”.
Jaarlijks
Besturen afdeling en verenigingen; trainers.
2.9
Doelstelling
Topsport algemeen
[Proces]
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
3.
Wedstrijdzaken
3.2 Competities
61
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
3.3 Evenementen
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
3.4 Ranglijsten
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
Voldoende en kwalitatief hoogwaardig aanbod leveren van competities op
afdelingsniveau. Nieuw of aangepast competitieaanbod invoeren of
onderhouden.
Zoals beschreven onder “doelstelling”; invoeren duo-competitie bij senioren
en jeugd.
Halfjaarlijks
Competitiecommissie en
Aanbod leveren en ondersteunen van initiatieven van verenigingen
(Doen) organiseren van diverse toernooien binnen de afdeling
Halfjaarlijks
Evenementencommissie; bestuursleden senioren en jeugd.
Periodiek samenstellen en publiceren van ranglijsten van spelers; streven
naar verbetering van de ranglijstsystematiek.
Zoals beschreven onder “doelstelling”.
Halfjaarlijks
Licentiebeheerder
3.8 Beheer Evenementenagenda (en faciliteiten)
Doelstelling
Opstellen van evenementagenda en aankondigen van evenementen binnen
en buiten de afdeling
Realisering
Plaatsing op de website van de afdeling
Budget
Evaluatie
Betrokken personen
Bestuur en webmaster
Planning 2014
4.
Opleidingen
4.1 Trainersopleidingen
Doelstelling
Uitvoer NTTB-trainersopleidingen
Realisering
NVT / activiteit Bondsbureau
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
4.2 Toernooileidersopleiding
Doelstelling
Uitvoer NTTB-toernooileidersopleidingen
Realisering
NVT / activiteit Bondsbureau
Evaluatie
Budget
Personele inzet
Planning 2014
4.3 Scheidsrechtersopleidingen als onderdeel van VSK programma
Doelstelling
Uitvoer NTTB-scheidsrechtersopleidingen
Realisering
NVT / activiteit Bondsbureau
Evaluatie
62
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
4.4 Goedlopend systeem van bijscholingen en licentiebeheer
Doelstelling
Realisering
NVT / activiteit Bondsbureau
Evaluatie
Budget
Personele inzet
Planning 2014
5.
Algemeen Bestuurlijke Zaken
5.1 Algemeen bestuurlijke zaken
Doelstelling
Hebben en houden van een voltallig bestuur en actieve commissies
Realisering
Vacature bestuurslid senioren vervullen; instellen evenementencommissie
Evaluatie
Halfjaarlijks
Budget
Betrokken personen
In functie zijnde bestuursleden
Planning 2014
5.3 Bepalen rolverdeling AB – Commissies
Doelstelling
Commissies zoveel als mogelijk zelfstandig en met mandaat laten
functioneren.
Realisering
Conform doelstelling
Evaluatie
Bij reguliere bestuursvergaderingen
Budget
Betrokken personen
Bestuur
Planning 2014
5.4 Vermarkten Tafeltennissport
Doelstelling
Produkten aanbieden waar de klant om vraagt
Realisering
Aanbieden van nieuwe tafeltennisvormen
Evaluatie
Jaarlijks
Budget
Betrokken personen Bestuur en commissies
Planning 2014
5.5 Communicatiebeleid
Doelstelling
Transparantie van bestuur
Realisering
Optimalisatie vorm en gebruik website
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
63
Jaarplan 2014
NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND
Afdeling Limburg
Inhoudsopgave
Inleiding
1
Sport- en productontwikkeling
2.
Topsport
3.
Wedstrijdzaken
4.
Opleidingen
5.
Algemeen Bestuurlijke Zaken
64
1. Sport en Productontwikkeling
1.0 Algemeen
Doelstelling
Ledenwerving 6-10 jarigen +5% en 55+ +3%
Budget
€ 15.000
Betrokken personen Werkgroep Breedtesport
1.1 Sport- en Productontwikkeling – Table Stars
Doelstelling
Groei in het ledenaantal jeugd 6-10 jaar door werving en kennismaking met de
Sport via vast traject Table Stars en Follow-Up
Realisering
Table Stars in samenwerking metscholen
Evaluatie
Via projectleider
Budget
± € 6.500
Betrokken personen 12, inclusief stagiaires Fontys Sporthogeschool
Planning 2014
• Eerste helft
• Project loopt gehele jaar 2014
• Tweede helft
1.2 Sport- en Productontwikkeling – Oudere jeugd
Doelstelling
Behoud ledenaantal jeugd 12-20 jaar door werving
Realisering
Verenigingen ondersteunen bij behoud van deze doelgroep
Evaluatie
Via projectleider
Budget
Benodigd budget wordt vrijgemaakt
Betrokken personen 2
Planning 2014
• Eerste helft
• Project loopt gehele jaar 2014
• Tweede helft
1.3 Sport- en Productontwikkeling – volwassen doelgroepen
Doelstelling
55+-werving
Realisering
Via verenigingen en diverse projecten
Evaluatie
Via projectleider
Budget
Benodigd budget wordt vrijgemaakt
Betrokken personen 4
Planning 2014
• eerste helft
• Project loopt hele jaar 2014
•
tweede helft
1.4 Clubadvies
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
• Eerste helft
• Tweede helft
Versterken van tafeltennisverenigingen op bestuurlijk en organisatorisch vlak
In clustervorm via afdeling en Platformoverleg en project Meer Vrijwilligers in
Korte Tijd
Projectleider
€ 4.000
4
•
Gehele jaar 2014
1.5 Promotionele Activiteiten
Doelstelling
Promotie van de tafeltennissport door middel van toernooien en evenementen
en communicatiematerialen
Realisering
Via werkgroepen
Evaluatie
Werkgroepen in overleg met het Afdelingsbestuur
Budget
Benodigd budget wordt vrijgemaakt
Betrokken personen
7
Planning 2014
• Eerste helft
• Gehele jaar 2014
65
•
Tweede helft
1.6 Accommodatiezaken
Doelstelling
Ondersteuning verenigingen in nieuw- en verbouw - verwijzing naar NTTB in
verband met expertise
Realisering
n.v.t
Evaluatie
n.v.t
Budget
n.v.t
Betrokken personen
n.v.t
Planning 2014
• n.v.t
• continue
1.7 Veilig Sporten
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
• continue
2.
2.7
Doelstelling
[Proces]
Het betrekken van de afdelingsverenigingen in het project “Naar een veiliger
sportklimaat". Vergroten van de bestuurlijke vaardigheid.
Via werkgroepen
Werkgroepen in overleg met het Afdelingsbestuur
Benodigd budget wordt vrijgemaakt
7
Het hele jaar 2014
Topsport
Talentontwikkeling, talentherkenning en nieuw beleid onder 13
Talentontwikkeling
De details van de uitwerking van de activiteiten zijn in de jaarplanner terug te
vinden. De inhoudelijke trainingswerkzaamheden, die bij de vier jeugdteams
individueel kunnen zijn, worden door de vier bondscoaches gecoördineerd. De
Technisch Directeur houdt hier toezicht op en heeft wekelijks contact met de
vier bondscoaches.
Talentherkenning
Opleiden van sporters voor topsport en structureel aanleveren van nieuwe
jeugdselectieleden vanuit het NTTB Beloftenteam.
Uitdragen en toepassen van het NTTB-opleidingsplan en het talentvolgsysteem
bij de activiteiten.
Internationaal deelnemen aan regionale toernooien en presteren bij de Euro
Mini Champs (laatste 16).
Implementeren van het nieuwe beleid en starten met de
opleidingscentra (RTC – Regionaal Talent Centrum). Zie ook 2.10.
nieuwe
Structurele ondersteuning van talentherkenning in de afdelingen. Organiseren
van activiteiten voor talentherkenning.
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
Talentherkenning – Verenigingen
- Ondersteunen van schoolprojecten (LOOT)
- Samenwerking met verenigingen op projectbasis (zie ook plannen
nieuw beleid onder 13 jaar)
Samenwerking met verenigingen voor diverse trainingen (afspraken over het
gebruik van spelers voor sparring, o.a. voor dames, heren, jeugd, NTTB
Beloftenteam en paratafeltennis)
Via RTC Limburg
Werkgroep Technische Zaken in overleg met het Afdelingsbestuur
Provinciale subsidie
7
Gehele jaar 2014
66
2.9
Doelstelling
Topsport algemeen
[Proces]
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
zie punt 2.7
3.
Wedstrijdzaken
3.2 Competities
Doelstelling
Voldoende en kwalitatief hoogwaardig aanbod leveren van competitiewedstrijden op
afdelingsniveau. Nieuw of aangepast competitieaanbod invoeren of onderhouden.
Realisering
Via Werkgroep Competitie
Evaluatie
Werkgroep in overleg met Afdelingsbestuur
Budget
€ 2.500
Betrokken personen
5
Planning 2014
• Gehele jaar 2014
3.3 Evenementen
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
3.4 Ranglijsten
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
Aanbieden van hoogwaardige evenementen in de afdeling
Werkgroep Toernooien en Wedstrijden en Projectleider
Werkgroep – Projectleider – Afdelings bestuur
± € 10.000
13
•
Gehele jaar 2014
Periodiek samenstellen en publiceren van ranglijsten van spelers; streven naar
verbetering van de ranglijstsystematiek.
Werkgroep competitie
Werkgroep – Afdelingsbestuur
n.v.t.
4
• Gehele jaar 2014
3.8 Beheer Evenementenagenda (en faciliteiten)
Doelstelling
Transparant maken en promoten van activiteiten binnen de afdeling
Realisering
Werkgroep Communicatie
Budget
± € 350
Evaluatie
Werkgroep – Afdelingsbestuur
Betrokken personen
3
Planning 2014
• Via website en nieuwsbrief
4.
Opleidingen
4.1 Trainersopleidingen
Doelstelling
Stimulering deelname aan trainersopleidingen binnen de NTTB
Realisering
NTTB in overleg met de afdeling
Evaluatie
Dit is wenselijk
Budget
n.v.t.
Betrokken personen
1
Planning 2014
• Voorjaar 2014
Gehele jaar 2014
• Najaar 2014
4.2 Toernooileidersopleiding
67
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Personele inzet
Planning 2014
Zie punt 4.1
4.3 Scheidsrechtersopleidingen als onderdeel van VSK programma
Doelstelling
Zie punt 4.1
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
4.4 Goedlopend systeem van bijscholingen en licentiebeheer
Doelstelling
Stimulering deelname voor het bereiken van een optimale kwaliteit
Realisering
SLT in samenwerking afdeling
Evaluatie
SLT – Afdelingsbestuur
Budget
Benodigd budget wordt vrijgemaakt
Personele inzet
4
Planning 2014
1x voorjaar en 1x najaar 2014
5.
Algemeen Bestuurlijke Zaken
5.1 Algemeen bestuurlijke zaken
Doelstelling
Lid-verenigingen kunnen optimaal functioneren en deelnemen aan de
geboden activiteiten
Realisering
Afdelingsbestuur - Werkgroepen
Evaluatie
6x per jaar
Budget
Budgettering via jaarplannen werkgroepen
Betrokken personen
7
Planning 2014
• Gehele jaar 2014
5.3 Bepalen rolverdeling AB – Commissies
Doelstelling
Werkgroepen zo veel mogelijk autonoom laten functioneren
Realisering
Afdelingsbestuur en goede communicatie
Evaluatie
6x per jaar
Budget
n.v.t.
Betrokken personen
7
Planning 2014
• Gehele jaar 2014
5.4 Vermarkten Tafeltennissport
Doelstelling
Tafeltennissport toegankelijk maken voor iedereen
Koppeling basisscholen-Gemeentes-Tafeltennisplan Limburg
Realisering
AB en lid-verenigingen
Evaluatie
4x per jaar
Budget
Benodigd budget wordt vrijgemaakt
Betrokken personen Allen
Planning 2014
• Gehele jaar 2014
5.5 Communicatiebeleid
Doelstelling
Openbaarheid van tafeltennissport naar iedereen
Realisering
Werkgroep Communicatie via verbeterde website, email-nieuwsbrieven
Evaluatie
4x per jaar
Budget
Start budget € 350
Betrokken personen 4
Planning 2014
• Gehele jaar 2014
68
Jaarplan 2014
NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND
Afdeling Gelre
Inleiding
Graag biedt het bestuur van de Afdeling Gelre u hierbij het Jaarplan 2014 aan.
Net als vorige jaren staan we in dit jaarplan met name stil bij de onderwerpen waarvoor in 2014
extra tijd en financiële middelen moeten worden vrijgemaakt.
Gelet op het feit dat we nog geen voltallig bestuur hebben en de takendiscussie in het kader van de
Bestuurlijke vernieuwing leidt dit tot een kort jaarplan. Naast de reguliere werkzaamheden en de
beleidsplannen die we al hadden ontwikkeld maken we nu namelijk pas op de plaats.
1.
Algemeen Bestuurlijke Zaken
Het afdelingsbestuur bestaat momenteel uit 4 leden. Uitbreiding van het bestuur met een AB lid
“sportzaken” is wenselijk. Maar met name de commissie sportzaken behoeft aanvulling.
In de begroting zijn voor ABZ alleen de reguliere kosten zoals vergaderkosten en reiskosten
opgenomen.
2.
Sport- en Productontwikkeling
De afdeling Gelre heeft te kampen met een forse terugloop van jeugdleden in de laatste jaren.
In 2012 is hiervoor WOB-beleid ontwikkeld.
Afgesproken was dat het AB met dit product in 2012 actief naar de verenigingen zou gaan om dit
product te promoten om de kans van slagen zo groot mogelijk te maken, want aanwas van jeugd is
nodig! Door bovenstaande personele problemen is dat niet gelukt en mede daardoor is er nog geen
gebruik gemaakt van de openstaande mogelijkheden.
69
Als de commissie sportzaken wordt uitgebreid, willen wij hier toch extra aandacht aan gaan
schenken.
3.
Opleidingen
In de begroting is geld opgenomen voor leden vanuit de afdeling die met succes een door de
NTTB georganiseerde trainersopleiding afronden.
4.
Wedstrijdzaken
Vanuit de afdeling wordt een divers aanbod voor het spelen van wedstrijden geleverd. Sinds 2012
vallen alle wedstrijden (competitie, toernooien + (beker)wedstrijden) onder CTW.
5.
(Top)sport
De afdeling ondersteunt/stimuleert lokale initiatieven om trainingen te organiseren voor de jongere
jeugd (welpen/pupillen) van de verenigingen in een bepaalde regio.
Ook ondersteunt/stimuleert de afdeling het organiseren van toernooien voor beginnende jeugd
door verenigingen in een bepaalde regio. Doelstelling hiervan is om vooral beginnende spelers die
nog geen competitie spelen de mogelijkheid te bieden om toch wedstrijdjes te spelen. Dit weer
vanuit de gedachte dat door het zoveel mogelijk laten spelen nieuwe spelers eerder voor onze sport
worden behouden.
Het aantal initiatieven vanuit verenigingen voor zowel het organiseren van trainingen als
beginnertoernooien valt ons tegen. Voor promotie/ondersteuning van dergelijke activiteiten is ook
weer uitbreiding van de commissie sportzaken nodig.
In het meerjarenbeleidsplan van de NTTB was al opgenomen de ontwikkeling van Regionale
Trainingscenta (RTC). Omdat hier tot dusverre geen financiële middelen voor vrij waren gemaakt,
zijn deze centra nog niet van de grond gekomen. Vanaf najaar 2013 is er echter wel een budget
voor beschikbaar, onder meer door het laten vervallen van de “Talentgroep”. Ook binnen de
afdeling Gelre willen we een RTC oprichten. 1
1
Zoals onder begroting 2014 reeds gesteld vindt overleg met het Bondsbureau en alle afdelingen over de verdere uitwerking en
financiële verantwoording pas begin mei plaats. Nadere informatie over de RTC zal na deze bijeenkomst in het jaarplan worden
verwerkt.
70
Jaarplan 2014
NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND
Afdeling Midden
Inhoudsopgave
Inleiding
1
Algemeen Bestuurlijke Zaken
2.
Sport- en productontwikkeling
3.
Opleidingen
4.
Wedstrijdzaken
5
Topsport
71
Inleiding
Afdeling Midden is in de afgelopen jaren gedragen door enkele schouders. Deze schouders hebben
gezorgd voor een (bijna altijd) voltallig afdelingsbestuur en voor doorgang van de noodzakelijke
werkzaamheden.
Dat de financiële middelen van de afdeling ruimte laat voor investeringen en ondersteuning is voornamelijk
te danken aan de gastvrijheid van TTV Hilversum die al vele jaren op rij zeer gastvrije wijze onderdak en
ondersteuning biedt voor de afdeling.
Speerpunten van het huidige afdelingsbestuur zijn;
1. Continueren wat goed gaat;
2. Aansluiten bij verbeteringsinitiatieven die al lopen;
3. Verbreden van dragend kader van verenigingen en afdeling daar waar mogelijk.
We hanteren hierbij de volgende uitgangspunten:
1. Een vereniging is er voor zijn leden;
2. De afdeling is er voor zijn verenigingen;
3. We zijn allemaal lid, dus we helpen allemaal mee;
4. De jeugd heeft wel de potentie maar niet de middelen dus die ondersteunen we extra;
5. Iedereen is zelf draagkrachtig, of werkt ernaar toe om dit te worden.
Praktische invulling:
Het afdelingsbestuur vervult verenigingsoverstijgende taken en faciliteert verenigingen en weegt daarin het
belang van de individuele sporter en zijn/haar vereniging.
Zonder de individuele sporter is er geen team, is er geen vereniging en is er geen afdeling.
72
Sterkte / Kansen
Mensen
Zwakte / Bedreigingen
Passie voor hun gedeelte van de sport
Voor het team wordt een hoop aan de kant gezet
Veel 50+’ers hebben ooit al eens getafeltennist en
hoeven ‘alleen maar’ overgehaald te worden.
Veel kennis en ervaring binnen leden. Ken je
leden en gebruik deze kennis.
Veel mensen recreëren als tafeltennisser, is
potentiële doelgroep voor een vereniging
Kritisch
Behoudend
Vergrijzing van het kader
Overbelaste
bestuurders
hebben
geen
draagkracht voor noodzakelijke innovatie
Mensen hebben teveel hobby’s, te druk op het
werk en te weinig tijd en zin
Paar mensen binnen een vereniging bepalen,
geen breed draagvlak.
Vormen van kliekjes binnen vereniging
Middelen
Genoeg financiële draagkracht
Het wiel is ergens anders allang uitgevonden. Het
behoeft alleen aanpassing en toepassing.
Zalen in eigen beheer kunnen een grotere
bezettingsgraad aan.
Leden hebben soms middelen, ken je leden en
gebruik deze middelen.
Gebruik van social media, gratis reclame
Weinig concrete doelen om te vernieuwen
Steeds verhogende huurprijzen voor kwalitatief
steeds slechtere zalen.
Geen lange termijn plannen voor overleving van
de club
Middelen die er zijn worden niet gedeeld.
Structuur
Pragmatisch
Weinig overdraagbaarheid
Verenigingsstructuur is zeer flexibel en behoeft Ontbreken van structuur kost kostbare tijd en
geen aanpassingen bij innovatie
energie.
Durf duidelijke keuze te maken:
Geen structuur geeft (deel) leden te weinig
Prestatievereniging of recreatievereniging
aandacht
Cultuur
We regelen het wel even
Weinig schouders dragen veel
Team gericht
Veel lange tenen
Jongeren krijgen de kans om het verschil uit te Geslotenheid
maken.
Meegaan met de tijd, gebruik de actualiteit
Komen niet halen, ze komen het wel brengen
KYC (know your customer) en stem daar op af
Het hebben van een (te) duidelijke cultuur kan ook
mensen afschrikken
Bestuur NTTB-Midden
Oktober 2013
1.
Algemeen Bestuurlijke Zaken
Inleiding:
Wij vinden het belangrijk dat tafeltennis vooral ook een verenigingsactiviteit is waarbij gezelligheid en
samenhorigheid kernwaarden zijn. Veel kanten van tafeltennisbestuur zijn van toepassing op elke soort
vereniging. Iemand die geen tafeltennis speelt kan dan ook zeker zitting heben in een tafeltennis bestuur.
73
Het komende jaar zet het afdelingsbestuur in op verbreding van het dragend kader van de vereniging en de
afdeling. We sluiten hierbij zoveel mogelijk aan bij materiaal en ervaring van andere afdelingen.
Een goede en brede communicatie is hierbij onontbeerlijk. Hierbij verwelkomen we dan ook het initiatief
van het landelijk bestuur om te komen tot eensluitende afdelings websites. Onze grote waardering gaat uit
naar Martin van Groen die al zoveel jaar belangeloos zoveel uren heeft gewerkt om de site te
onderhouden.
Historie is datgene wat laat zien wie je bent en wij hechten dan ook zeer veel waarde aan de kengetallen
en lijsten en andere waardevolle informatie. Daarom wordt ook gezocht naar invulling om deze historie te
integreren in de nieuwe website.
1.1 Vervolg traject Bestuurlijke vernieuwing
Doelstelling
Implementeren bestuursmodel en bestuursprofielen en inbedden bestuurlijke
vernieuwing
Realisering
Vanuit de code Goed Sportbestuur zal het bestuursmodel van de NTTB
geïmplementeerd moeten worden. Onderdeel van het beleidsvoerende
bestuursmodel is de scheiding tussen beleid en uitvoering. Dit model zal zijn
plek moeten krijgen in de wijze waarop bestuur en medewerkers handelen
richting verenigingen, vrijwilligers en Bondsraad. Met het traject van
Bestuurlijke Vernieuwing zijn onder andere onze reglementen aangepast, is de
samenstelling van de Bondsraad gewijzigd en is het College van Voorzitters
geïntroduceerd. Deze wijzigingen zijn formeel geïmplementeerd, maar in het
handelen en werken van een ieder dient dit traject van Bestuurlijke
Vernieuwing verder zijn plek te krijgen.
Evaluatie
De Bondsraad en het College van Voorzitters worden betrokken bij de
realiseren. Aan de Bondsraad wordt gerapporteerd.
Budget
Uitgaven: geen
Personele inzet
Afdelingsvoorzitter
Planning 2014
• Volgen werkgroep Bestuurlijke vernieuwing
• Landelijke uniformering afdelingsregelingen indien mogelijk
1.4 Bepalen rolverdeling Hoofdbestuur – Bondsbureau – Afdelingen – Commissies –
Verenigingen
Doelstelling
Beschrijven taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden AB-commissies
Realisering
Evaluatie
Budget
Uitgaven: Reiskosten
Personele inzet
Alle betrokkenen
Resultaten
Planning 2012
• Informatie inwinnen bij overige afdelingen
Planning 2013
• Vaststellen aan welke Taken, Bevoegdheden en Verantwoordelijkheden het AB zich wil commiteren
• Inzetten op werving kader om actief te participeren
Planning 2014
• Versterking AB & Bondsraadsleden
1.5 Continuering financieel beleid
Doelstelling
Bepalen weerstandsvermogen en opstellen jaarbegroting vanuit
meerjarenperspectief
Realisering
Aansluiting bij NTTB meerjarenbegroting
Evaluatie
Constructief kritisch meedenken en input geven aan NTTB voorstellen
Budget
Reiskosten
Personele inzet
Penningmeester
Planning 2014
Input leveren op voorstellen NTTB Landelijk
1.8 Project NAS
Doelstelling
Realisering
het
Afronding implementatie licentiemodule en inventarisatie vervolgstappen
Begin 2011 is de licentiemodule senioren geïmplementeerd. Inventariseren of
nieuwe ontwikkelingen wenselijk zijn.
74
Evaluatie
Budget
Personele inzet
Planning 2014
Bij iedere Bondsraad wordt schriftelijk de voortgang gerapporteerd.
Besluitvorming over nieuwe ontwikkelingen wordt door het HB aan de
Bondsraad voorgelegd.
Bondsraadslid Midden heeft zitting in de werkgroep.
Input leveren op voorstellen NTTB Landelijk
2.
Sport- en Productontwikkeling
Inleiding:
Juist in de coördinatie van dit soort verenigingsoverstijgende zaken ziet het bestuur veel toegevoegde
waarde. Hier is veel meer uit te halen voor de individuele vereniging dan nu het geval is. Het bestuur zet
actief in op verdere versterking van de benodigde mankracht hiervoor.
Het afdelingsbestuur is waakzaam over de doelstelling van de landelijke organisatie op het gebied van
verenigingsondersteuning. Daar waar het gaat om papierwerk en bestrijding van ‘paarse krokodillen’ zien
wij zeker toegevoegde waarde van de landelijke organisatie. Daar waar het gaat om ondersteuning in raad
en daad zien wij veel waarde voor het afdelingsbestuur.
2.3 Clubadvies
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Personele inzet
Planning 2014
Verenigingen ondersteunen
De NTTB wil van verenigingen weten wat ze aan ondersteuningsbehoefte
hebben. We sluiten daarbij aan, om ze zo te kunnen prikkelen de zelf gestelde
doelen te halen. Dit vraagt van de NTTB een flexibel ondersteuningsaanbod,
op maat kennis en budget, en een innovatieve attitude. Daarnaast continueren
we bestaand beleid gericht op samenwerking en kennisdeling.
Prikkelen en activeren van verenigingen voor deelname aan NTTB-projecten,
-bijeenkomsten en -opleidingen door middel van een clubcoach.
Start inrichten database verenigingen.
Stimuleren kennisopbouw en kennisdeling binnen de NTTB
Verenigingen stimuleren kaderopleidingen te volgen via sportraden.
Accommodatie advies (2.4).
•
•
Ruchtbaarheid geven aan verenigingscongres
Geen actief beleid naar verenigingen i.v.m. ontbreken capaciteit.
3.
Opleidingen
Inleiding:
Voor 2014 continueert het bestuur de volledige vergoeding van TT1, TT2 en TT3 na behaald diploma en
invulling van de overige voorwaarden.
4.
Wedstrijdzaken
Inleiding:
In het MJBP 2010-2016 zijn voor Wedstrijdzaken een aantal belangrijke aandachtspunten opgenomen. Zo
heeft de NTTB het verhogen van het niveau van de Eredivisie als doelstelling en daarmee samenhangend
de zorg dat tegen 2016 alle Nederlandse toppers (dames en heren) in de Eredivisie spelen. De Eredivisie
zou veel meer het gezicht van de tafeltennissport in Nederland kunnen en moeten zijn. Een sterke
Eredivisie is een middel om de tafeltennissport op een hoger niveau met regelmaat naar de tafeltennissers
en geïnteresseerden te brengen.
4.3 Evenementen
Doelstelling
Naar een (nog) hoger niveau en meer aanbod werken van landelijke toernooien d.m.v.
ontwikkelen van beleid, uitvoeren, sturen en bewaken
Verdere professionalisering van de topevenementen d.m.v. bidbooks in samenwerking
met de medewerker Media & Communicatie en helder omschrijven taken en
verantwoordelijkheden
Goede heldere communicatie hanteren met de vrijwilligers (vooral toernooileiders),
CTW, TEC, maar vooral ook met de NTTB-leden
75
Realisering
Evaluatie
Budget
Personele inzet
Planning 2013
Planning 2014
Realiseren van toernooien en evenementen tijdens WK 2011
(Nog) geen invulling op afdelings niveau van dit beleid.
•
•
Inzetten op werving kader om actief te participeren
Selectief behoud van evenementen die draagvlak hebben binnen de afdeling.
5.
Topsport
Inleiding
Op dit moment vinden alleen activiteiten plaats ten behoeve van het jeugdwerk door het Afdelingsbestuur.
5.7
Doelstelling
Talentontwikkeling – Talentgroep
[Proces]
Opleiden van sporters voor topsport en structureel aanleveren van nieuwe
jeugdselectieleden vanuit de Talentgroep.
Uitdragen en toepassen van het NTTB-opleidingsplan en het talentvolgsysteem
bij de activiteiten.
Internationaal deelnemen aan regionale toernooien en presteren bij de Euro
Mini Champs (laatste 16).
Talentherkenning – afdelingen (zie ook aanvullende activiteiten onder 5.10 –
nieuw beleid!)
Structurele ondersteuning van de talentherkenning in de afdelingen.
Organiseren van activiteiten voor talentherkenning.
Talentherkenning – Verenigingen
- Ondersteunen van schoolprojecten (LOOT)
- Samenwerking met verenigingen op projectbasis (zie ook plannen
nieuw beleid onder 13 jaar)
Samenwerking met verenigingen voor diverse trainingen (afspraken over het
gebruik van spelers voor sparring, o.a. voor dames, heren, jeugd, talentgroep
en SB)
Realisering
Evaluatie
Budget
Personele inzet
Planning 2014
5.10
Doelstelling
[Proces]
Realisering
Evaluatie
Budget
Personele inzet
Planning 2014
•
Geen medewerking vanuit de afdeling tbv Dag van het Talent.
Nieuw Beleid 2010-2016
1. Uitbreiden activiteiten voor sporters onder 13 jaar
2. Uitbreiden aantal leden CTO Papendal
1. De Technisch Directeur gaat samen met het Hoofdbestuurslid Topsport
de speerpunten en de invulling van de activiteiten afspreken. De
communicatie en inventarisatie van de situatie binnen de afdelingen
staat centraal. In het najaar 2011 (nieuwe seizoen) zullen de eerste
uitbreidingen van gerichte activiteiten starten.
2. Zie 5.3 en 5.4
Evaluatie volgt tijdens de functioneringsgesprekken.
Uitgaven: € 46.000
Inkomsten: € 0
NTTB bijdrage uit 25% contributie voor topsport: € 0
Subsidies: € 25.000 uit algemene extra Lotto subsidie
Afdelingen: € 21.000 voor regionale bondstrainingen binnen de afdelingen
Trainer
Talentgroep,
Afdelingscoördinator,
Regionale
bondstrainer,
projecttrainer (via verenigingen), Technisch Directeur, Medewerker Topsport
• Continuering van AT & RBT
76
Jaarplan 2014
NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND
Afdeling Oost
Inhoudsopgave
Inleiding
1
Sport- en productontwikkeling
2.
Topsport
3.
Wedstrijdzaken
4.
Opleidingen
5
Algemeen Bestuurlijke Zaken
77
1. Sport en Productontwikkeling
1.0 Algemeen
Doelstelling
Bevordering activiteiten door verenigingen middels stimuleringsmaatregelen
Budget
€ 2.000 + voor 2014 € 2.500 extra in verband met nieuwe
stimuleringsmaatregel Table Stars per 1-1-2014 (laatste besloten op ABvergadering van 19-10-2013).
Betrokken personen Ellen Orré
1.1 Sport- en Productontwikkeling – Table Stars
Realisering
Betrekken van minimaal 18 van de 37 verenigingen met jeugd bij Table Stars
project; momenteel hebben zo’n 12-15 verenigingen mee gedaan.
Evaluatie
Jaarlijks aan de hand van projectplan dat ten grondslag ligt aan de
stimuleringsmaatregel
Budget
€ 2.500 euro voor pakketten en 3 proefpakketten in bruikleen
Betrokken personen Ellen Orré
Planning 2014
• Eerste helft
• 5 pakketten + toename 1-3 verenigingen in deelname Table Stars,
tweede helft weer 5 pakketten + groei deelname met 1-3 verenigingen
• Tweede helft
1.2 Sport- en Productontwikkeling – Oudere jeugd
Doelstelling
Opleiden kader door middel van stimulering gratis TT1-opleiding en
subsidiëring TT2-opleiding. Hier moet het Werven, Opvang en Behoud van
verenigingen komen.
Realisering
Bieden opleidingen ter versterken van kader
Evaluatie
Zomer 2014 na afronding gratis TT1- opleiding
Budget
€ 2.000
Betrokken personen Pieter Huiskes, Sven Kaptein en Ellen Orré
Planning 2014
• Eerste helft
• 3 gratis opleidingen TT1 in januari t/m maart 2014 daarna in het najaar
weer faciliteren van een TT2-opleiding eventueel in samenwerking met
aanliggende afdelingen
• Tweede helft
1.3 Sport- en Productontwikkeling – volwassen doelgroepen
Realisering
Aanbieden alternatieve competitievormen om uitval door langere competitieavonden te voorkomen bij deze groep
Evaluatie
Eind 2014
Budget
€ 2.000
Betrokken personen Sven Kaptein en competitieleiders afdeling
Planning 2014
• eerste helft
• Uitwerken plan duo-competitie en in het najaar 2014 invoering duocompetitie na goedkeuring van de ALV in mei 2014. Gedegenheid gaat
bij invoering voor snelheid.
•
tweede helft
1.4 Clubadvies
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
Verenigingen attenderen op initiatieven vanuit de landelijke NTTB zoals
besturen met een visie, verenigingscongres, bijscholing Table Stars, Naar een
veiliger sportklimaat etc etc.
Constant herhalen van de boodschap
Jaarlijks
Gehele afdelingsbestuur
1 maart 2014 verenigingscongres Zwolle
Najaar 2014 bijscholing trainers en Table Stars, eventueel een verdiepend
regionaal verenigingscongres
1.5 Promotionele Activiteiten
Doelstelling
Stimulering
tafeltennissport
en
78
tafeltennistoernooien
door
gelijknamige
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
• Eerste helft
• Tweede helft
stimuleringsmaatregelen + jaarlijkse afdelingskampioenschappen in mei in het
Landstede sportcentrum voor 2014
Verenigingen en de afdelingskampioenschappen door Smash’70 Hattem
Jaarlijks
Voor 2014 AK € 2.000 + ondersteuning tafels en voor stimulering overige
toernooien € 1.000
Ellen Orré, Sven Kaptein en penningmeester Ingrid van de Riet
•
Overige toernooien doorlopend in het jaar en de afdelingskampioenschappen op 24 en 25 mei 2014.
1.6 Accommodatiezaken
Realisering
Ondersteuning door middel van attendering op stimuleringsmaatregelen
binnen en buiten de tafeltennissport en de expertise die er op dit gebied is
binnen de NTTB. Ook verenigingen onderling met elkaar in contact brengen
die uitbreiden en/of (ver)bouwen zodat niet telkens het wiel opnieuw
uitgevonden wordt.
Evaluatie
Jaarlijks
Budget
Geen
Betrokken personen
Gehele afdelingsbestuur
Planning 2014
• n.v.t.
• continue
1.7 Veilig Sporten
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
• continue
2.
2.7
Doelstelling
[Proces]
Attenderen op georganiseerde bijeenkomsten en (financieel) ondersteunen
opleiding kader
Continue proces
Jaarlijks
Stimuleringsmaatregel tafeltennistrainer cq kader
Pieter Huiskes (voorzitter AB)
• n.v.t.
Topsport
Talentontwikkeling, talentherkenning en nieuw beleid onder 13
Talentontwikkeling
De details van de uitwerking van de activiteiten zijn in de jaarplanner terug te
vinden. De inhoudelijke trainingswerkzaamheden, die bij de vier jeugdteams
individueel kunnen zijn, worden door de vier bondscoaches gecoördineerd. De
Technisch Directeur houdt hier toezicht op en heeft wekelijks contact met de
vier bondscoaches.
Talentherkenning
Opleiden van sporters voor topsport en structureel aanleveren van nieuwe
jeugdselectieleden vanuit het NTTB Beloftenteam.
Uitdragen en toepassen van het NTTB-opleidingsplan en het talentvolgsysteem
bij de activiteiten.
Internationaal deelnemen aan regionale toernooien en presteren bij de Euro
Mini Champs (laatste 16).
Implementeren van het nieuwe beleid en starten met de
opleidingscentra (RTC – Regionaal Talent Centrum). Zie ook 2.10.
nieuwe
Structurele ondersteuning van talentherkenning in de afdelingen. Organiseren
van activiteiten voor talentherkenning.
Talentherkenning – Verenigingen
- Ondersteunen van schoolprojecten (LOOT)
79
-
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Samenwerking met verenigingen op projectbasis (zie ook plannen
nieuw beleid onder 13 jaar)
Samenwerking met verenigingen voor diverse trainingen (afspraken over het
gebruik van spelers voor sparring, o.a. voor dames, heren, jeugd, NTTB
Beloftenteam en para-tafeltennis)
Eind 2014
Jaarlijks
Onderdeel van het gehele topsportbudget van € 10.000
Commissie topsport onder leiding van Marthijn van der Wal, Irene Faber, Lars
Wildenborg, Martijn Spithoven en Boris de Vries
Planning 2014
2.9
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
Topsport algemeen
September-juni
Jaarlijks
Onderdeel van het gehele topsportbudget van € 10.000
Commissie topsport onder leiding van Marthijn van der Wal, Irene Faber, Lars
Wildenborg, Martijn Spithoven en Boris de Vries
20 regionale afdelingstrainingen en 40 weken twee individuele trainingen (80)
met financiële ondersteuning van de ouders van direct betrokken spelers.
3.
Wedstrijdzaken
3.1 Competitie
Doelstelling
Faciliteren van een jeugd- en seniorencompetitie
Realisering
De afdeling Oost heeft een jeugd- en seniorencompetitie. Hiernaast is er ook
een starterscompetitie voor de startende jeugd met kleine reisafstanden.
Evaluatie
Tweemaal per jaar, na elk seizoen
Budget
€ 2.000
Personele inzet
Bestuurslid breedtesport + Competitie commissie
Planning
September-juni
3.2 Bekercompetitie
Doelstelling
Faciliteren van een competitie na de reguliere voorjaarscompetitie voor de spelers
die langer willen doorspelen
Realisering
De afdeling Oost heeft een bekercompetitie voor zowel de jeugd als senioren
Evaluatie
Eenmaal per jaar na de bekercompetitie
Budget
€ 150
Personele inzet
Bestuurslid breedtesport + Bekercompetitieleider
Planning
Voorjaar 2014 na het reguliere voorjaarsseizoen
3.3 Toernooien / Breedtesport stimulering
Doelstelling
Toernooien stimuleren om georganiseerd te worden
Realisering
De afdeling Oost heeft een uitgebreide financiële stimuleringsbijdrage voor toernooi
organisatoren
Evaluatie
Eenmaal per jaar na afloop van het voorjaarseizoen
Budget
€ 2.000
Personele inzet
Bestuurslid breedtesport
Planning
n.v.t.
3.4 Table Stars
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Personele inzet
Nieuwe jeugd aantrekken bij de verenigingen
Afdeling Oost participeert actief in het Table Stars project en heeft als doel de
verenigingen zo goed mogelijk te faciliteren in het organiseren van dit project
Eenmaal per jaar na afloop van het voorjaarseizoen
€ 2.500 middels nieuwe stimuleringsmaatregel Table Stars (besluit op ABvergadering 19-10-2013).
Bestuurslid breedtesport
80
Planning
September-juni
3.5 Afdelingskampioenschap
Doelstelling
Eenmaal per jaar een afdelingskampioenschap
Realisering
De afdeling Oost wil dat er eenmaal per jaar een afdelingskampioenschap wordt
georganiseerd door een vereniging
Evaluatie
Eenmaal per jaar na het toernooi
Budget
€ 2.000 + ondersteuning tafels
Personele inzet
Bestuurslid breedtesport + Vereniging
Planning
Na de voorjaarscompetitie
3.6 Evenementen
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
•
3.7 Ranglijsten
Doelstelling
Realisering
Evaluatie
Budget
Betrokken personen
Planning 2014
Diverse evenementen binnen de Afdeling Oost
Top-10, Top-12, Euregiotoernooi, Meerkampen
Na elk toernooi
€ 1.700
Bestuurslid breedtesport + verenigingen
• Januari Top 10
• Juni Top 12
• September Top team
• September Euregiotoernooi
Periodiek samenstellen en publiceren van ranglijsten van spelers; streven
naar verbetering van de ranglijstsystematiek.
Periodiek een up-to-date ranglijst
Nvt
Nvt
Licentieadministrateur NTTB / Afdeling Oost
•
3.8 Beheer Evenementenagenda (en faciliteiten)
Doelstelling
Inzichtelijk en kenbaar maken van alle evenementen van de NTTB en afdeling
Oost
Realisering
Op website van NTTB / Afdeling Oost + competitiebulletin
Budget
Nvt
Evaluatie
Nvt
Betrokken personen
Gehele bestuur afdeling Oost
Planning 2014
•
4.
Opleidingen
4.1 Trainersopleidingen
Doelstelling
Voor 2014 gratis aanbieden drie TT1-opleidingen en ondersteunen TT2opleiding
Realisering
TT1 doelstelling reeds gerealiseerd
Evaluatie
Jaarlijks
Budget
€ 1.000 stimulering tafeltennistrainer/kader + kosten gratis aanbieden TT1opleiding
Betrokken personen
Pieter Huiskes en Peter Hanning
Planning 2014
• Voorjaar 3 gratis opleidingen TT1-opleidingen en in het najaar
(financieel) ondersteunen TT2-opleiding.
4.2 Toernooileidersopleiding
Doelstelling
Inventariseren behoefte binnen de afdeling
Realisering
Zomer 2014
Evaluatie
Zomer 2014
Budget
Op dit moment geen, vanuit de algemene middelen indien opleiding gewenst.
81
Personele inzet
Planning 2014
Gehele AB
• Opleiding op zijn vroegst in het najaar 2014 na behoefte evaluatie.
4.3 Scheidsrechtersopleidingen als onderdeel van VSK programma
Doelstelling
Volgen landelijk beleid
Realisering
Eind 2014
Evaluatie
Jaarlijks
Budget
Geen, niet eerste speerpunt AB in 2014
Betrokken personen
Gehele AB
Planning 2014
• Geen planning op dit specifieke beleidsterrein.
4.4 Goedlopend systeem van bijscholingen en licentiebeheer
Doelstelling
Jaarlijks tot 1 keer per 2 jaar door commissie topsport; aparte
commissieleden voor licentiebeheer en ondersteuning jaarlijkse bijscholing
Table Stars vanuit de NTTB met bijvoorbeeld accommodatie en werving.
Realisering
Bijscholing wordt gegeven door trainers 4 binnen de eigen afdeling
Evaluatie
Jaarlijks
Budget
€ 250, wordt bijna gratis verzorgd door trainers 4 binnen de afdeling
Personele inzet
Commissie topsport
Planning 2014
• Najaar 2014
5.
Algemeen Bestuurlijke Zaken
5.1 Algemeen bestuurlijke zaken
Doelstelling
Korte lijnen tussen verenigingen en AB.
Realisering
Goed zichtbaar zijn als AB tijdens diverse evenementen, etc etc. Tevens
goed bereikbaar via diverse social media, e-mail etc. etc.
Evaluatie
Jaarlijks
Budget
n.v.t.
Betrokken personen
Gehele AB
Planning 2014
• N.v.t.
5.3 Bepalen rolverdeling AB – Commissies
Doelstelling
Duidelijke portefeuilleverdeling
Realisering
Reeds bepaald
Evaluatie
Jaarlijks
Budget
n.v.t.
Betrokken personen
Gehele AB
Planning 2014
• N.v.t.
5.4 Vermarkten Tafeltennissport
Doelstelling
Fanatieke ondersteuning vanuit het AB aan bijvoorbeeld het verdere
professionaliseren van het NK
Realisering
Al aardig geslaagd gezien de reacties over 2013 en de verdere
professionalisering die tot stand komt in het eerste weekend van 2014.
Evaluatie
Budget
Niet vastgesteld, uit algemene middelen of private sponsoren
Betrokken personen AB
Planning 2014
1-2 maart
5.5 Communicatiebeleid
Doelstelling
Goede bereikbaarheid en adequate informatievoorziening aan de verenigingen
Realisering
Aardig op orde, laatste stap is de vernieuwde website
Evaluatie
Jaarlijks
Budget
n.v.t.
Betrokken personen AB + Veldmaat ICT
Planning 2014
• Realisatie website na oplossen laatste hobbels vanuit het landelijk.
e
•
Verwachting 1 kwartaal 2014
82
Bondsraad 22 november 2014
Bijlage 5 - agendapunt 6c
VERSLAG VAN DE FINANCIËLE COMMISSIE
Geachte leden van de Bondsraad,
Hierbij ontvangt u het halfjaarlijkse verslag van de Financiële Commissie. Op 22 oktober 2014 hebben de
leden van de Financiële Commissie een overleg gehad met de penningmeester, Directeur Tafeltennis en
controller van de NTTB. De volgende onderwerpen zijn besproken:
1. Exploitatie 2014. Wij hebben de halfjaarcijfers en de outlook over 12 maanden 2014 besproken.
Verwacht resultaat over geheel 2014 is -87k ten opzichte van begroot -87k. De afdelingsresultaten zijn
begroot op -17k, deze zijn in de werkelijke halfjaarcijfers 2014 niet meegenomen. Hiertoe zijn de
afdelingsfinanciën nog niet voldoende bijgewerkt. Dit zal in de komende periode wel moeten gebeuren
om tot meer betrouwbare tussentijdse rapportage te komen voor de gehele NTTB. Dit verbetertraject
kan deel uitmaken van de nieuwe financiële afspraken die rondom afdelingsfinanciën gemaakt gaan
worden als gevolg van bestuurlijke vernieuwing.
De suggestie om tussentijds een balans van de NTTB op te maken (inclusief afdelingen) is besproken.
De meerwaarde van deze balans is naar de mening van de Financiële Commissie beperkt terwijl de
productie een aanzienlijke extra inspanning vergt. Dit komt onder meer omdat in de boekhouding niet
wordt gewerkt met perioderesultaten. De belangrijkste financiële kengetallen uit de balans
(werkkapitaal & liquiditeit en het garantievermogen) worden separaat gevolgd door directie en bestuur.
Wij kunnen ons vinden in deze methode.
In de outlook voor 2014 zit nog een onzekerheid of de opleidingsinkomsten en -uitgaven in voldoende
mate gerealiseerd zullen worden. Dit hangt mede af van de inschrijvingen en het doorgaan van de
cursussen, alsmede de aanvangsdata (i.v.m. toerekening aan de periode), met name op niveau 2 van
de cursussen.
2.
Inmiddels zijn verkennende gesprekken gevoerd door het bestuur, de Commissie Bestuurlijke
Vernieuwing en het College van Voorzitters om te komen tot nieuwe financiële afspraken die horen bij
de toekomstige visie op de bestuurlijke inrichting. Gewerkt wordt om dit z.s.m. te implementeren. Wij
onderschrijven de grondgedachte van deze overleggen. Wel hebben wij besproken of een logische
ingangsdatum niet 1/1/2016 zou zijn in plaats van zo spoedig mogelijk, gegeven de lokale ALV’s die
gehouden zijn in 2014 en waar mogelijk financiële zaken voor 2015 (zoals contributies, financiële
plannen, etc) besproken zijn. Wij hebben nog geen kennis genomen van de volledige voorstellen van
de Commissie Bestuurlijke Vernieuwing en zien uit naar de discussie en besluitvorming hieromtrent in
de komende Bondsraad.
3.
Het bestuur heeft aangegeven dat een procedure wordt ingericht om dubbele basiscontributie terug te
kunnen vragen bij inschrijving van een lid bij meerdere verenigingen. Dit om het onrechtvaardige
gevoel dat hierbij door veel leden is geuit, weg te nemen. Dit zou naar verwachting gaan om circa 800
leden. Wij onderschrijven deze intentie.
4.
De samenwerkende sportbonden: NTTB, Schermbond en Squashbond zijn bezig een nieuwe
accountant te selecteren. Offertes zijn bij meerdere kantoren aangevraagd en de financiële commissie
leest mee in de selectie.
5.
De begroting 2015 is uitgebreid besproken. De presentatie van de begroting is iets aangepast ten
opzichte van vorig jaar. De Financiële Commissie heeft gepleit voor het aanpassen van de
83
vergelijkende cijfers van vorig jaar naar de nieuwe methode om de vergelijkbaarheid te vergroten.
Binnen de nieuwe methode is het “toegestaan tekort” op een beleidsveld separaat gefinancierd door
de algemene middelen. Zo kunnen de gebruikers bij de werkelijke cijfers ten opzichte van de
begroting direct zien wat de over- of onderschrijding is en behoeven hierbij niet eerst rekening te
houden met het “toegestane tekort”.
De begroting bevat ook de afdelingsbegrotingen. Met name het tekort bij afdeling ZuidWest na lokale
contributieverhoging zou naar de mening van de Financiële Commissie nader toegelicht moeten
worden (ten tijde van het overleg was dit nog niet voorbereid).
De Financiële Commissie heeft ook een suggestie gedaan om in de toelichting op de begroting een
toelichting te geven op het weerstandsvermogen. Dit omdat de begroting 2014 en 2015 uitgaan van
gebruik van een deel van het weerstandsvermogen (met respectievelijk 70k en 30k). Dit betekent dat
het weerstandsvermogen van de NTTB verder afneemt. Deze extra uitgaven staan in de begroting
genoemd als SMART uitgaven.
De Financiële Commissie constateert dat de ledenaantallen nog steeds dalen en dat het aantal
competitiespelers relatief toeneemt. Dit is door het bestuur meegenomen in de begroting 2015.
De begroting is verder in hoofdlijnen conform de uitgangspunten zoals gepresenteerd na de
consultatieronden in het voorjaar en najaar. Wij hebben als Financiële Commissie het financiële
verband tussen het jaarplan en de begroting niet in totaal vastgesteld. Wij hebben echter geen
tegenstrijdigheden aangetroffen. Als de Bondsraad zich kan vinden in de plannen voor het komend
jaar en de financiële vertaling ervan in de begroting, adviseren wij de vergadering de begroting 2015
vast te stellen.
