College van burgemeester en schepenen van 22 september 2014 001 002 003 004 005 006 007 008 009 010 011 012 013 014 015 016 017 018 019 020 021 022 1 Secretariaat. Notulen cbs 9 september 2014. Goedkeuring. Projectbeheer en communicatie. Onthaal nieuwe inwoners. Goedkeuring datum en concept. Financiën. Bestellingen. Aktename voorstellen en goedkeuring bestellingen. Financiën. Budgethouderschap. Goedkeuring te betalen bedragen. Milieu. Vlarem 1ste klasse, aanvraag voor de exploitatie van een nieuw slachthuis door nv De Lokery, Nijverheidsstraat 24. Advies. Milieu. Vlarem 1ste klasse, artikel 45: aanvraag wijziging lozingsnormen, Kaneka Belgium nv, Nijverheidsstraat 16. Advies. Milieu. Zwerfvuilactie. Zwerfvuilactie 2014 met de scholen. Brandweer. Vorming. Vormingsvoorstellen 22 september 2014. Personeel. Kristien Willemse. Tijdelijke verwijdering als begeleider BKO1. Basisonderwijs. Bram Testelmans. Aanstelling tijdelijk leermeester L.O. als vervanger 2. Basisonderwijs. Halime Yilmaz. Aanstelling tijdelijk leermeester islamitische godsdienst als vervanger 3. Basisonderwijs. Vorming. Vormingsvoorstellen 22 september 2014. Kunstonderwijs. Goele Vansant en Vito Pacquée. Tijdelijke aanstelling als leraar deeltijds kunstonderwijs als vervanging 4. Kunstonderwijs. Tijdelijke aanstelling van Maarten Vansina als directeur ter vervanging 5. Ruimtelijke Ordening. Hoorzitting bouwberoep Gabriëls & Co (2014/508). Ruimtelijke Ordening. Aktename melding. Neurusstraat 36 ( 2014/922) 6. Ruimtelijke Ordening. Aktename melding. Slachterijstraat 14 (2014/925) 7. Ruimtelijke Ordening. Aktename melding. Gemeentestraat 32 (2014/923) 8. Ruimtelijke Ordening. Artikel 5.2.2.: sectie A(Oevel) nr. 58E en 58K, gelegen Dennenstraat. Ruimtelijke Ordening. Artikel 5.2.2.: sectie B(Tlo) nr. 71H en 69A, gelegen Oosterwijk. Ruimtelijke Ordening. Kennisname proces-verbaal + bekrachtigingsbeslissing: Pachterserf. Ruimtelijke Ordening. Nutsvoorzieningen. Private verkaveling: Bistberg (192B)(Iveka). persoonljike gegevens verwijderd persoonljike gegevens verwijderd 3 persoonljike gegevens verwijderd 4 persoonljike gegevens verwijderd 5 persoonljike gegevens verwijderd 6 persoonljike gegevens verwijderd 7 persoonljike gegevens verwijderd 8 persoonljike gegevens verwijderd 2 023 024 025 026 027 028 029 030 031 032 033 034 035 036 037 038 039 040 041 042 043 9 Ruimtelijke Ordening. Nutsvoorzieningen. Private verkaveling: Oosterwijk (327TLO) (Iveka). Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: Tongerlostraat 50 (2014/088) 9. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige Aanvraag. Vergunning: restaurant Het Komfoor: Gevaertlaan 199 (2014/082) 10. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige Aanvraag. Vergunning: Ter Voort 210 (2014/083) 11. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: Wilgenstraat 9 (2014/085) 12. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige Aanvraag. Vergunning: Heieinde 95 (2014/087) 13. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: Kolveniersstraat 10 (2014/086) 14. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige Aanvraag. Werken van geringe omvang. Vergunning: Processieweg 20 (2014/530) 15. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Werken van geringe omvang. Vergunning: Bergveld 37 (2014/531) 16. Ruimtelijke Ordening. Verslag RUP Zonevreemde bedrijven gemeente Olen: Instemming met opname van Amazona. Secretariaat. Notulen cbs 15 september 2014. Goedkeuring. Secretariaat. Gemeenteraad. Voorstel agenda 6 oktober 2014. Overheidsopdrachten. Cateringopdracht: dag van het gemeente- en OCMW personeel - 9 januari 2015. Goedkeuring lastvoorwaarden, gunningswijze en lijst met aan te schrijven leveranciers. Overheidsopdrachten. Leveren van glasvezel en installatie ervan in bestaande wachtbuizen van Boerenkrijglaan naar Technisch centrum Oevelse dreef. Nietgunning en heraanbesteden + goedkeuring aangepast bestek. Overheidsopdrachten. Raamcontract voor leveren, aankoop, huur en onderhoud van werkkledij. Stopzetting overeenkomst. Bibliotheek. Verslag bibliotheekcommissie van 18 augustus 2014. Kennisname. Sport. DBFM-overeenkomst zwembad De Beeltjens. Goedkeuring addendum 2. Lokale Economie. Markt. Toelating flyeren Westel Musical Producties op de markt van 24 september 2014. Lokale economie. Ambulante handel. Aanvraag "Circus Monte Carlo" 2015. Lokale economie. Ambulante handel. Aanvraag standplaats "Circus Pauwels" 2015. Verzekeringen. Arbeidsongeval 17. Vaststelling consolidatiedatum en aanvang herzieningsperiode. persoonljike gegevens verwijderd persoonljike gegevens verwijderd 11 persoonljike gegevens verwijderd 12 persoonljike gegevens verwijderd 13 persoonljike gegevens verwijderd 14 persoonljike gegevens verwijderd 15 persoonljike gegevens verwijderd 16 persoonljike gegevens verwijderd 10 Patrimonium. Rechtsgeding 18 over terug openstellen van paadje tussen Stippelberg 110 en 114. Kennisname vonnis vrederechter Westerlo. 044 Aanwezig: Guy Van Hirtum - burgemeester-voorzitter Filip Verrezen, Kelly Verboven vanaf punt 006, Lowie Thys, Tinne Wuyts, Iris De Wever - schepenen Kristof Welters - OCMW-voorzitter - schepen Jo Vankrunkelsven - secretaris gemeente en ocmw Verontschuldigd: Herman Wynants - schepen --------------------------------------------------------------------------------------- Om 13:00 uur opent, Guy Van Hirtum, voorzitter de vergadering. 001 Secretariaat. Notulen cbs 9 september 2014. Goedkeuring. De notulen van de zitting van 9 september 2014 wordt zonder opmerkingen goedgekeurd. 002 Projectbeheer en communicatie. Onthaal nieuwe inwoners. Goedkeuring datum en concept. Voorgeschiedenis De vorige onthaaldag voor nieuwe inwoners met ontbijtbrunch vond plaats op zondag 6 november 2011 en zondag 22 september 2013 van 8.30 tot 11.30 uur. In 2012 werd geen onthaaldag georganiseerd omwille van de verkiezingsperiode. Op de onthaaldag van 22 september 2013 werden 572 gezinnen uitgenodigd (nieuwe inwoners vanaf 16/10/2011 tot en met 23/08/2013). Feiten en context Het gemeentebestuur wil bij voorkeur graag twee keer per jaar een onthaal voor nieuwe inwoners organiseren. De onthaaldag begint met een ontbijtbrunch in de cafetaria achter het gemeentehuis en nadien rondleiding met een gemeenteraadslid of personeelslid in en rond het gemeentehuis en Kasteelpark. Ter afsluiting krijgt men een drankje aangeboden in de raadzaal en kabinet waar ook infostanden van enkele gemeentediensten en een PowerPointpresentatie over Westerlo te vinden zijn. Inwoners krijgen een persoonlijke uitnodiging per post en moeten vooraf inschrijven met vermelding aantal kinderen, aantal volwassenen en vermoedelijk uur van aankomst. Door te groeperen per uur van aankomst, kunnen het aantal personen in cafetaria en voor de rondleidingen beter gestroomlijnd worden. Ook leden gemeenteraad, OCMW-raad, MAT gemeente en OCMW, diensthoofden en lokale pers worden uitgenodigd. De communicatiedienst stelt nog een draaiboek op voor de onthaaldag en doet een offerteaanvraag bij cateraars voor het ontbijt. Dienst burgerzaken schat dat er een 360-tal verhuizers zijn geweest in Westerlo vanaf 24 augustus 2013 tot nu. Adviezen en argumentatie Voorstel datum en uur onthaaldag nieuwe inwoners najaar 2014: 17 18 persoonljike gegevens verwijderd persoonljike gegevens verwijderd - zondag 9/11 van 8.30 tot 11.30 uur. Vermoedelijke kosten in detail: - Kostprijs ontbijt per aantal deelnemers+ buffetmateriaal: In 2013 kostte het ontbijt 11,93 euro per volwassene en 8,40 euro per kind van 6 tot 12 jaar (via traiteur De Beeltjes) exclusief buffetmateriaal. Er waren toen 182 volwassenen ingeschreven (dus 2171,26 euro excl. btw), 10 kinderen tussen 6 en 12 jaar (dus 84 euro excl. btw) en 16 kinderen jonger dan 6 jaar (gratis). - Kostprijs personeelsbezetting: In 2013 werden ook 8 personeelsleden ingezet en één vrijwilliger van de cafetaria. - Kostprijs cava bij ontvangst (600 euro)+ drank ontbijt (300 euro) + drank receptie raadzaal. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Externe communicatie actie Evenementen actienummer 201400015 omschrijving project Onthaaldag nieuwe inwoners raming kosten 4000 euro raming opbrengsten 0 euro BESLUIT Artikel 1 Artikel 2 003 Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord dat de ontbijtbrunch voor nieuwe inwoners plaatsvindt op zondag 9 november 2014, tussen 8.30 en 11.30 uur. Het college van burgemeester en schepenen gaat akkoord met hetzelfde concept als vorige keer nl. ontbijtbrunch in cafetaria + rondleiding rond en in gemeentehuis + infostanden en afsluitend drankje in raadzaal en kabinet. Financiën. Bestellingen. Aktename voorstellen en goedkeuring bestellingen. Feiten en context Verschillende gemeentelijke diensten dienen aankoopvoorstellen in via de financiële dienst die belast is met de kredietbewaking. Het college van burgemeester en schepenen stelt de noodzaak vast en neemt de beslissing om tot bestelling over te gaan. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Verspreid over verschillende actieplannen actie Verspreid over verschillende acties actienummer Diverse omschrijving project Goedkeuring bestellingen raming kosten Totaal exploitatie: 15.532,07 euro Totaal investeringen: 7.562,14 euro raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de voorstellen en besluit over te gaan tot de volgende bestelling: Administratie 1) drukken van 2300 herfstvakantiebrochures: 402,80 euro Technische diensten 2) valbeveiliging voor hoogtewerker: 226,51 euro 3) filters voor onderhoud voertuigen VBN022 + FVI566: 81,76 euro 4) herstellen startmotor voertuig CPU332: 947,65 euro 5) batterij voor voertuig CWT667: 86,14 euro 6) vloeistof voor ruitensproeiers voertuigen: 73,33 euro 7) herstellen olieleiding voertuig JIT516: 139,46 euro 8) divers materiaal voor aansluiten riolering: 69,22 euro 9) blokbatterij voor signalisatielampen: 197,47 euro Reiniging 10) band voor veegwagen 173ARJ: 477,65 euro Brandweer 11) veiligheidsschoenen voor Jef Van Kerckhoven en Steven Bastiaens: 253,71 euro 12) uniformkledij voor Carien Vercalsteren: 200 euro 13) overalls voor ambulanciers: 1.976,41 euro Groene ruimte 14) lagers voor bermmaaier: 104,10 euro 15) diverse onderdelen voor onderhoud haagscharen en grasmaaiers: 78,77 euro 16) aanplanten nieuwe school Oevel: 825,83 euro Bibliotheek 17) auteurslezing door Jonas Boets op 4/12/14: 125 euro Cultuur 18) slot voor deur Zoerla: 10,85 euro 19) partituren en parts: 1.604,58 euro Sport 20) huur van 2 springkastelen n.a.v. scholencross 24/9: 180 euro 21) toiletpapier voor zwembad en sporthal: 319,44 euro 22) huur divers materiaal voor sportdag op 25/9: 483 euro 23) busvervoer naar Retie voor sportdag van 25/9: 286,20 euro 24) busvervoer naar Herentals voor wintersportdag van 27/10: 286,20 euro Onderwijs 25) diverse benodigdheden voor keuken school Voortkapel: 507,38 euro 26) A3-papier voor school Voortkapel: 163,35 euro 27) divers materiaal voor kleuterschool Voortkapel: 177,82 euro 28) vervangen brandblussers school Heultje: 378,73 euro 29) materiaal voor maken kapstokjes school Voortkapel: 158,84 euro 30) materiaal voor afwerken kast school Heultje: 186,12 euro 31) jaarlijkse verlenging antivirus licenties 3 scholen: 119,40 euro Kinderopvang 32) videobeveiliging deuropener opvang Heultje: 733,39 euro Investeringen 33) bureaustoel voor school Voortkapel: 377,38 euro via budgetsleutel 2400000/080003 actie 417 raming 699 34) laptop voor school Oevel: 336,91 euro via budgetsleutel 2410000/08004 actie 444 raming 719 35) verwarmingsketel voor portierswoning: 6.847,85 euro via budgetsleutel 2210100/011902 actie 485 raming 782 004 Financiën. Budgethouderschap. Goedkeuring te betalen bedragen. Feiten en context Het college van burgemeester en schepenen heeft zijn bevoegdheden inzake het budgethouderschap niet gedelegeerd en dient bijgevolg de te betalen bedragen goed te keuren. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Verschillende actieplannen actie Verschillende acties actienummer Verschillende actienummers omschrijving project Goedkeuring betalingen raming kosten // raming opbrengsten // BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen keurt de te betalen bedragen goed van lijst 23/14 van 22/9/14, voor een totaal bedrag van 268.713,09 euro en een te betalen saldo van 239.616,29 euro. 005 Milieu. Vlarem 1ste klasse, aanvraag voor de exploitatie van een nieuw slachthuis door nv De Lokery, Nijverheidsstraat 24. Advies. Samenvatting NV De Lokery moet haar vestiging in Lokeren sluiten (omwille van de ligging in de woonkern van Lokeren) en wil een nieuw slachthuis exploiteren in Oevel/Westerlo, Nijverheidsstraat 24, met een slachtcapaciteit van 40.000 varkens per week, naast de bestaande uitsnijderij van partnerbedrijven nv Bens Vlees en nv Bens Retail. De aanvraag bevat een project -MER. Voorgeschiedenis NV De Lokery Belgium diende in december 2012 een 1°klasse milieuvergunningsaanvraag in voor installaties voor het slachten van varkens met een capaciteit van 110 ton geslachte dieren per dag (28600 ton /per jaar) met vermelding van latere uitbreiding naar 40 000 varkens per week. Het dossier werd tijdens de procedure ingetrokken. Feiten en context - Voorwerp van de aanvraag: het betreft de exploitatie van een nieuwe inrichting. - Op 29 juli 2014 werd het dossier ontvangen bij de milieudienst. Volgende indelingsrubrieken worden vermeld: Rubriek 3.5.1° lozen van koelwater met een debiet van max. 2m³/uur. (klasse 3) Rubriek 3.6.3.2° : afvalwaterzuiveringsinstallatie met een effluent van max. 15m³/uur. (klasse 2) Rubriek 12.1.2° WKK van 500 kW el. (klasse 2) Rubriek 12.2.2° 2 transformatoren met een individueel nominaal vermogen van 1250 kVA. (klasse 2) Rubriek 12.3.2° laadstation van 60 kW voor elektronische transpaletten. (klasse 3) Rubriek 15.4.1° 5 wasstraten voor voertuigen. (klasse 3) Rubriek 16.3.1.2° koelinstallatie: 550 kW, luchtcompressoren: 3 x 30 kW (= totaal 640 kW). (klasse 2) Rubriek 16.7.1° opslag van 500l propaan, acetyleen: 100l, argon: 60l, zuurstof: 100l (= totaal 760l). (klasse 3) Rubriek 16.8.3° opslag van 25000l (16000kg) vloeibare CO2). (klasse 1) Rubriek 17.3.3.2°a) opslag van 13660l schadelijke, irriterende en corrosieve stoffen.(kl2) Rubriek 17.3.4.1°a) opslag van 200l licht ontvlambare vloeistoffen. (klasse 3) Rubriek 17.3.7.1° opslag van 600l olie. (klasse 3) Rubriek 23.3.1°a) opslag van 20 ton kunststof verpakkingsmateriaal. (klasse 3) Rubriek 24.4 1 labo. (klasse 3) Rubriek 25.2.1°a) een behandelingsinstallatie voor varkensharen met een totale drijfkracht van 30 kW. (klasse 3) Rubriek 25.4 opslag van 30 ton varkensharen. (klasse 2) Rubriek 28.2.a)3° opslag van max. 200m³ dierlijke mest. (klasse 1) Rubriek 31.1.2°a) WKK van 600 kW th. (klasse 1) Rubriek 39.4.1° 3 warmtewisselaars met een inhoud van 1000l. (klasse 3) Rubriek 43.1.2°a) 2 stookinstallaties van 700 kW, 1 vlamoven van 2000 kW en 1 decontaminatiemachine van 600 kW (= totaal 4000 kW). (klasse 2) Rubriek 45.1.d) slachthuis met een capaciteit van 736 ton geslachte dieren per dag. (klasse 1) Rubriek 45.1.e) slachthuis met een capaciteit van 226000 ton levend gewicht per jaar. (kl 1) Rubriek 45.4.a) een darmwasserij. (klasse 1) Rubriek 45.4.e)2° opslag van 1488 ton vlees. (klasse 2) Rubriek 53.8.3° grondwaterwinning met een debiet van 123194m³/jaar. (klasse 1) - Ligging: op perceel sectie A, 4de Afdeling, nummer 424 R2, gelegen Nijverheidsstraat 24. - Stedenbouwkundige vergunning: • Op 2 juni 1997 verleende het college vergunning aan Bens Vlees voor het verbouwen en uitbreiden van een bedrijfspand tot vleesuitsnijderij; • Op 21 juni 2010 werd door het CBS een vergunning afgeleverd aan Bens Retail voor het verbouwen van de bedrijfsruimte. De stedenbouwkundige aanvraag van NV De Lokery van 2 april 2013 voor het bouwen van een nieuwbouw slachthuis met aanhorigheden, het rooien van bomen en het ophogen van het terrein, werd stopgezet en opnieuw ingediend op 1 augustus 2014. Het openbaar onderzoek voor deze aanvraag loopt nog tot 29 september 2014. - Gewestplan: de percelen waarop de inrichting gelegen is, zijn volgens het gewestplan gelegen in industriegebied, binnen de contouren van het BPA “Moleneinde – Kapel – Houdt in een zone ‘plaatsen bestemd voor industrie’ (art. 7)”. - Einde 2012 werd reeds een eerste aanvraagdossier ingediend voor het slachten van 5000 varkens /week. Bedoeling was om met die “kleine” milieuvergunning reeds te starten met de bouw van het slachthuis om volledig operatief te zijn op het ogenblik dat het huidige slachthuis in Lokeren moest sluiten. Daaropvolgend zou een uitbreiding worden aangevraagd voor het slachten tot 40 000 varkens per week(of 249.600 ton levend gewicht per jaar). Gezien de MER plicht voor de gewenste slachtcapaciteit besliste de aanvrager in februari 2013 het aanvraagdossier in te trekken. - Watertoets: gelet op de ligging van de inrichting buiten de grenzen van overstromingsgevoelig gebied lijkt men in alle redelijkheid te kunnen stellen dat er geen substantieel schadelijk effect wordt verwacht ten gevolge van de gevraagde inrichting op voorwaarde dat is voldaan aan de van toepassing zijnde milieuvoorwaarden en aan de voorwaarden van de gewestelijk stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater. - MER- screening: De wetgeving bepaalt dat er een milieu- effecten- rapport moet opgemaakt worden voor het slachten van dieren met een verwerkingscapaciteit van 30000 ton levend gewicht per jaar. De aanvraag bevat een project -MER, goedgekeurd door de Dienst MER op 22 mei 2014. Dit MER stelt als eindconclusie dat er geen onaanvaardbare effecten verwacht worden door de exploitatie van het slachthuis. - Bestaande milieuvergunningen: geen voor de NV de lokery, het betreft de exploitatie van een nieuwe inrichting. Op hetzelfde perceel, werden wel reeds milieuvergunningen verleend aan: Op 9 oktober 1997 verleende de bestendige deputatie een vergunning klasse 1 aan Bens Vlees NV voor het exploiteren van een vleesuitsnijderij, voor een periode die eindigt op 9 oktober 2017. Nadien werden verschillende vergunningen verleend voor wijzigingen en voor tijdelijke vergunningen met betrekking tot de vleesuitsnijderij van Bens Vlees. Op 10 juni 2010 verleende de bestendige deputatie een vergunning klasse 1 aan Bens Retail (het vroegere Bens Vlees) voor het exploiteren van een vleesverwerkend bedrijf, voor een periode die eindigt op 10 juni 2030. - zoneringsplan: de inrichting is gelegen in het centrale gebied, voorzien van een gemengd rioleringsstelsel langs de Nijverheidsstraat. - informatievergadering: deze werd georganiseerd tijdens het openbaar onderzoek, op woensdag 3 september 2014 om 19.30 uur in zaal de Biehal, Sint-Michielsstraat 8 in Oevel/Westerlo. Alle inwoners van Oevel werden per brief uitgenodigd. Het verslag wordt toegevoegd aan de stukken van het openbaar onderzoek. - de gevraagde inrichting is een GPBV-inrichting. Het gaat om inrichtingen die vallen onder het toepassingsgebied van richtlijn RL2008/1/EG inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging. De gegevens van bijlage D6 werden toegevoegd aan de aanvraag. - de gevraagde inrichting is een E-PRTR- inrichting. Het gaat om inrichtingen die vallen onder het toepassingsgebied van verordening (EG) nr 166/2006 van het Europese parlement en de Raad betreffende de instelling van een Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen. Hiertoe dienen geen bijkomende gegevens aan de aanvraag te worden toegevoegd. - Oorspronkelijk werd het nieuwe slachthuis als een rechthoekige constructie beschreven. Tijdens de MER procedure werd beslist om met Van Gool (uitbater slachthuis Kalmthout) als partner samen te werken en werd een nieuw voorstel uitgewerkt. In dit nieuwe concept worden verschillende onderdelen van het slachthuis geheroriënteerd en nog enkele wijzigingen aangebracht: er komen 5 loskades i.p.v. 3 welke ten noorden (Albertkanaal) van het slachthuis i.p.v. ten westen (kerkhof Oevel) worden ingeplant, er wordt een WKK geplaatst. - plaatsbezoek aan slachthuis Noordvlees van Gool in Kalmthout door 2 schepenen, 2 ambtenaren van bouw- en milieudienst, de voorzitter van de milieuraad en 1buurtbewoner van Oevel. - Plaatsbezoek traject lozingspunt Nijverheidsstraat tot monding in Zandvoortloop met twee schepenen, ambtenaren en de heer W. Verbruggen ingenieur van de dienst integraal waterbeleid van het provinciebestuur. Openbaar onderzoek vraag om openbaar onderzoek datum opening openbaar onderzoek datum sluiting openbaar onderzoek ontvangen bezwaren of opmerkingen 29 juli 2014 8 augustus 2014 8 september 2014 om 12 uur 2 mondelinge bezwaren, en 509 schriftelijke opmerkingen, waaronder: -13 schriftelijke bezwaren ingediend per brief; -494 bezwaren ingediend via e-mail; -een petitielijst met 1395 handtekeningen; -een online- petitielijst met 1481 ondertekenaars. De ingediende bezwaren hebben betrekking op: Geur - te verwachten geurhinder - een biowasser is niet de beste keuze voor een slachthuis, het MER stelt ook dat bij de opstart dient geëvalueerd te worden of deze voldoende geurverwijderingsrendement heeft gehaald - er is geen sprake van een back-up voor de lucht- en waterzuiveringsinstallaties - gezondheidsproblemen als gevolg van stank en lawaaihinder - het cumulatief effect met geuroverlast van andere hinderlijke bedrijven in de buurt - is er voldoende rekening gehouden met de omgevingsimpact naar de omliggende bedrijven bv infiltratie van geur in hun producten - geur afkomstig van wachtende vrachtwagens met levende dieren is niet in rekening gebracht - het MER houdt geen rekening met het aanzuigeffect en de turbulentie veroorzaakt door het verkeer op de E313 een factor in de literatuur ruim beschreven en die een grote invloed heeft op de verspreiding van polluenten en geurstoffen in de directe en ruimere omgeving - het MER is onvolledig en ongefundeerd en minimaliseert de onderzochte effecten: de invloed van de windrichting en de windkracht op de geurhinder in de omliggende gemeenten is niet onderzocht. - bij een bezoek aan het kerkhof wordt je geconfronteerd met de geur van ontbinding en vertering teweeg gebracht door transporten - de koeling van het slachthuis zal gebeuren met ammoniak, de gebruikelijke ammoniak- lekken geven geurhinder tot op grotere afstand Transporten - onveilige situaties en hinder als gevolg van toename transporten. - bijkomend vrachtverkeer veroorzaakt meer fijnstof, meer drukte, files en ongevallen - de hinderlijke effecten dienen geanalyseerd te worden in een MOBER - hinder door het gebruik van sluipwegen door vrachtwagens bij files, wegenwerken, ongeval, drukte bij de fly-over onveilig fietsverkeer als gevolg van te hoge verkeersdruk lawaaihinder, Oevel heeft al zoveel geluidsoverlast zowel overdag als 's nachts vrachtvervoer naast de begraafplaats, quid sereniteit als rouwstoet belandt tussen de met varkens geladen vrachtwagens beschadiging van de woningen als gevolg van zwaar transport langs Moleneinde De inplanting - inplanting nabij dorpskern op 500m en meerdere woonkernen op amper 200m, een school en een kinderdagverblijf - het dorp van Oevel heeft al overlast en is verzadigd met lawaai, fijn stof, water, verkeer en geur als gevolg van de industrie in de Nijverheidsstraat en de autostrade - de al overmatige hinderbelasting van Oevel beïnvloedt de morbiditeit- en mortaliteitcijfers in de streek - een andere locatie, niet tegen een woonzone gelegen, voor het slachthuis lijkt niet onderzocht te zijn - onze kinderen moeten op de speelplaats in deze geur spelen - is er rekening gehouden met de bedrijven en het winkelcentrum aan de overkant van het kanaal, deze belanghebbenden zijn niet uitgenodigd op de informatievergadering - de rust in de buurt van het kerkhof wordt nog meer vernietigd - inplanting nabij dorpskern, basisschool, kinderdagverblijf miskent de gezondheid, veiligheid en gezelligheid die een dorpskom dient uit te stralen Lozen van afvalwater - lozen van 320m³ afvalwater per dag in de Zandvoortloop via een verbinding van grachten en het bijhorend risico op wateroverlast en gezondheidsimpact voor mens (gebruik van groenten na wateroverlast in de tuin ...) en dier (paarden met voeten in het water en kunnen ze zonder risico grazen?) - lozen in de Zandvoorloop zal vervuiling, geurhinder, verstopping, ziekten en ratten met zich meebrengen - het debiet van de Zandvoortloop is te klein voor het gevraagde afvalwaterdebiet - effect van de afvalwaterlozing op de natuur nabij de Wimp - vervuiling van grondwater door het geloosde afvalwater - verspilling van schaars water en de invloed van waterschaarste op internationale conflicten Gezondheid - verontreiniging met ziektekiemen (40% van de Belgische varkens zou besmet zijn met de ziekenhuisbacterie MRSA) via het water ingeval van slechte werking of calamiteit met de waterzuiveringsinstallatie die het welzijn en de gezondheid van de mens in gevaar zal brengen. - veeteelt en slachthuizen veroorzaken zoönotische ziekten die een brede bevolking kunnen besmetten (dodelijke griepvirussen, ...) - gezondheidsrisico's als gevolg van de consumptie van rood vlees - vliegen en ratten - antibiotica- resistentie van zeer schadelijke organismen als gevolg van steeds grotere slachthuizen voor een steeds grotere veeteelt Dierenwelzijn/vleesconsumptie - dierenwelzijn: de varkens worden op een wrede manier van het leven beroofd, na bedwelming die stuiptrekkingen en hevige irritaties van de luchtwegen veroorzaken - vlees is niet duurzaam, de ecologische voetafdruk van varkensvlees is 5x hoger dan van plantaardige eiwitten - vleesconsumptie is niet nodig om gezond te zijn en moet stoppen om iedereen op de wereld van voedsel te kunnen voorzien Allerlei - twijfel aan het bedrijf op vlak van "goede bedrijfsvoering" - de informatievergadering is veel te laat georganiseerd waardoor te weinig tijd om dossier in te kijken en bezwaar in te dienen - vrees voor eventuele uitbreidingen vaan het slachthuis eens het er gevestigd is - de lokery dient beschouwd te worden als "één milieutechnische eenheid" met de vleesuitsnijderij van Bens gelegen op hetzelfde perceel zodat de effecten op mens en milieu (emissies, geur en mobiliteit) voor de hele inrichting worden onderzocht - er diende een volledig projectMER te worden opgemaakt voor deze bedrijfseenheid - onredelijk veel hinder voor personeel door inplanting pal achter ons bestaande bedrijf met conciërgewoning- niet beoordeeld in het MER, - geen buffering (visuele en geluidshinder)voorzien, - commerciële schade, slachthuis bedreigt de uitstraling van ons bedrijf - de waarde van het vastgoed zal dalen - werknemers zullen vnl. oost- Europeanen zijn, gerelateerd aan criminaliteit - toename van crimineel gedrag bij mensen die in buurt van slachthuis wonen - ernstige mentale en lichamelijke consequenties van arbeiders die in slachthuizen werken - onvoldoende openbaar vervoer voor personeel zodat ieder eigen auto gebruikt en leidt tot verkeersoverlast - de macro-economische context is niet gunstig voor een bedrijf gericht op de Russische markt - het studiebureau dat het MER heeft opgemaakt is niet onafhankelijk (opdracht en vergoeding door de bouwheer) en dit bleek ook op de informatievergadering - de Lokery is al gestart met de bouwwerken in Oevel. - geringe bijkomende werkgelegenheid weegt niet op tegen de hinder Adviezen - Advies stedenbouwkundig ambtenaar: Omwille van de lopende stedenbouwkundige aanvraag lijkt een bijkomend advies geen meerwaarde. - Het advies van de intercommunale milieudienst ontvangen op 12 september 2014 omvat volgende elementen: 1. Stedenbouwkundig A. Stedenbouwkundige ligging De inrichting is gelegen binnen de contouren van het BPA “Moleneinde – Kapel – Houdt”. Er lijkt gesteld te kunnen worden dat de exploitatie van de voorliggende inrichting verenigbaar is op voorwaarde dat aan de bestemmingsvoorschriften van het BPA wordt voldaan. B. Stedenbouwkundige vergunning Er dient te worden gewezen op de koppeling tussen de milieuvergunning & -melding en de stedenbouwkundige vergunning & melding, zoals geregeld in art. 5 van het Decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en art. 4.5.