Reisverslag bezinningsreis Roemenië

Reisverslag bezinningsreis Roemenië
Datum
Leiding
Deelnemers
Projecten bezocht
8 – 11 maart 2014
Hugo Baas en Jaïro Pijnacker Hordijk
14 (incl. 2 GAiN’ers)
Albis – Vallei Lui Mihai (Areke Wigmans) – Floresti (Marien Kroon) – Patarat
Zaterdag 8 maart 2014
We vertrekken vroeg vanuit onze woonplaatsen naar het vliegveld van Eindhoven. Daar maken we
kennis met de rest van de groep. In de vertrekhal bidden we met elkaar voor een gezegende reis. Na
een goede vlucht van WizzAir landen we op het vliegveld van Debrecen, Hongarije. We worden
opgehaald door Hessel Keuter, pastoor in Hongarije, en de assistente van Gypsy Mission. Voor we de
grens met Roemenië oversteken, wordt onze reis enigszins vertraagd doordat zij een paspoort zijn
vergeten. We maken van de wachttijd gebruik om wat te drinken. Ook deelt Jaïro over hoe we
figuurlijk verlamd kunnen zijn voor armoede en ongerechtigheid. Met onze buddy’s bespreken we
hoe we deze verlamming soms in ons eigen leven terug zien.
Na de grenscontrole Hongarije-Roemenië krijgen we bij de eerste spoorwegovergang een botsing.
Gelukkig raakt er – behalve de auto’s – niemand gewond. Door de vertraging die we oplopen en het
tijdsverschil van één uur hebben we een verlate aankomst in Albis. Eenmaal in Albis worden we
opgevangen door pastor Bela, die hier is aangesteld door de VBG Nieuw-Lekkerland en Gypsy
Mission. We bekijken de nieuwe kerk die in dit Roma dorp wordt gebouwd. Het is duidelijk dat er in
de afgelopen maanden hard is gewerkt en pastor Bela deelt de dankbaarheid voor deze mogelijkheid.
Er wordt een accordeon gehaald en vier mannen zetten een lied in dat gaat over de vreugde en
dankbaarheid die zij bij God vinden.
Daarna worden we ontvangen bij Angelica, waar we mogen genieten van een drie-gangen-lunch. We
voelen ons wel wat bezwaard; ze geeft vanuit een oprecht hart, maar heeft het zelf niet breed. Ze
deelt haar getuigenis met tranen in haar ogen. Haar huwelijk verliep de laatste jaren moeizaam,
onder andere doordat haar man niet de kinderen die bij haar woonden wilde accepteren. Toen
kwamen ze echter in aanraking met pastor Bela. Onafhankelijk van elkaar kwamen zijzelf en haar
man tot geloof en ze hebben zich laten dopen. Hun huwelijk is zeer positief veranderd.
Na de lunch bezoeken we het Roma dorp zelf. We zijn een attractie die veel volwassenen en vooral
kinderen naar buiten trekt. Kinderen hangen om ons heen en snakken naar aandacht. Vooral de
vrouwelijke deelnemers van de reis hebben een sliert kinderen aan hun handen. We bezoeken ook
de oude kerk, waar het kruis radicaal van de muur wordt gehaald om binnenkort in de nieuwe kerk te
worden opgehangen. Het luidt het einde van dit gebouw als kerk in. Op deze plaats vertelt Hugo zijn
persoonlijk getuigenis, omdat Albis voor hem de plaats was waar zijn bewogenheid voor Roemenië
begon. Als we ons weer naar de busjes begeven, moeten we de kinderen letterlijk loslaten. Ze
zwaaien ons na tot we uit het dorp zijn verdwenen.
We vertrekken naar het pension in Marghita, waar we de nacht zullen doorbrengen. Nadat we ons
hebben geïnstalleerd, nemen we een kijkje in de opslagloods. Janny, onze gastvrouw, vertelt over de
hulptransporten – onder andere van GAiN – die hier aankomen en worden gedistribueerd onder de
verschillende projecten voor de mensen die het nodig hebben.
