Inlichtingen bij mw. M.A.C. Bos, telefoonnummer (026) 359 89 75 e

STATENBRIEF
Onderwerp: Inzet Revolverende Middelen Cultuur
Doel van deze brief:
Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:
te besluiten conform het ontwerpbesluit.
over de inhoud van deze brief te overleggen.
de inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht).
HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH
1.
Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel)
Bij de verdeling van de eerste tranche revolverende middelen hebben uw Staten besloten
¼ 10 mln. beschikbaar te stellen voor Cultuur en Erfgoed (PS2012-767, 13 februari 2013).
Hiervan is inmiddels ¼POQten behoeve van Erfgoed ingezet via het Nationaal
Restauratiefonds (NRF) (PS2013-416, 29 mei 2013). 9RRUGHRYHULJH¼POQLVHHQDSDUW
traject doorlopen. Met deze Statenbrief brengen wij u op de hoogte van de uitkomsten van dit
traject en verzoeken wij u met uw Staten hierover te overleggen.
De mogelijkheden in de cultuursector voor het inzetten van revolverende middelen zijn door een
extern bureau onderzocht. Het doel van de inzet van revolverende middelen in de culturele
sector is het bevorderen van cultureel ondernemerschap. Dit doen wij door het veld cultureel
ondernemerschap toe te voegen aan het werkgebied van Topfonds Gelderland en daarmee met
GHUHVWHUHQGH¼POQHHQIRQGVLQWHULFKWHQJHULFKWRSFXOWXUHHORQGHUQHPHUVFKDS.
Het doel van de inzet van revolverende middelen is het bevorderen van transitie in de culturele
sector van subsidieafhankelijke organisaties naar cultureel ondernemerschap.
Wij zijn voornemens om de revolverende middelen voor Cultuur, in de vorm van marktconforme
leningen in te zetten op drie onderdelen:
a.
investeringen in duurzame goederen;
b.
YRRUILQDQFLHULQJYDQULVLFR¶VYRRUSURMHFWHQ
c.
een omslag van de wijze van financiering om de exploitatiekosten te verlagen en/of de
inkomsten te verhogen.
Bij de keuze voor de uitvoeringsvorm voor revolverende financiering van culturele instellingen
hebben wij verschillende opties de revue laten passeren, waaronder:
1.
inbesteden, onderbrengen bij Topfonds Gelderland;
2.
het kapitaal bij de provincie houden en beoordeling van businessplannen en het financieel
beheer uit te besteden.
Inlichtingen bij mw. M.A.C. Bos, telefoonnummer (026) 359 89 75
e-mailadres: [email protected]
Wij kiezen voor het onderbrengen van de uitvoering bij Topfonds Gelderland, dat onder
management staat van PPM Oost. Zij krijgt de opdracht via inbesteding tot besteding van de
middelen. PPM Oost zoekt daarbij in samenwerking met het programma Cultuur en Erfgoed een
door de culturele sector gedragen deskundige of deskundigen voor uitbreiding van het
Investment Committee. Voor het beoordelen van de business cases van instellingen en
individuen die een lening vanuit deze revolverende middelen willen aanvragen worden aan
Topfonds Gelderland specialisten toegevoegd met kennis van de Gelderse cultuursector en
cultureel ondernemerschap.
Topfonds Gelderland kent reeds een ruime economische doelstelling, toevoeging van het
beleidsveld cultureel ondernemerschap past hierbinnen. Een wijziging van de statuten van
Topfonds Gelderland op dit punt is niet nodig.
2.
Aanleiding
Op 13 februari 2013 heeft u het Statenvoorstel Inzet Gelderse Revolverende Middelen (PS2012767) vastgesteld en op 29 mei 2013 de Statenbrief Inzet Revolverende middelen Cultuur en
Cultuurhistorie (PS2013-416). In het eerste Statenvoorstel heeft u aangegeven wat de
uitgangspunten en criteria voor de inzet van revolverende middelen zijn. In de tweede
Statenbrief is de werkwijze voor inzet van revolverende middelen in de erfgoedsector vastgelegd
en is aangegeven dat wij in een separate Statenbrief de werkwijze voor het onderdeel cultuur
aan u voor zouden leggen.
