CC-Tuner Een LL-Tuner zoals door PA0LL wordt gemaakt bestaat uit twee rolspoelen die mechanisch zijn gekoppeld en één variabele condensator. Constructief is het niet eenvoudig om 2 dezelfde rolspoelen te bemachtigen (en de prijs) en deze ook nog mechanisch te koppelen zodat ze ook nog makkelijk bedienbaar zijn. Mijn tuner uit 1992 is van hetzelfde concept alleen de twee spoelen worden geschakeld middels diverse aftakken maar het principe is hetzelfde. In het overzicht dat Frits PA0FRI jaren geleden heeft gemaakt valt die onder de categorie A-2. De categorie A zijn de tuners met de minste verliezen en een minimum aan bedieningsorganen. De tuner die ik gemaakt heb is het principe A-3. Een duo-condensator met een (1) as of twee enkele (wel dezelfde) condensatoren geïsoleerd met de assen koppelen is veel eenvoudiger te realiseren. Dit heeft tevens het voordeel dat er een groter vermogen mee getuned kan worden omdat over iedere condensator nu de halve spanning staat. De rolspoel kan geschakeld worden voor de C’s, zoals hier getekend of ná de C’s als de schakelaar wordt omgezet. Door deze schakelaar toe te passen krijgt de tuner een groter regelbereik. Staat de rolspoel vóór de C’s geschakeld dan kunnen impedanties > 50 Ohm getuned worden en in de andere stand impedantie <50 Ohm. Voor de C’s exemplaren kiezen (als er wat te kiezen valt) met een zo laag mogelijke nul capaciteit en een grote maximale capaciteit. Die had ik ook niet en u kunt in het laatste schema zien hoe ik dat heb opgelost. We beginnen bij de tuner met een 1:1 balun om van het asymmetrisch signaal uit de zender een symmetrisch signaal te maken. Ik heb gekozen voor een stroom balun, een 4C65 ringkern met (dunne) coaxkabel bewikkeld. Deze beviel het beste. Als u op deze manier 2 x 4 wikkelingen van 50 Ohm coaxkabel gebruikt is hij voor ons doel geschikt. Als u over de buitenmantel met een zelfinductiemeter 20 µH meet dan is hij geschikt vanaf 1.8 MHz tot 30 MHz. Ook is het handig om de tuner te voorzien van een SWR meting en voor de openlijn een lijnstroom meting. Nou zegt die lijnstroom je niet zoveel omdat de impedantie aan het einde van de openlijn (meestal) niet bekend is. Maar wel kan je mooi zien of de stromen in de feeders een beetje gelijk zijn. Voor het gebruik van de variabele C’s had ik niet veel keuze en heb er twee gebruikt die eigenlijk te klein zijn. Dat is de reden dat ik met een extra schakelaar en wat condensatoren een fabriek om die C’s gebouwd heb, heb je goede afstem C’s dan heb je die “Fabriek” natuurlijk niet nodig. Hier het complete schema. . Sus6 met evt. nabouw Daan, PAØFNB 2005
© Copyright 2024 ExpyDoc