Boekje profielkeuze 4 vwo (2014-2015)

Profielkeuze
4 VWO
2014-2015
OSCAR ROMERO
Inhoudsopgave
Inleiding
De Tweede Fase op Oscar Romero
Keuzemogelijkheden
De profielen
Vakbeschrijvingen
Nadere vooropleidingseisen van VWO naar WO
Nadere vooropleidingseisen van VWO naar HBO
Overgangsnormen
Colofon
Tabor College
locatie Oscar Romero
Tel.: 0229-285685
Bezoekadres:
Bouwsteen 1
1625 PD Hoorn
Postadres:
Postbus 363
1620 AJ Hoorn
Decaan VWO :
Drs. F.C van Arenthals
mail: [email protected]
Maart 2014
1
2
4
5
6
11
32
38
45
Inleiding
In de loop van de komende maanden moet je een belangrijke keuze
maken, namelijk je profielkeuze.
Door tijdens het mentoruur de opdrachten te maken van de methode
Qompas leer je wat er allemaal komt kijken bij het maken van een goede
keuze. Zo spelen bij je keuze jouw capaciteiten, interesses en wat je
belangrijk vindt een rol.
Aan de hand van deze brochure en de overzichten met de eisen die de
vervolgopleidingen stellen (achterin deze brochure), kun je nagaan met
welk profiel en welke vakken je welke opleidingen later kunt gaan volgen.
Heel veel informatie over vervolgopleidingen en andere zaken die met de
keuze te maken hebben, kun je overigens ook vinden op Qompas.
Hoewel het natuurlijk belangrijk is dat je bij het maken van je
profielkeuze rekening houdt met je interesses en gewenste
vervolgopleiding, is het minstens zo belangrijk dat er rekening wordt
gehouden met je capaciteiten en cijfers. Het is namelijk wel de bedoeling
dat je het diploma behaalt. Daarom geven de vakdocenten eind februari
een duidelijk advies, waarin wordt aangegeven of zij het verantwoord
vinden dat je hun vak in de bovenbouw gaat volgen. Uiterlijk 3 maart
moet je zelf een voorlopige keuze hebben gemaakt en digitaal hebben
ingevuld in Qompas.
In maart vindt er een rapportvergadering plaats, waarbij er naar
aanleiding van jouw voorlopige keuze, de rapportcijfers, de uitslagen van
een capaciteitentest én de adviezen van de vakdocenten een bespreking
plaats vindt. Gelijk met je rapport krijg je dan een brief mee waarin de
rapportvergadering een advies geeft over de door jou gemaakte
profielkeuze. Dit advies kan tijdens de ouderavond met de mentor of de
decaan besproken worden.
Op 4 april dien je je definitieve profielkeuze (ook weer digitaal) in te
leveren. Indien je na deze datum nog een wijziging wilt aanbrengen in
het gekozen vakkenpakket dien je een schriftelijk, door je ouders
ondertekend, verzoek hiertoe in te dienen bij de decaan. De
schoolleiding beslist, meestal overigens pas aan het einde van het
schooljaar, of deze pakketwijziging nog kan plaatsvinden.
Tenslotte vindt er begin juli een eindrapportvergadering plaats waarbij de
rapportvergadering beslist of je voor het gekozen profiel bevorderd kunt
worden naar 4 vwo (of eventueel naar 4 havo). De overgangsnormen
vind je achterin dit boekje.
Bij het maken van je keuze, moet je er ook rekening mee houden dat de
manier van werken in de bovenbouw heel anders is dan je tot nu toe
2
gewend bent. Je wordt veel meer aangesproken op je eigen
verantwoordelijkheid. Je moet zelf goed plannen en vanaf het begin
stevig aanpakken. Er zijn veel minder toetsen in de bovenbouw. Kleine
overhoringen zijn er bijna niet. Die 1- en 2- toetsen vind je nu misschien
vervelend, maar bedenk dat je in de Tweede Fase je cijfer meestal niet
meer kunt ophalen met allerlei kleine werkjes. Je moet je cijfer echt via
grotere toetsen, werkstukken en opdrachten samenstellen. Verder word
je beoordeeld op de manier waarop je (door)werkt.
Als je gewend bent om vooral te werken voor toetsen zul je je werkwijze
ingrijpend moeten veranderen. Je zult goed moeten plannen en
tussentijds het maak- en leerwerk, zelfs wanneer dat niet als huiswerk
opgegeven wordt, goed moeten bijhouden.
Ook zul je eraan moeten wennen dat veel onderdelen meteen al
meetellen voor je examen en dat ook bepaalde activiteiten waar je geen
cijfer voor krijgt toch gedaan moeten worden om naar een volgend
leerjaar over te kunnen gaan.
Het werk in de Tweede Fase is duidelijk zwaarder dan dat in klas 3.
Besef dat goed bij de keuze waar je nu voor staat.
(Aan de inhoud van deze brochure kunnen geen rechten worden
ontleend.)
3
De Tweede Fase op Oscar Romero
In het kort volgt hieronder de werkwijze in de bovenbouw van het vwo.
De decaan en een aantal van jullie docenten zullen jullie wellicht al het
een en ander verteld hebben over de organisatie in de Tweede Fase.
Hier vermelden we daarom alleen enkele hoofdzaken, voor jullie en voor
jullie ouders.
In de bovenbouw heb je een aantal gemeenschappelijke vakken en
worden vakken geclusterd. Afhankelijk van de profiel- en vakkenkeuze
worden van uur tot uur de lesgroepen anders samengesteld. We moeten
dat doen om optimaal gebruik te kunnen maken van onze leerkrachten
en van het gebouw. Dit clusteren is niet uniek voor Oscar Romero, het
vindt plaats op vrijwel alle middelbare scholen in Nederland.
Naast de contacturen ben je op school nog voor enkele uren bezig. Het
gaat hierbij om aanwezigheid in een mentoruur, werk in de mediatheek
of tijd die je nodig hebt voor overleg met medeleerlingen voor opdrachten
en projecten.
Om een en ander goed te begeleiden krijg je in de Tweede Fase een
persoonlijke mentor die regelmatig een studievoortganggesprek met je
voert en je resultaten en ontwikkeling volgt.
Het hele jaar door en in de hele bovenbouw wordt er gewerkt met
studiewijzers via de elektronische leeromgeving. Er wordt van je
verwacht dat je de studiewijzers gebruikt bij de planning van je
werkzaamheden op school en thuis. Bij de meeste vakken heb je daar in
de onderbouw al kennis mee gemaakt. Probeer het zelfstandig werken
en plannen goed onder de knie te krijgen, want het is een belangrijk
onderdeel van het werken in de Tweede Fase.
Het laatste wat we hier willen vermelden is het feit dat je 2 roosters per
jaar zult hebben. In ieder halfjaar heb je weer twee (cijfer)periodes.
Elke periode wordt afgesloten door een toetsweek, dat zijn er dus vier
per jaar.
4
Keuzemogelijkheden
Nadat je in de brugklas een keuze had gemaakt voor een bepaalde
afdeling, heb je in de tweede klas moeten kiezen welke moderne
vreemde taal je wilde laten vallen. Nu je in de derde zit moet je niet
alleen kiezen met welk profiel je verder wilt, maar ook welke
keuzevakken je daarbij opneemt. Je moet daarbij de volgende keuzes
maken:
Ten eerste moet je in het gemeenschappelijk deel één taal kiezen uit de
twee moderne vreemde talen waar je in klas 2 mee door bent gegaan. Je
moet daar dus Frans, Duits of Spaans kiezen.
Ten tweede dien je een keuze te maken uit de profielen CM, EM, NG of
NT.
Ten derde moet je bij het door jouw gekozen profiel één of meerdere
vakken kiezen.
Let op: Houd er rekening mee dat de keuze van een bepaald
keuzevak niet altijd gehonoreerd kan worden in verband met
groepsgrootte en/of roosterbaarheid!
Een profielkeuzevak of een keuze-examenvak mag alleen in klas 4
tijdens cijferperiode 1 ingewisseld worden voor een ander keuzevak,
maar dat mag uitsluitend wanneer dat roostertechnisch en vakinhoudelijk
mogelijk is. Opgelopen achterstanden zullen dan natuurlijk wel moeten
worden ingehaald.
5
De Profielen
Het vakkenpakket van een leerling bestaat uit twee delen:
- Het gemeenschappelijk deel dat voor iedereen verplicht is en waar
binnen je één moderne vreemde taal (MVT) kiest.
- Het profieldeel. De leerling maakt een keuze voor een profiel en maakt
een keuze uit een aantal bij dat profiel horende vakken.
Gemeenschappelijk deel Atheneum
Nederlands
Engels
MVT: Duits, Frans of Spaans
Maatschappijleer
Lichamelijke Opvoeding (LO)
Cultuur en Kunstzinnige Vorming (CKV)
Algemene Natuurwetenschappen (ANW)
Profielwerkstuk (PWS)
Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding (LOB)
Het geheel vrije deel
6
Profiel Cultuur en Maatschappij (CM)
Verplichte Profielvakken:
Wiskunde A of C
Geschiedenis
Profielkeuzevakken:
Kies drie vakken uit de vier volgende mogelijkheden:
Economie
Aardrijkskunde
Kunst: Beeldende Vorming* of Kunst: Muziek*
MVT: Duits of Frans of Spaans
Keuze-examenvak
Kies tenslotte nog één vak:
Economie
Aardrijkskunde
Duits
Frans
Spaans
Kunst: Beeldende Vorming*
Kunst: Muziek*
Bewegen, Sport en Maatschappij (BSM)
*
Er mag in totaal slechts één kunstvak gekozen worden.