3.
Bestaand beleid c.q. kader
Het programma Gelderland Cultuurprovincie!
In het programma Gelderland Cultuurprovincie! (PS2012-744) hebben wij aangegeven een
nieuwe visie op inzet van de middelen voor te staan. Daarbij is cultureel ondernemerschap een
kernwaarde. De afgelopen twee jaar is een ontwikkeling ingezet waarbij de overheid in het
algemeen de subsidies in de cultuursector heeft verminderd. Bij de Voorjaarsnota 2013 heeft u
voor onze kernpartners de subsidies voor de programmaperiode 2014-2016 vastgesteld, ofwel
gelijkblijvend, ofwel in ombouw met jaarlijks een afname van de provinciale bijdrage (PS2013503). Daarnaast zijn in twee tenders de middelen beschikbaar gesteld via de Subsidieregeling
Meerjarenprogrammering Gelderland voor alle partners van het programma. Zo zijn wij ertoe
overgegaan de beschikbare middelen in concurrentie met elkaar toe te kennen. De beste
aanvragen kwamen in aanmerking voor financiële ondersteuning.
Kaders inzet revolverende middelen
In het Coalitieakkoord is hervorming van het subsidie-instrumentarium een belangrijk speerpunt.
Het gaat om het transitieproces van subsidiëren naar gedeeltelijk of in sommige gevallen geheel
revolverend financieren met publieke middelen. Voor alle sectoren geldt dat de subsidieafhankelijkheid af moet nemen en ondernemerschap, efficiency en eigen verantwoordelijkheid
belangrijk worden.
Uw Staten hebben in 2012 een aantal kaders meegegeven voor het werken met revolverende
middelen (PS2012-767). Hierin heeft u aangegeven wat onder revolverende middelen wordt
verstaan, aan welke terugbetalingsperiode wordt gedacht (in principe maximaal 10 jaar) en
welke voorwaarden gesteld moeten worden, zoals de noodzaak van cofinanciering en de
koppeling aan beleidsdoelen of maatschappelijke doelen.
De eerste fase van het werken met revolverende middelen heeft geleid tot een verdeling van de
GRRU36EHVFKLNEDDUJHVWHOGHHHUVWHWUDQFKHYDQ¼mln. waarvan ¼mln. is bestemd voor
cultuur en erfgoed. NDWRHNHQQLQJYDQ¼mln. voor erfgoed via het Nationaal Restauratiefonds
(PS2013-416) LV¼mln. uit de eerste tranche beschikbaar voor investeringen in de culturele
sector.
2
Voor de inzet van revolverende middelen in de culturele sector worden in grote lijnen dezelfde
uitgangspunten en voorwaarden aangehouden als in andere beleidssectoren waar wij
revolverende middelen inzetten. Dit betekent:
er wordt een revolverendheid van minimaal 70% verwacht;
de leningen zijn een antwoord op geconstateerd marktfalen en
leningen worden onder marktconforme condities uitgezet (dat wil zeggen conform
Brusselse regelgeving).
Het uitgangspunt dat verschilt met de andere beleidssectoren, is dat inzetten van leningen voor
financiering in de sector nieuw is en voor veel instellingen een omslag in het financieel model en
bedrijfsvoering vergt. Het creëren van draagvlak voor revolverende middelen in de culturele
sector is daarmee een noodzakelijke voorwaarde.
De leningen voor de culturele sector zijn een antwoord op financieringsvragen waarbij geen
beroep gedaan kan worden op de banken. De rente en risico-opslagen worden volgens
Europese tabellen vastgesteld.
4.
Argumenten/afwegingen/risico's
:LMVWHOOHQYRRURPGH¼POQGLHLQGHHHUVWHWUDQFKHUHYROYHUHQGHPLGGHOHQbeschikbaar zijn
voor cultuur in te zetten voor transitie naar cultureel ondernemerschap, en hierbij een plaats in te
ruimen voor jong talent. Naast cultureel ondernemerschap is talentontwikkeling een kernwaarde
van het programma. Zo bereiden wij de culturele sector voor op mogelijke verdergaande
wijzigingen in financiële ondersteuning door de provincie, zoals de mogelijke stap om de inzet
van revolverende middelen uit te breiden. De overwegingen van de keuze voor de inhoud van de
inzet revolverende middelen cultuur worden in de paragrafen A1 en A2 beargumenteerd.