6.
Wij hebben kennis genomen van het de intentie van het bestuur en directie om een frauderisico
analyse uit te voeren, dit na de suggestie van de accountant. De directie zal dit voorbereiden en
bestuurlijk bespreken. Wij hebben in het overleg reeds kort gebrainstormd over mogelijke financiële
kwetsbaarheden van de NTTB. Onder mogelijke fraude verstaan wij niet alleen het “doen onttrekken
van waarde”, maar ook mogelijke “frauduleuze verslaggeving” en het “onthouden van inkomsten die
voor de NTTB bestemd zijn”.
7.
Verder hebben wij met directie en bestuur gesproken over standaardisatie van het declaratie-besluit
voor de gehele NTTB, waar een lijn trekken belangrijk is. Het vergoeden van werkelijk gemaakte
kosten voor de NTTB en het verstrekken van middelen om taken te verrichten zijn hierbij de
uitgangspunten. Wij begrepen dat diverse afdelingen nog bezien wat hiervan de impact zou zijn bij
hun vrijwilligers. Dit vereist zorgvuldige communicatie en implementatie.
8.
Diverse overige onderwerpen zijn besproken, zoals een nieuw contract omtrent tafeltennistafel-huur
en -vervoer, nieuwe subsidiestromen via de Johan Cruijff Foundation voor parasporters, de mogelijke
gevolgen van ontwikkelingen bij de Lotto en NOC*NSF en de bemensing van de Financiële
Commissie. Op dit laatste punt zou de Financiële Commissie graag uitbreiden met tenminste twee
personen, waarbij diepgaande financiële kennis een pre zou zijn. De voorzitter van de Financiële
Commissie zal op zoek gaan naar mogelijke kandidaten.
Graag bereid tot nadere toelichting,
De Financiële Commissie
Sander Boomman, voorzitter
Raimo Kool, lid
84
Bondsraad 22 november 2014
Bijlage 6 - agendapunt 6D
CONTRIBUTIES 2015
Inleiding
De basis voor de contributiebedragen is afgesproken in de Bondsraadsvergadering van 12 april 2014, waarin
de uitgangspunten voor de begroting unaniem zijn vastgesteld. De tekst hiervan luidt:
Uitgangspunten voor de begroting 2015:
- Aanspreken NTTB-reserves voor € 30.000,- € 2,- verhoging van de basiscontributie
- € 1,50 verhoging van de competitiebijdrage voor senioren (voorjaar en najaar)
- € 1,- verhoging van de competitiebijdrage voor jeugd (voorjaar en najaar)
Bond/afdeling
Basiscontributie per jaar
inclusief toeslag
sportverzekering (0,65)
Competitietoeslag
senioren
1 halfjaar
2 halfjaar
1 halfjaar
2 halfjaar
15,00 *
18,50*
20,00*
12,50*
13,50*
e
Competitietoeslag
jeugd
e
e
e
Bondscontributie
Was in 2014
13,00
17,00
11,50
*Gezien de beoogde verhogingen heeft het Hoofdbestuur besloten om voor 2015 geen
indexering toe te passen.
Voor een toelichting op de activiteiten in 2015: zie elders in dit document.
Persoonlijk lidmaatschap
46,50
Was in 2014
46.50
Afdelingscontributie
Competitietoeslag
senioren (halfjaar)
Competitietoeslag
jeugd (halfjaar)
01 Holland-Noord
1,50
3,50
2,25
Was in 2014
1,50
3,50
2,25
02 ZuidWest
nnb
nnb
nnb
Was in 2014
1,58
3,24
2,12
03 West
nnb
nnb
nnb
Was in 2014
2,00
3,50
2,20
04 Noord
3,50
4,25
2,25
Was in 2014
3,00
4,00
2,00
05 Limburg
5,30
3,30
2,30
Was in 2014
2,30
3,30
2,30
85
06 Gelre
0,95
3,91
2,52
Was in 2014
1,85
3,91
2,52
07 Midden
1,45
2,55
1,75
Was in 2014
1,45
2,55
1,75
08 Oost
2,36
3,54
2,28
Was in 2014
2,36
3,54
2,28
Geplande activiteiten in 2015
Sport- en productontwikkeling
•
•
Aandacht voor werving meisjes (ontwikkelen activiteiten) en behoud dames (onderzoek en
ontwikkelen van nieuwe activiteiten): € 15.000
Nieuwe doelgroepen zoals ouderen toevoegen aan het meerjarenbeleidsplan en activiteiten en
programma’s ontwikkelen voor behoud van leden van 12 jaar en ouder
Opstart werkgroep en starten onderzoek € 5.000
Wedstrijdzaken
•
(Extra) ondersteuning voor HCL, HJCL en ACL en onderzoek en ontwikkelen van nieuwe
competitievormen (incl. het uitgestelde congres hierover): € 10.000
ABZ
•
•
Investeren in doorontwikkelen NAS / toernooien / administratie en NTTB-website (zie wensen
afdelingen en verenigingen) inclusief onderhoud en renovatie Bondsbureau (geen
investeringsruimte): € 5.000
Verbeteren van communicatie, aanpak ‘grijze leden’, ondersteunen afdelingen en opzetten van
marketing- en sponsoringbeleid
Professionalisering communicatie & marketing, inclusief materialen: € 65.000
Topsport
•
•
•
•
Ondersteunen afdelingen (Dag van het Talent, NTTB Jjeugdcup, RBT etc.)
Uitbreiden ‘onder 13’ plan / opstarten meer RTC’s: € 5.000
Uitbreiden cadetten- en paratalenttrainingen, stages voor jeugdselectie en uitbreiden deelname
aan internationale toernooien voor talenten: € 10.000
Deelname NTTB heren aan EK: € 5.000
Opleidingen
•
•
•
•
•
Ureninzet voor ‘alle opleidingen onder één dak’ m.n. aanbieden SR3 en SR4
Doorontwikkelen trainersopleidingen, m.n. niveau 3
Subsidie op inschrijfgelden voor opleidingen (stijgende kosten deelnemers met kans op minder
deelnemers): € 35.000
Bijdrage aan VVTT om o.a. technische bijscholingen voor trainers te organiseren
Geen middelen voor nieuwe opleidingsmaterialen (vervangen sterk verouderde leerplan,
aanpassingen lesboeken): € 5.000
Een gedetailleerde en SMART gespecificeerde uitwerking van alle extra activiteiten van 2015 wordt nog apart
aan de Bondsraad verzonden.
86
Bondsraad 22 november 2014
Bijlage 7 - agendapunt 6E
TARIEVENLIJST 2015
Arbitrageheffing:
Arbitrageheffing per competitie, per team met kortingsregeling:
dames/heren eredivisie
e
dames 1 divisie
e
heren 1 divisie
dagvergoeding overige wedstrijden
(alle bedragen gelijk aan 2014)
910,00
310,00
590,00
90,00 per scheidsrechter
Boetelijst
Nr.
Omschrijving
1.
Euro
Het te laat inzenden c.q. onvolledig invullen van verenigings- en/of teamgegevens; per
soort gegeven. Het te laat of onvolledig aanleveren van de teamgegevens in NAS per
team.
7,00
2.
Het ontbreken van materiaal t.b.v. de scheidsrechter
7,00
3.
Het niet tijdig indienen van een (schriftelijk) verzoek tot uitstel van een competitiewedstrijd
5,00
4.
Het niet spelen op de door de competitieleider vastgestelde datum, tijdstip en plaats
(verdere maatregelen kunnen volgen)
22,50
5.
Het te laat aanvangen van een competitiewedstrijd
7,00
6.
Het niet kunnen tonen van een bondskaart of legitimatiebewijs tijdens een competitiewedstrijd, per persoon
5,00
7.
Het niet spelen in uniform tenue tijdens een competitiewedstrijd, per persoon
5,00
8.
Het onvolledig, onjuist of onduidelijk invullen van het wedstrijdformulier, per formulier
5,00
9.
Het niet, of niet tijdig op de gestelde dag doorgeven van de uitslag van de competitiewedstrijd of per wedstrijd,
5,00
10.
Het te laat inzenden van het wedstrijdformulier, per formulier
5,00
11.
Het niet inzenden van het wedstrijdformulier (later dan 1 week na gesteld tijdstip)
12.
Het niet begeleiden van een jeugdteam of het ontbreken van een handtekening van de
begeleider (zowel uit- als thuisspelend), per team
13.
Het opzettelijk foutief invullen van het wedstrijdformulier; beide verenigingen worden
beboet (verdere maatregelen kunnen volgen)
14.
Het ongerechtigd uitkomen in een competitiewedstrijd, per persoon
eredivisie
1e divisie
2e divisie
87
10,00
7,00
22,50
113,50
91,00
68,00
3e divisie en kampioensklasse jeugd
landelijk A jeugd
overige klassen
15.
16.
17.
45,50
22,50
11,50
Het onvolledig uitkomen van een team in een competitiewedstrijd, per team
eredivisie
1e divisie
2e divisie
3e divisie en kampioensklasse jeugd
landelijk A jeugd
overige klassen
113,50
91,00
68,00
45,50
22,50
11,50
Het niet opkomen van een team in een competitiewedstrijd, per team
eredivisie
1e divisie
2e divisie
3e divisie en kampioensklasse jeugd
landelijk A jeugd
overige klassen
227,00
181,00
136,00
91,00
45,50
22,50
Het terugtrekken van een team uit de competitie (toestemming van de competitieleider
is noodzakelijk)
eredivisie
1e divisie
2e divisie
3e divisie en kampioensklasse jeugd
landelijk A jeugd
overige klassen
227,00
181,00
136,00
91,00
45,00
22,50
18.
Het niet tijdig (zondag voor 12.00 uur) verwerken van de wedstrijdformulieren in NAS,
10,00
per formulier
* Afdeling ZuidWest heeft voor de punten 8, 9, 10 en 18 voor een jaar dispensatie gekregen om deze boete
per vereniging te maximeren.
* Afdeling Limburg heeft voor punt 15 voor een jaar dispensatie gekregen om de overige klassen met
maximaal € 3,00 te beboeten.
Artikel
Besteleenheid
Prijs per
eenheid
Speldje erelid afdeling
1
70,00
Speldje lid van verdienste afdeling
1
20,00
Wedstrijdformulierenboekjes eredivisie
2
3,50
Wedstrijdformulierenboekjes (excl. Verzendkosten)
10
1,80
Jeugdbegeleiding tafeltennis (onderdeel boekenpakket opleidingen)
1
5,00
Jeugdbegeleiding tafeltennis
10
45,00
Jeugdbegeleiding tafeltennis
20
80,00
Tafeltennis leerplan deel 1
1
21,00
Sport en Bewegen boekenpakket voor de opleidingen
1
149,00
B-, C-, D-, E-, F- en G-meerkampen senioren
1
8,00
Nationale Jeugdmeerkampen pupillen, cadetten, junioren
1
15,00
Nationale Jeugdmeerkampen welpen
1
10,00
88
Opleiding TT-1
1
50,00
Opleiding TT-1 + per vereniging
1
200,00
Opleiding TT-2 (exclusief boekenpakket)
1
300,00
Opleiding TT-3 (exclusief boekenpakket)
1
675,00
Opleiding TT-4 (exclusief boekenpakket)
1
2.100,00
Opleiding SR-1 (spelregelmodule – onderdeel VSK)
1
gratis
Opleiding SR-2 (per vereniging per jaar)
1
10,00
Opleiding SR-3
1
150,00
Opleiding SR-4
1
250,00
Opleiding TL-2
1
100,00
Opleiding TL-3
1
200,00
Opleiding TL-4
1
350,00
89
Bondsraad 22 november 2014
Bijlage 8 - agendapunt 6F
TOELICHTING CONCEPT BEGROTING 2015 NTTB
Hieronder treft u de toelichting van het Hoofdbestuur aan bij de begroting 2015. Graag lichten wij de
algemene uitgangspunten toe.
1. In het jaar 2013 is een brede discussie op gang gekomen over de voortgang van het
meerjarenbeleidplan 2010-2016. Deze begroting geeft invulling aan de prioriteiten die door de
Bondsraad in april 2014 zijn gesteld.
Contributies en vermogen
2. De begroting is, zoals besproken met de Bondsraad in april 2014, gebaseerd op een aanpassing
van de contributies alsmede financiering van specifieke projecten uit het vermogen. Hierdoor is
een daling van het vermogen van € 30.000 voorzien bij de landelijke organisatie.
3. Bij de contributies is, gelet op de huidige ledenontwikkeling, uitgegaan van 27.420 leden. Voor
2014 was een aantal van 30.500 begroot.
Subsidies
4. De NTTB kiest er bewust voor om subsidies aan te vragen bij NOC*NSF. Zowel van rubrieken die
vanuit de Lotto worden gefinancierd als van rubrieken die vanuit het ministerie van VWS worden
gefinancierd. Daarbij hoort vervolgens ook dat de NTTB moet voldoen aan de
subsidievoorwaarden. Wanneer de voorwaarde geldt dat er een eigen bijdrage is, dan is deze
eigen bijdrage ook verwerkt in de begroting. De eigen bijdragen verschillen per subsidie en lopen
van 0% eigen bijdrage (bv. “Algemeen Functioneren” van NOC*NSF) tot 30% eigen bijdrage
(topsport). Tegenover subsidies die als inkomsten zijn opgenomen staan ook begrote uitgaven.
5. De subsidies die vanuit NOC*NSF worden verkregen zijn generiek gekort met 8% ten opzichte van
2014 vanwege de slechte prestaties van Lotto, behoudens bij Topsport waar een generieke korting
van 2% is toegepast.
Presentatie
6. De NTTB streeft naar maximale transparantie waar het gaat om inzet van algemene middelen,
waaronder contributiegelden. Het bestuur heeft besloten om de middelen die vanuit de verhoging
van de contributie zijn geoormerkt voor de zgn “SMART”-doelstellingen apart inzichtelijk te maken.
De huidige situatie, waarbij activiteiten worden gefinancierd vanuit het vermogen vraagt om
zorgvuldig matchen van bronnen en doelen. Om deze reden is de rubricering van de middelen
aangepast. Bij ieder beleidsveld is niet alleen aangegeven welke algemene middelen zijn
toegekend maar tevens welke SMART middelen zijn ingezet en welk deel vanuit het vermogen
wordt gefinancierd. De beleidsvelden hebben op deze wijze een sluitende begroting terwijl de
financiering vanuit het vermogen als negatief resultaat bij Algemene Bestuurlijke Zaken valt. De
vergelijkende cijfers van 2014 zijn op deze werkwijze aangepast.
90
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen is opnieuw berekend:
2015
Budget landelijk 2015
Budget afdelingen 2015
20%
€ 2.146.667 € 429.333
€ 269.660 € 53.932
€ 483.265
Weerstandvermogen voor 2015:
Vermogen op 1-1-2014:
Landelijk
Afdelingen
€
€
48.333
626.617
€ 674.950
Begroot resultaat 2014
€ -42.735
Geschat vermogen eind 2014
€ 632.215
Hieruit blijkt dat het vermogen ook na 2015 voldoende omvang heeft.
Gemaakte keuzes
Talrijke overwegingen hebben een rol gespeeld bij de totstandkoming van de begroting 2015. De
gekozen activiteiten en doelstellingen zijn genoemd in het jaarplan 2015. Voor een nadere
toelichting wordt dan ook naar dit document verwezen.
91
Bondsraad 22 november 2014
Bijlage 10 - agendapunt 9A
WIJZIGINGEN STATUTEN
Artikel 19 lid 3 van de Statuten luidt:
Artikel 19 Besluiten van de Bondsraad
3.
Besluiten van de Bondsraad, alsmede alle andere mededelingen die de Bondsraad meent ter
kennis van de leden te moeten brengen, worden opgenomen in het Officieel Orgaan van de NTTB.
Het Hoofdbestuur stelt voor deze tekst als volgt te wijzigen
Artikel 19 Besluiten van de Bondsraad
3.
Besluiten van de Bondsraad, alsmede alle andere mededelingen die de Bondsraad meent ter
kennis van de leden te moeten brengen, worden gepubliceerd op de website van de NTTB.
Toelichting
De NTTB heeft sinds de oprichting in 1935 de term Officieel Orgaan gebruikt voor een schriftelijke
publicatie waarin alle mededelingen staan over besluiten van de Bondsraad, het Hoofdbestuur en andere
zaken die ter kennis van alle leden van de NTTB gebracht dienen te worden. Het Officieel Orgaan is een
lange periode gecombineerd met een blad dat aan alle verenigingen en (soms) alle leden werd gezonden.
Sinds het opheffen van de laatste vorm van dit blad, het Tafeltennis Magazine, in 2002 bestaat er geen
Officieel Orgaan in deze vorm meer. Wel worden besluiten van Bondsraad, Hoofdbestuur en andere
officiële onderwerpen aan alle verenigingen gezonden in de vorm van verenigingsmailings. Ook worden
deze besluiten en mededelingen gepubliceerd op de website van de NTTB.
Omdat het doen van deze mededelingen in schriftelijke vorm niet meer past bij de wijze van communiceren
in de 21e eeuw, stelt het HB voor om de functie die het Officieel Orgaan in het verleden had te laten
vervullen door de website van de NTTB. Hierbij geldt wel de algemene wettelijke voorwaarde dat aan alle
betrokkenen bij publicatie via een direct bericht gemeld dient te worden dat er officiële mededelingen zijn
gepubliceerd. Dit zal gebeuren via de NTTB Nieuwsbrief.
Artikel 25 lid 3 van de Statuten luidt:
Artikel 25 Tuchtrechtspraak
3. De Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep, wier competentie, bevoegdheden en werkwijze in het
tuchtreglement als bedoeld in het vorige lid, worden geregeld, zijn met uitsluiting van andere organen
bevoegd om naar aanleiding van de in dat tuchtreglement opgenomen overtredingen de eveneens in dat
tuchtreglement opgenomen straffen op te leggen.
Het Hoofdbestuur stelt voor deze tekst als volgt te wijzigen:
Artikel 25 Tuchtrechtspraak
3. De Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep, wier competentie, bevoegdheden en werkwijze in het
tuchtreglement als bedoeld in het vorige lid, worden geregeld, zijn met uitsluiting van andere organen
bevoegd om naar aanleiding van de in dat tuchtreglement opgenomen overtredingen de eveneens in dat
tuchtreglement opgenomen straffen op te leggen.
4. Van een uitspraak van de Commissie van Beroep inzake overtredingen van het Anti-Dopingreglement
staat beroep open bij het Court of Arbitration for Sport (CAS).
92
Toelichting
Deze wijziging houdt verband met het nieuwe Anti-Dopingreglement. De NTTB is verplicht een AntiDopingreglement te hebben dat volledig aansluit op de wereldwijd geldende World Anti Doping Code. In
deze Code is het Court of Arbitration for Sport (CAS) in Lausanne de hoogste beroepsinstantie. Dat moet
dus ook binnen de NTTB voor dopingzaken gelden. In het vorige Anti-Dopingreglement is dit opgelost door
in artikel 2 van het Tuchtreglement te melden dat in dopingzaken het Anti-Dopingreglement geldt, en niet
het Tuchtreglement van de NTTB. Dit leek een voldoende waarborg te zijn om een beroep bij het CAS in
dopingzaken ontvankelijk te laten zijn. Uit een recente beroepsprocedure in een dopingzaak bij een andere
Nederlandse Sportbond is echter gebleken dat dit niet het geval is. In deze zaak wilde de World Anti
Doping Agency (WADA) in beroep gaan tegen een uitspraak van de Commissie van Beroep van een
Nederlandse sportbond (niet de NTTB). Omdat, evenals tot nu toe bij de NTTB, het CAS in de Statuten niet
was genoemd als beroepsorgaan, ontstond discussie of het CAS wel bevoegd was de zaak te behandelen.
Om dit te voorkomen eist de WADA daarom dat alle internationale en nationale sportbonden het CAS in
dopingzaken ook statutair expliciet als beroepsinstantie vermelden. Met deze aanpassing wordt aan deze
voorwaarde voldaan.
Voor alle andere vormen van tuchtrechtspraak binnen de NTTB geldt dat de Commissie van Beroep de
hoogste beroepsinstantie is en een uitspraak van deze Commissie finaal is. Dat blijft zo.
93
Bondsraad 22 november 2014
Bijlage 11 – agendapunt 9B
WIJZIGINGEN ALGEMEEN REGLEMENT
Artikel 9 lid 4 luidt als volgt:
Artikel 9 Algemeen
4
Indien de leden van de NTTB bekend moeten zijn met mededelingen, die van belang zijn voor de
uitoefening respectievelijk nakoming van hun rechten en plichten, worden die mededelingen, tenzij
anders is bepaald of besloten, gedaan:
a. voor de lid-verenigingen en de bij hen geregistreerde gewone leden aan de secretarissen van de
lid-verenigingen,
b. voor de persoonlijke leden en de Ereleden en Leden van Verdienste aan het door hen laatstelijk
opgegeven adres,
Voor zover één en ander niet reeds geschiedt door publicatie in het Officieel Orgaan van de NTTB.
Het Hoofdbestuur stelt voor dit artikel als volgt te wijzigen:
Artikel 9 Algemeen
4
Indien de leden van de NTTB bekend moeten zijn met mededelingen die van belang zijn voor de
uitoefening respectievelijk nakoming van hun rechten en plichten, worden die mededelingen, tenzij
anders is bepaald of besloten, gedaan:
a. voor de lid-verenigingen en de bij hen geregistreerde gewone leden aan de secretarissen van de
lid-verenigingen,
b. voor de persoonlijke leden en de Ereleden en Leden van Verdienste aan het door hen laatstelijk
opgegeven adres,
voor zover één en ander niet reeds geschiedt door publicatie op de website van de NTTB.
Artikel 17 lid 2 luidt als volgt:
Artikel 17 Uitnodigingen en aankondiging
2
De Bondsraadsvergadering wordt tevens tijdig aangekondigd in het Officieel Orgaan van de NTTB.
Het Hoofdbestuur stelt voor dit artikel als volgt te wijzigen:
Artikel 17 Uitnodigingen en aankondiging
2.
De Bondsraadsvergadering wordt tevens tijdig aangekondigd via de website van de NTTB.
Artikel 22 luidt als volgt:
Artikel 22 Bekendmaken besluiten
1
Het Hoofdbestuur kan gewone besluiten nemen en Hoofdbestuursbesluiten. Laatstgenoemde
besluiten zijn van algemene strekking en berusten op de Statuten of een reglement.
2
Het Hoofdbestuur maakt elk Hoofdbestuursbesluit, direct nadat dit tot stand is gekomen, bekend
middels publicatie in het Officieel Orgaan van de NTTB.
3
Ieder jaar, uiterlijk in januari, maakt het Hoofdbestuur een overzicht van de tot dan genomen en voor
het betrokken bondsjaar geldende Hoofdbestuursbesluiten bekend in het Officieel Orgaan van de
NTTB.
94
Het Hoofdbestuur stelt voor dit artikel als volgt te wijzigen:
Artikel 22 Bekendmaken besluiten
1
Het Hoofdbestuur kan gewone besluiten nemen en Hoofdbestuursbesluiten. Laatstgenoemde
besluiten zijn van algemene strekking en berusten op de Statuten of een reglement.
2
Het Hoofdbestuur maakt elk Hoofdbestuursbesluit, direct nadat dit tot stand is gekomen, bekend
middels publicatie op de website van de NTTB.
3
Ieder jaar, uiterlijk in januari, maakt het Hoofdbestuur een overzicht van de tot dan genomen en voor
het betrokken bondsjaar geldende Hoofdbestuursbesluiten bekend op de website van de NTTB.
Artikel 28 lid 5 luidt als volgt:
Artikel 28 Wanbetaling lid-vereniging
5
Tegen een besluit van het Hoofdbestuur als bedoeld in dit artikel staat generlei beroep open. Van elk
in dit artikel genoemd besluit van het Hoofdbestuur dient in de eerst daaropvolgende publicatie van
het Officieel Orgaan van de NTTB melding gemaakt te worden.
Het Hoofdbestuur stelt voor dit artikel als volgt te wijzigen:
Artikel 28 Wanbetaling lid-vereniging
5
Tegen een besluit van het Hoofdbestuur als bedoeld in dit artikel staat generlei beroep open. Van elk
in dit artikel genoemd besluit van het Hoofdbestuur dient zo spoedig mogelijk na het besluit op de
website van de NTTB melding gemaakt te worden.
Artikel 41 luidt als volgt:
Artikel 41 Officiële mededelingen
1.
Krachtens artikel 19, lid 3, Statuten geeft de NTTB een Officieel Orgaan van de NTTB uit, waarin de
officiële mededelingen worden gepubliceerd en dat naar alle verenigingen wordt gestuurd.
2.
De materiële, organisatorische en financiële aspecten van de uitgave van het officieel orgaan van de
NTTB vallen onder verantwoordelijkheid van het Hoofdbestuur, binnen het kader van de door de
Bondsraad vastgestelde begroting.
Het Hoofdbestuur stelt voor dit artikel als volgt te wijzigen:
Artikel 41 Officiële mededelingen
Krachtens artikel 19, lid 3, Statuten publiceert de NTTB officiële mededelingen op de website van de NTTB.
Alle verenigingen worden in kennis gesteld van deze officiële mededelingen.
Artikel 42 luidt als volgt:
Artikel 42 Overige Publicaties
1
In het Officieel Orgaan van de NTTB worden de bekendmakingen opgenomen die het Hoofdbestuur
in de door hem aangegeven vorm aan de redactie aanbiedt alsmede worden de uitspraken
opgenomen, die de Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep aanbieden.
2
Naast de verplichting omschreven in het tweede lid kunnen publicaties namens andere organen,
commissies van advies, werk- en projectgroepen worden opgenomen, mits deze ondertekend zijn
door de voorzitter van dat orgaan respectievelijk die commissie, werk- of projectgroep, indien naar het
oordeel van de redactie voldoende tijd en ruimte beschikbaar zijn.
Het Hoofdbestuur stelt voor dit artikel als volgt te wijzigen:
Artikel 42 Overige Publicaties
1
Op de website van de NTTB worden de bekendmakingen van het Hoofdbestuur gepubliceerd,
alsmede de uitspraken die de Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep aanbieden.
95
2
Daarnaast kunnen publicaties namens andere organen, commissies van advies, werk- en
projectgroepen op de website van de NTTB worden opgenomen, mits deze ondertekend zijn door de
voorzitter van dat orgaan respectievelijk die commissie, werk- of projectgroep.
Toelichting
Deze wijzigingen komen voort uit de wijziging van artikel 19 van de Statuten. Het niet meer bestaande
Officieel Orgaan van de NTTB wordt vervangen door de website van de NTTB als de plaats waar officiële
mededelingen worden gedaan.
De huidige artikelen 41 en 42 zijn nog gebaseerd op het bestaan van een magazine dat door de NTTB
wordt uitgegeven en waarin naast de officiële mededelingen ook nieuws en andere artikelen werden
gepubliceerd. Dit blad kende een eigen redactie. Een dergelijk blad bestaat sinds 2002 niet meer, de
functie hiervan is overgenomen door de website van de NTTB.
Artikel 36 lid 1 luidt als volgt:
Artikel 36 Trainers
1
Een trainer is een gewoon lid, persoonlijk lid, erelid of lid van verdienste als bedoeld in artikel 6b en 6c
van de Statuten, die in het bezit is van een geldig trainersdiploma.
Het Hoofdbestuur stelt voor dit artikel als volgt te wijzigen:
Artikel 36 Trainers
1
Een trainer is een gewoon lid, persoonlijk lid, erelid of lid van verdienste als bedoeld in artikel 6b en 6c
van de Statuten, die in het bezit is van een geldige trainerslicentie.
Toelichting
Met deze wijziging wordt een reeds langer bestaande onjuistheid gecorrigeerd. Het artikel is bedoeld als
verplichting voor actieve trainers lid te zijn van de NTTB. Het actief zijn blijkt uit het bezit van een licentie. Als
een trainer met een diploma niet actief is hoeft hij ook geen NTTB-lid te zijn.
De Reglementscommissie heeft in het kader van reglementering en de samenhang met de overige
reglementen en/of reglementsartikelen geen bezwaar tegen deze wijzigingen.
96
Bondsraad 22 november 2014
Bijlage 12 - agendapunt 9C
TOELICHTING ANTI-DOPINGREGLEMENT
In 2011 heeft de Bondsraad het huidige Anti-dopingreglement vastgesteld. Dit reglement sloot aan op de in
2011 vastgestelde wereldwijde World Anti Doping Code en het op basis daarvan door de Nederlandse
Dopingautoriteit opgestelde model dopingreglement.
Dit jaar is een nieuwe versie van de World Anti Doping Code verschenen. Daarin is een groot aantal
wijzigingen aangebracht. De Dopingautoriteit heeft op basis van deze nieuwe wereldwijde code een
aangepast Nationaal Dopingreglement opgesteld. Om te voldoen aan de eisen van de World Anti Doping
Code dienen alle sportbonden in Nederland dit reglement vóór 1 januari 2015 over te nemen en door hun
algemene ledenvergadering (in het geval van de NTTB dus de Bondsraad) te laten vaststellen.
Wanneer het Anti-dopingreglement van de NTTB op 1 januari 2015 niet aan de Code en het Nationaal
Dopingreglement voldoet heeft dit zeer ernstige gevolgen. Geen enkele NTTB’er zal nog mogen
deelnemen aan internationale evenementen. Tevens is de kans groot dat ook nationale evenementen als
de Nederlandse kampioenschappen, de Masters, de Beker, de NK jeugd, de Nationale Senioren
Meerkampen, de Nationale Jeugdmeerkampen en de landelijke competities niet meer gehouden mogen
worden. Daarnaast kan dit leiden tot zeer grote kortingen en zelfs het geheel vervallen van subsidies van
zowel NOC*NSF als het ministerie van VWS.
Het is dus van groot belang dat het Anti-dopingreglement in deze vorm in deze Bondsraad wordt
vastgesteld. Het strenge karakter van de Code maakt dat elke wijziging van dit reglement betekent dat het
niet meer aan de Code voldoet. Het Hoofdbestuur beseft dat de Bondsraad hiermee geen mogelijkheid
heeft om het reglement aan te passen, maar doet met het oog op de grote belangen toch een oproep aan
de Bondsraad om dit reglement in de nu voorgelegde vorm vast te stellen.
Ten opzichte van de letterlijke tekst van het Nationaal Dopingreglement zijn in dit Anti-dopingreglement
alleen wijzigingen aangebracht die noodzakelijk zijn om het te kunnen gebruiken in samenhang met andere
reglementering binnen de NTTB. In 2011 waren het Tuchtreglement en het Algemeen Reglement reeds in
overeenstemming gebracht met het Nationaal Dopingreglement. De wijzigingen in het Nationaal
Dopingreglement maken dit keer geen wijzigingen in deze reglementen nodig.
Wel is een wijziging van de Statuten vereist. Dit is de reden dat u in deze Bondsraad een voorstel tot
wijziging van artikel 25 van de Statuten is voorgelegd.
Toelichting op dit reglement
Ten opzichte van het Anti-dopingreglement van 2011 zijn minder wijzigingen aangebracht dan in de vorige
versie. Toch zijn het er nog dermate veel dat het niet mogelijk was een artikelsgewijs overzicht van
wijzigingen te maken. Dit zou u het zicht op de tekst geheel ontnemen. Indien u belangstelling heeft voor
de meer gedetailleerde wijzigingen is het mogelijk u een versie van het reglement toe te zenden waarin alle
gewijzigde teksten zijn gemarkeerd.
Het Anti-dopingreglement is gebaseerd op het in juli 2014 voltooide Nationaal Dopingreglement (NDR) voor
alle Nederlandse sportbonden. Het NDR voldoet aan de vereisten van het Wereld Anti Doping Agentschap
(WADA). Het NDR is getoetst aan de Nederlandse wetgeving, privacywetgeving, fundamentele
rechtsbeginselen, internationale jurisprudentie en procesrisico’s.
Bij het Anti-dopingreglement hoort een drietal bijlagen:
1. De Dispensatiebijlage, deze regelt dat iemand bepaalde medicijnen om gezondheidsredenen mag
gebruiken.
2. De Whereabouts-bijlage. Deze regelt hoe iemand die ook buiten wedstrijdverband kan worden
gecontroleerd de Dopingautoriteit moet laten weten waar hij/zij zich op elk moment van de dag bevindt.
3. De Dopinglijst, waarin alle verboden middelen en methoden staan.
De eerste twee bijlagen worden vastgesteld door de Dopingautoriteit, de Dopinglijst door de WADA.
97
Het Anti-dopingreglement voor de NTTB dat het Hoofdbestuur u hierbij voorlegt is samengesteld door de
Reglementscommissie. De in het Anti-dopingreglement aangebrachte wijzigingen ten opzichte van het
NDR hebben de instemming van de Dopingautoriteit en zijn daarmee in lijn met de Code. Evenals in de
huidige versie was het niet mogelijk om in alle gevallen het Anti-dopingreglement te laten aansluiten bij de
overige reglementen van de NTTB, omdat de Dopingautoriteit een aantal hiervoor noodzakelijke
wijzigingen niet toestaat. Wel heeft de Dopingautoriteit ingestemd met de wijze waarop via het
Tuchtreglement de relatie tussen het NTTB Tuchtreglement en het Anti-dopingreglement heeft beschreven.
Tevens ondersteunt de Dopingautoriteit het voorstel tot wijziging van artikel 25 van de Statuten zoals dit
aan de Bondsraad is voorgelegd.
De Reglementscommissie heeft in het kader van reglementering en de samenhang met de overige
reglementen en/of reglementsartikelen geen bezwaar tegen het reglement. Wel merkt de
Reglementscommissie op dat een aantal artikelen in dit Anti-dopingreglement overbodig is omdat deze
identiek zijn aan artikelen in andere NTTB-reglementen, met name het Tuchtreglement. Het verwijderen
van deze artikelen zal er echter toe leiden dat de Dopingautoriteit het Anti-dopingreglement van de NTTB
niet zal goedkeuren. Gezien de hiervoor geschetste zware consequenties daarvan ziet de
Reglementscommissie geen andere mogelijkheid dan zich hierbij neer te leggen. Ditzelfde geldt voor de
Tuchtcommissie en de Commissie van Beroep. Zij volgen in dopingzaken te allen tijde de in het Antidopingreglement voorgeschreven procedures en handelwijzen, inclusief de hierbij behorende termijnen.
Overzicht van de belangrijkste wijzigingen
1. Reikwijdte Anti-dopingreglement
Waar de vorige Anti-dopingreglementen van toepassing waren op spelers, geldt het Antidopingreglement nu voor alle leden van de NTTB indien deze op de een of andere manier als
begeleidend personeel van spelers optreden. Zie o.a. artikel 2, 65 en 66.
2. Kennis over doping en dopingregels
In het nieuwe Anti-dopingreglement zijn de eisen aan wat men geacht wordt te weten over doping,
dopingcontroles en daarmee verbonden regels verscherpt. Elk lid en begeleidend personeel wordt
geacht de inhoud van het Anti-dopingreglement en de bijlagen rond Dispensaties, Whereabouts en de
Dopinglijst te kennen. In de praktijk geldt dit uiteraard alleen voor degenen die daadwerkelijk met
dopingcontroles te maken krijgen. Binnen de NTTB zijn dit de spelers en begeleiders die internationaal
actief zijn en zij die dit zijn bij de belangrijkste nationale evenementen (in ieder geval de NK-A en de
Masters). Het Bondsbureau is op de hoogte van de desbetreffende regels en kan indien gewenst de
benodigde informatie verstrekken.
Zie artikel 2 en 15.
3. Procedure Dopingcontrole
Waar de vorige versies van het Anti-dopingreglement nog uitgebreide beschrijvingen bevatten van de
procedure van een dopingcontrole zelf, zijn deze nu verplaatst naar bijlagen. Het Anti-dopingreglement
omschrijft nu alleen de juridische aspecten rond de controles.
4. Procedure aanvaarding dopingovertreding
Artikel 27 regelt dat indien er sprake is van een dopingzaak de Dopingautoriteit de betrokkene een
sanctievoorstel kan doen. Als de betrokkene dit voorstel aanvaardt wordt deze sanctie opgelegd en
vindt geen tuchtrechtelijke vervolging plaats. Deze procedure komt grotendeels overeen met de
procedure Aanklager NTTB uit het Tuchtreglement van de NTTB. Het belangrijke verschil is dat in
dopingzaken niet de Tuchtcommissie, maar de Dopingautoriteit deze procedure uitvoert.
5. De mogelijkheden tot strafvermindering als iemand meewerkt aan het onderzoek zijn ruimer. Zie artikel
46. Daarentegen zijn de mogelijkheden tot het beoefenen van sport tijdens een periode van uitsluiting
nog verder beperkt (zie artikel 52).
98
Bondsraad 22 november 2014
Bijlage 12 – agendapunt 9C
ANTI-DOPINGREGLEMENT
NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND
Uitgave november 2014
99
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 – Begrippen
Artikel 1: Begripsomschrijvingen
Artikel 2: Doping
Hoofdstuk 2 – Overtredingen
Artikel 3: Aanwezigheid
Artikel 4: Gebruik
Artikel 5: Gebrekkige medewerking
Artikel 6: Whereabouts-fouten
Artikel 7: Manipulatie
Artikel 8: Bezit
Artikel 9: Handel
Artikel 10: Toediening
Artikel 11: Medeplichtigheid
Artikel 12: Verboden samenwerking
Hoofdstuk 3 – Verboden stoffen en verboden methoden
Artikel 13: Dopinglijst
Artikel 14: Dispensaties
Artikel 15: Voorlichting
Hoofdstuk 4 – Handhaving
Artikel 16: Handhaving
Artikel 17: Dopingcontrole
Artikel 18: Heranalyse
Artikel 19: Registered testing pool
Artikel 20: Opsporing en onderzoek
Hoofdstuk 5 – Resultaatmanagement
Artikel 21: Algemeen
Artikel 22: Beoordeling (mogelijke) dopingzaken
Artikel 23: Analyse B-monster
Artikel 24: Communicatie controleresultaten
Artikel 25: Vervolgonderzoek
Artikel 26: Voorlopige schorsing
Artikel 27: Aanvaarding dopingovertreding en sanctie
Hoofdstuk 6 – Tuchtrechtelijke behandeling
Artikel 28: Algemeen
Artikel 29: Aanhangig maken dopingzaken (aangifte)
Artikel 30: Behandeling dopingzaken
Artikel 31: Conclusie
Artikel 32: Verstek
Hoofdstuk 7 – Bewijs van doping
Artikel 33: Bewijslast
Artikel 34: Methoden vaststellen feiten en aannamen
Hoofdstuk 8 – Spelsancties en wedstrijdresultaten
Artikel 35: Automatisch vervallen wedstrijdresultaten
Artikel 36: Spelsancties en boetes
100
Hoofdstuk 9 – Sancties
Artikel 37: Sanctie overtreding artikel 3, 4 en 8
Artikel 38: Opzet voor de toepassing van artikel 37 en artikel 45.6 sub b
Artikel 39: Sanctie overtreding artikel 5 en 7
Artikel 40: Sanctie overtreding artikel 6
Artikel 41: Sanctie overtreding artikel 9 en 10
Artikel 42: Sanctie overtreding artikel 11
Artikel 43: Sanctie overtreding artikel 12
Hoofdstuk 10 – Strafmaat en sanctiereductie
Artikel 44: Geen schuld of nalatigheid
Artikel 45: Geen aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid
Artikel 46: Substantiële ondersteuning
Artikel 47: Bekentenis voorafgaand aan dopingzaak
Artikel 48: Bekentenis na kennisgeving
Artikel 49: Meerdere opties sanctiereductie
Artikel 50: Meerdere overtredingen
Hoofdstuk 11 – Overige sanctiebepalingen
Artikel 51: Aanvang van de periode van uitsluiting
Artikel 52: Status gedurende uitsluiting
Artikel 53: Consequenties teams (indien van toepassing)
Artikel 54: Herziening
Artikel 55: Verjaringstermijn
Artikel 56: Wederzijdse erkenning
Artikel 57: Bekendmaking
Hoofdstuk 12 – Beroep
Artikel 58: Beroep
Artikel 59: Voor beroep vatbare besluiten
Artikel 60: Beroepsrecht
Artikel 61: Beroep/interventie WADA/Dopingautoriteit
Artikel 62: Beroep dispensaties
Artikel 63: Beroepstermijnen
Hoofdstuk 13 – Restbepalingen
Artikel 64: Taken en verantwoordelijkheden van de Dopingautoriteit
Artikel 65: Taken en verantwoordelijkheden van leden
Artikel 66: Taken en verantwoordelijkheden van begeleidend personeel
Artikel 67: Taken en verantwoordelijkheden van de NTTB
Artikel 68: Privacy
Artikel 69: Kosten
Artikel 70: Verhouding reglementen
Artikel 71: Interpretatie
Artikel 72: Overgangsbepalingen
Artikel 73: Bijlagen
Artikel 74: Slotbepaling
101
Hoofdstuk 1
Begrippen
Artikel 1
Begripsomschrijvingen
1.1.
1.2.
1.3.
1.4.
1.5.
1.6.
1.7.
1.8.
1.9.
1.10.
1.11.
1.12.
1.13.
Aanwijzen: het mondeling op de hoogte stellen van de betrokkene dat deze is geselecteerd voor
een dopingcontrole.
Afbraakproduct: stof die ontstaat bij een biologisch omzettingsproces.
Afnameprocedure: de procedure vanaf de melding van de betrokkene in het dopingcontrolestation
tot en met de ondertekening van het relevante (dopingcontrole)formulier.
Anti-doping organisatie (ADO): een Nationale Anti-Doping Organisatie (NADO), een internationale
federatie, het Wereld Anti-Doping Agentschap (WADA), het Internationaal Olympisch Comité
(IOC), het Internationaal Paralympisch Comité (IPC), een organisator van een evenement of een
andere instantie of organisatie die bevoegd is tot het (laten) uitvoeren van een dopingcontrole.
Assistent-Dopingcontroleofficial: een door de dopingcontrole-uitvoerende organisatie aangewezen
persoon, die de dopingcontroleofficial ondersteunt. De benaming van deze functionaris kan per
dopingcontrole-uitvoerende organisatie verschillen (bijvoorbeeld: chaperonne, steward).
Atypische bevinding: een uitslag van een door een door WADA geaccrediteerd of goedgekeurd
laboratorium uitgevoerde analyse, waaruit voortvloeit dat het in de dopinglijst, de International
Standard for Laboratories (ISL) of een andere International Standard bedoelde vervolgonderzoek
dient plaats te vinden, teneinde te bepalen of sprake is van een belastend analyseresultaat.
Atypisch paspoortresultaat: Een rapport dat als zodanig is benoemd in de van toepassing zijnde
International Standard(s).
Begeleidend personeel: (i) elke coach, trainer, manager, zaakwaarnemer, teammedewerker,
official, (para)medische begeleider, ouder, wettelijk vertegenwoordiger, alsmede (ii) elke andere
persoon die is gebonden aan de statuten, reglementen en/of besluiten van de NTTB, van een bij
de NTTB aangesloten rechtspersoon of van een organisatie die bij de NTTB is aangesloten, en die
werkt met een of meer leden die deelnemen aan of zich voorbereiden op sportwedstrijden, deze
leden assisteert, ondersteunt of begeleidt, of deze leden onder behandeling heeft.
Begeleider: de persoon die door de betrokkene is gevraagd hem te vergezellen bij die delen van
de afnameprocedure waarbij dat volgens de International Standard for Testing and Investigations
(ISTI) is toegestaan.
Belastend analyseresultaat: een rapport van een door WADA geaccrediteerd of goedgekeurd
laboratorium, inhoudende de conclusie dat in overeenstemming met de ISL, in een monster: (i) een
of meer verboden stoffen, de afbraakproducten en/of markers daarvan (waaronder verhoogde
concentraties van lichaamseigen stoffen) zijn aangetroffen, en/of (ii) bewijs voor het gebruik van
een of meer verboden methoden is aangetroffen.
Belastend paspoortresultaat: Een rapport dat als zodanig is benoemd in de van toepassing zijnde
International Standard(s).
Betrokkene: het lid (i) dat is geselecteerd voor een dopingcontrole, (ii) dat onderworpen is of wordt
aan een dopingcontrole, (iii) dat onderwerp is van een onderzoek naar een mogelijke
dopingovertreding, (iv) dat substantiële ondersteuning verleent of wil verlenen, (v) dat op grond van
dit reglement iets moet aantonen, (vi) aan wie een voorlopige schorsing is opgelegd, (vii) tegen wie
aangifte is gedaan, (viii) dat bekend heeft een dopingovertreding te hebben begaan en/of schuldig
is bevonden aan het begaan van een dopingovertreding, (ix) dat beroep heeft ingesteld tegen een
op hem betrekking hebbende beslissing of uitspraak, (x) dat onderwerp is van een uitspraak of
beslissing waartegen beroep is ingesteld, of (xi) aan wie een periode van uitsluiting is opgelegd.
Bevestigen: in de zin van de analyse van het B-monster wil bevestigen zeggen dat in het Bmonster dezelfde verboden stof en/of verboden methode wordt aangetroffen als in het A-monster.
Indien een stof alleen verboden is bij het overschrijden van een bepaalde hoeveelheid, is voor het
bevestigen nodig dat ook in het B-monster die verboden hoeveelheid van de in het A-monster
aangetroffen stof overschreden wordt, tenzij sprake is van een exogene verboden stof waarvoor
een specifieke grenswaarde geldt op basis van de dopinglijst en/of de ISL, in welk geval voor
bevestiging slechts nodig is dat in het B-monster enige hoeveelheid van dezelfde verboden stof
wordt aangetroffen.
102
1.14. Binnen wedstrijdverband: (voor de toepassing van dit reglement ) de periode die twaalf uur
voorafgaand aan een wedstrijd aanvangt, en voortduurt tot en met (i) de afronding van de
betreffende wedstrijd, dan wel (ii) de afronding van de na afloop van de wedstrijd geplande
dopingcontroles (indien daarvan sprake is). Internationale federaties en andere ADO’s kunnen een
periode hanteren die afwijkt van de in dit reglement gehanteerde periode.
1.15. Biologisch paspoort: Het programma en de methoden voor het verzamelen en verwerken van
3
gegevens zoals benoemd in de ISTI en de ISL.
1.16. Buiten wedstrijdverband: elke periode die niet binnen wedstrijdverband is.
1.17. CAS: Court of Arbitration for Sport.
1.18. Commissie van Beroep: de Commissie van Beroep als bedoeld in het Tuchtreglement.
1.19. Controleresultaten: alle gegevens voortvloeiend uit een (poging tot) dopingcontrole, waaronder
(doch niet uitsluitend) de gegevens voortvloeiend uit de uitgevoerde analyse(s). Onder
controleresultaten vallen in ieder geval: belastende analyseresultaten, atypische bevindingen,
vervolgonderzoek, belastende paspoortresultaten, atypische paspoortresultaten.
1.20. Dispensatie: een conform de Dispensatiebijlage en/of de International Standard for Therapeutic
Use Exemptions (ISTUE) door de Dopingautoriteit of een andere bevoegde ADO genomen besluit,
inhoudende de verlening van een ontheffing.
1.21. Dopingautoriteit: stichting Anti-Doping Autoriteit Nederland, de door de Nederlandse overheid
aangewezen NADO voor Nederland.
1.22. Dopingcontrole: het onderdeel van het dopingcontroleproces dat de aanwijzing ter dopingcontrole,
alsmede de afname van het monster omvat.
1.23. Dopingcontroleproces: het proces dat (i) het aanvragen, beoordelen en verlenen van een (verzoek
tot) dispensatie, (ii) het verzamelen en verwerken van whereabouts-gegevens, (iii) het plannen van
een afnameprocedure, het selecteren en aanwijzen van de betrokkene, het afnemen en
verzamelen van een monster, het transport van een monster naar het laboratorium, (iv) de analyse
van een monster (inclusief her- en verdere analyses, alsmede vervolgonderzoek), en (v) het
resultaatmanagement, waaronder de tuchtrechtelijke procedure, omvat.
1.24. Dopingcontroleofficial: een door de dopingcontrole-uitvoerende organisatie benoemde en getrainde
persoon die is belast met de gedelegeerde bevoegdheid voor de uitvoering van de dopingcontrole.
1.25. Dopingcontrole-uitvoerende organisatie: de instantie of organisatie die met de uitvoering van een
dopingcontrole is belast.
1.26. Dopinglijst: de van dit reglement deel uitmakende, door WADA als de Prohibited List International
Standard vastgestelde lijst met verboden stoffen en verboden methoden.
1.27. Dopingovertreding: een overtreding van een dopingreglement.
1.28. Anti-Dopingreglement: (i) het door de NTTB vastgestelde dopingreglement met de door WADA of
4
de Dopingautoriteit vastgestelde bijlagen (hierna: dit reglement), en (ii) een door een ADO of
andere instantie, dan wel organisatie vastgesteld dopingreglement, ook al is dit dopingreglement
bij de desbetreffende ADO of andere instantie, dan wel organisatie, anders genaamd. Door een
overheid of wetgever vastgestelde regels inzake doping worden voor de toepassing van dit
reglement ook beschouwd als anti-dopingreglement.
