Art. 23 BEPALINGEN VERSCHILLENDE SYSTEMEN - 15e Legend of the Fall 23.1 Algemeen a. Alleen wegen die voorkomen op de door de organisatie verstrekte kaartfragmenten en voorzien zijn van twee bermlijnen – waarvan er minimaal één ononderbroken is – mogen in de route worden opgenomen (met uitzondering van het systeem ‘punten vrije route’). b. Kaarttekens en –teksten, alsmede doorgetrokken bermlijnen (met uitzondering van hetgeen is vermeld onder d.), blokkeren de doorgang niet. c. Indien op een kaartfragment bij een kaartlas (waar 2 kaarten aan elkaar “geplakt” zijn) wegen niet perfect aansluiten, dan hoeft u daar geen probleem van te maken. d. Wanneer uit kaarttekens blijkt dat twee wegen elkaar op ongelijk niveau kruisen, worden beide wegen geacht doorlopend te zijn zonder aansluiting op elkaar te hebben. Dit komt op sommige kaarten ook voor door middel van doorgetrokken bermlijnen in plaats van een viaductteken. e. Indien een weg/weggedeelte niet te berijden is, dient men vanaf dat punt een nieuwe route te construeren en te rijden die voldoet aan de opdracht, waarbij zoveel mogelijk de oorspronkelijk geplande route moet worden gereden, en waarbij de omrijroute zo kort mogelijk is. De bijzondere regels voor dat traject blijven daarbij van kracht. f. Het is geoorloofd wegen/weggedeelten van de reeds bereden of nog te berijden route in de “nieuwe route” (zie e.) op te nemen. g. De organisatie kan op een kaartfragment cirkels plaatsen. In een dergelijke cirkel is de route vrij en zijn er geen controles geplaatst. Deze cirkels blokkeren de doorgang NIET. h. Andere door de organisatie op de kaart aangebrachte tekens, zoals bijvoorbeeld cirkels met de nummers van pijlen, barricades enz., blokkeren de doorgang WEL. i. De organisatie kan op een kaartfragment kruisjes plaatsen. De/het hieronder gelegen weg/weggedeelte mag niet in de constructie opgenomen en bereden worden. j. Een weg voorzien van het verkeersbord “doodlopende weg” mag bereden worden indien daar volgens de kaart aanleiding toe is. k. Deelnemers zijn geen “plaatselijk verkeer”. Wegen met een bord “verboden in te rijden, m.u.v. plaatselijk verkeer” mogen niet ingereden worden tenzij dit UITDRUKKELIJK in de route-instructies is vermeld middels “inrijden toegestaan” of iets dergelijks. l. Keren is nimmer toegestaan, met uitzondering van opdrachten van de organisatie bij controles. Deze opdrachten hebben voorrang op de routeopdracht. m. Er mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van wegen die voorkomen op de door de organisatie verstrekte kaartfragmenten, met uitzondering van “punten vrije route”. n. Eventuele keerlussen dienen linksom bereden te worden (tegen de wijzers van de klok). o. Wegen mogen meerdere malen in beide richtingen worden bereden, m.u.v. ingetekende lijnen en pijlen die alleen (eventueel meerdere malen) in voorwaartse richting bereden mogen worden. p. In deze “Legend of the Fall” worden volgende systemen gebruikt: bol-pijl met (en zonder) afstanden, routebeschrijving, pijlen kortste route (met barricades), punten vrije route, kompaspunten kortste route en grensbenadering. 23.2 Herstelopdrachten a. Herstelopdrachten, al dan niet opgesteld bij een routecontrole, dienen met voorrang op de opdracht waarmee men bezig is te worden uitgevoerd: HK 1R ER VO DM NVO NAG = = = = = = = Hier keren Eerste weg rechts Einde weg rechts Voorrangsweg oversteken Doorgaan met (kortste route naar) pijl/punt/situatie .. (nummer) Niet verder omrijden/herconstrueren (voor deze pijl/punt/barricade/etc.) Nieuwe aansluiting gebruiken In plaats van R (rechts) kan ook L (links) voorkomen. 1 (eerste) kan ook 2 (tweede) zijn etc. Men moet hierbij uitgaan van de wegen die men ‘in het veld’ tegenkomt, dus niet de wegen op de kaart! (kaartlees)systemen 14e “Legend of the Fall” pagina 1/3 23.3 Bol-pijl met/zonder afstanden (EXPERT-, SPORT-, TOUR- en VINTAGEKLASSE) a. Aan de hand van getekende situaties en met inachtneming van de hiernavolgende bepalingen, dient zo nauwkeurig mogelijk de langste route te worden gereden van de bol naar de punt van de pijl zonder enig weggedeelte dubbel te rijden en zonder wegen te kruisen. De punt van de pijl dient uiteraard in de aangegeven richting bereden te worden. b. De afstand naar de bol-pijl situatie vanaf de vorige bol-pijl situatie kan aangegeven zijn. Tevens kan de totale afstand van het reeds afgelegde en nog af te leggen traject worden aangegeven. Afstanden worden gegeven in kilometers en mijlen. c. De situaties zijn niet op schaal getekend. d. De situaties kunnen gestileerd zijn aangegeven. Dit wil zeggen dat het meer of minder schuin en/of bochtend lopen van de wegen niet zo getekend hoeft te zijn. e. Verharde wegen zijn getekend middels een ononderbroken lijn. f. Onverharde wegen kunnen hoeven niet te zijn getekend, maar als ze worden vermeld is dit middels een onderbroken lijn (stippellijn). Inritten naar particuliere terreinen worden als niet aanwezig beschouwd. g. Doodlopende en/of verboden wegen (herkenbaar aan een verkeersbord) hoeven niet te zijn getekend, maar als ze worden vermeld dan zijn ze voorzien van een blokje. h. Tenzij uitdrukkelijk aangegeven in de opdracht mogen onverharde en doodlopende wegen NIET worden bereden. i. Zonder bol-pijl opdracht dient men de meest rechtdoor lopende weg te volgen. M.a.w. de weg waarbij u zo min mogelijk aan het stuur moet draaien (maar géén doorlopende of onverharde wegen inrijden!). 