7
Profiel Economie en Maatschappij (EM)
Verplichte Profielvakken:
Wiskunde A
Geschiedenis
Economie
Profielkeuzevakken:
Kies twee vakken uit de drie volgende mogelijkheden:
Management & Organisatie (M&O)
Aardrijkskunde
MVT: Duits of Frans of Spaans
Keuze-examenvak
Kies tenslotte nog één vak:
Management & Organisatie
Aardrijkskunde
Duits
Frans
Spaans
Kunst: Beeldende Vorming*
Kunst: Muziek*
Bewegen, Sport en Maatschappij (BSM)
Informatica
*
Er mag in totaal slechts één kunstvak gekozen worden.
8
Profiel Natuur en Gezondheid (NG)
Verplichte Profielvakken:
Wiskunde A
Scheikunde
Biologie
Profielkeuzevakken:
Natuur, Leven en Technologie (NLT)
Aardrijkskunde
Keuze-examenvak:
Kies tenslotte nog één vak:
Economie
Duits
Frans
Spaans
Bewegen, Sport en Maatschappij (BSM)
Informatica
Natuurkunde
9
Profiel Natuur en Techniek (NT)
Verplichte Profielvakken:
Wiskunde B
Scheikunde
Natuurkunde
Profielkeuzevakken:
Natuur, Leven en Technologie (NLT)
Informatica
Keuze-examenvak:
Kies tenslotte nog één vak:
Biologie
Economie
Duits
Frans
Spaans
Kunst: Beeldende Vorming**
Kunst: Beeldende Vorming is bij de N-profielen toegestaan bij het NT-profiel en
dus alleen in combinatie met Wiskunde B én Natuurkunde.
**
10
Vakbeschrijvingen
Gemeenschappelijk Deel
Nederlands
CE (Centraal Examen)
Wat kun je van het vak verwachten?
In de vierde, vijfde en zesde klas houd je je bezig met drie onderdelen:
leesvaardigheid, schrijfvaardigheid en spreekvaardigheid. Alle drie de
onderdelen worden in schoolonderzoeken getoetst.
Bij leesvaardigheid besteed je aandacht aan de inhoud en de opbouw
van verschillende soorten teksten en aan de door de schrijver gebruikte
(wijze van) argumenteren. Je leert van grote teksten ook
samenvattingen te maken.
Bij schrijfvaardigheid komen allerlei schrijfopdrachten aan bod: brieven,
uiteenzettingen, beschouwingen en betogen. Uiteraard spelen hierbij
ook de onderdelen idioom, stijl en spelling een rol.
Voor het onderdeel spreekvaardigheid houd je in de vierde klas enkele
voordrachtjes, neem je in de vijfde deel aan een debat/discussie en
presenteer je in de zesde klas je profielwerkstuk.
Daarnaast houd je je bezig met de Nederlandse literatuurgeschiedenis
en het lezen en verwerken van literatuur.
Engels
CE
Bij het vak Engels krijg je te maken met de volgende onderdelen:
a. Leesvaardigheid: ervaring opdoen met extensief lezen,
samenvatten van teksten en informatie verwerven m.b.v. ICT.
b. Luistervaardigheid: ervaring opdoen met extensief luisteren en het
maken van aantekeningen bij een tekst.
c. Gespreksvaardigheid: de taal in communicatieve situaties
gebruiken en een presentatie in het Engels houden.
d. Schrijfvaardigheid: Engels gebruiken in het kader van
correspondentie – m.b.v. telecommunicatie – en van verslaggeving.
e. Oriëntatie op studie en beroep: informatie inwinnen over
vervolgopleidingen en beroepen waarvoor Engels relevant is en/of
een specifieke rol speelt.
Daarnaast houd je je bezig met de Engelse literatuurgeschiedenis en
het lezen en verwerken van literatuur.
11
ANW
Alleen SE (School Examen)
Algemene Natuurwetenschappen (ANW) is een vak in het
gemeenschappelijk deel van de Tweede Fase. ANW is een
natuurwetenschappelijk vak maar de invalshoek is totaal verschillend in
vergelijking met de vakken Biologie, Natuurkunde en Scheikunde. ANW
gaat over de natuurwetenschappen en techniek in relatie tot de
maatschappij. Centraal staan vier vragen:
1.
Waar haal je je kennis vandaan?
2.
Hoe weet je wat waar is?
3.
Hoe gebruik je kennis?
4.
Mag alles wat kan?
Bovenstaande vragen komen aan de orde bij uiteenlopende
onderwerpen als: klonen, duurzaamheid, genetische manipulatie,
astronomie, energie, etc..
Als rode draad door het programma loopt het lezen, onder woorden
brengen, inschatten van maatschappelijke relevantie en vormen van
een eigen mening aan de hand van populair natuurwetenschappelijke
artikelen, zoals de wetenschapsbijlagen in dagbladen.
Voor ANW krijg je een cijfer dat meetelt voor het bepalen van je
Combinatiecijfer.
Maatschappijleer
Alleen SE
Het vak Maatschappijleer wil je helpen meer grip te krijgen op de
samenleving. De doelstelling van het vak kan dan ook als volgt
omschreven worden: je moet in staat zijn om – zelfstandig en met
anderen – problemen in de samenleving vanuit verschillende kanten te
benaderen en te bekijken. Je moet je op grond van deze studie een
goed beargumenteerde mening vormen, zodat je kunt bepalen wat jouw
houding zal zijn.
Veel zaken in onze maatschappij zijn goed geregeld. Als je wilt
meepraten over wat er met jou en in de wereld om je heen moet
gebeuren, moet je wel weten waar een discussie om gaat. Omdat er
over maatschappelijke onderwerpen veel informatie te verzamelen is,
moet je een selectie maken. Niet alle informatie is nu eenmaal
belangrijk. Onderwerpen die besproken worden zijn:
Vaardigheden en benaderingswijzen
Rechtsstaat
Parlementaire Democratie
Pluriforme Samenleving
Verzorgingsstaat
Voor het vak Maatschappijleer krijg je een cijfer dat meetelt voor het
bepalen van je Combinatiecijfer.
12
CKV
Alleen SE
CKV staat voor Cultuur en Kunstzinnige Vorming. In dit vak maak je
kennis met de verschillende kunstuitingen en de verschillende
kunstdisciplines: beeldende kunst, fotografie, architectuur,
videokunst, film, drama, muziek, dans en literatuur.
De eigen ervaringen van leerlingen staan in CKV centraal.
Het vak CKV bestaat uit vier domeinen:
Domein A: je moet aan tenminste 10 culturele activiteiten hebben
deelgenomen. De culturele activiteiten dienen gespreid te zijn over
verschillende kunstdisciplines.
Domein B: aan de hand van een aantal thema’s ga je relaties
ontdekken tussen en meer zicht krijgen op de historische achtergrond
en de ontwikkelingen van de verschillende kunstdisciplines.
Domein C: je hebt individueel of in groepjes, actief deelgenomen aan
praktische activiteiten, gericht op het maken van een eigen werkstuk of
productie binnen één of meer kunstdisciplines.
Domein D: je stelt een kunstdossier samen, waarin je in woord, beeld
en/of geluid verslag doet van de culturele activiteiten (domein A), de
behandelde thema’s, opdrachten uit domein B en het resultaat en de
uitwerkingen van de praktische opdrachten (domein C).
Aan de hand van de geleerde begrippen en de opgedane ervaringen
leer je bij het ontwikkelen van het kunstdossier nadenken over de
gemaakte keuzes en opdrachten. In de vorm van een eindgesprek, een
presentatie of een eindverslag wordt het kunstdossier afgesloten.
Tenslotte moet je voor het vak CKV gebruik weten te maken van de
verschillende toepassingsmogelijkheden van ICT.
13
Lichamelijke Opvoeding
Alleen SE
We gaan verder waar we in de onderbouw zijn gebleven waarbij we
aandacht hebben voor een aantal nieuwe sporten.
Het onderdeel bewegen bestaat uit:
·
spel (voetbal, frisbee, American Football, softball, volleyball,
basketball, ….)
·
dans (komen tot je eigen thema dans)
·
turnen (o.a. trampoline springen)
·
atletiek (conditionele aspecten en speerwerpen)
·
zelfverdediging (judo en wellicht boksen)
Daarnaast zijn er nog drie andere onderdelen:
bewegen & regelen (observeren & beoordelen van …, analyseren van
…, hulpverlenen, organiseren)
bewegen & gezondheid
bewegen & samenleving (keuzes leren maken, aandacht voor
maatschappelijke en ethische aspecten van sport en bewegen)
Kortom veel bewegen en plezier in sport beleven.
