Uitneembare verbindingen

Verbindingsmethoden
Hoofdstuk
1
Verbindingsmethoden
1 Een constructie bestaat uit onderdelen die met elkaar verbonden zijn.
Sommige onderdelen zijn vast met elkaar verbonden en vormen één geheel,
andere onderdelen kunnen bijvoorbeeld ten opzichte van elkaar draaien.
Binnen de werktuigbouwkunde komt u verbindingen erg vaak tegen. Het is
belangrijk dat u de belangrijkste verbindingstechnieken kunt herkennen en
benoemen. Dit hoofdstuk gaat daarover.
Welke constructie kent u uit uw eigen praktijk? Onderzoek eens uit welke
onderdelen deze is opgebouwd. Kijk ook eens welke verbindingstechnieken
u herkent.
2
Veel constructies kunnen op de een of andere manier uit elkaar genomen
worden. Een voorbeeld hiervan zijn de constructies met een schroef- of
boutverbinding.
Ook zijn er verbindingen die niet anders dan met geweld gedemonteerd
kunnen worden. Probeert u maar eens de klinknageltjes van een aluminium
pannetje los te peuteren zonder iets te vernielen.
Het ligt voor de hand om de verbindingen te verdelen in twee hoofdgroepen,
namelijk:
- uitneembare (demonteerbare) verbindingen
- niet-uitneembare (vaste) verbindingen.
Uitneembare verbindingen
3 Tot de uitneembare verbindingen behoren verbindingen die door middel van
schroefdraad tot stand zijn gekomen (schroeven, bouten en dergelijke). Een
voorbeeld van een boutverbinding is de bevestiging van een bankschroef aan
de werkbank. Ook de spieverbindingen behoren tot de uitneembare verbindingen. U kent vast wel de spieverbinding waarmee de crank van een fiets
vastzit op de trapas. Op de uitneembare verbindingen komen we later terug.
Niet-uitneembare verbindingen
3 Tot de niet-uitneembare verbindingen behoren verbindingen die tot stand
851E1.FM
komen door:
- lassen
- solderen
- lijmen
- klinken
- felsen
- krimpen.
Bij deze verbindingen is het niet nodig en vaak zelfs ongewenst dat de
verbinding losgenomen kan worden. Denk bijvoorbeeld aan de dragende
1.1
Verbindingsmethoden
constructie van een gebouw. Wat zou er gebeuren als u deze zomaar uit elkaar
zou kunnen halen?
Lassen
Lassen is het verbinden van twee stukken metaal door ze aan elkaar te smelten,
eventueel met toevoeging van materiaal. Om te smelten is/zijn warmte en/of
druk nodig. Er zijn verschillende lasmethoden.
Smeltlassen
4 Smeltlassen is de meest toegepaste lasmethode. Voorbeelden van elektrisch
smeltlassen zijn:
1. Booglassen met beklede elektrode, waarbij de slak het smeltbad beschermt
tegen corrosie. Doordat de elektrode opsmelt en telkens moet worden
vervangen, kan er geen lange ”rups” aan een stuk door worden gelast.
Verder moet na het lassen altijd de slak worden losgetikt, die soms
hardnekkig vastzit. Het voordeel van booglassen met beklede elektrode is
dat de lasapparatuur relatief eenvoudig en goedkoop is. Men heeft alleen
een lastransformator nodig met een mondstuk voor de elektrode.
Elektrode
Kerndraad
Bekleding
Slaklaag
Lasmetaal
Gasbescherming
Boog
Gesmolten materiaal
Basismateriaal
Afb. 1. Booglassen met beklede elektrode. (Bron: NIL (Nederlands Instituut voor Lastechniek.))
Onderpoederlassen
1.2
2. Onderpoederlassen, waarbij een laag poeder het smeltbad geheel afdekt. De
voordelen van deze methode zijn:
• er gaat weinig warmte verloren
• de lasboog is niet zichtbaar
• er komen bijna geen schadelijke gassen vrij.
Nadeel is dat de lasser niet kan ingrijpen in het lasproces omdat het
smeltbad niet zichtbaar is.
Verbindingsmethoden
Toevoegdraad
Slak
Las
Niet gebruikt poeder
DC of AC stroomtoevoer
Laskop
Aanvoer poeder
Poeder
Voortlooprichting
Massakabel
Afb. 2. Onderpoederlassen. Bij deze techniek steekt de toevoegdraad door het
poeder heen. (Bron: NIL (Nederlands Instituut voor Lastechniek.))
MIG-MAG-lassen
3. MIG-MAG-lassen, waarbij materiaal wordt toegevoegd en een beschermgas
het smeltbad beschermt. MIG betekent Metal Inert Gas. Het gas reageert
niet met het smeltbad. MAG staat voor Metal Active Gas. Het gas reageert
wel met het smeltbad. Hierdoor worden de eigenschappen van de las
verbeterd. Het toevoegmateriaal komt van een rol en wordt continu aangevoerd. Het toevoegmateriaal is hetzelfde als het te lassen materiaal. Voor
MIG-MAG-lassen is meer nodig dan een lastransformator, omdat er ook
gas- en materiaaltoevoer nodig is. Het is echter gemakkelijker dan
booglassen met beklede elektrode en er hoeft geen slak te worden
verwijderd.