1.29. Dopingzaak: een mogelijke dopingovertreding.
1.30. Evenement: een reeks afzonderlijke wedstrijden die gemeenschappelijk wordt georganiseerd
onder verantwoordelijkheid van de NTTB, de ITTF en/of ETTU, het IOC of het IPC of een andere
(inter)nationale sportbond of organisatie
1.31. Hoofdbestuur: het Hoofdbestuur van de NTTB, als bedoeld in artikel 14 van de Statuten.
1.32. Internationaal evenement: Een evenement of een wedstrijd georganiseerd door of onder auspiciën
van het IOC, het IPC, de ITTF en/of ETTU of een andere internationale sportorganisatie (zoals
internationale organisaties voor meerdere sporten die optreden als bestuursorgaan van een
wereldwijd, continentaal of regionaal evenement).
1.33. ITTF: de International Table Tennis Federation. ETTU: de European Table Tennis Union.
1.34. International Standard: door WADA vastgestelde internationale standaard behorend bij de World
Anti-Doping Code, waaronder in ieder geval: de Prohibited List International Standard (de
2
2
Andere organisaties (ADO’s), met name IF’s en MEO’s, kunnen afwijkende definities van ‘binnen
wedstrijdverband’ hanteren. Dat is echter niet relevant voor de toepassing van dit reglement, tenzij wij
een IF-zaak krijgen met een positief resultaat specifiek door een afwijkende IC-periode.
3
De term “described” is vervangen door “benoemd”, omdat het biologisch paspoort niet volledig wordt
beschreven in ISTI of ISL.
4
De bijlagen worden gepubliceerd op de website van de Dopingautoriteit: www.dopingautoriteit.nl.
103
1.35.
1.36.
1.37.
1.38.
1.39.
1.40.
1.41.
1.42.
1.43.
1.44.
1.45.
1.46.
1.47.
1.48.
dopinglijst), de ISTI, de ISL, de ISTUE en de International Standard for the Protection of Privacy
and Personal Information (ISPPPI). De International Standards zijn van toepassing op dit
reglement en worden geacht hiervan deel uit te maken. De bij een International Standard
behorende Technical Documents worden geacht onderdeel uit te maken van de betreffende
International Standard.
Lid: (voor de toepassing van dit reglement) de natuurlijk persoon die, via lidmaatschap, licentie,
overeenkomst, deelname aan een wedstrijd (van de NTTB, ITTF en/of ETTU, het IOC of IPC) of op
andere wijze, is gebonden aan de statuten, reglementen en besluiten van de NTTB, dan wel van
een bij de NTTB aangesloten rechtspersoon. Als lid worden tevens beschouwd in NTTB actieve of
werkzame personen (bijvoorbeeld personen die actief of werkzaam zijn voor een binnen de NTTB
actieve vereniging of voor een team dat uitkomt in een sport), die niet via lidmaatschap, licentie of
enige overeenkomst zijn aangesloten bij de NTTB.
Marker: een stof of groep van stoffen of biologische variabelen, die duidt of duiden op het gebruik
van een verboden stof en/of de toepassing van een verboden methode.
Minderjarige: een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt.
Monster: enig biologisch materiaal, inclusief DNA-dragend materiaal, bijvoorbeeld urine, bloed,
zweet of speeksel.
Nationaal evenement: elk evenement als bedoeld in artikel 2 van het Toernooi- en
Wedstrijdreglement dat geen internationaal evenement is.
Negatieve uitslag: indien uit de dopingcontrole blijkt dat:
- in het monster van de betrokkene geen (verboden hoeveelheden) (afbraakproducten van)
verboden stoffen en/of verboden methoden zijn aangetroffen; en
- in het monster van de betrokkene geen markers zijn aangetroffen; en
- geen gebruik is gemaakt van (de toepassing van) een verboden methode; of
- de betrokkene beschikt(e) over een met betrekking tot de aangetroffen en/of gebruikte
verboden stoffen en/of verboden methoden geldige dispensatie in de zin van dit reglement
en/of de ISTUE, en conform de aan deze dispensatie verbonden voorwaarden heeft
gehandeld.
NTTB: de Nederlandse Tafeltennisbond die dit reglement heeft vastgesteld.
Poging: opzettelijk gedrag vertonen dat een essentiële stap vormt in de richting van gedrag dat
bedoeld is om te leiden tot een dopingovertreding. Een poging vormt geen dopingovertreding,
indien het lid afziet van de poging voordat deze wordt ontdekt door een derde partij die niet bij de
poging is betrokken.
Positieve uitslag: indien uit de dopingcontrole blijkt dat:
- in het monster van de betrokkene (verboden hoeveelheden) (afbraakproducten van) een of
meer verboden stoffen en/of verboden methoden zijn aangetroffen; en/of
- in het monster van de betrokkene (een) marker(s) is (zijn) aangetroffen; en/of
- gebruik is gemaakt van (de toepassing van) een verboden methode; en
- de betrokkene niet beschikt(e) over een met betrekking tot de aangetroffen en/of gebruikte
verboden stof(fen) en/of verboden methode(n) geldige dispensatie in de zin van dit reglement
en/of de ISTUE, en/of niet conform de aan deze dispensatie verbonden voorwaarde(n) heeft
gehandeld.
Pre-test: een controle op het gebruik, dan wel de aanwezigheid van verboden stoffen en/of
verboden methoden, die (a) niet door de Dopingautoriteit of een andere bevoegde ADO is
uitgevoerd, (b) niet volgens het gestelde in de ISTI en de ISL is uitgevoerd, en (c) waarvan een
analyseresultaat dat een mogelijke dopingovertreding inhoudt, niet wordt gemeld bij de
Dopingautoriteit en/of de NTTB.
Registered testing pool: een door de Dopingautoriteit, een andere NADO of internationale federatie
vastgestelde groep sporters.
Schuld: Elk plichtsverzuim dat of elk gebrek aan zorgvuldigheid die in een bepaalde situatie vereist
is.
Selecteren: het selecteren van een lid voor een dopingcontrole. Selectie kan geschieden op basis
van loting, wedstrijdresultaten, dan wel elke andere door een ADO te bepalen wijze.
5
Specifieke stof: de als zodanig aangemerkte (categorieën van) stoffen op de dopinglijst. In
beginsel zijn alle op de dopinglijst vermelde stoffen specifieke stoffen, uitgezonderd stoffen in de
volgende categorieën: (a) de anabole middelen, (b) de hormonen en verwante stoffen, (c) de op de
5
De Engelstalige dopinglijst hanteert voor de term ‘specifieke stoffen’ de volgende term: specified
substances.
104
1.49.
1.50.
1.51.
1.52.
1.53.
1.54.
1.55.
1.56.
1.57.
1.58.
1.59.
1.60.
dopinglijst als niet-specifieke stof aangeduide hormoon-antagonisten en modulatoren, en (d) de op
de dopinglijst als niet-specifieke stof aangeduide stimulantia. Specifieke stoffen betreffen nooit
verboden methoden.
Tuchtcommissie: De Tuchtcommissie als bedoeld in het Tuchtreglement.
Uitsluiting: sanctie waarbij de betrokkene gedurende een bepaalde
periode aan geen enkele wedstrijd, competitie, evenement of andere activiteit mag deelnemen, in
geen enkele hoedanigheid mag acteren of participeren binnen de NTTB (noch enige bij de NTTB
aangesloten lid-vereniging, team of andere rechtspersoon), noch enige (financiële) vergoedingen,
zoals is bedoeld in dit reglement, mag ontvangen.
Uur: de aaneengesloten periode van zestig minuten welke door een lid dat is opgenomen in de
registered testing pool voor elke dag dient te worden aangeleverd, en gedurende welke periode dit
lid vindbaar en beschikbaar moet zijn voor het bij hem uitvoeren een dopingcontrole.
Verboden stof: een stof, dan wel een categorie stoffen, die op de dopinglijst is beschreven.
Verboden methode: een methode die op de dopinglijst is beschreven.
Vervallen wedstrijdresultaten: het ongeldig verklaren van de individuele resultaten van de
betrokkene met betrekking tot een bepaalde wedstrijd, competitie of evenement, met alle daaruit
voortvloeiende consequenties zoals het teruggeven van medailles, prijzen(geld) en het verliezen
van punten.
Vervuild product: Een product dat een verboden stof bevat (i) die niet staat vermeld op het etiket
en (ii) die niet wordt genoemd in informatie die beschikbaar is via een redelijke zoekinspanning op
internet.
Voorlopige hoorzitting: een mondelinge behandeling die plaatsvindt in het kader van een door het
bestuur op te leggen voorlopige schorsing, en die is bedoeld is om de betrokkene te informeren en
hem gelegenheid te geven om schriftelijk of mondeling te worden gehoord. De voorlopige
hoorzitting houdt geen volledige behandeling en beoordeling van de feiten van de zaak in.
Wedstrijd: een ontmoeting tussen twee deelnemers, twee paren deelnemers of twee teams als
bedoeld in artikel 1 van het Toernooi- en Wedstrijdreglement, dan wel een soortgelijke ontmoeting
georganiseerd door of onder auspiciën van de ETTU en/of ITTF.
Whereabouts-fout: een conform de ISTI of de Whereabouts-bijlage vastgestelde foutieve inzending
of missed test. De in de ISTI gebruikte term voor foutieve inzending is ‘filing failure’.
Whereabouts-gegevens: de in de ISTI en de Whereabouts-bijlage bedoelde gegevens, die een lid
dat is opgenomen in de registered testing pool, aan de Dopingautoriteit of een andere ADO dient te
verschaffen.
World Anti-Doping Code: de actuele door WADA vastgestelde World Anti-Doping Code, waarop dit
reglement is gebaseerd.
Waar dit reglement begrippen in enkelvoud weergeeft, geldt ook de meervoudvorm van dat begrip en
omgekeerd, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald.
Waar dit reglement bepalingen in het heden stelt, geldt de bepaling ook voor gebeurtenissen in het
verleden, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald.
De door WADA vastgestelde documenten kunnen worden geraadpleegd op: www.wada-ama.org.
Artikel 2
Doping
2.1.
In dit reglement wordt onder doping verstaan de overtredingen zoals vermeld in artikel 3 tot en met
artikel 12.
2.2.
Elk lid en begeleidend personeel wordt geacht de inhoud van dit reglement en de bij dit reglement
behorende bijlagen te kennen, te weten wanneer sprake is van een dopingovertreding, alsmede
bekend te zijn met de door de dopinglijst beschreven (categorieën van) verboden stoffen en
verboden methoden. Ieder lid is verplicht zich op de hoogte te houden van de geldige dopinglijst,
zoals gepubliceerd op de website van WADA en de Dopingautoriteit.
2.3.
Elk lid en begeleidend personeel dient zich op de hoogte te stellen van de inhoud van dit reglement
en de bij dit reglement behorende bijlagen. Bij deelname aan een wedstrijd of evenement in het
buitenland dient een lid zich voorafgaand aan deze deelname op de hoogte te stellen van de voor
de betreffende wedstrijd of evenement geldende regels en procedures inzake doping(controles).
2.4.
Voor artikel 3 en artikel 4 geldt dat risicoaansprakelijkheid van toepassing is. Dit wil zeggen dat het
voor het vaststellen van een overtreding van artikel 3 of artikel 4 niet noodzakelijk is dat zijdens
betrokkene opzet, schuld, nalatigheid of bewust gebruik wordt aangetoond.
105
Hoofdstuk 2
Overtredingen
Artikel 3
Aanwezigheid
3.1.
De aanwezigheid van een verboden stof en/of een verboden methode, de afbraakproducten
daarvan en/of markers in een monster van een lid vormt een dopingovertreding.
3.2.
Met uitzondering van die stoffen waarvoor een specifieke grenswaarde geldt op basis van de
dopinglijst en/of de ISL, is bij elke aanwezigheid van een verboden stof, een verboden methode,
een afbraakproduct daarvan en/of een marker in een monster van een lid, sprake van een
dopingovertreding.
3.3.
De dopinglijst of een andere International Standard, kan speciale criteria bevatten voor de
beoordeling van (de aanwezigheid van en/of de aangetroffen hoeveelheid) verboden stoffen die
ook door het lichaam zelf kunnen worden geproduceerd.
3.4.
Van aanwezigheid is sprake:
a. bij een positieve uitslag na analyse van het A-monster waarbij het lid heeft afgezien van het
(laten) analyseren van het B-monster;
b. bij een positieve uitslag waarbij de analyse van het B-monster het resultaat van de analyse van
het A-monster heeft bevestigd; en/of
c. indien het B-monster verdeeld is over twee flesjes, en de analyse van
het tweede flesje de aanwezigheid van de in het eerste flesje aangetroffen verboden stof en/of
verboden methode, de afbraakproducten daarvan en/of markers, bevestigt.
3.5.
Er is geen sprake van een overtreding indien de betrokkene beschikt(e) over een met betrekking
tot de aangetroffen verboden stof(fen) en/of verboden methode(n) relevante en geldige dispensatie
in de zin van dit reglement en/of de ISTUE en conform de aan deze dispensatie verbonden
voorwaarden heeft gehandeld.
3.6.
De Dopingautoriteit heeft het recht het B-monster te (laten) analyseren, ook als de betrokkene
afziet van het (laten) analyseren van het B-monster.
3.7.
Het is de persoonlijke plicht van elk lid ervoor te zorgen dat geen verboden stoffen, verboden
methoden, afbraakproducten daarvan en/of markers in zijn lichaam binnenkomen. Leden zijn
verantwoordelijk voor alle verboden stoffen, verboden methoden, de afbraakproducten daarvan
en/of markers, die worden aangetroffen in hun monsters. Dientengevolge hoeft geen opzet, schuld,
nalatigheid van of bewust gebruik zijdens een lid te worden aangetoond om een overtreding inzake
artikel 3 te kunnen vaststellen.
3.8.
Bij elke aanwezigheid van een verboden stof, een verboden methode, een afbraakproduct daarvan
en/of een marker in een monster van een lid, is sprake van een overtreding inzake artikel 3,
ongeacht wanneer de betreffende verboden stoffen en/of verboden methoden zijn ingenomen,
gebruikt of toegediend, tenzij de dopinglijst bepaalt dat de aanwezigheid van een verboden stof,
een verboden methode, een afbraakproduct daarvan en/of een marker in een monster van een lid
buiten wedstrijdverband is toegestaan.
Artikel 4
Gebruik
4.1.
Gebruik of poging tot het gebruik van een verboden stof of een verboden
methode vormt
een dopingovertreding. Het slagen of mislukken van (de poging tot) het gebruik van een verboden
stof of verboden methode is niet relevant voor de beoordeling of sprake is van een overtreding.
4.2.
Onder gebruik wordt verstaan: het gebruiken, aanbrengen, innemen, injecteren, aanwenden of op
wat voor wijze dan ook tot zich nemen van een verboden stof en/of een verboden methode.
4.3.
Indien bij een positieve uitslag de analyse van het B-monster de analyse van het
A-monster niet bevestigt, kan desondanks gebruik worden aangetoond, en derhalve sprake
zijn van een dopingovertreding, indien:
a. sprake is van betrouwbare analytische gegevens afkomstig uit het A-monster; en
106
b. een afdoende verklaring kan worden gegeven voor het ontbreken van de bevestiging van de
positieve uitslag van de analyse van het A-monster. De initiële beoordeling of sprake is van
een afdoende verklaring geschiedt door de Dopingautoriteit in het kader van de toepassing van
Hoofdstuk 5. De definitieve vaststelling of sprake is van een afdoende verklaring geschiedt
door het bevoegde tuchtcollege.
4.4.
Er is geen sprake van een overtreding indien de betrokkene beschikt(e) over een met betrekking
tot de gebruikte verboden stoffen en/of verboden methoden relevante en geldige dispensatie in de
zin van dit reglement en/of de ISTUE en conform de aan deze dispensatie verbonden voorwaarden
heeft gehandeld.
4.5.
Het is de persoonlijke plicht van elk lid ervoor te zorgen dat geen verboden stoffen, verboden
methoden, afbraakproducten daarvan en/of markers zijn lichaam binnenkomen, en geen verboden
methode wordt gebruikt. Dientengevolge hoeft geen opzet, schuld, nalatigheid van of bewust
gebruik door een lid te worden aangetoond om een dopingovertreding te kunnen vaststellen. Om
een poging tot gebruik van een verboden stof of een verboden methode te kunnen vaststellen dient
wel opzet zijdens de betrokkene te worden aangetoond.
4.6.
Gebruik of poging tot het gebruik van een verboden stof of een verboden methode kan in ieder
geval worden aangetoond met betrouwbare bewijsmiddelen, zoals bekentenissen,
getuigenverklaringen, schriftelijk bewijs, conclusies van longitudinale profielen, inclusief gegevens
verzameld in het kader van het biologisch paspoort, of andere analytische informatie, ook als die
niet voldoet aan alle vereisten om een dopingovertreding aan te tonen.
Artikel 5
Gebrekkige medewerking
5.1.
Het ontwijken van de dopingcontrole, alsmede een poging hiertoe, vormt een dopingovertreding.
5.2.
Het zonder zwaarwegende reden weigeren medewerking te verlenen aan de dopingcontrole na
daartoe (mondeling) te zijn aangewezen, alsmede een poging hiertoe, vormt een
dopingovertreding.
Artikel 6
Whereabouts-fouten
6.1.
Elke combinatie van drie bij een lid, dat is opgenomen in een registered testing pool, vastgestelde
foutieve inzendingen en/of missed tests binnen een periode van twaalf maanden, vormt een
dopingovertreding.
6.2.
Voor leden die zijn opgenomen in een registered testing pool gelden de verplichtingen zoals die
zijn omschreven in de ISTI en de Whereabouts-bijlage.
Artikel 7
Manipulatie
7.1.
Manipuleren of poging tot manipuleren, vormt een dopingovertreding.
7.2.
Onder manipuleren wordt verstaan:
a. gedrag dat het dopingcontroleproces ondermijnt;
b. het aanpassen van enig deel van het dopingcontroleproces met onzuivere bedoelingen of op
een oneerlijke manier;
c. ongewenste invloed uitoefenen op enig deel van het dopingcontroleproces;
d. zich op onjuiste wijze in het dopingcontroleproces mengen om resultaten aan te passen of de
normale gang van zaken te hinderen;
e. het op enigerlei wijze vervalsen van een dispensatie(verzoek) en/of het op onjuiste wijze
beïnvloeden en/of achterhouden van informatie die van belang is of kan zijn voor een
dispensatie(verzoek);
f. het tegenwerken en/of misleiden van een dopingcontroleofficial;
g. het plegen van frauduleuze handelingen met betrekking tot het dopingcontroleproces;
h. het (doen) verstrekken van valse informatie en/of gegevens aan een ADO;
i. het opzettelijk hinderen, of een poging daartoe, van een dopingcontroleofficial;
j. het intimideren, of een poging daartoe, van een mogelijke getuige; en/of
k. vergelijkbare handelingen.
107
7.3.
Leden en begeleidend personeel, alsmede bij de NTTB aangesloten lid-verenigingen zijn verplicht
volledig, tijdig en ook overigens naar behoren hun medewerking aan de dopingcontrole te
verlenen, aanwijzingen van de (assistent) dopingcontroleofficial op te volgen, alsmede gehoor te
geven aan verzoeken van de (assistent) dopingcontroleofficial, waaronder in ieder geval het
ondertekenen van het aanwijzing- en dopingcontroleformulier. Het niet-nakomen van een of meer
van deze verplichtingen vormt een dopingovertreding.
7.4.
(Poging tot) Manipuleren vormt een dopingovertreding, ongeacht de omstandigheid dat de
dopingcontrole waarbij de (poging tot) manipulatie heeft plaatsgevonden, correct is uitgevoerd.
Artikel 8
Bezit
8.1.
Bezit of poging bezit te verkrijgen, op enig moment of enige plaats, van een buiten
wedstrijdverband verboden stof of verboden methode, vormt een dopingovertreding.
8.2.
Bezit binnen wedstrijdverband of poging binnen wedstrijdverband bezit te verkrijgen van enige
binnen wedstrijdverband verboden stof of verboden methode, vormt een dopingovertreding.
8.3.
Er is sprake van bezit wanneer:
a. een lid (i) het eigenlijke, fysieke bezit heeft van een verboden stof en/of een verboden
methode, (ii) de intentie heeft het eigenlijke, fysieke bezit van een verboden stof en/of een
verboden methode te verkrijgen en/of (iii) het lid de intentie heeft controle over de verboden
stof en/of de verboden methode te verkrijgen;
b. uitsluitend een lid controle heeft over de verboden stof en/of de verboden methode dan wel het
terrein of de plaats waar de verboden stof en/of verboden methode zich bevindt, maar geen
sprake is van het eigenlijke, fysieke bezit als bedoeld in artikel 8.3. sub a;
c. niet uitsluitend een lid controle heeft over de verboden stof en/of verboden methode dan wel
het terrein of de plaats waar de verboden stof en/of verboden methode zich bevindt, maar het
lid zich bewust was van de aanwezigheid van de verboden stof en/of verboden methode en de
bedoeling had daarover macht uit te oefenen; en/of
d. een lid een of meer verboden stoffen en/of verboden methoden heeft aangeschaft, verworven
of gekocht, via het internet en/of op andere wijze.
8.4.
Voor de toepassing van dit reglement wordt de aankoop van een verboden stof gelijk gesteld met
bezit, ook indien de verboden stof de koper niet (heeft) bereikt, bijvoorbeeld omdat het product niet
aankomt, door iemand anders wordt ontvangen of naar het adres van een derde wordt gestuurd.
8.5.
Enkel en alleen bezit vormt geen dopingovertreding indien het lid voorafgaand aan het door hem
ontvangen van enige kennisgeving omtrent een dopingzaak inzake bezit concrete actie heeft
ondernomen die aantoont dat (i) het nimmer zijn intentie is geweest de bewuste verboden stof
en/of verboden methode te bezitten, en (ii) hij afstand heeft gedaan van zijn bezit door dit specifiek
bij de Dopingautoriteit of een andere ADO te melden.
8.6.
Er is geen sprake van een overtreding indien:
a. het lid kan aantonen dat het bezit, dan wel de poging tot bezit, voortvloeit uit en overeenstemt
met een inzake de betreffende verboden stof en/of verboden methode relevante en geldige
dispensatie in de zin van dit reglement en/of de ISTUE, en conform de aan deze dispensatie
verbonden voorwaarden is gehandeld; of
b. het lid een andere acceptabele rechtvaardiging kan aantonen.
8.7.
(Poging tot) Bezit van een buiten wedstrijdverband verboden stof en/of van een verboden methode
door begeleidend personeel vormt een dopingovertreding, tenzij:
a. het begeleidend personeel kan aantonen dat het bezit, dan wel de poging tot bezit, voortvloeit
uit en overeenstemt met een inzake de betreffende verboden stof en/of verboden methode
relevante en geldige dispensatie in de zin van dit reglement en/of de ISTUE, en conform de
aan deze dispensatie verbonden voorwaarden is gehandeld; of
b. het begeleidend personeel een andere acceptabele rechtvaardiging kan aantonen.
Artikel 9
Handel
9.1.
Handel of poging tot handel in enige verboden stof en/of verboden methode vormt een
dopingovertreding.
108
9.2.
Onder handel wordt verstaan het rechtstreeks en/of via een of meer derden fysiek, elektronisch
en/of op enige andere wijze verkopen, verstrekken, vervoeren, versturen, leveren, verspreiden of
beschikbaar hebben voor een van deze doeleinden, van een verboden stof of een verboden
methode.
9.3.
Er is geen sprake van een overtreding wegens handel indien sprake is van handelingen door te
goeder trouw handelend medisch personeel met betrekking tot een verboden stof of een verboden
methode die wordt gebruikt (i) voor oprechte en legale therapeutische doeleinden of (ii) om een
andere aanvaardbare reden.
9.4.
Er is geen sprake van een overtreding wegens handel indien sprake is van handelingen met
betrekking tot een verboden stof die niet verboden is buiten wedstrijdverband, tenzij het geheel der
omstandigheden erop duidt dat deze verboden stof niet bedoeld is voor oprechte en legale
therapeutische doeleinden, dan wel bedoeld is om de sportprestatie te verbeteren.
Artikel 10
Toediening
10.1. Toediening of poging tot toediening, op enig moment of enige plaats, aan een lid van een buiten
wedstrijdverband verboden stof of verboden methode vormt een dopingovertreding.
10.2.
Toediening of poging tot toediening binnen wedstrijdverband aan een lid van een binnen
wedstrijdverband verboden stof en/of verboden methode, vormt een dopingovertreding.
10.3.
Voor de toepassing van dit reglement wordt onder toediening verstaan:
a. het aan een andere persoon verstrekken van een verboden stof of een verboden methode;
b. het aan een andere persoon leveren van een verboden stof of een verboden methode;
c. het faciliteren van (een poging tot) het gebruik door een andere persoon van een verboden stof
of een verboden methode;
d. het houden van toezicht op (een poging tot) het gebruik door een andere persoon van een
verboden stof of een verboden methode; en
e. het anderszins deelnemen aan (een poging tot) het gebruik door een ander persoon van een
verboden stof of verboden methode.
10.3.
Er is geen sprake van een overtreding wegens toediening indien sprake is van handelingen door te
goeder trouw handelend medisch personeel met betrekking tot een verboden stof of een verboden
methode die wordt gebruikt (i) voor oprechte en legale therapeutische doeleinden of (ii) om een
andere aanvaardbare reden.
10.4.
Er is geen sprake van een overtreding wegens toediening indien sprake is van handelingen met
betrekking tot een verboden stof die niet verboden is buiten wedstrijdverband, tenzij het geheel der
omstandigheden erop duidt dat deze verboden stof niet bedoeld is voor oprechte en legale
therapeutische doeleinden, dan wel bedoeld is om de sportprestatie te verbeteren.
Artikel 11
Medeplichtigheid
11.1. Het meewerken aan, het assisteren bij, het aanmoedigen tot, het helpen bij, het aanzetten tot, het
samenzweren tot, het verhullen van en/of elke (andere) vorm van opzettelijke medeplichtigheid aan
(het begaan van) een dopingovertreding, dan wel een poging daartoe, vormt een
dopingovertreding.
11.2.
Het meewerken aan, het assisteren bij, het aanmoedigen tot, het helpen bij, het aanzetten tot, het
samenzweren tot, het verhullen van en/of elke (andere) vorm van opzettelijke medeplichtigheid bij
het door een betrokkene niet-naleven van het gestelde in artikel 52.1, dan wel een poging daartoe,
vormt een dopingovertreding.
Artikel 12
Verboden samenwerking
12.1. Samenwerking door een lid hetzij beroepshalve, hetzij in een sportgerelateerde hoedanigheid, met
begeleidend personeel dat een periode van uitsluiting is opgelegd wegens het begaan van een
dopingovertreding, welke periode van uitsluiting nog niet is verstreken, vormt een
dopingovertreding.
109
12.2.
Samenwerking door een lid hetzij beroepshalve, hetzij in een sportgerelateerde hoedanigheid, met
begeleidend personeel dat (i) niet onder de jurisdictie van een ADO valt, en (ii) in een
strafrechtelijke of tuchtrechtelijke procedure is veroordeeld voor, of schuldig bevonden is aan,
handelingen die een dopingovertreding zouden hebben gevormd indien de desbetreffende persoon
wel onder de jurisdictie van een ADO had gevallen, vormt een dopingovertreding.
12.3.
Voor de toepassing van artikel 12.2 leidt de in die bepaling bedoelde veroordeling of schuldig
bevinding tot de uitsluiting van het betreffende begeleidend personeel, welke uitsluiting inhoudt dat
het de in het vorige lid bedoelde leden niet is toegestaan met dit begeleidend personeel samen te
werken. Deze uitsluiting, gedurende welke de in het vorige lid bedoelde overtreding kan
plaatsvinden, bedraagt de langste van de volgende perioden:
a. zes jaar te rekenen vanaf de uitspraak in de strafrechtelijke, beroeps- of tuchtprocedure; of
b. de duur van de in de strafrechtelijke, beroeps- of tuchtprocedure opgelegde
sanctie.
12.4.
Samenwerking door een lid hetzij beroepshalve, hetzij in een sportgerelateerde hoedanigheid, met
begeleidend personeel dat optreedt als stroman, tussenpersoon of bemiddelaar voor begeleidend
personeel als bedoeld in artikel 12.1 of artikel 12.2, vormt een dopingovertreding.
12.5.
Voorwaarde voor de toepassing van artikel 12.1 tot en met artikel 12.3 is dat:
a. het lid, hetzij door een ADO met jurisdictie over het lid, hetzij door WADA, voorafgaand aan het
doen van aangifte tegen dit lid, reeds schriftelijk in kennis is gesteld van: (i) de status van het
betreffende begeleidend personeel, en (ii) de mogelijke tuchtrechtelijke consequentie van
verboden samenwerking met dergelijk begeleidend personeel;
b. het lid de (verboden) samenwerking redelijkerwijs kan vermijden; en
c. een ADO redelijke inspanningen heeft gepleegd om het begeleidend personeel dat het
voorwerp is van voornoemde schriftelijke kennisgeving, op de hoogte te brengen dat het
binnen vijftien dagen contact kan opnemen met deze ADO om uit te leggen dat de in de artikel
12.1 en artikel 12.2 beschreven criteria niet op hem van toepassing zijn.
12.6.
Het lid dient aan te tonen dat enige samenwerking met begeleidend personeel dat valt onder het
gestelde in artikel 12.1 en/of artikel 12.2, niet beroepshalve plaatsvindt en niet plaatsvindt in een
sportgerelateerde hoedanigheid. Indien het lid dit kan aantonen, is geen sprake van een
dopingovertreding.
12.7.
Indien de NTTB beschikt over informatie inzake begeleidend personeel dat voldoet aan een van de
in artikel 12.1 tot en met artikel 12.3 genoemde criteria, dient de NTTB deze informatie direct door
te geven aan de Dopingautoriteit.
12.8.
Indien de Dopingautoriteit beschikt over informatie inzake begeleidend personeel dat voldoet aan
een van de in artikel 12.1 tot en met artikel 12.3 genoemde criteria, dient de Dopingautoriteit deze
informatie door te geven aan WADA.
12.9.
Vormen van op grond van dit artikel verboden samenwerking zijn, onder meer:
a. het inwinnen van trainings-, strategisch, technisch, voedings- of medisch advies;
b. het verkrijgen van (i) een therapie, (ii) een behandeling of (iii) voorschriften;
c. het aanbieden van monsters voor analyse; en/of
d. toestaan dat begeleidend personeel als zaakwaarnemer, agent of vertegenwoordiger optreedt.
12.10. Voor het vaststellen dat sprake is van een verboden samenwerking hoeft geen sprake te zijn van
enige vorm van vergoeding.
Hoofdstuk 3
Verboden stoffen en verboden methoden
Artikel 13
Dopinglijst
13.1. De geldige dopinglijst is steeds de meest recente door WADA vastgestelde en in werking getreden
dopinglijst. De dopinglijst noch enige op deze lijst voorkomende categorie, indeling, stof of methode
kunnen in het kader van een dopingzaak ter discussie worden gesteld.
110
13.2.
Een nieuwe dopinglijst treedt als zodanig in werking op de daarvoor door WADA bepaalde datum.
13.3.
Indien de dopinglijst spreekt over ADO’s, betreft het voor de toepassing van dit reglement de
Dopingautoriteit, tenzij andere ADO’s (ook) bevoegd zijn.
13.4.
Indien in (de toepassing van) dit reglement wordt gesproken van en/of over een verboden stof
vallen hieronder, indien van toepassing, tevens de aan deze
verboden stof gerelateerde
precursors, afbraakproducten en markers.
Artikel 14
Dispensaties
14.1. Er is geen sprake van een overtreding van artikel 3, artikel 4, artikel 8 en/of artikel 10 indien (i)
sprake is (geweest) van de aanwezigheid van een geldige dispensatie, en (ii) is gehandeld in
overeenstemming met de aan deze dispensatie verbonden voorwaarden.
14.2.
De Dispensatiebijlage bevat nadere regels, voorwaarden en beperkingen inzake het verkrijgen en
de geldigheid van een dispensatie.
14.3.
Leden zijn gebonden aan besluiten van de Geneesmiddelen Dispensatie Sporter (GDS)commissie zoals beschreven in de Dispensatiebijlage.
14.4.
De GDS-commissie voert haar taken uit op basis van de Dispensatiebijlage. De Dopingautoriteit
stelt deze commissie in. Samenstelling, werkwijze, besluitvorming en andere noodzakelijke
aspecten met betrekking tot de GDS-commissie worden bepaald door de Dopingautoriteit, voor
zover deze aspecten niet zijn bepaald in de Dispensatiebijlage.
Artikel 15
Voorlichting
15.1. Het Hoofdbestuur is gehouden het vigerende dopingreglement te publiceren op de website van de
NTTB. Het door het Hoofdbestuur niet voldoen aan deze verplichting heeft geen consequenties
voor hetgeen is bepaald in artikel 2.
15.2.
Het Hoofdbestuur is gehouden leden voor te (laten) lichten omtrent de volgende onderwerpen:
a. de verboden stoffen en verboden methoden op de dopinglijst;
b. de dopingovertredingen;
c. de dopingcontrole;
d. de rechten en plichten van de leden;
e. dispensaties;
f. de risico’s van het gebruik van voedingssupplementen;
g. de gevolgen van het gebruik van verboden stoffen en/of verboden methoden voor de
gezondheid; en
h. whereabouts-verplichtingen (indien van toepassing).
15.3.
Leden die zijn opgenomen in de registered testing pool zijn verplicht door de Dopingautoriteit
aangeboden voorlichtingsactiviteiten te volgen.
Hoofdstuk 4
Handhaving
Artikel 16
Handhaving
16.1. Handhaving van de in dit reglement gestelde verboden vindt plaats door middel van het uitvoeren
van dopingcontroles, alsmede door het doen aan opsporing en het doen van onderzoek.
16.2.
Dopingcontroles zijn gericht op het verkrijgen van analytisch bewijs en informatie in het kader van
(met name maar niet alleen) de in artikel 3 en 4 genoemde overtredingen.
16.3.
Het uitvoeren van onderzoek heeft betrekking op:
a. atypische bevindingen, atypische paspoortresultaten en belastende paspoortresultaten, waarbij
informatie of bewijs wordt verzameld teneinde te bepalen of een overtreding van (met name
maar niet alleen) artikel 3 of artikel 4 heeft plaatsgevonden; en
111
b. andere indicaties van dopingzaken, waarbij informatie of bewijs wordt verzameld teneinde te
bepalen of een overtreding van artikel 4 tot en met artikel 12 heeft plaatsgevonden.
16.4.
ADO’s zijn bevoegd onderzoek te doen naar dopingzaken. Zij kunnen hierbij gebruik maken van
analytische en niet-analytische informatie en gegevens.
Artikel 17
Dopingcontrole
17.1. Elk lid is op elk moment en op elke plaats, in Nederland en daarbuiten, verplicht medewerking te
verlenen aan een door een daartoe bevoegde ADO uit te voeren dopingcontrole. Deze verplichting
geldt ook als een lid wegens een dopingovertreding een periode van uitsluiting is opgelegd.
Dopingcontroles binnen wedstrijdverband kunnen worden uitgevoerd in het kader van elke onder
auspiciën van de NTTB, of een bij de NTTB aangesloten rechtspersoon, georganiseerde wedstrijd
of evenement.
17.2.
Dopingcontroles vinden niet plaats gedurende de periode tussen 23:00 uur en 6:00 uur, tenzij:
a. de uitvoering van de dopingcontrole reeds voor 23:00 uur een aanvang heeft genomen;
b. een lid als een tijdbestek tussen 23:00 uur en 6:00 uur heeft opgegeven als het Uur;
c. een lid anderszins toestemming heeft gegeven voor de uitvoering van een dopingcontrole
tussen 23:00 uur en 6:00 uur; of
d. een ADO een ernstig en specifiek vermoeden heeft dat zijdens een lid mogelijk sprake is van
een dopingovertreding. Het betwisten of bij een ADO sprake was van een voldoende ernstig en
specifiek vermoeden, en/of de vaststelling dat inderdaad geen sprake was van een voldoende
ernstig of specifiek vermoeden, heeft geen consequenties voor de vaststelling van een
dopingovertreding op basis van de controleresultaten van een tussen 23:00 uur en 6:00 uur
uitgevoerde dopingcontrole.
17.3.
De volgende organisaties hebben het recht bij leden dopingcontroles binnen wedstrijdverband uit
te (laten) voeren:
a. het Hoofdbestuur;
b. de Dopingautoriteit;
c. de internationale federatie (bij evenementen georganiseerd onder auspiciën van deze
federatie);
d. WADA;
e. de Dopingautoriteit bij onder auspiciën van de internationale federatie georganiseerde
wedstrijden en/of evenementen in Nederland, indien (i) de betreffende internationale federatie
bij die evenementen geen dopingcontroles uitvoert, dan wel (ii) de Dopingautoriteit wordt
verzocht namens de internationale federatie dopingcontroles uit te voeren; en
f. enige andere instantie of organisatie met de wettelijke of reglementaire bevoegdheid
dopingcontroles uit te (laten) voeren in het kader van een wedstrijd of evenement waarin een
lid uitkomt (bijvoorbeeld de organisatie die een bepaald evenement organiseert).
17.4.
Naast het Hoofdbestuur hebben de volgende organisaties het recht bij leden dopingcontroles
buiten wedstrijdverband uit te (laten) voeren:
a. de ITTF en/of ETTU;
b. WADA;
c. de Dopingautoriteit; en
d. enige andere instantie of organisatie met de wettelijke of reglementaire bevoegdheid
dopingcontroles buiten wedstrijdverband uit te (laten) voeren.
17.5.
Tijdens nationale evenementen worden dopingcontroles geïnitieerd, georganiseerd en
gecoördineerd door de Dopingautoriteit.
17.6.
Het (laten) uitvoeren van pre-tests vormt een dopingovertreding. Het door een lid ondergaan van
een pre-test wordt gelijkgesteld met een overtreding van artikel 7.
17.7.
De uitvoering van de dopingcontrole vindt plaats in wezenlijke overeenstemming met het gestelde
in de ten tijde van de dopingcontrole van kracht zijnde ISTI.
17.8.
De Dopingcontrole-bijlage stelt nadere regels inzake de uitvoering van de dopingcontrole.
112
17.9.
Laboratoria dienen de monsters te analyseren en de resultaten te rapporteren in wezenlijke
overeenstemming met de ISL.
Artikel 18
Heranalyse
18.1. Indien de Dopingautoriteit de opdrachtgever is voor de dopingcontrole, kan de Dopingautoriteit elk
monster op elk moment, dus ook voorafgaand aan de kennisgeving aan de betrokkene dat
(definitief) sprake is van een positieve uitslag, laten heranalyseren en/of verder laten analyseren.
18.2.
Indien de Dopingautoriteit de opdrachtgever is voor de dopingcontrole kan, nadat de kennisgeving
aan de betrokkene is verstuurd dat definitief sprake is van een positieve uitslag, naast de
Dopingautoriteit ook WADA elk monster op elk moment laten heranalyseren en/of verder laten
analyseren. Indien WADA tot her- of verdere analyse van een monster besluit, draagt WADA de
kosten voor deze analyse, inclusief de kosten voor het bewaren van het betreffende monster.
18.3.
Her- en verdere analyse vinden plaats in wezenlijke overeenstemming met het gestelde in de ISL
en, indien van toepassing, de ISTI.
18.4.
Een weigering van de Dopingautoriteit een monster te heranalyseren of verder te analyseren en/of
beschikbaar te stellen voor heranalyse, heeft geen invloed op (i) het belastende analyseresultaat,
op (ii) de vaststelling van een dopingovertreding, noch (iii) op enig ander aspect inzake de
(tuchtrechtelijke) behandeling van een dopingzaak.
Artikel 19
Registered testing pool
19.1. De Dopingautoriteit stelt een registered testing pool samen, en beheert deze.
19.2.
De Dopingautoriteit bepaalt:
a. welke leden tot deze registered testing pool behoren;
b. op welke moment leden aan deze registered testing pool worden toegevoegd, dan wel eruit
worden verwijderd..
De Dopingautoriteit communiceert hieromtrent schriftelijk met de betrokken leden.
19.3.
De verplichtingen die gelden voor leden die deel uit maken van de registered testing pool zijn
beschreven in dit reglement, de bij dit reglement behorende bijlagen en/of de International
Standards.
19.4.
Een lid dat stopt met de wedstrijdbeoefening terwijl hij is opgenomen in de registered testing pool,
en dat vervolgens de sportbeoefening in wedstrijdverband wenst te hervatten, mag pas deelnemen
aan een internationaal of nationaal evenement nadat hij zich beschikbaar heeft gesteld voor de
uitvoering van dopingcontroles. Hiertoe dient dit lid zowel de relevante internationale federatie als
de Dopingautoriteit niet later dan zes maanden voor aanvang van het betreffende nationale of
internationale evenement schriftelijk van zijn wens tot deelname op de hoogte te stellen. De termijn
van zes maanden vangt aan vanaf de datum dat zowel de relevante internationale federatie als de
Dopingautoriteit de bedoelde schriftelijke kennisgeving hebben ontvangen.
Indien een lid dat is opgenomen in de registered testing pool stopt met wedstrijdbeoefening, dient
hij dit schriftelijk bij de Dopingautoriteit en de internationale federatie (als het lid is opgenomen in
de registered testing pool van de internationale federatie) te melden.
19.5.
WADA kan, in overleg met de relevante internationale federatie en de Dopingautoriteit, een lid
ontheffen van de in het vorige lid beschreven verplichting, indien de strikte toepassing van de in het
vorige lid beschreven regel evident onredelijk zou zijn voor het lid. Tegen een besluit van WADA in
dit kader staat beroep open overeenkomstig het gestelde in Hoofdstuk 12.
19.6.
Een lid dat gedurende de periode dat hem een periode van uitsluiting is opgelegd wegens een
dopingovertreding (i) stopt met sportbeoefening en/of (ii) niet meer valt onder de in artikel 1
opgenomen definitie van het begrip ‘lid’, en dat vervolgens de sportbeoefening in wedstrijdverband
wenst te hervatten, mag pas deelnemen aan een internationaal of nationaal evenement nadat hij
zich beschikbaar heeft gesteld voor de uitvoering van dopingcontroles door niet later dan zes
maanden voor aanvang van het betreffende nationale of internationale evenement de relevante
internationale federatie, alsmede de Dopingautoriteit schriftelijk van zijn wens tot deelname op de
hoogte te stellen. Indien de resterende periode van uitsluiting op het moment dat het lid (i) stopt
113
met sportbeoefening en/of (ii) niet meer valt onder de in artikel 1 opgenomen definitie van het
begrip ‘lid’, langer bedraagt dan zes maanden, dan geldt in plaats van voornoemde termijn van zes
maanden, een termijn die gelijk is aan de nog resterende periode van uitsluiting.
19.7.
Het Hoofdbestuur dient de Dopingautoriteit te ondersteunen in het verkrijgen van namen, adres- en
contactgegevens van leden ten behoeve van het beheren van de registered testing pool, indien de
Dopingautoriteit het Hoofdbestuur hier om verzoekt.
Artikel 20
Opsporing en onderzoek
20.1. De Dopingautoriteit verzamelt, beoordeelt en verwerkt informatie uit alle relevante en beschikbare
bronnen, ten behoeve van het uitvoeren van dopingcontroles en/of het doen van onderzoek naar
mogelijke dopingovertredingen. De ISTI stelt nadere regels inzake het doen van onderzoek.
20.2.
De Dopingautoriteit onderzoekt atypische bevindingen, belastende paspoortresultaten en atypische
paspoortresultaten. Een belastend analyseresultaat kan bovendien aanleiding zijn voor het doen
van onderzoek naar andere dopingovertredingen, begaan door de betrokkene of door anderen.
20.3.
De Dopingautoriteit onderzoekt alle andere analytische of niet-analytische informatie of inlichtingen
die wijzen op mogelijke dopingovertredingen.
20.4.
Onderzoek kan leiden tot bewijs van een dopingovertreding, dan wel tot bewijs dat geen sprake is
van een dopingovertreding.
20.5.
De Dopingautoriteit kan in het kader van het onderzoeken van een of meer dopingzaken informatie
uitwisselen met (internationale) sportorganisaties, buitenlandse ADO’s, WADA en met
(internationale) opsporingsinstanties en justitiële instellingen.
20.6.
Ieder lid is verplicht mee te werken aan een onderzoek van de Dopingautoriteit naar
dopinggeruchten en vermeende dopingzaken.
20.7.
Leden kunnen dopingzaken en elke inlichting of informatie inzake een mogelijke dopingovertreding
melden bij de Dopingautoriteit of het Hoofdbestuur. Het Hoofdbestuur is verplicht dergelijke
meldingen binnen veertien dagen, te rekenen vanaf de dag dat de melding door het Hoofdbestuur
is ontvangen, te melden bij de Dopingautoriteit.
20.8.
Niet-leden kunnen dopingzaken en elke inlichting of informatie inzake een mogelijke
dopingovertreding, melden bij de Dopingautoriteit.
20.9.
Indien uit eigen onderzoek van het Hoofdbestuur en/of een bondsfunctionaris blijkt dat mogelijk
sprake is van een dopingzaak, dient het Hoofdbestuur, respectievelijk de bondsfunctionaris, dit zo
spoedig mogelijk te melden bij de Dopingautoriteit.
Hoofdstuk 5
Resultaatmanagement
Artikel 21
Algemeen
21.1. Resultaatmanagement omvat:
a. het beoordelen van (i) controleresultaten, (ii) meldingen van mogelijke dopingovertredingen,
(iii) informatie en inlichtingen uit heranalyses, opsporing en onderzoek naar mogelijke
dopingovertredingen; en
b. de tuchtrechtelijke vervolging in dopingzaken.
Het is in dopingzaken expliciet toegestaan dat verschillende aspecten van het
resultaatmanagement door verschillende ADO’s worden uitgevoerd.
21.2.
Resultaatmanagement kan plaatsvinden door elke ADO met jurisdictie over een lid. Indien
resultaatmanagement plaatsvindt door de Dopingautoriteit, dan wordt daarmee tevens gedoeld op
de NTTB, vanaf het moment dat de Dopingautoriteit een dopingzaak meldt bij het Hoofdbestuur.
De NTTB is verantwoordelijk voor de tuchtrechtelijke vervolging, tenzij (i) dit reglement anders
bepaalt of (ii) dit aspect van het resultaatmanagement (deels) wordt uitgevoerd door een andere
ADO.
114
21.3.
In beginsel vindt resultaatmanagement plaats onder de verantwoordelijkheid van de ADO die de
dopingcontrole heeft geïnitieerd, dan wel (indien geen sprake is van een dopingcontrole) van de
ADO die als eerste de betrokkene in kennis heeft gesteld van een dopingzaak. Het
resultaatmanagement in verband met een mogelijke overtreding van artikel 6 geschiedt door de
internationale federatie of de NADO waarbij de betrokkene zijn whereaboutsgegevens aanlevert.
21.4.
ADO’s met jurisdictie kunnen in onderling overleg besluiten welke ADO (welke aspecten van) het
resultaatmanagement op zich neemt. Bij dopingzaken is het expliciet toegestaan dat een ADO het
resultaatmanagement overdraagt aan een andere ADO.
21.5.
Indien tussen bevoegde ADO’s geen overeenstemming bestaat over welke ADO verantwoordelijk
is voor het resultaatmanagement, zal WADA hieromtrent besluiten. Elk van de betrokken ADO’s
kunnen tegen dit besluit van WADA in beroep komen bij het CAS. Hierbij geldt als beroepstermijn
zeven dagen vanaf de ontvangst door de betrokken ADO van het besluit van WADA. Het CAS zal
dit beroep via een versnelde procedure behandelen. Het beroep zal worden behandeld door een
enkele arbiter.
21.6.
Dit reglement is ook van toepassing op dopingzaken die voortvloeien uit door een niet-bevoegde
instantie uitgevoerde dopingcontrole. Indien deze controle leidt tot een atypische bevinding, een
belastend analyseresultaat of een andere mogelijke dopingovertreding, vindt het
resultaatmanagement plaats door de Dopingautoriteit.
21.7.
Indien noch de Dopingautoriteit, noch enige andere NADO bevoegd is om een dopingzaak te
behandelen, zal het resultaatmanagement worden uitgevoerd door de relevante internationale
federatie, dan wel door de organisatie die volgens de regels van de internationale federatie
bevoegd is.
21.8.
Dit reglement is van toepassing op dopingzaken die voortvloeien uit een door WADA geïnitieerde
dopingcontrole of uit door WADA uitgevoerd onderzoek. Indien sprake is van een mogelijke
dopingovertreding zijdens een lid, vindt het resultaatmanagement plaats door de Dopingautoriteit,
tenzij WADA het resultaatmanagement overdraagt aan een andere bevoegde ADO.
21.9.