Profielwerkstuk
Alleen SE
Het Profielwerkstuk (PWS) is een soort bekroning van datgene wat je
hebt geleerd aan kennis en (onderzoeks)vaardigheden binnen het door
jou gekozen profiel. Bij het PWS werk je meestal samen met één of
twee leerling(en) aan een onderzoek op het gebied van één of twee
“grotere” vakken welke horen bij het gekozen vakkenpakket. Voor het
Profielwerkstuk krijg je een cijfer dat meetelt voor het bepalen van je
Combinatiecijfer.
14
Loopbaanoriëntatie Alleen SE
Wanneer je eenmaal met het door jou gekozen profiel in de 4e klas zit,
is het nodig dat je je verder gaat oriënteren op de vervolgopleidingen.
Binnen het Gemeenschappelijk Deel is er voldoende tijd ingeruimd voor
deze Loopbaanoriëntatie (LOB). Het is de bedoeling dat je die tijd
gebruikt om naar “open dagen” te gaan of op de computer en via
internet op zoek gaat naar informatie over vervolgopleidingen. Verder
kun je nog denken aan meeloopdagen, proefstuderen, masterclasses,
aansluitingsprojecten vwo- wetenschappelijk onderwijs, een stagedag
etc.. Van alles wat je onderneemt, in het kader van het zoeken van een
goede vervolgopleiding en mogelijk beroep, moet je verslag doen in een
dossier, het toekomstdossier. Aan de hand van dit dossier kan je laten
zien aan je decaan en mentor wat je hebt ondernomen en eventueel
overleggen wat je nog meer kan doen. Wanneer je naar de mening van
je decaan voldoende ondernomen hebt, wordt het toekomstdossier
toegevoegd aan je Schoolexamen.
Naast informatie die je van je decaan krijgt, is het de bedoeling dat de
vakdocenten in hun lessen aandacht besteden aan de relatie van het
vak met de praktijk. Bijvoorbeeld een vak als Natuurkunde vindt veel
toepassing in technische maar ook medische beroepen. Veel van deze
informatie over wat je kan met een bepaald vak zul je ook terugvinden
in de schoolboeken die je gebruikt.
Je ziet dat, nadat je dit jaar gekozen hebt voor een bepaald profiel, je
de komende 2-3 jaar bezig zal zijn met het zoeken naar een
vervolgopleiding en mogelijk beroep. Dat is een doorlopend proces,
waarin je iedere keer weer bij je zelf moet nagaan: waar ben ik goed in,
wat vind ik leuk en belangrijk en wat past het best bij mij? Dat is
moeilijk, maar ook een uitdaging, het gaat immers om je toekomst.
15
Vakbeschrijvingen
Profiel- en keuze-examenvakken
Frans
CE
De basis die in leerjaar 1, 2 en 3 wordt gelegd, wordt uitgebreid in klas
4, 5 en 6, maar de nadruk komt te liggen op creatief en actief
taalgebruik.
Voor schrijfvaardigheid leer je persoonlijke en zakelijke brieven te
schrijven, waarbij de grammatica een ondersteunende rol speelt.
Verder staat spreekvaardigheid centraal in verschillende situaties
waarin je terecht kunt komen als je in Frankrijk bent, zoals bij het
boeken van een reis, het reserveren van een hotelkamer of
campingplaats en het vragen naar de weg.
Er zal aandacht zijn voor luister- en kijkvaardigheid met behulp van
CITO-toetsen maar ook met materiaal van de NOT en film- en
televisiefragmenten.
Een belangrijk onderdeel is de leesvaardigheid, waarbij je vragen moet
beantwoorden over Franse teksten uit kranten en tijdschriften. Dit
onderdeel wordt in het examenjaar centraal getoetst bij het Centraal
Schriftelijk Eindexamen.
Naast de onderdelen schrijf-, spreek-, luister- en leesvaardigheid
besteden we tijdens de lessen aandacht aan het onderdeel Kennis van
Land en Volk, waarbij de Franse geschiedenis en cultuur aan bod
komen.
Daarnaast is er aandacht voor de Franse literatuurgeschiedenis en
literatuur omdat leerlingen 3 à 4 Franse boeken/verhalen moeten
lezen. Een deel daarvan lezen we klassikaal, de rest wordt individueel
gelezen.
Verder zal de sectie Frans, afhankelijk van het aanbod en
enthousiasme van de leerlingen, een bezoek aan het theater of de
bioscoop organiseren als er een interessante voorstelling is.
Ten slotte behoort een schoolreis naar Parijs tot de mogelijkheden om
het geleerde in de praktijk te brengen en de Franse geschiedenis en
cultuur aan den lijve te ervaren.
16
Duits
CE
In de bovenbouw zal Duits opgebouwd zijn uit vier vaardigheden:
Spreekvaardigheid: in de bovenbouw ga je verder werken aan je
woordenschat en je spreekvaardigheid. In iedere periode leer je hoe je
moet praten over leuke onderwerpen als bijvoorbeeld muzikale smaak,
vrije tijd, geld en uitgaan. Je kunt dan je mening over deze en andere
onderwerpen in het Duits uitdrukken en leert natuurlijk ook de
woordenschat die daarbij hoort. Uiteindelijk zal dan op het mondeling
blijken, dat je al lekker Duits kunt praten. Dit wordt getoetst met o.a.
voorleestekstjes, idioomzinnetjes, een dialoog met je docent en een vrij
spreekbeurtje.
Luistervaardigheid: net als in de derde klas ga je heel veel kijkluisteren. Met de beamer halen we het echte Duitsland via het internet
en dvd’s het klaslokaal binnen en kun je veel oefenen. Dit gaat via
samenvatten en het beantwoorden van mc-vragen tot open vragen over
wat je te horen krijgt. Er vinden kleinere toetsen plaats en er zijn twee
grotere CITO-toetsen.
Schrijfvaardigheid: in de derde klas heb je met je briefdossier al
aardig wat ervaring met schrijven opgedaan. Ook dit wordt verder
uitgebreid (maar wel altijd met een opzoekgrammatica). Je gaat je
voorbereiden op twee schrijftoetsen: een persoonlijke brief (aan een
vriend / vriendin) en een officiële (reservering, sollicitatie).
Leesvaardigheid: in de bovenbouw wordt dit regelmatig geoefend,
waarbij we werken met o.a. internetopdrachten en oefenexamens. Deze
oefening moet dan leiden tot een mooi tekstcijfer op je CE.
Daarnaast houd je je bezig met de Duitse literatuurgeschiedenis en het
lezen en verwerken van literatuur.
17
Spaans
CE
Als je Spaans (de tweede handelstaal!) kiest, zul je worden getraind in
de volgende vaardigheden: lezen, luisteren, spreken en schrijven.
Daarnaast zul je kennis maken met de rijke cultuur en literatuur en
literatuurgeschiedenis van Spanje en Spaans-Amerika.
De nadruk komt te liggen op leesvaardigheid doordat het Centraal
Examen (50%) uit teksten bestaat. Je doet ruime ervaring op in het
lezen van verschillende soorten teksten in het Spaans. De andere
onderdelen doe je alleen in het Schoolexamen.
In de Spaanse lessen wordt zoveel mogelijk aangesloten bij jullie
interesse en de lessen worden op een activerende manier gegeven. De
taalvaardigheden die worden aangeleerd zijn in ieder geval de
basisvaardigheden die veel in de praktijk voorkomen, zoals informatie
vragen, een mening vragen, een oordeel geven, iets of iemand
beschrijven, onderhandelen. Je zult Spaans veel in de praktijk oefenen
in de lessen, tijdens presentaties die je houdt in de klas en in het
Taaldorp dat op Oscar Romero georganiseerd wordt en misschien wel
tijdens een door school georganiseerde Barcelona-reis !
18
Geschiedenis
CE
Bij het vak Geschiedenis ontwikkel je niet alleen inzicht in het verleden
maar leer je ook actuele gebeurtenissen te begrijpen en op waarde te
schatten.
In de bovenbouw draait het bij Geschiedenis vooral om algemene
kennis, de zogenaamde "oriëntatiekennis".
Er zal uiteindelijk worden getoetst of je voldoende algemene kennis
hebt over de geschiedenis van met name West-Europa en Nederland.
Deze geschiedenis is verdeeld in tien perioden. Er wordt niet alleen van
je verwacht dat je de 'kenmerkende aspecten' van elke periode
kunt(her)kennen, maar bijvoorbeeld ook dat je verschillen en
overeenkomsten tussen periodes kunt aangeven.
Deze tien periodes zijn:
1. tijd van jagers en boeren ( tot 3000 voor Christus);
2. tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.Chr.-500 n.Chr.)
3. tijd van monniken en ridders (500-1000)
4. tijd van steden en staten (1000-1500)
5. tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600)
6. tijd van regenten en vorsten (1600-1700)
7. tijd van pruiken en revoluties (1700-1800)
8. tijd van burgers en stoommachines (1800-1900)
9. tijd van de wereldoorlogen (1900-1950)
10.tijd van televisie en computer (vanaf 1950) .
Daarnaast worden er vijf door de school bepaalde thema's behandeld.
Er wordt van uitgegaan dat bij de behandeling van deze thema's
verbanden worden gelegd met de algemene kenmerken van de
tijdvakken.