’s Avonds eten we in een restaurant waar volop wordt gedanst door de lokale bevolking. We ervaren
ook de gezelligheid van de groep en ontspanning na een eerste dag vol indrukken. Later op de avond
sluiten we de avond met een gesprek en gebed af in de huiskamer.
Zondag 9 maart 2013
Om half acht de volgende ochtend zitten we weer klaar voor het ontbijt. We luisteren ook naar Jaïro
die deelt over geschikt versus ongeschikt zijn. Veel mensen in de Bijbel leken niet geschikt voor werk
in Gods koninkrijk, maar God kijkt anders naar mensen dan wij. De vraag wordt neergelegd in welke
opzichten wij onszelf (on)geschikt vinden en hoe God dan naar ons kijkt.
Na het ontbijt vertrekken we naar Vallei Lui Mihai waar we Areke Wigmans ontmoeten. Zij werkt hier
onder de Roma. Met haar bezoeken we een Roma kerk. Hoewel er uitsluitend Hongaars wordt
gesproken, ervaren we een bijzondere ‘gemeenschap van gelovigen’ als we enkele liederen
herkennen en in het Nederlands meezingen. Het is vooral indrukwekkend om samen met de Roma
gemeenschap avondmaal te vieren en zo eenheid in Christus te ervaren. Tijdens de dienst doen
verschillende mensen geëmotioneerd getuigenis van de problemen die zij in hun leven tegenkomen
en hoe ze God daarbij ervaren. Ook kinderen krijgen de ruimte om wat voor te lezen. We voelen ons
welkom in deze dienst die uiteindelijk tweeënhalf uur duurt. Omdat we niets van het Hongaars
hadden verstaan, vragen we Areke later naar de inhoud van de preek. Deze bleek te gaan over Lukas
12, waarbij ‘Zoek eerst het koninkrijk van God’ centraal stond. De mensen hier worden in beslag
genomen door zorgen over eten en kleding, omdat zij hier ook echt gebrek aan hebben en naar
moeten zoeken. Tóch wees de pastor erop dat het zoeken van het koninkrijk van God op de eerste
plaats moet komen en dat God voor hen zorgt.
Na de kerkdienst laat Areke ons het terrein van de naschoolse opvang zien. Onder het genot van
koffie en thee deelt zij haar getuigenis over hoe ze Gods roeping voor deze plek heeft ervaren en hoe
God steeds weer voorziet. Zowel zijzelf als wij zitten met tranen in onze ogen. Als één van ons vraagt
of ze wel eens twijfelt aan het werk, antwoordt ze: “Natuurlijk niet! We hebben zo’n machtig God.
Wat Hij is begonnen, maakt Hij ook af.” Hoewel ze het werk soms als zwaar ervaart, twijfelt ze niet
aan God noch aan haar roeping.
Na opnieuw een uitgebreide, heerlijke lunch nemen we afscheid van deze zachtmoedige vrouw.
Onderweg naar Floresti stoppen we bij een waterstroompje in de bergen. Hier gaat Jaïro verder op
het onderwerp ‘stromen van Levend water’. Geschikt worden we niet door onszelf, maar door Gods
Geest. Een klein riviertje dat hier onbeduidend lijkt, mondt uiteindelijk uit in de Donau, één van de
grootste rivieren van Oost-Europa. Als je levend water door je heen laat stromen, kun je impact
hebben. We zoeken allemaal een steen en schrijven daarop wat we verlangen van de Heilige Geest.
Woorden als ‘vrijmoedigheid’, ‘geduld’, ‘vriendelijkheid’ en ‘leiding’ komen voorbij. We werpen deze
symbolisch in het waterstroompje voor we onze reis vervolgen.