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. 2. Water A. Grondwaterwinning De exploitant vraagt een grondwaterwinning met een totaal opgepompt debiet van 123.194m³/jaar (2 boorputten). Het opgepompte grondwater wordt gebruikt als hoog kwalitatief water tijdens het slachtproces. Gezien de aard en de omvang van de exploitatie moet VMM, Afdeling Water advies verlenen omtrent de grondwaterwinning. We adviseren dan ook het standpunt van deze administratie m.b.t. de gevraagde hoeveelheid en het al dan niet gewenst zijn van de voorgestelde inrichting te volgen daar IOK niet over de hydrogeologische gegevens beschikt die noodzakelijk zijn om een voldoende onderbouwd advies te verlenen betreffende de mogelijke gevolgen van de grondwaterwinning voor de bodem en de watervoerende lagen. B. Afvalwater Al het proceswater en reinigingswater wordt gezuiverd in een waterzuiveringsinstallatie (voorzuivering via flotatie in het gebouw – chemische defosfatatie – actief slibbekken voor nitrificatie en denitrificatie – slibverwijdering in flotatiebekken in het gebouw). Een gedeelte van het gezuiverde afvalwater wordt herbruikt voor laagwaardige toepassingen. Het resterende gezuiverde afvalwater wordt geloosd op oppervlaktewater. De exploitant dient er op te worden gewezen dat moet worden voldaan aan de basismilieukwaliteitsnormen en aan de van toepassing zijnde sectorale lozingsnormen. In voorliggend dossier worden de verschillende lozingspunten waar mogelijk zou kunnen worden in geloosd, omschreven. Er wordt aangegeven dat lozing op DWA niet mogelijk zal zijn waardoor bijgevolg de lozing op een oppervlaktewater zal plaatsvinden. In het bijgevoegde MER lijkt een voorkeur te bestaan voor een lozing op de nieuwe aan te leggen RWA om vervolgens te lozen op de Puntloop. Hierbij moet echter worden opgemerkt dat deze RWA op dit ogenblik nog onbestaande is. In bijlage D3 van het aanvraagdossier wordt aangegeven dat wordt geopteerd om te lozen op de gracht naast de Nijverheidsstraat om alzo verder af te voeren naar de Zandvoortloop (met uiteindelijke monding in de Wimp). Er dient te worden opgemerkt dat deze lozing naar de Zandvoortloop niet mee werd onderzocht in het MER. Het lijkt aangewezen dat de exploitant bijkomende informatie aanlevert waarin de invloed van de gevraagde lozing op de voorgestelde waterloop gemotiveerd wordt onderzocht. Het lijkt aangewezen dat de praktische haalbaarheid van deze voorgestelde lozingswijze vanuit het gemeentebestuur (technische dienst) wordt bevestigd. Gezien het voorwerp van de aanvraag moet o.m. VMM, meer bepaald de afdeling bevoegd voor het lozen van afvalwater, tevens advies verlenen. Gelet op de bijzondere deskundigheid van de VMM, lijkt het aangewezen het advies van VMM met betrekking tot de gevraagde lozing te volgen. 3. Afval De exploitant dient de bepalingen van het Materialendecreet, het Vlarema, het Vlarem II en het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 betreffende de ophaling en de verwerking van dierlijk afval zorgvuldig na te leven. Hiertoe dient o.m. te worden verwezen naar de voorwaarden omschreven in art. 5.45.2.2. van Vlarem II: “§1. Tijdens het wassen en ontharen vrijgekomen haar en vuil, alsmede tijdens het spoelen vrijgekomen vlees- en beenderdeeltjes, moeten worden opgevangen in daartoe volgens een code van goede praktijk ingerichte apparatuur, die zo frequent moet worden gereinigd dat de goede werking blijft gewaarborgd. Varkenshaar voor gebruiksdoeleinden moet worden bewaard in gesloten bakken of vaten opgesteld in een ruimte die dermate is gekoeld dat de er in heersende temperatuur maximum 10 °C bedraagt. §2. Mest en inhoud van magen, darmen en pensen moeten, in afwachting van de afvoer, worden opgeslagen overeenkomstig de bepalingen van afdeling 5.9.2. van hoofdstuk 5.9. voor opslag van dierlijke mest. §3. Het afvalwater uit de stallen van de te slachten dieren en van de veewagenreiniging moet worden opgevangen en afgevoerd naar een waterbehandelingsinstallatie.§4. Het bloed moet worden opgevangen en bewaard in een gesloten bloedkelder of bloedtank die dermate zijn gekoeld dat de er in heersende temperatuur maximum 10°C bedraagt. Bloed moet met een speciaal voor dit doel geschikte tankwagen uit de inrichting worden afgevoerd. Voormelde bloedkelder of bloedtank mag geen enkele rechtstreekse noch onrechtstreekse verbinding hebben met een besterfput, een grondwaterlaag, een oppervlaktewater of een riool. Gewijzigd bij art. 237 B.Vl.Reg. 19 januari 1999, B.S. 31 maart 1999, eerste editie. [§5. Huiden moeten zo spoedig mogelijk na het vrijkomen gekoeld worden bewaard.] Vervangen bij art. 176 B.Vl.Reg. 19 september 2008, B.S. 27 januari 2009. §6. Darmvet en darmslijm die voor verdere verwerking worden weerhouden moeten in daarvoor bestemde vloeistofdichte bakken worden opgevangen die, in afwachting van hun afvoer uit de inrichting, in een gesloten en gekoelde ruimte worden opgesteld. Geschoonde darmen moeten onmiddellijk: 1° ofwel bij een temperatuur van maximum 10°C gekoeld worden bewaard; 2° ofwel gezouten in vaten worden verpakt.” Verder dient er op te worden gewezen dat in het voorliggende MER wordt omschreven dat de varkensharen (= categorie 3-materiaal) zullen worden opgevangen in een soort reactor waarin de haren zullen worden afgebroken tot een waterige massa om vervolgens te worden afgevoerd naar de WZI. Deze exploitant heeft hiervoor in bijlage C4/D4 o.m. de rubrieken 25.2.1.a en 25.4 aangevraagd. Er lijkt echter gesteld te moeten worden dat, gelet op het gegeven dat varkensharen als categorie 3-materiaal moeten worden beschouwd, een afvalstoffenverwerking (rubriek 2) van toepassing is i.p.v. de gevraagde rubriek 25. Deze rubrieken lijken dan ook als zonder voorwerp te moeten worden beschouwd. Tevens lijkt de exploitant over een erkenning als verwerker van dierlijke bijproducten te moeten beschikken. Het lijkt aangewezen dat de exploitant hierover bijkomende informatie aan de PMVC verschaft. De exploitant dient er tevens op te worden gewezen dat een dergelijke afvalstoffenverwerking niet kan worden uitgevoerd zonder voorafgaandelijk vergunning. 4. Lucht De exploitant dient periodiek de rookgassen van de verwarmingsinstallaties te laten analyseren. Deze rookgassen dienen te voldoen aan de emissiegrenswaarden uit hoofdstuk 5.43 van Vlarem II. Gelet op de aard van de inrichting lijkt voldoende aandacht te moeten worden besteed aan de voorkoming van geurhinder. De exploitant dient de maatregelen opgenomen in art 5.45.1.3 van Vlarem II omtrent de voorkoming van geurhinder strikt na te leven. De exploitant geeft in het voorliggende dossier aan dat het slachthuis uit 1 gesloten geïsoleerde ruimte bestaat die volledig in onderdruk staat. Hierbij wordt tevens een luchtzuivering voorzien. Er dient te worden opgemerkt dat enkele aspecten van het proces niet over deze luchtzuivering worden afgeleid: - de lucht van de schroeioven wordt voorzien om rechtstreeks naar buiten te gaan (zonder voorafgaande zuivering). De exploitant geeft hierbij aan dat, op basis van metingen bij gelijkaardige bedrijven, gesteld kan worden dat deze geur niet buiten de bedrijfsterreinen wordt waargenomen; - slechts een gedeelte van de waterzuivering, meer bepaald de fysico-chemische voorzuivering, de slibtank en de bufferbekkens staan binnen in het gebouw opgesteld en worden afgeleid naar de luchtzuivering. De biologische zuivering staat buiten opgesteld en wordt dus niet afgeleid naar de luchtzuivering. De exploitant geeft hierbij aan dat de geurproductie hiervan bij een goede werking verwaarloosbaar is. De exploitant dient er op te worden gewezen dat de geurhinder te allen tijde beperkt moet worden. Hierbij dient er op te worden gewezen dat in de omgeving reeds een aanzienlijke geurbelasting kan zijn. Verdere belasting moet te allen tijde worden vermeden. In het MER wordt onderzocht welke luchtzuivering (inclusief dimensionering) in casu aangewezen is, meer bepaald een biologische gaswasser. In de niet-technische samenvatting van het MER wordt omschreven dat na de opstart van de installatie het nodig is om te evalueren of de biowasser voldoende geurverwijderingsrendement behaalt. De exploitant geeft onmiddellijk aan dat, indien niet het gewenste resultaat wordt bereikt, eventueel een tweede wastrap wordt geïnstalleerd. Er lijkt te kunnen worden gesteld dat de exploitant reeds vooruitziend is m.b.t. het geuraspect in geval de gekozen techniek in praktijk toch niet afdoende lijkt te zijn. Het lijkt aangewezen dat vanuit de PMVC, op aangeven van de adviesinstanties met een bijzondere deskundigheid o.m. AMV en VMM, duidelijk wordt aangegeven dat verwacht wordt dat de beoogde geurreductie kan worden gerealiseerd met de voorgestelde eerste wastrap zodat kan worden bevestigd dat de tweede wastrap maar pas dient te worden geïmplementeerd indien bij evaluatie van de eerste trap in de praktijk blijkt dat de verwijdering met enkel de eerste trap niet afdoende is. De exploitant moet te allen tijde de nodige maatregelen nemen om geurhinder te voorkomen. Indien mocht blijken dat de aspecten die niet over de luchtzuivering worden geleid toch aanleiding geven tot geurhinder, dan dient de exploitant hiertoe bijkomende maatregelen te nemen. Het lijkt aangewezen dat de exploitant in de vorm van bijkomende informatie aan de PMVC overmaakt hoe deze procesaspecten eventueel toch bij op de luchtzuivering kunnen worden aangesloten. Er moet verder op worden gewezen dat de geurproblematiek tevens moet worden beoordeeld in het kader van het aanzienlijk aantal bezwaarschriften dat werd ingediend, wat met zich meebrengt dat ook de draagkracht in verhouding tot het aspect geurhinder moet worden beoordeeld door de PMVC. 5. Geluid De exploitant geeft in het voorliggende dossier aan dat de geluidsemissies eerder beperkt zullen zijn, mede gelet op het feit dat de volledige slachtcyclus binnen een afgesloten gebouw zal plaatsvinden, inclusief het lossen van de varkens. De exploitant dient er wel op te worden gewezen dat ook het aan- en aflevertransport niet voor overlast mag zorgen. 6. Gevaarlijke stoffen/Gassen Het is aangewezen de exploitant er op te wijzen dat de bepalingen omtrent de opslag van gevaarlijke producten/gassen zoals bepaald in hoofdstukken 5.16 en 5.17 van Vlarem II strikt nageleefd moeten worden. BESLUIT: Rekening houdende met bovenstaande bemerkingen dienen bij voorliggende milieuvergunningsaanvraag minstens volgende milieutechnische bemerkingen aan de PMVC te worden gemaakt: • m.b.t. de voorgestelde luchtzuiveringstechniek: vanuit de PMVC, op aangeven van de adviesinstanties met een bijzondere deskundigheid o.m. AMV en VMM, duidelijk wordt aangegeven dat verwacht wordt dat de beoogde geurreductie kan worden gerealiseerd met de voorgestelde eerste wastrap zodat kan worden bevestigd dat de tweede wastrap maar pas dient te worden geïmplementeerd indien bij evaluatie van de eerste trap in de praktijk blijkt dat de verwijdering met enkel de eerste trap niet afdoende is. De exploitant dient tevens bijkomende informatie aan te leveren aan de PMVC over de wijze waarop de overige procesaspecten eventueel toch bij op de luchtzuivering kunnen worden aangesloten. Er moet verder op worden gewezen dat de geurproblematiek tevens moet worden beoordeeld in het kader van het aanzienlijk aantal bezwaarschriften dat werd ingediend, wat met zich meebrengt dat ook de draagkracht in verhouding tot het aspect geurhinder moet worden beoordeeld door de PMVC. • m.b.t. de gevraagde rubriek 3.6.3.2: de exploitant dient bijkomende informatie aan te leveren aan de PMVC waarin de invloed van de gevraagde lozing op de voorgestelde waterloop gemotiveerd wordt onderzocht, de praktische haalbaarheid van de voorgestelde lozingswijze in de Zandvoortloop moet kunnen worden bevestigd vanuit het gemeentebestuur (technische dienst) én een gunstig advies van VMM, meer bepaald de afdeling bevoegd voor het lozen van afvalwater, moet worden verkregen • m.b.t. de gevraagde rubriek 25.2.1.a en 25.4: deze rubrieken moeten als zonder voorwerp worden beschouwd, aangezien de omschreven verwerkingswijze van varkensharen als een afvalstoffenverwerking dient te worden beschouwd en bijgevolg dus niet onder de rubriek 25 kan worden begrepen • m.b.t. de aangevraagde rubriek 53.8.3: uit het advies van VMM, Afdeling Water moet blijken dat de gevraagde grondwaterwinningen geen ontoelaatbare schade veroorzaken aan bodem en grondwaterlagen en de aangevraagde hoeveelheden moeten aanvaardbaar zijn in overeenstemming met de gegevens opgenomen in het aanvraagdossier indien de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, in acht worden genomen. Argumentatie Voorafgaandelijk en in het belang van het gevoerde openbaar onderzoek, dient te worden opgemerkt dat de bijlagenbundel horende bij het MER niet aan de gemeente werd overgemaakt. Dit is pas vastgesteld na het afsluiten van het openbaar onderzoek zodat dit onderdeel niet tesamen met het dossier ter inzage heeft gelegen. Dit feit is gemeld aan het provinciebestuur en de voorzitter van de PMVC en zou zoals meegedeeld, bij de behandeling van het dossier op de PMVC worden besproken en beoordeeld. De vraag stelt zich of hierdoor het openbaar onderzoek rechtmatig is verlopen. In het bijzonder de geurimpactkaarten zijn niet ter kennisname van het publiek gesteld geweest! Op de informatievergadering waren een 100 tal aanwezigen en heeft de aanvrager zowel het aanvraagdossier als het MER voorgesteld en toegelicht. De aanvrager is er echter onvoldoende in geslaagd om de ongerustheid m.b.t. de impact van het slachthuis op de omgeving te verzachten wat geleid heeft tot een overwegend wantrouwen van de buurt in het project. Ook het dossier bevat sommige tegenstrijdige /onduidelijke gegevens: het al dan niet overdekt zijn van het biologische deel van de waterzuivering; de afvoer of de verwerking van de varkensharen; transporten naar E313 enkel en alleen via de fly-over of deels ook via Olen; al dan niet een desinfectiestap d.m.v. UV in de waterzuivering voorzien?; één boorput of twee voor het oppompen van grondwater; ..... Dit alles heeft bijgedragen tot het massaal indienen van bezwaren tijdens het openbaar onderzoek. De ingediende bezwaren hebben betrekking op: voornamelijk geurhinder, transporten, afvalwaterlozing, de inplanting en dierenwelzijn ... en kunnen grotendeels worden beoordeeld op basis van de dossiergegevens. De bezwaren kunnen als volgt geëvalueerd worden: - M.b.t. geur: De omwonenden vrezen dat het slachthuis geurhinder veroorzaakt. Hoewel alle activiteiten zullen gebeuren in het gebouw dat in onderdruk staat en er een luchtwasser wordt voorzien kan zoals het MER bevestigt het effectief voorkomen van geurhinder niet uitgesloten worden. De buurt ondervindt reeds op regelmatige basis en in min of meerdere mate geurhinder van de reeds gevestigde bedrijven. De keuze voor het systeem van de luchtwasser is gebaseerd op het ruimtebeslag, de investerings- en de operationele kost en de efficiëntie. Een tweede wastrap wordt voorzien indien bij de opstart zou blijken dat de eerste luchtwasser onvoldoende effectief zou zijn. Een back-up voor de luchtzuivering is niet voorzien. De opmerking m.b.t. de infiltratie van de slachthuisgeur in de eindproducten van andere bedrijven in de buurt werd nagetrokken en kan als niet relevant beschouwd worden. De aanwezigheid van een groot winkelcentrum en industrie aan de overkant van het kanaal, welke volgens de geurimpactkaart in de geurpluim zijn gelegen, zijn niet vermeld noch beoordeeld in het MER. De vrees voor geurhinder lijkt gegrond waardoor het resultaat van de voorziene milderende maatregelen voldoende moet verzekerd worden. De opmerkingen m.b.t. de ammoniak-lekken bij het koelsysteem, het aanzuigeffect en de turbulentie veroorzaakt door het verkeer op de E313 en hun effect op de verspreiding van polluenten en geur dienen beoordeeld te worden door de deskundigen binnen de PMVC. - M.b.t. transporten/verkeer/mobiliteit: Het slachthuis zal bijkomend vrachtvervoer veroorzaken wat tevens meer drukte, luchtvervuiling, files, onveilige situaties en ongevallen impliceert. De buurt vreest daarom dat het verkeer meer en meer sluipwegen zal gebruiken om aan de drukte te ontsnappen wat uiteraard nog meer overlast veroorzaakt voor de bewoners van die straten. Dit dient te allen tijde voorkomen te worden. De PMVC dient een gemotiveerd oordeel te vellen over de ruimtelijke draagkracht van de omgeving in verhouding tot het aspect verkeer/ mobiliteit. - M.b.t. de afvalwaterlozing/wateroverlast: Er is een grote bezorgdheid over het lozen van het effluent in de Zandvoortloop, zowel naar kwaliteit als kwantiteit. Mogelijk of in geval van een verminderde werking van de zuiveringsinstallatie zal het afvalwater een geur verspreiden die ongedierte aantrekt, de bodem en het grondwater vervuilen, vervuiling veroorzaken op en natuur aantasten langs de Zandvoortloop en vervolgens de Wimp. Het dossier bevat geen gegevens over de samenstelling van het afvalwater noch de impact op de Zandvoortloop. De vrees voor wateroverlast kan niet worden genegeerd. In het verleden was er reeds wateroverlast ter hoogte van de grachten langs de Houtstraat als gevolg van het lozen van grondwater van een droogzuiging voor het uitvoeren van werkzaamheden bij Daf. Ter hoogte van een afwateringsgracht naar de Zandvoortloop treedt bij grote regenval wateroverlast op in de tuinen van enkele aanpalende woningen wat reeds het geval was in september ’98, november ’10 en augustus ’11. Brandweerinterventies waren toen noodzakelijk. Wateroverlast als gevolg van grote regenval kan in de toekomst niet uitgesloten worden, in het bijzonder bij toename van het debiet door het geloosde afvalwater. De effecten van het lozen van het afvalwater op de Zandvoortloop dienen bijkomend te worden onderzocht. - M.b.t. gezondheid/ongedierte: Het bedrijf wordt via de vergunningsvoorwaarden verplicht om effectieve maatregelen ter voorkoming en bestrijding van ongedierte met name ook ratten en vliegen uit te voeren. Het mogelijk voorkomen van ratten als gevolg van het geloosde afvalwater kan momenteel niet worden ingeschat. Ook het effect of de mogelijke gevolgen van de bacteriële belasting van het geloosde afvalwater wordt in het dossier niet beoordeeld. Het is het bijgevolg niet mogelijk om eventuele overdracht van zoönotische ziekten te beoordelen noch om de gevaren van mogelijke wateroverlast naar het gebruik van tuingroenten, het grazen door vee of het eventueel verbruik van het water van de Zandvoortloop door diersoorten te beoordelen. Deze afweging dient uitdrukkelijk gedaan te worden door de deskundigen binnen de PMVC eventueel na het aanleveren van bijkomende info door de aanvrager. Het MER stelt dat de emissies van het slachthuis niet giftig zijn en er bijgevolg geen rechtstreekse gezondheidseffecten verwacht worden, noch via de lucht, noch via het afvalwater, de bodem of grondwater. - M.b.t. lawaai: De omwonenden ondervinden reeds geluidsoverlast veroorzaakt door de industrie en voornamelijk het verkeer in het bijzonder op de E313. Hoewel deze voorzien is van geluidsschermen lijkt de overlast de laatste tijd toe te nemen. Bijkomende transporten en verkeer verbonden aan het slachthuis zullen de situatie enkel verergeren. - M.b.t. de inplanting/overlast/draagkracht: Het slachthuis zal worden ingeplant op korte afstand van woonzones en de dorpskern met 2 scholen en een kinderdagverblijf. De omgeving wordt reeds regelmatig gehinderd door geuroverlast en is reeds verzadigd van geluidsoverlast en vervuilde lucht door de industrie, en het verkeer in het bijzonder van de E313. Verdere belasting moet te allen tijde vermeden worden. De PMVC dient een gemotiveerd oordeel te vellen over de ruimtelijke draagkracht van de omgeving in verhouding tot het aspect geurhinder. Bovendien is er de nabijheid van het kerkhof ! Zowel het slachthuis als de bezoekers van het kerkhof dienen gebruik te maken van dezelfde toegangsweg wat onaanvaardbaar is. De serene sfeer van het afscheid van een overledene mag niet verstoord worden door de aanwezigheid van slachthuistransporten. - M.b.t. de procedure/MER/Milieutechnische eenheid: De vraag stelt zich inderdaad of het slachthuis niet als “één milieutechnische eenheid” met de nv Bens dient beschouwd te worden. Beiden zijn gevestigd op hetzelfde perceel, behoren tot dezelfde groep Van den Avenne en zijn afhankelijk van mekaar voor het bekomen van hun eindproduct. Dit dient door de PMVC te worden uitgemaakt alvorens een beslissing kan genomen worden. In het MER, dat mogelijk ook voor deze “milieutechnische eenheid” moest worden opgemaakt werden wel de effecten van geluid en de transporten van beide bedrijven samen onderzocht en beoordeeld. Wat het gevoerde openbaar onderzoek betreft kan gesteld worden dat de gemeente einde juli door DLV op de hoogte werd gebracht dat het aanvraagdossier was ingediend bij de provincie. Om te voorkomen