Profielkeuze 4 VWO 2014-2015 OSCAR ROMERO Inhoudsopgave Inleiding De Tweede Fase op Oscar Romero Keuzemogelijkheden De profielen Vakbeschrijvingen Nadere vooropleidingseisen van VWO naar WO Nadere vooropleidingseisen van VWO naar HBO Overgangsnormen Colofon Tabor College locatie Oscar Romero Tel.: 0229-285685 Bezoekadres: Bouwsteen 1 1625 PD Hoorn Postadres: Postbus 363 1620 AJ Hoorn Decaan VWO : Drs. F.C van Arenthals mail: [email protected] Maart 2014 1 2 4 5 6 11 32 38 45 Inleiding In de loop van de komende maanden moet je een belangrijke keuze maken, namelijk je profielkeuze. Door tijdens het mentoruur de opdrachten te maken van de methode Qompas leer je wat er allemaal komt kijken bij het maken van een goede keuze. Zo spelen bij je keuze jouw capaciteiten, interesses en wat je belangrijk vindt een rol. Aan de hand van deze brochure en de overzichten met de eisen die de vervolgopleidingen stellen (achterin deze brochure), kun je nagaan met welk profiel en welke vakken je welke opleidingen later kunt gaan volgen. Heel veel informatie over vervolgopleidingen en andere zaken die met de keuze te maken hebben, kun je overigens ook vinden op Qompas. Hoewel het natuurlijk belangrijk is dat je bij het maken van je profielkeuze rekening houdt met je interesses en gewenste vervolgopleiding, is het minstens zo belangrijk dat er rekening wordt gehouden met je capaciteiten en cijfers. Het is namelijk wel de bedoeling dat je het diploma behaalt. Daarom geven de vakdocenten eind februari een duidelijk advies, waarin wordt aangegeven of zij het verantwoord vinden dat je hun vak in de bovenbouw gaat volgen. Uiterlijk 3 maart moet je zelf een voorlopige keuze hebben gemaakt en digitaal hebben ingevuld in Qompas. In maart vindt er een rapportvergadering plaats, waarbij er naar aanleiding van jouw voorlopige keuze, de rapportcijfers, de uitslagen van een capaciteitentest én de adviezen van de vakdocenten een bespreking plaats vindt. Gelijk met je rapport krijg je dan een brief mee waarin de rapportvergadering een advies geeft over de door jou gemaakte profielkeuze. Dit advies kan tijdens de ouderavond met de mentor of de decaan besproken worden. Op 4 april dien je je definitieve profielkeuze (ook weer digitaal) in te leveren. Indien je na deze datum nog een wijziging wilt aanbrengen in het gekozen vakkenpakket dien je een schriftelijk, door je ouders ondertekend, verzoek hiertoe in te dienen bij de decaan. De schoolleiding beslist, meestal overigens pas aan het einde van het schooljaar, of deze pakketwijziging nog kan plaatsvinden. Tenslotte vindt er begin juli een eindrapportvergadering plaats waarbij de rapportvergadering beslist of je voor het gekozen profiel bevorderd kunt worden naar 4 vwo (of eventueel naar 4 havo). De overgangsnormen vind je achterin dit boekje. Bij het maken van je keuze, moet je er ook rekening mee houden dat de manier van werken in de bovenbouw heel anders is dan je tot nu toe 2 gewend bent. Je wordt veel meer aangesproken op je eigen verantwoordelijkheid. Je moet zelf goed plannen en vanaf het begin stevig aanpakken. Er zijn veel minder toetsen in de bovenbouw. Kleine overhoringen zijn er bijna niet. Die 1- en 2- toetsen vind je nu misschien vervelend, maar bedenk dat je in de Tweede Fase je cijfer meestal niet meer kunt ophalen met allerlei kleine werkjes. Je moet je cijfer echt via grotere toetsen, werkstukken en opdrachten samenstellen. Verder word je beoordeeld op de manier waarop je (door)werkt. Als je gewend bent om vooral te werken voor toetsen zul je je werkwijze ingrijpend moeten veranderen. Je zult goed moeten plannen en tussentijds het maak- en leerwerk, zelfs wanneer dat niet als huiswerk opgegeven wordt, goed moeten bijhouden. Ook zul je eraan moeten wennen dat veel onderdelen meteen al meetellen voor je examen en dat ook bepaalde activiteiten waar je geen cijfer voor krijgt toch gedaan moeten worden om naar een volgend leerjaar over te kunnen gaan. Het werk in de Tweede Fase is duidelijk zwaarder dan dat in klas 3. Besef dat goed bij de keuze waar je nu voor staat. (Aan de inhoud van deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend.) 3 De Tweede Fase op Oscar Romero In het kort volgt hieronder de werkwijze in de bovenbouw van het vwo. De decaan en een aantal van jullie docenten zullen jullie wellicht al het een en ander verteld hebben over de organisatie in de Tweede Fase. Hier vermelden we daarom alleen enkele hoofdzaken, voor jullie en voor jullie ouders. In de bovenbouw heb je een aantal gemeenschappelijke vakken en worden vakken geclusterd. Afhankelijk van de profiel- en vakkenkeuze worden van uur tot uur de lesgroepen anders samengesteld. We moeten dat doen om optimaal gebruik te kunnen maken van onze leerkrachten en van het gebouw. Dit clusteren is niet uniek voor Oscar Romero, het vindt plaats op vrijwel alle middelbare scholen in Nederland. Naast de contacturen ben je op school nog voor enkele uren bezig. Het gaat hierbij om aanwezigheid in een mentoruur, werk in de mediatheek of tijd die je nodig hebt voor overleg met medeleerlingen voor opdrachten en projecten. Om een en ander goed te begeleiden krijg je in de Tweede Fase een persoonlijke mentor die regelmatig een studievoortganggesprek met je voert en je resultaten en ontwikkeling volgt. Het hele jaar door en in de hele bovenbouw wordt er gewerkt met studiewijzers via de elektronische leeromgeving. Er wordt van je verwacht dat je de studiewijzers gebruikt bij de planning van je werkzaamheden op school en thuis. Bij de meeste vakken heb je daar in de onderbouw al kennis mee gemaakt. Probeer het zelfstandig werken en plannen goed onder de knie te krijgen, want het is een belangrijk onderdeel van het werken in de Tweede Fase. Het laatste wat we hier willen vermelden is het feit dat je 2 roosters per jaar zult hebben. In ieder halfjaar heb je weer twee (cijfer)periodes. Elke periode wordt afgesloten door een toetsweek, dat zijn er dus vier per jaar. 4 Keuzemogelijkheden Nadat je in de brugklas een keuze had gemaakt voor een bepaalde afdeling, heb je in de tweede klas moeten kiezen welke moderne vreemde taal je wilde laten vallen. Nu je in de derde zit moet je niet alleen kiezen met welk profiel je verder wilt, maar ook welke keuzevakken je daarbij opneemt. Je moet daarbij de volgende keuzes maken: Ten eerste moet je in het gemeenschappelijk deel één taal kiezen uit de twee moderne vreemde talen waar je in klas 2 mee door bent gegaan. Je moet daar dus Frans, Duits of Spaans kiezen. Ten tweede dien je een keuze te maken uit de profielen CM, EM, NG of NT. Ten derde moet je bij het door jouw gekozen profiel één of meerdere vakken kiezen. Let op: Houd er rekening mee dat de keuze van een bepaald keuzevak niet altijd gehonoreerd kan worden in verband met groepsgrootte en/of roosterbaarheid! Een profielkeuzevak of een keuze-examenvak mag alleen in klas 4 tijdens cijferperiode 1 ingewisseld worden voor een ander keuzevak, maar dat mag uitsluitend wanneer dat roostertechnisch en vakinhoudelijk mogelijk is. Opgelopen achterstanden zullen dan natuurlijk wel moeten worden ingehaald. 