Na zo’n vier uur komen we aan in Floresti, waar we hartelijk worden ontvangen door Deborah. Zij
vertelt ons over het project van Stichting Charis onder de lokale Roma. Ook vertellen twee oudere
Roma vrouwen hun getuigenis, over hoe zij in aanraking kwamen met stichting Charis en hoe God
hun leven heeft veranderd. De taalbarrière lijkt hen niet in de weg te zitten om uitgebreid te
vertellen. Met woorden en gebaren maken ze ons herhaaldelijk duidelijk dat God goed is. Daar
zeggen we graag ‘amen’ op. Na hun vertrek installeren we ons in het pension voor deze nacht. Met
een drankje en een goed gesprek in de gemeenschapsruimte sluiten we met de groep deze dag af.
Maandag 10 maart 2014
Op maandag zitten we opnieuw om half acht aan het ontbijt. Jaïro spreekt over het verstaan en
gehoor geven aan Gods stem.
Na het ontbijt melden we ons op het terrein van Marien en Yvonne kroon. Yvonne vertelt in het kort
wat over hun werk, terwijl wij genieten van een bakje koffie of thee. Vervolgens neemt Deborah een
deel van de groep mee de wijk in om een indruk te krijgen van de omstandigheden van de Roma in
Floresti. Een ander deel van de groep hoort ondertussen van Hugo hoe God Marien naar deze plaats
heeft geroepen. Het is duidelijk dat God leidt én vormt, en niet altijd zoals je zelf hebt gepland.
Bij ons bezoek aan de Roma wijk zien we veel contrast. Auto’s en paarden en wagens. Grotere huizen
en kleine, kapotte huisjes. Een aantal jongens voetballen op straat en kinderen spelen hier en daar
met wat er voor handen is. Enkele kinderen lopen om ons heen, bedelend om aandacht en een
grapje met één van ons. We mogen binnen kijken in een huisje dat een houten opbouw op een ander
huisje is. In één ruimte van 3 x 3 meter staan een bed, een kastje en een elektrische kookplaat. Deze
laatste staat aan voor verwarming, want het gezin heeft geen geld voor hout. Een man zit met een
aantal kinderen op het bed enigszins apathisch voor zich uit te kijken. Op hetzelfde bed slaapt ook
een baby. De vrouw vertelt dat de kinderen ’s nachts op de grond slapen door het ruimtegebrek. Op
het balkon hebben ze last van de rook van de houtkachel van de benedenburen, dat op de longen
slaat. We kunnen onze oren niet geloven en weten niet goed hoe we moeten reageren als ze
duidelijk maakt dat we de baby zó mee naar Nederland kunnen nemen als we dat willen. Al met al is
het een schrijnende situatie.
Na een lunch rijden we naar Patarat aan de andere kant van de stad. Hier, op en nabij de vuilnisbelt,
wonen rond de 1.500 Roma. Projectleiders Bert en Frank vertellen over hoe God voorziet en hoe er
steeds vorderingen worden gemaakt, ook al gaat het soms langzaam. Terwijl de geur van verbrand
plastic in onze neus prikt, zegt Bert: “God verliest nooit en dit is Zíjn werk. Één van de meest
Bijbelteksten die mij het meest aanspreken is de tekst waarin staat dat Jezus wist waar Hij vandaan
kwam, wat Zijn roeping hier op aarde was en waar Hij daarna heen ging. Dat mogen wij ook weten.”
Wanneer we een rondje door het dorp lopen, wijst Bert op wat er al is gebeurd. Zo is er op
verschillende plaatsen afval geruimd, grond uitgevlakt voor huisjes en een muur gebouwd. Ze
ervaren momenteel veel aanbod van mogelijkheden, welke ze als zegen zien.