Conform hetgeen in dit artikel, alsmede in de World Anti-Doping Code, is bepaald, kunnen
bevoegde ADO’s het resultaatmanagement en de tuchtrechtelijke vervolging onderling overdragen.
Hierbij geldt dat de regels van de ADO van toepassing zijn op het (deel van het)
resultaatmanagement dat deze ADO zelf heeft uitgevoerd.
21.10. Bij internationale evenementen kan het resultaatmanagement in dopingzaken betreffende leden,
worden overgedragen aan de Dopingautoriteit.
21.11. De World Anti-Doping Code bevat regels inzake het informeren van relevante ADO’s over:
a. het intrekken van een beschuldiging dat zijdens een lid sprake is van een dopingovertreding;
b. de oplegging van een voorlopige schorsing; en
c. de oplegging van een sanctie zonder tuchtrechtelijke behandeling.
Artikel 22
Beoordeling (mogelijke) dopingzaken
22.1. De Dopingautoriteit is belast met het resultaatmanagement, tenzij het resultaatmanagement op
grond van het vorige artikel door een andere ADO plaatsvindt.
22.2.
De Dopingautoriteit beoordeelt in het kader van het resultaatmanagement alle belastende
analyseresultaten, atypische bevindingen, andere controleresultaten en andere (onderzoeken van
en naar) mogelijke dopingzaken. De Dopingautoriteit kan in het kader van deze beoordeling in
overleg treden met de betrokkene, het Hoofdbestuur, andere NADO’s, de ITTF en/of ETTU en
WADA.
22.3.
De Dopingautoriteit bepaalt of sprake is van een dopingzaak, tenzij het resultaatmanagement op
grond van dit reglement door een andere ADO plaatsvindt.
115
22.4.
Indien de Dopingautoriteit na de beoordeling als bedoeld in dit artikel van mening is dat sprake is
van een dopingzaak, wordt een belastend analyseresultaat (als daarvan sprake is) voorlopig
aangemerkt als positieve uitslag.
22.5.
De beoordeling van atypische en belastende paspoortresultaten geschiedt overeenkomstig het
daaromtrent bepaalde in de ISTI.
22.6.
De beoordeling van mogelijke overtredingen van artikel 6 geschiedt in overeenstemming met de
ISTI en de Whereabouts-bijlage.
22.7.
De Dopingautoriteit voert waar mogelijk of noodzakelijk elk ander onderzoek uit naar mogelijke
dopingovertredingen.
22.8.
Kennisgeving aan het Hoofdbestuur en de betrokkene vindt plaats binnen eenentwintig dagen
vanaf het moment dat de Dopingautoriteit heeft vastgesteld dat sprake is van een dopingzaak,
tenzij dit reglement (of een bijlage behorend bij dit reglement) een andere termijn of regeling
noemt.
Artikel 23
Analyse B-monster
23.1. Als een monster is verdeeld in een A-deel (het A-monster) en een B-deel (het Bmonster),
heeft de betrokkene bij een belastend analyseresultaat in het A-monster recht op analyse van het
B-monster, mits hij tijdig en correct heeft aangegeven van dit recht gebruik te willen maken in
overeenstemming met het gestelde in dit artikel. De Dopingautoriteit wijst de betrokkene schriftelijk
op (i) dit recht, (ii) de termijn binnen welke hij dient aan te geven of hij van dit recht gebruik wenst
te maken, en (iii) de gevolgen als hij dit niet tijdig en/of niet correct doet.
23.2.
De Dopingautoriteit kan aan het in het vorige lid genoemde recht op analyse van het B-monster
voorwaarden verbinden, waaronder het door de betrokkene vergoeden van de kosten van de
analyse van het B-monster voorafgaand aan de uitvoering van deze analyse. De Dopingautoriteit
wijst de betrokkene schriftelijk op deze voorwaarde(n). Indien de betrokkene niet tijdig en volledig
voldoet aan de gestelde voorwaarden, wordt de betrokkene geacht af te zien van zijn recht tot het
(laten) analyseren van het B-monster, waarmee de uitslag van het onderzoek van het A-monster
definitief wordt, en als positieve uitslag wordt aangemerkt.
23.3.
Het laboratorium bepaalt de datum, het tijdstip en de locatie waarop de analyse van het B-monster
zal plaatsvinden. De Dopingautoriteit stelt de betrokkene hieromtrent schriftelijk op de hoogte.
23.4.
De betrokkene en/of een door hem aangewezen persoon, alsmede een vertegenwoordiger van de
NTTB, de ITTF en/of ETTU en/of de dopingcontrole-uitvoerende organisatie, mogen op eigen
kosten bij het analyseren van het B-monster in het laboratorium aanwezig zijn. De onmogelijkheid
aanwezig te zijn bij de analyse van het B-monster leidt niet tot ongeldigheid van de uitslag van de
analyse van het B-monster. De ISL kan (nadere) regels stellen omtrent de aanwezigheid van
personen bij de analyse van het B-monster, alsmede inzake de rechten van de betrokkene in dit
kader. Indien de ISL op dit punt afwijkt van hetgeen in dit reglement is bepaald, gaan de regels in
de ISL voor.
23.5.
Indien de uitslag van het onderzoek van het B-monster de uitslag van het onderzoek van het Amonster niet bevestigt, is sprake van een negatieve uitslag.
23.6.
Indien de uitslag van het onderzoek van het B-monster de uitslag van het onderzoek van het Amonster bevestigt, is sprake van een positieve uitslag.
Artikel 24
Communicatie controleresultaten
24.1. Indien de controleresultaten een negatieve uitslag aangeven en niet duiden op een mogelijke
dopingovertreding, stelt de Dopingautoriteit de betrokkene, alsmede de NTTB schriftelijk op de
hoogte van de uitkomst van het onderzoek van het A-monster.
24.2.
Indien de Dopingautoriteit na de beoordeling als bedoeld in artikel 22 en na eventueel uitgevoerd
vervolgonderzoek, van mening is dat sprake is van een dopingzaak, stelt de Dopingautoriteit de
116
betrokkene en de NTTB binnen eenentwintig dagen na deze vaststelling schriftelijk door middel
van een aangetekende brief op de hoogte van:
a. het belastende analyseresultaat (indien daarvan sprake is);
b. welke dopingovertreding(en) (vermoedelijk) sprake is;
c. het recht van de betrokkene een kopie op te vragen van de informatie die het laboratorium
verplicht is beschikbaar te stellen volgens de ISL; en
d. de rechten als bedoeld in artikel 23.1, alsmede eventuele voorwaarden als bedoeld in artikel
23.
24.3.
De Dopingautoriteit stelt de betrokkene en de NTTB binnen eenentwintig dagen nadat de
Dopingautoriteit deze uitslag heeft ontvangen, schriftelijk door middel van een aangetekende brief
op de hoogte van de uitslag van het onderzoek van het B-monster.
24.4.
De Dopingautoriteit zal geen enkele partij of betrokkene van een atypische bevinding op de hoogte
stellen, voordat eventueel noodzakelijk vervolgonderzoek is voltooid en de Dopingautoriteit heeft
besloten of sprake is van een dopingzaak. Dit is slechts anders indien de Dopingautoriteit een
verzoek ontvangt van:
a. het Hoofdbestuur, in verband met een aflopende deadline inzake de samenstelling van een
nationaal team voor een internationale wedstrijd of evenement; en/of
b. de organisator van een evenement, kort voor aanvang van het evenement, met de vraag of ten
aanzien van enig lid sprake is van vervolgonderzoek naar aanleiding van een atypische
bevinding.
De Dopingautoriteit zal in dergelijke gevallen slechts de naam van de betrokkene bekend maken
indien deze voorkomt op een door het Hoofdbestuur en/of de organisator van een evenement
verstrekte lijst van (deelnemende) leden. Voorafgaand aan het op de hoogte stellen van het
Hoofdbestuur en/of de organisator van een evenement, zal de Dopingautoriteit eerst de betrokkene
schriftelijk op de hoogte stellen.
24.5.
De Dopingautoriteit stelt het Hoofdbestuur en de betrokkene, met inachtneming van het gestelde in
dit reglement, zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte inzake (de uitvoering en het resultaat
van) het vervolgonderzoek.
Artikel 25
Vervolgonderzoek
25.1. De Dopingautoriteit kan in een monster al het onderzoek (laten) uitvoeren dat noodzakelijk is om
na te gaan of sprake is van enige dopingovertreding. Het kan hierbij gaan om een atypische
bevinding of om onderzoek dat volgens een International Standard of een ander door WADA
vastgesteld document wordt genoemd. Indien een laboratorium een atypische bevinding
rapporteert, dient de Dopingautoriteit eerst te beoordelen of sprake is van (i) een van toepassing
zijnde relevante dispensatie en/of (ii) een afwijking in de zin van artikel 34.2 en/of artikel 34.4.
25.2.
De Dopingautoriteit kan het B-monster (laten) analyseren voordat het vervolgonderzoek is voltooid.
In dit geval dient de Dopingautoriteit de betrokkene voorafgaand aan de analyse van het B-monster
op de hoogte te stellen op de wijze als beschreven in artikel 23.3.
25.3.
Indien in het A-monster een of meer niet-specifieke stoffen en/of verboden methoden (in verboden
hoeveelheden) in combinatie met een atypische bevinding worden aangetroffen, kan bij de
tuchtrechtelijke afhandeling worden uitgegaan van de aangetroffen niet-specifieke stof en/of
verboden methode. In een dergelijk geval hoeft het in dit reglement en/of de dopinglijst bedoelde
vervolgonderzoek niet plaats te vinden. De Dopingautoriteit is bevoegd hieromtrent te besluiten.
25.4.
Indien in het A-monster een of meer specifieke stoffen in combinatie met atypische bevindingen
worden aangetroffen, kan de Dopingautoriteit besluiten vervolgonderzoek uit te voeren. Indien
wordt besloten tot het uitvoeren van vervolgonderzoek, is het volgende van toepassing:
a. Leidt het vervolgonderzoek niet tot de conclusie dat met betrekking tot de atypische bevinding
sprake is van de aanwezigheid van een verboden stof en/of verboden methode, dan zal
tuchtrechtelijke vervolging plaatsvinden uitgaande van de aangetroffen specifieke stof.
b. Leidt het vervolgonderzoek tot de conclusie dat sprake is van de aanwezigheid van een nietspecifieke verboden stof en/of verboden methode, dan zal tuchtrechtelijke vervolging
plaatsvinden uitgaande van deze bevinding.
117
Artikel 26
Voorlopige schorsing
26.1. Voorlopige schorsingen in dopingzaken worden uitsluitend geregeld in dit reglement, ook als een
dergelijke maatregel in een ander NTTB-reglement (i) een andere naam heeft, zoals voorlopige
voorziening of voorlopige schorsing, en (ii) door een tuchtcollege wordt opgelegd.
26.2.
Indien een voorlopige schorsing wordt opgelegd, geldt voor de betrokkene dat deze:
a. is uitgesloten van deelname aan enige wedstrijd, competitie en/of evenement onder auspiciën
van de NTTB;
b. geen onderdeel mag uitmaken van enige nationale selectie en/of nationaal team;
c. niet geselecteerd mag worden voor enige nationale selectie, nationaal team en/of enige andere
(internationale) vertegenwoordiging van de NTTB, op individuele noch op teambasis;
d. geen trainingen mag geven, noch enige training mag volgen of ondergaan die is goedgekeurd
door en/of is georganiseerd onder auspiciën van de NTTB of een organisatie die lid is van de
NTTB, dan wel op andere wijze bij de NTTB is aangesloten. Hieronder valt in ieder geval het
trainen bij de NTTB, het trainen bij een bij de NTTB aangesloten lid-vereniging of andere bij de
NTTB aangesloten rechtspersoon, het trainen onder (bege)leiding van een voor de NTTB (als
vrijwilliger of anderszins) werkzame persoon, alsmede het trainen met een persoon die een
trainerslicentie of een daarmee gelijk te stellen document heeft; en
e. geen begeleidingsactiviteiten mag uitvoeren bij trainingen en/of wedstrijden.
26.3.
Indien sprake is van een voorlopig positieve uitslag inzake het A-monster, dient het Hoofdbestuur
de betrokkene direct na ontvangst van de in artikel 24.2 bedoelde kennisgeving een voorlopige
schorsing op te leggen, tenzij de voorlopig positieve uitslag een specifieke stof en/of een vervuild
product betreft, in welk geval artikel 26.4 van toepassing is.
26.4.
De Tuchtcommissie kan bij een voorlopig positieve uitslag inzake het A-monster inzake een
specifieke stof en/of een vervuild product, de betrokkene een voorlopige schorsing opleggen
indien:
a. een redelijke kans bestaat dat de betrokkene op korte termijn, in verband met (de
voorbereiding op) een wedstrijd, competitie en/of evenement opnieuw positief test op dezelfde
stof;
b. het waarschijnlijk is dat de betrokkene wegens een dopingovertreding enige periode van
uitsluiting wordt opgelegd; en/of
c. bij overtreding van artikel 5 of artikel 17.6.
26.5.
De Tuchtcommissie kan bij dopingzaken die niet vallen onder artikel 26.3 of artikel 26.4 een
voorlopige schorsing opleggen als het een dergelijke maatregel in het belang van de NTTB
wenselijk of noodzakelijk acht.
26.6.
In andere dan de in artikel 26.3 bedoelde gevallen kan het bestuur een voorlopige schorsing
opleggen na de beoordeling en kennisgeving zoals die zijn beschreven in de voorgaande artikelen,
maar voorafgaand aan een hoorzitting in het kader van de tuchtrechtelijke behandeling.
26.7.
De Tuchtcommissie kan de in de voorgaande leden van dit artikel bedoelde bevoegdheid tot het
opleggen van voorlopige schorsing, delegeren aan (bijvoorbeeld) het Hoofdbestuur, een
afzonderlijk vertegenwoordigingsbevoegd bestuurslid, de directeur van de NTTB of een
bondsfunctionaris.
26.8.
De Tuchtcommissie dient de betrokkene de mogelijkheid te bieden van een voorlopige hoorzitting
voorafgaand aan, dan wel binnen eenentwintig dagen na, het opleggen van de voorlopige
schorsing.
26.9.
Het Hoofdbestuur, of de op grond van artikel 26.7 bevoegde persoon die een
voorlopige schorsing heeft opgelegd, stelt de betrokkene binnen tien dagen vanaf de dag waarop
het besluit tot oplegging van een voorlopige schorsing is genomen, op de hoogte van deze
maatregel door middel van een aangetekende brief. Bij voornoemde brief stelt het Hoofdbestuur de
betrokkene op de hoogte van (i) hetgeen de voorlopige schorsing inhoudt, (ii) wanneer deze
maatregel van kracht wordt, en (iii) diens recht op een voorlopige hoorzitting, tenzij de voorlopige
hoorzitting reeds heeft plaatsgevonden. Het Hoofdbestuur stuurt de Dopingautoriteit tegelijkertijd
een afschrift van deze brief.
118
Indien de betrokkene niet binnen zeven werkdagen na ontvangst van het besluit tot oplegging van
de voorlopige schorsing schriftelijk heeft aangegeven van zijn recht op een voorlopige hoorzitting
gebruik te willen maken, wordt hij geacht van dit recht te hebben afgezien. Indien het Hoofdbestuur
nalaat de betrokkene te informeren omtrent diens recht tot een voorlopige hoorzitting, is het
Hoofdbestuur, indien de betrokkene het Hoofdbestuur schriftelijk om een voorlopige hoorzitting
heeft verzocht, gehouden binnen eenentwintig dagen na de ontvangst van dit verzoek alsnog een
voorlopige hoorzitting te beleggen.
26.10. De Tuchtcommissie of de op grond van artikel 26.7 bevoegde persoon kan in die gevallen waarin
dat noodzakelijk of relevant is, bijvoorbeeld vanwege het competitieverloop, of een
selectieprocedure voor een internationale wedstrijd, besluiten andere betrokkenen (bijvoorbeeld
een of meer relevante teams, verenigingen of andere rechtspersonen) op de hoogte te stellen van
een opgelegde voorlopige schorsing. Deze berichtgeving zal niet ingaan op de aard en
omstandigheden van de dopingzaak en geen specifieke informatie hieromtrent bevatten.
26.11. De voorlopige schorsing komt te vervallen indien:
a. de uitslag van de analyse van het B-monster de uitslag van de analyse van het A-monster niet
bevestigt;
b. de positieve uitslag komt te vervallen als gevolg van een relevante en geldige dispensatie in
de zin van dit reglement en/of de ISTUE;
c. indien de betrokkene in het kader van een voorlopige hoorzitting aantoont, dat het
controleresultaat waarschijnlijk het gevolg is van een vervuild product. Hiertoe dient de
betrokkene aan te tonen dat (i) hij een product heeft gebruikt dat voldoet aan de in artikel 1.55
genoemde criteria, en (ii) het waarschijnlijker is dat de in zijn monster aangetroffen verboden
stof of methode in zijn lichaam is gekomen via een vervuild product, dan dat de in zijn monster
aangetroffen verboden stof of methode op andere wijze in zijn lichaam is gekomen;
d. een daartoe bevoegd tuchtcollege, orgaan of instantie een definitief besluit aangaande de
dopingzaak heeft genomen en de betrokkene schriftelijk van dit besluit in kennis heeft gesteld;
dan wel
e. het besluit tot het opleggen van de voorlopige schorsing in het daartegen ingestelde beroep
komt te vervallen.
26.12. Indien een voorlopige schorsing komt te vervallen, stelt de Tuchtcommissie de betrokkene en de
Dopingautoriteit hiervan zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen tien dagen nadat de
voorlopige schorsing is komen te vervallen, schriftelijk op de hoogte.
26.13. Indien vanwege meerdere redenen of dopingzaken een voorlopige schorsing is opgelegd, blijft de
voorlopige schorsing van kracht, ook indien het onderzoek van het B-monster het onderzoek van
het A-monster niet bevestigt.
26.14. In de gevallen waarin de betrokkene of het team van de betrokkene op basis van dit reglement is
verwijderd uit een wedstrijd, competitie of evenement en de analyse van het B-monster de analyse
van het A-monster niet bevestigt, kan de betrokkene of het team, als dat mogelijk is zonder het
verloop van de wedstrijd, het evenement of de competitie (verder) te beïnvloeden, na de
kennisgeving als bedoeld in artikel 26.12, zijn deelname aan de competitie voortzetten.
26.15. De omstandigheid dat een voorlopige schorsing niet conform het gestelde in dit artikel is opgelegd,
is niet van invloed op de vaststelling of sprake is van een dopingovertreding.
26.16. In alle gevallen waarin de Dopingautoriteit, de Tuchtcommissie of het Hoofdbestuur de betrokkene
schriftelijk in kennis heeft gesteld van een dopingzaak die niet leidt tot de oplegging van een
voorlopige schorsing, dient de betrokkene in de gelegenheid te worden gesteld vrijwillig een
voorlopige schorsing te aanvaarden, in afwachting van de beslechting van de dopingzaak.
Artikel 27
Aanvaarding dopingovertreding en sanctie
27.1. Indien sprake is van een dopingzaak, en de Dopingautoriteit de betrokkene hierover schriftelijk
heeft geïnformeerd, kan de Dopingautoriteit de betrokkene een sanctievoorstel doen. Indien de
betrokkene met dit voorstel akkoord gaat, betekent dit dat:
a. hij de beschuldiging inzake het begaan van de betreffende dopingovertreding aanvaardt;
119
b. hij de gevolgen daarvan aanvaardt, waaronder in ieder geval het vervallen van
wedstrijdresultaten (als daarvan sprake is);
c. hij het sanctievoorstel aanvaardt, waaronder in ieder geval de duur van de periode van
uitsluiting, alsmede de ingangsdatum van de periode van uitsluiting; en
d. hij alle gevolgen van de uitsluiting aanvaardt.
27.2.
De Dopingautoriteit is, voor zover niet beperkt door dit reglement en/of de World Anti-Doping Code,
geheel vrij in het bepalen van het in het vorige lid genoemde voorstel, alsmede enige bijbehorende
voorwaarde(n). De voorgestelde sanctie dient te passen binnen de bepalingen van de World AntiDoping Code en dit reglement.
27.3.
Indien een betrokkene het sanctievoorstel van de Dopingautoriteit aanvaardt, dient de
Dopingautoriteit alle partijen met beroepsrecht conform artikel 60 over deze acceptatie te
informeren. De betrokkene die het sanctievoorstel schriftelijk aanvaardt, kan geen beroep instellen
tegen de aanvaarde sanctie.
27.4.
Indien een betrokkene het sanctievoorstel van de Dopingautoriteit aanvaardt, zal geen verdere
uitvoering van resultaatmanagement en geen tuchtrechtelijke vervolging plaatsvinden.
Hoofdstuk 6
Tuchtrechtelijke behandeling
Artikel 28
Algemeen
28.1. Tuchtrechtelijke vervolging, behandeling, sanctievaststelling en sanctieoplegging
geschieden overeenkomstig het gestelde in dit reglement en het Tuchtreglement, tenzij (i) dit
reglement anders bepaalt of (ii) deze aspecten van het resultaatmanagement worden uitgevoerd
door een andere ADO.
28.2.
Een internationale federatie kan de tuchtrechtelijke behandeling van een dopingzaak, indien deze
een lid betreft, overdragen aan de Dopingautoriteit en de NTTB.
28.3.
Dopingzaken betreffende leden kunnen, indien zij niet door de NTTB worden behandeld, worden
behandeld door elke bevoegde ADO. In dergelijke gevallen is de Dopingautoriteit, om de
vertrouwelijkheid van procedure te bewaken, gerechtigd de melding van deze zaken bij de NTTB
uit te stellen, uiterlijk tot de tuchtrechtelijke behandeling is voltooid.
28.4.
Als de betrokkene op het moment van het ontstaan van een dopingzaak valt onder de definitie van
lid en/of begeleidend personeel, blijft dit reglement voor de duur van de (tuchtrechtelijke)
afhandeling van deze dopingzaak, inclusief eventuele beroepszaken, onverkort op hem van
toepassing, ook indien een of meer veranderingen in zijn status optreden, bijvoorbeeld door het
beëindigen van zijn lidmaatschap bij de NTTB en/of het beëindigen van een
(arbeids)overeenkomst.
28.5.
Indien de Tuchtcommissie, de Commissie van Beroep of het CAS definitief oordeelt dat het niet
bevoegd is van een dopingzaak kennis te nemen, dan wel bepaalt dat de NTTB en/of de
Dopingautoriteit in de voorliggende zaak geen jurisdictie hebben, dan komt deze bevoegdheid,
respectievelijk deze jurisdictie automatisch toe aan de ITTF en/of ETTU.
Artikel 29
Aanhangig maken dopingzaken (aangifte)
29.1. Indien de Dopingautoriteit van mening is dat sprake is van een dopingzaak, meldt de
Dopingautoriteit dit schriftelijk en met redenen omkleed bij de Tuchtcommissie, tenzij:
a. de Dopingautoriteit de dopingzaak meldt bij een andere relevante ADO;
b. artikel 27 wordt toegepast;
c. artikel 46 wordt toegepast; of
d. de Dopingautoriteit oordeelt dat in het kader van een (ander) nog lopend onderzoek de zaak
nog niet kan worden gemeld.
29.2.
Indien de Dopingautoriteit een dopingzaak zelf aanhangig maakt bij de Tuchtcommissie, kan de
Dopingautoriteit het Hoofdbestuur voorafgaand aan deze aangifte informeren over de dopingzaak.
De Dopingautoriteit is hiertoe echter niet verplicht.
120
29.3.
Het Hoofdbestuur en/of de Dopingautoriteit maken dopingzaken aanhangig bij de Tuchtcommissie.
De Dopingautoriteit zal in beginsel slechts van deze bevoegdheid gebruik maken indien en voor
zover het bestuur bij het doen van aangifte in gebreke blijft.
29.4.
Voor zover het dopingzaken inzake artikel 3 betreft, bedraagt de voor het Hoofdbestuur geldende
termijn om de dopingzaak aanhangig te maken zes weken. Voor alle andere dopingzaken geldt
geen termijn voor het aanhangig maken van een dopingzaak, anders dan de in artikel 55
genoemde verjaringstermijn. Indien het Hoofdbestuur de dopingzaak niet tijdig aanhangig maakt,
leidt dit niet tot niet-ontvankelijkheid. In dergelijke gevallen kan de Dopingautoriteit aangifte doen
en geldt voor het door de Dopingautoriteit doen van aangifte een termijn van drie weken, te
rekenen vanaf de dag waarop de Dopingautoriteit kennis heeft genomen van het in gebreke blijven
van het Hoofdbestuur.
29.5.
Voor zover het dopingzaken inzake artikel 3 betreft, vangt de termijn voor het aanhangig maken
van een dopingzaak aan op het moment dat de uitslag van de dopingcontrole definitief is geworden
en de Dopingautoriteit de NTTB schriftelijk van de uitslag op de hoogte heeft gesteld.
29.6.
Het Hoofdbestuur (of indien van toepassing de Dopingautoriteit) dient de betrokkene zo spoedig
mogelijk doch uiterlijk binnen eenentwintig dagen, te rekenen vanaf de dag van aangifte, door
middel van een aangetekende brief op de hoogte te stellen van het aanhangig maken van de
dopingzaak. Indien alleen de Dopingautoriteit aangifte doet, stelt de Dopingautoriteit tegelijkertijd
de betrokkene en het Hoofdbestuur schriftelijk op de hoogte, tenzij dit reeds door middel van de
aangifte is gebeurd.
29.7.
In gevallen waarin artikel 27 of artikel 46 wordt toegepast, wordt geen aangifte gedaan van een
dopingzaak, tenzij de met de betrokkene gesloten overeenkomst komt te vervallen. Indien een in
het kader van de toepassing van artikel 27 of artikel 46 gesloten overeenkomst komt te vervallen,
is de in artikel 29.4 genoemde termijn niet van toepassing op het aanhangig maken van de
dopingzaak. In een dergelijk geval geldt de in artikel 55 genoemde verjaringstermijn, welke in dat
geval aanvangt op de dag waarop de Dopingautoriteit schriftelijk kennis heeft genomen van het
vervallen van de bedoelde overeenkomst.
29.8.
Bij ernstige overtredingen van artikel 9 en/of artikel 10, zal tevens aangifte worden gedaan bij
bevoegde autoriteiten buiten de NTTB.
29.9.
Alvorens een betrokkene te informeren dat sprake is van een dopingzaak, zal de Dopingautoriteit
nagaan of de betrokkene reeds eerder een dopingovertreding heeft begaan.
Artikel 30
Behandeling dopingzaken
30.1. De tuchtrechtelijke behandeling van een dopingzaak dient te voldoen aan de volgende principes:
a. een tijdige en eerlijke hoorzitting;
b. een eerlijk en onpartijdig (tucht)orgaan of arbitragecollege;
c. een tijdige, schriftelijke, beargumenteerde uitspraak, welke met name in gaat op het bewijs, het
afwijken van de (standaard) periode van uitsluiting en de aanvang van een eventueel
opgelegde periode van uitsluiting.
30.2.
De betrokkene mag te allen tijde af zien van zijn recht op een hoorzitting.
30.3.
De betrokkene tegen wie een dopingzaak aanhangig is gemaakt, dient binnen veertien dagen na
ontvangst van de schriftelijke aangifte bij de NTTB aan te geven of hij gebruik wil maken van zijn
recht op een hoorzitting. Indien de betrokkene niet binnen deze termijn aangeeft van dit recht
gebruik te willen maken, wordt hij geacht af te zien van zijn recht op een hoorzitting.
30.4.
De NTTB doet de schriftelijke met redenen omklede uitspraak van het tuchtcollege toekomen aan
de betrokkene, de Dopingautoriteit en de internationale federatie. De Dopingautoriteit draagt zorg
voor de verdere kennisgeving van de uitspraak aan WADA en (indien van toepassing) andere
relevante ADO’s.
121
30.5.
Indien de betrokkene, de Dopingautoriteit, WADA en alle andere ADO’s met beroepsrecht in
dopingzaken conform artikel 60 daarmee schriftelijk akkoord gaan, is het toegestaan een
dopingzaak direct aanhangig te maken bij het CAS, zonder dat de betreffende dopingzaak
voorafgaand door de Tuchtcommissie of de Commissie van Beroep wordt behandeld. Een ADO die
als partij of als waarnemer wil deelnemen aan de hoorzitting bij het CAS, kan haar instemming met
de enkele behandeling door het CAS afhankelijk maken van de toekenning van dat recht.
30.6.
De Dopingautoriteit is bij de tuchrechtelijke behandeling van alle dopingzaken, ook in beroep,
bevoegd aan de mondelinge behandeling door de Tuchtcommissie, de Commissie van Beroep of
het CAS deel te nemen en aldaar het woord te voeren. Voor de Dopingautoriteit gelden tijdens de
behandeling dezelfde rechten en verplichtingen als voor de betrokkene. Het gestelde in deze
bepaling geldt tevens voor de voorlopige hoorzitting.
30.7.
Indien in een monster zowel (een) specifieke als (een) niet-specifieke stof(fen) wordt/worden
aangetroffen, wordt bij de tuchtrechtelijke behandeling uitgegaan van de niet-specifieke stof(fen).
30.8.
Indien een (onafhankelijke) deskundige in het kader van een dopingzaak contact
heeft
gehad met de betrokkene en/of diens vertegenwoordiger, kan deze deskundige niet (meer) als
onafhankelijke deskundige fungeren in de tuchtrechtelijke behandeling van de betreffende
dopingzaak.
30.9.
Het is de partijen in een dopingzaak slechts toegestaan met de onafhankelijke deskundige te
communiceren via de Tuchtcommissie, de Commissie van Beroep of het CAS die de betreffende
dopingzaak behandelt. De informatie die een partij desondanks direct communiceert aan de
onafhankelijke deskundige, wordt buiten beschouwing gelaten in de (verdere) tuchtrechtelijke
behandeling van de dopingzaak, en kan niet opnieuw worden ingebracht.
30.10. De Dopingautoriteit ontvangt alle documenten, correspondentie en informatie inzake de
tuchtrechtelijke behandeling welke de betrokkene en de Tuchtcommissie, de Commissie van
Beroep of het CAS ontvangen. De Tuchtcommissie, de Commissie van Beroep of het CAS stellen
de Dopingautoriteit op hetzelfde moment in bezit van alle documenten, correspondentie en
informatie als de andere betrokken partijen, alsook van alle documenten, correspondentie en
informatie welke de betrokkene aan het Hoofdbestuur, de Tuchtcommissie, de Commissie van
Beroep of het CAS doet toekomen.
Artikel 31
Conclusie
31.1. De Dopingautoriteit en het Hoofdbestuur zijn bevoegd in een dopingzaak uiterlijk achtentwintig
dagen na het door de betrokkene ingediende verweerschrift een schriftelijke conclusie te nemen
waarin zij hun standpunt schriftelijk kenbaar maken aan de Tuchtcommissie, de Commissie van
Beroep of het CAS. De Dopingautoriteit en het Hoofdbestuur kunnen bij het nemen van een
conclusie tevens stukken overleggen. Wanneer de betrokkene geen verweerschrift heeft
ingediend, zijn het Hoofdbestuur en de Dopingautoriteit bevoegd na het verstrijken van de termijn
voor het indienen van het verweerschrift een conclusie te nemen.
31.2.
De betrokkene ontvangt zo spoedig mogelijk van het Hoofdbestuur en/of de Dopingautoriteit de
genomen conclusie en eventueel overgelegde stukken.
31.3.
Indien tegen een uitspraak van de Tuchtcommissie, de Commissie van Beroep of het CAS beroep
is ingesteld, kan de Dopingautoriteit in beroep uiterlijk voorafgaand aan de mondelinge
behandeling een schriftelijke conclusie nemen en stukken overleggen, ook als de Dopingautoriteit
de partij is die het beroep heeft ingesteld.
31.4.
Indien de Dopingautoriteit in een dopingzaak een conclusie neemt of beroep instelt, kunnen
medewerkers van de Dopingautoriteit in die dopingzaak niet als deskundige maar wel als getuige
worden gehoord.
Artikel 32
Verstek
Indien sprake is van een dopingzaak, en van de betrokkene geen (correcte)
adresgegevens bekend zijn, ook nadat (i) een redelijke poging (waaronder het
contacteren van diens nationale bond en/of de relevante internationale federatie) is
122
ondernomen deze te verkrijgen, en (ii) de in artikel 30.3 bedoelde termijn is verstreken,
vindt de (tucht)afhandeling van de dopingzaak conform dit reglement plaats zonder
communicatie met, inbreng en/of participatie van de betrokkene, zonder dat
dit strijdigheid met het bepaalde in artikel 30 of enige andere bepaling van dit reglement
oplevert.
Hoofdstuk 7
Bewijs van doping
Artikel 33
Bewijslast
33.1. Op het Hoofdbestuur rust de bewijslast dat een dopingovertreding heeft plaatsgevonden. Het
bewijs van de dopingovertreding zal zijn geleverd, indien het Hoofdbestuur deze overtreding
genoegzaam aannemelijk heeft gemaakt aan de Tuchtcommissie, waarbij rekening gehouden
wordt met de ernst van de geuite beschuldiging. Deze bewijslast houdt in alle zaken meer in dan
alleen een afweging van waarschijnlijkheid, maar minder dan een onomstotelijk vaststaand bewijs.
33.2.
Door een lid dat wordt beschuldigd een dopingovertreding te hebben begaan aangedragen bewijs
wordt gewogen op basis van een afweging van waarschijnlijkheid.
33.3.
Indien dit reglement de bewijslast neerlegt bij het Hoofdbestuur, is het expliciet toegestaan dat de
Dopingautoriteit naast of in plaats van het Hoofdbestuur het benodigde bewijs levert. Dit geldt voor
dopingzaken waarin de Dopingautoriteit aangifte heeft gedaan, dan wel beroep heeft ingesteld, en
voor dopingzaken waarin het bestuur aangifte heeft gedaan.
33.4.
Voor de vaststelling dat sprake is van een dopingovertreding kan één bewijsmiddel volstaan, mits
dit bewijsmiddel voldoet aan de in dit reglement aan een bewijsmiddel gestelde voorwaarden.
Artikel 34
Methoden voor het vaststellen van feiten en aannamen
34.1. Feiten die verband houden met dopingovertredingen kunnen worden bewezen met elk
betrouwbaar middel, waaronder in ieder geval analyseresultaten, een (enkele) bekentenis, een
verklaring van een dopingcontrole-official en het vergelijken en koppelen van (gegevens verkregen
uit) DNA-materiaal. De beoordeling van de betrouwbaarheid van de bewijsmiddelen geschiedt door
de Tuchtcommissie, de Commissie van Beroep of het CAS.
34.2.
De door WADA geaccrediteerde of goedgekeurde laboratoria worden verondersteld de analyse
van monsters en de bewaarprocedures te hebben uitgevoerd in overeenstemming met de
International Standard for Laboratories. De betrokkene kan deze veronderstelling weerleggen door
aan te tonen dat (i) een afwijking van deze International Standard heeft plaatsgevonden, die (ii)
redelijkerwijs het belastende analyseresultaat of de feitelijke basis voor de dopingovertreding kan
hebben veroorzaakt.
34.3.
Als de betrokkene de in het vorige lid bedoelde veronderstelling weerlegt, door aan te tonen dat op
de in dat lid bedoelde wijze van de ISL is afgeweken, dient het Hoofdbestuur aan te tonen dat deze
afwijking niet heeft geleid tot het belastende analyseresultaat.
34.4.
Afwijkingen van dit reglement en/of enige International Standard, die niet aantoonbaar hebben
geleid tot het belastend analyseresultaat of andere (vermoedelijke) dopingovertredingen, maken de
controleresultaten niet ongeldig. Indien de betrokkene aantoont dat zodanig van enige International
Standard is afgeweken dat redelijkerwijs mag worden aangenomen dat deze afwijking het
belastende analyseresultaat of de feitelijke basis voor de dopingovertreding heeft veroorzaakt,
dient het Hoofdbestuur aan te tonen dat deze afwijking niet het belastende analyseresultaat of de
feitelijke basis voor de dopingovertreding heeft veroorzaakt.
34.5.
Als in een dopingzaak de betrokkene geen afwijking van enige International Standard heeft
aangetoond, dan wel enige afwijking van een International Standard niet het belastende
analyseresultaat of de feitelijke basis voor de dopingovertreding heeft veroorzaakt, vormt de
positieve uitslag betrouwbaar en onomstotelijk bewijs dat sprake is van een dopingovertreding.
34.6.
De in een juridische procedure niet-betwiste feiten, alsmede de door de oordelende instantie
vastgestelde feiten kunnen worden gebruikt als bewijs in een dopingzaak, tenzij de uitspraak in
123
voornoemde procedure nog niet definitief is geworden, dan wel in voornoemde procedure
aantoonbaar beginselen van behoorlijk procesrecht zijn geschonden.
34.7.
Indien de betrokkene gedurende de tuchtrechtelijke behandeling van een dopingzaak, in een
situatie waarin tegen hem zwaarwegend bewijs is overlegd (zoals controleresultaten en/of
verklaringen van dopingcontrole-officials), weigert voor de Tuchtcommissie, de Commissie van
Beroep of het CAS te verschijnen (in persoon, telefonisch of via een beeldverbinding) en weigert
vragen van de Tuchtcommissie, de Commissie van Beroep of het CAS met betrekking tot deze
dopingzaak te beantwoorden, kan de Tuchtcommissie, de Commissie van Beroep of het CAS
hieruit een voor de betrokkene negatieve conclusie trekken.
34.8.
Door WADA vastgestelde analytische methoden en/of beslissingswaarden worden verondersteld
wetenschappelijk geldig te zijn.
34.9.
Voor de behandeling van een mogelijke dopingovertreding door het CAS geldt dat een betrokkene
die de in het vorige lid bedoelde veronderstelling van wetenschappelijke validiteit wil weerleggen,
voorafgaand aan het betwisten van de wetenschappelijke validiteit, als opschortende voorwaarde
eerst WADA in kennis dient te stellen van (i) de betwisting, alsmede (ii) de gronden waarop deze
betwisting berust. Het CAS kan WADA ook op eigen initiatief in kennis stellen van een dergelijke
betwisting. Op verzoek van WADA zal het betreffende CAS-panel een geschikte wetenschappelijke
expert aanstellen om het panel te assisteren bij de beoordeling van de betwisting. WADA heeft het
recht binnen tien dagen nadat WADA (i) door de betrokkene, dan wel het CAS in kennis is gesteld
van de betwisting en (ii) het betreffende CAS-dossier heeft ontvangen, in de betreffende
procedure:
a. te interveniëren als partij;
b. op te treden als amicus curiae; of
c. anderszins bewijs aan te voeren.
Hoofdstuk 8
Spelsancties en wedstrijdresultaten
Artikel 35
Automatisch vervallen wedstrijdresultaten
Een dopingovertreding naar aanleiding van een dopingcontrole binnen wedstrijdverband leidt automatisch
tot het vervallen van in de desbetreffende wedstrijd behaalde wedstrijdresultaten.
Artikel 36
Spelsancties en boetes
3.1.
In aanvulling op het gestelde in artikel 35 kan een dopingovertreding die wordt begaan tijdens of in
verband met een evenement, als het bevoegde orgaan daartoe besluit, leiden tot het vervallen van
alle (andere) wedstrijdresultaten die de betrokkene in het kader van dat evenement heeft behaald.
Factoren die meespelen bij de afweging om andere tijdens een evenement behaalde
wedstrijdresultaten te laten vervallen, zijn bijvoorbeeld: de ernst van de door de betrokkene begane
dopingovertreding, of de omstandigheid dat andere gedurende het evenement bij de betrokkene
uitgevoerde dopingcontroles negatief waren.
36.2.
Als de betrokkene kan aantonen dat van zijn kant met betrekking tot de in het vorige lid bedoelde
overtreding geen sprake is van schuld of nalatigheid in de zin van artikel 44, komen de in het
vorige lid bedoelde (andere) wedstrijdresultaten niet te vervallen, tenzij het waarschijnlijk is dat
deze resultaten zijn beïnvloed door de overtreding.
36.3.
In aanvulling op het in de voorgaande leden gestelde geldt dat alle wedstrijdresultaten komen te
vervallen die zijn behaald nadat een dopingovertreding heeft plaatsgevonden, tot en met het
moment van aanvang van de naar aanleiding van deze overtreding opgelegde voorlopige
schorsing (indien daarvan sprake was) of (indien geen voorlopige schorsing is opgelegd) de
periode van uitsluiting, tenzij de rechtvaardigheid anders vereist.
36.4.
Overtreding van artikel 7 door een bij de NTTB aangesloten lid-vereniging en/of rechtspersoon
wordt bestraft met een door de Tuchtcommissie, de Commissie van Beroep of het CAS vast te
stellen geldboete. Indien als gevolg van bedoelde gebrekkige medewerking een geplande
dopingcontrole buiten wedstrijdverband geen doorgang kan vinden, wordt deze omstandigheid
124
tevens gezien als een overtreding van artikel 7 door de betrokkene bij wie de geplande controles
geen uitvoering kon vinden.
36.5.
Alle tijdens een periode van uitsluiting behaalde wedstrijdresultaten, inclusief die welke zijn
behaald tijdens een periode van uitsluiting die met terugwerkende kracht is opgelegd, komen te
vervallen.
36.6.
Alle door een lid in strijd met artikel 19.4 en/of artikel 19.6 behaalde wedstrijdresultaten komen
automatisch te vervallen.
36.7.
Overtreding van artikel 17.6 door een bij de NTTB aangesloten lid-vereniging en/of rechtspersoon
wordt bestraft met een door de Tuchtcommissie, de Commissie van Beroep of het CAS vast te
stellen geldboete.
Hoofdstuk 9
Sancties
Artikel 37
Sanctie overtreding artikelen 3, 4 en 8
37.1. Behoudens een eventuele reductie of opschorting van de sanctie overeenkomstig de artikelen 44
tot en met 49, bedraagt de periode van uitsluiting voor een eerste overtreding van artikel 3, artikel 4
of artikel 8:
a. vier jaar indien de dopingovertreding geen verband houdt met een specifieke stof, tenzij de
betrokkene kan aantonen dat bij het begaan van de dopingovertreding van zijn kant geen
sprake was van opzet;
b. vier jaar indien de dopingovertreding verband houdt met een specifieke stof en de ADO kan
aantonen dat bij het begaan van de dopingovertreding van zijn kant geen sprake was van
opzet.
37.2.
Indien de dopingovertreding geen verband houdt met een specifieke stof, en de betrokkene kan
aantonen dat bij het begaan van de dopingovertreding van zijn kant geen sprake was van opzet,
bedraagt de periode van uitsluiting twee jaar.
Artikel 38
Opzet voor de toepassing van artikel 37 en artikel 45.6 sub b
38.1. Voor de toepassing van artikel 37 en artikel 45.6 sub a heeft de term ‘opzet’ betrekking op de
intentie om vals te spelen. Van opzet kan dientengevolge alleen sprake zijn indien voldaan is aan
de volgende vereisten:
a. zijdens de betrokkene is sprake van een of meer handelingen waarvan hij wist dat ze een
dopingovertreding vormden; en/of
b. zijdens de betrokkene is sprake van een of meer handelingen waarvan de betrokkene wist dat
een aanzienlijk risico bestond dat zij (i) een dopingovertreding zouden kunnen vormen of (ii)
een dopingovertreding tot gevolg zouden kunnen hebben, en de betrokkene heeft dat risico
evident genegeerd.
38.2.
Een dopingovertreding die het gevolg is van een positieve uitslag waarbij een stof is aangetroffen
die alleen verboden is binnen wedstrijdverband, kan, tot het tegendeel is bewezen, als niet
opzettelijk worden beschouwd als de betrokkene kan aantonen dat:
a. de verboden stof een specifieke stof is; en
b. de verboden stof buiten wedstrijdverband is gebruikt.
38.3.
Een dopingovertreding die het gevolg is van een positieve uitslag waarbij een verboden stof is
aangetroffen die alleen verboden is binnen wedstrijdverband, wordt niet als opzettelijk beschouwd
indien:
a. de stof geen specifieke stof is; en
b. de betrokkene kan aantonen dat de verboden stof buiten wedstrijdverband werd gebruikt in
een context die geen verband houdt met een sportprestatie.
Artikel 39
Sanctie overtreding artikel 5 en artikel 7
Behoudens een eventuele reductie of opschorting van de sanctie overeenkomstig de artikelen 44 tot en
met 49, bedraagt de periode van uitsluiting voor een eerste overtreding van artikel 5 of artikel 7 vier jaar,
tenzij de betrokkene, voor zover het een overtreding van artikel 5 betreft, kan aantonen dat bij het begaan
125
van de dopingovertreding van zijn kant geen sprake was van opzet, in welk geval de periode van uitsluiting
twee jaar bedraagt.
Artikel 40
Sanctie overtreding artikel 6
40.1. Behoudens een eventuele reductie of opschorting van de sanctie overeenkomstig de artikelen 44
tot en met 49, bedraagt de periode van uitsluiting voor een eerste overtreding van artikel 6 twee
jaar, welke periode, afhankelijk van de mate van schuld zijdens betrokkene, kan worden
verminderd tot een periode van uitsluiting van ten minste één jaar.
40.2.
De in het vorige lid genoemde mogelijkheid de standaard periode van uitsluiting van twee jaar te
verminderen, is niet beschikbaar indien:
a. de betrokkene zijn whereabouts-gegevens herhaaldelijk op het laatste moment heeft gewijzigd;
en/of
b. sprake is van andere handelingen die een ernstig vermoeden doen rijzen dat de betrokkene
heeft getracht niet beschikbaar te zijn voor een dopingcontrole.
40.3.
Factoren die bij de toepassing van dit reglement dienen te worden meegenomen bij de beoordeling
van de mate van schuld zijdens betrokkene, zijn bijvoorbeeld (i) de ervaring van de betrokkene, (ii)
de omstandigheid dat de betrokkene ten tijde van het begaan van de dopingovertreding minderjarig
was, (iii) het risico waarvan de betrokkene bewust had moeten zijn, (iv) de zorgvuldigheid en de
voorzichtigheid die de betrokkene heeft betracht met betrekking tot wat het gepercipieerde risico
had moeten zijn, en (v) bijzondere overwegingen, zoals een handicap. Bij de beoordeling van de
mate van schuld zijdens de betrokkene moeten de in overweging genomen omstandigheden
specifiek en relevant zijn voor de verklaring waarom de betrokkene is afgeweken van het gedrag
dat van een (top)sporter mag worden verwacht.
Artikel 41
Sanctie overtreding artikel 9 en 10
41.1. Behoudens een eventuele reductie of opschorting van de sanctie overeenkomstig de artikelen 44
tot en met 49, bedraagt de opgelegde periode van uitsluiting voor een eerste overtreding van
artikel 9 of artikel 10 ten minste vier jaar en maximaal levenslang, afhankelijk van de ernst van de
overtreding.
41.2.
Een overtreding van artikel 9 of artikel 10 waarbij een minderjarige is betrokken, wordt als bijzonder
ernstig gezien, en leidt tot levenslange uitsluiting, indien:
a. de overtreding is begaan door begeleidend personeel; en
b. de overtreding geen verband houdt met een specifieke stof.
Artikel 42
Sanctie overtreding artikel 11
Behoudens een eventuele reductie of opschorting van de sanctie overeenkomstig de artikelen 44 tot en
met 49, bedraagt de periode van uitsluiting voor een eerste overtreding van artikel 11 ten minste twee jaar
en maximaal vier jaar, afhankelijk van de ernst van de overtreding.
Artikel 43
Sanctie overtreding artikel 12
Behoudens een eventuele reductie of opschorting van de sanctie overeenkomstig de artikelen 44 tot en
met 49, bedraagt de periode van uitsluiting voor een eerste overtreding van artikel 12 twee jaar, welke
periode, afhankelijk van de mate van schuld zijdens betrokkene en de andere omstandigheden van het
geval, kan worden verminderd tot een periode van uitsluiting van ten minste één jaar.
Hoofdstuk 10 Strafmaat en sanctiereductie
Artikel 44
Geen schuld of nalatigheid
44.1. Er is geen sprake van schuld of nalatigheid indien de betrokkene heeft aangetoond dat hij niet wist
of vermoedde, en zelfs met de grootst mogelijke voorzichtigheid niet redelijkerwijs had kunnen
weten of vermoeden, dat hij:
a. de verboden stof en/of verboden methode had gebruikt, ingenomen of had toegediend
gekregen; of
b. een dopingovertreding beging.
44.2.
Indien de dopingovertreding een overtreding van artikel 3 betreft, geldt als aanvullende eis dat
alleen sprake kan zijn van geen schuld of nalatigheid, als de betrokkene heeft aangetoond hoe de
126
verboden stof en/of de verboden methode in zijn lichaam terecht is gekomen. Deze aanvullende
eis geldt niet indien de betrokkene ten tijde van het begaan van de dopingovertreding minderjarig
is.
44.3.
Indien de betrokkene in een individueel geval heeft aangetoond dat bij het door hem begaan van
een dopingovertreding van zijn kant geen sprake was van schuld of nalatigheid, vervalt de
toepasselijke periode van uitsluiting.
44.4.