A 1 Onderzoeksresultaten
Wij hebben een advies- en onderzoeksbureau dat is gespecialiseerd in financiën en
bedrijfsvoering in o.a. kunst en cultuur, gevraagd te onderzoeken of de inzet van revolverende
middelen in de culturele sector aan onze ambities bij kan dragen en onder welke voorwaarden
dat kan. Het rapport is als bijlage bij de stukken gevoegd. Wij lichten hier eerst toe wat de
bevindingen zijn van het onderzoek. In de paragraaf A2 geven wij hierop onze reactie.
In het onderzoek is de vraag beantwoord of marktfalen er de oorzaak van is dat culturele
instellingen en kunstenaars niet bij een bank terecht kunnen voor leningen. Vervolgens komt de
vraag aan de orde of de inzet van revolverende middelen onder marktconforme condities
realistisch is: is er sprake van dat er niet voldaan wordt aan de financieringsbehoefte in de
culturele sector en zijn de verdienmodellen in de sector voldoende robuust om dit marktfalen op
te lossen? Daarnaast wordt een analyse gegeven van de mogelijkheden van het onderbrengen
van de Gelderse revolverende middelen bij een fondsbeheerder.
De conclusie op basis van het rapport is dat er sprake is van marktfalen en dat revolverende
middelen in de culturele sector op drie manieren zinvol onder marktconforme condities ingezet
kunnen worden:
1.
Investeringen in duurzame, roerende goederen;
2.
2YHUQDPHYDQULVLFR¶VYRRUSURMHFWHQ;
3.
Investeringen in een omslag van het financieringsmodel.
Ad 1. Investeringen in duurzame goederen
Het investeren in duurzame goederen heeft als doel structureel lagere kosten of hogere
opbrengsten. Voorbeelden van financieringen van duurzame goederen zijn: het verstrekken van
een lening voor een extra voorziening, een geluidsinstallatie of automatisering van een
ticketsysteem.
3
Ad 2. OvernaPHYDQULVLFR¶VYRRUSURMHFWHQ
Er is op nationaal niveau een fonds dat laat zien dat er behoefte is aan financiering van projecten
of aan RYHUQDPHYDQULVLFR¶VLQSURMHFWHQQDPHOLMNKHW%ORFNEXVWHUIRQGV Het Blockbusterfonds
stimuleert de totstandkoming van belangrijke, multidisciplinaire culturele evenementen in
Nederland met een (inter)nationaal publieksbereik. Er bestaat behoefte aan voorfinanciering op
een provinciale schaal met een minder groot publieksbereik. Doel is het voorfinancieren van
potentieel succesvolle projecten die relatief groot zijn ten opzichte van een instelling. Een
voorbeeld is het voorfinancieren van een muziektheaterproductie op een bijzondere locatie met
een klein aantal voorstellingen in een korte tijdsperiode en regionaal publieksbereik.
Ad 3. Investeringen in de omslag van het financieringsmodel
Doel van investeringen in de omslag van het financieringsmodel is het voor culturele instellingen
mogelijk maken om de artistieke productie ten minste gelijk te houden, maar het aandeel
overheidssubsidie te laten afnemen.
In het rapport wordt benadrukt dat als een instelling wil investeren in een omslag van het
financieringsmodel, er minimaal drie redenen zijn voor de provincie om een financiering te
verstrekken:
a.
Er is mogelijk sprake van marktfalen. Er is geen specifiek aanbod voor leningen voor
culturele instellingen, maar er is ook nog geen vraag. Het marktfalen bestaat in de
mogelijkheid dat er latente vraag is die, bij gebrek aan aanbod, op dit moment nog niet
wordt opgeroepen. Deze latente vraag zal bij het verminderen van de beschikbaarheid van
subsidies groter worden.
b.
Er is een noodzaak om te komen tot een omslag in het verdienmodel (sluitende business
case) als gevolg van de veranderende rol van de overheid zelf. Er is steeds minder
subsidie beschikbaar, en de instellingen worden steeds meer afgerekend op hun
ondernemend karakter.
c.