dat het openbaar onderzoek volledig binnen de vakantiemaand augustus zou vallen heeft de milieudienst de provinciediensten verzocht gebruik te maken van de maximale behandelingstermijnen. Zodoende kon het OO opgestart worden op 8 augustus en kon de informatievergadering gehouden worden begin september, na de vakantie. Dit gaf meer inwoners de mogelijkheid aanwezig te zijn, maar beperkte uiteraard de tijd om te reageren na de infovergadering gezien de sluiting op 8 september om 12,00 uur. Een eventuele uitbreiding van het slachthuis zal steeds voorwerp uitmaken van een nieuw aanvraagdossier. - M.b.t. dierenwelzijn/vleesconsumptie: Het bedwelmen en doden van de varkens gebeurt volgens strikte wettelijke bepalingen waarop het slachtproces is afgestemd en tevens wordt op toegezien door de bevoegde controlediensten. Wat de ecologische voetafdruk en de vleesconsumptie betreft respecteert de gemeente de argumenten en keuze van zowel vleeseters als vegetariërs en gaat ervan uit dat éénieder deze vrije keuze respecteert. - Bezwaren m.b.t. commerciële schade, waardevermindering van vastgoed, stijgende criminaliteit, macro-economische context, invloed van waterschaarste op internationale conflicten, gezondheidsrisico’s als gevolg van eten van rood vlees, vleesconsumptie in relatie met voedselvoorziening op wereldschaal, antibioticaresistentie als gevolg van grotere slachthuizen en veeteelt, werkgelegenheid, onafhankelijkheid van het studiebureau dat het MER opmaakte, hinderbelasting in Oevel beïnvloedt de morbiditeit- en mortaliteitscijfers in de streek, onvoldoende openbaar vervoer, worden als nietmilieutechnisch beschouwd en niet verder beoordeeld. Het project. Het gaat om een grootschalig slachthuis in een volledig nieuw op te richten gebouw. De locatie werd gekozen omwille van de aanpalende NV Bens vleesuitsnijderij die 50% van het eindproduct van de Lokery zal verwerken. Ook de ligging nabij de E313 is een grote meerwaarde. Alle activiteiten, het lossen van vee inbegrepen zal binnen in het gebouw gebeuren. Het slachthuis zal gebouwd worden volgens de Best Beschikbare Technieken, de toetsing is opgenomen in tabel 6 van het MER. Het gebouw is één gesloten, geïsoleerde ruimte die volledig in onderdruk staat wat een gunstig effect heeft op geur -en geluidsemissie. Tevens wordt een luchtzuiveringsinstallatie voorzien. Voor de waterbehoefte wordt grondwater gebruikt dat ter plaatse zal worden opgepompt. Het afvalwater wordt gezuiverd in een eigen waterzuiveringsinstallatie en deels (58,5%) hergebruikt voor enerzijds minderwaardige toepassingen en anderzijds na toepassing van "reverse osmose"- techniek hergebruikt als proceswater. Op het terrein is er een strikte scheiding van het onreine en het reine gedeelte. Waar mogelijk is het slachtproces geautomatiseerd. Er wordt gewerkt in 2 shiften van 8 uur gedurende 5 d/week. M.b.t. geur kan gesteld worden dat deze voornamelijk zal ontstaan bij volgende 6 onderdelen: de loskades, de stal, de onreine slachthal, de darmwasserij, de opslag van restproducten en de fysico- chemische voorzuivering van het afvalwater. De emissie van deze delen gebeurt via een luchtzuiveringsinstallatie die gedimensioneerd is op 60.000m³/uur. Alle producten, en afval- opslagruimtes worden gekoeld om veel mogelijk geur te voorkomen. Het destructiemateriaal wordt dagelijks opgehaald. De volledige slachtcyclus gebeurt in het gebouw dat luchtdicht is afgesloten omdat er in onderdruk gewerkt wordt zodat geen luchtemissies naar de omgeving mogelijk zijn. Naast de genoemde 6 onderdelen die op de luchtwasser zijn aangesloten zijn daarentegen de schroei- installatie, de reine slachthal en de biologische trap van de waterzuivering ook allen bron van geuremissies, niet op de wasser aangesloten. Voor de luchtzuivering wordt er geopteerd voor een wastoren die zich boven de waterzuivering bevindt en gebruik maakt van het actief slib van de waterzuivering. Verwacht wordt dat deze een groot deel van de geurstoffen zal afbreken behalve moeilijk wateroplosbare componenten zoals zwavelverbindingen die tevens een lage geurdrempel hebben. Omdat niet geweten is in welke mate die componenten aanwezig zullen zijn kan het zijn dat een bijkomende 2° wasser met hypochloriet nodig is om de geurstoffen voldoende af te breken. Dit zou pas kunnen geëvalueerd worden na de opstart van de installaties. De zuivering is dus gebaseerd op een biologische wassing die als gevolg van de werktijden slechts 5 dagen op 7 belast is. Een discontinue belasting van biologische systemen levert mogelijk problemen naar effectiviteit wat ondervangen wordt door het continu beschikbaar zijn van actief slib uit de waterzuivering. Het is daarbij van groot belang dat op vrijdagavond de bufferbekkens gevuld zijn zodat de biologische trap continu werkt om ook op maandag morgen over actief slib te beschikken voor de luchtwasser. Er blijkt heel wat twijfel te zijn of de luchtwasser wel de beste keuze is. Literatuurgegevens beschrijven enkel toepassing op vluchtige componenten in afvalwaterzuivering. Enkele terugkerende elementen uit de literatuur zijn: dat biowassers weliswaar H2 S efficiënt verwijderen maar niet geschikt zijn om andere geurcomponenten uit te filteren (Easter et al 2005); dat het gebruik van biowassers in combinatie met een waterzuiveringsinstallatie zorgt voor een grotere lading aan VOC in het te lozen afvalwater die geurhinder kunnen veroorzaken in dat geloosde afvalwater (Den - 1998 ) Bovendien treedt gemakkelijk verzuring op (Mudliar -2010. Mogelijk speelt de complexe samenstelling van afvalstromen in slachthuizen (Tritt-Suchard-1991; Wani et al-1998) een rol: naast veel organisch materiaal zijn er ook de microbiële inhoud van ontlasting en darmwasserijproducten, de vrij hoge concentratie van antibioticaresiduen en de zeer ruim gedocumenteerde aanwezigheid antibiotica- resistente bacteriën in de varkensindustrie (Barton 2014) die verstorend kunnen werken op de biologische werking. In kader van het MER zou een simulatie zijn uitgevoerd van de geuremissie behandeld met de wasser. Daarnaast werden de gemiddelde geuremissies berekend en vervolgens verwerkt in een lange termijn dispersiemodel die voor een gemiddeld meteorologisch jaar het voorkomen van geur berekent in een rooster van punten rond de bron. Naast de geurconcentratie wordt tevens de frequentie van voorkomen berekend. De berekeningen gebeurden voor de emissie van het slachtproces (incl. de wasser) en voor de biologische waterzuivering afzonderlijk. Voor het slachtproces geeft dit aan dat er met toepassing van de wasser nergens een overschrijding van de 98- percentiel voor 2 geureenheden /m3 was. Bij de beoordeling van geur wordt rekening gehouden met de geurgevoeligheid van de te beoordelen locatie en wordt gewerkt met 98-percentielen. Dit impliceert dat het geëvalueerde hinderniveau slechts in 2% van de tijd zal optreden. Voor de woningen gelegen binnen geurcontour van 0,5 se/m3 als 98 percentiel kan een matig negatief effect optreden. Het gaat in dit geval om een beperkt deel van de woonzone Oevel (Driesakker, Lindenstraat, Sint Michielsstraat en Loofven), enkele woningen in de woonzone langs Moleneinde en het kerkhof van Oevel. Voor de waterzuivering treedt een matig negatief effect op ter hoogte van het kerkhof en een zeer beperkt deel van woonzone Oevel. Het MER besluit dat de impactberekeningen aantonen dat de geurwaarneming van het slachthuis in de omgeving beperkt zal zijn, mits de behandeling van de verschillende procesonderdelen in de voorziene luchtbehandelingsinstallatie. Wat de cumulatie met reeds voorkomende geurhinder van andere bedrijven betreft stelt het MER: “dat het hier om geur met een ander nl. een chemisch karakter gaat. Uit een studie zou blijken dat bij geurbronnenclusters niet het aantal bronnen maar vooral het geurkarakter belangrijk zijn. Het zou daarbij niet relevant zijn om de impact van bronnen met een verschillend geurkarakter cumulatief te berekenen. Verder kan gesteld worden dat de geur van Kaneka hoogstwaarschijnlijk niet zal worden versterkt door de geur van het slachthuis. De kans dat beide geurpluimen zouden overlappen ter hoogte van de woonzone is zeer klein. Andere geurbronnen in de omgeving met een meer gelijkaardige geur behoren niet tot hetzelfde bedrijventerrein en zijn op grotere afstand gesitueerd. Ook in dit geval kan niet echt gesproken worden van een bronnencomplex. Er wordt m.a.w. getoetst aan een individuele situatie.” Wij merken hierbij op dat enerzijds de geur van de biologische waterzuivering wel hetzelfde karakter lijkt te hebben (hoewel de geur van de waterzuivering als neutraal terwijl die van het slachthuis als onaangenaam wordt beoordeeld) maar de impact evenmin cumulatief lijkt berekend te zijn. De impact van beide geuren wordt op een aparte impactkaart aangegeven. Bovendien treedt af en toe geurhinder op afkomstig van een bedrijf voor groenafvalverwerking en compostering aan de overzijde van het kanaal met impact ter hoogte van woningen langs Moleneinde. Deze geur heeft eveneens hetzelfde karakter en lijkt zelfs deels te overlappen met de geurpluim van het slachthuis. Ook dit lijkt in het MER niet onderzocht te zijn geweest! Het feit dat dat bedrijf op een ander bedrijventerrein ligt lijkt daarbij ondergeschikt aan de plaats van geurimpact. M.b.t. water kan gesteld worden dat alle bedrijfsafvalwaters in de eigen installatie worden gezuiverd d.m.v. een voorzuivering (flotatie) die binnen in het gebouw gebeurt en een actief slibsysteem die buiten het gebouw plaatsvindt. Het slib wordt verwijderd d.m.v. flotatie wat in het gebouw gebeurt. Het dossier vermeldt dat de biologische stap buiten in open lucht plaats vindt terwijl de heer Laeremans later stelde dat deze stap volledig binnen in een afzonderlijk gebouw zal plaatsvinden. Het is alleszins zo dat deze niet in het hoofdgebouw zal plaatsvinden waardoor de ontstane geur ook niet via de luchtwasser zal gaan en bijgevolg verantwoordelijk blijkt te zijn voor ongeveer 40% van de totale geuremissie. Het dossier stelt tevens dat in praktijk, bij gelijkaardige slachterijen, de geur van de biologische trap niet of slechts beperkt buiten de terreingrenzen wordt waargenomen. In het MER werden 3 mogelijke lozingspunten voor het effluent (riolering naar RWZI Geel, RWA Nijverheidsstraat naar de Puntloop en in het Albertkanaal) onderzocht welke bij nader inzien geen van allen haalbaar zijn. Bijgevolg wordt nu geopteerd om het effluent te lozen in de Zandvoortloop, in afwachting van het voltooien van het Aquafin- project voor de aanleg van een RWA leiding in de Nijverheidsstraat gepland in 2015-2016. Deze optie is in het MER niet onderzocht hoewel reeds in januari geweten was dat de andere 3 niet haalbaar waren en het MER pas in mei werd goedgekeurd. Het gevraagde debiet bedraagt 320m³/dag, verspreid over 24 uur en wordt geloosd in de baangracht van de Nijverheidsstraat. Deze gracht staat in verbinding met grachten die onder de E313 door, verbindt naar de Zandvoortloop ter hoogte van DAF. Dit is een daar ter plaatse ontspringende waterloop van 2° categorie onder bevoegdheid van de provincie en in het dossier reeds omschreven als "zwaar verontreinigd". Het aanpalende bedrijf DAF loost hier al jaren het effluent van hun waterzuiveringsinstallatie met een debiet van ongeveer 1000m³/dag. Mogelijke effecten ( fysische- of chemische reacties, opstuwing, ...) van vermenging van beide effluenten werden niet onderzocht! Bij droog weer bestaat het debiet van de Zandvoortloop echter enkel uit beide effluenten. De nodige gegevens van het effluent van Daf zijn wellicht reeds beschikbaar op alle betrokken adviesinstanties in kader van een hernieuwingaanvraag van de milieuvergunning van Daf die recent zou zijn ingediend. Voor de geopteerde zuiveringsinstallatie is een goede bedrijfsvoering van groot belang welke bepalend zal zijn voor de efficiëntie. Op basis van monitoring dient waar nodig bijgestuurd te worden. De in het dossier vermelde jaarlijkse meerdaagse meetcampagne ter controle van de effluentkwaliteit lijkt ondermaats. Bij het einde van de werktijd op vrijdag dient tevens de buffer voldoende gevuld te zijn om het effluent gelijkmatig over een periode van 7 dagen op 7 te kunnen lozen. In het dossier is tevens een aansluiting op de riolering voorzien ter hoogte van de verbindingsweg naar het kanaal voor het lozen van het huishoudelijk afvalwater en de noodaansluiting voor het bedrijfsafvalwater. Het koelwater zal volgens het uitvoeringsplan worden geloosd op de baangracht van de Nijverheidsstraat. Het dossier noch het MER bevatten één enkel gegeven over dit koelwater!! Wat de wateroverlast betreft dient vnl. naar gezondheidsaspecten toe beoordeeld te worden of mogelijke effecten al dan niet als toelaatbaar kunnen beschouwd worden. Het MER haalt een rapport aan dat vermeldt dat de Puntloop en de Zandvoortloop kleine waterlopen zijn die grote hoeveelheden afgekoppeld hemelwater bij hevige regenval moeilijk kunnen verwerken en dat die problematiek zal meegenomen worden bij het ontwerp van RWA Nijverheidsstraat. Vervolgens wordt gesteld: “ Ondanks de hoger vermelde elementen die op een beperkte afvoer zouden wijzen deden er zich in november 2010 (periode wateroverlast en groot aantal overstromingen) geen overstromingen voor thv de Nijverheidsstraat zodat alsnog kan gesteld worden dat de beschouwde waterlopen toch in staat zijn om zeer aanzienlijke hoeveelheden hemelwater af te voeren.“ Dit lijkt wat kort door de bocht en kan mogelijks wel gesteld worden voor de gracht van de Nijverheidsstraat maar minder stellig voor de afwateringsgrachten en de waterloop zelf. Het afvalwater zal ook microbiologisch belast zijn. In het dossier wordt melding gemaakt van de toepassing van zandfiltratie en omgekeerde osmose voor de bereiding van nieuw proceswater uit het gezuiverde afvalwater welke beiden een gunstig effect hebben op kiemverwijdering. Deze technieken worden echter niet toegepast op het deel effluent dat zal geloosd worden. Het verslag van de bespreking van het ontwerp-MER op 10 januari 2014 vermeldt echter dat er: "bij de Lokery sowieso gebruik zal gemaakt worden van UV als desinfectiestap in het waterzuiveringsproces". In het aanvraagdossier is dit niet terug te vinden. Alleszins zijn een constant debiet gespreid over 24 uur, het desinfecteren van het effluent d.m.v. UV, het voorzien van een monitoring van zowel de microbiologische als de overige parameters in het bijzonder N en P en een noodaansluiting als back-up op de afvalwaterriool, noodzakelijk. Indien dit niet haalbaar zou blijken dient de mogelijkheid tot lozen via de Nijverheidstraat naar de RWZI van Westerlo te worden onderzocht. M.b.t. geluid worden de koelgroepen op het dak en de waterzuiveringsinstallatie vermeld als meest relevant naar immissie toe. De 2 koelgroepen (watercondensatoren) zullen verzonken zitten in het dak waardoor ze omkapseld zijn. Ook de WKK is een belangrijke geluidsbron en wordt daarom in het gebouw geplaatst en voorzien van een omkasting. Het MER stelt dat het geluidsklimaat in de omgeving voornamelijk bepaald wordt door de snelweg en ’s nachts door de site van Lubrizol. Het huidige omgevingsgeluid is in strijd met de kwaliteitsdoelstellingen van Vlarem 2. Om de impact te bepalen werden op 3 plaatsen geluidsmetingen van de huidige toestand uitgevoerd. Naast het bedrijf zelf zullen ook de bijkomende transporten bron zijn van geluidsemissies. Het MER besluit dat geen wijziging in het geluidsklimaat verwacht wordt als gevolg van de Lokery, er worden dan ook geen milderende maatregelen voorzien. M.b.t. de inplanting: Het slachthuis kan gesitueerd worden t.o.v.: het kerkhof van Oevel (zone voor gemeenschapsvoorzieningen volgens gewestplan) in het westen op 15m afstand; het Albertkanaal ten NO op 180m; de E313 ten ZW op 195m; het dichtstbijzijnde woongebied op 215m ZW; andere bedrijven zijnde Kaneka, transportbedrijf Rovetra en industriële aannemer bouwbedrijf Willems en co. Binnen een straal van 1km zijn 3 kwetsbare locaties gelegen: 2 gemeentelijke basisscholen en kinderdagverblijf het Pareltje. Het buurbedrijf heeft tijdens het openbaar onderzoek terecht opgemerkt dat geen buffering voorzien is tussen beiden en er in het MER nergens rekening is gehouden met hinder naar personeel van andere bedrijven noch bewoners van conciërgewoningen in het industriegebied. Volgens de aanvraag is de toegang naar het onreine deel via de verbindingsweg naar het kanaal, een openbare weg en tevens toegangsweg naar het kerkhof van Oevel. Om confrontatie met kerkhofbezoekers te voorkomen zouden de onreine transporten kunnen gebeuren over het eigen terrein met rechtstreekse toegang vanuit de Nijverheidsstraat. Hun perceel paalt daar aan de Nijverheidsstraat met een breedte van 14,28m wat voldoende kan zijn voor een wegenis, eventueel deels maar zeker tot voorbij het kerkhof. M.b.t. transporten/mobiliteit: Het bedrijf zal heel wat bijkomend wegverkeer met zich mee brengen. Momenteel zijn er 29 vrachten/dag verbonden aan de nv Bens. In de vergunde situatie zou dit aantal voor de nv Bens stijgen tot 55 vrachten /dag terwijl voor de Lokery hier 40 vrachten/dag worden aan toegevoegd. Het dossier stelt dat de bereikbaarheid van de site relatief goed is en dat door de realisatie van de fly-over van het project Noord-Zuid Kempen de doorstroming nog vlotter zal gaan. De transporten volgen de kortste route: via de Nijverheidsstraat en de Snelwegstraat naar de E313 en richting Antwerpen zou via Nijverheidsstraat, Koning Boudewijnlaan in Olen naar de E313 verlopen. Die route wordt ook in het mobiliteitsplan van Westerlo aanbevolen als de route te volgen voor zwaar verkeer. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de omgeving reeds een grote verkeersbelasting kent wat aanleiding geeft tot het gebruiken van sluipwegen. Dit dient te allen tijde voorkomen te worden. Bijgevolg dienen de voertuigen richting Antwerpen eveneens via de fly-over te verlopen om het knelpunt thv Moleneinde te omzeilen. Bovendien dient te worden opgemerkt dat thv de fly-over nog steeds verkeersoverlast optreedt. Het transport wordt volledig uitbesteed. Het aandeel van Bens en de Lokery in de totale verkeersstroom op de Nijverheidsstraat is ongeveer 200 passages op een totaal van 4200 per weekdag en wordt dus als niet dominant beschouwd. Tussen 2 en 5 uur worden 7 varkenstransporten verwacht welke ter hoogte van de meetpunten geen extra geluidsblootstelling inhouden. Op het terrein worden 65 parkeerplaatsen voorzien in de onreine zone voor de werknemers van de Lokery, de 62 parkeerplaatsen voor de werknemers van de nv Bens in de reine zone blijven behouden en er wordt tevens een parking voor 53 vrachtwagens voorzien. De toegangsweg naar het kanaal is tevens de enige fietsroute vanuit Westerlo, Tongerlo en Oevel naar fietsknooppunt 48 aan het Albertkanaal en wordt zeer druk gebruikt. Wat de transportemissies betreft (stof, vluchtige organische componenten en uitlaatgassen) werd aangetoond dat de kleine toename als gevolg van de bijkomende transporten duiden op reeds hoge aanwezige achtergrondconcentraties. M.b.t. grondwater kan gesteld worden dat er een grote behoefte is aan water dat bovendien aan strenge kwaliteiteisen moet voldoen. Het slachthuis maakt gebruik van grondwater, hemelwater en recupwater van de waterzuivering. Een volledige waterbalans is toegevoegd aan de aanvraag. Het grondwater wordt ter plaatse opgepompt d.m.v. 1 of 2 putten op een diepte van 90m. M.b.t. energie kan gesteld worden dat het energieverbruik groter zal zijn dan 0,1 PJ/jaar en daarom beschouwd wordt als energie- intensief bedrijf. De aanvraag bevat een energiestudie die aantoont dat de inrichting de meest energie- efficiënte inrichting is die economisch haalbaar is of m.a.w. dat de BBT geïmplementeerd wordt. De stookinstallatie en de schroeiinstallatie werken op aardgas. De warmte van de koeling en de 2 ovens wordt gerecupereerd. M.b.t. afval: Op het bedrijf zullen verschillende afvalstoffen ontstaan welke dagelijks worden afgevoerd. Het varkenshaar welk beschouwd wordt als categorie 3 wordt ter plaatse verwerkt d.m.v. het toevoegen van enzymen. De vraag stelt zich of dit dient beschouwd te worden als afvalverwerking wat impliceert dat de sectorale voorwaarden m.b.t. afval dienen opgelegd te worden. M.b.t. visuele hinder: Het MER besluit dat visuele hinder door de aanwezigheid van het slachthuis zeer beperkt is omdat het bedrijf gelegen is in industriegebied omringd door (hoge) bedrijven en er een groenscherm wordt voorzien aan de zijde van het kanaal. Het buurbedrijf heeft tijdens het openbaar onderzoek terecht opgemerkt dat geen buffering voorzien is tussen beiden. Het aanleggen van een groenscherm aan de zuidwest-zijde dient als bijzondere voorwaarde te worden opgelegd. Gezien de voorschriften die opgenomen zijn in het BPA wordt in bouwvergunningen standaard een groenscherm met een breedte van 3 m opgelegd langs de perceelsgrenzen. Indien inderdaad de rubriek afvalverwerking van toepassing is dient: “ Tenzij anders bepaald in de milieuvergunning langsheen de randen van de inrichting een groenscherm van minstens 5m breedte aangelegd. Het groenscherm bestaat uit streekeigen laag- en hoogstammige dichtgroeiende gewassen. De exploitant neemt de nodige maatregelen om zo snel mogelijk een efficiënt groenscherm te bekomen.” Bovendien dient: “ De inrichting ontoegankelijk te zijn voor onbevoegden. Tenzij anders bepaald in de milieuvergunning wordt de inrichting omheind met een stevige en voldoende ongeveer twee meter hoge afsluiting." In het bijzonder zijn de bezwaren m.b.t. geur, afvalwater en hinder van de transporten als gevolg van de inplanting van dit nieuwe slachthuis als terecht te beschouwen. De inrichting wordt immers ingeplant, weliswaar in industriegebied, maar nabij de dorpskom en woonkernen van Oevel welke reeds belast zijn met de huidige invulling van het industriegebied in Oevel en aanpalende gemeenten, de nabijheid van de E313 en bijhorende hinder. Dit maakt dat er absoluut geen maatschappelijk draagvlak is voor de inplanting van een slachthuis in Oevel. De opmaak van het MER is gebrekkig verlopen waardoor het nogal wat hiaten lijkt te vertonen. Bovendien is de aanvrager er niet in geslaagd om de vragen op de informatievergadering voldoende ernstig, helder en grondig te beantwoorden en de ongerustheid van de buurt te milderen. Juridische grond - het decreet van 28 juni 1985 en de wijzigingen bij latere decreten; - het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Executieve, en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem) vastgesteld is; - het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin de algemene en sectorale bepalingen betreffende milieuhygiëne (Vlarem II) opgenomen zijn. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Kwaliteitsvolle leefomgeving actie Naleven en toezicht op naleving van milieuwetgeving en gerelateerde wetgeving actienummer 2014000384 omschrijving project Advies Vlarem klasse 1 raming kosten / raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen beslist een ongunstig advies te verlenen voor het exploiteren van een nieuw slachthuis, gelegen Nijverheidsstraat 24 in Westerlo. Schepen Kelly Verboven vervoegt de zitting. 