23.4 Routebeschrijving (EXPERT-, SPORT-, TOUR- en VINTAGEKLASSE) a. Voor de routebeschrijving gelden dezelfde regels als voor een bol-pijl. b. In plaats van een schematische weergave van een verkeerssituatie wordt de situatie tekstueel uitgelegd door middel van diverse afkortingen. c. Soms is er géén richting aangegeven. De juiste richting blijkt dan uit de bijkomende informatie. d. R = Rechtsaf, L = Linksaf, Zw = zijweg, Kr = Kruising, Y = Y-splitsing, T = T-splitsing, Rot = Rotonde. 23.5 Grensbenadering (EXPERT- en SPORTKLASSE) a. De aangegeven lijn dient als de te benaderen grens te worden beschouwd. b. Het oppervlak tussen de route en de grens dient zo klein mogelijk te blijven. c. De grens mag worden geraakt, doch onder geen enkele voorwaarde worden overschreden. d. Het op een weg/weggedeelte heen en weer rijden naar en van de grens wordt nooit als oppervlakteverkleinend beschouwd. e. Met het bovenstaande in acht genomen dient de geconstrueerde route zo kort mogelijk te zijn. 23.6 Ingetekende lijn met barricades (EXPERT- en SPORTKLASSE) a. De ingetekende lijn dient zo nauwkeurig mogelijk van het begin tot het eind bereden te worden in voorwaartse richting. b. Onder de ingetekende lijn wordt geacht een weg/weggedeelte te liggen. c. Genummerde dwarsstreepjes zijn barricades. d. De barricades dienen (in nummervolgorde) ontweken te worden, waarbij zowel voor als na de barricade het overgeslagen deel van de ingetekende lijn zo kort mogelijk dient te zijn. U dient derhalve op de laatste samenkomst van kaartwegen vóór de barricade de ingetekende lijn te verlaten en u dient de ingetekende lijn op de eerste samenkomst van kaartwegen ná de barricade weer in voorwaartse richting te gaan berijden. e. Bij het construeren en rijden van de omweg is het toegestaan om via de ingetekende lijn te rijden, doch uitsluitend in voorwaartse richting f. Het kruisen en/of raken van de ingetekende lijn is toegestaan. Kruisen of raken wordt niet beschouwd als het in voorwaartse richting berijden van de lijn. g. Lager en/of hoger genummerde barricades blijven de weg blokkeren. h. Met inachtneming van het bovenstaande dient de omweg zo kort mogelijk te zijn. (kaartlees)systemen 14e “Legend of the Fall” pagina 2/3 23.7 Pijlen kortste route (EXPERT- en SPORTKLASSE) a. De pijlen dienen in nummervolgorde te worden bereden. b. Een pijl dient van de voet tot de pijlpunt zo nauwkeurig mogelijk bereden te worden. c. Onder iedere pijl wordt geacht een weg/weggedeelte te liggen. d. Van de TC naar de eerste pijl, van pijl naar pijl en van de laatste pijl naar de TC dient de kortste route geconstrueerd en bereden te worden. e. Pijlen en/of gedeelten van pijlen mogen altijd bereden en/of gekruist worden, ook als ze reeds eerder bereden zijn, aan de beurt zijn, of nog bereden moeten worden; een pijl of gedeelte daarvan mag echter nimmer tegengesteld worden bereden. f. Een pijl (tegengesteld) raken mag. 23.8 Punten vrije route (EXPERT- en SPORTKLASSE) a. De punten dienen in nummervolgorde te worden bereden. b. Alleen op het punt kan een controle staan. c. Punten mogen altijd bereden worden, ook als ze reeds eerder aangedaan zijn, aan de beurt zijn, of nog aangedaan moeten worden. d. Alleen als het punt aan de beurt is moet een eventuele controle worden genoteerd. e. Wegen en/of bedrijfsterreinen die niet op de kaart staan mogen ook worden bereden. 23.9 Kompaspunten kortste route (EXPERT- en SPORTKLASSE) a. De punten dienen in nummervolgorde te worden bereden. b. In een tabel kan voor een punt aangegeven zijn vanuit welke windrichting het punt moet worden aangedaan (approach) en in welke windrichting het punt moet worden verlaten (depart). c. Als er geen windrichting is aangegeven dan is men vrij in de keuze van de richting. d. Punten mogen altijd worden bereden, ook als ze reeds eerder aangedaan zijn, aan de beurt zijn, of nog aangedaan moeten worden. e. Met in achtneming van a t/m d dient een zo kort mogelijke route te worden geconstrueerd en gereden. 23.10 Combinatie van systemen (EXPERT- en SPORTKLASSE) a. Systemen kunnen in combinatie met elkaar worden gebruikt. De bepalingen die gelden voor de individuele systemen blijven daarbij onverminderd van toepassing. b. Bijvoorbeeld: Pijlen kortste route met barricades: eerst van pijl naar pijl de kortste route construeren, vervolgens op de pijl de barricade(s) ontwijken conform de bepalingen van het systeem ingetekende lijn met barricades, waarmee de totale geconstrueerde route ontstaat die gereden dient te worden. (kaartlees)systemen 14e “Legend of the Fall” pagina 3/3
© Copyright 2024 ExpyDoc