Deze cultuuromslag is maatschappelijk wenselijk. Als een gegeven bedrag voor
cultuursubsidies beschikbaar is, is het maatschappelijk wenselijk dat dit bedrag zo efficiënt
mogelijk wordt ingezet, zodat zo veel mogelijk cultuur gesubsidieerd wordt. Minder
subsidieafhankelijkheid van individuele instellingen betekent dat de middelen op meer
plaatsen of met een ander instrument dan subsidie ingezet kunnen worden.
De mogelijkheid marktconforme financiering in te zetten voor huisvesting of onroerend goed in
de culturele sector, wordt door het onderzoeksbureau afgeraden. Hier wordt door het bureau
geen marktfalen geconstateerd (d.w.z. dat de financiering in principe door een reguliere
financiële dienstverlener c.q. bank aangeboden wordt).
De onderzoekers verwachten dat bij het beschikbaar stellen van revolverende middelen langs
deze drie lijnen de aanlooptijd tot het daadwerkelijk uitgeven van de leningen vrij lang zal zijn.
Financieringsaanvragen zullen realistisch en goed onderbouwd moeten zijn. Daarbij geldt dat zij
bij moeten dragen aan de instandhouding of het versterken van de Gelderse culturele
infrastructuur. Op dit moment hebben diverse instellingen aangegeven geïnteresseerd te zijn in
het aanvragen van revolverende middelen. De cultuuromslag van het financieren voornamelijk
door subsidie naar het inzetten van andere financieringsinstrumenten vindt op dit moment plaats.
Culturele instellingen maken de omslag dat een (groter) deel van de exploitatie terugverdiend
kan en moet worden. De verwachting is dat het aantal aanvragen in het begin nog laag zal zijn,
maar in de komende jaren zodanig zal stijgen dat alle middelen worden uitgeput. Van belang is
dus, dat deze aanpak de tijd krijgt om in de sector te landen en dat de beschikbare middelen
voor langere tijd gereserveerd worden.
4
A 2 Reactie Gedeputeerde Staten op onderzoek
De drie lijnen van inzet van revolverende middelen vinden wij veelbelovend en passend bij de
doelstellingen van het programma Gelderland Cultuurprovincie! en de uitgangspunten en
kaderstelling van de eerste tranche revolverende middelen. Wij schatten op dit moment in dat
een percentage revolverendheid van 70% over de looptijd van 6 jaar realistisch is. Er is geen
garantie dat dit percentage gehaald gaat worden. Dit is echter een inschatting op basis van het
hier besproken rapport en een aantal gesprekken dat met bestaande cultuurfondsen in het land
gevoerd is. Wij hebben onder andere gesproken met het Amsterdams Fonds voor de Kunsten,
Provincie Noord Brabant en specialisten op het gebied van financiering van de culturele sector.
Naast grote verschillen in beschikbare middelen en doelstellingen in marktconformiteit en
revolverendheid, hebben wij inzicht gekregen in de uitvoerbaarheid van de Gelderse aanpak.
B Vorm van de inzet van de revolverende middelen voor cultuur
Topfonds Gelderland (onder management van PPM Oost) is een verbonden partij van de
provincie. Topfonds Gelderland kan op marktconforme wijze (volgens Brusselse maatstaven)
Gelderse publieke middelen in de economie inzetten. Het is de bedoeling dat de middelen van
het cultuurfonds marktconform revolverend worden ingezet in de Gelderse cultuursector. Ook is
ons streven het aantal verbonden partijen van de provincie zo klein mogelijk te houden en waar
mogelijk samen te werken met bestaande partijen. Wij kiezen er daarom voor het cultuurfonds
onder te brengen bij Topfonds Gelderland.