Er kan bijvoorbeeld gekozen worden voor de behandeling van de
geschiedenis van een land (de Verenigde Staten), waarbij een aantal
tijdvakken aan de orde komt en ook aandacht wordt geschonken aan
de relatie met Nederland (de stichting van New York). Een thema kan
ook over de lokale geschiedenis van Hoorn en West-Friesland gaan.
Een persoon (Willem van Oranje) of een bevolkingsgroep
(industriearbeiders) kan ook onderwerp van een thema zijn.
Tenslotte wordt ook tijd ingeruimd voor de behandeling van de
geschiedenis van de democratie en de rechtsstaat in Nederland .
19
Aardrijkskunde CE
Een boeiend en afwisselend vak, Aardrijkskunde in de Tweede Fase,
neemt je weer mee langs alle aspecten van wat de natuur en wat de
mens met het aardoppervlak doet. Aardrijkskunde kun je zien als een
vak dat een grote bijdrage levert aan je algemene ontwikkeling en je
een goede basis geeft voor heel veel verschillende studierichtingen.
Met dit vak leer je de achtergronden van berichten uit de krant en van
de televisie over bijv. asielzoekers, uitbreiding van Schiphol,
wateroverlast en aardbevingen beter te begrijpen. Je leert over de
natuurlijke omstandigheden op aarde en over de mensen die de aarde
bewonen.
Er komen vele verschillende onderwerpen aan de orde, zoals:
-
Zuidoost Azië, hierin komen de economische
ontwikkeling,natuurlijke gevaren en culturele en etnische
verschillen aan de orde.
-
Leefomgeving, hierbij komen overstromingen,
vrijetijdsbesteding en recreatie en de Europese Unie aan de
orde.
-
De Aarde, binnen dit onderdeel wordt aandacht besteed
aan aardbevingen, klimaten en klimaatsveranderingen
-
De Wereld, hierbij gaat het onder andere over het
voedselvraagstuk.
-
Onderzoek in je eigen omgeving, bij dit onderdeel ga je
alleen of met een groepje een klein onderzoek verrichten in
je eigen woon- of leefomgeving (een onderzoek naar
recreatiemogelijkheden, winkelvoorzieningen, veiliger
verkeersroutes, tevredenheid over woonwijken etc.).
20
Economie
CE
Bij het vak Economie maak je kennis met veel begrippen die je elke dag
in de krant kunt lezen, op de tv hoort, beluistert in gesprekken tussen
bijvoorbeeld je ouders of die je later tegen kunt komen op je werk en bij
veel gebeurtenissen in het dagelijkse leven.
Er is een groot verschil met Economie in de onderbouw. Er wordt meer
inzicht van je verwacht. Je moet bijvoorbeeld kunnen uitleggen waarom
een bepaalde soort werkloosheid ontstaat, waarom de koers van de
dollar stijgt, waarom inflatie ontstaat enz..
Een aantal onderwerpen die we in de lessen Economie behandelen
zijn: oorzaken van werkloosheid, produceren, de koersen van de dollar
en de euro, de relatie van Nederland met Europa, belastingen,
verzekeringen, sparen voor later, de ontwikkeling van de economie en
waarom dit soms niet zo goed gaat, wat doen banken precies en wat
doen ze eigenlijk niet, de ontwikkeling van de prijzen en wat voor
gevolg dit heeft voor je koopkracht enz..
Je krijgt niet alleen meer theorie dan in de derde klas, maar ook inzicht,
rekenen en een stukje Wiskunde spelen een rol.
Management & Organisatie
CE
Mensen die leiding geven en beslissingen nemen ( het management )
hebben informatie nodig om besluiten te kunnen nemen. De managers
werken samen binnen een organisatie. Daarom is het ook van belang
te weten wat er binnen organisaties gebeurt.
Bij M&O leer je hoe mensen kunnen samenwerken, welke regels er
gelden bij het nemen van een beslissing en het geven van leiding. Om
leiding te geven in een organisatie moet je met allerlei gegevens
kunnen omspringen. Je neemt immers beslissingen op grond van
informatie uit verslagen, overzichten en getallen. Je moet inzicht
ontwikkelen in het nemen van beslissingen in commerciële (bijv. een
bedrijf) en niet-commerciële organisaties (bijv. een sportvereniging).
Bij M&O zul je de volgende onderwerpen tegenkomen:
Marketingbeleid
Interne organisatie en personeelsbeleid
Financieel beleid
Ondernemingsraad
Externe fin. verslaggeving Medezeggenschapsraad
Financiering
Keuzeproblematiek
Informatievoorziening met behulp van ICT
Aan de hand van de leerstof werk je aan het vergroten van je informatie
vaardigheden (hoe weet je welke informatie er nodig is ?) en
strategische vaardigheden (hoe los je op systematische wijze
vraagstukken op?)
21
Wiskunde C
CE
Bij Wiskunde C leer je hoe wiskunde gebruikt kan worden in het
dagelijks leven. De wiskundekennis die je opbouwt is niet heel groot.
Wel leer je deze wiskundige kennis toe te passen in praktische
situaties.
De inhoud van het vak is:
Tabellen, grafieken, verbanden en formules begrijpen en
gebruiken bij praktische situaties.
Kansen op een systematische manier berekenen en
gebruiken.
Resultaten leren ordenen in grafische voorstellingen zoals
staaf- en cirkeldiagrammen, en het berekenen van het
gemiddelde en de spreiding.
Theorie en toepassingen van steekproeven en het toetsen
van hypothesen.
Keuzeonderwerpen, te bepalen door de school.
Wiskunde A
CE
Het vak Wiskunde A bevat alle elementen die hierna bij Wiskunde C
genoemd worden. Er is echter een belangrijke uitbreiding op het terrein
van functies en grafieken. Dit onderdeel heet differentiaalrekening en is
een methode om uit te zoeken hoe functies stijgen of dalen.
Dit betekent dat met dit vak een hoger wiskundig niveau wordt bereikt
dan met Wiskunde C.
22
Wiskunde B
CE
Wiskunde B is veel meer theoretisch gericht dan wiskunde A. Het vak
bereidt voor op studies met hogere eisen aan theoretisch inzicht op
exacte terrein.
De inhoud van het vak is:
Analyse: omgaan met formules en functies,
differentiaalrekening (dat is rekenen aan de helling van
grafieken), goniometrie (periodieke functies, zoals de sinus),
berekenen van oppervlakte onder een grafiek en het
onderzoeken van bijzondere krommen.
Vlakke meetkunde: het beredeneren van de eigenschappen
van meetkundige figuren zoals driehoeken, vierhoeken,
cirkels en ellipsen. Bij dit deel van de stof leer je een
bewijsvoering op te zetten en logisch te redeneren.
Keuzeonderwerpen
De verhouding tussen de drie delen van de leerstof is ongeveer
60 : 30 : 10.
23
Natuurkunde
CE
In de Natuurkunde onderzoekt men hoe de natuur (in de ruimste zin) in
elkaar zit. Met de manier waarop natuurkundigen dit doen (met behulp
van de natuurwetenschappelijke methode) heb je al een beetje kennis
gemaakt. Je weet nu dat waarnemingen (metingen) aan experimenten
en verwerking daarvan (tabellen, grafieken !) een belangrijke plaats
innemen. Dit is immers de beste manier om erachter te komen hoe de
werkelijkheid in elkaar steekt !
Je leert een aantal vaardigheden te beheersen, zoals:
- zowel mondeling als schriftelijk iets duidelijk kunnen overbrengen
- wiskundige berekeningen uitvoeren
- informatie verzamelen en selecteren
- bepaalde apparaten bedienen
- een simpel ontwerp maken
- onderzoek doen
- aangeven waar verbanden liggen tussen Natuurkunde en de
maatschappij
Je leert iets van de natuurkundige onderwerpen:
- Elektrische processen (schakelingen, fysische informatica,
magnetisme, transformator, enz.)
- Mechanica (krachten, energie, impuls, botsing, bewegingen enz.)
- Warmteleer (gassen, vloeistoffen, warmtetransport,
energieomzetting)
- Golven en straling (trillingen, geluid, licht, elektromagnetisch
spectrum, radioactiviteit enz.)
- Moderne fysica (atoomfysica, kernfysica, astrofysica)
24
Scheikunde
CE
Het huidige Scheikunde onderwijs beweegt zich richting de
zogenaamde “Context en Concept” benadering. Dat klinkt allemaal erg
ingewikkeld, maar dat is het niet. Een “context” is een voorbeeld uit het
dagelijks leven, denk aan een wegwerp luier. Daarin zitten stoffen die
enorm veel vocht kunnen opnemen. Een stukje chemisch vernuft!
Welke structuur eigenschappen moet een stof op deeltjesniveau
hebben om dit te kunnen? Het vak Scheikunde wil een antwoord geven
op dit soort vragen. In de Scheikunde springen we daarom steeds heen
en weer tussen de dingen die we wel kunnen zien (de stoffen en
materialen om ons heen) en de dingen die we niet kunnen zien (de
kleinere deeltjes zoals moleculen en atomen).