5 De Profielen Het vakkenpakket van een leerling bestaat uit twee delen: - Het gemeenschappelijk deel dat voor iedereen verplicht is en waar binnen je één moderne vreemde taal (MVT) kiest. - Het profieldeel. De leerling maakt een keuze voor een profiel en maakt een keuze uit een aantal bij dat profiel horende vakken. Gemeenschappelijk deel Atheneum Nederlands Engels MVT: Duits, Frans of Spaans Maatschappijleer Lichamelijke Opvoeding (LO) Cultuur en Kunstzinnige Vorming (CKV) Algemene Natuurwetenschappen (ANW) Profielwerkstuk (PWS) Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding (LOB) Het geheel vrije deel 6 Profiel Cultuur en Maatschappij (CM) Verplichte Profielvakken: Wiskunde A of C Geschiedenis Profielkeuzevakken: Kies drie vakken uit de vier volgende mogelijkheden: Economie Aardrijkskunde Kunst: Beeldende Vorming* of Kunst: Muziek* MVT: Duits of Frans of Spaans Keuze-examenvak Kies tenslotte nog één vak: Economie Aardrijkskunde Duits Frans Spaans Kunst: Beeldende Vorming* Kunst: Muziek* Bewegen, Sport en Maatschappij (BSM) * Er mag in totaal slechts één kunstvak gekozen worden. 7 Profiel Economie en Maatschappij (EM) Verplichte Profielvakken: Wiskunde A Geschiedenis Economie Profielkeuzevakken: Kies twee vakken uit de drie volgende mogelijkheden: Management & Organisatie (M&O) Aardrijkskunde MVT: Duits of Frans of Spaans Keuze-examenvak Kies tenslotte nog één vak: Management & Organisatie Aardrijkskunde Duits Frans Spaans Kunst: Beeldende Vorming* Kunst: Muziek* Bewegen, Sport en Maatschappij (BSM) Informatica * Er mag in totaal slechts één kunstvak gekozen worden. 8 Profiel Natuur en Gezondheid (NG) Verplichte Profielvakken: Wiskunde A Scheikunde Biologie Profielkeuzevakken: Natuur, Leven en Technologie (NLT) Aardrijkskunde Keuze-examenvak: Kies tenslotte nog één vak: Economie Duits Frans Spaans Bewegen, Sport en Maatschappij (BSM) Informatica Natuurkunde 9 Profiel Natuur en Techniek (NT) Verplichte Profielvakken: Wiskunde B Scheikunde Natuurkunde Profielkeuzevakken: Natuur, Leven en Technologie (NLT) Informatica Keuze-examenvak: Kies tenslotte nog één vak: Biologie Economie Duits Frans Spaans Kunst: Beeldende Vorming** Kunst: Beeldende Vorming is bij de N-profielen toegestaan bij het NT-profiel en dus alleen in combinatie met Wiskunde B én Natuurkunde. ** 10 Vakbeschrijvingen Gemeenschappelijk Deel Nederlands CE (Centraal Examen) Wat kun je van het vak verwachten? In de vierde, vijfde en zesde klas houd je je bezig met drie onderdelen: leesvaardigheid, schrijfvaardigheid en spreekvaardigheid. Alle drie de onderdelen worden in schoolonderzoeken getoetst. Bij leesvaardigheid besteed je aandacht aan de inhoud en de opbouw van verschillende soorten teksten en aan de door de schrijver gebruikte (wijze van) argumenteren. Je leert van grote teksten ook samenvattingen te maken. Bij schrijfvaardigheid komen allerlei schrijfopdrachten aan bod: brieven, uiteenzettingen, beschouwingen en betogen. Uiteraard spelen hierbij ook de onderdelen idioom, stijl en spelling een rol. Voor het onderdeel spreekvaardigheid houd je in de vierde klas enkele voordrachtjes, neem je in de vijfde deel aan een debat/discussie en presenteer je in de zesde klas je profielwerkstuk. Daarnaast houd je je bezig met de Nederlandse literatuurgeschiedenis en het lezen en verwerken van literatuur. Engels CE Bij het vak Engels krijg je te maken met de volgende onderdelen: a. Leesvaardigheid: ervaring opdoen met extensief lezen, samenvatten van teksten en informatie verwerven m.b.v. ICT. b. Luistervaardigheid: ervaring opdoen met extensief luisteren en het maken van aantekeningen bij een tekst. c. Gespreksvaardigheid: de taal in communicatieve situaties gebruiken en een presentatie in het Engels houden. d. Schrijfvaardigheid: Engels gebruiken in het kader van correspondentie – m.b.v. telecommunicatie – en van verslaggeving. e. Oriëntatie op studie en beroep: informatie inwinnen over vervolgopleidingen en beroepen waarvoor Engels relevant is en/of een specifieke rol speelt. Daarnaast houd je je bezig met de Engelse literatuurgeschiedenis en het lezen en verwerken van literatuur. 11 ANW Alleen SE (School Examen) Algemene Natuurwetenschappen (ANW) is een vak in het gemeenschappelijk deel van de Tweede Fase. ANW is een natuurwetenschappelijk vak maar de invalshoek is totaal verschillend in vergelijking met de vakken Biologie, Natuurkunde en Scheikunde. ANW gaat over de natuurwetenschappen en techniek in relatie tot de maatschappij. Centraal staan vier vragen: 1. Waar haal je je kennis vandaan? 2. Hoe weet je wat waar is? 3. Hoe gebruik je kennis? 4. Mag alles wat kan? Bovenstaande vragen komen aan de orde bij uiteenlopende onderwerpen als: klonen, duurzaamheid, genetische manipulatie, astronomie, energie, etc.. Als rode draad door het programma loopt het lezen, onder woorden brengen, inschatten van maatschappelijke relevantie en vormen van een eigen mening aan de hand van populair natuurwetenschappelijke artikelen, zoals de wetenschapsbijlagen in dagbladen. Voor ANW krijg je een cijfer dat meetelt voor het bepalen van je Combinatiecijfer. Maatschappijleer Alleen SE Het vak Maatschappijleer wil je helpen meer grip te krijgen op de samenleving. De doelstelling van het vak kan dan ook als volgt omschreven worden: je moet in staat zijn om – zelfstandig en met anderen – problemen in de samenleving vanuit verschillende kanten te benaderen en te bekijken. Je moet je op grond van deze studie een goed beargumenteerde mening vormen, zodat je kunt bepalen wat jouw houding zal zijn. Veel zaken in onze maatschappij zijn goed geregeld. Als je wilt meepraten over wat er met jou en in de wereld om je heen moet gebeuren, moet je wel weten waar een discussie om gaat. Omdat er over maatschappelijke onderwerpen veel informatie te verzamelen is, moet je een selectie maken. Niet alle informatie is nu eenmaal belangrijk. Onderwerpen die besproken worden zijn: Vaardigheden en benaderingswijzen Rechtsstaat Parlementaire Democratie Pluriforme Samenleving Verzorgingsstaat Voor het vak Maatschappijleer krijg je een cijfer dat meetelt voor het bepalen van je Combinatiecijfer. 12 CKV Alleen SE CKV staat voor Cultuur en Kunstzinnige Vorming. In dit vak maak je kennis met de verschillende kunstuitingen en de verschillende kunstdisciplines: beeldende kunst, fotografie, architectuur, videokunst, film, drama, muziek, dans en literatuur. De eigen ervaringen van leerlingen staan in CKV centraal. Het vak CKV bestaat uit vier domeinen: Domein A: je moet aan tenminste 10 culturele activiteiten hebben deelgenomen. De culturele activiteiten dienen gespreid te zijn over verschillende kunstdisciplines. Domein B: aan de hand van een aantal thema’s ga je relaties ontdekken tussen en meer zicht krijgen op de historische achtergrond en de ontwikkelingen van de verschillende kunstdisciplines. Domein C: je hebt individueel of in groepjes, actief deelgenomen aan praktische activiteiten, gericht op het maken van een eigen werkstuk of productie binnen één of meer kunstdisciplines. Domein D: je stelt een kunstdossier samen, waarin je in woord, beeld en/of geluid verslag doet van de culturele activiteiten (domein A), de behandelde thema’s, opdrachten uit domein B en het resultaat en de uitwerkingen van de praktische opdrachten (domein C). Aan de hand van de geleerde begrippen en de opgedane ervaringen leer je bij het ontwikkelen van het kunstdossier nadenken over de gemaakte