In het Statenvoorstel µ9HUGHOLQJHQ,Q]HW*HOGHUVHUHYROYHUHQGHPLGGHOHQ¶36-767) is
aangegeven dat er in de toekomst nieuwe beleidsvelden aan het Topfonds Gelderland kunnen
worden toegevoegd. Zo'n uitbreiding van het werkgebied van Topfonds heeft goedkeuring van
uw Staten nodig. Het investeringsgebied cultureel ondernemerschap past binnen de statutaire
doelomschrijving van Topfonds Gelderland. Deze is met het oog op eventuele toekomstige
uitbreidingen bewust ruim geformuleerd. Artikel 2.1.1. van de akte van statuten luidt als volgt: "de
vennootschap heeft ten doel het direct en indirect ondersteunen, versterken en verankeren van
het economisch klimaat en het economisch beleid in de provincie". Ondersteuning van culturele
ondernemers draagt bij aan en is van belang voor de Gelderse economie.
In eerdere besluiten over het beschikbaar stellen van revolverende middelen ten behoeve van
Cultuur en Erfgoed is voor het deel erfgoed gekozen deze middelen niet in te zetten via het
Topfonds (PS20123-416). Bij cultureel erfgoed ligt het zwaartepunt op het behoud van
cultuurhistorische waarden en speelt de economische doelstelling een minder voorname rol.
Daarnaast is in deze sector al een bestaande uitvoeringsorganisatie actief (het NRF), waar de
provincie een langlopende uitvoeringsrelatie mee heeft. Ook omdat sprake is van leningen onder
zachte condities is in het veld van erfgoed gekozen voor bestendiging van de relatie met NRF.
De middelen die bestemd zijn voor investeringen in de culturele sector passen wel bij de
uitgangspunten van Topfonds Gelderland omdat zij bijdragen aan het ondernemerschap in de
sector: de leningen hebben tot doel werkgelegenheid op te leveren in de creatieve economie en
de afhankelijkheid van subsidie in de sector te verminderen.
Het beheer van het cultuurfonds wordt via inbesteding aan Topfonds Gelderland opgedragen.
Deze inbestedingconstructie is eerder bij Topfonds Gelderland en het IIG, op basis van juridisch
onderzoek, ook gevolgd. Aan de Investment Committee van het Topfonds Gelderland wordt een
door de culturele sector gedragen deskundige toegevoegd, die zorgdraagt voor kennis van het
Gelderse culturele veld. Topfonds Gelderland draagt zelf zorg voor financiële en bedrijfskundige
kennis. Voor het beoordelen van de business cases van instellingen en individuen die een lening
vanuit deze revolverende middelen willen aanvragen worden aan Topfonds Gelderland
specialisten toegevoegd met kennis van de Gelderse cultuursector en cultureel
ondernemerschap.
5
Topfonds Gelderland kent reeds een ruime economische doelstelling, toevoeging van het
beleidsveld cultureel ondernemerschap past hierbinnen. Een wijziging van de statuten van
Topfonds Gelderland op dit punt is niet nodig.
Investeringsinstructies
Nadat uw Staten over de wijze waarop de revolverende middelen in de culturele sector ingezet
worden heeft overlegd, gaan wij in de beheersovereenkomst met Topfonds Gelderland de
instructies uitwerken en vastleggen. In de volgende paragrafen benoemen wij een aantal
belangrijke onderwerpen die daarin zullen worden opgenomen.
Starters en doorgroeiers
Zowel starters als doorgroeiers kunnen leningen vanuit de revolverende middelen voor cultuur
aanvragen, waarmee recht wordt gedaan aan de kernwaarden van het programma Gelderland
Cultuurprovincie! (versterken van cultureel ondernemerschap en talentontwikkeling). Dit
onderscheid kan gemaakt worden voor alle drie de onderwerpen waarvoor de middelen
EHVFKLNEDDU]LMQLQYHVWHULQJLQGXXU]DPHJRHGHUHQRYHUQDPHYDQULVLFR¶VHQRPVODJYDQKHW
financieringsmodel).
De leningen zullen twee categorieën kennen:
a.
Starters: wij bestemmen een deel van de middelen voor beginnende en veelbelovende
initiatieven. Dit zal een aanzuigende werking hebben op talentontwikkeling in Gelderland.
Deze lijn is ook bestemd voor starters van buiten de provincie Gelderland die een bijdrage
willen leveren aan de Gelderse culturele infrastructuur.
b.
Doorgroeiers: wij vragen gevestigde culturele instellingen als voorbeeld te dienen voor het
inzetten van revolverende middelen bij hun bedrijfsvoering. Hiermee dragen wij bij aan het
behoud van de culturele infrastructuur van Gelderland.