De onderwerpen die de revue passeren zijn de structuren van stoffen
op deeltjesniveau, allerhande soorten chemische processen zoals de
werking van een batterij, rekenen aan reacties, chemische technieken
om bijvoorbeeld een gehalte te bepalen en de chemie ‘van het leven’
(koolstofchemie en biochemie).
Behalve de theoretische kennis is er natuurlijk ook veel aandacht voor
practicum, waarbij het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden een
centrale plek inneemt. In de bovenbouw ga je veel onderzoek doen en
vooral veel onderzoek zelf leren opzetten. Geen kookboek practica,
maar zelf je hersens gebruiken. Als dit geen uitdaging voor je is…
25
Biologie
CE
Het vak Biologie geeft je kennis over en inzicht in bepaalde onderdelen
van de biologie, zoals die hieronder zijn weergegeven. De onderwerpen
zijn zo gekozen dat met de opgedane kennis je in de praktijk van
alledag goed toegerust bent om over belangrijke biologische zaken mee
te denken en te praten. De opgedane kennis kun je dan o.a. toepassen
in je dagelijks leven.
Die toepassingen kunnen liggen op het gebied van gezondheid, natuur
en milieu, voedsel en voedselproductie en techniek.
Vaardigheden nemen een belangrijke plaats in binnen het Biologieonderwijs: vaardigheden zoals onderzoeksvaardigheden (het doen van
experimenten), ontwerpvaardigheden en omgaan met
informatietechnologie.
De volgende onderwerpen komen ter sprake:
- Ecologie (relaties tussen mens, dier en plant in hun omgeving)
- Ordening (van organismen in een bepaald systeem)
- Celleer (de bouw van cellen, de onderdelen en hun functies)
- Genetica (hoe worden erfelijke eigenschappen doorgegeven?)
- Voortplanting bij de mens
- De mens (bouw en functie van organen worden bestudeerd)
- Het afweersysteem van de mens
- Ethologie (bestuderen van het gedrag van dieren en mensen)
- Evolutie (de ontwikkeling van het leven op aarde)
- Regeling (wat is de werking van het zenuwstelsel en
het hormoonstelsel?)
- Evolutie (de ontwikkeling van het leven op aarde)
- Stofwisseling (de productie en afbraak van stoffen in planten
en mensen)
26
NLT
alleen SE
Natuur, Leven en Technologie (NLT) is een interdisciplinair Bètavak:
een vakoverstijgend vak dat samenhang laat zien tussen de bètavakken
Biologie, Natuurkunde, Scheikunde, Geografische Aardrijkskunde en
Wiskunde. NLT een vak is een goede voorbereiding voor een studie in
het hoger onderwijs op het gebied van wetenschap en technologie.
Hierin verschilt NLT wezenlijk van ANW. Daar waar ANW de
maatschappelijke kant van de wetenschap en technologie belicht, staat
bij NLT juist de verdieping van de bèta centraal. Bij NLT wordt dieper
ingegaan op nieuwe ontwikkelingen in de wetenschap en technologie.
Tevens zal bij NLT onderzoek doen en ontwerpen centraal staan. De
lessen moeten een duidelijk beeld gaan geven wat een vervolgopleiding
op de universiteit die zich bezighoudt met onderzoek en ontwikkeling,
inhoudt. Voorbeelden van dit soort opleidingen zijn biomedische
technologie, elektrotechniek, geneeskunde, chemische technologie,
natuurkunde, wiskunde, informatica, geologie etc.
Het vak zal modulair worden gegeven, dat wil zeggen dat elke periode
een ander onderwerp centraal staat. Er wordt dus niet gewerkt uit een
leerboek. In de lessen zal praktijk centraal staan.
Enkele voorbeelden van modules zijn:
Dynamisch modelleren: m.b.v. computermodellen simuleren en
analyseren van complexe situaties in natuurwetenschap en techniek.
Forensisch onderzoek (DNA, kogel, vingerafdrukken, etc.): op zoek
naar de dader.
Rijden onder invloed: de effecten van alcohol op het menselijk lichaam
onderzoeken en nagaan hoe dit een rol speelt bij het besturen van
voertuigen.
Communicatie: communicatie in techniek (signalen, codering GPS,
GSM, menselijke zintuigen).
27
Kunst: Beeldende Vorming
Kunst: Muziek
of
CE
Het vak Kunst bestaat uit de volgende onderdelen:
A
B
Kunst Algemeen
Beeldende Vorming of Muziek
A
Kunst Algemeen kun je het beste omschrijven als
kunstbeschouwing en kunstgeschiedenis. Je leert over
achtergronden van de wereld waarin wij leven, onze cultuur. Hoe
kunstenaars hun visie op die cultuur uitwerken.
Alle kunstdisciplines komen aan bod: dans, beeldhouwen,
schilderen, fotografie, film, architectuur, muziek en theater.
Je moet termen en begrippen die met kunst te maken hebben
kunnen hanteren, kunstwerken herkennen en stijlkenmerken
benoemen.
In de les zullen we veel kijken en luisteren. Daarnaast moet je
opdrachten maken n.a.v. bronnenmateriaal.
Kunst Algemeen wordt afgesloten met een schoolexamen en
centraal examen.
B. Kunst: Beeldende Vorming
Bij Beeldende Vorming krijg je de kans je creatief te uiten. Het
praktisch bezig staat centraal. Je leert met verschillende
materialen en technieken om te gaan en jou ideeën te vertalen
naar zowel twee als driedimensionaal werk.
De invalshoeken van de opdrachten bestaan uit het werken:
naar de waarneming
vanuit thema’s ( bijvoorbeeld ‘mythen”)
een toegepaste functie ( affiche, cd-hoes)
vanuit de fantasie
Bij al deze opdrachten begin je met een onderzoek. Het gaat hierbij om
het gebruik van de beeldaspecten: vorm, compositie, materiaal en
techniek in relatie tot de inhoud.
Het ontwikkelen en onderzoeken van het eigen werk wordt ondersteund
door kunstgeschiedenis en kunstbeschouwing.
28
B. Kunst: Muziek
In de eerste plaats staat samen muziek maken in de lessen centraal.
Wanneer je, naast het musiceren in de muzieklessen, verder nog nooit
een instrument hebt bespeeld, begin je met eenvoudige muziekstukken
op een instrument naar keuze. Speel je zelf al een instrument dan
speel je ook op jouw niveau. Daarnaast doe je kennis op van de
muziekgeschiedenis en muziektheorie. Uiteindelijk leer je dit alles te
presenteren.
Vanuit de vaktheorie werken we met de volgende domeinen:
1. Waarnemen en weten: herkennen en benoemen naar
aanleiding van luistervoorbeelden.
2. Onderzoeken van muziekstukken uit de verschillende
stijlperiodes.
3. Muziek en cultuur: muziekstukken ordenen in tijd, plaats en
muziekstijl.
Het geheel wordt tijdens de lessen en aan het einde van het
schooljaar aan elkaar gepresenteerd. Elke leerling wordt vervolgens
beoordeeld op de persoonlijke ontwikkeling.
29
Informatica
alleen SE
Informatica in de Tweede Fase kan niet meer vergeleken worden met
hetgeen in de onderbouw gedaan is. Wat kun je verwachten? Ten
eerste is het belangrijk dat je het leuk vindt om met een computer te
werken. Het betekent overigens niet dat je voortdurend achter de
computer zit. Waarschijnlijk zit je maar maximaal de helft van de tijd
achter de computer. Een belangrijk onderwerp zal de bouw van een
informatiesysteem zijn. Een informatiesysteem kan van alles zijn. Van je
schoolagenda en een bordje met de namen van de afwezige docenten
bij de ingang van de school tot een geautomatiseerd systeem dat met
behulp van een grote relationele database werkt zoals bijvoorbeeld het
computersysteem van de Belastingdienst.
Voordat je zoiets kunt maken is het nodig dat je voldoende theoretische
bagage hebt. Je leert onder andere bijvoorbeeld om informatiestromen te
structureren, informatie toegankelijk te maken en informatie in een
geschikte vorm te presenteren. Uiteraard is er aandacht voor het
Internet. Hoe kun je het gebruiken en hoe werkt het eigenlijk.
Informatica is bepaald geen nerd-vak. Dat betekent dus dat als je goed
bent in spelletjes, het bepaald niet zeker is dat je goed in Informatica
bent. Informatica is zeker geen vak alleen voor jongens. Het is
belachelijk om te veronderstellen dat meisjes minder goed zouden
kunnen omgaan met informatie.
Informatica houdt zich dus bezig met het omgaan met informatie.
Kernvraag hierbij is hoe je een grote stroom van gegevens tot informatie
kunt maken zodat het voor mensen iets oplevert. Enige wiskundekennis
heb je wel nodig maar met nadruk kan worden vastgesteld dat het voor
alle profielen geschikt is. Voor Informatica is het absoluut nodig dat je
een beetje creatief bent, je moet bijvoorbeeld gevoel voor vormgeving
hebben, immers je moet veelvuldig nadenken over de vorm en inhoud
waarin gegevens gepresenteerd moeten worden.
De ervaringen, tot nog toe, wijzen uit dat de meeste leerlingen het wel
behoorlijk lastig vinden maar ook wel erg leuk.