Dit artikel is alleen van toepassing op uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld indien een betrokkene
heeft aangetoond dat de door hem begane dopingovertreding, ondanks alle door hem genomen
voorzorgsmaatregelen en door hem betrachte zorgvuldigheid, het gevolg is van sabotage door een
derde.
44.5.
Dit artikel is in ieder geval niet van toepassing op de volgende gevallen:
a. een positieve uitslag die het gevolg is van de inname van een vervuild product, een verkeerd
gelabeld of een verontreinigd voedingssupplement. Leden zijn zelf verantwoordelijk voor
hetgeen zij gebruiken of innemen, en zij dienen bekend te zijn met de risico’s inzake het
gebruik van voedingssupplementen;
b. de toediening van een verboden stof of een verboden methode door begeleidend personeel
zonder dat dit aan de betrokkene is gemeld. Leden zijn zelf verantwoordelijk voor de keuze van
hun begeleidend personeel, en moeten hun begeleidend personeel meedelen dat zij geen
verboden stof of verboden methode toegediend mogen krijgen; en/of
c. sabotage van voeding of drank van een betrokkene door een echtgenoot of echtgenote, een
huisgenoot of (ander) gezinslid, een coach of een andere persoon die tot het begeleidend
personeel van de betrokkene behoort. Leden zijn zelf verantwoordelijk voor hetgeen zij
gebruiken of innemen, alsmede voor het gedrag van de personen die zij toegang geven tot hun
voeding en drank.
44.6.
Dit artikel is alleen van toepassing op de vaststelling van de strafmaat, en niet op de vaststelling of
sprake is van een dopingovertreding.
44.7.
In tegenstelling tot de overige bepalingen van Hoofdstuk 10 waar de term schuld wordt gebruikt, is
de definitie van schuld expliciet niet van toepassing op artikel 44. Evenmin zijn van toepassing op
artikel 44 de in artikel 40.3 genoemde factoren voor het beoordelen van de mate van schuld
zijdens betrokkene.
Artikel 45
Geen aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid
45.1. Er is geen sprake van een aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid indien de betrokkene heeft
aangetoond dat zijn schuld of nalatigheid, naar de omstandigheden van het geval en rekening
houdend met de criteria zoals genoemd in artikel 44.1, niet significant was in relatie tot de
dopingovertreding.
45.2.
Indien de dopingovertreding een overtreding van artikel 3 betreft, geldt als aanvullende eis dat
alleen sprake kan zijn van geen aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid, als de betrokkene
heeft aangetoond hoe de verboden stof en/of de verboden methode in zijn lichaam terecht is
gekomen. Deze aanvullende eis geldt niet indien de betrokkene ten tijde van het begaan van de
dopingovertreding minderjarig is.
45.3.
Als (i) sprake is van een overtreding van artikel 3, artikel 4 of artikel 8, (ii) de dopingovertreding
verband houdt met een specifieke stof, en (iii) de betrokkene heeft aangetoond dat van zijn kant
sprake is van geen aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid, dan is de sanctie te minste:
a. een berisping zonder oplegging van enige periode van uitsluiting; en
b. maximaal een periode van uitsluiting van twee jaar,
afhankelijk van de mate van schuld zijdens betrokkene.
45.4.
Als (i) sprake is van een overtreding van artikel 3, artikel 4 of artikel 8, (ii) de betrokkene heeft
aangetoond dat van zijn kant sprake is van geen aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid, en
(iii) de betrokkene heeft aangetoond dat het belastend analyseresultaat is veroorzaakt door (de
inname of de toediening van) een vervuild product, dan is de sanctie ten minste:
a. een berisping zonder oplegging van enige periode van uitsluiting; en
127
b. maximaal een periode van uitsluiting van twee jaar,
afhankelijk van de mate van schuld zijdens betrokkene.
45.5.
Indien de betrokkene in een individueel geval, waarin artikel 45.3 en artikel 45.4 niet van
toepassing zijn, heeft aangetoond dat bij het door hem begaan van een dopingovertreding van zijn
kant sprake was van geen aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid, kan de anders van
toepassing zijnde periode van uitsluiting afhankelijk van de mate van schuld zijdens betrokkene
worden gereduceerd, doch nooit minder zijn dan de helft van de anders van toepassing zijnde
periode van uitsluiting. Indien de anders van toepassing zijnde periode van uitsluiting levenslang
zou bedragen, mag de overeenkomstig dit artikel gereduceerde periode van uitsluiting niet minder
dan acht jaar bedragen.
45.6.
Artikel 45.5 kan slechts worden toegepast indien is voldaan aan de volgende voorwaarden:
a. De dopingovertreding betreft artikel 3, artikel 4 of artikel 8, houdt geen verband met een
specifieke stof, en artikel 45.3 en artikel 45.4 zijn niet van toepassing, en de betrokkene heeft
aangetoond dat bij het door hem begaan van de dopingovertreding van zijn kant geen sprake
was van opzet in de zin van artikel 38; of
b. De dopingovertreding betreft artikel 6, en de betrokkene heeft aangetoond dat bij het door hem
begaan van de dopingovertreding van zijn kant geen sprake was van opzet.
45.7.
Afhankelijk van de unieke feiten van een bepaald geval, kan elk van de in artikel 44.5 genoemde
voorbeelden leiden tot de vaststelling dat zijdens betrokkene sprake is van geen aanmerkelijke
mate van schuld of nalatigheid. Hiervoor geldt als eis dat de betrokkene heeft voldaan aan de van
toepassing zijnde voorwaarden van artikel 45.
45.8.
Voor cannabinoïden, inclusief afbraakproducten en markers daarvan, kan een betrokkene bewijzen
dat van zijn kant sprake is van geen aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid door aan te
tonen dat de context van het gebruik niet gerelateerd was aan een sportprestatie.
45.9.
Dit artikel is alleen van toepassing op de vaststelling van de strafmaat, en niet op de vaststelling of
sprake is van een dopingovertreding.
45.10. Als de NTTB, de Dopingautoriteit en/of een andere ADO bij een overtreding van artikel 3, artikel 4
en artikel 8 inzake een specifieke stof, heeft aangetoond dat zijdens de betrokkene sprake was van
opzet:
a. kan artikel 45 niet worden toegepast; en
b. bedraagt de periode van uitsluiting vier jaar, tenzij artikel 46, artikel 47 en/of artikel 48 wordt
toegepast.
45.11. Als de NTTB, de Dopingautoriteit en/of een andere ADO bij een overtreding van artikel 3, 4 en
artikel 8 inzake een specifieke stof, niet heeft aangetoond dat zijdens de betrokkene sprake was
van opzet:
a. kan artikel 45 worden toegepast, doch alleen als de betrokkene kan aantonen in aanmerking te
komen voor sanctiereductie op grond van artikel 45; en
b. is de sanctie ten minste een berisping en maximaal een periode van uitsluiting van twee jaar,
afhankelijk van de mate van schuld zijdens betrokkene. Hierbij geldt dat sanctiereductie alleen
mogelijk is als (i) de betrokkene heeft aangetoond dat van zijn kant sprake is van geen
aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid, en (ii) de betrokkene heeft voldaan aan de
voorwaarden voor de toepassing van artikel 45.3, artikel 45.4 of artikel 45.5. Indien de
betrokkene niet aan deze voorwaarden kan voldoen, bedraagt de periode van uitsluiting twee
jaar, tenzij artikel 46, artikel 47 en/of artikel 48 wordt toegepast.
45.12. Als de betrokkene bij een overtreding van artikel 3, artikel 4 en artikel 8 inzake een niet-specifieke
stof niet heeft aangetoond dat van zijn kant geen sprake was van opzet:
a. kan artikel 45 niet worden toegepast; en
b. bedraagt de periode van uitsluiting vier jaar, tenzij artikel 46, artikel 47 en/of artikel 48 wordt
toegepast.
45.13. Als de betrokkene bij een overtreding van artikel 3, artikel 4 en artikel 8 inzake een niet-specifieke
stof heeft aangetoond dat van zijn kant geen sprake was van opzet:
128
a. kan artikel 45 worden toegepast, doch alleen als de betrokkene kan aantonen in aanmerking te
komen voor sanctiereductie op grond van artikel 45; en
b. kan de periode van uitsluiting worden gereduceerd afhankelijk van de mate van schuld zijdens
betrokkene, doch nooit minder zijn dan de helft van anders van toepassing zijnde periode van
uitsluiting. Hierbij geldt dat sanctiereductie alleen mogelijk is als (i) de betrokkene heeft
aangetoond dat van zijn kant sprake is van geen aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid,
en (ii) de betrokkene heeft voldaan aan de voorwaarden voor de toepassing van artikel 45.3,
artikel 45.4 of artikel 45.5. Indien de betrokkene niet aan deze voorwaarden kan voldoen,
bedraagt de periode van uitsluiting twee jaar, tenzij artikel 46, artikel 47 en/of artikel 48 wordt
toegepast.
45.14. Voor de toepassing van artikel 45:
a. dient de Tuchtcommissie, de Commissie van Beroep of het CAS eerst te beoordelen welke
bepaling eventueel van toepassing is: artikel 45.3, artikel 45.4 of artikel 45.5;
b. dient de Tuchtcommissie, de Commissie van Beroep of het CAS vervolgens te beoordelen of
de betrokkene heeft aangetoond dat bij het begaan van de dopingovertreding van zijn kant
sprake was van geen aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid. Daartoe dient de
Tuchtcommissie, de Commissie van Beroep of het CAS artikel 45.1, artikel 1.46 en artikel 40.3
toe te passen, in samenhang met artikel 44.1. Indien de dopingzaak een dopingovertreding van
artikel 3 betreft, dient de Tuchtcommissie, de Commissie van Beroep of het CAS artikel 45.2
toe te passen;
c. dient de Tuchtcommissie of de Commissie van Beroep, indien het van oordeel is dat de
betrokkene heeft aangetoond in aanmerking te komen voor sanctiereductie op grond van
artikel 45, de mate van sanctiereductie te bepalen aan de hand van de mate van schuld zijdens
de betrokkene, waarbij de Tuchtcommissie, de Commissie van Beroep of het CAS artikel 1.46
en artikel 40.3 moet toepassen.
Artikel 46
Substantiële ondersteuning
46.1. Indien het resultaatmanagement (deels) plaatsvindt door de Dopingautoriteit, kan de
Dopingautoriteit voorafgaand aan een definitief niet meer voor beroep openstaande uitspraak van
de Tuchtcommissie, de Commissie van Beroep of het CAS in een dopingzaak, dan wel
voorafgaand aan het verstrijken van de op de uitspraak van de Tuchtcommissie, de Commissie
van Beroep of het CAS van toepassing zijnde beroepstermijn, een deel van de opgelegde, dan wel
op te leggen periode van uitsluiting, opschorten indien de betrokkene substantiële ondersteuning
heeft verschaft aan een ADO, een justitiële instantie en/of een professioneel disciplinair orgaan.
46.2.
Indien het resultaatmanagement (deels) plaatsvindt door de Dopingautoriteit, kan de
Dopingautoriteit nadat (i) een definitief niet meer voor beroep openstaande uitspraak van de
Tuchtcommissie, de Commissie van Beroep of het CAS in een dopingzaak is genomen, dan wel (ii)
de op de uitspraak van het bevoegde tuchtcollege van toepassing zijnde beroepstermijn is
verstreken, een deel van de opgelegde periode van uitsluiting, opschorten indien:
a. de betrokkene substantiële ondersteuning heeft verleend; en
b. zowel de internationale federatie als WADA dit besluit van de Dopingautoriteit goedkeuren.
46.3.
Van substantiële ondersteuning is sprake indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
a. de betrokkene heeft alle hem beschikbare informatie inzake een of meer dopingovertredingen,
correct, tijdig en volledig overlegd, via of vergezeld van een schriftelijke door hem
ondertekende verklaring;
b. de betrokkene verleent zijn volledige medewerking aan het onderzoek naar, alsmede de
(tuchtrechtelijke) vervolging van de (doping)zaak waarop de door hem verschafte informatie
betrekking heeft, door onder andere als getuige te verklaren bij een hoorzitting indien de ADO,
de Tuchtcommissie of de Commissie van Beroep, een rechter, een arbiter, dan wel een
arbitragepanel daarom verzoekt;
c. de door de betrokkene verschafte informatie dient geloofwaardig te zijn, en dient (i) een
belangrijk onderdeel te vormen van (het bewijs in) een (doping)zaak die tot (tuchtrechtelijke)
vervolging heeft geleid, dan wel (ii), indien geen (tuchtrechtelijke) vervolging heeft
plaatsgevonden, voldoende grond te hebben verschaft op basis waarvan (tuchtrechtelijke)
vervolging had kunnen plaatsvinden; en
d. de ondersteuning dient tot gevolg te hebben dat:
129
(i)
een ADO een dopingzaak ontdekt, van een dopingovertreding aangifte wordt gedaan,
dan wel een dopingovertreding wordt vastgesteld, welke dopingzaak of
dopingovertreding is begaan door een andere persoon dan de betrokkene die de
substantiële ondersteuning heeft verleend; of
(ii) een justitiële instantie of professioneel disciplinair orgaan een strafbaar feit of de
overtreding van beroepsregels ontdekt, meldt of daarvan aangifte doet, welk strafbaar
feit of welke overtreding is begaan door een andere persoon dan de betrokkene die de
substantiële ondersteuning heeft verleend; en
(iii) de informatie die in het kader van het verlenen van substantiële ondersteuning door
de betrokkene die de substantiële ondersteuning heeft verleend, beschikbaar is
gesteld aan de Dopingautoriteit of de andere ADO aan welke substantiële
ondersteuning is verleend.
46.4.
De mate waarin de periode van uitsluiting op grond van artikel 46 kan worden opgeschort, is
afhankelijk van (i) de ernst van de dopingovertreding die de betrokkene heeft begaan, en (ii) het
belang van de verleende substantiële ondersteuning voor het elimineren van doping in de sport. De
mate waarin de periode van uitsluiting kan worden opgeschort, kan echter niet meer bedragen dan
driekwart van de periode van uitsluiting die zonder de toepassing van artikel 46 zou worden
opgelegd. Indien de periode van uitsluiting zonder de toepassing van artikel 46 een levenslange
periode van uitsluiting zou bedragen, kan de niet-opgeschorte periode van uitsluiting niet minder
dan acht jaar bedragen.
46.5.
Op verzoek van (i) de ADO met verantwoordelijkheid voor het resultaatmanagement of (ii) een
persoon die (beweerdelijk) een dopingovertreding heeft begaan, kan WADA voor het verlenen van
substantiële ondersteuning in elke fase van het resultaatmanagement, inclusief nadat een bevoegd
tuchtcollege in een dopingzaak uitspraak heeft gedaan en deze uitspraak definitief is geworden,
instemmen met wat het beschouwt als een passende opschorting van de opgelegde of zonder
toepassing van artikel 46 toepasselijke periode van uitsluiting.
46.6.
In uitzonderlijke omstandigheden kan WADA voor het verlenen van substantiële ondersteuning
akkoord gaan met een opschorting van (i) de periode van uitsluiting en (ii) de oplegging en/of
tenuitvoerlegging van andere consequenties van het begaan van een dopingovertreding (zoals het
vervallen van wedstrijdresultaten, het opheffen van een voorlopige schorsing, het opleggen van
financiële consequenties en sancties), die verder gaat dan de opschortingen die anderszins
mogelijk zijn op grond van artikel 46. In dergelijke gevallen kan WADA akkoord gaan met (i) de
volledige opschorting van de (opgelegde of op te leggen) periode van uitsluiting, (ii) het nietterugbetalen van prijzengeld, en/of (iii) het niet-betalen van boetes of kosten.
46.7.
De Dopingautoriteit beoordeelt ook nadat een periode van uitsluiting is opgeschort in hoeverre de
door de betrokkene verleende ondersteuning voldoet, en blijft voldoen, aan de in artikel 46
bedoelde voorwaarden.
46.8.
Indien de ADO die de periode van uitsluiting heeft opgeschort, oordeelt dat de door de betrokkene
verleende ondersteuning niet (meer) voldoet aan de in artikel 46 bedoelde voorwaarden, komt de
opschorting te vervallen, en:
a. zal, indien nog geen melding van een dopingzaak is gedaan, alsnog melding en/of aangifte
plaatsvinden;
b. worden, indien het resultaatmanagement is opgeschort vanwege de in eerste instantie
verleende substantiële ondersteuning, de reglementaire stappen van het resultaatmanagement
geïnitieerd of (verder) gecontinueerd; en/of
c. treedt de door de Tuchtcommissie, de Commissie van Beroep of het CAS opgelegde periode
van uitsluiting die zonder de toepassing van artikel 46 werd opgelegd, alsnog in werking. Deze
periode gaat in op het moment dat zowel de betrokkene als de NTTB schriftelijk op de hoogte
zijn gesteld van voornoemd oordeel van de ADO.
46.9.
Tegen een besluit van een bevoegde ADO om een opgeschorte periode van uitsluiting, in weerwil
van de omstandigheid dat de door de betrokkene verleende ondersteuning niet (meer) voldoet aan
de in artikel 46 bedoelde voorwaarden, niet (opnieuw) in werking te laten treden, kan beroep
worden ingesteld door de partijen met het recht op beroep overeenkomstig artikel 60. Hetzelfde
geldt voor het besluit van een ADO de periode van uitsluiting wel (opnieuw) in werking te laten
130
treden. Tegen een besluit van WADA op grond van artikel 46.5 of artikel 46.6 staat geen beroep
open.
46.10. Indien een ADO (een deel van) een periode van uitsluiting opschort vanwege verleende substantiële
ondersteuning, dient deze ADO dit besluit met redenen omkleed te melden aan de ADO’s met een
recht op beroep op grond van artikel 60. In unieke omstandigheden, waarin WADA oordeelt dat dit
in het beste belang van de strijd tegen doping is, kan WADA een ADO toestemming geven een
geheimhoudingsovereenkomst aan te gaan, welke de bekendmaking van de in het kader van de
substantiële ondersteuning gesloten overeenkomst en/of de aard van de verleende substantiële
ondersteuning beperkt of uitstelt.
46.11. Het opschorten van (een deel van) de periode van uitsluiting is alleen mogelijk op grond van artikel
46.
Artikel 47
Bekentenis voorafgaand aan dopingzaak
47.1. Indien:
a. een betrokkene, hetzij voorafgaand aan het door hem kennisnemen van een bij hem uit te
voeren dopingcontrole die kan leiden tot constatering van een dopingovertreding, hetzij (bij
andere overtredingen dan artikel 3) voorafgaand aan kennisgeving inzake een mogelijke
dopingzaak door de Dopingautoriteit, de NTTB, de internationale federatie en/of een
buitenlandse nationale sportbond of NADO, vrijwillig bekent een overtreding als genoemd in
Hoofdstuk 2 te hebben begaan, en
b. deze bekentenis op dat moment het enige betrouwbare bewijs is van bedoelde overtreding,
kan de op te leggen periode van uitsluiting worden verkort, doch niet minder bedragen dan de
helft van de zonder deze bekentenis van toepassing zijnde periode.
47.2.
Dit artikel kan slechts worden toegepast in omstandigheden waarin een lid geheel uit eigen
beweging een dopingovertreding bekent, in omstandigheden waar geen enkele ADO een
vermoeden heeft dat zijdens een lid sprake is van (het begaan van) een dopingovertreding. Dit
artikel kan niet worden toegepast in omstandigheden waarin de bekentenis plaatsvindt nadat het lid
denkt dat hij zal worden betrapt.
47.3.
De mate waarin de periode van uitsluiting wordt verkort, dient te zijn gebaseerd op de kans dat het
lid zou zijn betrapt indien hij niet vrijwillig had bekend.
Artikel 48
Bekentenis na kennisgeving
48.1. Een betrokkene die een periode van uitsluiting kan worden opgelegd op grond van artikel 37 of
artikel 39, komt door het onmiddellijk na schriftelijke kennisgeving over de dopingzaak door de
Dopingautoriteit of de NTTB bekennen dat hij de dopingovertreding waarvan hij wordt beschuldigd
heeft begaan, in aanmerking voor een reductie van de periode van uitsluiting tot ten minste twee
jaar. De reductie is afhankelijk van:
a. de ernst van de betreffende dopingovertreding;
b. de mate van schuld zijdens de betrokkene; en
c. de goedkeuring van zowel de Dopingautoriteit als WADA.
48.2.
De betrokkene dient, om in aanmerking komen voor de in het vorige lid bedoelde sanctiereductie,
de Dopingautoriteit en/of de NTTB schriftelijk op de hoogte te stellen van de in het vorige lid
bedoelde onmiddellijke bekentenis. De Dopingautoriteit en de NTTB hebben ten opzichte van
elkaar een informatieplicht.
Artikel 49
Meerdere opties sanctiereductie
49.1. Voor de toepassing van artikel 49:
a. dient de betrokkene eerst aan te tonen dat hij in aanmerking komt voor sanctiereductie op
basis van meer dan een van de volgende artikelen: artikel 44, artikel 45, artikel 46, artikel 47
en artikel 48; en
b. dient voorafgaand aan de eventuele toepassing van artikel 46, artikel 47 of artikel 48, eerst de
van toepassing zijnde periode van uitsluiting te worden bepaald aan de hand van (i) de
bepalingen in Hoofdstuk 9, en (ii) artikel 44 en artikel 45.
131
49.2.
Indien de betrokkene heeft aangetoond in aanmerking te komen voor sanctiereductie op grond van
artikel 46, artikel 47 en/of artikel 48, kan de periode van uitsluiting worden gereduceerd, doch niet
minder dan een kwart bedragen van de op basis van artikel 49.1 sub b bepaalde periode.
Artikel 50
Meerdere overtredingen
50.1. Voor een tweede dopingovertreding bedraagt de periode van uitsluiting de langste van de volgende
perioden:
a. zes maanden;
b. de helft van de periode van uitsluiting die voor de eerste dopingovertreding werd opgelegd,
zonder rekening te houden met enige sanctiereductie op grond van artikel 46, artikel 47 of
artikel 48; of
c. twee keer de periode van uitsluiting die van toepassing zou zijn geweest op de tweede
dopingovertreding indien deze zou zijn behandeld alsof het een eerste dopingovertreding
betrof, zonder rekening te houden met enige sanctiereductie op grond van artikel 46, artikel 47
of artikel 48.
50.2.
De op basis van het vorige lid vastgestelde periode van uitsluiting kan worden gereduceerd op
grond van en in overeenstemming met de eventuele toepassing van artikel 46, artikel 47 of artikel
48.
50.3.
Een derde dopingovertreding leidt altijd tot de oplegging van een levenslange periode van
uitsluiting, tenzij de betrokkene kan aantonen dat hij terzake de derde dopingovertreding in
aanmerking komt voor de toepassing van artikel 44 of artikel 45, dan wel de derde
dopingovertreding een overtreding van artikel 6 betreft, in welk geval de periode van uitsluiting ten
minste acht jaar en maximaal levenslang bedraagt.
50.4.
Indien de betrokkene inzake een dopingovertreding heeft aangetoond dat van zijn kant geen
sprake is van schuld of nalatigheid in de zin van artikel 44, wordt deze overtreding niet als
dopingovertreding beschouwd voor de toepassing van artikel 50.
50.5.
Een dopingovertreding wordt voor het opleggen van sancties op grond van artikel 50 beschouwd
als een tweede of volgende overtreding, als kan worden aangetoond dat de betrokkene de tweede
of volgende dopingovertreding heeft begaan nadat (i) de betrokkene de kennisgeving inzake de
eerste of vorige dopingzaak heeft ontvangen, dan wel (ii) een redelijke poging is gedaan hem deze
kennisgeving te doen toekomen. Als dit niet kan worden bewezen, worden de overtredingen samen
beschouwd als één afzonderlijke (eerste) overtreding en wordt de op te leggen sanctie gebaseerd
op de overtreding waarop de zwaarste sanctie staat.
50.6.
Indien een ADO, na oplegging van een sanctie voor een eerste dopingovertreding, feiten ontdekt
betreffende een dopingovertreding door een lid die zich hebben voorgedaan voorafgaand aan de
kennisgeving inzake de eerste dopingovertreding, zal de ADO een extra sanctie opleggen op basis
van de sanctie die had kunnen worden opgelegd indien de beide dopingovertredingen tegelijkertijd
tuchtrechtelijk waren behandeld. Alle behaalde wedstrijdresultaten die de betrokkene heeft behaald
sinds de eerdere dopingovertreding komen te vervallen.
50.7.
Voor de toepassing van dit artikel dient een tweede of volgende dopingovertreding binnen tien jaar
van de vorige overtreding(en) te hebben plaatsgevonden.
Hoofdstuk 11
Overige sanctiebepalingen
Artikel 51
Aanvang van de periode van uitsluiting
51.1. De periode van uitsluiting vangt aan op de dag van de tuchtrechtelijke uitspraak, tenzij in dit
reglement anders is bepaald.
51.2.
Indien sprake is geweest van aanmerkelijke vertraging van de in Hoofdstuk 5 en/of Hoofdstuk 6
bedoelde procedures, en deze vertraging de betrokkene niet is aan te rekenen, kan het bevoegde
tuchtcollege de periode van uitsluiting op een eerder dan het in het vorige lid bedoelde moment
laten ingaan, tot op zijn vroegst de dag waarop de (laatste) dopingovertreding is begaan. In geval
132
van een overtreding van artikel 3 wordt hiermee gedoeld op de dag waarop het monster is
afgenomen dat tot de positieve uitslag heeft geleid.
51.3.
Inzake dopingovertredingen die geen betrekking hebben op artikel 3, kan een ADO veel tijd nodig
hebben om feiten te ontdekken en bewijs te verzamelen dat nodig is om een dopingovertreding
aan te tonen. In dergelijke gevallen bestaat niet de mogelijkheid om de sanctie op een eerder
tijdstip te laten ingaan.
51.4.
Indien de betrokkene direct (dat wil zeggen, tenminste voordat hij deelneemt aan een volgende
wedstrijd) na kennisgeving inzake een mogelijke dopingzaak door de Dopingautoriteit, de NTTB,
de ITTF en/of ETTU en/of een buitenlandse nationale sportbond of NADO, bekent een overtreding
als genoemd in Hoofdstuk 2 te hebben begaan, kan de periode van uitsluiting reeds ingaan op de
dag dat de betreffende overtreding (voor het laatst) plaatsvond. In geval van een overtreding van
artikel 3 wordt hiermee gedoeld op de dag waarop het monster is afgenomen dat tot de positieve
uitslag heeft geleid. Minimaal de helft van de op te leggen periode van uitsluiting dient echter aan
te vangen op (i) de dag van de tuchtrechtelijke uitspraak, dan wel (ii) de dag waarop de betrokkene
de sanctie formeel aanvaardt, dan wel (iii) de dag waarop de sanctie anderszins wordt opgelegd.
Dit lid is niet van toepassing in gevallen waarin artikel 47 is toegepast.
51.5.
De periode van uitsluiting in het kader van de oplegging van een voorlopige schorsing wordt in
mindering gebracht op de totale periode van uitsluiting die wordt opgelegd, tenzij de betrokkene
deze voorlopige schorsing niet strikt heeft nageleefd. Hetzelfde geldt voor een door een bevoegd
(tucht)orgaan opgelegde voorlopige maatregel, voorlopige schorsing of voorlopige uitsluiting.
51.6.
Indien de betrokkene (i) nadat hij de in artikel 24.2 bedoelde kennisgeving inzake een dopingzaak
heeft ontvangen, en (ii) voorafgaand aan het hem opleggen van een voorlopige schorsing, het
Hoofdbestuur en de Dopingautoriteit schriftelijk meldt zich vrijwillig te houden aan het gestelde in
artikel 26.2, en zich vanaf dat moment, ook nadat tegen hem een voorlopige schorsing is
genomen, strikt houdt aan het gestelde in artikel 26.2, wordt deze periode van (zelf opgelegde)
uitsluiting in mindering gebracht op de totale periode van uitsluiting die wordt opgelegd. De
betrokkene dient de in dit lid bedoelde brief zowel aan het Hoofdbestuur als aan de
Dopingautoriteit te zenden. Wordt de brief alleen aan het Hoofdbestuur gezonden dan zendt deze
de brief aan de Dopingautoriteit en omgekeerd.
51.7.
De periode waarin (i) geen voorlopige schorsing is opgelegd en (ii) geen sprake is van de zelf
opgelegde uitsluiting (en de naleving daarvan) als bedoeld in het vorige lid, kan niet worden
afgetrokken van een (uiteindelijk) opgelegde periode van uitsluiting, ongeacht de omstandigheid
dat de betrokkene (vrijwillig) heeft afgezien van het deelnemen aan wedstrijden, competities en/of
evenementen.
51.8.
Anders dan de in artikel 51 beschreven opties bestaan geen mogelijkheden een op te leggen
periode van uitsluiting eerder te laten ingaan dan op het in artikel 51.1 genoemde moment.
51.9.
Artikel 51 lid 9 uit het Nationaal Dopingreglement is niet van toepassing
51.10. Het is niet mogelijk de in dit reglement genoemde sancties geheel of gedeeltelijk voorwaardelijk op
te leggen.
51.11. De eventuele (ontbrekende) prestatiebevorderende werking van een verboden stof en/of verboden
methode kan niet worden meegewogen bij de beoordeling:
a. of sprake is van een dopingovertreding; en
b. het vaststellen van de wegens een dopingovertreding op te leggen sanctie.
Artikel 52
Status gedurende uitsluiting
52.1. Oplegging van een periode van uitsluiting houdt in dat de betrokkene vanaf het moment dat deze
sanctie is opgelegd:
a. is uitgesloten van deelname aan enige onder auspiciën van de NTTB georganiseerde
wedstrijd, competitie en/of evenement, noch aan enige andere activiteit mag deelnemen
binnen de NTTB (inclusief bij de NTTB aangesloten, of op andere wijze aan de NTTB
verbonden, lid-verenigingen, teams of andere rechtspersonen);
133
b. is uitgesloten van deelname aan een door een overheidsinstantie gefinancierde sportactiviteit
op nationaal of topsportniveau;
c. in geen enkele hoedanigheid mag acteren of participeren binnen de NTTB (inclusief bij de
NTTB aangesloten lid-verenigingen, teams of andere rechtspersonen), noch enige (financiële)
vergoedingen, zoals is bedoeld in artikel 52.2, mag ontvangen;
d. geen trainingen mag geven, noch enige training mag volgen of ondergaan die is goedgekeurd
door en/of georganiseerd onder auspiciën van (i) de NTTB of (ii) van een rechtspersoon en/of
organisatie die lid is van de NTTB, dan wel op andere wijze bij de NTTB is aangesloten.
Hieronder valt in ieder geval het trainen bij de NTTB, het trainen bij een bij de NTTB
aangesloten lid-vereniging of andere bij de NTTB aangesloten rechtspersoon, alsmede het
trainen onder (bege)leiding van een voor de NTTB (als vrijwilliger of anderszins) werkzame
persoon;
e. geen begeleidingsactiviteiten mag uitvoeren bij onder auspiciën van de NTTB (inclusief bij de
NTTB aangesloten, of op andere wijze aan de NTTB verbonden, lid-verenigingen, teams of
andere rechtspersonen) georganiseerde trainingen en/of wedstrijden.
De betrokkene mag wel participeren in anti-dopingprogramma’s en/of rehabilitatieprogramma’s.
52.2.
Een dopingovertreding waarbij geen sanctiereductie is toegepast, leidt tot de gehele of
gedeeltelijke intrekking van de financiële steun, vergoedingen en andere voordelen in relatie tot de
sportbeoefening, die de betrokkene van de NTTB ontvangt.
52.3.
Degene die een periode van uitsluiting is opgelegd van langer dan vier jaar kan, als vier jaren van
de periode van uitsluiting zijn verstreken, deelnemen aan en/of participeren in lokale evenementen
die niet worden georganiseerd onder auspiciën van, dan wel niet anderszins vallen onder de
bevoegdheid van een ADO, indien:
a. deze evenementen niet direct of indirect de mogelijkheid bieden tot kwalificatie voor deelname
aan een nationaal kampioenschap, internationaal evenement of internationale wedstrijd;
b. deze evenementen niet direct of indirect punten zouden kunnen opleveren die nodig zijn voor
kwalificatie voor, dan wel deelname aan een nationaal kampioenschap, internationaal
evenement of internationale wedstrijd; en
c. de betrokkene tijdens deze lokale sportevenementen in geen enkele hoedanigheid met
minderjarigen werkt.
52.4.
Een betrokkene verkrijgt na het aflopen van de hem opgelegde periode van uitsluiting, pas het
recht tot deelname aan wedstrijden op het moment dat hij het prijzengeld heeft terugbetaald en een
eventuele uitgesproken kostenveroordeling heeft voldaan. De volgorde bij het voldoen van een
door het CAS toegewezen kostenveroordeling en verbeurd verklaren van prijzengeld, is als volgt:
a. eerst de betaling van de door het CAS toegewezen kosten;
b. vervolgens de herverdeling van het verbeurde prijzengeld aan andere sporters indien dit is
bepaald in de regels van de relevante internationale federatie; en
c. vervolgens de vergoeding van de kosten van de ADO die het resultaatmanagement heeft
uitgevoerd.
52.5.
Indien de betrokkene gedurende een hem opgelegde periode van uitsluiting, participeert in een in
artikel 52.1 bedoelde activiteit en/of hoedanigheid:
a. komen eventueel behaalde wedstrijdresultaten automatisch te vervallen; en
b. wordt aan de betrokkene een nieuwe periode van uitsluiting opgelegd,
welke gelijk is aan de aan de oorspronkelijk aan betrokkene opgelegde periode van
uitsluiting. Deze nieuwe periode van uitsluiting treedt in werking vanaf het moment dat de
oorspronkelijk aan betrokkene opgelegde periode van uitsluiting afloopt. Deze nieuwe
periode van uitsluiting kan worden gereduceerd, afhankelijk van de mate van schuld
zijdens betrokkene en de andere omstandigheden van het geval. De Dopingautoriteit
bepaalt of de betrokkene artikel 52.1 niet heeft nageleefd, en of de betrokkene in
aanmerking komt voor enige reductie van de nieuw op te leggen periode van uitsluiting.
Tegen de beslissing van de Dopingautoriteit staat beroep open overeenkomstig het
gestelde in Hoofdstuk 12.
52.6.
In afwijking van artikel 52.1 mag een betrokkene weer beginnen te trainen met een team of weer
gebruik beginnen te maken van de faciliteiten van een bij de NTTB aangesloten lid-vereniging,
tijdens de kortste van de volgende perioden:
134
a.
b.
de laatste twee maanden van de aan de betrokkene opgelegde periode van uitsluiting; of
het laatste kwart van de aan de betrokkene opgelegde periode van uitsluiting.
Artikel 53
Consequenties teams (indien van toepassing)
Artikel 53 lid 1 en 2 uit het Nationaal Dopingreglement zijn niet van toepassing
53.3.
Bij sporten die geen teamsporten zijn maar waarbij prijzen worden uitgereikt aan teams, geschiedt
diskwalificatie, alsmede de oplegging van enige andere disciplinaire maatregel tegen het team als
één of meer teamleden zich schuldig hebben gemaakt aan dopingovertredingen, volgens de van
toepassing zijnde regels van de internationale federatie.
53.4.
Indien meer dan één lid van een team op de hoogte wordt gesteld van een mogelijke overtreding
van artikel 7 in verband met een evenement, zal de NTTB (indien het evenement wordt
georganiseerd door of onder auspiciën van de NTTB) zorg dragen voor het uitvoeren van
(passende) gerichte dopingcontroles bij het betreffende team gedurende het bewuste evenement.
Artikel 54
Herziening
54.1. Indien met betrekking tot een verboden stof of verboden methode een verbod is
geformuleerd, en dit verbod nadien wordt gewijzigd of opgeheven, kan een betrokkene die op
grond van de oorspronkelijke bepaling een straf is opgelegd daarvan herziening vragen. Een
herziening strekt ten gunste van de betrokkene.
54.2.
De betrokkene richt een schriftelijk en gemotiveerd verzoek tot herziening aan de Tuchtcommissie
of de Commissie van Beroep of het CAS, dat het verzoek toezendt aan de Dopingautoriteit.
54.3.
Het verzoek tot herziening wordt schriftelijk behandeld. De Dopingautoriteit heeft het recht op het
nemen van een conclusie.
54.4.
Van een uitspraak van het bevoegde tuchtcollege staat beroep open conform Hoofdstuk XII.
Artikel 55
Verjaringstermijn
Een dopingovertreding verjaart als niet binnen tien jaar, te rekenen vanaf de datum waarop de overtreding
beweerdelijk heeft plaatsgevonden, de betrokkene schriftelijk over de dopingzaak in kennis is gesteld, dan
wel een redelijke poging daartoe is gedaan.
Artikel 56
Wederzijdse erkenning
Onverminderd het recht op beroep, zal de NTTB door een bevoegde ADO of andere organisatie of
instantie verleende dispensatie, opgelegde voorlopige schorsing en tuchtrechtelijke uitspraak die consistent
is met de World Anti-Doping Code, erkennen, respecteren en overnemen.
Artikel 57
Bekendmaking
57.1. De World Anti-Doping Code bevat regels inzake het, in overeenstemming met nationale wetgeving:
a. communiceren met en tussen ADO’s in dopingzaken, alsmede de inhoud van deze
communicatie;
b. communiceren met de betrokkene in dopingzaken, alsmede de inhoud van deze
communicatie;
c. publiceren en/of het anderszins bekendmaken van (i) tuchtrechtelijke beslissingen in
dopingzaken, en (ii) opgelegde sancties wegens het begaan van een dopingovertreding;
57.2.
De World Anti-Doping Code bevat regels inzake:
a. de te betrachten vertrouwelijkheid bij de communicatie in dopingzaken;
b. de beslissingen inzake dopingovertredingen welke een volledige motivering moeten omvatten,
met (indien van toepassing) inbegrip van de reden waarom de maximum sanctie niet is
opgelegd; en
c. de ADO’s die het recht hebben op het ontvangen van het volledige bij een dopingzaak
behorende dossier, alvorens binnen vijftien dagen na ontvangst te mogen beslissen beroep in
te stellen tegen de beslissing of uitspraak.
57.3.
De Dopingautoriteit en de NTTB laten zich door deze regels leiden, tenzij nationale wet- en
regelgeving dit niet toestaat.
135
Hoofdstuk 12
Beroep
Artikel 58
Beroep
58.1. Beroep kan slechts worden aangetekend op de wijze die is beschreven in dit reglement.
58.2.
Besluiten waartegen beroep is aangetekend blijven van kracht tijdens de beroepsprocedure, tenzij
de Commissie van Beroep anders bepaalt.
58.3.
In beroep kunnen de feitelijke en de juridische gronden volledig opnieuw worden beoordeeld. De
Commissie van Beroep is bevoegd de in eerdere instantie opgelegde sanctie te verhogen tot aan
de maximale reglementair toegestane strafmaat of te verlagen tot de minimale strafmaat.
Artikel 59
Voor beroep vatbare besluiten
59.1. Tegen de volgende besluiten kan beroep worden aangetekend:
a. een besluit dat (g)een dopingovertreding heeft plaatsgevonden;
b. een besluit tot schuldigverklaring zonder strafoplegging;
c. een besluit van WADA als bedoeld in artikel 19.5;
d. een besluit dat de Tuchtcommissie en/of de Dopingautoriteit in een dopingzaak niet
ontvankelijk is. Een besluit dat (i) in een dopingzaak de verjaringstermijn is verstreken, dan wel
te laat aangifte is gedaan, en (ii) de Tuchtcommissie en/of de Dopingautoriteit in een
dopingzaak geen jurisdictie hebben, wordt voor de toepassing van dit artikel gelijk gesteld met
een besluit dat sprake is van niet-ontvankelijkheid;
e. een besluit inhoudende de oplegging van een voorlopige schorsing;
f. een besluit dat is genomen op grond van artikel 52.5;
g. een besluit dat is genomen in strijd met artikel 26.3, artikel 46.11, artikel 51.10 of artikel 51.11;
h. een besluit betreffende de kostenveroordeling;
i. een besluit op grond van artikel 46 om een periode van uitsluiting op te schorten;
j. een besluit als bedoeld in artikel 46.8, genomen door de Dopingautoriteit of WADA. Als een
andere ADO een dergelijk besluit neemt, dan is op dat besluit het dopingreglement van de
betreffende ADO van toepassing, tenzij het dopingreglement van de desbetreffende ADO het
Anti-dopingreglement van de NTTB van toepassing verklaart; en
k. een besluit van een ADO om het besluit van een andere ADO niet te erkennen.
59.2.
Alleen de betrokkene kan beroep instellen tegen besluiten als bedoeld in artikel 59.1 sub e en
artikel 59.1 sub j.
59.3.
Indien het bestuur niet conform artikel 26.3 overgaat tot het opleggen van een voorlopige
schorsing, wordt deze omstandigheid voor de toepassing van artikel 59 aangemerkt als een besluit
dat is genomen in strijd met artikel 26.3.
59.4.
Een besluit om een verplichte voorlopige schorsing niet te laten vervallen, is niet voor beroep
vatbaar.
59.5.
In aanvulling op het in artikel 59.1 gestelde is de Dopingautoriteit gerechtigd
beroep in te stellen
tegen elk in het kader van het resultaatmanagement genomen besluit, uitgezonderd het besluit tot
oplegging van een voorlopige schorsing, tenzij dat besluit niet voldoet aan de in artikel 26
opgenomen eisen. Dit beroepsrecht is niet gebonden aan enige voorwaarde, anders dan het
gestelde in artikel 60.1. De Dopingautoriteit hoeft derhalve geen belang voor het instellen van
beroep aan te tonen.
59.6.
Indien de tuchtrechtelijke behandeling van een dopingzaak langer dan vier maanden in beslag
neemt, kan de betrokkene beroep instellen tegen een hem eventueel opgelegde voorlopige
schorsing. Indien de Commissie van Beroep besluit tot opheffing van de voorlopige schorsing, mag
de betrokkene vanaf dat moment weer in wedstrijden uitkomen. Als de Commissie van Beroep
oordeelt dat de betrokkene een dopingovertreding heeft begaan, komen alle na de opheffing van
de voorlopige schorsing behaalde wedstrijdresultaten te vervallen, tenzij de rechtvaardigheid
anders vereist.
136
59.7.
Indien na afloop van een periode van dertig dagen nadat WADA met betrekking tot een betrokkene
schriftelijk bericht heeft ontvangen van een derde whereabouts- fout, geen aangifte is gedaan van
een dopingovertreding, wordt deze omstandigheid voor de toepassing van Hoofdstuk XII
aangemerkt als een besluit dat geen dopingovertreding heeft plaatsgevonden.
Artikel 60
Beroepsrecht
60.1. Van een uitspraak van de Tuchtcommissie in een dopingzaak staat beroep open bij de Commissie
van Beroep.
60.2.
Van een uitspraak van de Commissie van Beroep staat beroep open bij het CAS.
60.3.
De volgende partijen hebben het recht beroep aan te tekenen tegen een besluit van de
Tuchtcommissie, de Commissie van Beroep of het CAS in een dopingzaak:
a. de betrokkene voor wie het besluit waartegen beroep wordt aangetekend, geldt;
b. de NTTB;
c. de ITTF, ETTU en/of het CAS en elke andere tot het (laten) uitvoeren van dopingcontroles
bevoegde organisatie volgens wier dopingreglement een sanctie had kunnen worden
opgelegd;
d. de Dopingautoriteit;
e. de NADO van het land waarvan de betrokkene de nationaliteit heeft, dan wel waar hij
woonachtig is;
f. het IOC of het IPC, indien van toepassing, als het besluit een effect kan hebben dat betrekking
heeft op respectievelijk de Olympische Spelen of de Paralympische Spelen, waaronder
besluiten die van invloed (kunnen) zijn op de bevoegdheid tot deelname aan de Olympische
Spelen of Paralympische Spelen; en
g. WADA.
60.4.
In dopingzaken (i) betreffende (begeleidend personeel van) betrokkenen die op het moment dat de
dopingovertreding plaatsvond, waren opgenomen in de registered testing pool van de ITTF en/of
ETTU, dan wel (ii) voortvloeiend uit participatie in een onder auspiciën van ITTF en/of ETTU
georganiseerde wedstrijd en/of evenement, kan ITTF en/of ETTU direct tegen het besluit van het
tuchtcollege in eerste aanleg beroep instellen bij het CAS.
60.5.
Op een beroep bij het CAS zijn de regels en voorwaarden van het CAS van toepassing.
60.6.
Indien een tot het instellen van beroep gerechtigde partij tegen een besluit in beroep is gekomen bij
het CAS, zijn alle andere tot het instellen van beroep gerechtigde partijen expliciet gerechtigd tot
het instellen van incidenteel beroep. Indien een partij van dit recht gebruik wenst te maken, dient
deze partij het incidenteel beroep uiterlijk in te stellen met het door de partij bij het CAS in te dienen
verweerschrift.
Artikel 61
Beroep/interventie WADA/Dopingautoriteit
61.1. Indien WADA overeenkomstig het bepaalde in Hoofdstuk 12 het recht heeft tegen een besluit in
beroep te gaan, en geen andere in artikel 60.1 genoemde partij anders dan WADA beroep heeft
aangetekend, mag WADA zonder de andere beroepsmogelijkheden uit te putten direct beroep
aantekenen bij het CAS.
61.2.
WADA heeft het recht in een aanhangig gemaakte dopingzaak te interveniëren indien het
bevoegde tuchtcollege of beroepscollege niet binnen een redelijke door WADA vast te stellen
termijn, tot een uitspraak is gekomen. Op het moment dat voornoemde termijn verstrijkt, wordt dit
aangemerkt als een besluit van het bevoegde tuchtcollege of beroepscollege dat geen
dopingovertreding heeft plaatsgevonden. WADA mag in dat geval direct beroep aantekenen bij het
CAS. Indien het CAS oordeelt dat (i) in de betreffende dopingzaak sprake is van een
dopingovertreding, en (ii) het besluit van WADA om direct beroep in te stellen bij het CAS redelijk
was, dient de NTTB WADA’s kosten (waaronder in ieder geval de kosten voor de juridische
bijstand), voor het beroep bij het CAS te vergoeden.
61.3.
Het in dit artikel gestelde met betrekking tot (de rechten van) WADA, geldt tevens met betrekking
tot de Dopingautoriteit.
137
Artikel 62
Beroep dispensaties
62.1. Tegen een besluit tot het afwijzen van een dispensatieverzoek, genomen door een andere tot het
(laten) uitvoeren van dopingcontroles bevoegde organisatie dan WADA, dat niet wordt herroepen
door WADA, kan de betrokkene beroep aantekenen:
a. bij het CAS, indien de betrokkene op het moment van het afwijzen van het
betreffende dispensatieverzoek is opgenomen in de registered testing pool
van de internationale federatie;
b. bij een door de Dopingautoriteit ingestelde commissie van beroep, indien de betrokkene op het
moment van het afwijzen van het betreffende dispensatieverzoek niet is opgenomen in de
registered testing pool van de internationale federatie. De samenstelling, werkwijze,
besluitvorming en andere relevante aspecten met betrekking tot deze commissie van beroep
worden bepaald door de Dopingautoriteit. Als deze commissie van beroep het besluit tot het
afwijzen van het dispensatieverzoek herroept, kan WADA tegen dat besluit in beroep gaan bij
het CAS.
62.2.
Tegen een besluit van WADA met betrekking tot het inwilligen of afwijzen van een
dispensatieverzoek, staat alleen beroep open bij het CAS. Beroepsgerechtigd in deze zijn de
betrokkene en de Dopingautoriteit.
62.3.
Dispensaties die op enig moment door WADA worden herzien, blijven van kracht tot het moment
waarop de betrokkene schriftelijk door WADA van dit besluit op de hoogte is gesteld.
62.4.
Indien een besluit inzake een dispensatieverzoek niet binnen de hiervoor geldende termijnen is
genomen, wordt voor de toepassing van artikel 62 het dispensatieverzoek geacht te zijn
afgewezen.
Artikel 63
Beroepstermijnen
63.1. De termijn voor het instellen van beroep is eenentwintig dagen, te rekenen vanaf de dag dat de tot
het instellen van beroep bevoegde partij schriftelijk van het voor beroep vatbare besluit in kennis is
gesteld.
63.2.
De tuchtrechtelijke behandeling van een dopingzaak in eerste aanleg dient uiterlijk binnen drie
maanden na het aanhangig maken van de dopingzaak tot een uitspraak van de Tuchtcommissie,
de Commissie van Beroep of het CAS te leiden. Indien dit niet het geval is, hebben de
Dopingautoriteit, alsmede de betrokkene of de organisatie die van het begaan van een
dopingovertreding wordt beschuldigd, het recht binnen een termijn van veertien dagen breoep aan
te tekenen bij de Commissie van Beroep of het CAS.
63.3.
De beroepstermijn voor een door WADA in te stellen beroep, dan wel een door WADA te plegen
interventie, is de laatst aflopende van de volgende termijnen:
a. eenentwintig dagen te rekenen vanaf de dag waarop de beroepstermijn voor de andere tot
beroep gerechtigde partijen is verlopen; dan wel
b. eenentwintig dagen te rekenen vanaf de dag waarop WADA het volledige dossier inzake het
voor beroep vatbare besluit heeft ontvangen, waaronder in ieder geval een vertaling van dit
besluit.