006 Milieu. Vlarem 1ste klasse, artikel 45: aanvraag wijziging lozingsnormen, Kaneka Belgium nv, Nijverheidsstraat 16. Advies. Samenvatting en voorgeschiedenis Kaneka Belgium nv, een chemisch bedrijf voor de productie van kunststoffen in primaire vorm, gelegen in Nijverheidsstraat 16, wil de lozingsvoorwaarden wijzigen uit haar lopende milieuvergunning. Op 29 juli 2014 ontving de milieudienst het aanvraagdossier. Kaneka vraagt wijziging van de vergunde lozingsnorm voor chloriden van 8,3 ton/dag naar 13 ton/dag (met een ongewijzigde concentratie van 5680 mg/l). Feiten en context - Voorwerp van de aanvraag: Kaneka Belgium nv verzoekt een wijziging van de milieuvergunningsvoorwaarden opgenomen in art. 3 §3 van het vergunningsbesluit MLAV1/0500000111 d.d. 02/06/2005, meer bepaald de wijziging van de vergunde lozingsnorm voor chloriden van 5680 mg/l – 8,3 ton/dag naar 5680 mg/l – 13,0 ton/dag. - Locatie: sectie B, 4de afdeling, nummers 96M en 59A en sectie A, 4de afdeling, nummer 404S, gelegen Nijverheidsstraat 16, 2260 Westerlo. - Bestaande milieuvergunningen: In het verleden werden verschillende milieuvergunningen/meldingen/afwijkingen/wijzigingen verleend door de Deputatie/Minister. Een chronologische lijst van deze vergunningen werd opgenomen in het aanvraagdossier. Basisvergunning: op 27 maart 2003 verleende de bestendige deputatie vergunning voor het exploiteren van een chemisch bedrijf en het veranderen alsook uit te breiden i.c. capaciteitsverhoging van de MOD productie en het in bedrijf nemen van een nieuwe MSE-2productielijn en een SMAP productielijn, voor een periode die eindigt op 27 maart 2023. Op 2 juni 2005 verleende de deputatie vergunning om een afvalwaterzuiveringsinstallatie verder in bedrijf te houden met een effluent van 200m³/uur (3.500m³/dag, 1.000.000m³) in de openbare riolering, voor een periode die eindigt op 27 maart 2023. - Gewestplan: de percelen waarop de inrichting gelegen is, zijn volgens het gewestplan gelegen in industriegebied en binnen de contouren van BPA Moleneinde - Kapelhoudt. - Riolering: het perceel is gelegen in het centrale gebied volgens het zoneringsplan Westerlo, voorzien van een gemengd rioolstelsel dat afvoert naar de waterzuiveringsinstallatie van Aquafin in Geel. - MER- screening: niet van toepassing Openbaar onderzoek vraag om openbaar onderzoek datum opening openbaar onderzoek datum sluiting openbaar onderzoek ontvangen bezwaren of opmerkingen 29 juli 2014 7 augustus 2014 5 september 2014 om 12uur 0 Adviezen Het advies van de intercommunale milieudienst IOK werd per mail ontvangen op 15 september 2014, en omvat volgende elementen: Ondanks allerhande inspanningen om de chloride- vrijstelling zo minimaal mogelijk te houden, geeft de exploitant in het voorliggende dossier aan dat door een gewijzigde productiemethode, meer bepaald de productie van een nieuw type FM56, de actueel vergunde chloridevracht van 8,3 ton/dag niet meer volstaat. De betreffende norm kan alleen gerespecteerd worden indien de dagelijkse productie beperkt wordt tot 65% van de maximum capaciteit. Door toedoen van de economische crisis leverde deze beperking van de productie geen problemen op. Binnen de huidige economische context dienen efficiënte productieomstandigheden te worden nagestreefd waardoor de capaciteiten maximaal dienen te worden benut i.p.v. beperkt. Naar aanleiding hiervan heeft de exploitant laten onderzoeken wat de impact is van een lozing met een verhoogde dagelijkse vuilvracht voor chloriden. Deze impactstudie werd toegevoegd aan voorliggende aanvraag (zie voorliggend rapport “Evaluatie van de impact van een verhoogde chloridevracht in functie van FM56 Grade” opgesteld door adviesbureau Witteveen-Bos d.d. 18/07/2014). In het voorliggende dossier wordt aangegeven dat deze impactbeoordeling werd uitgevoerd volgens de methodiek van het MER-richtlijnenboek. Actueel wordt geloosd op de openbare riolering waarna het afvalwater terecht komt in de RWZI van Stelen. Het effluent van deze RWZI wordt op de Grote Nete geloosd. Er kan worden gesteld dat het afvalwater van Kaneka, meer bepaald de vuilvracht van chloriden, een invloed heeft op het effluent. In het voorliggende onderzoeksrapport wordt omschreven dat het moeilijk is om een redelijke inschatting te maken van de impact van verzilting op een oppervlaktewater. De gekende (literatuur)gegevens met betrekking tot zouttolerantie bekijken namelijk enkel heel drastische effecten (zoals sterfte), die voorkomen in hoge concentratiegebieden. In voorliggend geval wordt aangegeven dat de kwaliteit van het oppervlaktewater van de Grote Nete bij lozing met een verhoogde chloridevuilvracht nog binnen de grenzen van de milieukwaliteitsdoelstelling blijft (120 mg/l). Naar aanleiding hiervan en op basis van de literatuurgegevens over ecologische effecten van chloride op oppervlaktewater (Verzilting, klimaatverandering en de Kaderrichtlijn Water – Casestudie het boezemstelsel van Schieland, een rapport van Vervaart & van Gervan van het Nationaal Onderzoekscentrum voor Klimaat) concludeert de exploitant dat er een duidelijke indicatie is dat er geen ecologische effecten te verwachten zijn op het vlak van verschuiving van soorten wanneer het chloridegehalte lager blijft dan 120 mg/l, wat in voorliggend geval in de Grote Nete aan de orde zou zijn. De exploitant motiveert hierbij de gevraagde verhoging van de lozingsnorm voor chloriden. Hierbij dient te worden opgemerkt dat, gezien het voorwerp van de aanvraag tevens VMM, meer bepaald de afdeling bevoegd voor het lozen van afvalwater, advies moet verlenen. Advies Gelet op de bijzondere deskundigheid van de VMM, lijkt deze het best geplaatst om te beoordelen of de gevraagde lozing aanvaardbaar is in de uiteindelijk ontvangende waterloop en/of de lozingsvoorwaarden beleidsmatig te verantwoorden zijn. We adviseren dan ook het standpunt van deze adviesverlenende administratie te volgen m.b.t. het al dan niet toekennen van de gevraagde lozingsnorm voor chloriden. Argumentatie Kaneka vraagt een wijziging van de lozingsvoorwaarden uit de lopende milieuvergunning omwille van een gewijzigde productiemethode voor een nieuw product. Om de productiecapaciteit maximaal te kunnen benutten is het wijzigen van de lozingsnorm , meer bepaald de vuilvracht, voor chloride noodzakelijk. De hoeveelheid chloride in mg/l afvalwater blijft hierbij gelijk terwijl de chloride- vracht van 8,3ton /dag zal stijgen naar 13ton/dag. Het afvalwater van Kaneka wordt via het gemengde rioolstelsel van de Nijverheidsstraat afgevoerd naar het RWZI van Geel. Het effluent van deze RWZI wordt ter hoogte van Geel Stelen geloosd op de Grote Nete. Het dossier vermeldt literatuurgegevens die m.b.t. zouttolerantie enkel effecten beschrijven in gebieden met hoge concentraties. De milieukwaliteitdoelstelling voor oppervlaktewater zoals de Grote Nete ligt op 120mg/l chloride. Aangehaalde studies tonen aan dat er geen ecologische effecten te verwachten zijn op vlak van verschuiving van soorten wanneer het chloride- gehalte lager blijft dan 120mg/l, wat in de Grote Nete het geval zou zijn. Kwaliteitsgegevens van de Grote Nete tonen echter aan dat dat inderdaad geldt ter hoogte van het RWZI in Geel, waar het chloride- gehalte schommelt tussen 20 en 30mg/l. Stroomafwaarts ter hoogte van de Kaaibeeksedijk in Westerlo, na de samenvloeiing met de Grote Laak, werden in 2013 chloride- gehaltes gemeten tussen 540 en 1400mg/l. In 2014 daarentegen schommelen deze tussen 66 en 140 mg/l. Gezien de VMM deze aanvraag dient de adviseren lijkt het aangewezen bij hun deskundig standpunt aan te sluiten. Juridische grond - het decreet van 28 juni 1985 en de wijzigingen bij latere decreten; - het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Executieve, en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem I) vastgesteld is, in het bijzonder artikel 45; - het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering en de wijzigingen bij latere besluiten, waarin de algemene en sectorale bepalingen betreffende milieuhygiëne (Vlarem II) opgenomen zijn. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Kwaliteitsvolle leefomgeving actie Naleven en toezicht op naleving van milieuwetgeving en gerelateerde wetgeving actienummer 2014000384 omschrijving project Advies Vlarem klasse 1 raming kosten raming opbrengsten BESLUIT Artikel 1 007 / / Het college van burgemeester en schepenen geeft gunstig advies voor de aanvraag van nv Kaneka Belgium, Nijverheidsstraat 16 in 2260 Westerlo, voor het wijzigen van de van de vergunde lozingsnorm voor chloriden van 5680mg/l – 8,3ton/dag naar 5680mg/l – 13,0ton/dag, mits: - de VMM oordeelt, op basis van haar bijzondere deskundigheid, dat de gevraagde lozing aanvaardbaar is in de uiteindelijk ontvangende waterloop en/of de lozingsvoorwaarden beleidsmatig te verantwoorden zijn; - de exploitatievoorwaarden zoals vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995, houdende de algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne en volgende bijzondere voorwaarde, in acht worden genomen. Milieu. Zwerfvuilactie. Zwerfvuilactie 2014 met de scholen. Voorgeschiedenis Sinds 2002 wordt jaarlijks tijdens de "Week van het Bos" in de maand oktober een zwerfvuilactie georganiseerd voor de leerlingen van het 6e leerjaar van alle lagere scholen in Westerlo. Feiten en context Zoals vorige jaren wordt er ook dit jaar tijdens de "Week van het Bos" op woensdag 15 oktober een zwerfvuilactie georganiseerd door de milieuraad in samenwerking met de milieudienst. De milieudienst contacteert de lagere scholen, verzamelt de gegevens (route, verzamelplaats van het zwerfvuil, aantal deelnemers) en zorgt voor handschoenen, vuilzakken en een infoboekje. Leden van de milieuraad bezorgen dit aan de leerkrachten en brengen aan de deelnemers op de dag van de actie een drankje en een wafel, aangeboden door het gemeentebestuur. De milieudienst verzamelt de inzamelresultaten en de gemeentelijke technische dienst zorgt voor de ophaling van het verzamelde zwerfvuil. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Duurzaamheid en klimaat actie 2014000281 actienummer 2014000920 omschrijving project Medewerking aan de zwerfvuilactie met de scholen georganiseerd door de milieuraad raming kosten 200 euro raming opbrengsten / BESLUIT Artikel I 008 Het college van burgemeester en schepenen verleent zijn medewerking aan de organisatie van de zwerfvuilactie op woensdag 15 oktober door de milieuraad in samenwerking met de milieudienst. Aan alle deelnemers wordt tijdens de actie een drankje en een wafel aangeboden. Brandweer. Vorming. Vormingsvoorstellen 22 september 2014. Voorgeschiedenis - De gemeenteraad van 19 december 1977 keurde het grondreglement van de vrijwillige brandweer goed. - Artikel 46 tot en met artikel 55 van het grondreglement brandweerpersoneel, deel aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden van beroepsbrandweerpersoneel, vastgesteld op 25 maart 1996, handelen over vorming. Feiten en context Carien Vercalsteren, kapitein-dienstchef, Kris Van Hout, Olt-vrijwilliger en Stijn Geens, brandweermanvrijwilliger vragen toelating om deel te nemen aan het brandweercongres "Onvoorziene omstandigheden", georganiseerd door BVV i.s.m. KLBB te Hasselt op 18 oktober 2014. Argumentatie Deze opleiding/studiedag kan een ondersteuning bieden van de op het werkterrein uit te voeren taken. Impact op de beleids- en beheerscyclus actieplan Brandweer ondersteuning actie Vorming personeel brandweer actienummer 2014000242 omschrijving project Opleiding Carien Vercalsteren, Kris Van Hout en Stijn Geens raming kosten 165 euro raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating aan Carien Vercalsteren, kapitein-dienstchef, Kris Van Hout, Olt-vrijwilliger en Stijn Geens, brandweermanvrijwilliger voor het bijwonen van het brandweercongres "Onvoorziene omstandigheden", georganiseerd door BVV i.s.m. KLBB te Hasselt op 18 oktober 2014. 009 Personeel. Kristien Willemse. Tijdelijke verwijdering als begeleider BKO. Voorgeschiedenis19 Feiten en context20 Juridische grond21 Argumentatie22 Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Kinderopvang ondersteuning actie Wedden en vergoedingen BKO actienummer 2014000528 19 persoonljike gegevens verwijderd persoonljike gegevens verwijderd 21 persoonljike gegevens verwijderd 22 persoonljike gegevens verwijderd 20 omschrijving project raming kosten raming opbrengsten Tijdelijke verwijdering van Kristien Willemse als gesco-begeleider BKO 23 - BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen verwijdert Kristien Willemse tijdelijk uit haar ambt van gesco-begeleider BKO met een 19/38e opdracht 24. Artikel 2 Het verlenen van een tussenkomst bij werkverwijdering gebeurt door het RIZIV vanaf 18 september 2014 tot zes weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum. 010 Basisonderwijs. Bram Testelmans. Aanstelling tijdelijk leermeester L.O. als vervanger 25. Voorgeschiedenis26 Feiten en context27 Juridische grond - Artikel 4, paragraaf 5 van het decreet van 27 maart 1991 bepaalt dat het college beslist over het tijdelijk aanstellen van onderwijzend personeel. - Het decreet van 27 maart 1991 regelt de rechtspositie van het personeel van het gesubsidieerd basisonderwijs en legt door de artikelen 19 tot en met 29 de regels vast voor tijdelijke aanstellingen. Argumentatie28 Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Onderwijs ondersteuning actie Wedden en vergoedingen basisonderwijs actienummer 2014000533 omschrijving project Tijdelijke aanstelling van Bram Testelmans als leermeester lichamelijke opvoeding in vervanging 29 raming kosten De bezoldiging is ten laste van het ministerie van onderwijs en vorming raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1 23 Het college van burgemeester en schepenen stelt Bram Testelmans30 aan als tijdelijk leermeester lichamelijke opvoeding (TA) met een 6/24e opdracht aan de gemeentelijke basisschool van Oevel, Gemeentestraat 9 2260 Westerlo vanaf 16 september 2014 tot en met 15 november 2014 in persoonljike gegevens verwijderd persoonljike gegevens verwijderd 25 persoonljike gegevens verwijderd 26 persoonljike gegevens verwijderd 27 persoonljike gegevens verwijderd 28 persoonljike gegevens verwijderd 29 persoonljike gegevens verwijderd 30 persoonljike gegevens verwijderd 24 vervanging 31. Bram Testelmans valt onder de toepassing van het decreet rechtspositie van 27 maart 1991 en ontvangt zijn wedde rechtstreeks van het ministerie van onderwijs en vorming. Hij onderschrijft het pedagogisch project van de basisscholen van Westerlo. Artikel 2 011 Basisonderwijs. Halime Yilmaz. Aanstelling tijdelijk leermeester islamitische godsdienst als vervanger 32 Voorgeschiedenis33 Feiten en context34 Juridische grond - Artikel 4, paragraaf 5 van het decreet van 27 maart 1991 bepaalt dat het college beslist over het tijdelijk aanstellen van onderwijzend personeel. - Het decreet van 27 maart 1991 regelt de rechtspositie van het personeel van het gesubsidieerd basisonderwijs en legt door de artikelen 19 tot en met 29 de regels vast voor tijdelijke aanstellingen. Argumentatie35 Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Onderwijs ondersteuning actie Wedden en vergoedingen basisonderwijs actienummer 2014000533 omschrijving project Tijdelijke aanstelling van Halime Yilmaz als leermeester islamitische godsdienst in vervanging 36. raming kosten De bezoldiging is ten laste van het ministerie van onderwijs en vorming. raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1 31 Het college van burgemeester en schepenen stelt Halime Yilmaz, 37 aan als tijdelijk leermeester islamitische godsdienst vanaf 8 september 2014 tot en met 2 december 2014 ter vervanging 38 aan de gemeentelijke basisschool van Heultje, Schoolstraat 1 - 2260 Westerlo met een 4/24e opdracht. aan de gemeentelijke basisschool van Oevel, Gemeentestraat 9 2260 Westerlo met een 4/24e opdracht. aan de gemeentelijke basisschool van Voortkapel, Stijn Streuvelsstraat 11 - 2260 Westerlo met een 2/24e opdracht. persoonljike gegevens verwijderd persoonljike gegevens verwijderd 33 persoonljike gegevens verwijderd 34 persoonljike gegevens verwijderd 35 persoonljike gegevens verwijderd 36 persoonljike gegevens verwijderd 37 persoonljike gegevens verwijderd 38 persoonljike gegevens verwijderd 32 Artikel 2 012 Halime Yilmaz valt onder de toepassing van het decreet rechtspositie van 27 maart 1991 en ontvangt haar wedde rechtstreeks van het ministerie van onderwijs en vorming. Zij onderschrijft het pedagogisch project van de basisscholen van Westerlo. Basisonderwijs. Vorming. Vormingsvoorstellen 22 september 2014. Voorgeschiedenis In artikel 94 van het arbeidsreglement van de gemeentelijke basisscholen van Westerlo, vastgesteld door de gemeenteraad op 21 mei 2012, zijn de bepalingen over de verplaatsingen van een personeelslid in opdracht van het schoolbestuur opgenomen. Feiten en context Nancy Vandewouwer, directeur en Lien Verheyen, onderwijzer aan de gemeentelijke basisschool van Oevel, vragen toelating voor het bijwonen van de infosessie hoogbegaafdheid, georganiseerd door Arcade vzw te Herentals op 24 september 2014. Argumentatie Personeelsleden hebben het recht en de plicht om zich bij te scholen. Zo zullen ze de taken en de werkopdrachten beter uitvoeren. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Onderwijs ondersteuning actie Dienstverplaatsingen actienummer 2014000128 omschrijving project Eventuele reiskosten nascholing Nancy Vandewouwer en Lien Verheyen raming kosten 15 euro raming opbrengsten / actieplan actie actienummer omschrijving project raming kosten raming opbrengsten Onderwijs ondersteuning Vorming personeel onderwijs 2014000244 Nascholing hoogbegaafdheid Nancy Vandewouwer - Lien Verheyen / / BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating aan Nancy Vandewouwer, directeur en Lien Verheyen, onderwijzer aan de gemeentelijke basisschool van Oevel, voor het bijwonen van de infosessie hoogbegaafdheid, georganiseerd door Arcade vzw te Herentals op 24 september 2014. Artikel 2 De reiskosten zijn ten laste van het gemeentebestuur. 013 39 Kunstonderwijs. Goele Vansant en Vito Pacquée. Tijdelijke aanstelling als leraar deeltijds kunstonderwijs als vervanging 39 persoonljike gegevens verwijderd Voorgeschiedenis40 Feiten en context41 Juridische grond • Artikel 4, paragraaf 5 van het decreet van 27 maart 1991 bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen beslist over het tijdelijk aanstellen van onderwijzend personeel. • Het decreet van 27 maart 1991 regelt de rechtspositie van het personeel van het gesubsidieerd basisonderwijs en legt door de artikelen 19 tot en met 29 de regels vast voor tijdelijke aanstellingen. Argumentatie42 Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Kunstonderwijs ondersteuning actie Wedden en vergoedingen kunstonderwijs actienummer 2014000536 omschrijving project Tijdelijke aanstelling van Goele Vansant en Vito Pacquée als tijdelijk leraar deeltijds kunstonderwijs in vervanging 43 raming kosten De wedde wordt betaald door het ministerie van Onderwijs en Vorming raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen stelt Goele Vansant, 44 aan als tijdelijk leraar deeltijds kunstonderwijs met een 2/22e opdracht aan de Gemeentelijke Tekenschool, Boerenkrijglaan 23 - 2260 Westerlo vanaf 9 september 2014 45 Artikel 2 Het college van burgemeester en schepenen stelt Vito Pacquée, 46, aan als tijdelijk leraar deeltijds kunstonderwijs met een 2/22e opdracht aan de Gemeentelijke Tekenschool, Boerenkrijglaan 23 - 2260 Westerlo vanaf 9 september 47 Artikel 3 Goele Vansant en Vito Pacquée ontvangen hun wedde rechtstreeks van het ministerie van onderwijs en vorming. Zij onderschrijven het artistiek pedagogisch project van de Gemeentelijke Tekenschool van Westerlo. 014 Kunstonderwijs. Tijdelijke aanstelling van Maarten Vansina als directeur ter vervanging 48. Voorgeschiedenis49 40 persoonljike gegevens verwijderd persoonljike gegevens verwijderd 42 persoonljike gegevens verwijderd 43 persoonljike gegevens verwijderd 44 persoonljike gegevens verwijderd 45 persoonljike gegevens verwijderd 46 persoonljike gegevens verwijderd 47 persoonljike gegevens verwijderd 48 persoonljike gegevens verwijderd 49 persoonljike gegevens verwijderd 41 Feiten en context50 Juridische grond51 Argumentatie52 Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Wedden en vergoedingen kunstonderwijs actie Kunstonderwijs ondersteuning actienummer 2014000536 omschrijving project Aanstelling Maarten Vansina als vervanging 53 raming kosten De wedde wordt betaald door het ministerie van onderwijs en vorming raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen stelt Maarten Vansina54 aan als tijdelijk directeur, met een 20/20e opdracht aan de Gemeentelijke Tekenschool, Boerenkrijglaan 23, 2260 Westerlo van 1 oktober 2014 tot en met 31 augustus 2015 in vervanging 55, afwezig wegens terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden. Artikel 2 Maarten Vansina ontvangt zijn wedde rechtstreeks van het ministerie van onderwijs en vorming. Hij onderschrijft het artistiek pedagogisch project van de Gemeentelijke Tekenschool van Westerlo. 015 Ruimtelijke Ordening. Hoorzitting bouwberoep Gabriëls & Co (2014/508). Voorgeschiedenis - Op 7 juli 2014 weigerde het college van burgemeester en schepenen de stedenbouwkundige vergunning aan nv Gabriëls & Co, Hekkestraat 41 in 9308 Hofstade, voor het oprichten van een prijzenbord bij een tankstation, op de percelen sectie B(Tlo) nr. 208Y2 en 207A2, gelegen Olenseweg 269 in 2260 Westerlo. 56 - Er werd beroep aangetekend door Gabriëls & Co bij de Deputatie van de Provincie Antwerpen tegen het weigeringsbesluit. Feiten en context Het bouwberoep zal behandeld worden op 30 september 2014 om 14.30 uur. Het gemeentebestuur wordt uitgenodigd op deze hoorzitting. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten 50 persoonljike gegevens verwijderd persoonljike gegevens verwijderd 52 persoonljike gegevens verwijderd 53 persoonljike gegevens verwijderd 54 persoonljike gegevens verwijderd 55 persoonljike gegevens verwijderd 56 persoonljike gegevens verwijderd 51 actienummer omschrijving project raming kosten raming opbrengsten 2014000623 Hoorzitting bouwberoep Geen extra kosten Geen BESLUIT Artikel 1 Schepen Iris De Wever zal de gemeente vertegenwoordigen tijdens de hoorzitting, die zal doorgaan op 30 september 2014 om 14.30 uur. 016 Ruimtelijke Ordening. Aktename melding. Neurusstraat 36 ( 2014/922) 57 . Voorgeschiedenis - De aanvrager58 heeft op 8 september 2014 een melding ingediend voor het uitbreiden van de woning met een terrasoverkapping, op het perceel sectie D(Tlo) nr. 1S, gelegen Neurusstraat 36 in 2260 Westerlo. - De bestaande woning werd vergund op 13 oktober 2003. Feiten en context - De aanvraag is gelegen in een woongebied met landelijk karakter volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - De aanvraag maakt deel uit van een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling nr. 232TLO/137/746 als zijnde de kavel 7. - Er werd op 31 juli 2014 in beroep vergunning verleend door de deputatie voor het wijzigen van de strook voor de hoofdgebouwen, dit overeenkomstig de in beroep bijgebrachte plannen (232TLO/2). Argumentatie - De voorliggende melding voorziet in het uitbreiden van de bestaande eengezinswoning met een terrasoverkapping. De terrasoverkapping is 3,85m breed en 3,8m diep. De dakconstructie wordt voorzien in eiken balken en herbruikpannen, in dezelfde stijl als de woning. De dakconstructie wordt gedragen door eiken balken. De kroonlijsthoogte is gelegen op 2,40m, de nok van het hellend dak (40°) is haaks gelegen op het hoofdvolume op een hoogte van 4m. - De voorliggende terrasoverkapping zal in een latere fase uitgebreid worden met een lager volume ingeplant tot op 2,35m van de zijdelingse perceelsgrens. Hiervoor is een stedenbouwkundige aanvraag lopende. - De bestaande woning is vergund. De vergunningplicht voor het uitbreiden van deze woning met de terrasoverkapping kan vervangen worden door de meldingsplicht omdat aan de volgende voorwaarden is voldaan: - er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd - het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd - de oppervlakte van het op te richten bijgebouw is kleiner dan 40m², namelijk 14,63m² - het bijgebouw wordt geplaatst tegen de achtergevel van de bestaande woning, op 3m van de zijdelingse perceelsgrens en binnen de gewijzigde strook voor de hoofdgebouwen 57 58 persoonljike gegevens verwijderd persoonljike gegevens verwijderd - de maximum hoogte bedraagt 4m. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2003 tot bepaling van de werken en handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 (artikel 1/1.3°d). - Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (artikel 4). - Verkaveling nr. 232TLO/137/746, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen, in zitting van 12 januari 1998 en navolgende wijziging, goedgekeurd door de deputatie op 31 juli 2014. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2014000623 omschrijving project Aktename melding raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de melding 59 voor het uitbreiden van de woning met een terrasoverkapping, op het perceel sectie D(Tlo) nr. 1S, gelegen Neurusstraat 36 in 2260 Westerlo. Artikel 2 De melding werd ingediend op 8 september 2014. De aangemelde handelingen mogen worden aangevat vanaf 28 september 2014. Artikel 3 Een afschrift van deze aktename zal bezorgd worden aan de aanvrager60. 