30
BSM
alleen SE
Bewegen, Sport en Maatschappij als examenvak: bedoeld voor alle
leerlingen die belangstelling hebben voor LO (gewoon omdat je het leuk
vindt of omdat je het voor je vervolgopleiding kunt gebruiken).
Het is de bedoeling veel met en voor mensen te organiseren, zoals het
begeleiden van sportdagen en leiding geven bij andere evenementen.
Het examencijfer wordt opgebouwd uit:
Schriftelijke en mondelinge toetsen over:
samenleving en bewegingscultuur
bewegen en gezondheid
fitheid testen en trainen
sportblessures
Praktische opdrachten m.b.t.:
Bewegen (spel-turnen-bewegen en muziekatletiek-judo)
Bewegen en regelen (bijv. fluiten, helpen bij
werkdagen van sportlijnleerlingen en
atletiekdag klas 1 en 2)
Trainingsschema’s maken
Bovendien zullen we tijdens de lessen ook af en toe buiten de school
actief zijn (bijv. op kamp gaan, squashen/tennis, fitness)
31
Lijst vooropleidingseisen Hoger Onderwijs bij de
nieuwe profielen in het Voortgezet Onderwijs vanaf
2007
Van VWO naar WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS (WO)
Betekenis van gebruikte tekens:
! = toegangsrecht
" = géén toegangsrecht
Een vakaanduiding betekent dat er toegangsrecht is indien naast dat profiel ook
dit vak is gevolgd en afgerond.
Bacheloropleidingen Universiteiten
Sector Economie (universiteit)
nr Opleidingen
N+T
N+G
E+M
C+M
wiA
1
Aarde en economie
!
!
!
2
Actuariële wetenschappen
!
"
"
"
3
Bedrijfseconomie
!
!
!
wiA
4
Bedrijfs- en consumentenwetenschappen
!
!
!
wiA
5
Bedrijfskunde
!
!
!
wiA
6
Econometrie en operationele research
!
"
"
"
7
Economie
!
!
!
wiA
8
Economie en bedrijfseconomie
!
!
!
wiA
9
Economie en bedrijfskunde
!
!
!
wiA
10
Economie en beleid
!
!
!
wiA
11
Fiscale economie
!
!
!
wiA
12
International business
!
!
!
wiA
13
International business administration
!
!
!
wiA
N+G
E+M
C+M
Sector Gedrag en Maatschappij (universiteit)
nr Opleidingen
N+T
1
Algemene sociale wetenschappen
!
!
!
!
2
Bestuurs- en organisatiewetenschap
!
!
!
!
3
Bestuurskunde
!
!
!
!
4
Communicatiewetenschap
!
!
!
!
5
Criminologie
!
!
!
!
6
Culturele antropologie en
ontwikkelingssociologie
!
!
!
!
7
Geografie, planologie en milieu
!
!
!
!
8
International bachelor’s programme in
communication and media
!
!
!
!
32
nr Opleidingen
N+T
N+G
E+M
C+M
9
Milieu-maatschappij-wetenschappen
!
!
!
!
10
Onderwijskunde
!
!
!
!
11
Organisatiewetenschappen
!
!
!
!
12
Pedagogische wetenschappen
!
!
!
!
13
Personeelwetenschappen
!
!
!
!
14
Politicologie
!
!
!
!
15
Psychologie
!
!
!
!
16
Sociale geografie en planologie
!
!
!
!
17
Sociologie
!
!
!
!
18
Technische planologie
!
!
!
wiA
19
Toegepaste communicatiewetenschap
!
!
!
!
20
Vrijetijdswetenschappen
!
!
!
!
N+T
N+G
E+M
C+M
Sector Gezondheidszorg (universiteit)
nr Opleidingen
1
Bewegingswetenschappen
bi
na
"
"
2
Biomedische wetenschappen
bi
na
"
"
3
Diergeneeskunde
bi
na
"
"
4
European public health
!
!
!
!
5
Geneeskunde
bi
na
"
"
6
Gezondheid en leven
bi
!
"
"
7
Gezondheid en maatschappij
!
!
!
wiA
8
Gezondheidswetenschappen
!
!
!
!
9
Klinische technologie
bi
"
10
Medische informatiekunde
!
na
"
"
"
"
11
Psychobiologie
bi
na
"
"
12
Tandheelkunde
bi
na
"
"
E+M
C+M
Sector Landbouw en Natuurlijke Omgeving (universiteit)
nr Opleidingen
N+T
N+G
1
Agrotechnologie
!
na
"
"
2
Biotechnologie
!
!
"
"
3
Bodem, water, atmosfeer
!
na
"
"
4
Bos- en natuurbeheer
!
!
ak
"
5
Dierwetenschappen
!
!
"
"
6
Internationaal land- en waterbeheer
!
na
"
"
7
Internationale ontwikkelingsstudies
!
!
!
wiA
8
Landschapsarchitectuur en ruimtelijke
planning
!
!
!
wiA + ak
9
Levensmiddelentechnologie
!
!
"
"
10
Milieuwetenschappen
!
na
"
"
11
Plantenwetenschappen
!
!
"
"
33
nr Opleidingen
N+T
N+G
E+M
C+M
Voeding en gezondheid
!
!
"
"
Sector Natuur (universiteit)
nr Opleidingen
N+T
N+G
E+M
C+M
12
1
Aardwetenschappen
!
na
"
"
2
Bèta-gamma
!
"
"
"
3
Biofarmaceutische wetenschappen
bi
!
"
"
4
Biologie
bi
na
"
"
5
Business analytics
!
"
"
"
6
Farmaceutische wetenschappen
!
na
"
"
7
Farmacie
!
na
"
"
8
Informatica
!
Informatie, multimedia en management
!
"
!
"
9
"
!
wiA
10
Informatiekunde
!
!
!
wiA
11
Kennistechnologie
!
Kunstmatige intelligentie
!
"
!
"
12
"
!
13
Lifestyle informatics
!
!
!
14
Medische natuurwetenschappen
!
"
"
wiA
"
15
Milieu-natuurwetenschappen
!
"
"
16
Moleculaire levenswetenschappen
!
na
"
"
"
17
Molecular science and technology
!
"
"
"
18
Natuur- en sterrenkunde
!
"
"
"
19
Natuurkunde
!
"
"
"
20
Natuurwetenschap en
innovatiemanagement
!
na
"
"
21
Scheikunde
!
"
"
"
22
Science
!
"
"
"
23
Science, business & innovation
!
"
24
Sterrenkunde
!
"
"
"
"
"
25
Wiskunde
!
"
"
"
N+T
N+G
E+M
C+M
Sector Recht (universiteit)
nr opleidingen
wiA
1
European law school
!
!
!
!
2
Fiscaal recht
!
!
!
!
3
Global law
!
!
!
!
4
Internationaal en Europees recht
!
!
!
!
5
Notarieel recht
!
!
!
!
6
Ondernemingsrecht
!
!
!
!
7
Recht en bestuur
!
!
!
!
8
Recht en ICT
!
!
!
!
34
nr Opleidingen
9
Rechtsgeleerdheid
Sector Taal en Cultuur (universiteit)
nr Opleidingen
N+T
N+G
E+M
C+M
!
!
!
!
N+T
N+G
E+M
C+M
1
Afrikaanse talen en culturen
!
!
!
!
2
Algemene cultuurwetenschappen
!
!
!
!
3
American studies
!
!
!
!
4
Arabische taal en cultuur
!
!
!
!
5
Archeologie
!
!
!
!
6
Archeologie en prehistorie
!
!
!
!
7
Chinastudies
!
!
!
!
8
Communicatie- en
informatiewetenschappen
!
!
!
!
9
Culturele informatiewetenschap
!
!
!
!
10
Cultuurwetenschappen
!
!
!
!
11
Duitse taal en cultuur
!
!
!
!
12
Engelse taal en cultuur
!
!
!
!
13
Europese studies
!
!
!
!
14
Film- en literatuurwetenschap
!
!
!
!
15
Finoegrische talen en culturen
!
!
!
!
16
Franse taal en cultuur
!
!
!
!
17
Friese taal en cultuur
!
!
!
!
18
Geschiedenis
!
!
!
!
19
Godgeleerdheid
!
!
!
!
20
Godsdienstwetenschap
!
!
!
!
21
Griekse en Latijnse taal en cultuur
la of gr
la of gr
la of gr
la of gr
22
Hebreeuwse en Joodse studies
!
!
!
!
23
Hebreeuwse taal en cultuur
!
!
!
!
24
Humanistiek
!
!
!
!
25
Internationale betrekkingen en
internationale organisatie
!
!
!
!
26
Islam en Arabisch
!
!
!
!
27
Islamitische theologie
!
!
!
!
28
Italiaanse taal en cultuur
!
!
!
!
29
Japanstudies
!
!
!
!
30
Keltische talen en cultuur
!
!
!
!
31
Koreastudies
!
!
!
!
32
Kunsten, cultuur en media
!
!
!
!
33
Kunstgeschiedenis
!
!
!
!
34
Latijns-Amerikastudies
35
Latijnse taal en cultuur
!
!
!
!
36
Liberal arts en sciences
!