63.4.
Het in artikel 63.3 onder b gestelde met betrekking tot WADA, is tevens van toepassing op de voor
de Dopingautoriteit geldende beroepstermijn.
Hoofdstuk 13 Restbepalingen
Artikel 64
Taken en verantwoordelijkheden van de Dopingautoriteit
64.1. De Dopingautoriteit is de NADO van Nederland in de zin van dit reglement en de World AntiDoping Code.
64.2.
De Dopingautoriteit heeft de volgende taken en bevoegdheden:
a. het verzorgen van voorlichting, alsmede het aanbieden en ontwikkelen van
voorlichtingsmateriaal;
138
b. het vaststellen van de van dit reglement onderdeel uitmakende bijlagen (uitgezonderd de
dopinglijst);
c. het opsporen van, en doen van onderzoek naar, mogelijke dopingzaken in binnen- en
buitenland, het in dit verband beleggen van hoorzittingen, alsmede het in dit verband
uitwisselen van kennis en informatie met binnen- en buitenlandse ADO’s;
d. het bewaken van en toezicht houden op de correcte toepassing van dit reglement en de World
Anti-Doping Code, alsmede het in dit kader waar nodig corrigeren en interveniëren
(bijvoorbeeld door middel van het gebruik maken van het beroepsrecht);
e. het in voorkomende gevallen zorgdragen voor de bewijsvoering;
f. het beheren van de nationale registered testing pool;
g. het beheren van whereabouts-informatie, alsmede het toepassen van de Whereabouts-bijlage;
h. het verwerken, behandelen en beoordelen van dispensatieverzoeken, het verlenen van
dispensaties, alsmede het toepassen van de Dispensatiebijlage;
i. het plannen en uitvoeren van dopingcontroles, het laten analyseren van monsters;
j. het in overeenstemming met dit reglement zorgdragen voor het uitvoeren van het
dopingcontroleproces;
k. het uitvoeren van het resultaatmanagement;
l. het onderhouden van contacten met leden en/of betrokkenen, of hun vertegenwoordigers,
specifiek, maar niet uitsluitend, in het kader van de toepassing van artikel 27 en artikel 46;
m. het in voorkomende gevallen doen van aangifte in dopingzaken;
n. het deelnemen aan de tuchtrechtelijke behandeling van dopingzaken;
o. het samenwerken met politie, justitie, douane, de Inspectie Gezondheidszorg en andere
justitiële instellingen en instanties (zoals bijvoorbeeld de douane, het Openbaar Ministerie, de
politie en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) met betrekking tot mogelijke
dopingzaken, alsmede het uitwisselen van informatie met deze instanties inzake mogelijke
dopingzaken;
p. het beheren van biologische paspoorten, waaronder het plannen en (laten) uitvoeren van
monsterafname in dit verband, het (laten) analyseren van monsters, het (laten) beoordelen
en/of vergelijken van resultaten, het benoemen van een commissie die de relevante gegevens
beoordeelt, en alle andere aspecten zoals deze zijn bepaald in de richtlijn(en) voor dergelijke
paspoorten zoals opgesteld door WADA, en de Bijlage inzake het biologische paspoort (indien
de Dopingautoriteit een dergelijke bijlage vaststelt);
q. het onderzoeken van (i) het betreffende begeleidend personeel indien sprake is van een
dopingovertreding door een minderjarige, en (ii) begeleidend personeel dat werkt met
meerdere leden die een dopingovertreding hebben begaan;
r. het verlenen van volledige medewerking aan door WADA geïnitieerde onderzoeken naar (i)
dopingovertredingen, en (ii) activiteiten die doping kunnen faciliteren;
s. het uitvoeren van alle andere door of namens WADA aan de Dopingautoriteit opgelegde taken
en verplichtingen; en
t. het verrichten van alle overige werkzaamheden en taken die bijdragen aan het terugdringen
van dopinggebruik in de sport.
Artikel 65
Taken en verantwoordelijkheden van leden
Onverminderd het gestelde in de andere Hoofdstukken van dit reglement, heeft elk lid de volgende taken
en verantwoordelijkheden:
a. het zich houden aan de op hem van toepassing zijnde dopingreglementen;
b. het te allen tijde beschikbaar zijn voor het uitvoeren van een dopingcontrole;
c. het voorkomen dat een verboden stof of verboden methode in zijn lichaam terecht komt;
d. het voorkomen dat hij een dopingovertreding begaat;
e. het informeren van begeleidend personeel, waaronder in iedere geval het medische personeel,
inzake (i) de voor leden geldende verplichting om geen verboden stoffen en verboden methoden te
gebruiken of toegediend te krijgen, en (ii) de verantwoordelijkheid van het begeleidend personeel
ervoor te zorgen dat geen verboden stoffen en/of verboden methoden in het lichaam van een lid
dat zij begeleiden, behandelen en/of waarmee zij werken, terecht komen;
f. het in kennis stellen van de Dopingautoriteit en de internationale federatie van elke uitspraak of
besluit van een niet onder de World Anti-Doping Code vallende organisatie of instantie,
inhoudende dat hij in de voorgaande tien jaar een dopingovertreding heeft begaan; en
g. het verlenen van medewerking aan door ADO’s geïnitieerde onderzoeken naar (i)
dopingovertredingen, en (ii) activiteiten die doping kunnen faciliteren.
139
Artikel 66
Taken en verantwoordelijkheden van begeleidend personeel
Onverminderd het gestelde in de andere Hoofdstukken van dit reglement, heeft begeleidend personeel de
volgende taken en verantwoordelijkheden:
a. het verlenen van medewerking aan de uitvoering van dopingcontroles bij leden;
b. het bij leden stimuleren van een afwijzende houding ten aanzien van doping;
c. het voorkomen dat een verboden stof of verboden methode in het lichaam terecht komt van leden
die door het begeleidend personeel worden begeleid en/of waarmee het begeleidend personeel
werkt;
d. het voorkomen dat het een dopingovertreding begaat;
e. het in kennis stellen van de Dopingautoriteit en de internationale federatie van elke uitspraak of
besluit van een niet onder de World Anti-Doping Code vallende organisatie of instantie,
inhoudende dat hij in de voorgaande tien jaar een dopingovertreding heeft begaan; en
f. het verlenen van medewerking aan door ADO’s geïnitieerde onderzoeken naar (i)
dopingovertredingen, en (ii) activiteiten die doping kunnen faciliteren.
Artikel 67
Taken en verantwoordelijkheden van de NTTB
Onverminderd het gestelde in de andere Hoofdstukken van dit reglement, heeft de NTTB de volgende
taken en verantwoordelijkheden:
a. het verlenen van medewerking aan de uitvoering van dopingcontroles bij leden;
b. het verlenen van medewerking aan door ADO’s geïnitieerde onderzoeken naar (i)
dopingovertredingen, en (ii) activiteiten die doping kunnen faciliteren; en
c. het direct bij de Dopingautoriteit en de ITTF en/of ETTU melden van alle informatie die mogelijk
wijst op of mogelijk verband houdt met een dopingovertreding.
Artikel 68
Privacy
68.1. Het maken van opnamen in beeld of geluid van de dopingcontrole, alsmede het tonen, weergeven
of openbaar maken van beeld- en/of geluidsopnamen van de dopingcontrole, is slechts toegestaan
na toestemming van de betrokkene en de dopingcontrole-uitvoerende organisatie.
68.2.
De persoonsgegevens van de betrokkene, waaronder zijn whereabouts-informatie,
dispensatiegegevens en controleresultaten, (kunnen) worden verzonden aan de NTTB, de
dopingcontrole-uitvoerende organisatie, het laboratorium en de relevante ADO’s, waaronder in
ieder geval de Dopingautoriteit, de internationale federaties, alsmede WADA.
68.3.
De Dopingautoriteit en de NTTB kunnen informatie verspreiden inzake controleresultaten en/of
dopingzaken in overeenstemming met het daaromtrent bepaalde in dit reglement, de World AntiDoping Code en/of een of meer International Standards.
Artikel 69
Kosten
69.1. Voor zover het de uitvoering van de analyse betreft, voldoet de betrokkene de kosten van het in
artikel 23 bedoelde onderzoek van het B-monster, tenzij:
a.
de analyse van het B-monster geschiedt op verzoek van de
Dopingautoriteit, in welk
geval de bedoelde kosten, ongeacht het
analyseresultaat, voor rekening komen van de
Dopingautoriteit; dan wel
b.
de uitslag van de analyse van het B-monster de uitslag van het A-monster
niet
bevestigt, in welk geval de bedoelde kosten voor rekening van de
Dopingautoriteit komen.
69.2.
De overige kosten die de betrokkene maakt in het kader van het laten analyseren van het Bmonster, zoals het aanwezig zijn van de betrokkene zelf en/of een door hem aangewezen persoon
in het laboratorium, komen voor rekening van de betrokkene.
69.3.
De kosten die de betrokkene maakt in het kader van diens verdediging bij een dopingzaak, komen
voor eigen rekening, tenzij de Tuchtcommissie, Commissie van Beroep, het CAS, arbitragecollege
of rechter anders beslist.
69.4.
Kosten die worden gemaakt in het kader van het onderzoeken van een atypische bevinding,
conform hetgeen dit reglement en/of de dopinglijst bepalen, komen voor rekening van de
Dopingautoriteit, tenzij dit onderzoek aantoont dat zijdens de betrokkene sprake is van een
dopingovertreding, in welk geval de kosten voor rekening van de betrokkene komen.
140
69.5.
De kosten die verbonden zijn aan het in artikel 24.2 sub c bedoelde documentatiepakket (zowel
inzake het A-monster als het B-monster) komen voor rekening van de betrokkene, tenzij de
Tuchtcommissie, Commissie van Beroep of het CAS besluit dat de betrokkene zich niet schuldig
heeft gemaakt aan een dopingovertreding, in welk geval deze kosten voor rekening van de
Dopingautoriteit komen.
Artikel 70
Verhouding reglementen
70.1. Dit reglement is opgezet als een waar mogelijk zelfstandig toepasbaar reglement. Dientengevolge
zijn andere reglementen en/of besluiten van de NTTB slechts van toepassing voor zover deze
aanvullend werken op dit reglement en daarmee niet in strijd zijn.
70.2.
De toepassing van dit reglement wordt niet beperkt door andere reglementen van de NTTB.
Derhalve is het Tuchtreglement van de NTTB slechts van toepassing, voor zover het
Tuchtreglement niet in strijd is met de inhoud en/of de strekking van dit reglement.
Artikel 71
Interpretatie
71.1. In relevante gevallen geschiedt interpretatie van dit reglement aan de hand van de Engelstalige
tekst van de ten tijde van de dopingcontrole, dan wel (indien geen sprake was van een
dopingcontrole) het (beweerdelijk) plaatsvinden van de dopingovertreding van kracht zijnde World
Anti-Doping Code en/of International Standards.
71.2.
De World Anti-Doping Code dient te worden geïnterpreteerd als een onafhankelijke en autonome
tekst, en niet aan de hand van wetten of statuten, tenzij dit reglement uitdrukkelijk anders bepaalt.
71.3.
De opschriften van de artikelen in dit reglement dienen slechts voor gebruiksgemak, maken geen
onderdeel uit van de inhoud van de artikelen, en zijn niet van invloed op de interpretatie van de
bijbehorende bepalingen.
71.4.
Dit reglement is overeenkomstig de van toepassing zijnde bepalingen in de World Anti-Doping
Code en bijbehorende International Standards opgesteld, en dient te worden geïnterpreteerd op
een wijze die verenigbaar is met deze bepalingen van de World Anti-Doping Code en International
Standards.
71.5.
De toelichting bij de bepalingen in de World Anti-Doping Code kunnen worden gebruikt bij het
interpreteren van dit reglement. Hetzelfde geldt voor een door de Dopingautoriteit opgestelde
toelichting bij dit reglement, als een dergelijke toelichting beschikbaar is.
71.6.
Alle voor het resultaatmanagement geldende termijnen vangen aan op de eerstvolgende dag nadat
de betrokkene, de NTTB en/of de Dopingautoriteit schriftelijk de bedoelde kennisgeving of
informatie hebben ontvangen.
71.7.
De datum van ontvangst wordt bij schriftelijke correspondentie geacht zeven dagen na de datum
van verzending te zijn gelegen.
Artikel 72
Overgangsbepalingen
72.1. Artikel 50 en artikel 55 zijn procedurele bepalingen die met terugwerkende kracht kunnen worden
toegepast.
72.2.
Ten tijde van het doen van aangifte van een dopingovertreding zijn van toepassing de bepalingen
van dit reglement zoals die op die datum gelden. Indien tijdens het aanhangig zijn van een
dopingzaak bepalingen van dit reglement worden gewijzigd, zijn om redenen van proceseconomie
en omwille van te betrachten uniformiteit, die gewijzigde bepalingen op de behandeling van de
dopingzaak van toepassing, tenzij naar het oordeel van de Tuchtcommissie, Commissie van
Beroep of het CAS de betrokkene hierdoor aantoonbaar wordt geschaad, in welk geval de
oorspronkelijke bepalingen van kracht blijven.
72.3.
Bij het bepalen van de periode van uitsluiting voor een tweede dopingovertreding op basis van
artikel 50, waarbij de sanctie voor de eerste dopingovertreding is bepaald op basis van het Antidopingreglement zoals dit van toepassing was voorafgaand aan de inwerkingtreding van de World
Anti-Doping Code op 1 januari 2015, dient de periode van uitsluiting te worden toegepast die voor
141
voornoemde eerste dopingovertreding zou zijn opgelegd indien het op 1 januari 2015 in werking
getreden Anti-dopingreglement van toepassing zou zijn geweest.
Artikel 73
Bijlagen
73.1. De bij dit reglement behorende en van dit reglement onderdeel uitmakende bijlagen worden,
uitgezonderd de dopinglijst, vastgesteld door de Dopingautoriteit.
73.2.
De in het vorige lid bedoelde bijlagen treden in werking vanaf het moment van plaatsing op de
website van de Dopingautoriteit: www.dopingautoriteit.nl. De dopinglijst treedt telkens in werking op
een door WADA te bepalen datum.
Artikel 74
Slotbepaling
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het Hoofdbestuur. In dergelijke gevallen consulteert
het Hoofdbestuur, voorafgaand aan het nemen van een besluit, de Dopingautoriteit.
142
Bondsraad 22 november 2014
Bijlage 13 - agendapunt 9D
WIJZIGINGEN COMPETITIEREGLEMENT
Artikel 17 luidt als volgt:
Artikel 17 Uitstel van competitiewedstrijden
Slechts bij hoge uitzondering en alleen om bijzondere redenen, te beoordelen door de betrokken
competitieleider, kan uitstel van het spelen van een competitiewedstrijd worden verleend.
Het verzoek daartoe moet schriftelijk en met redenen omkleed ten minste vier maal 24 uur vóór het vastgestelde tijdstip van de competitiewedstrijd bij die competitieleider zijn ingediend. Deze draagt er zorg voor
dat in geval van verlenen van uitstel de betrokken lid-verenigingen ten minste 24 uur vóór het oorspronkelijk vastgestelde tijdstip van de competitiewedstrijd hiervan in kennis zijn gesteld.
In ieder geval zal de betrokken competitieleider uitstel verlenen indien een speler door de ETTU of ITTF
voor een evenement is uitgenodigd, en indien een speler door de NTTB is uitgenodigd voor deelname aan
door het Hoofdbestuur jaarlijks aan het begin van het wedstrijdseizoen vast te stellen evenementen en
trainingsstages, mits het verzoek tot uitstel zo spoedig mogelijk na het bekend worden van de nominatie
van de betrokken speler, maar uiterlijk binnen 2 weken na die nominatie door de vereniging van de
betrokken speler schriftelijk bij de betrokken competitieleider wordt ingediend.
Het Hoofdbestuur stelt voor dit artikel als volgt te wijzigen:
Artikel 17 Uitstel van competitiewedstrijden
Slechts bij hoge uitzondering en alleen om bijzondere redenen, te beoordelen door de betrokken competitieleider, kan uitstel van het spelen van een competitiewedstrijd worden verleend.
Het verzoek daartoe moet schriftelijk en met redenen omkleed ten minste vier maal 24 uur vóór het vastgestelde tijdstip van de competitiewedstrijd bij die competitieleider zijn ingediend. Deze draagt er zorg voor
dat in geval van verlenen van uitstel de betrokken lid-verenigingen ten minste 24 uur vóór het oorspronkelijk vastgestelde tijdstip van de competitiewedstrijd hiervan in kennis zijn gesteld.
In ieder geval zal de betrokken competitieleider uitstel verlenen indien een speler door de ETTU of ITTF
voor een evenement is uitgenodigd, en indien een speler door de NTTB is uitgenodigd voor deelname aan
door het Hoofdbestuur jaarlijks aan het begin van het wedstrijdseizoen vast te stellen evenementen en
trainingsstages, mits het verzoek tot uitstel zo spoedig mogelijk na het bekend worden van de nominatie
van de betrokken speler, maar uiterlijk binnen 2 weken na die nominatie door de vereniging van de
betrokken speler schriftelijk bij de betrokken competitieleider wordt ingediend. Het Hoofdbestuur kan bij
HB-besluit nadere voorwaarden stellen voor het uitnodigen van spelers voor de genoemde evenementen
en trainingsstages.
Toelichting
Gedurende dit jaar is onduidelijkheid ontstaan over de status van deelnemers aan internationale
evenementen in relatie tot de verplichting van competitieleiders om uitstel te verlenen voor
competitiewedstrijden. Deze verplichting geldt indien een speler door de NTTB is uitgenodigd voor
deelname aan evenementen en trainingsstages. Aan een aantal internationale toernooien nemen echter
ook spelers deel die niet door de NTTB uitgenodigde zijn om hieraan deel te nemen, maar dit op eigen
gelegenheid en op eigen kosten doen. Omdat voor de meeste internationale toernooien (in ieder geval voor
alle toernooien die meetellen voor de Wereldranglijst) geldt dat uitsluitend nationale bonden deelnemers
kunnen inschrijven, verzorgt de NTTB de inschrijving ook voor deze niet door de NTTB zelf uitgenodigde
spelers. Aangezien deze spelers op eigen gelegenheid deelnemen, kan geen sprake zijn van uitstel van
competitiewedstrijden. Er is immers geen uitnodiging door de NTTB en dus geen sprake van een situatie
waarin de speler op meerdere plaatsen tegelijk moet zijn.
Om deze reden is aan artikel 17 toegevoegd dat het Hoofdbestuur nadere voorwaarden kan stellen voor
het uitnodigen van spelers voor dergelijke evenementen. Deze nadere voorwaarden zijn aangegeven in de
jaarlijks te publiceren Hoofdbestuursbesluiten, en worden tevens aangegeven in elke uitnodiging voor een
internationaal evenement.
143
Artikel 22 lid 2 en 3 luiden als volgt:
Artikel 22 Speelgerechtigdheid
2. Een dame is niet gerechtigd aan de herencompetitie deel te nemen, tenzij het Hoofdbestuur dispensatie
heeft verleend op grond van haar lidmaatschap van één van de nationale selecties zoals vermeld in het
jaarlijks verschijnende Topsportstatuut. Het Hoofdbestuur kan nadere voorwaarden stellen aan de
deelname in de herencompetitie. Deze voorwaarden worden voorafgaand aan de teamopgave voor elke
competitie aan de betrokken vereniging(en) medegedeeld.
Door de teamopgave maakt betrokkene kenbaar of zij in het betreffende wedstrijdseizoen van de
dispensatie gebruik maakt. Indien betrokkene niet meer voldoet aan de gestelde criteria en eventuele
nadere voorwaarden vervalt de mogelijkheid tot dispensatie met ingang van het volgende
wedstrijdseizoen.
3. Tevens kan door het Hoofdbestuur dispensatie worden verleend aan een dame die deel uitmaakt van
een team dat vanuit de hoogste afdelingsklasse is gepromoveerd naar de landelijke herencompetitie.
De betrokken dame dient minimaal 70% van het aantal enkelspelwedstrijden gespeeld te hebben, met
een winstpercentage van minimaal 40%. Wanneer het team van de betrokken dame zich minimaal
twee opeenvolgende competities handhaaft in de landelijke herencompetitie krijgt de betrokken dame
het recht om ook in andere teams en/of namens andere lid-verenigingen in de landelijke
herencompetitie uit te komen.
Het Hoofdbestuur stelt voor dit artikel als volgt te wijzigen:
Artikel 22 Speelgerechtigdheid
2. Een dame is niet gerechtigd aan de herencompetitie deel te nemen, tenzij het Hoofdbestuur dispensatie
heeft verleend op grond van:
a. Haar lidmaatschap van één van de nationale selecties zoals vermeld in het jaarlijks verschijnende
Topsportstatuut. Het Hoofdbestuur kan nadere voorwaarden stellen aan de deelname in de
herencompetitie. Deze voorwaarden worden voorafgaand aan de teamopgave voor elke competitie aan
de betrokken vereniging(en) medegedeeld.
b. Het feit dat zij deel uitmaakt van een team dat uitkomt in de eredivisie dames. De betrokken dame
dient in het direct voorafgaande wedstrijdseizoen ten minste 8 wedstrijden in de eredivisie dames te
hebben gespeeld. Voor het opstellen van een dame in de landelijke herencompetitie die niet aan dit
aantal voldoet, dient de betrokken lid-vereniging toestemming te vragen aan de betrokken
competitieleider
Door de teamopgave maakt betrokkene kenbaar of zij in het betreffende wedstrijdseizoen van de
dispensatie gebruik maakt. Indien betrokkene niet meer voldoet aan de gestelde criteria en eventuele
nadere voorwaarden vervalt de mogelijkheid tot dispensatie met ingang van het volgende
wedstrijdseizoen.
3. Tevens kan door het Hoofdbestuur dispensatie worden verleend aan een dame die deel uitmaakt van
een team dat vanuit de hoogste afdelingsklasse is gepromoveerd naar de landelijke herencompetitie.
De betrokken dame dient minimaal 50% van het aantal enkelspelwedstrijden gespeeld te hebben, met
een winstpercentage van minimaal 50%. Wanneer de betrokken dame in de competitie na promotie
naar de landelijke herencompetitie is uitgekomen in het team waarmee zij naar de landelijke
herencompetitie is gepromoveerd krijgt zij het recht om ook in andere teams en/of namens andere lidverenigingen in de landelijke herencompetitie uit te komen.
Toelichting
In 2013 is artikel 22 lid 2 aangepast. Daarbij is het aantal speelsters dat toegang kan krijgen tot de
landelijke herencompetitie uitgebreid met de leden van de nationale jeugdselecties. Gebleken is dat dit in
een behoefte voorziet, en tevens geen verzwakking van de hoogste landelijke damesklassen tot gevolg
heeft. Wel is geconstateerd dat een aantal jonge speelsters buiten de jeugdselecties die sterker zijn dan
leden van de nationale jeugdselecties nu niet in aanmerking komen voor deze dispensatie. Zij komen
alleen in aanmerking voor deelname aan de landelijke herencompetitie indien zij met een team uit de
afdelingscompetitie mee promoveren. Vanuit de gezamenlijke eredivisieverenigingen is voorgesteld deze
dispensatie ook mogelijk te maken voor niet-selectiespeelsters die in de dames eredivisie spelen. Het
Hoofdbestuur neemt dit voorstel van de eredivisieverenigingen over. In overleg tussen Hoofdbestuur en
verenigingen is wel een aantal voorwaarden aan deze dispensatie geformuleerd. Het moet gaan om dames
die in een team in de eredivisie dames zijn opgesteld. Tevens wordt dispensatie alleen aan deze dames
144
verleend als zij in het voorafgaande wedstrijdseizoen (najaars- en voorjaarsdeel samen) ten minste 8
wedstrijden in de eredivisie dames hebben gespeeld. Haalt de betrokken dame dit niet, dan kan de
betrokken competitieleider alsnog dispensatie verlenen indien hij van oordeel is dat er voldoende reden is
dat de betrokken dame dit aantal niet haalde. In alle andere gevallen verliest de betrokken dame het recht
op spelen in de landelijke herencompetitie.
Het Hoofdbestuur deelt de mening van de eredivisieverenigingen dat het spelen in de landelijke
herencompetitie het niveau van deze dames ten goede kan komen, waarmee ook het niveau van de
dames eredivisie wordt verhoogd.
De aanpassing van artikel 22 lid 3 heeft twee redenen. Ten eerste is gebleken dat met name dames die
meepromoveren en tevens in de landelijke damescompetitie spelen moeilijk aan het vereiste aantal
gespeelde wedstrijden kunnen komen, zeker als de wedstrijden in de afdelingsseniorencompetitie waarin
zij mee promoveren op zaterdag worden gespeeld. Met het oog daarop stelt het HB voor om het minimum
aantal wedstrijden dat nodig is om mee te kunnen promoveren wordt verlaagd van 70% naar 50% van het
totaal aantal wedstrijden dat door het team dat naar de landelijke herencompetitie is gepromoveerd is
gespeeld.
Ten tweede is gebleken dat de dames die in de afgelopen jaren zijn meegepromoveerd zeer ruim hebben
voldaan aan het minimum winstpercentage van 40%. Daarom is dit minimum winstpercentage verhoogd
naar 50%.
Tevens is gebleken dat in een aantal gevallen waarbij dames mee promoveerden naar de landelijke
herencompetitie het team zich niet handhaafde, terwijl de dame(s) in het team echter duidelijk de sterkste
spelers van het team waren. Door de degradatie van het team verloren zij echter het recht om uit te komen
in de landelijke herencompetitie. Aangezien het niet goed te rechtvaardigen is dat een dame die bewezen
het niveau van de landelijke herencompetitie heeft haar dispensatie verliest doordat de andere spelers in
haar team te zwak zijn, is deze regel aangepast. Wanneer de dame ook daadwerkelijk gebruik maakt van
het recht op uitkomen in de landelijke herencompetitie verwerft zij daarmee het recht dit te blijven doen.
Artikel 34 luidt als volgt:
Artikel 34 Promotie
De teams die promotieplaatsen bezetten hebben het recht respectievelijk de plicht te promoveren of deel te
nemen aan promotiewedstrijden, tenzij het bepaalde in artikel 24 lid 3 van dit reglement deze teams dat recht
ontneemt of van die plicht ontslaat.
Het Hoofdbestuur stelt voor dit artikel als volgt te wijzigen:
Artikel 34 Promotie
1. De teams die promotieplaatsen bezetten hebben het recht respectievelijk de plicht te promoveren of deel
te nemen aan promotiewedstrijden, tenzij het bepaalde in artikel 24 lid 3 van dit reglement deze teams
dat recht ontneemt of van die plicht ontslaat.
2. Een vereniging kan, uitsluitend vóór aanvang van een competitie, de betrokken
competitieleider schriftelijk en met redenen omkleed verzoeken voor één of meerdere
van hun teams af te zien van het recht op promotie. Indien de competitieleider een
dergelijk verzoek inwilligt, worden in de betreffende groep aan het einde van de
competitie twee eindstanden opgemaakt. Voor promotie geldt een eindstand waarin
alle resultaten van het team dat heeft afgezien van het recht op promotie uit de stand
zijn verwijderd. Voor degradatie geldt een eindstand inclusief alle resultaten van het
team dat heeft afgezien van het recht op promotie.
Toelichting
Het komt met enige regelmaat voor, dat verenigingen voor een bepaald team vragen of kan worden
afgezien van het recht respectievelijk de plicht van een team te promoveren. Hiervoor kunnen verschillende
plausibele redenen zijn. Het huidige Competitiereglement biedt echter geen reglementaire basis voor het
inwilligen van een dergelijk verzoek. Artikel 24 lid 3 regelt wel het zogenaamde promotieverbod, dat kan
worden opgelegd als in een team waarin een speler uitkomt die wegens omstandigheden in een hoger
genummerd team is ingedeeld dan waarvoor hij feitelijk wegens zijn speelsterkte is aangemerkt. Dit biedt
de competitieleider te mogelijkheid om een team te verbieden te promoveren. Echter, dit ondervangt niet
145
de situatie waarbij de sterktevolgorde binnen een vereniging klopt met de speelsterkte, maar waarbij een
team toch goede redenen heeft niet te willen promoveren.
Het nieuwe lid 2 biedt deze mogelijkheid wel. De vereniging kan een dergelijk verzoek doen. Of dit wordt
ingewilligd wordt beoordeeld door de betrokken competitieleider.
Belangrijk is dat het verzoek vóór aanvang van de competitie wordt ingediend, zodat vóór aanvang van de
competitie bij alle betrokken verenigingen en teams duidelijk is of, en zo ja welk, team in de groep niet zal
promoveren. Verzoeken tijdens of ná een competitie zijn niet mogelijk.
Artikel 28 lid 3 luidt als volgt:
Artikel 28 Competitiewedstrijd
3. Voor de eredivisie dames en heren geldt een aparte regeling, welke is omschreven in artikel 42.
Het Hoofdbestuur stelt voor dit artikel als volgt te wijzigen
Artikel 28 Competitiewedstrijd
3. Voor de eredivisie dames en heren geldt een aparte regeling, welke door middel van een
Hoofdbestuursbesluit wordt vastgesteld.
Artikel 42 luidt als volgt:
Artikel 42 Eredivisie dames en heren
1. Zowel de eredivisie dames als de eredivisie heren bestaat in de najaarscompetitie uit 10 teams en in de
voorjaarscompetitie uit 12 teams.
2. Een competitiewedstrijd in deze klassen bestaat uit zes enkelspelen. Iedere speler speelt twee enkelspelen. In alle wedstrijden, met uitzondering van de finale van de zogenaamde "play-off", worden de sets
gespeeld in de volgorde: A – Y, B – X, C – Z, A – X, C – Y, B – Z. In de finale van de zogenaamde "playoff" worden de sets gespeeld in de volgorde A - X, B - Y, C - Z, A - Y, B - X. Na het derde enkelspel
wordt een pauze van 15 minuten gehouden.
3. Een team bestaat uit ten minste drie spelers.
4. Gedurende de najaarscompetitie wordt een halve competitie gespeeld. In deze halve competitie worden
in alle wedstrijden alle zes enkelspelen gespeeld. Na deze halve competitie (de voorronde) wordt er een
stand opgemaakt. De hoogst geëindigde zes teams spelen gedurende de voorjaarscompetitie in de
zogenaamde Eredivisie A om het landskampioenschap. De Eredivisie A start met een halve competitie.
In deze halve competitie worden de wedstrijden beëindigd zodra één van beide teams 4 enkelspelen
heeft gewonnen. Na deze halve competitie wordt een stand opgemaakt. Daarna zullen de deelnemers
via een zogenaamde “play off” uitmaken wie zich kampioen mag noemen. De nummers 1 en 2 na de
halve competitie zijn direct geplaatst voor de halve finales. De nummer 3 speelt in de kwartfinale tegen
de nummer 6, de nummer 4 speelt in de kwartfinale tegen de nummer 5. De winnaar van de
kwartfinale tussen de nummers 3 en 6 speelt in de halve finale tegen de nummer 2 uit de halve
competitie. De winnaar van de kwartfinale tussen de nummers 4 en 5 speelt tegen de nummer 1 uit de
halve competitie. Zowel in de kwart- als halve finale spelen de teams zowel een thuis- als een
uitwedstrijd. Een competitiewedstrijd in de kwart- en halve finales is beslist zodra er één van beide
teams 4 sets heeft gewonnen.
In de kwart- en halve finales wint het team dat beide competitiewedstrijden wint. Indien beide teams
één wedstrijd winnen of één of beide wedstrijden in een gelijkspel eindigt, wint het team dat in beide
wedstrijden samen de meeste enkelspelen gewonnen heeft. Indien dit aantal gewonnen enkelspelen
gelijk is, wordt de uitslag bepaald volgens het gestelde in artikel 33 lid 2 en 3. De winnaars spelen één
competitiewedstrijd op neutraal terrein tegen elkaar om het kampioenschap. Deze finalewedstrijd wordt
beëindigd zodra één van beide teams drie enkelspelen heeft gewonnen.
e
De laagst geëindigde vier teams spelen samen met de kampioenen van de 1 divisie uit de
najaarscompetitie in de Eredivisie B één groep van 6 teams. In deze groep wordt een hele competitie
gespeeld. In deze competitie worden in alle wedstrijden alle zes enkelspelen gespeeld.
5. In de zogenaamde “play off’ mogen alleen die spelers worden opgesteld die in de halve competitie in
het najaar ten minste 3 wedstrijden én in de halve competitie in het voorjaar ten minste 2 wedstrijden
146
hebben gespeeld. Voor het opstellen van een speler die niet aan deze norm voldoet, dient de
betrokken lid-vereniging toestemming te vragen aan de betrokken competitieleider.
Het Hoofdbestuur stelt voor dit artikel te schrappen en te vervangen door een Hoofdbestuursbesluit waarin
de samenstelling en speelwijze van de eredivisies wordt bepaald.
De Reglementscommissie heeft in het kader van reglementering en de samenhang met de overige
reglementen en/of reglementsartikelen geen bezwaar tegen deze wijzigingen.
147
Bondsraad 22 november 2014
Bijlage 14 - agendapunt 9E
WIJZIGINGEN TOERNOOI- EN WEDSTRIJDREGLEMENT
Artikel 10 luidt als volgt:
Artikel 10 Aanwijzing Bondsvertegenwoordiger
1. De organisator van een I-, N-, N-I-, N-S- of O-L-, O-S-evenement krijgt, tegelijk met de toestemming tot
het houden van het evenement, door het Hoofdbestuur een bondsvertegenwoordiger toegewezen.
2. De organisator van een O-A-evenement krijgt, tegelijk met de toestemming tot het houden van het
evenement, door het betrokken Afdelingsbestuur een bondsvertegenwoordiger toegewezen.
Het Hoofdbestuur stelt voor dit artikel als volgt te wijzigen
Artikel 10 Aanwijzing Bondsvertegenwoordiger
1. De organisator van een I-, N-, N-I-, N-S- of O-L-, O-S-evenement krijgt, tegelijk met de toestemming tot
het houden van het evenement, door het Hoofdbestuur een bondsvertegenwoordiger toegewezen.
2. Bij een N-I-evenement benoemt het Hoofdbestuur daarnaast een jury, bestaande uit de
bondsvertegenwoordiger, een lid van het Hoofdbestuur en een vertegenwoordiger van de organisator.
De jury heeft bij N-I-evenementen alle bevoegdheden welke in de artikelen 13 en 15 van dit reglement
zijn toegeschreven aan de bondsvertegenwoordiger.
3. De organisator van een O-A-evenement krijgt, tegelijk met de toestemming tot het houden van het
evenement, door het betrokken Afdelingsbestuur een bondsvertegenwoordiger toegewezen.
Toelichting
De groep N-I-evenementen is omschreven als nationale evenementen waarbij wordt gespeeld volgens
internationale regels. Deze groep evenementen bestaat uit de Nederlandse Kampioenschappen A, de
Masters en de finaleronde van de Nationale Beker. De afgelopen 10 jaar zijn met name de NK-A en de
Masters uitgegroeid tot evenementen waarbij voor de kwaliteit van het evenement niet alleen reglementaire
en wedstrijdtechnische zaken van belang zijn, maar ook financiële, publicitaire en mediabelangen een rol
spelen. Alle beslissingen rond toernooien worden echter conform het T&W-reglement uiteindelijk genomen
door de Bondsvertegenwoordiger. Dat is bij de meeste toernooien geen probleem. Bij NK-A, Masters en
Bekerfinale komen echter inmiddels zo veel extra zaken kijken, dat van een Bondsvertegenwoordiger niet
mag worden verwacht dat deze alleen al deze beslissingen kan nemen. Dit gaat aanzienlijk verder dan de
eisen die aan een Bondsvertegenwoordiger worden gesteld. Het is ook niet realistisch te verwachten dat
Bondsvertegenwoordigers zo breed gekwalificeerd kunnen zijn dat zij bij deze evenementen alle
beslissingen geheel alleen te nemen.
Om deze redenen stelt het Hoofdbestuur voor om bij de N-I-evenementen een jury te benoemen. Deze jury
bestaat uit de Bondsvertegenwoordiger, een lid van het Hoofdbestuur en een vertegenwoordiger van de
organisatie. Deze jury heeft de bevoegdheden zoals omschreven in artikel 13 en 15 van het Toernooi- en
Wedstrijdreglement. Dit houdt in het nemen van beslissingen over alles wat het verloop en de kwaliteit van
het evenement kan beïnvloeden, inclusief het geven van aanwijzingen aan deelnemers, andere betrokken
partijen (sponsors, leveranciers, pers, marketing, organisatie etc) en in extreme gevallen het geheel of
gedeeltelijk aflassen van het evenement (artikel 13). Daarnaast fungeert de jury als instantie bij wie
deelnemers en andere bij het evenement betrokkenen protest kunnen indienen omtrent beslissingen van
de toernooileiding of andere binnen het toernooi verantwoordelijke partijen en organen (artikel 15).
De jury wordt voorafgaande aan het evenement aangesteld door het Hoofdbestuur.
De Reglementscommissie heeft in het kader van reglementering en de samenhang met de overige
reglementen en/of reglementsartikelen geen bezwaar tegen deze wijziging.
148
Bondsraad 22 november 2014
Bijlage 15 – agendapunt 10A
HB-BESLUITEN 2015
NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND
Uitgave december 2014
149
HB-Besluiten 2015
De besluiten zijn geldig van 1 januari 2015 t/m 31 december 2015.
A. Controle van het bat op de eisen van hoofdstuk 2.4 en 3.2.4. van de Spelregels
A1. Hoofdbestuursbesluit aangaande het lijmen in accommodaties.
1. In alle accommodaties waar onder auspiciën van de NTTB tafeltennis wordt gespeeld geldt een verbod
om te lijmen in gesloten ruimtes, ongeacht of de ruimte geventileerd is. Dat houdt in dat in de gehele
accommodatie niet gelijmd mag worden. Het verbod geldt voor alle lijmen, met of zonder schadelijke
vluchtige organische stoffen. Lijmen kan alleen in de buitenlucht, geheel op eigen risico.
2. Indien direct voor of tijdens een evenement (een toernooi of competitiewedstrijd) geconstateerd wordt
dat er gelijmd wordt binnen de accommodatie, dan is de betreffende persoon strafbaar.
3. Indien bij een toernooi geconstateerd wordt dat een deelnemer (of begeleider van de deelnemer) de
onder punt 1 beschreven regel overtreedt, dan volgt direct uitsluiting van de desbetreffende speler voor
het gehele (lopende) toernooi waaraan op dat moment wordt deelgenomen. Bij toernooien heeft de
hoofdscheidsrechter dan wel de bondsvertegenwoordiger de bevoegdheid om deze maatregel uit te
voeren. Indien er geen bondsvertegenwoordiger aanwezig is, dan is dat de toernooileider. Bij
toernooien waar alle wedstrijden worden geleid door bondsscheidsrechters is de hoofdscheidsrechter
tevens de bondsvertegenwoordiger.
4. Indien bij een competitiewedstrijd geconstateerd wordt dat een deelnemer (of begeleider van de
deelnemer) de onder punt 1 beschreven regel overtreedt, dan volgt direct uitsluiting van de
desbetreffende speler voor alle te spelen partijen van de competitiewedstrijd waaraan op dat moment
wordt deelgenomen. Bij competitiewedstrijden geleid door bondsscheidsrechters heeft de
bondsscheidsrechter de bevoegdheid om deze maatregel uit te voeren. Bij competitiewedstrijden
zonder bondsscheidsrechter ligt deze verantwoordelijkheid bij de betrokken competitieleider.
A2: Controle op de in de Spelregels aan het bat gestelde eisen
1. Tijdens competitiewedstrijden, toernooien en andere evenementen kan racketcontrole plaatsvinden.
Het Hoofdbestuur bepaalt bij welke competitiewedstrijden in de landelijke competitie en bij welke
nationale evenementen (I-, N-, OL- en OS-evenementen) racketcontrole wordt toegepast. Het
betrokken Afdelingsbestuur bepaalt in welke afdelingscompetitiewedstrijden en –evenementen (OAevenementen) racketcontrole plaatsvindt.
2. Bij competitiewedstrijden die worden geleid door bondsscheidsrechters zijn de aangewezen
bondsscheidsrechters verantwoordelijk voor de racketcontrole. De racketcontrole wordt uitgevoerd
door de bondsscheidsrechters die voor die wedstrijd zijn aangewezen. Zij kunnen de controle laten
uitvoeren door andere opgeleide racketcontroleurs.
3. Bij andere competitiewedstrijden is de betrokken competitieleider verantwoordelijk voor de
racketcontrole. Racketcontrole wordt bij deze wedstrijden uitgevoerd door opgeleide racketcontroleurs.
4. Bij alle andere evenementen is de hoofdscheidsrechter dan wel de bondsvertegenwoordiger
verantwoordelijk voor de racketcontrole. Indien de bondsvertegenwoordiger niet aanwezig is, is de
toernooileider verantwoordelijk. Indien alle wedstrijden van het evenement worden geleid door
bondsscheidsrechters vindt de racketcontrole plaats door bondsscheidsrechters aangewezen door de
hoofdscheidsrechter. Indien geen of niet alle wedstrijden worden geleid door bondsscheidsrechters
vindt racketcontrole plaats door opgeleide racketcontroleurs aangewezen door de
bondsvertegenwoordiger.
5. Indien tijdens een racketcontrole blijkt dat een bat niet voldoet aan de in hoofdstuk 2.4 van de
Spelregels gestelde eisen volgt diskwalificatie van de speler voor de betrokken wedstrijd, tenzij de
speler in staat is om tijdig een racket te tonen dat wel aan de eisen voldoet. Tijdig betekent dat vóór
aanvang van de betrokken wedstrijd een racketcontrole kan worden uitgevoerd.
6. Een diskwalificatie als gevolg van een racketcontrole geldt niet als het staken van een wedstrijd of het
zich onttrekken aan de plicht een wedstrijd te spelen als bedoeld in artikel 13 van het
150
Competitiereglement en ook niet als het zich niet houden aan een door de toernooileider gegeven
aanwijzing als bedoeld in artikel 16 van het Reglement Toernooien en Wedstrijden.
7. Wanneer blijkt dat het bat van één dezelfde speler bij meerdere racketcontroles niet blijkt te voldoen
aan de in hoofdstuk 2.4 van de Spelregels gestelde eisen kan het Hoofdbestuur aangifte doen bij de
Tuchtcommissie.
8. Er is een landelijke commissie racketcontrole. Voor wedstrijden die niet worden geleid door
bondsscheidsrechters verzorgt deze commissie de uitvoering van de racketcontroles bij evenementen
in de landelijke competities en nationale toernooien. Tevens verzorgt deze commissie de opleiding van
de racketcontroleurs en een uniforme toepassing van de controle.
9. Het HB adviseert dat in elke afdeling een aparte commissie racketcontrole wordt gevormd onder
leiding van een door het afdelingsbestuur aan te wijzen verantwoordelijke functionaris.
B. NATIONALE AFVAARDIGING
B1. Deelname aan internationale evenementen en competitiewedstrijden.
In artikel 17 van het Competitiereglement is beschreven hoe wordt omgegaan met uitstel van
competitiewedstrijden. Het laatste deel van dit artikel luidt “in ieder geval zal de betrokken competitieleider
uitstel verlenen indien een speler door de NTTB is uitgenodigd voor deelname aan door het Hoofdbestuur
jaarlijks aan het begin van het wedstrijdseizoen vast te stellen evenementen en trainingsstages.”
Voor spelers die niet door de NTTB zijn geselecteerd (maar wel door de NTTB moeten worden
ingeschreven) en op eigen verzoek (en op eigen kosten) deel gaan nemen aan internationale toernooien of
activiteiten is bovenstaande regeling NIET van toepassing. Alleen in onderling overleg tussen de betrokken
verenigingen en met toestemming van de betreffende competitieleider kan een wedstrijd worden verplaatst!
De in dit artikel bedoelde evenementen en trainingsstages worden vastgesteld via de zogenaamde
topsportagenda. Deze topsportagenda wordt maandelijks opgemaakt door de Directeur Tafeltennis en
verstrekt aan alle betrokkenen. De topsportagenda wordt tevens gehanteerd bij de uitvoering van HBbesluit B2.
B2. Deelname aan internationale evenementen en nationale evenementen
1. Indien door de NTTB wordt deelgenomen aan een internationaal evenement, vindt selectie plaats op
basis van het Topsportstatuut voor dat seizoen. In uitzonderlijke gevallen kunnen jeugdselectieleden
ook voor internationale seniorenevenementen worden uitgenodigd (bijvoorbeeld bij goede prestaties op
Open jeugdkampioenschappen of de EJK). Op aanvraag van de verantwoordelijke jeugdbondscoach
(EJK coach) wordt hierover beslist door de Directeur Tafeltennis in overleg met de senioren
bondscoach.
2. Als de NTTB niet kan of wil deelnemen aan een internationaal evenement hebben selectieleden de
mogelijkheid binnen hun leeftijdsgroep (dus jeugd bij jeugdtoernooien en senioren bij seniorentoernooien) op eigen kosten deel te nemen. In dit geval verzorgt de NTTB de inschrijving; de
begeleiding moet geregeld worden in overleg met de verantwoordelijke bondscoach en met
toestemming van de Directeur Tafeltennis.
3. Deelname aan internationale seniorenevenementen door andere spelers en speelsters is alleen
mogelijk in aanvulling op de geselecteerde spelers en speelsters tot het maximaal aantal in te schrijven
deelnemers. Selectiespelers en -speelsters hebben daarbij voorrang op niet-selectiespelers en
-speelsters.
4. Van de niet-selectiespelers en -speelsters komen voor internationale seniorenevene-menten alleen de
eerste acht spelers en -speelsters van de meest recente geschoonde Nederlandse seniorenranglijst in
aanmerking om in te schrijven. Indien het aantal niet-selectiespelers en -speelsters het maximaal aantal
in te schrijven deelnemers overschrijdt, wordt voor het inschrijven de volgorde gehanteerd van
eerdergenoemde ranglijst.
5. Voor alle niet-geselecteerde spelers en speelsters geldt dat deelname plaatsvindt op eigen kosten. Voor
selectiespelers en -speelsters wordt de coaching in overleg bepaald; niet-selectiespelers en -speelsters
moeten hier in ieder geval zelf in voorzien.
6. Een aanvraag voor deelname als hiervoor bedoeld moet worden gedaan bij de Directeur Tafeltennis
van de NTTB.
7. De hiervoor opgenomen regels zijn van overeenkomstige toepassing indien de NTTB niet deelneemt
aan een dergelijk evenement en waarbij inschrijving door de NTTB moet plaatsvinden.
151
C. UITNODIGING NATIONALE SELECTIES
C1. Regeling voor selectiespelers voor vrijstelling van deelname aan nationale evenementen
1. De landelijke Commissie Wedstrijdzaken en de sectie Topsport houden bij het opstellen van de NTTBevenementenagenda zo veel mogelijk rekening met de dan reeds bekende data van internationale
evenementen waar een NTTB-vertegenwoordiging aan zal deelnemen.
2. Als daarna door wijzigingen of aanvullingen toch nog dubbelplanningen in de agenda ontstaan, wordt
in principe geen vrijstelling verleend aan spelers die aan beide evenementen willen deelnemen.
3. Als desondanks vanuit de sectie Topsport de wens bestaat om selectiespelers in verband met
deelname aan internationale evenementen vrij te stellen van deelname aan één of meerdere (ronden
van) nationale evenementen zal de Directeur Tafeltennis jaarlijks uiterlijk 1 augustus aan de
Commissie Wedstrijdzaken laten weten voor welke spelers en voor welke nationale evenementen deze
vrijstellingen gewenst zijn.
4. In overleg tussen de Commissie Wedstrijdzaken en de Directeur Tafeltennis wordt voor 1 september
besproken voor welke spelers voor welke (ronden van) nationale evenementen de Commissie
Wedstrijdzaken vrijstelling kan honoreren. De Commissie Wedstrijdzaken zorgt er dan voor, dat deze
vrijstellingen via de uitnodiging voor het betreffende evenement bekend worden gemaakt.
5. Als na 1 september wijzigingen in de internationale agenda optreden kan de Directeur Tafeltennis
aanvullende verzoeken tot vrijstelling bij de Commissie Wedstrijdzaken doen, onder voorwaarde dat zo
een verzoek ten minste zes weken voor het betreffende internationale evenement bij de Commissie
Wedstrijdzaken bekend Is. Ook een na 1 september gedaan verzoek om vrijstelling wordt daarna
behandeld als onder 3 bedoeld.
6. Als op het moment dat de Directeur Tafeltennis een verzoek tot vrijstelling doet bij de Commissie
Wedstrijdzaken, de uitnodiging voor het evenement al verstuurd is, zal door de Commissie
Wedstrijdzaken voordat eventueel vrijstelling wordt verleend, over deze vrijstelling overleg gepleegd
worden met de toernooileider en de bondsvertegenwoordiger van het betreffende evenement.
7. Naast vrijstelling voor selectiespelers kan in voorkomende gevallen door de Commissie
Wedstrijdzaken ook vrijstelling worden verleend aan spelers die op basis van hun ranglijstpositie in
sterkte vergelijkbaar of sterker zijn dan selectiespelers.