keuzes en opdrachten. In de vorm van een eindgesprek, een presentatie of een eindverslag wordt het kunstdossier afgesloten. Tenslotte moet je voor het vak CKV gebruik weten te maken van de verschillende toepassingsmogelijkheden van ICT. 13 Lichamelijke Opvoeding Alleen SE We gaan verder waar we in de onderbouw zijn gebleven waarbij we aandacht hebben voor een aantal nieuwe sporten. Het onderdeel bewegen bestaat uit: · spel (voetbal, frisbee, American Football, softball, volleyball, basketball, ….) · dans (komen tot je eigen thema dans) · turnen (o.a. trampoline springen) · atletiek (conditionele aspecten en speerwerpen) · zelfverdediging (judo en wellicht boksen) Daarnaast zijn er nog drie andere onderdelen: bewegen & regelen (observeren & beoordelen van …, analyseren van …, hulpverlenen, organiseren) bewegen & gezondheid bewegen & samenleving (keuzes leren maken, aandacht voor maatschappelijke en ethische aspecten van sport en bewegen) Kortom veel bewegen en plezier in sport beleven. Profielwerkstuk Alleen SE Het Profielwerkstuk (PWS) is een soort bekroning van datgene wat je hebt geleerd aan kennis en (onderzoeks)vaardigheden binnen het door jou gekozen profiel. Bij het PWS werk je meestal samen met één of twee leerling(en) aan een onderzoek op het gebied van één of twee “grotere” vakken welke horen bij het gekozen vakkenpakket. Voor het Profielwerkstuk krijg je een cijfer dat meetelt voor het bepalen van je Combinatiecijfer. 14 Loopbaanoriëntatie Alleen SE Wanneer je eenmaal met het door jou gekozen profiel in de 4e klas zit, is het nodig dat je je verder gaat oriënteren op de vervolgopleidingen. Binnen het Gemeenschappelijk Deel is er voldoende tijd ingeruimd voor deze Loopbaanoriëntatie (LOB). Het is de bedoeling dat je die tijd gebruikt om naar “open dagen” te gaan of op de computer en via internet op zoek gaat naar informatie over vervolgopleidingen. Verder kun je nog denken aan meeloopdagen, proefstuderen, masterclasses, aansluitingsprojecten vwo- wetenschappelijk onderwijs, een stagedag etc.. Van alles wat je onderneemt, in het kader van het zoeken van een goede vervolgopleiding en mogelijk beroep, moet je verslag doen in een dossier, het toekomstdossier. Aan de hand van dit dossier kan je laten zien aan je decaan en mentor wat je hebt ondernomen en eventueel overleggen wat je nog meer kan doen. Wanneer je naar de mening van je decaan voldoende ondernomen hebt, wordt het toekomstdossier toegevoegd aan je Schoolexamen. Naast informatie die je van je decaan krijgt, is het de bedoeling dat de vakdocenten in hun lessen aandacht besteden aan de relatie van het vak met de praktijk. Bijvoorbeeld een vak als Natuurkunde vindt veel toepassing in technische maar ook medische beroepen. Veel van deze informatie over wat je kan met een bepaald vak zul je ook terugvinden in de schoolboeken die je gebruikt. Je ziet dat, nadat je dit jaar gekozen hebt voor een bepaald profiel, je de komende 2-3 jaar bezig zal zijn met het zoeken naar een vervolgopleiding en mogelijk beroep. Dat is een doorlopend proces, waarin je iedere keer weer bij je zelf moet nagaan: waar ben ik goed in, wat vind ik leuk en belangrijk en wat past het best bij mij? Dat is moeilijk, maar ook een uitdaging, het gaat immers om je toekomst. 15 Vakbeschrijvingen Profiel- en keuze-examenvakken Frans CE De basis die in leerjaar 1, 2 en 3 wordt gelegd, wordt uitgebreid in klas 4, 5 en 6, maar de nadruk komt te liggen op creatief en actief taalgebruik. Voor schrijfvaardigheid leer je persoonlijke en zakelijke brieven te schrijven, waarbij de grammatica een ondersteunende rol speelt. Verder staat spreekvaardigheid centraal in verschillende situaties waarin je terecht kunt komen als je in Frankrijk bent, zoals bij het boeken van een reis, het reserveren van een hotelkamer of campingplaats en het vragen naar de weg. Er zal aandacht zijn voor luister- en kijkvaardigheid met behulp van CITO-toetsen maar ook met materiaal van de NOT en film- en televisiefragmenten. Een belangrijk onderdeel is de leesvaardigheid, waarbij je vragen moet beantwoorden over Franse teksten uit kranten en tijdschriften. Dit onderdeel wordt in het examenjaar centraal getoetst bij het Centraal Schriftelijk Eindexamen. Naast de onderdelen schrijf-, spreek-, luister- en leesvaardigheid besteden we tijdens de lessen aandacht aan het onderdeel Kennis van Land en Volk, waarbij de Franse geschiedenis en cultuur aan bod komen. Daarnaast is er aandacht voor de Franse literatuurgeschiedenis en literatuur omdat leerlingen 3 à 4 Franse boeken/verhalen moeten lezen. Een deel daarvan lezen we klassikaal, de rest wordt individueel gelezen. Verder zal de sectie Frans, afhankelijk van het aanbod en enthousiasme van de leerlingen, een bezoek aan het theater of de bioscoop organiseren als er een interessante voorstelling is. Ten slotte behoort een schoolreis naar Parijs tot de mogelijkheden om het geleerde in de praktijk te brengen en de Franse geschiedenis en cultuur aan den lijve te ervaren. 16 Duits CE In de bovenbouw zal Duits opgebouwd zijn uit vier vaardigheden: Spreekvaardigheid: in de bovenbouw ga je verder werken aan je woordenschat en je spreekvaardigheid. In iedere periode leer je hoe je moet praten over leuke onderwerpen als bijvoorbeeld muzikale smaak, vrije tijd, geld en uitgaan. Je kunt dan je mening over deze en andere onderwerpen in het Duits uitdrukken en leert natuurlijk ook de woordenschat die daarbij hoort. Uiteindelijk zal dan op het mondeling blijken, dat je al lekker Duits kunt praten. Dit wordt getoetst met o.a. voorleestekstjes, idioomzinnetjes, een dialoog met je docent en een vrij spreekbeurtje. Luistervaardigheid: net als in de derde klas ga je heel veel kijkluisteren. Met de beamer halen we het echte Duitsland via het internet en dvd’s het klaslokaal binnen en kun je veel oefenen. Dit gaat via samenvatten en het beantwoorden van mc-vragen tot open vragen over wat je te horen krijgt. Er vinden kleinere toetsen plaats en er zijn twee grotere CITO-toetsen. Schrijfvaardigheid: in de derde klas heb je met je briefdossier al aardig wat ervaring met schrijven opgedaan. Ook dit wordt verder uitgebreid (maar wel altijd met een opzoekgrammatica). Je gaat je voorbereiden op twee schrijftoetsen: een persoonlijke brief (aan een vriend / vriendin) en een officiële (reservering, sollicitatie). Leesvaardigheid: in de bovenbouw wordt dit regelmatig geoefend, waarbij we werken met o.a. internetopdrachten en oefenexamens. Deze oefening moet dan leiden tot een mooi tekstcijfer op je CE. Daarnaast houd je je bezig met de Duitse literatuurgeschiedenis en het lezen en verwerken van literatuur. 17 Spaans CE Als je Spaans (de tweede handelstaal!) kiest, zul je worden getraind in de volgende vaardigheden: lezen, luisteren, spreken en schrijven. Daarnaast zul je kennis maken met de rijke cultuur en literatuur en literatuurgeschiedenis van Spanje en Spaans-Amerika. De nadruk komt te liggen op leesvaardigheid doordat het Centraal Examen (50%) uit teksten bestaat. Je doet ruime ervaring op in het lezen van verschillende soorten teksten in het Spaans. De andere onderdelen doe je alleen in het Schoolexamen. In de Spaanse lessen wordt zoveel mogelijk aangesloten bij jullie interesse en de lessen worden op een activerende manier gegeven. De taalvaardigheden die worden aangeleerd zijn in ieder geval de basisvaardigheden die veel in de praktijk voorkomen, zoals informatie vragen, een mening vragen, een oordeel geven, iets of iemand beschrijven, onderhandelen. Je zult Spaans veel in de praktijk oefenen in de lessen, tijdens presentaties die je houdt in de klas en in het Taaldorp dat op Oscar Romero georganiseerd wordt en misschien wel tijdens een door school georganiseerde Barcelona-reis ! 