!
!
!
37
Literatuurwetenschap
!
!
!
!
35
nr Opleidingen
N+T
N+G
E+M
C+M
38
Media en cultuur
!
!
!
!
39
Midden-Oostenstudies
!
!
!
!
40
Muziekwetenschap
!
!
!
!
41
Nederlandse taal en cultuur
!
!
!
!
42
Nieuwgriekse taal en cultuur
!
!
!
!
43
Oude culturen van de Mediterrane wereld
!
!
!
!
44
Oudheidkunde
!
!
!
!
45
Portugese taal en cultuur
!
!
!
!
46
Religie en levensbeschouwing
!
!
!
!
47
Religie in samenleving en cultuur
!
!
!
!
48
Religiestudies
!
!
!
!
49
Roemeense taal en cultuur
!
!
!
!
50
Romaanse talen en culturen
!
!
!
!
51
Russische studies
!
!
!
!
52
Scandinavische talen en culturen
!
!
!
!
53
Slavische talen en culturen
!
!
!
!
54
Spaanse taal en cultuur
!
!
!
!
55
Taal en cultuurstudies
!
!
!
!
56
Taalwetenschap
!
!
!
!
57
Theater-, film- en televisiewetenschap
!
!
!
!
58
Theaterwetenschap
!
!
!
!
59
Theologie
!
!
!
!
60
Theologie klassiek
!
!
!
!
61
Theologie plus
!
!
!
!
62
Wereldgodsdiensten
!
!
!
!
63
Wijsbegeerte
!
!
!
!
64
Wijsbegeerte van een bepaald
wetenschapsgebied
!
!
!
!
65
Zuid- en Zuidoost-Aziëstudies
!
!
!
!
N+T
N+G
E+M
C+M
Sector Techniek (universiteit)
nr Opleidingen
1
Advanced technology
!
"
"
"
2
Bedrijfsinformatietechnologie
!
"
"
"
3
Biomedische technologie
!
"
"
"
4
Bouwkunde
!
"
"
"
5
Civiele techniek
!
"
"
"
6
Creative technology
!
!
!
!
7
Elektrotechniek/Electrical engineering
!
"
"
"
8
Industrial design
!
"
"
"
9
Industrieel ontwerpen
!
"
"
"
10
Life science and technology
!
"
"
11
Luchtvaart- en ruimtevaarttechniek
!
"
"
"
"
36
nr Opleidingen
N+T
N+G
E+M
C+M
12
Maritieme techniek
!
"
"
"
13
Nanobiologie
bi
"
"
"
14
Scheikundige technologie
!
"
15
Technische aardwetenschappen
!
"
"
"
"
"
16
Technische bedrijfskunde
!
"
"
"
17
Technische bestuurskunde
!
"
"
"
18
Technische informatica
!
"
"
"
19
Technische innovatiewetenschappen
!
"
"
"
20
Technische natuurkunde
!
"
"
"
21
Technische wiskunde
!
"
"
"
22
Werktuigbouwkunde
!
"
"
"
N+T
N+G
E+M
C+M
!
!
!
wiA
Sectoroverstijgend (universiteit)
nr Opleidingen
1
Tourism
37
Lijst vooropleidingseisen Hoger Onderwijs bij de
nieuwe profielen in het Voortgezet Onderwijs vanaf
2007
Van VWO naar HOGER BEROEPSONDERWIJS (HBO)
Betekenis van gebruikte tekens:
! : toegangsrecht
" : géén toegangsrecht
Een vakaanduiding betekent dat er toegangsrecht is indien naast dat profiel ook
dit vak is gevolgd en afgerond.
Hogescholen
Sector Economie (HBO: instroom met vwo-diploma)
nr Opleidingen
N+T
N+G
E+M
C+M
1
Accountancy
!
!
!
!
2
Advanced business creation
ec
ec
!
ec
3
Bedrijfseconomie
!
!
!
!
4
Bedrijfsmanagement MKB
!
!
!
wiA
5
Bestuurskunde/overheidsmanagement
ec
!
ec
!
ec
e
e
6
Business administration in
hotelmanagement¹
2 mvt
2 mvt
!
7
Business IT & management
!
!
!
!
8
Commercieel management
!
!
!
ec
9
Commerciële economie
ec
ec
!
ec
10
Communicatie
!
!
!
!
11
Communicatiesystemen
!
!
!
2 mvt
2 mvt
!
!
!
e
e
12
European studies
13
Facility management
ec
ec
!
ec
14
Financial services management
ec
ec
!
ec
15
Fiscaal recht en economie
!
!
!
!
16
Food and business
!
!
!
!
17
Functiegerichte Bachelor in toerisme en
recreatie
!
!
!
ec
18
Hbo-rechten
!
!
!
!
19
Hogere juridische opleiding
!
!
!
2 mvt
2 mvt
!
!
!
e
e
20
Hoger hotelonderwijs¹
21
Hoger toeristisch en recreatief onderwijs
!
!
!
ec
22
Informatiedienstverlening en -management
!
!
!
!
23
Informationmanagement
!
!
!
!
38
Nr Opleidingen
N+T
N+G
E+M
C+M
24
Information security management
!
!
!
!
25
Integrale veiligheid
!
!
!
!
26
Integrale veiligheidskunde
ec
ec
!
ec
27
International business
!
!
!
ec of wiA
28
International business and languages
ec
ec
!
ec
e
e
29
International business and
managementstudies
ec of 2 mvt
ec of 2 mvt
!
!
30
Journalistiek
!
!
!
!
31
Kunst en economie
!
!
!
!
32
Lifestyle
!
!
!
!
33
Logistiek en economie
ec
ec
!
ec
34
Management, economie en recht
ec
ec
!
ec
35
Media and entertainment management
!
!
!
!
36
Media, informatie en communicatie
ec
ec
!
ec
37
Oriëntaalse talen en communicatie
!
!
!
!
38
People and business management
!
!
!
!
39
Security management
!
!
!
!
40
Small business & retail management
ec
ec
!
ec
41
Sport, management en ondernemen¹
!
!
!
2 mvt
2 mvt
!
!
ec
ec
!
ec
!
ec
42
Toegepaste Bedrijfskunde
43
Trade management Azië
44
Vastgoed en makelaardij
45
Vertaalacademie
46
!
e
e
!
e
!
e
e
2 mvt²
2 mvt²
2 mvt²
!
Vitaliteitsmanagement en Toerisme
!
!
!
!
47
Vrijetijdsmanagement
!
!
!
ec
48
Windesheim Honours College
!
!
!
wiA
¹ Voor deze opleiding gelden aanvullende eisen.
² Frans of Duits verplicht
Sector Gedrag en Maatschappij (HBO: instroom met vwo-diploma)
nr Opleidingen
N+T
N+G
E+M
C+M
1
Creatieve therapie¹
!
!
!
!
2
Culturele en maatschappelijke vorming
!
!
!
!
3
Godsdienst-pastoraal werk
!
!
!
!
4
Human Resource Management
!
!
!
!
5
Imam / Islamitisch geestelijk werker
!
!
!
!
6
Maatschappelijk werk en dienstverlening
!
!
!
!
7
Pedagogiek
!
!
!
!
8
Pedagogisch management kinderopvang
!
!
!
!
9
Sociaal-juridische dienstverlening
!
!
!
!
10
Sociaal pedagogische hulpverlening
!
!
!
!
11
Social work
!
!
!
!
12
Sport en bewegen¹
!
!
!
!
39
Nr Opleidingen
N+T
N+G
E+M
C+M
13
Sport en bewegingseducatie
!
!
!
!
14
Toegepaste psychologie
!
!
!
!
E+M
C+M
Sector Gezondheidszorg (HBO: instroom met vwo-diploma)
nr Opleidingen
N+T
N+G
1
Audiologie
!
!
!
!
2
!
!
!
!
3
Bewegingsagogie en psychomotorische
therapie¹
Ergotherapie
!
!
!
!
4
Farmakunde
!
!
!
!
5
Fysiotherapie
!
!
!
!
6
Huidtherapie
!
!
!
!
7
Kunstzinnige therapie
!
!
!
!
8
Logopedie¹
!
!
!
!
9
Management in de zorg¹
!
!
!
!
10
Medisch beeldvormende en radiotherapeutische technieken
!
!
!
!
11
Medische hulpverlening
!
!
!
!
12
Mondzorgkunde
!
!
!
!
13
Oefentherapie Cesar
!
!
!
!
14
Oefentherapie Mensendieck
!
!
!
!
15
Optometrie
!
!
!
!
16
Orthoptie
!
!
!
!
17
Podotherapie
!
!
!
!
18
Sport, gezondheid en management
!
!
!
!
19
Toegepaste gerontologie
!
!
!
!
20
Verloskunde
bi
!
"
"
21
Verpleegkunde
!
!
!
!
22
Voeding en diëtetiek
!
!
!
!
¹ Voor deze opleiding gelden aanvullende eisen.
Sector Landbouw en Natuurlijke Omgeving (HBO: instroom met vwo-diploma)
nr Opleidingen
N+T
N+G
E+M
C+M
1
Bedrijfskunde en agribusiness
!
!
!
!
2
Biotechnologie
!