8. Tevens kan in voorkomende situaties het hierboven genoemde van toepassing zijn voor leden van de
selectie van de sporters met een beperking.
D. SPECIFIEKE BEPALINGEN VOOR DE EREDIVISIES
Artikel 42 lid 6 van het Competitiereglement geeft aan dat voor de eredivisies specifieke bepalingen
vastgesteld kunnen worden. Deze bepalingen luiden als volgt:
D1. Algemeen
1. De werkgroep eredivisie (verder genoemd “WGE”) bestaat uit 3 leden:
a. Eén lid aangesteld namens de NTTB, die fungeert als operationeel competitiemanager;
b. Eén lid aangesteld namens de eredivisieverenigingen, die fungeert als contactpersoon van de
verenigingen;
c. Een onafhankelijk voorzitter, tevens HCL voor de eredivisies als bedoeld in artikel 15 lid 1 van
het Competitiereglement.
De WGE stelt zich als taak om een zodanig competitieprogramma tot stand te brengen (en te bewaken)
dat:
a. een zo regelmatig mogelijk verloop wordt bereikt;
b. de belangen van de Eredivisie competitie zoveel mogelijk worden gediend;
c. de interesse van de media zoveel als mogelijk wordt gewekt en behouden.
D2. Regels bij het opstellen van de planning
1.
De WGE streeft ernaar toe te werken naar een situatie waarbij alle wedstrijden op dezelfde dag en
per vereniging op steeds hetzelfde tijdstip worden gespeeld. Dit in verband met belangstelling van de
pers, radio en TV. De ervaring leert dat bestendigheid de belangstelling van de media aanwakkert.
2.
Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat alle wedstrijden in weekends worden gespeeld. Een éénmaal
vastgesteld tijdstip voor thuiswedstrijden van een bepaalde vereniging dient gedurende de gehele
competitie in principe te worden gehandhaafd. Uitzonderingen zijn denkbaar: bijvoorbeeld in verband
met TV programmering en het gelijktijdig spelen van wedstrijden op de laatste wedstrijddag van de
competitie.
152
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Wedstrijden zullen in principe nimmer vroeger dan 12.00 uur en later dan 18.00 uur aanvangen. Op
weekdagen is de uiterste aanvangstijd 19.30 uur.
Bij de planning zullen in elk geval niet als speel weekends worden ingeroosterd: de weekends
waarin de NK-A individueel senioren worden gespeeld, waarin grote nationale evenementen*
worden gehouden, alsmede de data welke staan gereserveerd voor het spelen van Europacup
wedstrijden (indien brede Nederlandse deelname te verwachten valt). Verder zullen de door
Directeur Tafeltennis aangegeven “A” Pro Tourevenementen (jeugd en senioren) en “B” Challenge
toernooien worden vrijgehouden. Bij de eerste planning zal de werkgroep zoveel mogelijk rekening
houden met de voorgenomen deelname van Nederlandse internationals die in de Eredivisie spelen.
Bij voorkeur zal dit gebeuren door het verschuiven van wedstrijden.
Indien mogelijk zal rekening worden gehouden met trainingsstages van Nederlandse (jeugd)
internationals welke (mede) in een bepaald weekend vallen. Per competitiehelft zal dit echter nimmer
meer dan één vrij weekend voor de hele eredivisie tot gevolg hebben. Teneinde deelname aan een
tweede trainingsstage voor deze internationals mogelijk te maken kunnen wedstrijden, waarbij deze
internationals zijn betrokken, op andere weekends worden ingepland terwijl de rest van het
programma gewoon doorgang vindt. Een dergelijke aanpassing zal alleen plaatsvinden wanneer het
regelmatig verloop van het programma in de eredivisie hierdoor niet wordt beïnvloed. Nadat het
programma als zijnde definitief is vastgesteld, zal daarin niet meer worden geschoven omwille van
hetgeen hier aan de orde is gesteld.
Dubbele weekends dienen te worden vermeden. Alleen bij uitzondering kan daarnaar worden
uitgeweken. Een programma mag in elk geval per competitiehelft niet meer dan twee dubbele
weekends bevatten.
Voor streekderby’s kan op verzoek van betrokken verenigingen uitgeweken worden naar
weekdagen, maximaal 2 per competitie.
Persoonlijke omstandigheden van spelers of speelsters vormen in principe geen reden voor
aanpassing van het programma. Slechts teamverplichtingen vormen een reden voor aanpassing.
Hieronder ook (en vooral) te verstaan: Europacup- en/of andere internationale verplichtingen.
* Onder grote nationale evenementen wordt verstaan:
Senioren: Masters, B-meerkampen
Jeugd: NK A, A ranglijsttoernooien, Nationale Jeugdmeerkampen (NJM)
D3. Procedure van opstellen en bekendmaking
Aan de hand van voornoemde uitgangspunten komt de WGE tot een competitieprogramma volgens de
navolgende procedure:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Vaststelling van de speeldata door de twee “operationele” leden van de WGE; dit in overleg met de
voorzitter van de WGE.
Zodra beide voornoemde leden van de WGE hierover hebben besloten wordt het stuk voorgelegd
aan de voorzitter van de werkgroep. Mochten ze het niet eens worden, dan worden deze data
vastgesteld in een formele vergadering van de WGE.
De WGE vervaardigt aan de hand van de aangegeven data een eerste concept
competitieprogramma (wie tegen wie en waar). Tevens vervaardigt zij een overzicht van de
teamsamenstellingen en voorgestelde volgorde qua speelsterkte.
Dit concept competitieprogramma wordt door de competitieleiding aan alle Eredivisieverenigingen
per email toegezonden. Er wordt naar gestreefd dit uiterlijk een maand voor aanvang van de
desbetreffende competitie naar de verenigingen te zenden (behoudens bijzondere omstandigheden).
De verenigingen worden 2x per jaar uitgenodigd voor een eenmalige inspraakbijeen-komst van de
werkgroep met de verenigingen, waar het concept programma wordt besproken. Contactpersonen
van verenigingen worden geacht aanwezig te zijn dan wel een vervanger te sturen. Bij afwezigheid
conformeert men zich aan de genomen beslissingen.
De WGE stelt binnen een week na de inspraakbijeenkomst het definitieve competitie-programma
vast en overhandigt dit per omgaande aan de eredivisieverenigingen.
Nadat op grond van lid 6 het programma definitief is vastgesteld kan wijziging alleen plaatsvinden, in
afwijking van het gestelde in D2, als er sprake is van bijzondere omstandigheden, dit ter beoordeling
van de WGE.
153
D4. Uitgangspunten bij behandeling van speciale verzoeken van verenigingen
1.
In beginsel zal de WGE, nadat het programma is vastgesteld, conform de procedure als hiervoor
aangegeven, geen verzoeken tot wijziging honoreren.
2.
In het bijzonder zullen verzoeken welke zijn gestoeld op omstandigheden betrekking hebbend op
individuele spelers en speelsters (studieredenen, blessures, problemen met visa etc.) terzijde
worden gelegd.
3.
Uitzonderingen op de regel worden door de WGE slechts overwogen wanneer het gaat om situaties
van overmacht, waarbij deze betrekking heeft op (nagenoeg) het gehele team. Daarbij valt te denken
aan bijzondere weersomstandigheden, het plotseling onklaar raken van de speelzaal, ziekte van
epidemische omvang etc.
4.
De WGE behoudt zich te allen tijde het recht voor wijzigingen aan te brengen in het programma.
Daarbij valt te denken aan: kennelijke fouten in de programmering welke dienen te worden hersteld,
wijzingen (in datum en/of tijd) welke (bijvoorbeeld) een TV uitzending kunnen bevorderen etc. E.e.a.
altijd in overleg met de desbetreffende vereniging(en).
D5. Werkwijze en beslissingsprocedure van de Werkgroep
1.
In beginsel worden alle initiatieven genomen door twee leden, namelijk: het lid dat zitting heeft
namens de NTTB en het lid dat zitting heeft namens de verenigingen. Zij zullen waar nodig
overleggen inzake de agenda met de competitieleiding overige divisies (HCL) en de
competitieleiding jeugd (HJCL).
2.
Zo lang deze beide leden het met elkaar eens zijn kunnen zij gezamenlijk alle besluiten nemen. Zij
zijn echter verplicht om de voorzitter van alle lopende zaken op de hoogte te houden. Indien de
voorzitter dit gepast vindt, kan hij de voornoemde beide leden voorzien van zijn commentaar en
advies. Niet alleen kan dit voor de beide leden leiden tot bredere informatie; ook kan het van belang
zijn te weten welke kant een beslissing op gaat wanneer de formele procedure moet worden
toegepast.
3.
De vaststelling van het conceptschema alsmede van het definitieve schema zal te allen tijde
plaatsvinden in een formeel overleg. Dit om te voorkomen dat misverstanden zouden kunnen
ontstaan omtrent de versie welke als zodanig is aan te merken.
D6. Overige zaken
e
e
1.
Indien sprake is van een kampioenschap van een 2 team in de 1 divisie is CR art. 39 lid 2 van
toepassing. Eventuele kampioens- of degradatiewedstrijden komen in dat geval te vervallen. pm.
wijze bepalen eindstand in deze gevallen
e
2.
De WGE is tevens verantwoordelijk voor de organisatie van de kampioenswedstrijden 1 divisie
e
(dames en heren) en de promotie-/degradatiewedstrijden in ere- en 1 divisie.
3.
De Play off wedstrijden eredivisie dames en heren worden tot en met de ½ finales door de WGE
georganiseerd.
4.
De Play off finales dames en heren worden georganiseerd door het Hoofdbestuur van de NTTB in
samenspraak met de WGE op een van te voren vastgestelde locatie. De organisator dient te voldoen
aan de door de NTTB opgestelde evenementeneisen.
F. HOOGTE VOORSCHOT ARBITRAGEHEFFING
Artikel 50 lid 1 van het Arbitragereglement stelt:
De eiser dient binnen twee weken na het indienen van het verzoekschrift als bedoeld in artikel 15, lid 1 een
voorschot aan de NTTB te voldoen. De hoogte van dit voorschot wordt jaarlijks door het Hoofdbestuur
vastgesteld.
Voor 2015 stelt het Hoofdbestuur dit voorschot vast op € 240,00.
154
Bondsraad 22 november 2014
Bijlage 16 – agendapunt 10B
SPELREGELS
NEDERLANDSE TAFELTENNISBOND
ITTF augustus 2014
Uitgave NTTB september 2014
(ingangsdatum 1 september 2014)
155
INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk
Hoofdstuk
Hoofdstuk
1.
2.
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
2.6
2.7
2.8
2.9
2.10
2.11
2.12
2.13
2.14
2.15
3.
3.1
3.1.1
3.1.2
3.2
3.2.1
3.2.2
3.2.3
3.2.4
3.2.5
3.3
3.3.1
3.3.2
3.3.3
3.4
3.4.1
3.4.2
3.4.3
3.4.4
3.5
3.5.1
3.5.2
3.5.3
Toepassing in Nederland
Tafeltennisspelregels
De tafel
De netcombinatie
De bal
Het bat
Definities
De service
De terugslag
De speelvolgorde
Een let
Een punt
Een game
Een wedstrijd
De volgorde van serveren, ontvangen en tafelhelft
Verkeerde volgorde van serveren, ontvangen en tafelhelft
De tijdregel
Reglementen voor internationale wedstrijden
Strekking van spelregels en reglementen
Soorten wedstrijden
Toepassing
Uitrusting en speelcondities
Goedgekeurde en toegestane spelbenodigdheden
Speelkleding
Speelcondities
Batcontrole
Reclames
Wedstrijdofficials
Hoofdscheidsrechter
Scheidsrechter, assistent-scheidsrechter en slagenteller
Protesten
Wedstrijdleiding
Het aangeven van de stand
Uitrusting
Inspelen
Pauzes
Discipline
Advies aan spelers (coaching)
Wangedrag
Een goede presentatie
Bijlage 1
Alfabetisch trefwoordenregister met verwijzing naar betreffende (sub)artikelnummers.
Bijlage 2
Hoofdbestuursbesluit over regels voor competitieklassen en evenementen waarin
games tot 21 worden gespeeld.
156
Hoofdstuk 1
TOEPASSING IN NEDERLAND
Conform de aanbevelingen van de ITTF heeft het Hoofdbestuur op voorstel van de Directeur Tafeltennis
het volgende besloten:
1.
Hoofdstuk 2 is voor de Nederlandse competitiewedstrijden, toernooien en andere wedstrijden van
toepassing.
2.
Uit hoofdstuk 3 zijn voor de Nederlandse competitiewedstrijden, toernooien en andere wedstrijden
van toepassing de artikelen 3.2, 3.3, 3.4 en 3.5 met uitzondering van de doorgestreepte teksten met
inachtneming van:
a. Waar na een (sub)artikelnummer een "A" staat, geldt dit (sub)artikel voor alle Nederlandse competitiewedstrijden, toernooien en andere wedstrijden;
b. Waar na een (sub)artikelnummer een "B" staat, geldt dit (sub)artikel alleen voor competitiewedstrijden in alle landelijke klassen senioren en jeugd;
c. Waar na een (sub)artikelnummer een "C" staat, geldt dit (sub)artikel alleen voor de zogenaamde
I-, N- en O-evenementen, zoals omschreven in artikel 2 van het Reglement Toernooien en Wedstrijden;
d. Waar na een (sub)artikelnummer een "D" staat, geldt dit (sub)artikel alleen voor de zogenaamde
OA-evenementen, zoals omschreven in artikel 2 van het Reglement Toernooien en Wedstrijden;
e. Waar na een (sub)artikelnummer een "E" staat, geldt dit (sub)artikel voor wedstrijden, welke
worden geleid door bondsscheidsrechters.
f. Waar na een (sub)artikelnummer een "BC" staat, geldt dit (sub)artikel voor de groepen zoals
hierboven vermeld onder b en c omschreven;
g. Waar na een (sub)artikelnummer een "CD" staat geldt dit (sub)artikel voor de groepen zoals hierboven vermeld onder c en d omschreven;
h. Waar na een (sub)artikelnummer een * staat wordt verwezen naar het competitiereglement. De
betreffende (sub)artikelen in het competitiereglement zijn dan van toepassing.
i. Indien voor een evenement geen hoofdscheidsrechter is aangewezen wordt hier de
verantwoordelijke bondsfunctionaris bedoeld. Voor competitiewedstrijden is dit de verantwoordelijke competitieleider zoals genoemd in artikel 15 van het Competitiereglement. Voor andere
evenementen is dit de bondsvertegenwoordiger, zoals genoemd in artikel 11 van het Reglement
Toernooien en Wedstrijden.
157
Hoofdstuk 2
TAFELTENNISSPELREGELS
2.1
2.1.1
De tafel
Het oppervlak van de bovenkant van de tafel, genaamd het "speelvlak", moet rechthoekig zijn, 274 cm lang en 152,5 cm breed en moet in een horizontaal vlak 76 cm boven
de vloer liggen.
Het speelvlak omvat niet de zijkanten van het tafelblad.
Het speelvlak mag van elk materiaal zijn en moet een gelijkmatig stuitvermogen hebben
van ongeveer 23 cm, wanneer een standaardbal wordt losgelaten vanaf een hoogte van
30 cm.
Het speelvlak moet gelijkmatig donker en mat gekleurd zijn, met een 2 cm brede witte
zijlijn langs beide 274 cm lange randen en een 2 cm brede witte eindlijn langs beide
152,5 cm lange randen.
Het speelvlak wordt verdeeld in 2 gelijke "vlakken" door een verticaal net, dat evenwijdig loopt met de eindlijnen en doorlopend moet zijn over de gehele breedte tussen
beide vlakken.
Voor dubbelspelen moet elk vlak verdeeld zijn in 2 gelijke halve vlakken door een 3 mm
brede witte middellijn, die evenwijdig loopt met de zijlijnen; de middellijn moet beschouwd worden als deel van beide rechter halve vlakken.
2.1.2
2.1.3
2.1.4
2.1.5
2.1.6
2.2
2.2.1
2.2.2
2.2.3
2.2.4
De netcombinatie
De netcombinatie bestaat uit het net, de bevestiging daarvan en de netposten, inclusief
de klemmen waarmee de netposten aan de tafel zijn vastgemaakt.
Het net wordt gespannen door een koord, dat aan beide einden aan een verticale
netpost van 15,25 cm hoog is bevestigd. De buitenzijden van de netposten zijn 15,25
cm van de zijlijnen verwijderd.
De bovenkant van het net moet zich over de gehele lengte 15,25 cm boven het speelvlak bevinden.
De onderkant van het net moet over de gehele lengte zo dicht mogelijk langs het speelvlak lopen en de einden van het net moeten zo dicht mogelijk aansluiten op de netposten.
2.3
2.3.1
2.3.2
2.3.3
De bal
De bal moet zuiver rond zijn met een diameter van 40 mm.
Het gewicht van de bal moet 2,7 gram zijn.
De bal moet van celluloid of een gelijksoortige kunststof zijn en moet wit of oranje gekleurd en mat zijn.
2.4
2.4.1
Het bat
Het bat mag van elke afmeting, vorm en gewicht zijn, maar het frame moet vlak en onbuigzaam zijn.
Tenminste 85% van de dikte van het frame moet uit natuurlijk hout bestaan; een kleefstoflaag in het frame mag versterkt zijn met vezelmateriaal zoals carbonvezel, glasvezel
of geperst papier maar mag niet dikker zijn dan 7,5% van de totale bladdikte tot een
maximum van 0,35 mm.
De bedekking van een zijde van het frame, die gebruikt wordt om de bal te slaan, moet
zijn:
- gewoon nopjesrubber (nopjes naar buiten) met een totale dikte, met inbegrip van
het plakmiddel, van maximaal 2.0 mm of
- sandwichrubber (nopjes naar buiten of naar binnen) met een totale dikte, met
inbegrip van het plakmiddel, van maximaal 4.0 mm.
Gewoon nopjesrubber is een enkele laag niet-cellulair rubber, natuurlijk of synthetisch,
met nopjes gelijkmatig verdeeld over het oppervlak met een dichtheid van niet minder
2
dan 10 en niet meer dan 30 nopjes per cm .
"Sandwichrubber" is een enkele laag cellulair rubber, bedekt met een enkele buitenlaag
gewoon nopjesrubber, waarbij de dikte van het nopjesrubber maximaal 2.0 mm mag
zijn.
2.4.2
2.4.3
2.4.3.1
2.4.3.2
158
2.4.4
2.4.5
2.4.6
2.4.7
2.4.7.1
2.4.8
2.5
2.5.1
2.5.2
2.5.3
2.5.4
2.5.5
2.5.6
2.5.7
2.5.8
2.5.9
2.5.10
2.5.11
2.5.12
2.5.13
2.5.14
2.6
2.6.1
2.6.2
2.6.3
2.6.4
Het materiaal waarmee een zijde van het frame wordt beplakt, dient deze zijde geheel
te bedekken, maar mag er niet buiten steken. Alleen de plaats vlak bij het handvat die
normaal door de vingers van de bathand kan worden vastgehouden, mag onbedekt
blijven of bedekt worden met ieder ander materiaal.
Het frame, iedere laag van het frame en iedere bedekking- of kleefstoflaag aan een
zijde, die gebruikt wordt om de bal te slaan, dient ononderbroken en van gelijke dikte te
zijn.
De oppervlakte van beide zijden van het frame, al dan niet bekleed met
bedekkingmateriaal, moet mat zijn; helder rood aan één zijde en zwart aan de andere
zijde.
De bedekking van het bat dient te worden gebruikt zonder enige fysische, chemische of
andersoortige behandeling.
Geringe afwijkingen in de gelijkmatigheid van de kleur en van de volledigheid van de
bedekking, die ontstaan zijn door verschieten respectievelijk slijtage of door een
toevallige beschadiging, kunnen buiten beschouwing blijven, mits daardoor de
eigenschappen van het oppervlak niet wezenlijk worden veranderd.
Aan het begin van een wedstrijd en iedere keer als hij tijdens een wedstrijd van bat
wisselt, dient een speler zijn tegenstander en de scheidsrechter het bat dat hij gaat
gebruiken te tonen en hen toe te staan het te onderzoeken. (Aanvulling: een en ander
onverlet het bepaalde in 3.4.2.2 en 3.5.2.5).
Definities
Een "rally" is de periode waarin de bal in het spel is.
De bal is "in het spel" vanaf het laatste moment dat deze bij het serveren bewegingloos
op de palm van de vrije hand ligt, met de bedoeling deze op te gooien, totdat de rally
wordt beslist door een let of een punt.
Een "let" is een rallybeëindiging zonder dat er wordt gescoord.
Een "punt" is een rallybeëindiging doordat er wordt gescoord.
De "bathand" is de hand die het bat vasthoudt.
De "vrije hand" is de hand die het bat niet vasthoudt; de vrije arm is de arm van de vrije
hand.
Een speler "slaat" de bal als hij de bal raakt met zijn bat, door zijn hand vastgehouden,
of met zijn bathand beneden de pols.
Een speler "blokkeert" de bal als hij, of iets dat hij draagt of vasthoudt, de bal raakt tijdens het spel als deze zich boven of onderweg naar het speelvlak bevindt, waarbij de
bal zijn vlak niet heeft geraakt sinds deze het laatst door zijn tegenstander is geslagen.
De "serveerder" is de speler die in een rally het eerst de bal moet slaan.
De "ontvanger" is de speler die in een rally als tweede de bal moet slaan.
De "scheidsrechter" is de persoon die is aangesteld om een wedstrijd te leiden.
De "assistent-scheidsrechter" is de persoon die is aangesteld om de scheidsrechter te
assisteren bij bepaalde beslissingen.
Onder iets dat een speler "draagt of vasthoudt", wordt verstaan alles dat hij draagt of
vasthoudt, anders dan de bal, bij het begin van een rally.
De "eindlijn" moet worden beschouwd als zijnde onbegrensd verlengd in beide
richtingen.
De service
De service begint op het moment, dat de bal vrij op de open palm ligt van de
onbeweeglijk gehouden vrije hand van de serveerder.
De serveerder moet vervolgens de bal nagenoeg loodrecht opgooien, zonder er effect
aan te geven, zodanig dat deze minstens 16 cm omhoog komt nadat deze de palm van
de vrije hand heeft verlaten en vervolgens daalt zonder iets te raken voordat deze wordt
geslagen.
Als de bal dalend is moet de serveerder zodanig slaan, dat de bal eerst het eigen speelvlak raakt en daarna rechtstreeks het speelvlak van de ontvanger raakt; bij
dubbelspelen dient de bal achtereenvolgens de rechter speelvlakken van de serveerder
en de ontvanger te raken.
Vanaf het begin van de service totdat de bal wordt geslagen, dient de bal zich boven de
159
2.6.5
2.6.6
2.6.6.1
2.6.7
2.7
2.7.1
hoogte van het speelvlak en achter de eindlijn van de serveerder te bevinden en mag
voor de ontvanger niet worden verborgen door de serveerder of de dubbelpartner of
door iets dat ze dragen of vasthouden.
Zodra de bal is opgegooid, dienen de vrije arm en hand van de serveerder te worden
weggehaald uit de ruimte tussen de bal en het net.
De ruimte tussen de bal en het net wordt bepaald door de bal, het net en het verlengde
van het net naar boven.
Het is de verantwoordelijkheid van de serveerder om zodanig te serveren dat de
scheidsrechter of de assistent-scheidsrechter ervan overtuigd is dat de service volgens
de regels wordt uitgevoerd en beiden mogen beslissen dat een service incorrect is.
Wanneer de scheidsrechter of de assistent-scheidsrechter niet zeker is dat een service
correct is, kan hij, bij de eerste keer dat zich tijdens de wedstrijd een dergelijke situatie
voordoet, het spel onderbreken en de serveerder waarschuwen; maar elke volgende
service van de speler of zijn dubbelpartner die niet duidelijk correct is, zal als incorrect
worden beschouwd.
Bij wijze van uitzondering mag de scheidsrechter van een strikte naleving van de voorgeschreven manier van serveren afzien, als hij er van overtuigd is dat nakoming van de
regels door een lichamelijke handicap wordt verhinderd.
De terugslag
De bal, na geserveerd of teruggeslagen te zijn, moet zo worden geslagen dat deze over
of om de netcombinatie heen gaat - deze al dan niet rakend - en het speelvlak van de
tegenstander raakt.
2.8
2.8.1
De speelvolgorde
Bij enkelspelen moet de serveerder de bal eerst in het spel brengen, waarna de ontvanger de bal moet terugslaan. Daarna moeten de spelers om beurten de bal
retourneren.
2.8.2
In dubbelspelen, met uitzondering van het bepaalde in 2.8.3, moet de serveerder de bal
eerst in het spel brengen, waarna de ontvanger de bal moet retourneren. Vervolgens
zal de partner van de serveerder moeten terugslaan, terwijl daarna de partner van de
ontvanger aan de beurt is om de bal te retourneren. Hierna zullen de spelers steeds in
dezelfde volgorde moeten terugslaan.
2.8.3
Als twee spelers, vanwege een lichamelijke handicap in rolstoelen spelend, samen een
dubbel vormen, moet de serveerder eerst de bal in het spel brengen, vervolgens moet
de ontvanger de bal terugslaan, maar daarna mag elke speler van het invalide paar de
bal retourneren. Geen enkel deel van de rolstoel van een speler mag daarbij echter
over het denkbeeldige verlengde van de middellijn van de tafel komen. Als dit wel het
geval is, zal de scheidsrechter het punt toekennen aan het andere paar.
Noot: Voor Nederland geldt dat deze regel ook van toepassing is voor een dubbel, bestaande uit een
rolstoelspeler en een staande speler.
2.9
2.9.1
2.9.1.1
2.9.1.2
2.9.1.3
2.9.1.4
2.9.1.5
2.9.1.5.1
2.9.1.5.2
2.9.1.5.3
Een let
De rally eindigt met een let indien:
- de bal bij de service, bij het passeren over of om de netcombinatie, de netcombinatie raakt, mits de service verder correct is, of de bal door de ontvanger of zijn
partner wordt geblokkeerd;
- wordt geserveerd als de ontvanger of zijn partner nog niet gereed is, vooropgesteld
dat noch de ontvanger noch zijn partner een poging onderneemt de bal te slaan;
- een speler door een gebeurtenis, waarop hij geen invloed heeft, er niet in slaagt te
serveren of terug te slaan of op een andere manier een regel overtreedt;
- het spel wordt onderbroken door de scheidsrechter of de assistent-scheidsrechter;
- de ontvanger door een lichamelijke handicap in een rolstoel speelt en bij de service
de bal, mits de service verder correct is,:
na het raken van de tafelhelft van de ontvanger in de richting van het net gaat;
tot stilstand komt op de tafelhelft van de ontvanger;
bij enkelspelen de tafelhelft van de ontvanger verlaat, na deze te hebben
geraakt, via één van de zijlijnen.
160
2.9.2
2.9.2.1
2.9.2.2
2.9.2.3
2.9.2.4
2.10
2.10.1
2.10.1.1
2.10.1.2
2.10.1.3
2.10.1.4
2.10.1.5
2.10.1.6
2.10.1.7
2.10.1.8
2.10.1.9
2.10.1.10
2.10.1.11
2.10.1.12
2.10.1.13
2.10.1.14
2.10.1.14.1
2.10.1.14.2
2.10.1.14.3
2.10.1.15
Het spel kan worden onderbroken:
- voor de correctie van een fout in de volgorde van serveren, ontvangen, of
speelhelft.;
- voor het in werking treden van de tijdregel;
- voor het waarschuwen of bestraffen van een speler of adviseur;
- wanneer zich omstandigheden voordoen, die het resultaat van de rally kunnen beïnvloeden.
Een punt
Behalve wanneer de rally met een let eindigt, zal een speler een punt krijgen:
- als zijn tegenstander er niet in slaagt op de juiste manier te serveren;
- als zijn tegenstander er niet in slaagt om op de juiste manier terug te slaan;
- als, nadat hij een service of terugslag heeft gemaakt, de bal iets anders dan de netcombinatie raakt voordat deze door zijn tegenstander wordt geslagen;
- als de bal, nadat de tegenstander deze heeft geslagen, zijn speelvlak of zijn eindlijn
passeert zonder zijn speelvlak te raken;
- als de bal, nadat zijn tegenstander deze heeft geslagen, door het net heen gaat of
het net passeert tussen het net en de netpost door of tussen het net en het
speelvlak door;
- als zijn tegenstander de bal blokkeert;
- als zijn tegenstander de bal opzettelijk tweemaal achter elkaar slaat;
- als zijn tegenstander de bal slaat met een zijde van het bat waarvan het oppervlak
niet voldoet aan de vereisten van artikel 2.4.3, 2.4.4 en 2.4.5;
- als zijn tegenstander, of iets wat zijn tegenstander draagt of vasthoudt, het speelvlak
doet bewegen;
- als zijn tegenstander, of iets wat zijn tegenstander draagt of vasthoudt, de netcombinatie raakt;
- als zijn tegenstander met de vrije hand het speelvlak raakt;
- als een tegenstander tijdens het dubbelspel de bal niet in de volgorde slaat, die is
vastgesteld door de eerste serveerder en de eerste ontvanger;
- zoals bepaald is bij de tijdregel (artikel 2.15.4)
- als beide spelers of paren door een lichamelijke handicap in een rolstoel spelen en
de tegenstander met de achterkant van zijn dijen geen minimum contact houdt
met de zitting of kussens wanneer de bal wordt geslagen;
de tegenstander voordat hij de bal slaat met een van beide handen de tafel
raakt;
de voetsteun of voet van de tegenstander de vloer raakt wanneer de bal
in het spel is.
- zoals bepaald is bij de volgorde van serveren en retourneren (artikel 2.8.3).
2.11
2.11.1
Een game
Een game wordt gewonnen door de speler of het paar, die/dat het eerst 11 punten
scoort, tenzij beide spelers of paren 10 punten hebben gescoord, in welk geval die
speler of dat paar winnaar wordt die/dat als eerste 2 punten meer scoort dan zijn/hun
tegenstander(s).
2.12
2.12.1
Een wedstrijd
Een wedstrijd bestaat uit de meeste gewonnen games van elk oneven aantal.
2.13
2.13.1
De volgorde van serveren, ontvangen en tafelhelft
Het recht op de keuze om als eerste te serveren of te ontvangen, of de keuze van
tafelhelft, wordt beslist door de "toss" en de winnaar heeft de keuze om als eerste te
serveren of te ontvangen, of aan een bepaalde zijde van de tafel te beginnen.
Wanneer een speler of paar de keus heeft gemaakt om als eerste te serveren of te ontvangen, óf te beginnen aan een bepaalde zijde van de tafel, dient de andere speler of
het andere paar de andere keuze te maken.
Na elke 2 gescoorde punten wordt de/het ontvangende speler/paar de/het serverende
speler/paar en dat gaat zo door tot het einde van de game, tenzij ieder(e) speler of paar
2.13.2
2.13.3
161
2.13.4
2.13.5
2.13.6
2.13.7
2.14
2.14.1
2.14.2
2.14.3
2.15
2.15.1
2.15.2
2.15.3
2.15.4
2.15.5
2.15.6
10 punten gescoord heeft of de tijdregel ingaat, waarbij de volgorde van serveren en
ontvangen hetzelfde zal zijn, maar waarbij na elk gescoord punt de service naar de
tegenstander zal overgaan.
Bij het dubbelspel dient, in elke game, het paar dat het recht heeft om als eerste te serveren, te beslissen wie van hen serveert en in de eerste game van een wedstrijd moet
het ontvangende paar beslissen wie van hen het eerst ontvangt; nadat, in de volgende
games van de wedstrijd, de eerste serveerder is gekozen, zal de eerste ontvanger diegene zijn, die in de voorafgaande game op hem serveerde.
Bij iedere servicewisseling in het dubbelspel wordt de vorige ontvanger de serveerder
en wordt de partner van de vorige serveerder de ontvanger.
De speler of het paar, die/dat het eerst serveerde in een game, zal in de volgende
game als eerste ontvangen en in de laatst mogelijke game van een dubbelwedstrijd
moet het paar dat in de volgende rally de service ontvangt de volgorde van ontvangen
veranderen, nadat één der paren 5 punten heeft behaald.
De speler of het paar die/dat in een game aan een bepaalde zijde van de tafel begint,
zal in de volgende game aan de andere kant beginnen en in de laatst mogelijke game
van een wedstrijd moeten de spelers of paren van tafelhelft wisselen zodra één speler
of paar 5 punten heeft gescoord.
Verkeerde volgorde van serveren, ontvangen en tafelhelft
Als een speler serveert of ontvangt, terwijl het zijn beurt niet is, moet het spel door de
scheidsrechter worden onderbroken zodra de fout wordt geconstateerd en worden
hervat met die speler aan service of als ontvanger die, volgens de aan het begin van
een wedstrijd bepaalde volgorde, aan de beurt zou zijn bij de stand die is bereikt, en bij
het dubbelspel overeenkomstig de volgorde van serveren, zoals die gekozen is door het
paar, dat in het begin van de game waarin de fout is ontdekt het recht van serveren
had.
Als de spelers niet van tafelhelft hebben gewisseld toen dat was vereist, moet het spel
door de scheidsrechter worden onderbroken zodra de fout wordt geconstateerd en het
spel worden hervat aan die zijde van de tafel waar de spelers op het moment van de
bereikte stand hadden behoren te staan volgens de aan het begin van de wedstrijd
bepaalde volgorde.
Onder alle omstandigheden blijven de punten, gescoord vóór de ontdekking van een
fout, geldig.
De tijdregel
Behalve zoals beschreven in 2.15.2, treedt de tijdregel in werking nadat in een game 10
minuten speeltijd zijn verstreken of op ieder ander moment indien beide spelers of
paren dit verzoeken.
De tijdregel zal niet in werking treden wanneer in een game 18 punten zijn gescoord.
Indien de bal in het spel is als de tijdslimiet is bereikt, moet het spel door de scheidsrechter worden onderbroken en worden hervat met de beginslag van de speler die bij
de onderbroken rally serveerde; indien de bal niet in het spel is wanneer de tijdregel in
werking treedt, moet het spel worden hervat met de beginslag van de speler die ontving
in de onmiddellijk voorafgaande rally.
Daarna serveert iedere speler om de beurt om één punt tot het eind van de game en als
de ontvangende speler of het ontvangende paar 13 terugslagen in een rally maakt, wint
de ontvanger een punt.
Het in werking treden van de tijdregel zal de volgorde van serveren en ontvangen in
een wedstrijd, zoals gedefinieerd in artikel 2.13.6, niet veranderen.
Indien de tijdregel eenmaal is ingegaan, dienen alle volgende games in die wedstrijd
volgens de tijdregel te worden gespeeld.
162
Hoofdstuk 3
REGLEMENTEN VOOR INTERNATIONALE WEDSTRIJDEN
3.1
3.1.1
3.1.1.1
Strekking van spelregels en reglementen
Soorten wedstrijden
Een "internationale wedstrijd" is een wedstrijd waaraan spelers van meer dan één nationale bond kunnen meedoen.
Een "interlandwedstrijd" is een wedstrijd tussen teams die een land vertegenwoordigen.
Een "open toernooi" is een toernooi waaraan spelers van alle bonden kunnen deelnemen.
Een "gesloten toernooi" is een toernooi waaraan alleen met name genoemde groepen
spelers - andere dan leeftijdsgroepen - kunnen deelnemen.
Een "invitatietoernooi" is een toernooi waaraan alleen met name genoemde bonden of
individueel uitgenodigde spelers kunnen deelnemen.
3.1.1.2
3.1.1.3
3.1.1.4
3.1.1.5
3.1.2
3.1.2.1
3.1.2.2
3.1.2.3
3.1.2.3.1
3.1.2.3.2
3.1.2.3.3
3.1.2.3.4
3.1.2.4
3.1.2.5
3.1.2.6
3.1.2.7
3.2
3.2.1
3.2.1.1 A
Toepassing
Behoudens het gestelde in 3.1.2.2, gelden de spelregels (hoofdstuk 2) voor Wereld-,
Continentale, Olympische en Paralympische titelwedstrijden, open toernooien en - tenzij
anders overeengekomen tussen de deelnemende bonden - voor interlandwedstrijden.
De Board of Directors heeft het recht de organisator van een open toernooi
experimentele spelregelvarianten toe te staan, welke zijn gespecificeerd door het
Executive Committee.
De reglementen voor internationale wedstrijden gelden voor:
- Wereld-, Olympische en Paralympische titelwedstrijden, tenzij andere regels door de
Board of Directors worden bekrachtigd en vooraf aan de deelnemende bonden
bekend gemaakt worden;
- Continentale titelwedstrijden, tenzij andere regels door de organiserende Continentale Federatie worden bekrachtigd en vooraf aan de deelnemende bonden
bekend gemaakt worden;
- Open Internationale Kampioenschappen, tenzij andere regels door het Executive
Committee worden bekrachtigd en vooraf aan de deelnemers worden bekend
gemaakt in overeenstemming met artikel 3.1.2.4;
- open toernooien, behoudens het gestelde in 3.1.2.4.
Wanneer een open toernooi gespeeld wordt met afwijkende regels, dienen aard en
strekking van de afwijkingen op het aanmeldingsformulier gespecificeerd te worden;
met de invulling van het aanmeldingsformulier accepteert de inschrijver de voorwaarden
van het toernooi, inclusief de gewijzigde reglementen.
De spelregels en de reglementen worden aanbevolen voor alle internationale wedstrijden, maar, mits de statuten in acht worden genomen, mogen internationale geslotenen invitatietoernooien en erkende internationale wedstrijden georganiseerd door een
niet aangesloten lichaam, worden gespeeld met regels, die opgesteld zijn door het organiserende lichaam.
De spelregels en de reglementen voor internationale wedstrijden moeten worden aangehouden, tenzij van tevoren wijzigingen zijn overeengekomen of in de gepubliceerde
regels van de betreffende wedstrijden zijn vermeld.
Een aantal Spelregels wordt meer in detail uitgelegd en geïnterpreteerd in de vorm van
door de Board of Directors uit te geven Technical of Administrative Leaflets. Dit geldt
ook voor specificaties voor spelbenodigdheden Praktische instructies en uitvoerende
procedures kunnen worden uitgegeven als Handboeken of Richtlijnen door het
Executive Committee. Deze publicaties kunnen zowel verplichtingen als aanbevelingen
bevatten.
Uitrusting en speelcondities
Goedgekeurde en toegestane spelbenodigdheden
De goedkeuring en het toestaan van spelbenodigdheden geschiedt namens de Board
of Directors door het Equipment Committee; deze goedkeuring kan op elk moment
worden ingetrokken door het Executive Committee. Vervolgens kan de goedkeuring en
het toestaan door de Board of Directors worden ingetrokken.
163
3.2.1.2
3.2.1.3 A
3.2.1.4 A
Het aanmeldingsformulier of de prospectus voor een open toernooi moet de merken en
kleuren van tafel, netcombinatie en bal, welke gebruikt gaan worden, vermelden; de
keuze van het materiaal zal voorgeschreven zijn door de bond van het land waar het
toernooi wordt gehouden, geselecteerd uit de merken en types welke recentelijk door
de ITTF zijn goedgekeurd.
De bedekking van een zijde van het frame, welke gebruikt wordt om de bal te slaan,
dient van een merk en type te zijn dat momenteel door de ITTF is goedgekeurd en dient
zodanig aan het frame bevestigd te worden, dat de namen van leverancier en merk plus
het ITTF-logo en het ITTF-nummer (indien van toepassing) duidelijk zichtbaar zijn bij de
rand van het slagoppervlak vlak bij het handvat.
Tafelpoten moeten minstens 40cm van de eindlijn zijn bevestigd bij de tafel voor
rolstoelspelers.
Verklaring;
De namen van leverancier en merk zijn soms weergegeven in lettertypes en afmetingen, die moeilijk zijn te
lezen. Om de identificatie van batbedekking voor scheidsrechters te vergemakkelijken worden ITTFnummers geleidelijk aangebracht op batbedekkingen. Dit ITTF-nummer wordt geplaatst binnen een
rechthoek samen met het logo. Op den duur zal dit zeker de belangrijkste identificatie worden. Hierdoor
kunnen batbedekkingen geïdentificeerd worden door toegewezen nummers.
Lijsten van alle goedgekeurde en toegestane spelbenodigdheden en materialen worden bijgehouden door
het “I.T.T.F.-Office” en details zijn beschikbaar via de I.T.T.F.-website.
Voor goedgekeurde materialen verwijzen wij u ook naar de NTTB-website: www.nttb.nl.
3.2.2
3.2.2.1 A
3.2.2.2 A
3.2.2.3 A
3.2.2.4 A
3.2.2.5 A
3.2.2.6 A
3.2.2.7 BC
3.2.2.8 A
3.2.2.9 C
3.2.2.10 C
Speelkleding
Speelkleding bestaat normaal uit een shirt met korte mouwen of zonder mouwen en
korte broek of rok, of een ééndelig sporttenue, sokken en sportschoenen; andere
kleding, zoals een gedeelte van of een geheel trainingspak, mag niet worden gedragen
behalve met toestemming van de hoofdscheidsrechter.
De hoofdkleur van een shirt, korte broek of rok, met uitzondering van de kraag en
mouwen van een shirt, moet duidelijk verschillen van de kleur van de in gebruik zijnde
bal.
Op de achterkant van het shirt mogen belettering of nummers zijn aangebracht om een
speler, zijn Bond en in clubwedstrijden zijn club te herkennen en mogen reclames
worden geplaatst mits in overeenstemming met artikel 3.2.5.10.; als de achterzijde van
een shirt de naam van de speler draagt, moet deze naam net onder de kraag zijn
aangebracht.
Door organisatoren verplichte rugnummers ter herkenning van een speler hebben prioriteit boven reclames op het midden van de achterzijde van een shirt; zulke nummers
2
moeten passen binnen een vak met een totaaloppervlak van maximaal 600 cm .
Merktekens en garneringen aan de voor- of zijkant van de speelkleding en door de speler gedragen sieraden, mogen niet zo opvallend of reflecterend zijn, dat zij een tegenstander visueel kunnen hinderen.
Op kleding mogen geen ontwerpen of letters aangebracht zijn welke beledigend kunnen
zijn of de sport in diskrediet brengen.
Over elke vraag omtrent het toegestaan of acceptabel zijn van speelkleding wordt beslist door de hoofdscheidsrechter.
Spelers, die aan een teamwedstrijd deelnemen en spelers van eenzelfde bond die een
dubbel vormen, in een Wereld-, Olympische- of Paralympische titelwedstrijd, dienen
uniform gekleed te zijn, met mogelijke uitzondering van sokken, schoenen en het
aantal, het ontwerp en de afmeting en kleur van reclames op kleding. Spelers van
eenzelfde bond die een dubbel vormen in andere Internationale competities mogen
verschillende kleding dragen, als de basis kleur maar hetzelfde is en de bond deze
procedure heeft goedgekeurd.
Tegenstanders in enkel- en dubbelwedstrijden dienen shirts te dragen met voldoende
verschillende kleuren, waardoor zij voor het publiek gemakkelijk te onderscheiden zijn.
Indien tegenstanders of teams dezelfde kleding dragen en niet overeen kunnen komen
wie van hen zich zal omkleden, zal dit door de scheidsrechter door de "toss" worden
beslist.
164
3.2.2.11
Spelers die uitkomen in een Wereld-, Olympische- of Paralympische titelwedstrijd of
een Open Internationaal Kampioenschap moeten een shirt en broek of rok dragen van
types, die goedgekeurd zijn door hun nationale bond.
3.2.3
3.2.3.1 *
Speelcondities
De speelruimte moet rechthoekig zijn en minstens 14 m lang, 7 m breed en 5 m hoog,
maar de 4 hoeken mogen worden afgedekt door afzettingen met een lengte van niet
meer dan 1,5 m. Bij wedstrijden voor rolstoelgebruikers kan de speelruimte worden
verkleind, maar de lengte mag bij deze wedstrijden niet minder zijn dan 8 meter en de
breedte niet minder dan 6 meter.
De volgende uitrusting en spelbenodigdheden worden beschouwd als onderdeel van
iedere speelruimte:
De tafel inclusief de netcombinatie, scheidsrechterstafels en –stoelen, scoreborden,
handdoekenbakjes, gedrukte tafelnummers, afzettingen, vloerbedekkingen, borden op
de afzettingen, die de namen van spelers of nationale bonden aangeven.
De speelruimte moet zijn omgeven door een ongeveer 75 cm hoge afzetting, geheel
van dezelfde donkere achtergrondkleur, die zorgt voor afscheiding van aangrenzende
speelruimte(s) en van toeschouwers
Tijdens Wereld-, Olympische en Paralympische titelwedstrijden moet de lichtsterkte,
gemeten op de hoogte van het speelvlak, boven het speelvlak gelijkmatig minstens
1000 lux zijn en minstens 500 lux in de rest van de speelruimte; bij andere wedstrijden
dient de lichtsterkte boven het speelvlak gelijkmatig minstens 600 lux zijn en minstens
400 lux in de rest van de speelruimte.
Als er meerdere tafels in gebruik zijn moet de lichtsterkte boven alle tafels gelijk zijn en
de sterkte van de achtergrondverlichting in de speelzaal mag niet meer bedragen dan
het laagste niveau in de speelruimte.
De lichtbron moet zich minstens 5 m boven de grond bevinden.
De achtergrond moet donker zijn, er mogen zich geen heldere lichtbronnen bevinden en
er mag geen daglicht binnendringen door onbedekte ramen of andere openingen.
De vloer mag niet lichtgekleurd, helder reflecterend of glad zijn en het vloeroppervlak
mag niet van baksteen, keramiek, beton of steen zijn; maar bij toernooien voor
rolstoelers mag de vloer van beton zijn.
Tijdens Wereld-, Olympische- en Paralympische kampioenschappen moet de vloer van
hout zijn of van een door de ITTF goedgekeurd merk en type oprolbaar synthetisch
materiaal.
3.2.3.2 A
3.2.3.3 *
3.2.3.4 *
3.2.3.5 A
3.2.3.6 *
3.2.3.7 A
3.2.3.8 A
3.2.3.8 1.A
3.2.4
3.2.4.1 A
Batcontrole
Het is de verantwoordelijkheid van iedere speler om zich ervan te verzekeren, dat
bekledingen op het frame van zijn bat zijn bevestigd met kleefstoffen, die geen
schadelijke vluchtige oplosmiddelen bevatten.
3.2.4.2
Een batcontrolepost dient te worden opgezet bij alle Wereld-, Olympische- en
Paralympische titelwedstrijden, bij een beperkt aantal ITTF World-Tour of Global Junior
toernooien en kan worden opgezet bij continentale en regionale competities.
Bij de batcontrolepost zullen bats getest worden volgens het beleid en de
procedure zoals deze is opgesteld door het Executive Committee op aanbevelen
van het Equipment Committee en het Umpires en Referee Committee, om te
verzekeren dat bats voldoen aan alle ITTF-regels, inclusief, maar zich niet
beperkend tot, dikte en egaliteit van de bedekking van het bat en aanwezigheid
van schadelijke vluchtige verbindingen.
De batcontrole wordt alleen na afloop van een willekeurig gekozen wedstrijd
uitgevoerd als de speler het bat niet heeft aangeboden voor een test voorafgaande
aan de wedstrijd, maar vanaf de kwartfinales zullen de batcontroles tijdens
individuele evenementen voorafgaande aan alle wedstrijden plaatsvinden en
tijdens teamwedstrijden voorafgaande aan geselecteerde individuele wedstrijden.
Bats die voorafgaande aan de wedstrijd bij de batcontrole niet worden goedgekeurd, mogen niet worden gebruikt in de hierboven vermelde competities, maar
mogen worden vervangen door een tweede bat dat na de wedstrijd zal worden
3.2.4.2.1
3.2.4.2.2
3.2.4.2.3
165
3.2.4.2.4
getest. Indien een bat na afloop van een willekeurig gekozen wedstrijd wordt
afgekeurd, kan aan de overtredende speler straf worden opgelegd.
Alle spelers hebben het recht om op vrijwillige basis en zonder consequenties hun
bats ter keuring aan te bieden conform de procedures van betreffend evenement
3.2.4.3 Na 4 opgetelde negatieve batcontroles in een periode van vier jaar, op welk onderdeel van de
batcontrole dan ook, mag de speler tijdens het evenement doorspelen, maar vervolgens zal de Executive
Committee de speler die in overtreding is schorsen voor 12 maanden.(met ingang van 1 april 2012)
3.2.4.3.1?
3.2.4.3.2?
De ITTF zal een speler schriftelijk informeren over diens schorsing
De geschorste speler kan in beroep gaan bij het Hof van Arbitrage voor de Sport binnen
21 dagen na ontvangst van het bericht van schorsing. Indienen van een dergelijk
beroep schort de opgelegde schorsing niet op.
3.2.4.4 ITTF zal een overzicht bijhouden van alle negatieve batcontroles met ingang van 1 september
2010.
3.2.4.5 BC
Bij alle evenementen dient een goed geventileerde ruimte beschikbaar gesteld te worden
voor het plakken van de bedekkingen op frames en nergens anders op de speellocatie mogen vloeibare
kleefstoffen worden gebruikt.