18 Geschiedenis CE Bij het vak Geschiedenis ontwikkel je niet alleen inzicht in het verleden maar leer je ook actuele gebeurtenissen te begrijpen en op waarde te schatten. In de bovenbouw draait het bij Geschiedenis vooral om algemene kennis, de zogenaamde "oriëntatiekennis". Er zal uiteindelijk worden getoetst of je voldoende algemene kennis hebt over de geschiedenis van met name West-Europa en Nederland. Deze geschiedenis is verdeeld in tien perioden. Er wordt niet alleen van je verwacht dat je de 'kenmerkende aspecten' van elke periode kunt(her)kennen, maar bijvoorbeeld ook dat je verschillen en overeenkomsten tussen periodes kunt aangeven. Deze tien periodes zijn: 1. tijd van jagers en boeren ( tot 3000 voor Christus); 2. tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.Chr.-500 n.Chr.) 3. tijd van monniken en ridders (500-1000) 4. tijd van steden en staten (1000-1500) 5. tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600) 6. tijd van regenten en vorsten (1600-1700) 7. tijd van pruiken en revoluties (1700-1800) 8. tijd van burgers en stoommachines (1800-1900) 9. tijd van de wereldoorlogen (1900-1950) 10.tijd van televisie en computer (vanaf 1950) . Daarnaast worden er vijf door de school bepaalde thema's behandeld. Er wordt van uitgegaan dat bij de behandeling van deze thema's verbanden worden gelegd met de algemene kenmerken van de tijdvakken. Er kan bijvoorbeeld gekozen worden voor de behandeling van de geschiedenis van een land (de Verenigde Staten), waarbij een aantal tijdvakken aan de orde komt en ook aandacht wordt geschonken aan de relatie met Nederland (de stichting van New York). Een thema kan ook over de lokale geschiedenis van Hoorn en West-Friesland gaan. Een persoon (Willem van Oranje) of een bevolkingsgroep (industriearbeiders) kan ook onderwerp van een thema zijn. Tenslotte wordt ook tijd ingeruimd voor de behandeling van de geschiedenis van de democratie en de rechtsstaat in Nederland . 19 Aardrijkskunde CE Een boeiend en afwisselend vak, Aardrijkskunde in de Tweede Fase, neemt je weer mee langs alle aspecten van wat de natuur en wat de mens met het aardoppervlak doet. Aardrijkskunde kun je zien als een vak dat een grote bijdrage levert aan je algemene ontwikkeling en je een goede basis geeft voor heel veel verschillende studierichtingen. Met dit vak leer je de achtergronden van berichten uit de krant en van de televisie over bijv. asielzoekers, uitbreiding van Schiphol, wateroverlast en aardbevingen beter te begrijpen. Je leert over de natuurlijke omstandigheden op aarde en over de mensen die de aarde bewonen. Er komen vele verschillende onderwerpen aan de orde, zoals: - Zuidoost Azië, hierin komen de economische ontwikkeling,natuurlijke gevaren en culturele en etnische verschillen aan de orde. - Leefomgeving, hierbij komen overstromingen, vrijetijdsbesteding en recreatie en de Europese Unie aan de orde. - De Aarde, binnen dit onderdeel wordt aandacht besteed aan aardbevingen, klimaten en klimaatsveranderingen - De Wereld, hierbij gaat het onder andere over het voedselvraagstuk. - Onderzoek in je eigen omgeving, bij dit onderdeel ga je alleen of met een groepje een klein onderzoek verrichten in je eigen woon- of leefomgeving (een onderzoek naar recreatiemogelijkheden, winkelvoorzieningen, veiliger verkeersroutes, tevredenheid over woonwijken etc.). 20 Economie CE Bij het vak Economie maak je kennis met veel begrippen die je elke dag in de krant kunt lezen, op de tv hoort, beluistert in gesprekken tussen bijvoorbeeld je ouders of die je later tegen kunt komen op je werk en bij veel gebeurtenissen in het dagelijkse leven. Er is een groot verschil met Economie in de onderbouw. Er wordt meer inzicht van je verwacht. Je moet bijvoorbeeld kunnen uitleggen waarom een bepaalde soort werkloosheid ontstaat, waarom de koers van de dollar stijgt, waarom inflatie ontstaat enz.. Een aantal onderwerpen die we in de lessen Economie behandelen zijn: oorzaken van werkloosheid, produceren, de koersen van de dollar en de euro, de relatie van Nederland met Europa, belastingen, verzekeringen, sparen voor later, de ontwikkeling van de economie en waarom dit soms niet zo goed gaat, wat doen banken precies en wat doen ze eigenlijk niet, de ontwikkeling van de prijzen en wat voor gevolg dit heeft voor je koopkracht enz.. Je krijgt niet alleen meer theorie dan in de derde klas, maar ook inzicht, rekenen en een stukje Wiskunde spelen een rol. Management & Organisatie CE Mensen die leiding geven en beslissingen nemen ( het management ) hebben informatie nodig om besluiten te kunnen nemen. De managers werken samen binnen een organisatie. Daarom is het ook van belang te weten wat er binnen organisaties gebeurt. Bij M&O leer je hoe mensen kunnen samenwerken, welke regels er gelden bij het nemen van een beslissing en het geven van leiding. Om leiding te geven in een organisatie moet je met allerlei gegevens kunnen omspringen. Je neemt immers beslissingen op grond van informatie uit verslagen, overzichten en getallen. Je moet inzicht ontwikkelen in het nemen van beslissingen in commerciële (bijv. een bedrijf) en niet-commerciële organisaties (bijv. een sportvereniging). Bij M&O zul je de volgende onderwerpen tegenkomen: Marketingbeleid Interne organisatie en personeelsbeleid Financieel beleid Ondernemingsraad Externe fin. verslaggeving Medezeggenschapsraad Financiering Keuzeproblematiek Informatievoorziening met behulp van ICT Aan de hand van de leerstof werk je aan het vergroten van je informatie vaardigheden (hoe weet je welke informatie er nodig is ?) en strategische vaardigheden (hoe los je op systematische wijze vraagstukken op?) 21 Wiskunde C CE Bij Wiskunde C leer je hoe wiskunde gebruikt kan worden in het dagelijks leven. De wiskundekennis die je opbouwt is niet heel groot. Wel leer je deze wiskundige kennis toe te passen in praktische situaties. De inhoud van het vak is: Tabellen, grafieken, verbanden en formules begrijpen en gebruiken bij praktische situaties. Kansen op een systematische manier berekenen en gebruiken. Resultaten leren ordenen in grafische voorstellingen zoals staaf- en cirkeldiagrammen, en het berekenen van het gemiddelde en de spreiding. Theorie en toepassingen van steekproeven en het toetsen van hypothesen. Keuzeonderwerpen, te bepalen door de school. Wiskunde A CE Het vak Wiskunde A bevat alle elementen die hierna bij Wiskunde C genoemd worden. Er is echter een belangrijke uitbreiding op het terrein van functies en grafieken. Dit onderdeel heet differentiaalrekening en is een methode om uit te zoeken hoe functies stijgen of dalen. Dit betekent dat met dit vak een hoger wiskundig niveau wordt bereikt dan met Wiskunde C. 22 Wiskunde B CE Wiskunde B is veel meer theoretisch gericht dan wiskunde A. Het vak bereidt voor op studies met hogere eisen aan theoretisch inzicht op exacte terrein. De inhoud van het vak is: Analyse: omgaan met formules en functies, differentiaalrekening (dat is rekenen aan de helling van grafieken), goniometrie (periodieke functies, zoals de sinus), berekenen van oppervlakte onder een grafiek en het onderzoeken van bijzondere krommen. Vlakke meetkunde: het beredeneren van de eigenschappen van meetkundige figuren zoals driehoeken, vierhoeken, cirkels en ellipsen. Bij dit deel van de stof leer je een bewijsvoering op te zetten en logisch te redeneren. Keuzeonderwerpen De verhouding tussen de drie delen van de leerstof is ongeveer 60 : 30 : 10. 