bij ballonnen- en vlaggetjesproducent WISA

INTERVIEW
5 tips over bedrijfsopvolging
WAT IS DE SUCCESFACTOR VAN EEN FAMILIEBEDRIJF
ALS WISA?
“Wij zijn groot geworden door klein te blijven. Met
onze 24 collega’s doen we het liefst alles zelf, inclusief
ondergetekende. Laatst kreeg ik om half tien ’s ochtends
een belletje. Dat er een vracht met honderdduizend
gekleurde Etos-vlaggenstokjes bij de Zuid-Duitse
grens stond, wachtend op een expediteur. Tja, die
bleek verkeerd ingeboekt, dus kwam niet opdagen.
Ik sprong tien minuten later op de wagen, karde
erheen en om negen uur ’s avonds stond ik weer in
Enschede. Met alle stokjes. Voor mij geen papierwerk
of ingewikkelde strategieën, als ‘loopjongen’ heb ik de
meeste lol.”
JE BENT NU 63. WORDT HET NIET TIJD OM EEN STAP
TERUG TE DOEN?
“Dat heb ik gedaan. Al vijftien jaar is de dagelijkse
bedrijfsvoering in handen van mijn dochter, Anouk.
Elke dag feest
VIJF TIPS VAN WILLY SANNEMANN
bij ballonnen- en vlaggetjesproducent WISA
www.wisa.nl
Wekelijks verlaten zo’n half miljoen vlaggetjes en driekwart miljoen ballonnen
WISA Enschede. Op naar klanten als Jumbo, Albert Heijn en McDonald’s, waar
zelfs één machine dag en nacht voor draait. Al sinds 1953 is het bedrijf in
handen van de Twentse familie Sannemann. Mede-directeur Willy Sannemann:
“Ik kan het allemaal zo moeilijk loslaten.”
TEKST SUZANNE GEURTS FOTOGRAFIE MARK HORN
22
BAKER TILLY BERK 100 JAAR
1. B
egin op tijd met de bedrijfsoverdracht
“Zo’n vijf jaar eerder dan de overdracht moet plaatsvinden. Betrek hier je accountant bij, want hij kent jou als persoon, de bedrijfscultuur, de gevoeligheden en
financiën goed.”
2. S
cheid privé van zakelijk, leg afspraken vast in een familiestatuut
“Zo zit mijn zoon niet in de zaak. Dat was zijn eigen keuze, en daar hebben we
samen goede afspraken over gemaakt.”
3. B
ouw zo veel mogelijk eigen vermogen voor de opvolger op
“Eigenlijk nam ik jarenlang te weinig inkomen uit de zaak op. Dat deed ik
bewust, zodat Anouk zorgeloos kon instappen.”
4. Los vreemd vermogen snel af
“Veertig jaar geleden nam ik het bedrijf met een belastingschuld over. Toen kon
ik twee dingen doen: de boel verkopen of keihard werken. Ik koos voor het laatste
en binnen twee jaar was alles afbetaald.”
5. L
aat de opvolger eerst een paar jaar meedraaien
“Voordat Anouk de aandelen overnam, heeft ze eerst zeven jaar ‘gewoon’ in de
zaak gewerkt. Zo leerde ze het hele bedrijf kennen, van de machine- tot aan de
directiekamer.”
Zij bezit veertig procent van de aandelen, ik de overige
zestig. We zijn nu acht jaar bezig met de aandelenoverdracht. Maar ik kan het bedrijf zo moeilijk loslaten,
terwijl ik weet: zonder aandelen kan ik makkelijker
afstand doen. Dit jaar moet de overdracht echt plaatsvinden, dat is mijn doel.”
WAT BEWONDER JE IN JE DOCHTER?
“Haar doorzettingsvermogen. Een bedrijf goed runnen
en je kinderen opvoeden, dat is geen eenvoudige
opgave. Sterker nog, in het begin waarschuwde onze
vorige accountant of ‘een vrouw aan het roer wel zo
verstandig was.’ Nu klinkt dat denigrerend, maar het
waren andere tijden. Anouk heeft zich er nooit iets
van aangetrokken.”
OP WELK VLAK BOTST(E) HET TUSSEN JULLIE WELEENS?
“Ik gaf graag geld uit. Bijvoorbeeld aan nieuwe machines, die ik dan zelf bedacht. Anouk is zuiniger, denkt
eerst goed na voordat ze investeert. Ja, daar moest ik
aan wennen, maar in economisch mindere tijden zie
je hoe slim dat is. Zo werken we ook met een aantal
medewerkers van de sociale werkplaats. Voor gespecialiseerd verpakkingswerk. Want Jumbo wil haar cocktailprikkertjes ‘zus’ ingepakt hebben, en Albert Heijn
haar ballonnen weer ‘zo’. Die collega’s zijn onmisbaar.”
STEL, NA ANOUK WIL ER GEEN ‘SANNEMANN’ MEER IN
DE ZAAK. HOE ZOU JIJ HET VINDEN ALS ER EEN EXTERNE
DIRECTIE AANTREEDT, WAT STEEDS MEER FAMILIEBEDRIJVEN MOETEN DOEN?
“Ik hoop dat het niet nodig is. Want directeuren van
buitenaf, nee, daar geloof ik niet in. Een familiebedrijf is meer dan een zaak. De onderneming zit in
je ziel, je groeit er mee op. Als klein jongetje haalde ik
de wasknijpers van de opgeblazen ballonnen, die mijn
ouders van tekst hadden voorzien. Gewoon, in onze
huiskamer. Nu zie ik hetzelfde bij mijn kleinkinderen.
‘Opa, mag ik meehelpen?’ Dat onderbuikgevoel krijgt
iemand van buitenaf niet zomaar.”
100 JAAR BAKER TILLY BERK
23