017 Ruimtelijke Ordening. Aktename melding. Slachterijstraat 14 (2014/925) 61. Voorgeschiedenis - De aanvrager62 heeft op 15 september 2014 een melding ingediend voor het plaatsen van een onderdak en het vervangen van de dakpannen, op het perceel sectie A nr. 789K02 en 789R02, gelegen Slachterijstraat 14 in 2260 Westerlo. - Volgens de kadastrale gegevens waarover wij beschikken, dateert de woning van 1963, en wordt derhalve beschouwd als zijnde vergund. Op 10 december 2007 werd er een 59 persoonljike gegevens verwijderd persoonljike gegevens verwijderd 61 persoonljike gegevens verwijderd 62 persoonljike gegevens verwijderd 60 stedenbouwkundige vergunning verleend voor het uitbreiden van de woning met een veranda. Feiten en context - De aanvraag is gelegen in een woongebied met landelijk karakter volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - De aanvraag maakt geen deel uit van een niet-vervallen verkaveling, een bijzonder plan van aanleg of een ruimtelijk uitvoeringsplan. Argumentatie - De voorliggende melding voorziet in het plaatsen van een onderdak en het vervangen van de bestaande rode pottelbergse pannen door nieuwe dakpannen, namelijk "Koramic Migeon Actua Antraciet". - De melding is in overeenstemming met de voorschriften van het vastgestelde gewestplan. - De voorliggende melding voldoet aan de vereiste voorwaarden: - er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd - het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd - het fysiek bouwvolume en bouwoppervlakte blijven ongewijzigd - De vooropgestelde werken brengen geen constructieprobleem met zich mee of wijzigen de stabiliteit van de woning niet. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (artikel 3). - Besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2003 tot bepaling van de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect, gewijzigd bij besluit van 29 mei 2009 en 16 juli 2010 (artikel 1/1.2°). BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de melding 63 voor het plaatsen van een onderdak en het vervangen van de dakpannen, op het perceel sectie A nr. 789K02 en 789R02, gelegen Slachterijstraat 14 in 2260 Westerlo. Artikel 2 De melding werd ingediend op 15 september 2014. De aangemelde handelingen mogen worden aangevat vanaf 5 oktober 2014. Artikel 3 Een afschrift van deze aktename zal bezorgd worden aan Jenjira Vangenechten: Slachterijstraat 14 in 2260 Westerlo. 018 Ruimtelijke Ordening. Aktename melding. Gemeentestraat 32 (2014/923) 64. Voorgeschiedenis 63 64 persoonljike gegevens verwijderd persoonljike gegevens verwijderd - De aanvragers65 hebben op 10 september 2014 een melding ingediend voor het uitbreiden van een bestaande woning met een tuinkamer, op het perceel sectie A(Oevel) nr. 335K3, gelegen Gemeentestraat 32 in 2260 Westerlo. - Volgens de kadastrale gegevens waarover wij beschikken, dateert de woning van de periode 1919 tot en met 1930, dus van voor de stedenbouwwet, en wordt bijgevolg beschouwd als zijnde vergund. - Op 14 december 1993 werd er een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het uitbreiden van het bestaande woonhuis. Feiten en context - De aanvraag is gelegen in een woonzone volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - De aanvraag maakt geen deel uit van een niet-vervallen verkaveling, een bijzonder plan van aanleg of een ruimtelijk uitvoeringsplan. Argumentatie - De uit te breiden woning bestaat uit een hoofdvolume van 7,80m diep dat werd afgewerkt met een zadeldak waarvan de nok evenwijdig loopt met de voorgevel. De kroonlijst is er gelegen op een hoogte van 6,35m. Links van het hoofdvolume bevindt zich een bijvolume dat werd afgewerkt met een gebogen dak en waarvan de kroonlijst gelegen is op 2,85m. - De voorliggende melding voorziet in het uitbreiden van de woning met een tuinkamer. Hierbij wordt de bestaande gordijngevel verwijderd en de bestaande middelste raamopening op de verdieping deels dicht gemaakt. De tuinkamer is 4m diep, 6,70m breed en wordt afgewerkt met een plat dak. De bouwhoogte van het nieuwe volume bedraagt 3,20m. De tuinkamer wordt opgetrokken in een lichte glas/aluminium constructie met een moderne vormgeving. De tuinkamer wordt opgetrokken op volle grond en zal fungeren als eethoek/zithoek. - Aansluitend op de tuinkamer, in de zijtuinstrook en op minstens 1m uit de zijdelingse perceelsgrens, wordt een vijver aangelegd met een oppervlakte van ca. 10,8m². Deze vijver valt onder de toepassing van het vrijstellingsbesluit en dient dus niet mee het voorwerp uit te maken van deze melding. - De bouwdiepte van de woning ter hoogte van de tuinkamer blijft beperkt tot 11,80m. - De melding is in overeenstemming met de voorschriften van het vastgestelde gewestplan en voldoet aan de algemeen geldende stedenbouwkundige voorschriften. - De bestaande woning wordt beschouwd als zijnde vergund. De vergunningplicht voor het uitbreiden van deze woning kan vervangen worden door de meldingsplicht omdat aan de volgende voorwaarden is voldaan: - er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd - het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd - de oppervlakte van het op te richten bijgebouw is beperkt tot 40m² - het bijgebouw wordt geplaatst tegen de achtergevel van de bestaande woning, op minstens 3m van de zijdelingse perceelsgrenzen en binnen de strook voor de hoofdgebouwen - de hoogte bedraagt slechts 3,20m (= kleiner dan 4m). Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. 65 persoonljike gegevens verwijderd - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (artikel 4). - Besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2003 tot bepaling van de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect, gewijzigd bij besluit van 29 mei 2009 en 16 juli 2010 (artikel 1/1.2°). Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2014000623 omschrijving project Aktename melding raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt akte van de melding 66 voor het uitbreiden van een bestaande woning met een tuinkamer, op het perceel sectie A(Oevel) nr. 335K3, gelegen Gemeentestraat 32 in 2260 Westerlo. Artikel 2 De melding werd ingediend op 10 september 2014. De aangemelde handelingen mogen worden aangevat vanaf 30 september 2014. Artikel 3 Een afschrift van deze aktename zal bezorgd worden aan de aanvragers67 019 Ruimtelijke Ordening. Artikel 5.2.2.: sectie A(Oevel) nr. 58E en 58K, gelegen Dennenstraat. Voorgeschiedenis Op 5 september 2014 heeft het college van burgemeester en schepenen een attest van verdeling ontvangen zoals voorzien in artikel 5.2.2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Het attest is ingediend door notaris Jan Van Hemeldonck, gevestigd Oosterwijkseweg 50 in 2250 Olen. Het attest heeft betrekking op de percelen sectie A(Oevel) nr. 58E en 58K, gelegen Dennenstraat in 2260 Westerlo. Feiten en context - Het perceel nr. 58E, zijnde de woning Dennenstraat nr. 62, is volgens het gewestplan Herentals-Mol, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 28 juli 1978, gelegen in een woongebied. Het perceel nr. 58K is gelegen in een woonzone langs de weg en in achterliggend recreatiegebied. - Het voorliggende verdelingsplan voorziet in het verdelen van de eigendom in quasi twee gelijkwaardige delen. - Het lot 1 op het voorliggende verdelingsplan stemt overeen met de kavel 1 uit de verkaveling nr. 109Oevel/137/0932.1. Op 31 maart 2014 werd er een 66 67 persoonljike gegevens verwijderd persoonljike gegevens verwijderd - stedenbouwkundige vergunning verleend voor het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning op deze kavel. Het toevoegen van het lot 3 aan het lot 1 zoals voorzien op voorliggend verdelingsplan vereist een wijziging van de verkavelingsvergunning en kan enkel gebeuren nà de afbraak van de woning Dennenstraat nr. 62. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (artikel 5.2.2.). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2014000623 omschrijving project Attest van verdeling raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen viseert het verdelingsplan ingediend door notaris Jan Van Hemeldonck, gevestigd Oosterwijkseweg 50 in 2250 Olen. Het attest heeft betrekking op de percelen sectie A(Oevel) nr. 58E en 58K, gelegen Dennenstraat in 2260 Westerlo. Artikel 2 Het college van burgemeester en schepenen wenst op te merken dat er geen enkel bouwwerk (vast noch verplaatsbaar) kan of mag worden opgericht of verbouwd zolang er geen voorafgaandelijk, schriftelijke en uitdrukkelijke stedenbouwkundige vergunning is voor afgegeven door het college van burgemeester en schepenen. Het college wenst op te merken dat het toevoegen van het lot 3 aan het lot 1, zoals voorzien op voorliggend verdelingsplan, een verkavelingswijziging vereist, welke enkel kan gebeuren nà afbraak van de bestaande woning Dennenstraat nr. 62. 020 Ruimtelijke Ordening. Artikel 5.2.2.: sectie B(Tlo) nr. 71H en 69A, gelegen Oosterwijk. Voorgeschiedenis Op 11september 2014 heeft het college van burgemeester en schepenen een attest van verdeling ontvangen zoals voorzien in artikel 5.2.2. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Het attest is ingediend door notaris Marc Verlinden, gevestigd Voorteinde 2 in 2260 Westerlo. Het attest heeft betrekking op delen van de percelen sectie B(Tlo) nr. 71H en 69A, gelegen Oosterwijk in 2260 Westerlo. Feiten en context - De percelen kadastraal gekend onder sectie B(Tlo) nr. 71H en 69A zijn volgens het gewestplan Herentals-Mol, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 28 juli 1978, gelegen in een woongebied. Het perceel nr. 71H was bebouwd met een hoeve met aanhorigheden. Er werd op 7 juli 2014 een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het slopen van de bestaande bebouwing. Er werd op 1 september 2014 een vergunning verleend voor het verkavelen van de desbetreffende percelen. De verkaveling voorziet in 4 kavels met een respectievelijke oppervlakte van 8a49ca, 5a82ca, 5a82ca en 6a44ca. De kavels worden afgeknot tot op een diepte van 60m, het overige perceelsdeel wordt eveneens opgedeeld in 4 delen, die toegevoegd werden aan de voorliggende kavels. Het deel 5 zal toegevoegd worden aan het perceel nr. 67F met het oog op het vormen van een bouwkavel. Deze verkavelingsaanvraag werd reeds vergund door het college, in zitting van 11 augustus 2014. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (artikel 5.2.2.). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2014000623 omschrijving project Attest van verdeling raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen viseert het verdelingsplan ingediend door notaris Marc Verlinden, gevestigd Voorteinde 2 in 2260 Westerlo. Het attest heeft betrekking op delen van de percelen sectie B(Tlo) nr. 71H en 69A, gelegen Oosterwijk in 2260 Westerlo. Artikel 2 Het college van burgemeester en schepenen wenst op te merken dat er geen enkel bouwwerk (vast noch verplaatsbaar) kan of mag worden opgericht of verbouwd zolang er geen voorafgaandelijk, schriftelijke en uitdrukkelijke stedenbouwkundige vergunning is voor afgegeven door het college van burgemeester en schepenen. 021 Ruimtelijke Ordening. Kennisname proces-verbaal + bekrachtigingsbeslissing: Pachterserf. 68 022 Ruimtelijke Ordening. Nutsvoorzieningen. Private verkaveling: Bistberg 68 persoonljike gegevens verwijderd (192B)(Iveka). Voorgeschiedenis Op 12 september 2014 heeft het college van burgemeester en schepenen een offerte ontvangen, opgemaakt door Iveka op 10 september 2014 met ref. 271981, voor de uitbreiding van het elektriciteitsnet in de private verkaveling van Intertopo. Feiten en context - De kostenraming heeft betrekking op het perceel kadastraal gekend onder sectie B nr. 271V, gelegen Bistberg in 2260 Westerlo. - De kosten voor de aanleg van de nutsvoorzieningen worden geraamd op 1.000,00 euro en vallen volledig ten laste van de verkavelaar. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2014000623 omschrijving project Nutsvoorzieningen raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 023 Het college van burgemeester en schepenen stemt in met de kostenraming, geraamd op 1.000,00 euro, voor de aanleg van de nutsvoorzieningen, betreffende het perceel sectie B nr. 271V, gelegen Bistberg in 2260 Westerlo. Ruimtelijke Ordening. Nutsvoorzieningen. Private verkaveling: Oosterwijk (327TLO) (Iveka). Voorgeschiedenis Op 12 september 2014 heeft het college van burgemeester en schepenen een offerte ontvangen, opgemaakt door Iveka op 10 september 2014 met ref. 271966, voor de uitbreiding van het elektriciteitsnet in de private verkaveling 69. Feiten en context - De kostenraming heeft betrekking op het perceel kadastraal gekend onder sectie B(TLO) nr. 69A + 71H, gelegen Oosterwijk in 2260 Westerlo. - De kosten voor de aanleg van de nutsvoorzieningen worden geraamd op 2.605,00 euro en vallen volledig ten laste van de verkavelaar. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2014000623 omschrijving project Nutsvoorzieningen raming kosten Geen extra kosten 69 persoonljike gegevens verwijderd raming opbrengsten BESLUIT Artikel 1 024 Geen Het college van burgemeester en schepenen stemt in met de kostenraming, geraamd op 2.605,00 euro, voor de aanleg van de nutsvoorzieningen, betreffende het perceel sectie B(TLO) nr. 69A + 71H, gelegen Oosterwijk in 2260 Westerlo. Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: Tongerlostraat 50 (2014/088) 70. Inleiding - Volgens artikel 4.7.17. van de VCRO maakt in ontvoogde gemeenten de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor elke beslissing over een vergunningsaanvraag een verslag op, dat deel uitmaakt van het vergunningendossier. Het verslag kadert de aanvraag binnen de regelgeving, de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening, en omvat desgevallend een voorstel van antwoord op de bezwaarschriften in het kader van het gevoerde openbaar onderzoek. Voorgeschiedenis - De aanvragers71 hebben op 25 juli 2014 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het verbouwen en uitbreiden van een vrijstaande eengezinswoning + het slopen van een bijgebouw, op de percelen sectie A(Oevel) nr. 89F2 + 87d/deel, gelegen Tongerlostraat 50 in 2260 Westerlo. - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar bracht op 16 september 2014 het volgende advies uit: Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 21 augustus 2014. - De aanvraag is gelegen in een woongebied volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. - Het perceel van de aanvraag is niet gelegen binnen de contouren van een bijzonder plan van aanleg, noch binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan, noch binnen een niet-vervallen verkaveling. - De aanvraag is gelegen langs de Tongerlostraat, een voldoende uitgeruste weg die voorzien is van een asfaltverharding. - De aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek Er diende geen openbaar onderzoek te worden georganiseerd. Adviezen 70 71 persoonljike gegevens verwijderd persoonljike gegevens verwijderd Er zijn geen externe adviezen vereist. Argumentatie - De voorliggende aanvraag voorziet in het verbouwen van een vrijstaande eengezinswoning en het slopen van een bijgebouw. De bestaande woning staat op 4,92m uit de rooilijn ingeplant en op 3,92m van de linkerperceelsgrens met het hoofdvolume en 3m met het verbouwde bijvolume. Langs de rechterperceelsgrens is de woning ingeplant op 3,49m met het hoofdvolume en op 1,72m aan de hoek vooraan van de achterbouw en 0,98m aan de hoek achteraan van de achterbouw. De nieuwe rechtergevel wordt uitgevoerd als een blinde gevel. Het bestaande hoofdvolume bestaande uit twee bouwlagen onder een hellend dak blijft behouden. Enkel de raamopeningen worden gewijzigd. De gevels worden bekleed aan de buitenzijde met een isolatie en nieuwe gevelsteenstrip. Het bijvolume wordt verbouwd en uitgebreid. Het hellend dak wordt verwijderd en er wordt een nieuw plat dak geplaatst met een gevelhoogte van 3,30m. De achterbouw wordt eveneens aan de bestaande gevels voorzien van isolatie en een nieuwe gevelsteenstrip en aangevuld aan de uitbreiding met nieuw metselwerk. Dit nieuwe volume sluit aan het bestaande gebouw aan zodat een nieuw geheel ontstaat. De kroonlijshoogte en de nokhoogte bedragen respectievelijk 5,67m en 9,88m. De bestaande kelder en fundering wordt behouden en aangevuld met nieuwe fundering op volle grond. De maximale bouwdiepte bedraagt op het gelijkvloers 16,87m en op de verdieping 8,52m. - Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. - De uitbreiding van de dakoppervlakte is kleiner dan 40 m² en is derhalve niet onderworpen aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten. De aanvrager wenst toch het hemelwater op te vangen en te herbruiken en voorziet in een hemelwaterput van 10.000liter. - De voorliggende aanvraag is niet van die aard dat deze moet aangevuld worden met een mer-screeningsnota. - De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid De omgeving bestaat hoofdzakelijk uit eengezinswoningen in vrijstaande woontypologie. Sporadisch komen er in de omgeving ook handelsfuncties en dienstenfuncties voor. De aanvraag wordt functioneel inpasbaar en stedenbouwkundig vergunbaar geacht. o Mobiliteitsimpact De aanvraag heeft geen invloed op de mobiliteit. o Schaal De omgeving bestaat uit eengezinswoningen met een sterke verscheidenheid: vrijstaande bebouwing bestaande uit zowel een- als twee bouwlagen. Gelet op het voorgestelde bouwvolume van 2 bouwlagen en een hellend dak, kan in alle redelijkheid gesteld worden dat de aanvraag wat korrelgrootte betreft en gabarit niet storend is in de ruimtelijke context. o Ruimtegebruik en bouwdichtheid De verhouding bebouwde zone en open ruimte is in evenwicht en niet storend naar de onmiddellijke omgeving toe. De afstanden tot de linker perceelsgrenzen blijven voldoende groot. De afstand tot de rechterperceelsgrens zal lichtjes verkleinen omwille van de bekleding met de isolatie en steenstrips. Deze afstanden zijn evenwel aanvaardbaar aangezien dit een blinde gevel betreft en het gaat over de isolatie van een bestaande gevel. De verharding is beperkt tot de gebruikelijke oprit en terras. Buiten de bouwstrook en de verharding wordt het perceel ingericht als tuin. o Visueel-vormelijke elementen De woning is voorzien van een hellend dak op het hoofdvolume en een plat dak op het achterliggend volume. De gevels worden afgewerkt met steenstrips in barokbruine kleur. Het dak wordt bedekt met rode dakpannen. De kroonlijsten worden uitgevoerd in donkergroene volkernplaat. De ramen worden voorzien in zwart pvc. gelet op de verscheidenheid in het straatbeeld kan deze dakvorm en gevelmaterialen aanvaard worden. o Cultuurhistorische aspecten De aanvraag is niet gelegen binnen contouren van een beschermd landschap of in het gezichtsveld van een monument. o Bodemreliëf De aanvraag heeft geen noemenswaardige wijziging van het bestaande bodemreliëf tot gevolg. o Hinderaspecten Eventuele hinderaspecten ten gevolge van de aanvraag beperken zich tot een aanvaardbaar niveau in de omgeving. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen en heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden. o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen De aanvraag heeft geen nadelige effecten op het gebruiksgenot van de omliggende percelen of de veiligheid in het algemeen. - Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan in overeenstemming gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening. Advies gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Gunstig, mits de voorwaarden opgenomen in onderstaand besluit. Motivatie standpunt college - Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijk stedenbouwkundige ambtenaar van 16 september 2014 en sluit zich aan bij dit advies. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Besluit van de Vlaamse Regering van de nieuwe gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5 juli 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening van 1 maart 2013. - Advies van gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 16 september 2014. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2014000623 omschrijving project Stedenbouwkundige vergunning raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen verleent vergunning72 voor het verbouwen en uitbreiden van een vrijstaande eengezinswoning + het slopen van een bijgebouw, op de percelen sectie A(Oevel) nr. 89F2 + 87d/deel, gelegen Tongerlostraat 50 in 2260 Westerlo. Artikel 2 De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 1) alle ophogingen in de bouwvrije voor- en zijtuinstroken, hoger dan het hoogste punt van het wegdek, weglaten 2) verplicht de woning aansluiten op het rioleringsnet, dat zal uitmonden in het rioolwaterzuiveringsstation 3) het niet-bebouwd en niet-verhard gedeelte dient een groen karakter te verkrijgen 4) de woning uitvoeren zoals voorzien op bouwplannen BA1 d.d. 15/07/2014 5) de stedenbouwkundige vergunning blijft geschorst tot de milieuvergunning werd verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan (indien van toepassing). 025 Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige Aanvraag. Vergunning: restaurant Het Komfoor: Gevaertlaan 199 (2014/082). Inleiding - Volgens artikel 4.7.17. van de VCRO maakt in ontvoogde gemeenten de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor elke beslissing over een vergunningsaanvraag een verslag op, dat deel uitmaakt van het vergunningendossier. Het verslag kadert de aanvraag binnen de regelgeving, de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening, en omvat desgevallend een voorstel van antwoord op de bezwaarschriften in het kader van het gevoerde openbaar onderzoek. Voorgeschiedenis - restaurant Het Komfoor: Gevaertlaan 199 in 2260 Westerlo73, heeft op 18 juli 2014 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het aanleggen van een parking, het plaatsen 72 73 persoonljike gegevens verwijderd persoonljike gegevens verwijderd van een houten afsluiting en een tuinberging van 20m² op het perceel sectie D nr. 921E2, gelegen Gevaertlaan 199 in 2260 Westerlo. - Op 14 maart 2005 verleende het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning voor het verbouwen van een eengezinswoning tot restaurant op het gelijkvloers en living met kookhoek op de zolder en aanleg van een parking in dolomiet. - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar bracht op 15 september 2014 het volgende advies uit: Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 12 augustus 2014. - De aanvraag is gelegen in een woongebied langs de weg en achterliggend natuurgebied volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving - Het perceel van de aanvraag is niet gelegen binnen de contouren van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan, een bijzonder plan van aanleg of een niet-vervallen verkaveling. - De aanvraag is gelegen langsheen de Gevaertlaan, een goed uitgeruste weg voorzien van een betonverharding. Voor deze weg is een gemeentelijk rooilijnplan van toepassing (goedgekeurd op 31/01/1952). De parking wordt voorzien langs Beusterven, een gemeenteweg voorzien van een asfaltverharding. - De aanvraag is niet gelegen binnen mogelijks overstromingsgevoelig gebied. Openbaar onderzoek Er is geen openbaar onderzoek vereist. Adviezen Er zijn geen externe adviezen vereist. Argumentatie - De voorliggende aanvraag voorziet in het aanleggen van een parking, het plaatsen van een tuinafsluiting en het oprichten van een tuinberging. De bestaande parking is momenteel gelegen op het aanpalende perceel rechts van het restaurant. Daar dit perceel eigendom is van een andere eigenaar, bestaat er echter geen enkele garantie dat deze parking op (korte) termijn kan behouden worden. Daarom willen de uitbaters van het restaurant een parking op eigen terrein voorzien. - De parking heeft een oppervlakte van 160m² en wordt aangelegd in de voortuin en aan de linkerzijde van het bestaande restaurant. Hiertoe wordt de aanwezige betonnen afsluiting, struiken en beplanting verwijderd en terug aangeplant. Op deze manier worden er een viertal parkeerplaatsen aan de voorzijde gecreëerd en 8 parkeerplaatsen aan de linkerzijde tot op een diepte van ongeveer 47m van de rand van de weg. Tien van deze parkeerplaatsen hebben een rechtstreekse toegang via Beusterven, een zijstraat van de Gevaertlaan. Ter hoogte van de linker zijgevel wordt op de linkse perceelsgrens een houten afsluiting geplaatst van 2m hoog. Door middel van deze afsluiting ontstaat een deels afgesloten zijtuin. In dit ingesloten deel van de linker zijtuin wordt een berging opgericht tot tegen de houten afsluiting op de perceelsgrens. Daar in de zijtuin enkel bijgebouwen kunnen worden opgericht tot op 3m van de perceelsgrens, is deze berging stedenbouwkundig niet aanvaardbaar. - De voorliggende aanvraag is niet gelegen in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied. - - Aangezien de verharding voor de parking uitgevoerd wordt in waterdoorlatende dolomietverharding op een laag van 15cm steenpuin, en bijgevolg het hemelwater op natuurlijke wijze infiltreert op eigen terrein in de bodem, valt de voorliggende aanvraag niet onder het toepassingsgebied van de nieuwe gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5 juli 2013. De voorliggende aanvraag is niet van die aard dat deze dient aangevuld te worden met een mer-screeningsnota. De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid De omgeving bestaat uit hoofdzakelijk vrijstaande eengezinswoningen. De aanvraag behelst de aanleg van een parking en afsluiting in functie van het bestaande en vergunde restaurant. Deze activiteit heeft een laagdynamisch karakter en is verweefbaar met de woonomgeving. Bijgevolg wordt de aanvraag functioneel inpasbaar en stedenbouwkundig vergunbaar geacht. o Mobiliteitsimpact De bestaande restaurantactiviteit wordt niet uitgebreid, bijgevolg zal de activiteit ook niet meer verkeer genereren. Door de verplaatsing van de parking zal er in het eerste deel van Beusterven wel beperkt meer verkeer komen dan nu het geval is. Gelet op de capaciteit, het laagdynamisch karakter van het restaurant en de 8 parkeerplaatsen die hier voorzien worden, zal de mobiliteitsimpact hier echter beperkt zijn. o Schaal Niet van toepassing op voorliggende aanvraag. o Ruimtegebruik en bouwdichtheid Niet van toepassing op voorliggende aanvraag. o Visueel-vormelijke elementen De parking wordt aangelegd in dolomietverharding en de afsluiting in hout. Deze materialen zijn niet storend in het straatbeeld. o Cultuurhistorische aspecten De aanvraag is niet gelegen binnen contouren van een beschermd landschap of in het gezichtsveld van een monument. o Bodemreliëf De aanvraag heeft geen noemenswaardige wijziging van het bestaande bodemreliëf tot gevolg. o Hinderaspecten Er zijn nagenoeg geen hinderaspecten te verwachten ingevolge voorliggende aanvraag. Door de verplaatsing van de parking zal er in het eerste deel van Beusterven wel beperkt meer verkeer komen dan nu het geval is. Gelet op de capaciteit, het laagdynamisch karakter van het restaurant en de 8 parkeerplaatsen die hier voorzien worden, zal de mobiliteitsimpact hier echter beperkt zijn. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen en heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden. o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen De aanvraag heeft geen nadelige effecten op het gebruiksgenot van de omliggende percelen of de veiligheid in het algemeen. - Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming kan gebracht worden met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening mits het opleggen van de nodige voorwaarden. Advies gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Gunstig, mits uitsluiting van de berging van 20m². Motivatie standpunt college - Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijk stedenbouwkundige ambtenaar van 15 september 2014 en sluit zich aan bij dit advies. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. - Besluit van de Vlaamse Regering inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening van 1 maart 2013 - Besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2005 tot bepaling van de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect en navolgende wijzigingen. - Advies van gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 15 september 2014. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2014000623 omschrijving project Stedenbouwkundige vergunning raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen verleent vergunning aan 74 restaurant Het Komfoor: Gevaertlaan 199 in 2260 Westerlo, voor het aanleggen van een parking en het plaatsen van een houten afsluiting op het perceel sectie D nr. 921E2, gelegen Gevaertlaan 199 in 2260 Westerlo. 74 persoonljike gegevens verwijderd Artikel 2 026 De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 1) de berging kan niet opgericht worden zoals voorzien op het plan 2) alle ophogingen in de bouwvrije voor- en zijtuinstroken, hoger dan het hoogste punt van het wegdek, weglaten 3) voor het overige de terreinaanlegwerken uitvoeren zoals voorzien op het plan d.d. 19/06/2014 4) het niet-bebouwd en niet-verhard gedeelte dient een groen karakter te behouden 5) de stedenbouwkundige vergunning blijft geschorst tot de milieuvergunning werd verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan (indien van toepassing) Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige Aanvraag. Vergunning: Ter Voort 210 (2014/083) 75. Inleiding - Volgens artikel 4.7.17. van de VCRO maakt in ontvoogde gemeenten de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor elke beslissing over een vergunningsaanvraag een verslag op, dat deel uitmaakt van het vergunningendossier. Het verslag kadert de aanvraag binnen de regelgeving, de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening, en omvat desgevallend een voorstel van antwoord op de bezwaarschriften in het kader van het gevoerde openbaar onderzoek. Voorgeschiedenis - De aanvragers76 hebben op 18 juli 2014 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het bouwen van een nieuwbouw = vrijstaande eengezinswoning na afbraak van de bestaande woning en bijgebouwen, op het perceel sectie A(TLO), nr. 117F (= lot 1 uit verkaveling nr. 84TLO122/082, gelegen Ter Voort 210 in 2260 Westerlo. - Voor het betrokken perceel heeft het college van burgemeester en schepenen op 21 september 1987 een stedenbouwkundige vergunning verleend voor een nieuwbouw = woonhuis met autobergplaats. - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar bracht op 16 september 2014 het volgende advies uit: Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 12 augustus 2014. - De aanvraag is gelegen in een woongebied met landelijk karakter volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). Woongebieden met landelijk karakter zijn in hoofdzaak bestemd « voor woningbouw in het algemeen en tevens voor landbouwbedrijven ». Zowel bewoning als landbouw zijn bijgevolg de hoofdbestemmingen van het gebied, en beide bestemmingen staan er op gelijke voet. Daarnaast kunnen eveneens de andere inrichtingen, voorzieningen en activiteiten, bedoeld in artikel 5.1.0. worden toegelaten. Voor inrichtingen bestemd voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf - met inbegrip van de paraagrarische bedrijven - blijft de voorwaarde gelden dat zij slechts toelaatbaar zijn voor zover zij niet wegens de taken van bedrijf die zij uitvoeren moeten worden afgezonderd in een daartoe aangewezen gebied. Er dient dan ook steeds te worden onderzocht of zij bestaanbaar zijn 75 76 persoonljike gegevens verwijderd persoonljike gegevens verwijderd met de bestemming van woongebied met landelijk karakter. Concreet betekent dit dat zij niet van aard mogen zijn de woon- of landbouwfunctie van het gebied te verstoren. - Het perceel van de aanvraag is gelegen binnen de contouren van de niet-vervallen verkaveling met nr. 84TLO122/082, goedgekeurd op 9 december 1969 door de bestendige deputatie. - De aanvraag is gelegen langs Ter Voort, een voldoende uitgeruste weg die voorzien is van een asfaltverharding. Voor deze weg is een gemeentelijk rooilijnplan van toepassing. - Het betreffende perceel is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek Er diende geen openbaar onderzoek georganiseerd te worden. Adviezen Er zijn geen externe adviezen vereist. Argumentatie - De voorliggende aanvraag voorziet in het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning na afbraak van de bestaande woning en bijgebouwen in de achtertuin. De woning wordt ingeplant op 16,17m uit de as van de weg, d.i. op dezelfde bouwlijn als de bestaande woning, en op minimaal 3m van de zijdelingse perceelsgrenzen. De woning bestaat uit een bouwlaag en een hellend dak. De maximale kroonlijsthoogte en de nokhoogte bedragen respectievelijk 3,10m en 7,91m. De voorgevel is 9,99m breed en de woning is 9,39m diep. Achter de woning wordt een terras van +/-40m² voorzien. Links naast de woning wordt de oprit van +/-4m breed behouden. In afwachting van de oprichting van een carport/garage in de achtertuin in de strook voor binnenplaatsen en tuinen kan deze oprit behouden blijven. De aanwezige en te behouden parkeerplaats in de voortuin is daarentegen in strijd met de geldende verkavelingsvoorschriften daar er geen inpandige garage voorzien wordt. Volgens de verkavelingsvoorschriften dient namelijk behoudens de toegangen tot de gebouwen de voortuinstrook aangelegd te worden als tuin en als dusdanig gehandhaafd. - Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. - Conform de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater wordt voorzien in een hemelwaterput van 5000liter. Herbruik van het hemelwater zal gebeuren via toiletten, wasmachine en een buitenkraan. De aanvrager plaatst een infiltratieput van 5000liter met een infiltratieoppervlakte van 12,05m². De aanvraag is in overeenstemming met de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater. - De voorliggende aanvraag is niet van die aard dat deze moet aangevuld worden met een mer-screeningsnota. - De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid De omgeving bestaat uit vrijstaande eengezinswoningen. Met uitzondering van de parkeerplaats in de voortuin is de aanvraag in overeenstemming met de geldende verkavelingsvoorschriften. Er kan dan ook gesteld worden dat voorliggende aanvraag functioneel inpasbaar is in de omgeving. o Mobiliteitsimpact De aanvraag heeft een beperkte invloed op de mobiliteit. o Schaal De omgeving bestaat uit eengezinswoningen bestaande uit een- en twee bouwlagen. De voorliggende aanvraag bestaat uit een bouwlaag en een hellend dak. Bijgevolg kan in alle redelijkheid gesteld worden dat de aanvraag wat korrelgrootte betreft en gabarit niet storend is in de ruimtelijke context. o Ruimtegebruik en bouwdichtheid De verhouding bebouwde zone en open ruimte is in evenwicht en niet storend naar de onmiddellijke omgeving toe. De afstanden tot de perceelsgrenzen blijven voldoende groot. o Visueel-vormelijke elementen De gevels van de woning worden afgewerkt met rode recupsteen, het hellend dak met anthracietgrijze dakpannen. Deze dakvorm en gevelmaterialen kunnen aanvaard worden. o Cultuurhistorische aspecten De aanvraag is niet gelegen binnen contouren van een beschermd landschap of in het gezichtsveld van een monument. o Bodemreliëf De aanvraag heeft geen noemenswaardige wijziging van het bestaande bodemreliëf tot gevolg. o Hinderaspecten Eventuele hinderaspecten ten gevolge van de aanvraag beperken zich tot een aanvaardbaar niveau in de omgeving. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen en heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden. o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen De aanvraag heeft geen nadelige effecten op het gebruiksgenot van de omliggende percelen of de veiligheid in het algemeen. - Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming kan gebracht worden met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening. Advies gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Gunstig, mits de voorwaarden opgenomen in onderstaand besluit. Motivatie standpunt college - Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 16 september 2014 en sluit zich aan bij dit advies. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Verkavelingsvergunning nr. 84TLO122/082, goedgekeurd op 9 december 1969 door de bestendige deputatie. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Besluit van de Vlaamse regering van de nieuwe gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5 juli 2013. - Besluit van de Vlaamse regering inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening van 1 maart 2013. - Advies van gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 16 september 2014. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2014000623 omschrijving project Stedenbouwkundige vergunning raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen verleent vergunning 77 voor het bouwen van een nieuwbouw = vrijstaande eengezinswoning na afbraak van de bestaande woning en bijgebouwen, op het perceel sectie A(TLO) nr. 117F (= lot 1 uit verkaveling nr. 84TLO122/082, gelegen Ter Voort 210 in 2260 Westerlo. Artikel 2 De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 1) de stedenbouwkundige voorschriften en voorwaarden, gesteld door de deputatie op 9 december 1969, bij aflevering van de verkavelingsvergunning nr. 84TLO/122/082 2) alle ophogingen in de bouwvrije voor- en zijtuinstroken, hoger dan het hoogste punt van het wegdek, weglaten 3) verplicht de woning aansluiten op het rioleringsnet, dat zal uitmonden in het rioolwaterzuiveringsstation 4) verplicht een hemelwaterput en infiltratievoorziening te plaatsen overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 5 juli 2013 en voorzien in het hergebruik van dit hemelwater d.m.v. de nodige aftappunten; de overstortleiding dient te infiltreren op het eigen perceel 5) de parkeerplaats in de voortuin mag niet uitgevoerd worden, het nietbebouwd en niet-verhard gedeelte dient een groen karakter te verkrijgen 6) voor het overige de woning uitvoeren zoals voorzien op de bouwplannen 001/002 en 002/002 d.d. juli 2014. 7) de stedenbouwkundige vergunning blijft geschorst tot de milieuvergunning werd verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan. 027 Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: Wilgenstraat 9 (2014/085) 78. Inleiding 77 78 persoonljike gegevens verwijderd persoonljike gegevens verwijderd - Volgens artikel 4.7.17. van de VCRO maakt in ontvoogde gemeenten de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor elke beslissing over een vergunningsaanvraag een verslag op, dat deel uitmaakt van het vergunningendossier. Het verslag kadert de aanvraag binnen de regelgeving, de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening, en omvat desgevallend een voorstel van antwoord op de bezwaarschriften in het kader van het gevoerde openbaar onderzoek. Voorgeschiedenis - De aanvragers79 hebben op 18 juli 2014 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het bouwen van een nieuwbouw = vrijstaande eengezinswoning met inpandige garage, op het perceel sectie A nr. 873V = kavel 25 uit verkaveling nr. 190A/4, gelegen Wilgenstraat 9 in 2260 Westerlo. - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar bracht op 16 september 2014 het volgende advies uit: Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 18 augustus 2014. - De aanvraag is gelegen in een woonzone volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. - Het perceel van de aanvraag is niet gelegen binnen de contouren van een bijzonder plan van aanleg, noch binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan. - Het perceel van de aanvraag maakt als kavel 25 deel uit van de niet-vervallen verkaveling nr. 190A/137/0856(00). De kavel is bestemd om vrijstaand te bebouwen. De kavel werd op 14 juli 2014 gewijzigd in functie van de bouwstroken die gunstiger werden ingetekend op het perceel en de voorschriften die werden aangepast in functie van het oprichten van een moderne woning met een plat dak (= 190A/4). - De verkavelingsvoorschriften primeren op de voorschriften van het gewestplan. - De aanvraag is gelegen langs de Wilgenstraat, een voldoende uitgeruste weg, die voorzien is van een klinkerverharding. - De aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek Er is geen openbaar onderzoek vereist. Adviezen Er zijn geen externe adviezen vereist. Argumentatie - De voorliggende aanvraag voorziet in het bouwen van een vrijstaande eengezinswoning met inpandige garage. De woning wordt ingeplant op 3m uit de rooilijnen. - De woning voorziet in volumes van één en twee bouwlagen hoog, gelegen onder een plat dak. De respectievelijke bouwhoogtes bedragen 6m en 3,25m. De maximum bouwdiepte van de woning bedraagt 15,86m. 79 persoonljike gegevens verwijderd - - - - Het gelijkvloers van de woning is ingedeeld in een inkomhal met toilet en vestiaire, een keuken, een living, een bureau, een berging en een garage. De verdieping voorziet in drie slaapkamers, waarvan één met dressing, een badkamer en een speelkamer. De woning wordt volledig onderkeldert. Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. De horizontale dakoppervlakte van de woning bedraagt 142,20m². De aan te leggen verhardingen kunnen afwateren in de tuin. Er wordt voorzien in een hemelwaterput van 5.000liter waarvoor een herbruik van het hemelwater voorzien is via 2 toiletten en een buitenkraantje.Er wordt een infiltratievoorziening geplaatst met een buffervolume van 2.400liter (oppervlakte 5,76m²). De voorliggende aanvraag voldoet bijgevolg aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. De voorliggende aanvraag is niet van die aard dat deze dient aangevuld te worden met een mer-screeningsnota. De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid De omgeving bestaat uit zowel vrijstaande als gekoppelde eengezinswoningen. De aanvraag wordt in overeenstemming geacht met de bestemmingsvoorschriften van het vastgestelde gewestplan en de ter plaatse geldende verkavelingsvergunning. De aanvraag wordt functioneel inpasbaar en stedenbouwkundig vergunbaar geacht. o Mobiliteitsimpact De aanvraag heeft een beperkte invloed op de mobiliteit. o Schaal Gelet op het bouwvolume en gelet op de bestaande woningen in de onmiddellijke omgeving, zal de nieuw te bouwen woning zich voldoende inpassen in de omgeving. Er kan in alle redelijkheid gesteld worden dat de aanvraag wat korrelgrootte betreft en gabarit niet storend is in de ruimtelijke context. o Ruimtegebruik en bouwdichtheid De verhouding bebouwde zone en open ruimte is in evenwicht en niet storend naar de onmiddellijke omgeving toe. De afstanden tot de perceelsgrenzen blijven voldoende groot. Buiten de bouwstrook en de nodige verhardingen zal het perceel een groen karakter verkrijgen. o Visueel-vormelijke elementen De gevels van de woning worden opgetrokken in een zwartgrijs genuanceerde baksteen, gecombineerd met grijze gevelpanelen. Het plat dak wordt afgewerkt met een dakrand in donkergrijs aluminium. Het buitenschrijnwerk en tussenpanelen worden uitgevoerd in donkergrijs aluminium. De gelijkvloerse dorpels worden uitgevoerd in blauwe steen, op de verdieping in donkergrijs aluminium. De regenwaterafvoeren worden uitgevoerd in donkere zink, de schouw wordt voorzien in inox. De garagepoort wordt uitgevoerd in grijs aluminium. De dakvorm en gevelmaterialen kunnen aanvaard worden, gelet op de verscheidenheid aan bouwstijlen en materialen in het straatbeeld. o Cultuurhistorische aspecten De aanvraag is niet gelegen binnen contouren van een beschermd landschap of in het gezichtsveld van een monument. o Bodemreliëf De aanvraag heeft geen noemenswaardige wijziging van het bestaande bodemreliëf tot gevolg. o Hinderaspecten Eventuele hinderaspecten ten gevolge van de aanvraag beperken zich tot een aanvaardbaar niveau in de omgeving. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen en heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden. o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen De aanvraag heeft geen nadelige effecten op het gebruiksgenot van de omliggende percelen of de veiligheid in het algemeen. - Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan in overeenstemming gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening. Advies gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Gunstig, mits de voorwaarden opgenomen in onderstaand besluit. Motivatie standpunt college - Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar van 16 september 2014 en sluit zich aan bij dit advies. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Verkavelingsvergunning nr. 190A/4, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 14 juli 2014. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 betreffende de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. - Advies van gemeentelijk stedenbouwkundige ambtenaar van 16 september 2014. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2014000623 omschrijving project Stedenbouwkundige aanvraag raming kosten raming opbrengsten Geen extra kosten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college verleent vergunning 80 voor het bouwen van een nieuwbouw = vrijstaande eengezinswoning met inpandige garage, op het perceel sectie A nr. 873V = kavel 25 uit verkaveling nr. 190A4, gelegen Wilgenstraat 9 in 2260 Westerlo. Artikel 2 De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 1) de stedenbouwkundige voorschriften en voorwaarden gesteld door het college van burgemeester en schepenen, in zitting van 14 juli 2014, bij aflevering van de verkavelingsvergunning nr. 190A/4 2) alle ophogingen in de bouwvrije voor- en zijtuinstroken, hoger dan het hoogste punt van het wegdek, weglaten 3) verplicht de woning aansluiten op het rioleringsnet, er moeten 2 aansluitingen voorzien worden waarvan één aansluiting voor de overstortleiding van de regenwaterput en één aansluiting voor het huishoudelijk afvalwater, dat zal uitmonden in het rioolwaterzuiveringsstation 4) voldoen aan de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 5 juli 2013 5) de woning uitvoeren zoals voorzien op de bouwplannen van 20.12.13_plannummer 1/2 en 2/2 6) de stedenbouwkundige vergunning blijft geschorst tot de milieuvergunning werd verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan (indien van toepassing). 028 Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige Aanvraag. Vergunning: Tim Heieinde 95 (2014/087) 81. Inleiding - Volgens artikel 4.7.17. van de VCRO maakt in ontvoogde gemeenten de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor elke beslissing over een vergunningsaanvraag een verslag op, dat deel uitmaakt van het vergunningendossier. Het verslag kadert de aanvraag binnen de regelgeving, de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening, en omvat desgevallend een voorstel van antwoord op de bezwaarschriften in het kader van het gevoerde openbaar onderzoek. Voorgeschiedenis - De aanvragers82 hebben op 23 juli 2014 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het bouwen van een nieuwbouw = vrijstaande eengezinswoning in houtskelet en garage, op het perceel sectie A(Oevel), nr. 373F (= lot 4 uit verkaveling 99Oevel/137/0875(00), gelegen Heieinde 95 in 2260 Westerlo. 