!
"
"
3
Bos- en natuurbeheer
!
!
!
!
4
Dier- en veehouderij
!
!
"
"
5
Diermanagement
!
!
"
"
6
Food commerce and technology
!
!
!
wiA
7
Food, design and innovation
!
!
!
!
8
Greenport business and retail
!
!
!
wiA
9
Kust- en zeemanagement
!
!
!
wiA
40
Nr Opleidingen
N+T
N+G
E+M
C+M
10
Land- en watermanagement
!
!
"
"
11
Landscape and environment management
!
!
!
ec of wiA
12
Milieukunde
!
!
"
"
13
Plattelandsvernieuwing
!
!
!
!
14
Toegepaste biologie
!
!
"
"
15
Tropische landbouw
!
!
!
"
16
Tuinbouw en akkerbouw
!
!
"
"
17
Tuin- en landschapsinrichting
!
!
!
!
18
Voedingsmiddelentechnologie
!
!
"
"
19
Watermanagement
!
!
!
"
N+G
E+M
C+M
Sector Onderwijs (HBO: instroom met vwo-diploma)
nr Opleidingen
N+T
1
Aardrijkskunde²
!
!
!
!
2
Algemene economie²
ec
ec
!
ec
3
Basisonderwijs, opleiding tot leraar
!
!
!
!
4
Beeldende kunst en vormgeving, docent¹
!
!
!
!
5
Bedrijfseconomie²
ec
ec
!
ec
6
Biologie²
!
!
"
"
7
Bouwkunde²
!
!
!
wiA
8
Bouwtechniek²
!
!
!
wiA
9
Consumptieve techniek²
!
!
!
!
10
Dans, docent¹
!
!
!
!
12
Duits²
!
!
!
!
13
Economie²
ec
ec
!
ec
14
Educatie en kennismanagement groene
sector²
!
!
!
!
15
Elektrotechniek²
!
!
!
wiA
16
Engels²
!
!
!
!
17
Frans²
!
!
!
!
18
Fries²
!
!
!
!
19
Geschiedenis²
!
!
!
!
20
Gezondheidszorg en welzijn²
!
!
!
!
21
Godsdienst²
!
!
!
!
22
Informatie- en communicatietechnologie²
!
!
!
wiA
23
Installatietechniek²
!
!
!
wiA
24
Islam-godsdienst²
!
!
!
!
25
Lichamelijke opvoeding¹
!
!
!
!
26
Maatschappijleer²
!
!
!
!
27
Mechanische techniek ²
!
!
!
wiA
28
Mens en maatschappij²
!
!
!
!
29
Mens en Technologie
!
!
!
wiA
30
Motorvoertuigentechniek²
!
!
!
wiA
41
nr Opleidingen
N+T
N+G
E+M
C+M
31
Muziek, docent¹
!
!
!
!
32
Natuurkunde²
!
!
"
"
33
Nederlands²
!
!
!
!
34
Nederlandse gebarentaal/-tolkenopleiding¹
!
!
!
!
35
Opleidingskunde
!
!
!
!
36
Pedagogiek²
!
!
!
!
37
Scheikunde²
!
!
"
"
38
Spaans²
!
!
!
!
39
Techniek²
!
!
"
"
40
Technisch beroepsonderwijs
!
!
!
wiA
41
Theater, docent
!
!
!
!
42
Verzorging/huishoudkunde²
!
!
!
!
43
Verzorging/gezondheidskunde²
!
!
!
!
44
Werktuigbouwkunde²
!
!
!
wiA
45
Wiskunde²
!
!
!
wiA
¹ Voor deze opleiding gelden aanvullende eisen
2
Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs en/of beroepsonderwijs en volwasseneneducatie van de tweede graad.
Sector Taal en Cultuur (HBO: instroom met vwo-diploma)
nr Opleidingen
N+T
N+G
E+M
C+M
1
Autonome beeldende kunst¹
!
!
!
!
2
Circus and performance art¹
!
!
!
!
3
Circus arts¹
!
!
!
!
4
Cultureel erfgoed
!
!
!
!
5
Dans¹
!
!
!
!
6
Film en televisie¹
!
!
!
!
7
Muziek¹
!
!
!
!
8
Muziektherapie¹
!
!
!
!
9
Theater¹
!
!
!
!
10
Vormgeving¹
!
!
!
!
N+G
E+M
C+M
¹ Voor deze opleiding gelden aanvullende eisen
Sector Techniek (HBO: instroom met vwo-diploma)
nr Opleidingen
N+T
1
Advanced Sensor Applications
!
"
"
"
2
Energie- en Procestechnologie (AOT)
!
!
"
"
3
Applied science
!
!
"
"
4
Aquatische ecotechnologie
!
!
"
"
5
Archeologie
!
!
!
!
6
Autotechniek
!
!
"
"
7
Automotive
!
!
"
"
8
Aviation
!
!
"
"
9
Bedrijfswiskunde
!
!
!
wiA
42
nr Opleidingen
N+T
N+G
E+M
C+M
10
Bewegingstechnologie
!
!
!
!
11
Bio-informatica
!
!
!
wiA
12
Biologie en medisch laboratoriumonderzoek
!
!
"
"
13
Biometrie
!
!
!
!
14
Biotechnologie
!
!
"
"
15
Bouwkunde
!
!
"
"
16
Bouwmanagement en vastgoed
!
!
!
!
17
Bouwtechnische bedrijfskunde
!
!
!
"
18
Built environment
!
!
"
"
19
Business engineering
!
!
"
"
20
Business management
ec
ec
!
ec
21
Chemie
!
!
"
"
22
Chemische technologie
!
!
"
"
23
Civiele techniek
!
!
"
"
24
Climate and management
!
!
!
"
25
Communication and multimedia design
!
!
!
"
26
Elektrotechniek
!
!
"
"
27
Embedded systems engineering
!
!
"
"
28
Engineering, design and innovation
!
!
"
"
29
Forensisch onderzoek
!
!
"
"
30
Game architecture and design
!
!
!
!
31
Geodesie
!
!
!
wiA
32
Gezondheidszorgtechnologie
!
!
!
wiA
33
Human technology
!
!
!
!
34
Industrieel product ontwerpen
!
!
!
"
35
Industriële automatisering
!
!
!
"
36
Informatica
!
!
!
!
37
International maintenance management
!
!
!
"
38
Kunst en techniek¹
!
!
!
!
39
Logistiek en technische vervoerskunde
!
!
!
"
40
Luchtvaarttechnologie
!
!
"
"
41
Maritiem officier¹
!
!
"
"
42
Mechatronica
!
!
"
"
43
Mediatechnologie
!
!
!
!
44
Milieugerichte materiaaltechnologie
!
!
"
"
45
Milieukunde
!
!
"
"
46
Netwerk infrastructuur design
!
!
!
wiA
47
Ocean Technology
!
!
"
"
48
Orthopedische technologie
!
!
"
"
49
Ruimtelijke ordening en planologie
!
!
!
"
50
Scheepsbouwkunde
!
!
"
"
51
Stedenbouwkundig ontwerpen
!
!
!
!
52
Technische bedrijfskunde
!
!
!
"
43
nr Opleidingen
N+T
N+G
E+M
C+M
53
Technische commerciële confectiekunde
!
!
!
!
54
Technische commerciële textielkunde
!
!
!
!
55
Technische informatica
!
!
"
"
56
Technische natuurkunde
!
!
"
"
57
Werktuigbouwkunde
!
!
"
"
¹ Voor deze opleiding gelden aanvullende eisen
Sectoroverstijgend (HBO: instroom met vwo-diploma)
nr Opleidingen
N+T
N+G
E+M
C+M
1
Delta Management
!
!
!
"
2
HBO-ICT
!
!
!
!
44
Bevorderingsnormen overgang 3 vwo – 4 vwo
Algemene uitgangspunten:
· Leerlingen worden uitsluitend bevorderd indien zij voor vakken Nederlands, Engels en
wiskunde maximaal 1x 5 hebben;
· Een 5 telt als 1 onvoldoende;
· Een 4 telt als 2 onvoldoendes;
· Een 3 telt als 3 onvoldoendes.
Als aan bovenstaande eis is voldaan gelden onderstaande normen:
Profiel
Profielvakken Directe bevordering
Bespreking
CM
Afgewezen
wi
gs
ak of ec
- 19 punten voor profielvakken
- max. 3 onvoldoendes
- 18 punten voor
overige
situaties
wi
ec
gs
- 19 punten voor profielvakken
- max. 3 onvoldoendes
- 18 punten voor
overige
situaties
wi
sk
ak
- 19 punten voor profielvakken
- max. 3 onvoldoendes
- 18 punten voor
overige
situaties
NT
wi
sk
na
- 20 punten voor profielvakken
- max. 3 onvoldoendes
3 vwo:
Een leerling die niet voldoet aan bovenstaande eisen komt in bespreking voor
plaatsing in 4 havo.
EM
NG
45
profielvakken
- max. 4
onvoldoendes
profielvakken
- max. 4
onvoldoendes
profielvakken
- max. 4
onvoldoendes
- 19 punten voor
profielvakken
- max. 4
onvoldoendes
overige
situaties