Gasmondstuk
Contactbuis
Draadelektrode
Basismateriaal
Gasbescherming
Boog
Smeltbad
Lasmetaal
Afb. 3. MIG-MAG-lassen. (Bron: NIL (Nederlands Instituut voor Lastechniek.))
851E1.FM
TIG-lassen
4. TIG-lassen. TIG staat voor Tungsten Inert Gas. Tungsten is het Engelse
woord voor Wolfraam. De elektrode is namelijk van dit metaal gemaakt. Bij
deze lasmethode moet de lasser het materiaal zelf met de hand toevoegen.
1.3
Verbindingsmethoden
Er stroomt wel een beschermgas. De elektrode smelt heel langzaam op en
moet op den duur worden vervangen. Door de controleerbaarheid van het
lasproces is TIG-lassen heel geschikt voor het lassen van aluminium.
Aluminium is moeilijk lasbaar door een hard oxidelaagje dat een veel hoger
smeltpunt heeft dan aluminium zelf.
Gascup
Toevoegmateriaal
Gasbescherming
Smeltbad
Basismateriaal
Las
Afb. 4. TIG-lassen. (Bron: NIL (Nederlands Instituut voor Lastechniek.))
Autogeen lassen
5. Autogeen lassen, wat zonder elektriciteit gebeurt. Met een brander, een
brandbaar gasmengsel en een staafje materiaal kan de lasser druppelsgewijs
afsmelt aan het smeltbad toevoegen. Meestal wordt er gelast met een
gasmengsel van acetyleen en zuurstof. Het voordeel van autogeen lassen is
dat er geen stroomvoorziening in de buurt hoeft te zijn en dat er ook zeer
dunne materialen kunnen worden gelast. Het nadeel is dat er gewerkt wordt
met brandbare gassen en dat het lasproces langzaam is.
Afb. 5. Brander voor autogeen lassen. De twee aansluitingen zijn voor acetyleen en
zuurstof.
Weerstandlassen
1.4
Het weerstandlassen komt veel voor in de auto-industrie. Voorbeelden zijn:
1. Puntlassen, waarbij plaatmateriaal op één punt wordt samengedrukt en met
stroom wordt gelast.
Verbindingsmethoden
Elektrodes
Voetpedaal
Afb. 6. Eenvoudig puntlasapparaat. De lasser houdt de te lassen platen op hun
plaats en drukt met het voetpedaal de elektroden tegen de platen. Met een korte
stroomstoot ontstaat de puntlas.
2. Rolnaadlassen, waarbij plaatmateriaal tussen twee wielen wordt samengedrukt en doorlopend gelast.
Solderen
5 Solderen is het verbinden van twee stukken metaal, waarbij alleen het toevoegmateriaal smelt.
Een bekend voorbeeld uit de elektronica is het verbinden van twee stukken
koper door tin te laten smelten en er tussen te laten trekken (zachtsolderen).
Maar ook ijzer kan prima worden gesoldeerd. Dit heet hardsolderen en gebeurt
vaak met messing als toevoegmateriaal. Om te kunnen solderen, hebt u een
brander nodig of een soldeerbout.
Afb. 7. Hardsolderen. De brander staat op het ijzer gericht, niet op het messing.
851E1.FM
Bij solderen is het belangrijk dat het toevoegmateriaal goed tussen de te
verbinden oppervlakken trekt. Daarvoor moeten de te verbinden oppervlakken
voldoende heet zijn. De brander staat op de metalen delen gericht. Eerst maakt
1.5
Verbindingsmethoden
u de delen vetvrij met soldeervloeistof om het tin of de messing goed te laten
hechten. Soldeervloeistof is zuur en etst het vet weg.
Lijmen
6 Binnen de werktuigbouw is het lijmen de laatste jaren bijzonder populair
geworden. Dit komt vooral doordat de lijmen steeds beter zijn geworden, zodat
ook metalen onderdelen vaker gelijmd kunnen worden. Verder komen er
steeds meer constructies met kunststoffen waarbij lassen en solderen niet
mogelijk is. Voor veel kunststoffen zijn er speciale lijmen nodig.
Bij het lijmen zijn er drie schakels aanwezig. Dit zijn de beide te lijmen
materialen en de lijmlaag. De grens tussen het materiaal en de lijmlaag wordt
het lijmvlak genoemd.
Materiaal A
Lijmvlak 1
Honingraat
Lijmvlak 2
Materiaal B
Afb. 8. Sandwichconstructie. De middelste laag bestaat voor een groot deel uit
lucht.
Klinken
Al eeuwen worden schepen, bruggen en bijvoorbeeld stalen masten (de Eiffeltoren) gebouwd door te klinken. Klinken is een methode waarbij een metalen
stift twee overlappende staalplaten verbindt. De stift, met aan één kant een kop,
wordt eerst verhit en daarna in een gat door de twee staalplaten gestoken. Aan
de andere kant wordt een kop gesmeed terwijl de stift nog heet is.