Als we vervolgens de heuvel oplopen en over de vuilnisbelt zelf uitkijken, vragen sommige van ons
zich af waar God in dit verhaal is. Maar Bert zegt duidelijk: “God is hier! Hij is aan het werk.” We
kijken toe hoe een volle vuilniswagen aan komt rijden en de aanwezige, ongeveer honderd Roma op
de nieuw ontstane vuilnishoop duiken om er dingen uit te halen. Zij zijn dagelijks afhankelijk van dit
werk om te overleven op deze vreselijke plaats. Terwijl de ouders op de vuilnisbelt aan het werk zijn,
lopen kinderen alleen rond in het dorp. Bert vertelt ons dat ze in de afgelopen paar weken al drie
begrafenissen hebben gehad. Dit was onder meer van een meisje van 16 jaar dat vier maanden
zwanger was. Terwijl ze aan het werk was om een bestaan op te kunnen bouwen, werd ze overreden
door een vuilniswagen. Misschien is het meest schrijnende nog wel dat de Roemeense bevolking dat
niet als dramatisch ziet. De discriminatie zit hier zo diep dat het vergelijkbaar is met de Nazi-tijd ten
tijde van de Tweede Wereldoorlog.
We zijn geraakt en huilen om zóveel ellende die niet met woorden te beschrijven is, noch met foto’s
is uit te drukken. Dit moet je met eigen ogen hebben gezien om het te kunnen ervaren, of zelfs om
het te kunnen geloven. In twee- of drietallen bidden we vanaf deze heuvel voor de mensen die hier
moeten leven én voor het werk dat Bert en zijn team hier doen. Verschillende kinderen die op de
vuilnisbelt wonen, komen schuchter onze kant opgelopen. Drie maal in de week krijgen zij brood
uitgedeeld, maar doordat ze geen besef van tijd hebben hopen ze dat wij dit keer brood komen
uitdelen. Hugo leest het gedeelte in de Bijbel dat over de Barmhartige Samaritaan gaat. We beseffen
heel diep dat de mensen die hier leven inderdaad onze naasten zijn.
Wanneer we weglopen van de vuilnisbelt komt er een dronken man op ons af die Bert de huid vol
scheldt. Deze reageert echter rustig, maar uiteindelijk gaat de man toch door het lint. Hij slaat en
schopt Bert, die zelf rustig blijft en gelukkig kan voorkomen dat het mes van de man in het spel komt.
Geestelijke strijd wordt in deze situatie zichtbaar. Wanneer we bij het andere dorp terugkomen, gaan
verschillende Roma mannen naar de bewuste man toe om met hem te ‘praten’. Later krijgen we
bericht dat hij door de politie is opgepakt en de volgende dag op de trein naar zijn thuisdorp
wordtgezet.
Alles wat we hier gezien hebben, heeft ons zeer diep geraakt en we praten er dan ook nog lang over
na als we zijn vertrokken. Op de terugweg naar Marghita stoppen we bij een luxe winkelcentrum
waar we een eenvoudige avondmaaltijd eten. We voelen ons schuldig dat wij dit kunnen doen na wat
we zojuist hebben meegemaakt. Het contrast tussen rijkdom en armoede voelt ongemakkelijk.
Als we na een lange reis in het pension in Marghita aankomen, praten we nog na over de dag en
sluiten die gezamenlijk af. We zingen het lied ‘Tienduizend redenen’. We zijn ons meer dan ooit
bewust van de zegeningen die wij zelf in ons leven hebben. Na de afsluiting blijven verschillende
mensen nog hangen voor een goed gesprek of een stukje ontspannenheid.
Dinsdag 11 maart 2014
Na het ontbijt vertrekken we richting het vliegveld in Debrecen. We raken niet uitgepraat over de
afgelopen dagen. Jaïro leest op het vliegveld een gedeelte uit Jesaja 58 dat centraal staat binnen
GAiN, en vertelt over de zegen die verbonden is aan het delen. Bij de gate bidden we met elkaar.
Na een goede vlucht landen we op Eindhoven Airport waar we opnieuw met elkaar bidden voor de
mensen die we achterlaten en voor onszelf. Vervolgens nemen we afscheid van elkaar, na intensief
met elkaar te hebben opgetrokken. We hebben gedeeld, gelachen en gehuild.
Het thema van deze bezinningsreis was ‘Heb impact!’ Het is duidelijk dat deze reis op ons allemaal
een blijvende impact zal hebben. We zijn benieuwd hoe God het verder uit zal werken in de harten
van ons persoonlijk.