23 Natuurkunde CE In de Natuurkunde onderzoekt men hoe de natuur (in de ruimste zin) in elkaar zit. Met de manier waarop natuurkundigen dit doen (met behulp van de natuurwetenschappelijke methode) heb je al een beetje kennis gemaakt. Je weet nu dat waarnemingen (metingen) aan experimenten en verwerking daarvan (tabellen, grafieken !) een belangrijke plaats innemen. Dit is immers de beste manier om erachter te komen hoe de werkelijkheid in elkaar steekt ! Je leert een aantal vaardigheden te beheersen, zoals: - zowel mondeling als schriftelijk iets duidelijk kunnen overbrengen - wiskundige berekeningen uitvoeren - informatie verzamelen en selecteren - bepaalde apparaten bedienen - een simpel ontwerp maken - onderzoek doen - aangeven waar verbanden liggen tussen Natuurkunde en de maatschappij Je leert iets van de natuurkundige onderwerpen: - Elektrische processen (schakelingen, fysische informatica, magnetisme, transformator, enz.) - Mechanica (krachten, energie, impuls, botsing, bewegingen enz.) - Warmteleer (gassen, vloeistoffen, warmtetransport, energieomzetting) - Golven en straling (trillingen, geluid, licht, elektromagnetisch spectrum, radioactiviteit enz.) - Moderne fysica (atoomfysica, kernfysica, astrofysica) 24 Scheikunde CE Het huidige Scheikunde onderwijs beweegt zich richting de zogenaamde “Context en Concept” benadering. Dat klinkt allemaal erg ingewikkeld, maar dat is het niet. Een “context” is een voorbeeld uit het dagelijks leven, denk aan een wegwerp luier. Daarin zitten stoffen die enorm veel vocht kunnen opnemen. Een stukje chemisch vernuft! Welke structuur eigenschappen moet een stof op deeltjesniveau hebben om dit te kunnen? Het vak Scheikunde wil een antwoord geven op dit soort vragen. In de Scheikunde springen we daarom steeds heen en weer tussen de dingen die we wel kunnen zien (de stoffen en materialen om ons heen) en de dingen die we niet kunnen zien (de kleinere deeltjes zoals moleculen en atomen). De onderwerpen die de revue passeren zijn de structuren van stoffen op deeltjesniveau, allerhande soorten chemische processen zoals de werking van een batterij, rekenen aan reacties, chemische technieken om bijvoorbeeld een gehalte te bepalen en de chemie ‘van het leven’ (koolstofchemie en biochemie). Behalve de theoretische kennis is er natuurlijk ook veel aandacht voor practicum, waarbij het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden een centrale plek inneemt. In de bovenbouw ga je veel onderzoek doen en vooral veel onderzoek zelf leren opzetten. Geen kookboek practica, maar zelf je hersens gebruiken. Als dit geen uitdaging voor je is… 25 Biologie CE Het vak Biologie geeft je kennis over en inzicht in bepaalde onderdelen van de biologie, zoals die hieronder zijn weergegeven. De onderwerpen zijn zo gekozen dat met de opgedane kennis je in de praktijk van alledag goed toegerust bent om over belangrijke biologische zaken mee te denken en te praten. De opgedane kennis kun je dan o.a. toepassen in je dagelijks leven. Die toepassingen kunnen liggen op het gebied van gezondheid, natuur en milieu, voedsel en voedselproductie en techniek. Vaardigheden nemen een belangrijke plaats in binnen het Biologieonderwijs: vaardigheden zoals onderzoeksvaardigheden (het doen van experimenten), ontwerpvaardigheden en omgaan met informatietechnologie. De volgende onderwerpen komen ter sprake: - Ecologie (relaties tussen mens, dier en plant in hun omgeving) - Ordening (van organismen in een bepaald systeem) - Celleer (de bouw van cellen, de onderdelen en hun functies) - Genetica (hoe worden erfelijke eigenschappen doorgegeven?) - Voortplanting bij de mens - De mens (bouw en functie van organen worden bestudeerd) - Het afweersysteem van de mens - Ethologie (bestuderen van het gedrag van dieren en mensen) - Evolutie (de ontwikkeling van het leven op aarde) - Regeling (wat is de werking van het zenuwstelsel en het hormoonstelsel?) - Evolutie (de ontwikkeling van het leven op aarde) - Stofwisseling (de productie en afbraak van stoffen in planten en mensen) 26 NLT alleen SE Natuur, Leven en Technologie (NLT) is een interdisciplinair Bètavak: een vakoverstijgend vak dat samenhang laat zien tussen de bètavakken Biologie, Natuurkunde, Scheikunde, Geografische Aardrijkskunde en Wiskunde. NLT een vak is een goede voorbereiding voor een studie in het hoger onderwijs op het gebied van wetenschap en technologie. Hierin verschilt NLT wezenlijk van ANW. Daar waar ANW de maatschappelijke kant van de wetenschap en technologie belicht, staat bij NLT juist de verdieping van de bèta centraal. Bij NLT wordt dieper ingegaan op nieuwe ontwikkelingen in de wetenschap en technologie. Tevens zal bij NLT onderzoek doen en ontwerpen centraal staan. De lessen moeten een duidelijk beeld gaan geven wat een vervolgopleiding op de universiteit die zich bezighoudt met onderzoek en ontwikkeling, inhoudt. Voorbeelden van dit soort opleidingen zijn biomedische technologie, elektrotechniek, geneeskunde, chemische technologie, natuurkunde, wiskunde, informatica, geologie etc. Het vak zal modulair worden gegeven, dat wil zeggen dat elke periode een ander onderwerp centraal staat. Er wordt dus niet gewerkt uit een leerboek. In de lessen zal praktijk centraal staan. Enkele voorbeelden van modules zijn: Dynamisch modelleren: m.b.v. computermodellen simuleren en analyseren van complexe situaties in natuurwetenschap en techniek. Forensisch onderzoek (DNA, kogel, vingerafdrukken, etc.): op zoek naar de dader. Rijden onder invloed: de effecten van alcohol op het menselijk lichaam onderzoeken en nagaan hoe dit een rol speelt bij het besturen van voertuigen. Communicatie: communicatie in techniek (signalen, codering GPS, GSM, menselijke zintuigen). 27 Kunst: Beeldende Vorming Kunst: Muziek of CE Het vak Kunst bestaat uit de volgende onderdelen: A B Kunst Algemeen Beeldende Vorming of Muziek A Kunst Algemeen kun je het beste omschrijven als kunstbeschouwing en kunstgeschiedenis. Je leert over achtergronden van de wereld waarin wij leven, onze cultuur. Hoe kunstenaars hun visie op die cultuur uitwerken. Alle kunstdisciplines komen aan bod: dans, beeldhouwen, schilderen, fotografie, film, architectuur, muziek en theater. Je moet termen en begrippen die met kunst te maken hebben kunnen hanteren, kunstwerken herkennen en stijlkenmerken benoemen. In de les zullen we veel kijken en luisteren. Daarnaast moet je opdrachten maken n.a.v. bronnenmateriaal. Kunst Algemeen wordt afgesloten met een schoolexamen en centraal examen. B. Kunst: Beeldende Vorming Bij Beeldende Vorming krijg je de kans je creatief te uiten. Het praktisch bezig staat centraal. Je leert met verschillende materialen en technieken om te gaan en jou ideeën te vertalen naar zowel twee als driedimensionaal werk. De invalshoeken van de opdrachten bestaan uit het werken: naar de waarneming vanuit thema’s ( bijvoorbeeld ‘mythen”) een toegepaste functie ( affiche, cd-hoes) vanuit de fantasie Bij al deze opdrachten begin je met een onderzoek. Het gaat hierbij om het gebruik van de beeldaspecten: vorm, compositie, materiaal en techniek in relatie tot de inhoud. Het ontwikkelen en onderzoeken van het eigen werk wordt ondersteund door kunstgeschiedenis en kunstbeschouwing. 