De “speellocatie” bestaat uit dat deel van het gebouw dat gebruikt wordt voor
tafeltennis, en de gerelateerde activiteiten, voorzieningen en openbare ruimtes.
3.2.5
3.2.5.1
3.2.5.1.1. A
3.2.5.2
3.2.5.3 A
Reclames
Binnen de speelruimte mogen alleen eeclames worden aangebracht op de normaal hier
aanwezige uitrusting en spelbenodigdheden en er mogen geen speciale aanvullende
reclameborden worden geplaatst.
In of in de omgeving van de speelruimte mogen geen reclames of andere aanduidingen
worden aangebracht voor tabaksproducten, alcoholische dranken, schadelijke middelen
(drugs) of illegale producten. Reclames en andere aanduidingen moeten vrij zijn van
negatieve uitingen over ras, nationaliteit, geslacht, geloofsrichting, lichamelijke of
geestelijke handicaps of andere vormen van discriminatie,
Tijdens Olympische- en Paralympische spelen moeten reclames op
spelbenodigdheden, op speelkleding en op scheidsrechterskleding in overeenstemming
zijn met de respectievelijke IOC- en IPC-reglementen.
Met uitzondering van LED (light emitting diodes) mogen nergens in de speelruimte op
afzettingen fluorescerende, lichtgevende of glimmende kleuren worden gebruikt en de
achtergrondkleur van de afzettingen dient donker te blijven;
3.2.5.3.1
Reclames op de afzettingen mogen tijdens de wedstrijden niet veranderen van donker
naar licht en vice versa.
3.2.5.3.2
LED-reclames op de afzettingen mogen niet zo helder zijn dat de spelers tijdens de
wedstrijd worden gehinderd en mogen niet veranderen zo lang de bal in het spel is.
3.2.5.3.3
LED-reclames mogen alleen worden gebruikt met voorafgaande toestemming van de
ITTF.
3.2.5.4
Letters of symbolen op de binnenkant van de afzetting moeten duidelijk verschillend van
kleur zijn in vergelijking met de speelbal, er mogen niet meer dan twee kleuren worden
gebruikt en de letters of symbolen mogen een totaalhoogte van 40 cm niet
overschrijden; het wordt aanbevolen dat zij een tint lichter of donkerder zijn dan de
achtergrondkleur (met ingang van 1 juli 2012)
Reclames op de speelvloer moeten duidelijk verschillend van kleur zijn in vergelijking
met de speelbal; het wordt aanbevolen dat zij een tint lichter of donkerder zijn dan de
achtergrond. (met ingang van 1 juli 2012)
Maximaal 4 reclames zijn toegestaan op de vloer van de speelruimte, 1 aan elke
eindkant en 1 aan elke zijkant van de tafel, elk met een maximaal totaaloppervlak van
2
2.5 m ; deze reclames dienen minimaal 1 m en aan de eindkanten tevens maximaal 2
m van de afzetting te zijn aangebracht.
3.2.5.5
3.2.5.6
166
3.2.5.7
Het is toegestaan 1 permanente reclame van de naam of logo van de fabrikant of
leverancier en 1 tijdelijke reclame op elke helft van elke zijde van het tafelblad te
plaatsen en 1 aan elke eindkant, elke reclame afzonderlijk mag maximaal 60 cm lang
zijn. Tijdelijke reclames moeten duidelijk afgescheiden zijn van de permanente
reclames; deze reclames mogen geen betrekking hebben op andere leveranciers van
tafeltennisuitrustingen en mag geen reclame, logo, naam van de tafel of naam van de
fabrikant of leverancier op het tafelonderstel staan, behalve als de tafel fabrikant of
leverancier the titel sponsor van het evenement is.(met ingang van 1 april 2012)
Reclames op het net dienen duidelijk verschillend van kleur te zijn in vergelijking met de
speelbal, moeten minimaal 3 cm verwijderd zijn van de biesband van het spankoord en
mogen de doorzichtigheid van het net niet belemmeren.
Reclames op scheidsrechterstafels en ander meubilair in de speelruimte mogen niet
2
groter zijn dan een totaaloppervlak op elke voorkant van 750 cm .
Reclames op de speelkleding mogen slechts bestaan uit:
- het normale handelsmerk, symbool of naam van de fabrikant binnen een totaalop2
pervlak van 24 cm ;
- niet meer dan 6 reclames op de voorzijde, zijkant en mouw van het shirt tezamen,
2
passend binnen een totaaloppervlak van 600 cm en duidelijk van elkaar
gescheiden, met niet meer dan 4 reclames op de voorkant;
- niet meer dan 2 reclames op de achterzijde van het shirt binnen een totaaloppervlak
2
van 400 cm ,
- niet meer dan 2 reclames, alleen op de voorkant en de zijkanten van broek of rok
tezamen, passend binnen een totaal oppervlak van 120 cm2.
2
Reclames op rugnummers van de spelers mogen een totaaloppervlak van 100 cm niet
te boven gaan.
2
Reclames op scheidsrechterskleding mogen een totaaloppervlak van 40 cm niet te boven gaan.
Op speelkleding en rugnummers mogen geen reclames worden aangebracht voor tabakswaren, alcoholica of schadelijke middelen (drugs).
3.2.5.8
3.2.5.9
3.2.5.10
3.2.5.10.1
3.2.5.10.2
3.2.5.10.3
3.2.5.10.4
3.2.5.11
3.2.5.12 E
3.2.5.13 A
3.2.6
Dopingcontrole
3.2.6.1
Alle spelers die deelnemen aan internationale competities, inclusief jeugdcompetities, kunnen
tijdens betreffende competities worden onderworpen aan dopingcontroles door de ITTF, de
nationale bond van de speler en iedere andere anti-doping-organisatie die verantwoordelijk
is voor de controle tijdens de competitie waaraan zij deelnemen.
3.3
3.3.1
3.3.1.1 CD
3.3.1.2 C
3.3.1.2.1 CD
3.3.1.2.2 C
3.3.1.2.3 C
3.3.1.2.4 C
3.3.1.2.5 CD
3.3.1.2.6 C
3.3.1.2.7 C
3.3.1.2.8 C
3.3.1.2.9 C
3.3.1.2.10 CD
Wedstrijdofficials
Hoofdscheidsrechter
Voor iedere serie wedstrijden moet een hoofdscheidsrechter worden aangewezen en
zijn identiteit en locatie moeten aan de deelnemers en, indien van toepassing, aan de
teamaanvoerders bekend worden gemaakt.
De hoofdscheidsrechter is verantwoordelijk voor:
- de leiding bij de loting;
- het opstellen van het tafel-tijdschema;
- het aanstellen van wedstrijdofficials;
- de leiding bij een briefing voor wedstrijdofficials;
- het controleren van de speelgerechtigdheid van spelers;
- de beslissing of een wedstrijd bij onvoorziene omstandigheden mag worden opgeschort;
- de beslissing of spelers tijdens een wedstrijd de speelruimte mogen verlaten;
- de beslissing of de reglementaire inspeeltijd mag worden verlengd;
- de beslissing of spelers tijdens de wedstrijd een trainingspak mogen dragen;
- de beslissing bij kwesties betreffende interpretatie van spelregels of reglementen, inclusief het toegestaan zijn van kleding, spelbenodigdheden en
speelomstandigheden;
167
3.3.1.2.11 C
3.3.1.2.12 CD
3.3.1.3 CD
3.3.1.4 C
3.3.1.5 C
3.3.1.6.C
3.3.2
3.3.2.1 BCE
3.3.2.2 BCE
3.3.2.3 BCE
3.3.2.3.1 BCE
3.3.2.3.2 BCE
3.3.2.3.3 BCE
3.3.2.3.4 BCE
3.3.2.3.5 BCE
3.3.2.3.6 BCE
3.3.2.3.7 BCE
3.3.2.3.8 BCE
3.3.2.3.9 BCE
3.3.2.3.10 BCE
-
de beslissing of en waar spelers mogen oefenen gedurende een onvoorziene spelonderbreking;
- het nemen van disciplinaire maatregelen bij wangedrag of andere schendingen van
de reglementen.
Indien, met toestemming van de wedstrijdleiding, enige van de plichten van de hoofdscheidsrechter worden gedelegeerd aan andere personen, moeten de speciale verantwoordelijkheden en de locaties van elk van deze personen aan de deelnemers en,
indien van toepassing, aan de teamaanvoerders bekend gemaakt worden.
De hoofdscheidsrechter of een bij zijn afwezigheid aangestelde plaatsvervanger dient
gedurende de gehele speeltijd aanwezig te zijn.
Indien hij dat wenselijk acht, kan de hoofdscheidsrechter te allen tijde een wedstrijdofficial vervangen, maar hij mag geen enkele door de vervangen official binnen zijn
bevoegdheid genomen beslissing betreffende een waarneming herroepen.
Spelers vallen onder de rechtsbevoegdheid van de hoofdscheidsrechter, vanaf het
moment dat zij de speellocatie binnenkomen tot ze die weer verlaten.
Scheidsrechter, assistent-scheidsrechter en slagenteller
Voor iedere wedstrijd moeten een scheidsrechter en een assistent-scheidsrechter worden aangesteld.
De scheidsrechter dient in het verlengde van het net te zitten of te staan en de
assistent-scheidsrechter dient tegenover hem aan de andere kant van de tafel te zitten.
De scheidsrechter is verantwoordelijk voor:
- het controleren van de kwaliteit van het spelmateriaal en de speelomstandigheden
en het melden van elke onvolkomenheid aan de hoofdscheidsrechter;
- het kiezen van een willekeurige bal zoals bepaald bij 3.4.2.1.1 - 2;
- het leiden van de loting voor de keuze van serveren, ontvangen en speelhelft;
- het beslissen of de voorgeschreven manier van serveren mag worden versoepeld
voor een speler met een lichamelijke handicap;
- het controleren van de volgorde van serveren, ontvangen en plaats en het corrigeren van elke fout daarbij;
- het beslissen bij elke rally omtrent een punt of een let;
- het afroepen van de stand, in overeenstemming met de omschreven procedure;
- het beginnen van de tijdregel op het juiste moment;
- het onderhouden van de voortgang van het spel;
- het ondernemen van actie in geval van schendingen van de reglementen betreffende het advies aan spelers of het gedrag van spelers;
3.3.2.3.11 BCE
-
het door de ‘’toss’’ laten beslissen, welke speler, paar of teams van shirt zullen
moeten wisselen, als tegenstanders of teams dezelfde shirts dragen en niet overeen
kunnen komen wie van hen zich zal omkleden;
3.3.2.3.12 BCE
-
het waarborgen dat uitsluitend geautoriseerde personen in de speelruimte aanwezig
zijn.
3.3.2.4 BE
3.3.2.4.1 BE
De assistent-scheidsrechter moet:
- beslissen of de bal tijdens het spel aan zijn kant van de tafel de bovenrand van het
speelvlak raakt;
3.3.2.4.2 BE
- de scheidsrechter informeren in geval van schending van de reglementen betreffende advies of wangedrag.
3.3.2.5 BCE
Zowel de scheidsrechter als een assistent-scheidsrechter mogen:
3.3.2.5.1 BCE
- beslissen dat de service van een speler niet correct is;
3.3.2.5.2 BCE
- beslissen dat, bij een verder goede service, de bal de netcombinatie raakt bij het
passeren over of om de netcombinatie;
3.3.2.5.3 BCE
- beslissen dat een speler de bal blokkeert;
3.3.2.5.4 BCE beslissen dat de speelomstandigheden dermate zijn gestoord dat het resultaat van
de rally daardoor beïnvloed kan worden;
3.3.2.5.5 BCE
-
de inspeeltijd voor het begin van een wedstrijd, de speeltijd van de games en de tijd
van de onderbrekingen bijhouden.
168
3.3.2.6 BCE
3.3.2.7 BCE
3.3.2.8 BCE
3.3.3
3.3.3.1 CD
3.3.3.2 CD
3.3.3.3 CD
3.3.3.4
3.3.3.5 BCE
3.3.3.5.1
3.3.3.6
3.3.3.7
3.4
3.4.1
3.4.1.1 E
3.4.1.1.1 E
3.4.1.1.2 E
3.4.1.1.3 E
Zowel de assistent-scheidsrechter als een speciaal aangestelde official kunnen als
slagenteller optreden, om de slagen van de ontvangende speler of het ontvangende
paar te tellen, wanneer de tijdregel is ingegaan.
Een beslissing welke door de assistent- scheidsrechter of de slagenteller in overeenstemming met het gestelde in 3.3.2.5 is genomen, kan niet worden herroepen door de
scheidsrechter.
Spelers vallen onder de rechtsbevoegdheid van de scheidsrechter, vanaf het moment
dat zij de speelruimte betreden tot ze die weer verlaten.
Protesten
Een overeenkomst tussen spelers in een individuele wedstrijd of tussen aanvoerders in
een teamwedstrijd kan geen verandering brengen in de beslissing betreffende een
waarneming door de verantwoordelijke wedstrijdofficial of in de interpretatie van de
spelregels of reglementen door de verantwoordelijke hoofdscheidsrechter of in elke
andere beslissing toernooi- of wedstrijdorganisatie betreffende genomen door de
verantwoordelijke wedstrijd- of toernooileiding.
Er kan geen beroep worden aangetekend bij de hoofdscheidsrechter tegen een beslissing betreffende een waarneming door de verantwoordelijke wedstrijdofficial of bij de
wedstrijdleiding tegen de interpretatie van de spelregels of reglementen door de hoofdscheidsrechter.
Bij de hoofdscheidsrechter kan worden geprotesteerd tegen een beslissing van een
wedstrijdofficial betreffende de interpretatie van spelregels of reglementen. De
beslissing van de hoofdscheidsrechter is bindend.
Bij de wedstrijd- of toernooileiding kan worden geprotesteerd tegen een beslissing door
de hoofdscheidsrechter de toernooi- of wedstrijdorganisatie betreffend, die niet wordt
gedekt door de spelregels of reglementen. De beslissing van de wedstrijdleiding is
bindend.
Bij een individuele wedstrijd kan alleen worden geprotesteerd door een speler die aan
de wedstrijd deelnam waarin het probleem zich voordeed; bij een teamwedstrijd kan
alleen worden geprotesteerd door de aanvoerder van een team dat deelnam aan de
wedstrijd waarin het probleem zich voordeed.
De naam van de aanvoerder van het team, spelend of niet-spelend, zal voorafgaand aan de wedstrijd aan de scheidsrechter bekend worden gemaakt.
Een uit de beslissing door de hoofdscheidsrechter voortvloeiende kwestie over de interpretatie van de spelregels of reglementen of een uit de beslissing door de toernooi- of
wedstrijdleiding voortvloeiende kwestie betreffende de wedstrijdorganisatie kan door de
speler of de teamcaptain via zijn eigen bond worden doorgegeven om ter beoordeling
aan de ITTF Rules Committee te worden voorgelegd.
De Rules Committee zal richtlijnen geven voor toekomstige beslissingen en deze richtlijnen kunnen ook onderwerp gemaakt worden van een protest door een bond bij de
Board of Directors of een General Meeting, maar dit zal geen enkele reeds door de verantwoordelijke hoofdscheidsrechter of wedstrijdleiding genomen beslissing meer
kunnen beïnvloeden.
Wedstrijdleiding
Het aangeven van de stand
De scheidsrechter dient de stand af te roepen dadelijk nadat de bal uit het spel is na
beëindiging van een rally, of zo snel mogelijk daarna.
Bij het noemen van de stand dient de scheidsrechter eerst het aantal gescoorde punten
te vermelden van de speler of het paar die/dat in de volgende rally van de game dient te
serveren en daarna het door de tegenstander(s) gescoorde aantal punten.
Aan het begin van de game en voor iedere servicewisseling dient de scheidsrechter de
volgende serveerder met zijn hand aan te wijzen, en kan hij het afroepen van de stand
laten volgen door de naam van die serveerder.
Aan het eind van de game dient de scheidsrechter de naam van de winnende speler of
het winnende paar te noemen, gevolgd door het door hem/hen gescoorde aantal
punten en daarna het door de verliezer(s) gescoorde aantal punten.
169
3.4.1.2 E
3.4.1.2.1 E
3.4.1.2.2 E
3.4.1.3 E
3.4.1.4 E
3.4.1.5 E
3.4.2
3.4.2.1 E
3.4.2.1.1 E
3.4.2.1.2 E
3.4.2.1.3 E
3.4.2.2
3.4.2.3
3.4.2.4 A
3.4.2.5 E
3.4.3
3.4.3.1 E
3.4.3.2 E
3.4.3.3 E
3.4.4
Als aanvulling op het noemen van de stand kan de scheidsrechter handgebaren gebruiken om zijn beslissingen te verduidelijken.
Als een punt gescoord is, kan hij zijn arm het dichtst bij de speler of het paar opheffen
die/dat het punt scoorde, zodanig dat de bovenarm horizontaal is en de onderarm
verticaal met de gesloten hand naar boven.
Als om welke reden dan ook de rally een let is, kan hij zijn hand boven zijn hoofd
opheffen om aan te geven dat de rally is geëindigd.
De stand en, tijdens de tijdregel, het aantal slagen moet worden afgeroepen in het
Engels of in iedere andere taal die aanvaardbaar is voor beide spelers of paren en voor
de scheidsrechter.
De stand moet worden getoond op mechanische of elektronische scoreborden die duidelijk zichtbaar moeten zijn voor de spelers en voor de toeschouwers.
Wanneer een speler formeel wordt gewaarschuwd voor slecht gedrag, dient een geel
waarschuwingsteken op of nabij het scorebord geplaatst te worden naast de score van
betreffende speler.
Uitrusting
Spelers mogen geen ballen uitzoeken in de speelruimte.
Overal waar mogelijk moet de spelers de gelegenheid worden geboden om één of meer
ballen te kiezen alvorens naar de speelruimte te komen en de wedstrijd moet worden
gespeeld met de door de spelers gekozen bal.
Als er geen bal is uitgezocht voordat de spelers naar de speelruimte komen, of de
spelers het niet eens kunnen worden met welke bal zal worden gespeeld, moet de wedstrijd worden gespeeld met een bal die willekeurig door de scheidsrechter is gekozen uit
een doos met voor de wedstrijd aangewezen ballen.
Als een bal tijdens een wedstrijd is beschadigd, moet deze worden vervangen door een
andere van de vóór de wedstrijd uitgekozen ballen, of, als zo’n bal niet beschikbaar is,
door één, die willekeurig door de scheidsrechter is gekozen uit een doos met
aangewezen ballen.
De bedekking van het bat dient te worden gebruikt zoals het is goedgekeurd door de
ITTF, zonder enige fysische, chemische of andersoortige behandeling die de
speleigenschappen, stroefheid, uiterlijk, kleur, structuur, oppervlakte, etc. verandert of
aanpast; in het bijzonder toevoegingen zijn verboden.
Een bat moet bij de batcontrole voldoen aan alle onderdelen van de test.
Tijdens een afzonderlijke wedstrijd mag een bat niet worden verwisseld tenzij het
zonder opzet dermate is beschadigd dat het niet meer gebruikt kan worden; wanneer dit
gebeurt dient het beschadigde bat meteen vervangen te worden door een exemplaar
dat de speler in de speelruimte heeft meegebracht of dat hem daar wordt aangereikt.
Tenzij anders is bepaald door de scheidsrechter dienen de spelers hun bat op de tafel
te laten liggen tijdens de pauzes tussen de games en bij time-outs; doch indien het bat
aan de hand is vastgebonden moet de scheidsrechter de speler toestaan het bat tijdens
de pauzes tussen de games en bij time-outs aan de hand vastgebonden te houden.
Inspelen
Spelers zijn gerechtigd om op de wedstrijdtafel in te spelen en wel tot maximaal twee
minuten onmiddellijk vóór het begin van een wedstrijd maar niet tijdens de normale
pauzes; de genoemde inspeelperiode mag slechts met toestemming van de
hoofdscheidsrechter worden verlengd.
Tijdens een onvoorziene spelonderbreking mag de hoofdscheidsrechter spelers
toestaan op elke tafel te oefenen, inclusief de wedstrijdtafel.
Men moet de spelers voldoende gelegenheid geven alle materialen die ze gaan
gebruiken te controleren en zich ermee vertrouwd te maken, maar dit geeft hen geen
recht op meer dan een paar oefenrally's alvorens het spel te hervatten na de
vervanging van een kapotte bal of een beschadigd bat.
Pauzes
170
3.4.4.1 A
3.4.4.1.1 A
3.4.4.1.2 A
3.4.4.2 A
3.4.4.2.1 A
3.4.4.2.2 A
3.4.4.2.3 A
3.4.4.2.4 A
3.4.4.2.5 A
3.4.4.2.6 A
3.4.4.3 A
3.4.4.4 A
3.4.4.5 A
3.4.4.6 A
3.4.4.7 E
Het spel moet onafgebroken doorgaan gedurende een individuele wedstrijd, maar elke
speler heeft recht op:
- een pauze van maximaal 1 minuut tussen opeenvolgende games van een
individuele wedstrijd;
- korte onderbrekingen voor het gebruik van de handdoek na elke 6 punten vanaf het
begin van elke game en bij het wisselen van tafelhelft in de laatst mogelijke game
van een individuele wedstrijd.
Een speler of paar heeft gedurende een individuele wedstrijd het recht één time-out van
maximaal 1 minuut aan te vragen.
Tijdens een individuele wedstrijd mag het verzoek om een time-out ingediend worden
door de speler of het paar of door de aangewezen coach; tijdens een teamwedstrijd
mag dit door de speler, het paar of de teamaanvoerder.
Als een speler of paar en een adviseur of aanvoerder het niet eens zijn of er een timeout zal worden aangevraagd, dient de eindbeslissing te worden genomen door de
speler of het paar in een individuele wedstrijd en door de aanvoerder in een
teamwedstrijd.
Het verzoek om een time-out, dat alleen kan plaatsvinden tussen rally’s in een game,
dient aangegeven te worden door het maken van een “T” teken met de handen.
Op het moment, dat de scheidsrechter een geldig verzoek voor een time-out ontvangt,
zal hij het spel onderbreken en een witte kaart omhoog houden met de hand naar de
zijde van de speler of het paar welke het verzoek heeft geuit; de witte kaart of een
ander toepasselijk merkteken, dient vervolgens op de tafelhelft van die speler of dat
paar te worden geplaatst.
De witte kaart of het merkteken zal worden verwijderd en het spel hervat, zodra de
speler of het paar, welke het verzoek heeft geuit, klaar is om het spel te hervatten of
aan het eind van de betreffende minuut, al naar gelang hetgeen als eerste plaats vindt.
Als een geldig verzoek om een time-out gelijktijdig is ingediend door of namens beide
spelers of paren, zal het spel worden voortgezet als beide spelers of paren klaar zijn of
na 1 minuut, al naar gelang hetgeen als eerste plaats vindt; en geen speler of paar zal
recht hebben op nog een time-out tijdens die individuele wedstrijd.
Met inachtneming van een inspeelperiode (3.4.3.1) zullen opeenvolgende wedstrijden
van een teamwedstrijd zonder onderbreking worden gespeeld, behalve dat een speler,
die in zulke opeenvolgende wedstrijden moet spelen, het recht heeft om een pauze van
maximaal 5 minuten te nemen tussen die wedstrijden.
De hoofdscheidsrechter mag een spelonderbreking toestaan, die zo kort mogelijk moet
zijn en in geen geval meer dan 10 minuten, als een speler door een ongeluk tijdelijk niet
in staat is om te spelen, mits dit oponthoud naar het oordeel van de hoofdscheidsrechter de tegenstander(s) niet al te veel benadeelt.
Een spelonderbreking mag niet worden toegestaan als het onvermogen om te spelen
reeds bij het begin van de wedstrijd aanwezig was of redelijkerwijs kon worden
verwacht of het gevolg is van normale inspanningen eigen aan het spel; onvermogen
door kramp of uitputting veroorzaakt door de algemene conditie van de speler of het
spelverloop, mag geen reden zijn om oponthoud toe te staan; dit mag alleen worden
toegestaan als er sprake is van onvermogen als gevolg van een ongeluk, zoals een
blessure veroorzaakt door een val.
Als er iemand in de speelruimte bloedt, zal het spel onmiddellijk worden onderbroken
en niet worden hervat alvorens die persoon medische behandeling heeft ontvangen en
alle bloedsporen in de speelruimte zijn verwijderd.
Spelers dienen gedurende een individuele wedstrijd in of bij de speelruimte te blijven,
behalve wanneer zij toestemming hebben van de hoofdscheidsrechter; gedurende de
pauzes tussen de games en bij time-outs, mogen de spelers zich niet verder dan 3
meter buiten de speelruimte bevinden onder toezicht van de scheidsrechter.
171
3.5
3.5.1
3.5.1.1 A
3.5.1.2 A
3.5.1.3 A
3.5.1.4 A
3.5.1.5 A
3.5.1.6 A
3.5.1.7 A
3.5.2
3.5.2.1 A
3.5.2.2 BC
3.5.2.3 BC
3.5.2.4 BC
3.5.2.5 BC
Discipline
Advies aan spelers (coaching)
Tijdens een teamwedstrijd mogen spelers van iedereen advies ontvangen die
geautoriseerd is om in de speelruimte aanwezig te zijn.
Tijdens een individueel evenement mag een speler of paar slechts van één persoon advies ontvangen, die vóór de wedstrijd aan de scheidsrechter als zodanig bekend is gemaakt; alleen indien de spelers van een dubbel uitkomen voor verschillende nationale
bonden, mag iedere speler een adviseur aanwijzen, maar met betrekking tot artikel
3.5.1 en 3.5.2 zullen deze adviseurs als eenheid worden behandeld. Als een
onbevoegd persoon advies geeft moet de scheidsrechter een rode kaart tonen en deze
persoon van de speelruimte wegsturen.
Spelers mogen slechts advies ontvangen tijdens de pauzes tussen de games of tijdens
elke andere toegestane onderbreking van het spel, en niet tussen het einde van de
inspeeltijd en het begin van de wedstrijd; indien een bevoegde persoon op andere momenten advies geeft, dient de scheidsrechter hem een gele kaart te tonen en hem te
waarschuwen, dat elke volgende overtreding zal leiden tot zijn wegzenden van de
speelruimte.
Indien tijdens dezelfde teamwedstrijd of dezelfde wedstrijd van een individueel
evenement iemand weer onrechtmatig advies geeft, nadat reeds een waarschuwing is
gegeven, moet de scheidsrechter een rode kaart tonen en de raadgever van de
speelruimte wegsturen, ook al betreft het niet de reeds gewaarschuwde persoon.
Tijdens een teamwedstrijd mag de weggestuurde raadgever niet worden toegestaan
terug te komen, behalve indien deze nog moet spelen; en hij mag niet worden
vervangen door een andere adviseur tot het einde van de teamwedstrijd; tijdens een
individueel evenement mag de weggestuurde coach niet worden toegestaan terug te
keren voor het einde van de individuele wedstrijd.
Als de raadgever weigert te vertrekken, of terugkeert voor het einde van de wedstrijd,
moet de scheidsrechter de wedstrijd onderbreken en onmiddellijk de hoofdscheidsrechter inlichten.
Deze regels hebben alleen betrekking op advies gedurende het spel en mogen een
speler of aanvoerder niet beletten om protest aan te tekenen noch een overleg te
verhinderen met een tolk of bondsafgevaardigde over de uitleg van een juridische
beslissing.
Wangedrag
Spelers en coaches of andere adviseurs dienen zich te onthouden van gedragingen
welke de tegenstander oneerlijk kunnen beïnvloeden, beledigend kunnen zijn voor het
publiek of de sport in diskrediet kunnen brengen, zoals het opzettelijk beschadigen van
materiaal, het beschadigen van de bal of het met het bat tegen de tafel slaan, overdadig
roepen of onbehoorlijke taal, opzettelijk de bal uit de speelruimte slaan, tegen de tafel of
de afzetting trappen en minachting van wedstrijdofficials.
Elke keer als een speler of coach of een andere adviseur een ernstige overtreding
begaat, dient de scheidsrechter het spel te onderbreken en onmiddellijk het voorval te
melden bij de hoofdscheidsrechter; in geval van minder ernstige overtredingen kan hij
bij de eerste aanleiding een gele kaart tonen en de overtreder waarschuwen, dat elke
volgende overtreding een straf tot gevolg zal hebben.
Als, behoudens het gestelde in 3.5.2.2 en 3.5.2.5, een speler die reeds is gewaarschuwd een tweede overtreding begaat in dezelfde individuele- of teamwedstrijd, moet
de scheidsrechter aan de tegenstander van de overtreder 1 punt toekennen en voor
een volgende overtreding 2 punten, waarbij hij telkens tegelijkertijd een gele en rode
kaart laat zien.
Indien een speler tegen wie in dezelfde individuele- of teamwedstrijd 3 strafpunten zijn
toegekend, doorgaat zich te misdragen, zal de scheidsrechter het spel onderbreken en
onmiddellijk de hoofdscheidsrechter inlichten.
Als een speler van bat wisselt tijdens een individuele wedstrijd, terwijl het niet
beschadigd is, dient de scheidsrechter het spel te onderbreken en dit te melden bij de
hoofdscheidsrechter.
172
3.5.2.6 BC
3.5.2.7 BC
3.5.2.8 BC
3.5.2.9 BC
3.5.2.10 BC
3.5.2.11 BC
3.5.2.12 A
Een waarschuwing of straf gegeven aan een speler van een dubbel geldt als gegeven
aan beide spelers, maar niet voor de non-overtreder in een volgende individuele
wedstrijd van dezelfde teamwedstrijd. Aan het begin van een dubbelwedstrijd heeft het
paar het hoogste aantal waarschuwingen of strafpunten door de afzonderlijke spelers
geïncasseerd in dezelfde teamwedstrijd.
Als, behoudens het gestelde in 3.5.2.2, een reeds gewaarschuwde coach of andere
adviseur een volgende overtreding begaat in dezelfde individuele- of teamwedstrijd,
moet de scheidsrechter hem een rode kaart tonen en hem wegsturen van de
speelruimte tot het einde van de teamwedstrijd of, tijdens een individueel evenement,
tot het einde van de individuele wedstrijd.
De hoofdscheidsrechter heeft de bevoegdheid om een speler te diskwalificeren voor
een wedstrijd, een evenement of een toernooi wegens bijzonder onsportief of agressief
gedrag, al dan niet door de scheidsrechter gerapporteerd; wanneer hij dit doet moet hij
een rode kaart tonen.
Indien een speler is gediskwalificeerd voor 2 wedstrijden van een team- of individueel
evenement, zal hij automatisch worden gediskwalificeerd voor dat team- of individueel
evenement.
De hoofdscheidsrechter heeft het recht iedereen te diskwalificeren voor de rest van het
toernooi wanneer betreffend persoon twee keer verwijderd is van de speelruimte gedurende datzelfde toernooi.
Indien een speler om welke reden dan ook wordt gediskwalificeerd voor een evenement
of competitie, vervalt elke bijbehorende titel, medaille en punten voor de ranglijst en
wordt eventueel gewonnen prijzengeld verbeurd verklaard.
Gevallen van zeer ernstig wangedrag moeten worden doorgegeven aan de nationale
bond van de overtreder.
3.5.3
3.5.3.1 A
Een goede presentatie
Spelers, coaches en officials moeten een goede presentatie van de sport hooghouden
en de integriteit van de sport waarborgen door af te zien van iedere poging om
onderdelen van een competitie te beïnvloeden op een manier die in strijd is met de
sportethiek.
3.5.3.1.1
Spelers moeten hun uiterste best doen om een wedstrijd te winnen en dienen zich
niet terug te trekken, behalve in geval van ziekte of blessure.
3.5.3.1.2
Spelers, coaches and officials mogen niet helpen of meedoen aan welke vorm dan
ook van wedden of gokken op zaken die betrekking hebben op hun eigen
wedstrijden of competities.
3.5.3.2
Elke speler, die opzettelijk in gebreke blijft om aan deze principes te voldoen, zal
worden bestraft door een gehele of gedeeltelijke inhouding van prijzengeld in
wedstrijden met geldprijzen en/of door het uitsluiten van deelname aan ITTFevenementen.
3.5.3.3 In het geval medeplichtigheid is bewezen van enige adviseur of official, wordt van de betrokken
nationale bond verwacht, dat er disciplinaire maatregelen tegen deze persoon worden genomen.
3.5.3.4 Een “Disciplinair Panel”, aangewezen door het “Executive Committee”, bestaande uit 4 leden en
een voorzitter, zal beslissen of een overtreding is begaan en indien nodig over toepasselijke sancties; deze
Commissie zal beslissingen nemen volgens richtlijnen uitgegeven door het “Executive Committee”.
3.5.3.5 Een protest tegen de beslissing van het “Disciplinair Panel” kan binnen 15 dagen ingediend worden
door de gestrafte speler, adviseur of official bij het “ITTF Executive Commitee”. Diens beslissing in de zaak
zal bindend zijn.
173
Bijlage 1 Alfabetisch trefwoordenregister met verwijzing naar de betreffende (sub)artikelnummers
Achtergrond
Advies aan spelers
Na het inspelen
Onrechtmatig advies
Tijdens een individueel evenement
Tijdens een teamwedstrijd
Waarschuwing
Wegsturen van de coach
Afzetting
Reclame op de afzetting
Assistent-scheidsrechter
Aanstelling
Verantwoordelijkheden
Vervanging
3.2.3.7
3.5.1
3.5.1.3
3.5.1.2-4
3.5.1.2
3.5.1.1
3.5.1.3
3.5.1.2, 3.5.1.4-6
3.2.3.1-3
3.2.5.4
2.5.12, 3.3.2
3.3.2.1
3.3.2.2, 3.3.2.1-2, 3.3.2.5.1-5
3.3.1.5
Bal
2.3
2.3.1-2
3.2.1.1
2.5.2
2.3.3
2.3.3
3.4.2.1, 3.4.2.1.1-2
3.4.2.1.3
2.4
3.2.4
2.4.6-7
3.4.2.3
2.4.2, 2.4.5
3.4.2.2, 3.5.2.5
2.4.8
2.5.5
Afmeting
Goedkeuring
In het spel
Kleur
Samenstelling
Uitkiezen
Vervanging
Bat
Controle
Kleur van het oppervlak
Op tafel laten liggen
Samenstelling van het frame
Vervanging
Wissel
Bathand
Bedekkingmateriaal
Bevestiging
Goedkeuring
Mate van bedekking van het frame
Soorten bedekking
Beginslag (service)
Dalende bal bij het raken
Lichamelijke handicap
Opwerpen van de bal
Positie van de bal
Positie van het bat
Twijfelachtige beginslag
Verantwoordelijkheid van de
serveerder
Waarschuwing
Beschadiging van spelbenodigdheden
Blessure
Bloed(sporen) in de speelruimte
Blokkeren
3.2.4.1, 3.2.4.3
3.2.1.3
2.4.4
2.4.3, 2.4.3.1-2
2.6
2.6.3
2.6.7
2.6.2
2.6.1, 2.6.4-5
2.6.4
2.6.6.1-2
2.6.5
2.6.5.1
3.4.2.1.3, 3.4.2.2
3.4.4.3-5
3.4.4.6
2.5.8, 2.9.1.1
Centre-court zie speelruimte
Coaching zie advies aan spelers
Definities
Diskwalificatie
Dubbelspel
2.5
3.5.2.5, 3.5.2.8-10,
174
Beginslag
Serveren en ontvangen
Volgorde
Waarschuwing en strafpunten
2.6.3
2.13.4
2.8.2, 2.13.5-6
3.5.2.6
Eindlijn
2.1.4, 2.5.15
Game
Gele kaart
Gesloten toernooi
Goedgekeurde en toegestane
spelbenodigdheden
Goedkeuring van spelbenodigdheden
2.11
3.5.1.3, 3.5.2.2-3
3.1.1.4
Handdoekgebruik
Handicap
Hoofdscheidsrechter
Aanstelling
Aanwezigheidsplicht
Bevoegdheid
Delegeren van taken en
verantwoordelijkheden
Verantwoordelijkheden
3.4.4.1.2
2.8.3, 2.9.1.5
3.3.1
3.3.1.1
3.3.1.4
3.3.3.3
Inspelen
Na vervanging van spelmateriaal
Tijd bijhouden
Tijdens onvoorziene spelonderbreking
Verlenging reglementaire inspeeltijd
Voorafgaande aan de wedstrijd
Interlandwedstrijd
Internationale wedstrijd
Invalide
Invitatietoernooi
3.4.3
3.4.3.3
3.3.2.5.5
3.4.3.2
3.3.1.2.8
3.4.3.1
3.1.1.2
3.1.1.1
2.8.3
3.1.1.5
Keuze van serveren, ontvangen of
tafelhelft
Kleding
Aanvaardbaarheid
Belettering
Bij dubbelspel
Bij teamwedstrijden
Goedkeuring door de Bond
Kleur
Merktekens en garnering
Ontwerpen
Reclames
Rugnummers
Tegenstander(s)
2.13.1-2, 2.13.4
3.2.2
3.2.2.7
3.2.2.3, 3.2.2.6
3.2.2.8
3.2.2.8
3.2.2.11
3.2.2.2
3.2.2.5
3.2.2.6
3.2.5.10, 3.2.5.12-13
3.2.2.4, 3.2.5.11, 3.2.5.13
3.2.2.9-10
3.2.1
3.2.1.1
3.3.1.3
3.3.1.2
Let
Lichtsterkte zie verlichting
2.5.3, 2.9
Netcombinatie
Goedkeuring
Hoogte van het net
Netposten
Over of om de netcombinatie
Reclames
2.2
3.2.1.1
2.2.3
2.2.2
2.5.14
3.2.5.8
175
Samenstelling
2.2.1
Ongeluk gedurende het spel
Ontvanger
Open internationale kampioenschappen
Open toernooi
3.4.4.4-5
2.5.10, 2.6.4, 2.15.2
3.1.2.3.3
3.1.1.3
Pauzes
Gevolgen van ongeluk
Time-out
Tussen de games
Voor handdoekgebruik
Plakken zie lijmen
Protesten
Punt
3.4.4
3.4.4.3-5
3.4.4.2
3.4.4.1.1
3.4.4.1.2
Rally
Reclames
In de speelruimte
Kleuren
Op de afzetting
Op de kleding van de scheidsrechters
Op de kleding van de spelers
Op de rugnummers
Op de scheidsrechterstafels
Op de speelvloer
Op de tafeltennistafels
Op het net
Reglementen voor internationale
wedstrijden
Afwijkende regels
Geldigheid
Rode kaart
Rolstoel
Rubbers zie bedekkingen
2.5.1
3.2.5
3.2.5.1
3.2.5.3-4
3.2.5.4
Scheidsrechter
Aanstelling
Verantwoordelijkheden
Vervanging
Serveerder
Service zie beginslag
Slagenteller
Speelruimte
Afzetting
Speelvlak
Belijning
Kleur
Samenstelling
Speelvloer
Kleur
Reclames
Samenstelling
Speelvolgorde
Dubbelspel
Enkelspel
Spelonderbreking
Stand
Afroepen van de stand
3.3.3
2.5.4, 2.10
3.2.5.12
3.2.5.10, 3.2.5.13
3.2.5.11, 3.2.5.13
3.2.5.9
3.2.5.5-6
3.2.5.7
3.2.5.8
3
3.1.2.2, 3.1.2.3.1-4, 3.1.2.4, 3.1.2.6
3.1.2.3, 3.1.2.5-6
3.5.1.2, 3.5.1.4, 3.5.2.3, 3.5.2.7-8
2.8.3, 2.9.1.5
2.5.11
3.3.2.1
3.3.2.3, 3.3.2.5
3.3.1.5
2.5.9, 2.6
3.3.2, 3.3.2.6-7
3.2.3.1
3.2.3.2
2.1.1-5
2.1.6
2.1.4
2.1.3
3.2.5.5
3.2.5.6
3.2.3.7, 3.2.3.8
2.8
2.8.2
2.8.1
3.4.4.3-6
3.4.1
3.4.1.1
176
Handgebaren
Scorebord
Taal
Strafpunten
3.4.1.1.2, 3.4.1.2, 3.4.1.2.1-2
3.4.1.4
3.4.1.3
3.5.2.3-4
Tafel zie tafeltennistafel
Tafeloppervlak zie tafeltennistafel
Tafeltennisspelregels
Geldigheid
Tafeltennistafel
Afmetingen
Goedkeuring
Kleur
Reclame
Technical Leaflets
Terugslag (goed)
Tijd bijhouden
Tijdregel
In navolgende games
In werking treden
Volgorde van serveren
Time-out
Toernooi
Toss
3.1.2.1, 3.1.2.5-6
2.1
2.1.1
3.2.1.1
2.1.4
3.2.5.6, 3.2.5.7
3.1.2.7
2.7
3.3.2.5.5
2.15
2.15.3
2.15.1
2.13.3, 2.15.2
3.4.4.2
3.1.1.3-5
2.13.1-2, 3.3.2.3.11
Uitrusting en speelcondities
3.2
Verboden oplosmiddelen
Verkeerde volgorde van serveren,
ontvangen en tafelhelft
Verlichting
Volgorde van serveren, ontvangen en
tafelhelft
Voortgang van het spel
Vrije hand
3.2.4.1, 3.2.4.1.1, 3.2.4.2
2.13
3.3.2.3.9
2.5.6
Wangedrag
Diskwalificatie
Overheveling van strafpunten
Rapportage
Toekenning van strafpunten
Waarschuwing
Wegsturen
Wedstrijd
Wedstrijdleiding
Wedstrijdofficials
Aanstelling
Schorsing
Verantwoordelijkheden
Vervanging
Wisselen van tafelhelft
Witte kaart
Zijlijn
3.5.2
3.5.2.8-10
3.5.2.6
3.5.2.11
3.5.2.3-4
3.5.2.2, 3.5.2.6
3.5.2.7
2.12
3.3.3.2, 3.3.3.4, 3.4
3.3
3.3.1.2.3, 3.3.2.1
3.3.1.2.3
3.3.1.2, 3.3.2.3-6, 3.3.3.1-2
3.3.1.2.3, 3.3.1.5
2.13.7, 2.14.2
3.4.4.2.4-5
2.1.4, 2.9.1.5.3
2.14
3.2.3.4-7
177
Bijlage 2
Hoofdbestuursbesluit over regels voor competitieklassen en evenementen waarin
games tot 21 worden gespeeld.
In de spelregels 2.11.1, 2.12.1, 2.13.3, 2.13.6, 2.13.7, 2.15.1, 2.15.3, 3.4.4.1, 3.4.4.1.1.en 3.4.4.1.2 wordt
uitgegaan van games tot 11 punten. Voor de klassen en evenementen waar games tot 21 worden
gespeeld gelden de onderstaande spelregels:
2.11
Een game
Een game wordt gewonnen door de speler of het paar, die/dat het eerst 21 punten
scoort, tenzij beide spelers of paren 20 punten hebben gescoord, in welk geval die
speler of dat paar winnaar wordt die/dat als eerste 2 punten meer scoort dan zijn/hun
tegenstander(s).
2.12
2.12.1
Een wedstrijd
Een wedstrijd bestaat uit 2 (“best of three”) of 3 (“best of five”) gewonnen games.
2.13
2.13.3
De keuze van serveren, ontvangen en tafelhelft
Na elke 5 gescoorde punten wordt de/het ontvangende speler/paar de/het serverende
speler/paar en dat gaat zo door tot het einde van de game, tenzij ieder(e) speler of paar
20 punten gescoord heeft of de tijdregel ingaat, waarbij de volgorde van serveren en
ontvangen hetzelfde zal zijn, maar waarbij na elk gescoord punt de service naar de
tegenstander zal overgaan.
De speler of het paar, die/dat het eerst serveerde in een game, zal in de volgende
game als eerste ontvangen en in de laatst mogelijke game van een dubbelwedstrijd
moet het paar dat in de volgende rally de service ontvangt de volgorde van ontvangen
veranderen, nadat één der paren 10 punten heeft behaald.
De speler of het paar die/dat in een game aan een bepaalde zijde van de tafel begint,
zal in de volgende game aan de andere kant beginnen en in de laatst mogelijke game
van een wedstrijd moeten de spelers of paren van tafelhelft wisselen zodra één speler
of paar 10 punten heeft gescoord.
2.13.6
2.13.7
2.15
2.15.1
2.15.3
3.4.4
3.4.4.1
3.4.4.1.1
3.4.4.1.2
De tijdregel
Behalve wanneer beide spelers of paren tenminste 19 punten hebben gescoord treedt
de tijdregel in werking indien een game na 15 minuten speeltijd nog niet is geëindigd, of
eerder indien beide spelers of paren dit verzoeken.
Indien de tijdregel eenmaal is ingegaan, dienen alle volgende games in die wedstrijd
volgens de tijdregel te worden gespeeld.
Pauzes
Elke speler heeft recht op:
Een onderbreking van maximaal 2 minuten tussen opeenvolgende games binnen een
wedstrijd.
Korte onderbrekingen voor het gebruik van de handdoek na elke 5 punten vanaf het
begin van elke game en bij het wisselen van tafelhelft in de laatst mogelijke game van
een wedstrijd.
178
Bondsraad 22 november 2014
Bijlage 17
AFKORTINGEN BIJ DE VERGADERSTUKKEN VOOR DE
BONDSRAADSVERGADERING VAN 22 NOVEMBER 2014 OP ALFABET
AB
ABZ
ACL
AJCL
ALO
ASK
AVO
Bb
BR
BRV
BSO
BV
CAA
CMS
CTO
CTW
CvV
DvhT
EJK
EK
ELO
EOA
ES
ETTU
fte
HB
HB-vergadering
HBO
HCL
HJCL
ICT
ISA
ITTF
JCF
JONIT
K/k
KISS
KNAS
KNHB
KNVB
KPI
KSS
KTTF
MJBP
MT
M/V
NAS
NASB
NJK
NK
NOC*NSF
NOS
Afdelingsbestuur
Algemeen Bestuurlijke Zaken
Afdelingscompetitieleider
Afdelingsjeugdcompetitieleider
Algemeen Lichamelijke Opvoeding
Akademie voor SportKader
Algemene Voorwaarden Opleidingen
Bondsbureau
Bondsraad
Bondsraadsvergadering
Buitenschoolse Opvang
Bondsvertegenwoordiger
Commissie Administratie en Automatisering
Content Management System
Centrum voor Topsport en Onderwijs
Commissie Toernooien & Wedstrijden
College van Voorzitters
Dag van het Talent
Europese Jeugdkampioenschappen
Europese Kampioenschappen
Elektronische Leer Omgeving
Expertgroep Opleidingen Arbitrage
Europese Spelen
European Table Tennis Union
Fulltime equivalent
Hoofdbestuur
Hoofdbestuursvergadering
Hoger BeroepsOnderwijs
Hoofdcompetitieleider
Hoofdjeugdcompetitieleider
Informatie en CommunicatieTechniek
Instituut voor Sportaccommodaties
International Table Tennis Federation
Johan Cruyff Foundation
Stichting Jeugd Ondersteuning Nationaal en Internationaal tafeltennis
= duizend, wordt gebruikt in samenstellingen met bedragen
Kennis en Informatie Systeem in de Sport
Koninklijke Nederlandse Algemene Schermbond
Koninklijke Nederlandse HockeyBond
Koninklijke Nederlandse VoetbalBond
Kritische Prestatie Indicator
Kwalificatie Structuur Sport
Kinder TafeltennisFeest
Meerjarenbeleidsplan
Management Team
Mannelijk/vrouwelijk
NTTB Administratie Systeem
Nationaal Actieplan Sport en Bewegen
Nederlandse Jeugdkampioenschappen
Nederlandse Kampioenschappen
Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport Federatie
Nederlandse Omroep Stichting
179
NSW
NTTB
ODMT
OPL
OTT
P&O
PPS
PR
PTT
PvB
RCL
SBN
SMART
SPBS
SPO
SR3/SR4
SRC
STN
SWOT-analyse
TBPR
TBV’s
TEC
TH
TNL
TO
TOP
TT1 t/m 4
TUC
VO
VSK
VV
VVTT
VWS
WK
WOS
Nationale Sportweek
Nederlandse Tafeltennisbond
Ontwikkeling dames- en meisjestafeltennis
Opleidingen
Olympic Talent Team
Personeel & Organisatie
Penalty Point System
Public Relations
Paratafeltennis
Proeve van Bekwaamheid
RegioCompetitieLeider
Squashbond Nederland
Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden
Studie Planning & Beheer Systeem
Sport- en Productontwikkeling
Opleiding Scheidsrechter niveau 3 / niveau 4
Scheidsrechterscommissie
Stichting Tafeltennisevenementen Nederland
Sterkte-zwakteanalyse
(oorspr. Engels: Strengths, Weaknesses, Opportunities and Threats)
Toolbar PageRank
Beschrijving van Taken, Bevoegdheden en Verantwoordelijkheden
TopEvenementenCommissie
Talentherkenning
Opleiding Toernooileider
Talentontwikkeling
Tafeltennis overdag project
Opleiding Tafeltennistrainer-1 t/m 4
Tuchtcommissie
Verenigingsondersteuning
Veilig Sport Klimaat
Voetbalvereniging
Vereniging Van TafeltennisTrainers
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Wereldkampioenschappen tafeltennis
Werkgevers Organisatie in de Sport
180