Wij verwachten dat er veel beginnende kunstenaars en culturele instellingen in aanmerking
komen voor kleinere leningen (met een minimum van ¼ 10.000) en dat er een beperkt aantal
gevestigde culturele instellingen zal zijn dat grotere bedragen aanvraagt. Aan Topfonds
Gelderland ]DOPHHJHJHYHQZRUGHQGDW¼500.000 bestemd is voor kleinere initiatieven tot
¼ 75.000, zodat de gevestigde culturele instellingen met grotere aanvragen het fonds niet leeg
trekken.
De looptijd van de leningen is afhankelijk van de financieringsaanvraag, en wordt door het
cultuurfonds in overleg met de culturele instelling of kunstenaar vastgesteld. Richtlijnen daarbij
zijn:
voor investeringen in duurzame goederen, maximaal de economische levensduur van het
product;
YRRURYHUQDPHYDQULVLFR¶VYRRUSURMHFWHQde looptijd van het project (1 tot 2 jaar); en
voor investeringen in een omslag van het financieringsmodel is een omslag in denken
over financiering en bedrijfsvoering noodzakelijk en is een langere looptijd nodig (5 tot
10 jaar).
Het uitgangspunt is dat de kosten die Topfonds Gelderland maakt voor het uitvoeren van de
revolverende financiering in cultuur gedekt worden uit de beschikbare middelen voor de inzet
van revolverende middelen in de culturele sector.
De looptijd van het cultuurfonds is 10 jaar (2014-2024). Topfonds Gelderland levert elk kwartaal
de gegevens over aanvragen en leningen aan, en jaarlijks een financieel en inhoudelijk
jaarverslag. In het derde jaar vindt een evaluatie plaats waarbij wij in ieder geval bezien of de
doelstelling van het fonds behaald is of wordt, en of de gekozen wijze van uitvoering daarbij past.
Als daar aanleiding toe is, zullen wij daarop aanpassingen doorvoeren. Deze aanlooptijd geeft de
culturele sector de kans zich aan te passen aan mogelijk wijzigende omstandigheden. In deze
periode beogen wij draagvlak voor een duurzame verandering in de sector te krijgen. Wij leren
van de ervaringen van starters en doorgroeiers, en bouwen unieke ervaring en kennis op.
6
Contacten in het veld, binnen en buiten de provincie, wijzen uit dat de hier voorgestelde aanpak
uniek en kansrijk is, mits de tijd genomen wordt om deze in de sector goed te laten landen.
5. Financiële consequenties
'H¼POQ. maakt deHOXLWYDQGH¼ 10 mln. die bij PS2012-767 beschikbaar is gesteld voor
revolverende middelen Cultuur en Erfgoed'H]H¼ 4 mln. worden ondergebracht bij Topfonds
Gelderland. De precieze wijze van voeding wordt afgestemd op de manier waarop dit bij
Topfonds, IIG en MKG is vormgegeven. Nadere afspraken hierover worden in de
beheervergoeding opgenomen.
6.
Proces en evaluatie
Na instemming van uw Staten zullen wij Topfonds Gelderland vragen het Gelders Fonds voor
Cultureel Ondernemerschap (werktitel) als apart fonds of als onderdeel van een bestaand
werkfonds in te stellen. Tevens zullen wij investeringsinstructies opstellen waarbinnen
investeringen in cultureel ondernemerschap dienen plaats te vinden. Deze instructies, evenals
afspraken over beheervergoeding, monitoring en evaluatie etc., worden op vergelijkbare wijze
als bij andere velden (innovatie, duurzame energievoorziening) in de beheerovereenkomst met
Topfonds Gelderland opgenomen. Hiermee kan gerealiseerd worden dat in het derde
kwartaal van 2014 aanvragen ingediend kunnen worden en het fonds uiterlijk 1 januari 2015
operationeel is.
Arnhem, 22 april 2014 - zaaknummer 2013-017763
Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje
- Commissaris van de Koning
drs. P.P.L. van Kalmthout - secretaris
bijlagen:
Ontwerpbesluit
Begrotingswijziging
Notitie Naam notitie
Tekst
7