28 B. Kunst: Muziek In de eerste plaats staat samen muziek maken in de lessen centraal. Wanneer je, naast het musiceren in de muzieklessen, verder nog nooit een instrument hebt bespeeld, begin je met eenvoudige muziekstukken op een instrument naar keuze. Speel je zelf al een instrument dan speel je ook op jouw niveau. Daarnaast doe je kennis op van de muziekgeschiedenis en muziektheorie. Uiteindelijk leer je dit alles te presenteren. Vanuit de vaktheorie werken we met de volgende domeinen: 1. Waarnemen en weten: herkennen en benoemen naar aanleiding van luistervoorbeelden. 2. Onderzoeken van muziekstukken uit de verschillende stijlperiodes. 3. Muziek en cultuur: muziekstukken ordenen in tijd, plaats en muziekstijl. Het geheel wordt tijdens de lessen en aan het einde van het schooljaar aan elkaar gepresenteerd. Elke leerling wordt vervolgens beoordeeld op de persoonlijke ontwikkeling. 29 Informatica alleen SE Informatica in de Tweede Fase kan niet meer vergeleken worden met hetgeen in de onderbouw gedaan is. Wat kun je verwachten? Ten eerste is het belangrijk dat je het leuk vindt om met een computer te werken. Het betekent overigens niet dat je voortdurend achter de computer zit. Waarschijnlijk zit je maar maximaal de helft van de tijd achter de computer. Een belangrijk onderwerp zal de bouw van een informatiesysteem zijn. Een informatiesysteem kan van alles zijn. Van je schoolagenda en een bordje met de namen van de afwezige docenten bij de ingang van de school tot een geautomatiseerd systeem dat met behulp van een grote relationele database werkt zoals bijvoorbeeld het computersysteem van de Belastingdienst. Voordat je zoiets kunt maken is het nodig dat je voldoende theoretische bagage hebt. Je leert onder andere bijvoorbeeld om informatiestromen te structureren, informatie toegankelijk te maken en informatie in een geschikte vorm te presenteren. Uiteraard is er aandacht voor het Internet. Hoe kun je het gebruiken en hoe werkt het eigenlijk. Informatica is bepaald geen nerd-vak. Dat betekent dus dat als je goed bent in spelletjes, het bepaald niet zeker is dat je goed in Informatica bent. Informatica is zeker geen vak alleen voor jongens. Het is belachelijk om te veronderstellen dat meisjes minder goed zouden kunnen omgaan met informatie. Informatica houdt zich dus bezig met het omgaan met informatie. Kernvraag hierbij is hoe je een grote stroom van gegevens tot informatie kunt maken zodat het voor mensen iets oplevert. Enige wiskundekennis heb je wel nodig maar met nadruk kan worden vastgesteld dat het voor alle profielen geschikt is. Voor Informatica is het absoluut nodig dat je een beetje creatief bent, je moet bijvoorbeeld gevoel voor vormgeving hebben, immers je moet veelvuldig nadenken over de vorm en inhoud waarin gegevens gepresenteerd moeten worden. De ervaringen, tot nog toe, wijzen uit dat de meeste leerlingen het wel behoorlijk lastig vinden maar ook wel erg leuk. 30 BSM alleen SE Bewegen, Sport en Maatschappij als examenvak: bedoeld voor alle leerlingen die belangstelling hebben voor LO (gewoon omdat je het leuk vindt of omdat je het voor je vervolgopleiding kunt gebruiken). Het is de bedoeling veel met en voor mensen te organiseren, zoals het begeleiden van sportdagen en leiding geven bij andere evenementen. Het examencijfer wordt opgebouwd uit: Schriftelijke en mondelinge toetsen over: samenleving en bewegingscultuur bewegen en gezondheid fitheid testen en trainen sportblessures Praktische opdrachten m.b.t.: Bewegen (spel-turnen-bewegen en muziekatletiek-judo) Bewegen en regelen (bijv. fluiten, helpen bij werkdagen van sportlijnleerlingen en atletiekdag klas 1 en 2) Trainingsschema’s maken Bovendien zullen we tijdens de lessen ook af en toe buiten de school actief zijn (bijv. op kamp gaan, squashen/tennis, fitness) 31 Lijst vooropleidingseisen Hoger Onderwijs bij de nieuwe profielen in het Voortgezet Onderwijs vanaf 2007 Van VWO naar WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS (WO) Betekenis van gebruikte tekens: ! = toegangsrecht " = géén toegangsrecht Een vakaanduiding betekent dat er toegangsrecht is indien naast dat profiel ook dit vak is gevolgd en afgerond. Bacheloropleidingen Universiteiten Sector Economie (universiteit) nr Opleidingen N+T N+G E+M C+M wiA 1 Aarde en economie ! ! ! 2 Actuariële wetenschappen ! " " " 3 Bedrijfseconomie ! ! ! wiA 4 Bedrijfs- en consumentenwetenschappen ! ! ! wiA 5 Bedrijfskunde ! ! ! wiA 6 Econometrie en operationele research ! " " " 7 Economie ! ! ! wiA 8 Economie en bedrijfseconomie ! ! ! wiA 9 Economie en bedrijfskunde ! ! ! wiA 10 Economie en beleid ! ! ! wiA 11 Fiscale economie ! ! ! wiA 12 International business ! ! ! wiA 13 International business administration ! ! ! wiA N+G E+M C+M Sector Gedrag en Maatschappij (universiteit) nr Opleidingen N+T 1 Algemene sociale wetenschappen ! ! ! ! 2 Bestuurs- en organisatiewetenschap ! ! ! ! 3 Bestuurskunde ! ! ! ! 4 Communicatiewetenschap ! ! ! ! 5 Criminologie ! ! ! ! 6 Culturele antropologie en ontwikkelingssociologie ! ! ! ! 7 Geografie, planologie en milieu ! ! ! ! 8 International bachelor’s programme in communication and media ! ! ! ! 32 nr Opleidingen N+T N+G E+M C+M 9 Milieu-maatschappij-wetenschappen ! ! ! ! 10 Onderwijskunde ! ! ! ! 11 Organisatiewetenschappen ! ! ! ! 12 Pedagogische wetenschappen ! ! ! ! 13 Personeelwetenschappen ! ! ! ! 14 Politicologie ! ! ! ! 15 Psychologie ! ! ! ! 16 Sociale geografie en planologie ! ! ! ! 17 Sociologie ! ! ! ! 18 Technische planologie ! ! ! wiA 19 Toegepaste communicatiewetenschap ! ! ! ! 20 Vrijetijdswetenschappen ! ! ! ! N+T N+G E+M C+M Sector Gezondheidszorg (universiteit) nr Opleidingen 1 Bewegingswetenschappen bi na " " 2 Biomedische wetenschappen bi na " " 3 Diergeneeskunde bi na " " 4 European public health ! ! ! ! 5 Geneeskunde bi na " " 6 Gezondheid en leven bi ! " " 7 Gezondheid en maatschappij ! ! ! wiA 8 Gezondheidswetenschappen ! ! ! ! 9 Klinische technologie bi " 10 Medische informatiekunde ! na " " " " 11 Psychobiologie bi na " " 12 Tandheelkunde bi na " " E+M C+M Sector Landbouw en Natuurlijke Omgeving (universiteit) nr Opleidingen N+T N+G 1 Agrotechnologie ! na " " 2 Biotechnologie ! ! " " 3 Bodem, water, atmosfeer ! na " " 4 Bos- en natuurbeheer ! ! ak " 5 Dierwetenschappen ! ! " " 6 Internationaal land- en waterbeheer ! na " " 7 Internationale ontwikkelingsstudies ! ! ! wiA 8 Landschapsarchitectuur en ruimtelijke planning ! ! ! wiA + ak 9 Levensmiddelentechnologie ! ! " " 10 Milieuwetenschappen ! na " " 11 Plantenwetenschappen ! ! " " 33 nr Opleidingen N+T N+G E+M C+M Voeding en gezondheid ! ! " " Sector Natuur (universiteit) nr Opleidingen N+T N+G E+M C+M 12 1 Aardwetenschappen ! na " " 2 Bèta-gamma ! " " " 3 Biofarmaceutische wetenschappen bi ! " " 4 Biologie bi na " " 5 Business analytics ! " " " 6 Farmaceutische wetenschappen ! na " " 7 Farmacie ! na " " 8 Informatica ! Informatie, multimedia en management ! " ! " 9 " ! wiA 10 Informatiekunde ! ! ! wiA 11 Kennistechnologie ! Kunstmatige intelligentie ! " ! " 12 " ! 