80 persoonljike gegevens verwijderd persoonljike gegevens verwijderd 82 persoonljike gegevens verwijderd 81 - Voor het betrokken perceel heeft het college van burgemeester en schepenen op 17 december 2007 een verkavelingsvergunning verleend voor 5 kavels. - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar bracht op 16 september 2014 het volgende advies uit: Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 12 augustus 2014. - De aanvraag is gelegen in een woongebied volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving - Het perceel van de aanvraag is gelegen binnen de contouren van de niet-vervallen verkaveling met nr. 99Oevel/137/0875. - De aanvraag is gelegen langs Heieinde, een voldoende uitgeruste weg die voorzien is van een betonverharding. - Het betreffende perceel is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek Er diende geen openbaar onderzoek georganiseerd te worden. Adviezen Er zijn geen externe adviezen vereist. Argumentatie - De voorliggende aanvraag voorziet in het oprichten van een vrijstaande eengezinswoning in houtskelet en een garage. De woning wordt ingeplant op 6m van de rooilijn en op minimum 3m van de zijdelingse perceelsgrenzen. De woning bestaat uit een bouwlaag en een hellend dak. De maximale kroonlijshoogte en de nokhoogte bedragen respectievelijk 3,30m en 8,05m. De bouwdiepte is 10m en de gevelbreedte 10,50m. Achter de woning wordt een terras van 31,50m² voorzien. - Op 10m uit de achtergevel en op de rechter perceelsgrens wordt een garage van 45m² (10m x 4,5m) voorzien. Deze heeft een kroonlijsthoogte van 3m en wordt afgewerkt met een plat dak. Volgens de verkavelingsvoorschriften dient het bijgebouw echter op 10m achter de strook voor hoofdgebouwen geplaatst te worden. Dit wil zeggen dat het bijgebouw opgericht moet worden op minimaal 10m uit de achtergevelbouwlijn, die dan weer 17m uit de voorgevelbouwlijn is gesitueerd. Om in overeenstemming te zijn met de verkavelingsvoorschriften dient het bijgebouw bijgevolg op minstens 27m uit de voorgevelbouwlijn ingeplant te worden. - Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. - Conform de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater wordt voorzien in een hemelwaterput van 5000liter. Herbruik van het hemelwater zal gebeuren via twee toiletten en een buitenkraan. De aanvrager plaatst een infiltratievoorziening van 6,04m². De aanvraag is in overeenstemming met de gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater. De voorliggende aanvraag is niet van die aard dat deze moet aangevuld worden met een mer-screeningsnota. - De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid De omgeving bestaat uit eengezinswoningen. Met uitzondering van de inplanting van het bijgebouw wordt de aanvraag in overeenstemming geacht met de geldende verkavelingsvoorschriften. De aanvraag wordt functioneel inpasbaar en stedenbouwkundig vergunbaar geacht. o Mobiliteitsimpact De aanvraag heeft een beperkte invloed op de mobiliteit. o Schaal De omgeving bestaat uit eengezinswoningen bestaande uit een- en twee bouwlagen. De voorliggende aanvraag bestaat uit 1 bouwlaag en een hellend dak. Bijgevolg kan in alle redelijkheid gesteld worden dat de aanvraag wat korrelgrootte betreft en gabarit niet storend is in de ruimtelijke context. o Ruimtegebruik en bouwdichtheid De verhouding bebouwde zone en open ruimte is in evenwicht en niet storend naar de onmiddellijke omgeving toe. De afstanden tot de perceelsgrenzen blijven voldoende groot. Wel dient het bijgebouw conform de verkavelingsvoorschriften op minimaal 27m uit de voorgevelbouwlijn en op minimaal 3m van de achterste perceelsgrens opgericht te worden. Buiten de bouwstrook en de verharding wordt het perceel ingericht als tuin. o Visueel-vormelijke elementen De gevels van de woning en het bijgebouw worden afgewerkt met roodbruin genuanceerde gevelsteen, het hellend dak met zwarte dakpannen. Deze dakvorm en gevelmaterialen kunnen aanvaard worden. o Cultuurhistorische aspecten De aanvraag is niet gelegen binnen contouren van een beschermd landschap of in het gezichtsveld van een monument. o Bodemreliëf De aanvraag heeft geen noemenswaardige wijziging van het bestaande bodemreliëf tot gevolg. o Hinderaspecten Eventuele hinderaspecten ten gevolge van de aanvraag beperken zich tot een aanvaardbaar niveau in de omgeving. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen en heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden. o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen De aanvraag heeft geen nadelige effecten op het gebruiksgenot van de omliggende percelen of de veiligheid in het algemeen. - Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming kan gebracht worden met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening. Advies gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar - Gunstig, mits het bijgebouw ingeplant wordt op minimaal 27m uit de voorgevelbouwlijn en op 3m van de achterste perceelsgrens. Motivatie standpunt college - Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 16 september 2014 en sluit zich aan bij dit advies. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Verkavelingsvergunning met nr. 99Oevel/137/0875 goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 17 december 2007. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Besluit van de Vlaamse regering van de nieuwe gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5 juli 2013. - Besluit van de Vlaamse regering inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening van 1 maart 2013. - Advies van gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 16 september 2014. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2014000623 omschrijving project Stedenbouwkundige vergunning raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college verleent vergunning 83 voor het bouwen van een nieuwbouw = vrijstaande eengezinswoning in houtskelet en garage, op het perceel sectie A(Oevel), nr. 373F (= lot 4 uit verkaveling 99Oevel/137/0875(00), gelegen Heieinde 95 in 2260 Westerlo. Artikel 2 De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 1) de stedenbouwkundige voorschriften en voorwaarden, gesteld door het college, in zitting van 17 december 2007 bij aflevering van de verkavelingsvergunning 99Oevel/137/0875(00) 2) alle ophogingen in de bouwvrije voor- en zijtuinstroken, hoger dan het hoogste punt van het wegdek, weglaten 3) verplicht de woning aansluiten op het rioleringsnet, dat zal uitmonden in het 83 persoonljike gegevens verwijderd 4) 5) 6) 7) 8) 029 rioolwaterzuiveringsstation verplicht een hemelwaterput en infiltratievoorziening te plaatsen overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 5 juli 2013 en voorzien in het hergebruik van dit hemelwater d.m.v. de nodige aftappunten; de overstortleiding dient te infiltreren op het eigen perceel het bijgebouw dient ingeplant te worden op minimaal 27m uit de voorgevelbouwlijn en op 3m van de achterste perceelsgrens zoals in het rood aangepast op het inplantingsplan. de woning uitvoeren zoals voorzien op het bouwplan 1/1 d.d. 4/07/2014. het niet-bebouwd en niet-verhard gedeelte dient een groen karakter te verkrijgen de stedenbouwkundige vergunning blijft geschorst tot de milieuvergunning werd verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan (indien van toepassing). Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Vergunning: Kolveniersstraat 10 (2014/086) 84. Inleiding - Volgens artikel 4.7.17. van de VCRO maakt in ontvoogde gemeenten de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor elke beslissing over een vergunningsaanvraag een verslag op, dat deel uitmaakt van het vergunningendossier. Het verslag kadert de aanvraag binnen de regelgeving, de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening, en omvat desgevallend een voorstel van antwoord op de bezwaarschriften in het kader van het gevoerde openbaar onderzoek. Voorgeschiedenis - De aanvrager85 heeft op 18 juli 2014 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het vellen van 2 hoogstammige bomen, op het perceel sectie A(Z-P) nr. 251H, gelegen Kolveniersstraat 10 in 2260 Westerlo. - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar bracht op 15 september 2014 het volgende advies uit: Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 13 augustus 2014. - De aanvraag is gelegen in agrarisch gebied volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens paraagrarische bedrijven. - Het perceel van de aanvraag is niet gelegen binnen de contouren van een bijzonder plan van aanleg, noch binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan of een nietvervallen verkaveling. - De aanvraag is gelegen langsheen de Kolveniersstraat, een uitgeruste weg voorzien van een betonverharding. 84 85 persoonljike gegevens verwijderd persoonljike gegevens verwijderd - De aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek Er is geen openbaar onderzoek vereist. Adviezen - Het Agentschap voor Natuur en Bos heeft op 22 augustus 2014 een gunstig advies uitgebracht over voorliggende aanvraag (BA/14-03616), op voorwaarde dat bij het beoordelen van de vergunningsaanvraag en het nemen van de beslissing over de stedenbouwkundige vergunning door de vergunningverlenende overheid steeds rekening wordt gehouden met de zorgplicht opgelegd door artikel 14 en de bepalingen van artikel 16 inzake het tegengaan van vermijdbare schade van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu. Verder meldt het Agentschap dat alle van nature in het wild levende vogelsoorten beschermd zijn in het Vlaamse Gewest op basis van het Soortenbesluit van 15 mei 2009. De bescherming heeft onder meer betrekking op de nesten van deze vogelsoorten (artikel 14 van het Soortenbesluit). Bij het uitvoeren van werken in de periode 1 maart-1 juli moet men er zich van vergewissen dat geen nesten van beschermde vogelsoorten beschadigd, weggenomen of vernield worden. Als nesten in het gedrang komen dient de aanvrager contact op te nemen met het Agentschap voor Natuur en Bos. - Het Departement Landbouw en Visserij, Duurzame Landbouwontwikkeling heeft op 29 augustus 2014 een gunstig advies verleend voor het vellen van twee hoogstammige bomen om veiligheidsredenen (2014_037018). Gelet op de aard en de ligging is er uit landbouwkundig standpunt geen bezwaar tegen de voorgestelde werken. Argumentatie - De voorliggende aanvraag heeft betrekking op het vellen van 2 hoogstammige bomen, zijnde Canadese populieren. De eerste boom heeft veel schade opgelopen tijdens de laatste storm en vormt een gevaar voor het huis bij een volgende storm. De afstand van de hoek van het huis tot deze boom bedraagt 10m. In principe is het kappen van deze boom vrijgesteld van vergunning. Als de eerste boom geveld wordt, staat de tweede boom volledig in de windvang. Gezien de boom zeer schuin is gegroeid, bestaat ook hier het risico dat deze bij stormweer schade zal berokkenen. De afstand van de hoek van het huis tot de tweede boom bedraagt 20 m. - Het kappen van de bomen betreft een preventieve maatregel, ze dienen gekapt te worden omwille van veiligheidsredenen. - In de voorliggende aanvraag doet de aanvrager geen voorstel tot heraanplanting. Een heraanplanting met 2 streekeigen en standplaatsgeschikte bomen is wel noodzakelijk. De heraanplanting moet gebeuren op minstens 2m van de perceelsgrenzen. - De aanvrager moet alle nodige voorzorgsmaatregelen nemen met het oog op het welslagen van de nieuwe aanplant. Dit veronderstelt niet alleen een met zorg uitgevoerde aanplanting met degelijk plantgoed, maar ook (indien nodig) het gebruik van een steunpaal. - De voorliggende aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen. Gezien de voorliggende aanvraag betrekking heeft op het kappen van bomen, kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat er geen schadelijk effect is. - De voorliggende aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de nieuwe gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5 juli 2013 - De voorliggende aanvraag is niet van die aard dat deze dient aangevuld te worden met een mer-screeningsnota. - De voorliggende aanvraag heeft betrekking op een handeling van algemeen belang welke omwille van de beperkte ruimtelijke impact of de eenvoud van het dossier mag behandeld worden onder de reguliere procedure. De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid De aanvraag heeft betrekking op het kappen van 2 Canadese populieren, welke staan ingeplant op de huiskavel van de woning Kolveniersstraat nr. 10. Het kappen van de bomen zal geen nadelige invloed hebben op de omgeving, gelet op de opgelegde heraanplanting. Er kan gesteld worden dat de aanvraag functioneel inpasbaar en stedenbouwkundig vergunbaar wordt geacht. o Mobiliteitsimpact De aanvraag heeft geen invloed op de mobiliteit. o Schaal Niet van toepassing op voorliggende aanvraag. o Ruimtegebruik en bouwdichtheid Niet van toepassing op voorliggende aanvraag. o Visueel-vormelijke elementen Niet van toepassing op voorliggende aanvraag. o Cultuurhistorische aspecten Niet van toepassing op voorliggende aanvraag. o Bodemreliëf De aanvraag heeft geen noemenswaardige wijziging van het bestaande bodemreliëf tot gevolg. o Hinderaspecten Er zijn geen hinderaspecten te verwachten ingevolge voorliggende aanvraag. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen en heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden. o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen De aanvraag heeft geen nadelige effecten op het gebruiksgenot van de omliggende percelen of de veiligheid in het algemeen. - Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan in overeenstemming gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening. Advies gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Gunstig, mits een heraanplanting met 2 streekeigen en standplaatsgeschikte bomen op hetzelfde perceel. - Motivatie standpunt college - Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijk stedenbouwkundige ambtenaar van 15 september 2014 en sluit zich aan bij dit advies. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2003 tot bepaling van de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect, meermaals gewijzigd (artikel 4.2°) - Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 (en latere wijzigingen) tot aanwijzing van de instanties die over een vergunningsaanvraag advies verlenen. - Advies van gemeentelijk stedenbouwkundige ambtenaar van 15 september 2014. BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen verleent vergunning 86, voor het vellen van 2 hoogstammige bomen, op het perceel sectie A(Z-P) nr. 251H, gelegen Kolveniersstraat 10 in 2260 Westerlo. Artikel 2 De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 1) het advies van het Agentschap voor Natuur en Bos van 22 augustus 2014 met kenmerk BA/14-03616 2) een heraanplanting uit te voeren met twee streekeigen en standplaatsgeschikte bomen tijdens het eerstvolgende plantseizoen na de kapping 3) de stedenbouwkundige vergunning blijft geschorst tot de milieuvergunning werd verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan (indien van toepassing) 030 Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige Aanvraag. Werken van geringe omvang. Vergunning: Processieweg 20 (2014/530) 87. Inleiding - Volgens artikel 4.7.17. van de VCRO maakt in ontvoogde gemeenten de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor elke beslissing over een vergunningsaanvraag een verslag op, dat deel uitmaakt van het vergunningendossier. Het verslag kadert de aanvraag binnen de regelgeving, de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening, en omvat desgevallend een voorstel van antwoord op de bezwaarschriften in het kader van het gevoerde openbaar onderzoek. Voorgeschiedenis - De aanvragers88 hebben op 14 juli 2014 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het verbouwen van een eengezinswoning naar een tweewoonst op het perceel sectie D nr. 1020G, gelegen Processieweg 20 in 2260 Westerlo. - De woning werd volgens de kadastrale gegevens gebouwd in 1953 en wordt bijgevolg vergund geacht. 86 persoonljike gegevens verwijderd persoonljike gegevens verwijderd 88 persoonljike gegevens verwijderd 87 - Voor het betreffende perceel werd op 3 maart 2014 door het college van burgemeester en schepenen een voorwaardelijk positief stedenbouwkundig attest afgeleverd voor het wijzigen van een eengezinswoning naar tweewoonst. Op 7 maart 1974 leverde het college van burgemeester en schepenen een stedenbouwkundige vergunning af voor het aanbouwen van een berging en opslagplaats. - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar bracht op 15 september 2014 het volgende advies uit: Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 11 augustus 2014. - De aanvraag is gelegen in woongebied volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. - Het perceel van de aanvraag is niet gelegen binnen de contouren van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan, bijzonder plan van aanleg of een niet-vervallen verkaveling. - De aanvraag is gelegen langs de Processieweg, een voldoende uitgeruste weg die voorzien is van een klinkerverharding. - De aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek Er diende geen openbaar onderzoek te worden georganiseerd. Adviezen Er zijn geen externe adviezen vereist. Argumentatie - In navolging van het voorwaardelijk positief stedenbouwkundig attest voorziet de voorliggende aanvraag in het verbouwen van een eengezinswoning naar een tweewoonst in halfopen bebouwing. - De bestaande woning dateert van voor wet op de stedenbouw en heeft een totale voorgevelbreedte van 14,92m. Het hoofdvolume heeft een profiel van twee bouwlagen onder zadeldak (kroonlijsthoogte 5,80m) met de nok evenwijdig aan de Processieweg. Aan de linkerzijde bevindt zich een ondergeschikt volume met een profiel van één bouwlaag onder zadeldak, een voorgevelbreedte van 4,90m en een dakbasis van 10,45m. Tot een diepte van 18,10m heeft de aanbouw een profiel van één bouwlaag onder zadeldak, met de nok haaks op de straat. - De aanvraag betreft een voorstel tot opsplitsing van de bestaande woning naar een tweewoonst, waarbij één woongelegenheid gecreëerd wordt in het hoofdvolume (woning A) en één woongelegenheid in de lagere aanbouw aan de linkerzijde (woning B). Met deze verbouwing gaan geen constructieve werken gepaard. Enkel in en aan woning B vinden verbouwingswerken plaats. Van een bestaande raamopening in de linker zijgevel wordt een deur gemaakt. Verder betreft de aanvraag interne verbouwingen, zoals het dichtmaken van een bestaande deuropening en het oprichten van nieuwe binnenmuren in functie van een nieuwe hal en twee slaapkamers op de verdieping, alsook twee veluxramen. - Woning A in het hoofdvolume voorziet op het gelijkvloers vooraan in een woonkamer met, aan de tuinzijde, een wasplaats/berging en een keuken. Op de verdieping voorziet het ontwerp 3 slaapkamers en een badkamer. Woning B in het ondergeschikte volume voorziet op het gelijkvloers achtereenvolgens een woonkamer, keuken, badkamer en een wasplaats. - - - - Van de bestaande raamopening in de linker zijgevel wordt een deuropening gemaakt. Onder het dak voorziet men nog twee slaapkamers, waarvan de tweede enkel bereikt kan worden via de eerste slaapkamer. Met het oog op het gebruiksgenot van de toekomstige bewoners dient ofwel de tweede slaapkamer op de verdieping van woning B over een aparte toegang te beschikken, ofwel dienen deze twee slaapkamers samengevoegd te worden tot één slaapkamer. Naast de opsplitsing van de woning, voorziet het ontwerp ook de verdeling van de tuin in twee delen. Hierbij dient echter opgemerkt te worden dat enkele ramen aan de achtergevel in conflict komen met de bepalingen van het burgerlijk wetboek wat betreft het nemen van rechtstreekse lichten en zichten. Om rechtstreekse zichten te vermijden, dienen de volgende drie ramen in de achtergevel van woning A (het hoofdvolume) ondoorzichtbaar (bvb. door middel van mat glas) gemaakt te worden: het raam van de wasplaats/berging op het gelijkvloers, het raam van de badkamer op de verdieping en het raam van de traphal op de verdieping. Het voorliggende bouwproject heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. De bestaande verharde oppervlakte blijft ongewijzigd. De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater is niet van toepassing op voorliggende aanvraag. De voorliggende aanvraag is niet van die aard dat deze moet aangevuld worden met een mer-screeningsnota. De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid De omgeving bestaat uit eengezinswoningen, hoofdzakelijk in vrijstaande bebouwingstypologie. De woning die onderwerp uitmaakt van de voorliggende aanvraag betreft een halfopen bebouwing. Aan de overzijde van de Processieweg op +/-150m naar het centrum van Heultje zijn meerdere eengezinswoningen in halfopen bebouwing aanwezig. De aanvraag wordt in overeenstemming geacht met de bestemmingsvoorschriften van het vastgestelde ruimtelijk uitvoeringsplan. De aanvraag wordt functioneel inpasbaar en stedenbouwkundig vergunbaar geacht. o Mobiliteitsimpact De aanvraag heeft een beperkte invloed op de mobiliteit. o Schaal De omgeving bestaat uit eengezinswoningen. De voorliggende aanvraag betreft een interne verbouwing en behoudt het bestaande gabarit en volume. Bijgevolg kan in alle redelijkheid gesteld worden dat de aanvraag wat korrelgrootte betreft en gabarit niet storend is in de ruimtelijke context. o Ruimtegebruik en bouwdichtheid De verhouding bebouwde zone en open ruimte is in evenwicht en niet storend naar de onmiddellijke omgeving toe. De afstanden tot de perceelsgrenzen blijven voldoende groot. De bestaande verharding blijft beperkt tot de bestaande oprit en toegang naar de voordeur. Buiten de bouwstrook en de verharding blijft het perceel als tuin ingericht. o Visueel-vormelijke en cultuurhistorische elementen De aanvraag is niet gelegen binnen contouren van een beschermd landschap of in het gezichtsveld van een monument. o Bodemreliëf De aanvraag heeft geen noemenswaardige wijziging van het bestaande bodemreliëf tot gevolg. o Hinderaspecten Naast de opsplitsing van de woning, voorziet het ontwerp ook de verdeling van de tuin in twee delen. Hierbij dient echter opgemerkt te worden dat enkele ramen aan de achtergevel in conflict komen met de bepalingen van het burgerlijk wetboek wat betreft het nemen van rechtstreekse lichten en zichten. Om rechtstreekse zichten te vermijden, dienen de volgende drie ramen in de achtergevel van woning A (het hoofdvolume) ondoorzichtbaar (bvb. door middel van mat glas) gemaakt te worden: het raam van de wasplaats/bering op de gelijkvloers, het raam van de badkamer op de verdieping en het raam van de traphal op de verdieping. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen en heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden. o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen Mits het ondoorzichtbaar maken van drie ramen in de achtergevel (zie bovenstaande opmerkingen) heeft de aanvraag geen nadelige effecten op het gebruiksgenot van de omliggende percelen of de veiligheid in het algemeen. Met het oog op het gebruiksgenot van de toekomstige bewoners dient ofwel de tweede slaapkamer op de verdieping van woning B over een aparte toegang te beschikken, ofwel dienen deze twee slaapkamers samengevoegd te worden tot één slaapkamer. - Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag kan in overeenstemming gebracht worden met de wettelijke bepalingen en de goede ruimtelijke ordening mits het opleggen van de nodige voorwaarden. Advies gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Gunstig, mits het naleven van de volgende voorwaarden: 1. de volgende drie ramen in de achtergevel van woning A (het hoofdvolume) ondoorzichtbaar (bvb. door middel van mat glas) gemaakt te worden: het raam van de wasplaats/berging op de gelijkvloers, het raam van de badkamer op de verdieping en het raam van de traphal op de verdieping. 2. ofwel dient de tweede slaapkamer op de verdieping van woning B over een aparte toegang te beschikken, ofwel dienen de twee slaapkamers onder het dak samengevoegd te worden tot één slaapkamer. Motivatie standpunt college - Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar van 15 september 2014 en sluit zich aan bij dit advies. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Besluit van de Vlaamse Regering van de nieuwe gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5 juli 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening van 1 maart 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2003 tot bepaling van de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect en navolgende wijzigingen. - Advies van gemeentelijk stedenbouwkundige ambtenaar van 15 september 2014. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2014000623 omschrijving project Stedenbouwkundige vergunning raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen verleent vergunning 89 voor het verbouwen van een eengezinswoning naar een tweewoonst op het perceel sectie D, nr. 1020G, gelegen Processieweg 20 in 2260 Westerlo. Artikel 2 De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 4) alle ophogingen in de bouwvrije voor- en zijtuinstroken, hoger dan het hoogste punt van het wegdek, weglaten 5) verplicht de nieuwe woning aansluiten op het rioleringsnet, dat zal uitmonden in het rioolwaterzuiveringsstation 6) de volgende drie ramen in de achtergevel van woning A (het hoofdvolume) ondoorzichtbaar (bvb. door middel van mat glas) gemaakt te worden: het raam van de wasplaats/bering op het gelijkvloers, het raam van de badkamer op de verdieping en het raam van de traphal op de verdieping. 7) ofwel dient de tweede slaapkamer op de verdieping van woning B over een aparte toegang te beschikken, ofwel dienen de twee slaapkamers onder het dak samengevoegd te worden tot één slaapkamer. 8) voor het overige de woningen uitvoeren zoals voorzien op de plannen 1/1 d.d. 17.01.2014 9) het niet-bebouwd en niet-verhard gedeelte dient een groen karakter te verkrijgen 10) de stedenbouwkundige vergunning blijft geschorst tot de milieuvergunning werd verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan (indien van toepassing). 