Afb. 9. Klinkverbinding. Het kleine kopje rechts is gesmeed.
7 Doordat ijzer krimpt bij afkoelen, ontstaat een sterke verbinding. Overigens is
klinken een oude methode, maar niet ouderwets: ook vliegtuigen worden
tegenwoordig nog vaak geklonken.
Felsen
Als twee dunne platen met elkaar verbonden moeten worden, kan dit door van
beide platen een randje om te vouwen, deze in elkaar te haken en aan te
drukken. U kent vast wel het dikke randje boven op een conservenblik waar de
blikopener op aangrijpt. Dit is een felsrandje.
8 Een voordeel van felsen is dat er geen apart bevestigingsmateriaal nodig is.
Felsen is een relatief goedkope verbindingstechniek.
1.6
Verbindingsmethoden
Afb. 10. Felsen, verschillende vormen. Een keer extra vouwen geeft een sterkere
verbinding en een betere afdichting.
Krimpen
9 Er is ook een verbindingsmethode die het midden houdt tussen de
uitneembare en niet-uitneembare verbindingen: de krimpverbinding. Een
krimpverbinding ontstaat bijvoorbeeld als een as in een verhitte ring wordt
geschoven. Doordat de ring is verhit, is deze uitgezet. Als vervolgens de ring
afkoelt, krimpt deze om de as. Hierdoor wordt een sterke verbinding gemaakt.
Als men echter het buitenste materiaal opnieuw verwarmt en de as niet, kan de
as weer uit de ring worden genomen: een uitneembare verbinding. Overigens
kan ook de as in het gat worden geperst in plaats van het ringmateriaal te
verhitten: dit heet dan een persverbinding. De as en het gat zijn dan vaak iets
taps.
Opgave
Maak voor uzelf een samenvatting van hoofdstuk 1.
De uitwerking van oefenopgaven is achter in het hoofdstuk opgenomen. U
hoeft de antwoorden dus niet ter correctie in te zenden. Raadpleeg de
uitwerking bij voorkeur niet voordat u de oefenopgaven zelfstandig hebt uitgewerkt.
Oefenopgave 1
Wat is het grote voordeel van booglassen met beklede elektrode boven
MIG-MAG-lassen? Noem ook twee nadelen.
Oefenopgave 2
Als het te lassen materiaal roestvast staal is, wat moet dan het toevoegmateriaal
zijn bij MIG-MAG lassen? Waarom? Is het lasproces bepalend voor de keuze
van het toevoegmateriaal?
Oefenopgave 3
Welk materiaal is moeilijk lasbaar? Waarom? Welke lastechniek is hiervoor erg
geschikt? Waarom?
851E1.FM
Oefenopgave 4
Waarom mag bij solderen de brander of bout niet op het toevoegmateriaal
worden gericht?
Wat mag men nooit vergeten voordat met solderen begonnen kan worden?
1.7
Verbindingsmethoden
Parate-kennisvragen
1 Is er een constructie mogelijk zonder verbindingen? Waarom wel of niet?
2 In welke twee hoofdgroepen kan men de verbindingen verdelen?
3 Noem van elke groep de voornaamste verbindingen.
4 Noem vier voorbeelden van elektrisch smeltlassen.
5 Welke twee soorten solderen kent u? Welk toevoegmateriaal is bij deze soorten
genoemd?
6 Hoe komt het dat er tegenwoordig meer wordt gelijmd dan vroeger? Noem
twee redenen.
7 Waardoor ontstaat de sterke verbinding bij klinken?
8 Wat is het voordeel van felsen?
9 Tot welke soort verbindingen kan de krimpverbinding gerekend worden?
1.8
Verbindingsmethoden
Uitwerking van de oefenopgaven
Oefenopgave 1
Voordelen: de lasapparatuur is eenvoudiger en goedkoper.
Nadelen: de elektrode moet telkens vervangen worden, zodat men niet aan een
stuk door kan lassen en men moet de slak verwijderen die soms hardnekkig
vastzit.
Oefenopgave 2
Het toevoegmateriaal moet hetzelfde zijn als het basismateriaal. In dit geval is
dat roestvast staal. Het maakt niet uit om welk lasproces het gaat: bij alle lasprocessen moet het toevoegmateriaal gelijk zijn aan het basismateriaal.
Oefenopgave 3
Aluminium is moeilijk lasbaar. Dit komt door het harde oxidelaagje met een
hoger smeltpunt. Als de boog door het oxidelaagje heen is gesmolten, smelt het
aluminium daaronder heel snel. TIG-lassen is hiervoor een geschikte
lasmethode omdat het goed controleerbaar (beheersbaar) is.
851E1.FM
Oefenopgave 4
Bij solderen moet het toevoegmateriaal tussen de te verbinden oppervlakken
trekken. Dit gebeurt als deze voldoende heet zijn. Door het toevoegmateriaal
eerst te smelten, krijgt men druppelvorming en het materiaal trekt niet meer
tussen de oppervlakken: het vloeit niet meer.
Men mag niet vergeten de oppervlakken eerst te ontvetten. Ook dit is nodig om
het soldeer goed te laten hechten.
1.9