13 Lifestyle informatics ! ! ! 14 Medische natuurwetenschappen ! " " wiA " 15 Milieu-natuurwetenschappen ! " " 16 Moleculaire levenswetenschappen ! na " " " 17 Molecular science and technology ! " " " 18 Natuur- en sterrenkunde ! " " " 19 Natuurkunde ! " " " 20 Natuurwetenschap en innovatiemanagement ! na " " 21 Scheikunde ! " " " 22 Science ! " " " 23 Science, business & innovation ! " 24 Sterrenkunde ! " " " " " 25 Wiskunde ! " " " N+T N+G E+M C+M Sector Recht (universiteit) nr opleidingen wiA 1 European law school ! ! ! ! 2 Fiscaal recht ! ! ! ! 3 Global law ! ! ! ! 4 Internationaal en Europees recht ! ! ! ! 5 Notarieel recht ! ! ! ! 6 Ondernemingsrecht ! ! ! ! 7 Recht en bestuur ! ! ! ! 8 Recht en ICT ! ! ! ! 34 nr Opleidingen 9 Rechtsgeleerdheid Sector Taal en Cultuur (universiteit) nr Opleidingen N+T N+G E+M C+M ! ! ! ! N+T N+G E+M C+M 1 Afrikaanse talen en culturen ! ! ! ! 2 Algemene cultuurwetenschappen ! ! ! ! 3 American studies ! ! ! ! 4 Arabische taal en cultuur ! ! ! ! 5 Archeologie ! ! ! ! 6 Archeologie en prehistorie ! ! ! ! 7 Chinastudies ! ! ! ! 8 Communicatie- en informatiewetenschappen ! ! ! ! 9 Culturele informatiewetenschap ! ! ! ! 10 Cultuurwetenschappen ! ! ! ! 11 Duitse taal en cultuur ! ! ! ! 12 Engelse taal en cultuur ! ! ! ! 13 Europese studies ! ! ! ! 14 Film- en literatuurwetenschap ! ! ! ! 15 Finoegrische talen en culturen ! ! ! ! 16 Franse taal en cultuur ! ! ! ! 17 Friese taal en cultuur ! ! ! ! 18 Geschiedenis ! ! ! ! 19 Godgeleerdheid ! ! ! ! 20 Godsdienstwetenschap ! ! ! ! 21 Griekse en Latijnse taal en cultuur la of gr la of gr la of gr la of gr 22 Hebreeuwse en Joodse studies ! ! ! ! 23 Hebreeuwse taal en cultuur ! ! ! ! 24 Humanistiek ! ! ! ! 25 Internationale betrekkingen en internationale organisatie ! ! ! ! 26 Islam en Arabisch ! ! ! ! 27 Islamitische theologie ! ! ! ! 28 Italiaanse taal en cultuur ! ! ! ! 29 Japanstudies ! ! ! ! 30 Keltische talen en cultuur ! ! ! ! 31 Koreastudies ! ! ! ! 32 Kunsten, cultuur en media ! ! ! ! 33 Kunstgeschiedenis ! ! ! ! 34 Latijns-Amerikastudies 35 Latijnse taal en cultuur ! ! ! ! 36 Liberal arts en sciences ! ! ! ! 37 Literatuurwetenschap ! ! ! ! 35 nr Opleidingen N+T N+G E+M C+M 38 Media en cultuur ! ! ! ! 39 Midden-Oostenstudies ! ! ! ! 40 Muziekwetenschap ! ! ! ! 41 Nederlandse taal en cultuur ! ! ! ! 42 Nieuwgriekse taal en cultuur ! ! ! ! 43 Oude culturen van de Mediterrane wereld ! ! ! ! 44 Oudheidkunde ! ! ! ! 45 Portugese taal en cultuur ! ! ! ! 46 Religie en levensbeschouwing ! ! ! ! 47 Religie in samenleving en cultuur ! ! ! ! 48 Religiestudies ! ! ! ! 49 Roemeense taal en cultuur ! ! ! ! 50 Romaanse talen en culturen ! ! ! ! 51 Russische studies ! ! ! ! 52 Scandinavische talen en culturen ! ! ! ! 53 Slavische talen en culturen ! ! ! ! 54 Spaanse taal en cultuur ! ! ! ! 55 Taal en cultuurstudies ! ! ! ! 56 Taalwetenschap ! ! ! ! 57 Theater-, film- en televisiewetenschap ! ! ! ! 58 Theaterwetenschap ! ! ! ! 59 Theologie ! ! ! ! 60 Theologie klassiek ! ! ! ! 61 Theologie plus ! ! ! ! 62 Wereldgodsdiensten ! ! ! ! 63 Wijsbegeerte ! ! ! ! 64 Wijsbegeerte van een bepaald wetenschapsgebied ! ! ! ! 65 Zuid- en Zuidoost-Aziëstudies ! ! ! ! N+T N+G E+M C+M Sector Techniek (universiteit) nr Opleidingen 1 Advanced technology ! " " " 2 Bedrijfsinformatietechnologie ! " " " 3 Biomedische technologie ! " " " 4 Bouwkunde ! " " " 5 Civiele techniek ! " " " 6 Creative technology ! ! ! ! 7 Elektrotechniek/Electrical engineering ! " " " 8 Industrial design ! " " " 9 Industrieel ontwerpen ! " " " 10 Life science and technology ! " " 11 Luchtvaart- en ruimtevaarttechniek ! " " " " 36 nr Opleidingen N+T N+G E+M C+M 12 Maritieme techniek ! " " " 13 Nanobiologie bi " " " 14 Scheikundige technologie ! " 15 Technische aardwetenschappen ! " " " " " 16 Technische bedrijfskunde ! " " " 17 Technische bestuurskunde ! " " " 18 Technische informatica ! " " " 19 Technische innovatiewetenschappen ! " " " 20 Technische natuurkunde ! " " " 21 Technische wiskunde ! " " " 22 Werktuigbouwkunde ! " " " N+T N+G E+M C+M ! ! ! wiA Sectoroverstijgend (universiteit) nr Opleidingen 1 Tourism 37 Lijst vooropleidingseisen Hoger Onderwijs bij de nieuwe profielen in het Voortgezet Onderwijs vanaf 2007 Van VWO naar HOGER BEROEPSONDERWIJS (HBO) Betekenis van gebruikte tekens: ! : toegangsrecht " : géén toegangsrecht Een vakaanduiding betekent dat er toegangsrecht is indien naast dat profiel ook dit vak is gevolgd en afgerond. Hogescholen Sector Economie (HBO: instroom met vwo-diploma) nr Opleidingen N+T N+G E+M C+M 1 Accountancy ! ! ! ! 2 Advanced business creation ec ec ! ec 3 Bedrijfseconomie ! ! ! ! 4 Bedrijfsmanagement MKB ! ! ! wiA 5 Bestuurskunde/overheidsmanagement ec ! ec ! ec e e 6 Business administration in hotelmanagement¹ 2 mvt 2 mvt ! 7 Business IT & management ! ! ! ! 8 Commercieel management ! ! ! ec 9 Commerciële economie ec ec ! ec 10 Communicatie ! ! ! ! 11 Communicatiesystemen ! ! ! 2 mvt 2 mvt ! ! ! e e 12 European studies 13 Facility management ec ec ! ec 14 Financial services management ec ec ! ec 15 Fiscaal recht en economie ! ! ! ! 16 Food and business ! ! ! ! 17 Functiegerichte Bachelor in toerisme en recreatie ! ! ! ec 18 Hbo-rechten ! ! ! ! 19 Hogere juridische opleiding ! ! ! 2 mvt 2 mvt ! ! ! e e 20 Hoger hotelonderwijs¹ 21 Hoger toeristisch en recreatief onderwijs ! ! ! ec 22 Informatiedienstverlening en -management ! ! ! ! 23 Informationmanagement ! ! ! ! 38 Nr Opleidingen N+T N+G E+M C+M 24 Information security management ! ! ! ! 25 Integrale veiligheid ! ! ! ! 26 Integrale veiligheidskunde ec ec ! ec 27 International business ! ! ! ec of wiA 28 International business and languages ec ec ! ec e e 29 International business and managementstudies ec of 2 mvt ec of 2 mvt ! ! 30 Journalistiek ! ! ! ! 31 Kunst en economie ! ! ! ! 32 Lifestyle ! ! ! ! 33 Logistiek en economie ec ec ! ec 34 Management, economie en recht ec ec ! ec 35 Media and entertainment management ! ! ! ! 36 Media, informatie en communicatie ec ec ! ec 37 Oriëntaalse talen en communicatie ! ! ! ! 38 People and business management ! ! ! ! 39 Security management ! ! ! ! 40 Small business & retail management ec ec ! ec 41 Sport, management en ondernemen¹ ! ! ! 2 mvt 2 mvt ! ! ec ec ! ec ! ec 42 Toegepaste Bedrijfskunde 43 Trade management Azië 44 Vastgoed en makelaardij 45 Vertaalacademie 46 ! e e ! e ! e e 2 mvt² 2 mvt² 2 mvt² ! Vitaliteitsmanagement en Toerisme ! ! ! ! 47 Vrijetijdsmanagement ! ! ! ec 48 Windesheim Honours College ! ! ! wiA ¹ Voor deze opleiding gelden aanvullende eisen. ² Frans of Duits verplicht Sector Gedrag en Maatschappij (HBO: instroom met vwo-diploma) nr Opleidingen N+T N+G E+M C+M 1 Creatieve therapie¹ ! ! ! ! 2 Culturele en maatschappelijke vorming ! ! ! ! 3 Godsdienst-pastoraal werk ! ! ! ! 4 Human Resource Management ! ! ! ! 5 Imam / Islamitisch geestelijk werker ! ! ! ! 6 Maatschappelijk werk en dienstverlening ! ! ! ! 7 Pedagogiek ! ! ! ! 8 Pedagogisch management kinderopvang ! ! ! ! 9 Sociaal-juridische dienstverlening ! ! ! ! 10 Sociaal pedagogische hulpverlening ! ! ! ! 11 Social work ! ! ! ! 12 Sport en bewegen¹ ! ! ! ! 39 Nr Opleidingen N+T N+G E+M C+M 13 Sport en bewegingseducatie ! ! ! ! 14 Toegepaste psychologie ! ! ! ! E+M C+M Sector Gezondheidszorg (HBO: instroom met vwo-diploma) nr Opleidingen N+T N+G 1 Audiologie ! ! ! ! 2 ! ! ! ! 3 Bewegingsagogie en psychomotorische therapie¹ Ergotherapie ! ! ! ! 4 Farmakunde ! ! ! ! 5 Fysiotherapie ! ! ! ! 6 Huidtherapie ! ! ! ! 7 Kunstzinnige therapie ! ! ! ! 8 Logopedie¹ ! ! ! ! 9 Management in de zorg¹ ! ! ! ! 10 Medisch beeldvormende en radiotherapeutische technieken ! ! ! ! 11 Medische hulpverlening ! ! ! ! 12 Mondzorgkunde ! ! ! ! 13 Oefentherapie Cesar ! ! ! ! 14 Oefentherapie Mensendieck ! ! ! ! 15 Optometrie ! ! ! ! 16 Orthoptie ! ! ! ! 17 Podotherapie ! ! ! ! 18 Sport, gezondheid en management ! ! ! ! 19 Toegepaste gerontologie ! ! ! ! 20 Verloskunde bi ! " " 21 Verpleegkunde ! ! ! ! 22 Voeding en diëtetiek ! ! ! ! ¹ Voor deze opleiding gelden aanvullende eisen. Sector Landbouw en Natuurlijke Omgeving (HBO: instroom met vwo-diploma) nr Opleidingen N+T N+G E+M C+M 1 Bedrijfskunde en agribusiness ! ! ! ! 2 Biotechnologie ! ! " " 3 Bos- en natuurbeheer ! ! ! ! 4 Dier- en veehouderij ! ! " " 5 Diermanagement ! ! " " 6 Food commerce and technology ! ! ! wiA 7 Food, design and innovation ! ! ! ! 8 Greenport business and retail ! ! ! wiA 9 Kust- en zeemanagement ! ! ! wiA 40 Nr Opleidingen N+T N+G E+M C+M 10 Land- en watermanagement ! ! " " 11 Landscape and environment management ! ! ! ec of wiA 12 Milieukunde ! ! " " 13 Plattelandsvernieuwing ! ! ! ! 14 Toegepaste biologie ! ! " " 15 Tropische landbouw ! ! ! " 16 Tuinbouw en akkerbouw ! ! " " 17 Tuin- en landschapsinrichting ! ! ! ! 18 Voedingsmiddelentechnologie ! ! " " 19 Watermanagement ! ! ! " N+G E+M C+M Sector Onderwijs (HBO: instroom met vwo-diploma) nr Opleidingen N+T 1 Aardrijkskunde² ! ! ! ! 2 Algemene economie² ec ec ! ec 3 Basisonderwijs, opleiding tot leraar ! ! ! ! 4 Beeldende kunst en vormgeving, docent¹ ! ! ! ! 5 Bedrijfseconomie² ec ec ! ec 6 Biologie² ! ! " " 7 Bouwkunde² ! ! ! wiA 8 Bouwtechniek² ! ! ! wiA 9 Consumptieve techniek² ! ! ! ! 10 Dans, docent¹ ! ! ! ! 12 Duits² ! ! ! ! 13 Economie² ec ec ! ec 14 Educatie en kennismanagement groene sector² ! ! ! ! 15 Elektrotechniek² ! ! ! wiA 16 Engels² ! ! ! ! 17 Frans² ! ! ! ! 18 Fries² ! ! ! ! 19 Geschiedenis² ! ! ! ! 20 Gezondheidszorg en welzijn² ! ! ! ! 21 Godsdienst² ! ! ! ! 22 Informatie- en communicatietechnologie² ! ! ! wiA 23 Installatietechniek² ! ! ! wiA 24 Islam-godsdienst² ! ! ! ! 25 Lichamelijke opvoeding¹ ! ! ! ! 26 Maatschappijleer² ! ! ! ! 27 Mechanische techniek ² ! ! ! wiA 28 Mens en maatschappij² ! ! ! ! 29 Mens en Technologie ! ! ! wiA 30 Motorvoertuigentechniek² ! ! ! wiA 41 nr Opleidingen N+T N+G E+M C+M 31 Muziek, docent¹ ! ! ! ! 32 Natuurkunde² ! ! " " 33 Nederlands² ! ! ! ! 34 Nederlandse gebarentaal/-tolkenopleiding¹ ! ! ! ! 35 Opleidingskunde ! ! ! ! 36 Pedagogiek² ! ! ! ! 37 Scheikunde² ! ! " " 38 Spaans² ! ! ! ! 39 Techniek² ! ! " " 40 Technisch beroepsonderwijs ! ! ! wiA 41 Theater, docent ! ! ! ! 42 Verzorging/huishoudkunde² ! ! ! ! 43 Verzorging/gezondheidskunde² ! ! ! ! 44 Werktuigbouwkunde² ! ! ! wiA 45 Wiskunde² ! ! ! wiA ¹ Voor deze opleiding gelden aanvullende eisen 2 Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs en/of beroepsonderwijs en volwasseneneducatie van de tweede graad. Sector Taal en Cultuur (HBO: instroom met vwo-diploma) nr Opleidingen N+T N+G E+M C+M 1 Autonome beeldende kunst¹ ! ! ! ! 2 Circus and performance art¹ ! ! ! ! 3 Circus arts¹ ! ! ! ! 4 Cultureel erfgoed ! ! ! ! 5 Dans¹ ! ! ! ! 6 Film en televisie¹ ! ! ! ! 7 Muziek¹ ! ! ! ! 8 Muziektherapie¹ ! ! ! ! 9 Theater¹ ! ! ! ! 10 Vormgeving¹ ! ! ! ! N+G E+M C+M ¹ Voor deze opleiding gelden aanvullende eisen Sector Techniek (HBO: instroom met vwo-diploma) nr Opleidingen N+T 1 Advanced Sensor Applications ! " " " 2 Energie- en Procestechnologie (AOT) ! ! " " 3 Applied science ! ! " " 4 Aquatische ecotechnologie ! ! " " 5 Archeologie ! ! ! ! 6 Autotechniek ! ! " " 7 Automotive ! ! " " 8 Aviation ! ! " " 9 Bedrijfswiskunde ! ! ! wiA 42 nr Opleidingen N+T N+G E+M C+M 10 Bewegingstechnologie ! ! ! ! 11 Bio-informatica ! ! ! wiA 12 Biologie en medisch laboratoriumonderzoek ! ! " " 13 Biometrie ! ! ! ! 14 Biotechnologie ! ! " " 15 Bouwkunde ! ! " " 16 Bouwmanagement en vastgoed ! ! ! ! 17 Bouwtechnische bedrijfskunde ! ! ! " 18 Built environment ! ! " " 19 Business engineering ! ! " " 20 Business management ec ec ! ec 21 Chemie ! ! " " 22 Chemische technologie ! ! " " 23 Civiele techniek ! ! " " 24 Climate and management ! ! ! " 25 Communication and multimedia design ! ! ! " 26 Elektrotechniek ! ! " " 27 Embedded systems engineering ! ! " " 28 Engineering, design and innovation ! ! " " 29 Forensisch onderzoek ! ! " " 30 Game architecture and design ! ! ! ! 31 Geodesie ! ! ! wiA 32 Gezondheidszorgtechnologie ! ! ! wiA 33 Human technology ! ! ! ! 34 Industrieel product ontwerpen ! ! ! " 35 Industriële automatisering ! ! ! " 36 Informatica ! ! ! ! 37 International maintenance management ! ! ! " 38 Kunst en techniek¹ ! ! ! ! 39 Logistiek en technische vervoerskunde ! ! ! " 40 Luchtvaarttechnologie ! ! " " 41 Maritiem officier¹ ! ! " " 42 Mechatronica ! ! " " 43 Mediatechnologie ! ! ! ! 44 Milieugerichte materiaaltechnologie ! ! " " 45 Milieukunde ! ! " " 46 Netwerk infrastructuur design ! ! ! wiA 47 Ocean Technology ! ! " " 48 Orthopedische technologie ! ! " " 49 Ruimtelijke ordening en planologie ! ! ! " 50 Scheepsbouwkunde ! ! " " 51 Stedenbouwkundig ontwerpen ! ! ! ! 52 Technische bedrijfskunde ! ! ! " 43 nr Opleidingen N+T N+G E+M C+M 53 Technische commerciële confectiekunde ! ! ! ! 54 Technische commerciële textielkunde ! ! ! ! 55 Technische informatica ! ! " " 56 Technische natuurkunde ! ! " " 57 Werktuigbouwkunde ! ! " " ¹ Voor deze opleiding gelden aanvullende eisen Sectoroverstijgend (HBO: instroom met vwo-diploma) nr Opleidingen N+T N+G E+M C+M 1 Delta Management ! ! ! " 2 HBO-ICT ! ! ! ! 44 Bevorderingsnormen overgang 3 vwo – 4 vwo Algemene uitgangspunten: · Leerlingen worden uitsluitend bevorderd indien zij voor vakken Nederlands, Engels en wiskunde maximaal 1x 5 hebben; · Een 5 telt als 1 onvoldoende; · Een 4 telt als 2 onvoldoendes; · Een 3 telt als 3 onvoldoendes. Als aan bovenstaande eis is voldaan gelden onderstaande normen: Profiel Profielvakken Directe bevordering Bespreking CM Afgewezen wi gs ak of ec - 19 punten voor profielvakken - max. 3 onvoldoendes - 18 punten voor overige situaties wi ec gs - 19 punten voor profielvakken - max. 3 onvoldoendes - 18 punten voor overige situaties wi sk ak - 19 punten voor profielvakken - max. 3 onvoldoendes - 18 punten voor overige situaties NT wi sk na - 20 punten voor profielvakken - max. 3 onvoldoendes 3 vwo: Een leerling die niet voldoet aan bovenstaande eisen komt in bespreking voor plaatsing in 4 havo. EM NG 45 profielvakken - max. 4 onvoldoendes profielvakken - max. 4 onvoldoendes profielvakken - max. 4 onvoldoendes - 19 punten voor profielvakken - max. 4 onvoldoendes overige situaties
© Copyright 2025 ExpyDoc