89 persoonljike gegevens verwijderd 031 Ruimtelijke Ordening. Stedenbouwkundige aanvraag. Werken van geringe omvang. Vergunning: Bergveld 37 (2014/531) 90. Inleiding - Volgens artikel 4.7.17. van de VCRO maakt in ontvoogde gemeenten de gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar voor elke beslissing over een vergunningsaanvraag een verslag op, dat deel uitmaakt van het vergunningendossier. Het verslag kadert de aanvraag binnen de regelgeving, de stedenbouwkundige voorschriften, de eventuele verkavelingsvoorschriften en een goede ruimtelijke ordening, en omvat desgevallend een voorstel van antwoord op de bezwaarschriften in het kader van het gevoerde openbaar onderzoek. Voorgeschiedenis - De aanvrager91 heeft op 25 juli 2014 een stedenbouwkundige aanvraag ingediend voor het slopen van een vrijstaande woning, op het perceel sectie A(Z-P) nr. 291Y, gelegen Bergveld 37 in 2260 Westerlo. - De gemeentelijke stedenbouwkundige ambtenaar bracht op 16 september 2014 het volgende advies uit: Feiten en context - Het voorgelegde dossier werd ontvankelijk en volledig verklaard op 21 augustus 2014. - De aanvraag is gelegen in een woonzone volgens het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. - Het perceel van de aanvraag is niet gelegen binnen de contouren van een bijzonder plan van aanleg, noch binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan of een goedgekeurde niet-vervallen verkaveling. - De aanvraag is gelegen langs de straat Bergveld, een voldoende uitgeruste weg die voorzien is van een klinkerverharding. - De aanvraag is niet gelegen in een recent overstroomd gebied of overstromingsgebied. Openbaar onderzoek De voorliggende aanvraag dient niet te worden onderworpen aan een openbaar onderzoek. Adviezen Er zijn geen externe adviezen vereist. Argumentatie - De voorliggende aanvraag voorziet in het slopen van de bestaande eengezinswoning. De grondoppervlakte van de woning is groter dan 100m². De woning dateert volgens de beschikbare kadastrale gegevens van de periode 1919 - 1930. - De woning dient gesloopt te worden aangezien ze niet meer voldoet aan de huidige comforteisen voor bewoning. 90 91 persoonljike gegevens verwijderd persoonljike gegevens verwijderd De voorliggende aanvraag heeft louter betrekking op het slopen. Het aanvraagperceel ligt niet in een recent overstroomd gebied of een risicozone voor overstromingen, zodat in alle redelijkheid kan geoordeeld worden dat er geen schadelijk effect is. - De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5 juli 2013 is niet van toepassing op voorliggende aanvraag. - De voorliggende aanvraag is niet van die aard dat deze dient aangevuld te worden met een mer-screeningsnota. - De volgende beoordeling – als uitvoering van art. 1.1.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gericht op een duurzame ruimtelijke ontwikkeling en met oog voor de ruimtelijke draagkracht, de gevolgen voor het leefmilieu en de culturele, economische, esthetische en sociale gevolgen - houdt rekening met de criteria als uitvoering van art. 4.3.1. van de codex. o Functionele inpasbaarheid De voorliggende aanvraag heeft betrekking op het slopen van een vrijstaande woning, die niet meer in aanmerking komt voor bewoning. De voorliggende aanvraag is gelegen in een woonzone volgens het gewestplan. De aanvraag wordt in overeenstemming geacht met de bestemmingsvoorschriften van het vastgestelde gewestplan. De aanvraag wordt functioneel inpasbaar en stedenbouwkundig vergunbaar geacht. o Mobiliteitsimpact De aanvraag heeft geen invloed op de mobiliteit. o Schaal Niet van toepassing. o Ruimtegebruik en bouwdichtheid Niet van toepassing. o Visueel-vormelijke elementen Niet van toepassing. o Cultuurhistorische aspecten De aanvraag is niet gelegen binnen contouren van een beschermd landschap of in het gezichtsveld van een monument. o Bodemreliëf De aanvraag heeft geen noemenswaardige wijziging van het bestaande bodemreliëf tot gevolg. o Hinderaspecten Eventuele hinderaspecten ten gevolge van de aanvraag beperken zich tot een aanvaardbaar niveau in de omgeving. o Gezondheid De aanvraag omvat geen hinderlijke inrichtingen en heeft geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden. o Gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen De aanvraag heeft geen nadelige effecten op het gebruiksgenot van de omliggende percelen of de veiligheid in het algemeen. - Uit bovenstaande motivering blijkt dat de aanvraag in overeenstemming is (of kan in overeenstemming gebracht worden mits het opleggen van de nodige voorwaarden) met de wettelijke bepalingen, alsook met de goede ruimtelijke ordening. Advies gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Gunstig, mits de voorwaarden opgenomen in onderstaand besluit. - Motivatie standpunt college - Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het voorwaardelijk gunstig advies van de gemeentelijk stedenbouwkundige ambtenaar van 16 september 2014 en sluit zich aan bij dit advies. Juridische grond - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). - Het gewestplan Herentals-Mol (KB 28 juli 1978). - Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief van 25 januari 2002 en 25 oktober 2002. - Decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003. - Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets, vermeld in artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid. - Besluit van de Vlaamse Regering inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening van 1 maart 2013. - Besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 2003 tot bepaling van de handelingen die vrijgesteld zijn van de medewerking van de architect en navolgende wijzigingen. - Advies van gemeentelijk stedenbouwkundige ambtenaar van 16 september 2014. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vergunningen actie Adviseren en afhandelen van vergunningsaanvragen en aanverwante attesten actienummer 2014000623 omschrijving project Stedenbouwkundige aanvraag raming kosten Geen extra kosten raming opbrengsten Geen BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen verleent vergunning 92 voor het slopen van een vrijstaande woning, op het perceel sectie A(Z-P) nr. 291Y, gelegen Bergveld 37 in 2260 Westerlo. Artikel 2 De volgende voorwaarden dienen nageleefd te worden: 1) alle afbraakmaterialen van het terrein verwijderen inclusief de funderingen 2) alle aansluitingen van de nutsleidingen door de respectievelijke maatschappijen laten wegnemen en het attest van wegname bezorgen aan de gemeente vóór de aanvang van de werken 3) de stedenbouwkundige vergunning blijft geschorst tot de milieuvergunning werd verkregen of tot aan de meldingsplicht is voldaan (indien van toepassing). 032 Ruimtelijke Ordening. Verslag RUP Zonevreemde bedrijven gemeente Olen: Instemming met opname van Amazona. Voorgeschiedenis 92 persoonljike gegevens verwijderd - - Op 29 augustus 2011 heeft het college van burgemeester en schepenen principieel ingestemd om samen met de gemeente Olen een planningsinitiatief op te starten voor het bedrijf Cams - Verwimp bvba, gevestigd Moleneinde 14 in 2250 Olen. Op 13 juni 2014 vond er een bilateraal overleg plaats over het RUP zonevreemde bedrijven in Olen en blijkt dat het bedrijf Amazona - Lunasoft ook opgenomen is in dit dossier. Het plangebied voor dit bedrijf ligt ook deels op het grondgebied van de gemeente Westerlo. De gemeente Olen vraagt nu om een akkoord over een financiële bijdrage voor dit bedrijf. Feiten en context - Het bedrijf Amazona is gesitueerd langs de Nijverheidsstraat achter Ben Fresh nv en is gelegen in het bijzonder plan van aanleg Moleneinde-Kapel-Houdt". - De gemeente Olen heeft beslist om een RUP zonevreemde bedrijven op te maken voor 9 bedrijven waaronder de bedrijfssite van Amazona - Lunasoft. - Een deel van de bedrijfssite is gelegen op het grondgebied van de gemeente Westerlo. De gemeente Olen stelt voor om dit bedrijf inclusief de gronden op het grondgebied van Westerlo mee op te nemen in het RUP. - In onze gemeente maken volgende percelen deel uit van het bedrijf: sectie A nrs. 3D2 + 202B. De totale oppervlakte van het perceel 202B bedraagt 95a 16ca en betreft het deel tot opname in het RUP. - Het perceel sectie A nr. 202B is bestemd als industriegebied en bufferzone volgens het bijzonder plan van aanleg "Moleneinde-Kapel-Houdt". In de huidige situatie is in deze bufferzone een deeltje van een loods ingeplant en zijn er verhardingen aangelegd, die deels in gebruik zijn als parking en deels als containerstalplaats. Argumentatie - Het bedrijf is gesitueerd langs de Nijverheidsstraat, in de industriezone Oevel en Olen, zodat er op dit vlak wel kan gesteld worden dat het bedrijf de kans moet krijgen om op deze locatie de bedrijfsactiviteiten verder te zetten. Er zal wel de nodige aandacht geschonken moeten worden aan de realisatie van een buffer ten aanzien van de woningen, gelegen langs Moleneinde in Oevel. - De gemeente Olen is het initiatiefnemend bestuur en zal de procedure voeren en Westerlo betrekken bij het planningsproces telkens het bedrijf Amazona aan bod komt. - De gemeenteraad van Olen heeft op 27 juni 2012 de lastvoorwaarden, de raming en de gunningswijze van de opdracht, nl. de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking goedgekeurd. - Op 20 september 2012 heeft het college van de gemeente Olen de opdracht toegewezen aan Antea Group, Posthofbrug 10 in 2600 Berchem. - De kosten voor dit deelplan zullen voor 50 % gefactureerd worden aan de gemeente Westerlo. De maximumprijs voor deze opdracht zal 3.875 euro exclusief BTW bedragen (gebied groter dan 5.000m²). Naast de basisopdracht worden er voor bijkomende prestaties en bijkomend overleg uurtarieven aangerekend evenals een vergoeding voor aanvullende documenten. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Ruimtelijke planning actie Opmaken rup actienummer 2015140447 omschrijving project Rup zonevreemde bedrijven - deelplan Amazona raming kosten 5.000 euro raming opbrengsten - BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen stemt in met de opname van het deelplan voor Amazona in het planningsproces van het RUP Olen Zonevreemde bedrijven aangezien het deelplan voor Amazona deels op het grondgebied van de gemeente Westerlo is gelegen net zoals het deelplan voor Cams-Verwimp bvba. Artikel 2 Het budget voor deze opdracht zal voorzien worden in de begroting 2015. Schepen Iris De Wever verlaat definitief de zitting terwijl schepen Tinne Wuyts de zitting overeenkomstig artikel 27 van het gemeentedecreet tijdelijk verlaat. 033 Secretariaat. Notulen cbs 15 september 2014. Goedkeuring. De notulen van de zitting van 15 september 2014 wordt zonder opmerkingen goedgekeurd. Schepen Tinne Wuyts vervoegt opnieuw de zitting. 034 Secretariaat. Gemeenteraad. Voorstel agenda 6 oktober 2014. Feiten en context Volgens het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad opgemaakt in zitting van 22 april 2013 vergadert de gemeenteraad ten minste tienmaal per jaar en zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren, het vereisen. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Organisatie ondersteuning actie Wedden en vergoedingen mandatarissen actienummer 2014000500 omschrijving project Gemeenteraad raming kosten Zitpenningen in functie van de aanwezigheden raming opbrengsten NVT Juridische grond Artikel 20 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, gewijzigd door het decreet van 29 juni 2012, bepaalt dat de voorzitter van de gemeenteraad beslist tot de bijeenroeping van de gemeenteraad en dat hij de dagorde op stelt. Artikel 57 § 1 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, gewijzigd door het decreet 29 juni 2012, bepaalt dat het college van burgemeester en schepenen de beraadslagingen voor de gemeenteraad voorbereidt. BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van de punten die door de diensten ter beraadslaging worden voorgedragen voor de gemeenteraad van 6 oktober 2014. Artikel 2 Het college van burgemeester en schepenen maakt een voorstel van dagorde over aan de voorzitter van de gemeenteraad zodat hij kan overgaan tot de bijeenroeping van de gemeenteraad. 035 Overheidsopdrachten. Cateringopdracht: dag van het gemeente- en OCMW personeel - 9 januari 2015. Goedkeuring lastvoorwaarden, gunningswijze en lijst met aan te schrijven leveranciers. Argumentatie Naar jaarlijkse gewoonte wordt een 'Dag van het gemeente- en OCMW personeel' ingericht. De volgende editie zal doorgaan op 9 januari 2015. Het aantal inschrijvingen wordt geschat tussen 400 en 465 personen. De opdracht van de cateraar bestaat uit het samenstellen van een wandelbuffet, de installatie van een 'tijdelijke' keukenruimte en aankleding van de tafels inclusief borden, bestek en glaswerk. Ze verzorgen tevens de soepbedeling aan tafel en de bediening aan het buffet. De drankvoorziening maakt geen deel uit van deze opdracht. Er werd een bestek opgemaakt met als voorwerp 'Dag van gemeenteen OCMW personeel 2015 - 9 januari 2015' (ref 2014-088). De gunning verloopt via een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaandelijk bekendmaking. De kostprijs per persoon wordt geraamd op 25 euro excl. btw of 28 euro 12% btw incl. per persoon. Geraamde kostprijs per entiteit: - Gemeente Westerlo: 311 personen x 25 euro excl. 12% btw = 7.775 euro excl. btw (8.708 euro incl. 12% btw) - VZW het pareltje: 2 personen x 25 euro excl. 12% btw = 50 euro excl. btw (56 euro incl. 12% btw) - OCMW Westerlo: 152 personen x 25 euro excl 12% btw = 3.800 euro excl. btw (4.256 euro incl. 12% btw) De facturen voor Gemeente Westerlo, VZW het pareltje en het OCMW Westerlo moeten afzonderlijk opmaakt worden à rato het aantal inschrijvingen. Zij zijn elk zelf verantwoordelijk voor een tijdige betaling. Juridische grond 1. Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen. 2. Koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren. 3. Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen. 4. Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. 5 Het besluit van 25 juni 2007 van de gemeenteraad waarbij het begrip 'dagelijks bestuur' wordt gedefinieerd en waarin de gevallen worden opgesomd die van een voorafgaand visum door financieel beheerder worden vrijgesteld. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Verbeteren interne communicatie actie Evenementen actienummer 162 (personeel) van het dienstjaar 2015 omschrijving project Verzorgen van de catering voor de 'Dag van gemeente- en OCMW personeel' op 9 januari 2015. raming kosten - 8.708 euro incl. 12% btw voor Gemeente Westerlo - 56 euro incl. 12% btw voor VZW Het Pareltje - 4.256 euro incl. 12% btw voor OCMW Westerlo raming opbrengsten Nihil BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen keurt het lastenboek 'Dag van gemeente- en OCMW personeel - 9 januari 2015' (ref 2014-088) goed. De gunning verloopt via een onderhandelingsprocedure zonder voorafgaandelijk bekendmaking. De opdracht moet uitgevoerd worden op 9 januari 2015. Artikel 2 De kostprijs wordt geraamd op 25 euro excl. btw of 28 euro incl. 12% BTW per persoon. Voor het gemeentepersoneel wordt dit aangerekend op actie 162 (personeel) van het exploitatiebudget 2015. Artikel 3 Het gemeentebestuur Westerlo, OCMW Westerlo en VZW het pareltje krijgen een afzonderlijke factuur à rato het aantal deelnemers. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor een tijdige betaling ervan. Artikel 4 Het college van burgemeester en schepenen nodigt 15 firma's93 uit om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure: 036 Overheidsopdrachten. Leveren van glasvezel en installatie ervan in bestaande wachtbuizen van Boerenkrijglaan naar Technisch centrum Oevelsedreef. Niet-gunning en heraanbesteden + goedkeuring aangepast bestek. Voorgeschiedenis Het college van burgemeester en schepenen gunde op 19 mei 2014 de opdracht voor het uitvoeren van de grondwerken voor het plaatsen van een wachtbuis voor glasvezel met bijhorende trekputten van gemeentehuis naar technisch centrum Oevelsedreef, aan de firma Hegrola uit Westerlo. Deze werken zijn intussen voltooid. De gemeenteraad keurde op 26 mei 2014 het bestek goed met ref. 2014-058 voor het leveren van glasvezel en de installatie ervan in de bestaande wachtbuizen van Boerenkrijglaan naar het technisch centrum. De kosten werden geraamd op 56.589,80 euro excl. btw of 68.473,66 euro incl. 21% btw (btw verlegd). De overheidsopdracht wordt gesloten bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Op 2 juni 2014 keurde het college van burgemeester en schepenen de lijst van uit te nodigen partijen goed voor deze opdracht, met name 1,2 en 394 Op 3 juni 2014 werd de uitnodiging om een offerte in te dienen verzonden aan de 4 partijen. Feiten en context95 Argumentatie96 Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Verbeteren interne organisatie actie Glasvezelnetwerk technisch centrum + administratie kinderopvang 93 firmagegevens verwijderd firmagegevens verwijderd 95 firmagegevens verwijderd 96 firmagegevens verwijderd 94 actienummer omschrijving project raming kosten raming opbrengsten 2014000443 met ramingnummer 2014000712 Leveren van glasvezel en installatie ervan in bestaande wachtbuizen van Boerenkrijglaan naar technisch centrum Oevelsedreef. De kosten worden geraamd op 14.409,80 euro excl. btw of 17.435,86 euro incl. btw (btw verlegd). Geen Juridische grond Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen. KB van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren. KB van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen. Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. Het besluit van 2 september 2013 van de gemeenteraad waarbij het begrip 'dagelijks bestuur' wordt gedefinieerd en waarin de gevallen worden opgesomd die van een voorafgaand visum door financieel beheerder worden vrijgesteld. BESLUIT Artikel 1 Voormelde motieven in acht genomen beslist het college van burgemeester en schepenen om de gunningsprocedure stop te zetten voor de overheidsopdracht “Leveren van glasvezel en installatie ervan in bestaande wachtbuizen vanaf Boerenkrijglaan tot technisch centrum Oevelsedreef" die werd aanbesteed op 18 juni 2004 op basis van bestek 2014-058. Artikel 2 Het college van burgemeester en schepenen beslist om onderhavige opdracht niet te plaatsen en een nieuwe procedure te starten. Artikel 3 Deze beslissing wordt onmiddellijk ter kennis gebracht aan de betrokken inschrijver. Artikel 4 Het college van burgemeester en schepenen keurt het aangepast bestek met nr. 2014-089 goed voor de opdracht 'Leveren van glasvezel en installatie ervan in bestaande wachtbuizen vanaf Boerenkrijglaan tot technisch centrum Oevelsedreef'. Het bestek voorziet de onderhandelingsprocedure met bekendmaking als gunningswijze. De kosten worden geraamd op 14.409,80 euro excl. btw of 17.435,86 euro incl. btw (btw verlegd). Artikel 5 De kosten zijn te verrekenen op de actie 2014000443 'Glasvezelnetwerk technisch centrum + administratie kinderopvang' van het investeringsbudget. 037 Overheidsopdrachten. Raamcontract voor leveren, aankoop, huur en onderhoud van werkkledij. Stopzetting overeenkomst. Voorgeschiedenis97 Juridische grond De procedure in de wet van 24 september 1993 op de overheidsopdrachten is van toepassing en ook de Koninklijke besluiten van 8 januari en 26 september 1996 en de algemene aannemingsvoorwaarden opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 97 firmagegevens verwijderd september 1996, meer bepaald de artikelen die betrekking hebben op de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking (art 17 §2, 1a van de wetgeving op de overheidsopdrachten). Het besluit van 25 juni 2007 van de gemeenteraad waarbij het begrip 'dagelijks bestuur' wordt gedefinieerd en waarin de gevallen worden opgesomd die van een voorafgaand visum door gemeenteontvanger/financieel beheerder worden vrijgesteld. Adviezen Advies IOK d.d. 12 september 2014. Argumentatie98 Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Vlotte weginfrastructuur actie Werkkleding technische diensten actienummer 2014000304 omschrijving project Onderhoud, aankoop en huur van werkkledij. kosten In 2015 dient nog budget voorzien te worden voor huur en onderhoud van werkkledij gedurende 2 maanden onder actie 304 (technische dienst) van het exploitatiebudget 2015 (contract Atomic). Extra budget dient voorzien voor aankoop en onderhoud van nieuwe werkkledij in 2015 (nog af te sluiten contract). raming opbrengsten Nihil BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen hecht goedkeuring aan de stopzetting van het raamcontract' Aankoop, huur en onderhoud van werkkledij' met ref 2012037. Artikel 2 Het contract wordt conform de bestekvoorwaarden ten vroegste stopgezet vanaf 1 januari 2015 indien opzegging gebeurt uiterlijk 30 september 2014. De firma 99 wordt gevraagd om het contract te beëindigen vanaf 1 maart 2015. Artikel 3 De opzegging van het contract wordt conform het bestek uitgevoerd en geeft geen aanleiding tot het verkrijgen van een schadevergoeding voor elk van beide partijen. Artikel 4 Het college van burgemeester en schepenen verzoekt de dienst overheidsopdrachten om een nieuwe procedure op te starten op basis van een koop/onderhoudsformule in plaats van de huidige formule huur/onderhoud. 038 Bibliotheek. Verslag bibliotheekcommissie van 18 augustus 2014. Kennisname. Voorgeschiedenis Op maandag 18 augustus 2014 vergaderde de bibliotheekcommissie. Feiten en context De bibliotheekcommissie vergaderde over: • Evaluatie eerste maanden zelfuitleen via RFID 98 99 firmagegevens verwijderd firmagegevens verwijderd • • • • Tussentijdse evaluatie e-books pilootproject Voorstelling vernieuwde scholenwerking met ingang van sept. 2014 Uitbouw inkomhal Programma 2015 Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Leesbevordering actie Leesbevordering actienummer 2014000237 omschrijving project Verslag bibliotheekcommissie raming kosten / raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de bibliotheekcommissie van 18 augustus 2014 039 Sport. DBFM-overeenkomst zwembad De Beeltjens. Goedkeuring addendum 2. Voorgeschiedenis Op 29 maart gunde de Vlaamse Regering de opdracht 'DBFM Zwembad Westerlo' aan S&R Westerlo. Op 30 april ondertekenden de gemeente Westerlo en S&R Westerlo de DBFMovereenkomst. Op 5 augustus startte S&R met de werkzaamheden aan het zwembad. Feiten en context Het college van burgemeester en schepenen keurde op 5 mei 2014 een eerste addendum goed. In dit addendum staan vooral een aantal duurzame energietechnieken (triple galas, WKK, energie-efficiënte luchtgroep in de zwemhal,...) vermeld. Daarnaast werden er een aantal bouwtechnische ingrepen (instortvoorzieningen glijbaan, wijziging toegangscontrole,...) in het addendum opgenomen, waardoor een efficiëntere exploitatie gegarandeerd wordt. Deze extra wijzigingen in plus en min zorgen voor een totaalbudget aan investeringen van 299. 917,97 euro incl. BTW. De jaarlijkse onderhoudskost voor al deze wijzigingen bedraagt 25.289,61 euro incl. BTW. Tijdens verdere onderhandelingen en in functie van het vlotte verloop van het bouwproces, werden er intussen nog een aantal bouwtechnische ingrepen doorgevoerd: pleisterwerken en tussenmeters in cafetaria, automatisch beheerssysteem (voet)douches, aansluiting sporthal op ALSB zwembad, wijziging aantal lockers, terrasafwerking cafetaria, bijkomende werken in cafetaria en keuken i.f.v. concessie, niet uit te voeren buitenwerken, GSM-module voor telefoonlijn lift en geen schilderwerken in polyvalente zaal. Argumentatie De inhoud van Addendum 2 werd besproken op het Overlegcomité van 1 juli 2014. Hierop gaf het gemeentebestuur aan akkoord te kunnen gaan met de voorgestelde ingrepen, die tot een betere exploitatie moeten leiden. Het addendum 2 geeft aan welke wijzigingen er tot op heden doorgevoerd werden. Daarnaast beschrijft het addendum 2 duidelijk op welke investeringen er onderhoud wordt toegepast. Ook de modaliteiten van dit onderhoud worden hierin bepaald. Dit addendum vervangt integraal het addendum van 23 april 2014. Deze extra wijzigingen in plus en min zorgen tot op heden voor een totaalbudget aan investeringen van 338.562,82 euro incl. BTW. De jaarlijkse onderhoudskost voor al deze wijzigingen bedraagt 27.159,06 euro incl. BTW. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan B1 - 04 Sportinfrastructuur actie De Beeltjens sportcomplex infrastructuur actienummer 2014000471 nummer raming 2014000759 omschrijving project De Beeltjens: globaal budget voor de financiering van wijzigingen opdrachtgever of opdrachtnemer buiten de beschikbaarheidsvergoeding. raming kosten 338.562.82 euro incl. BTW. In het budget 2014 is er 520.000 euro voorzien. 27.159,06 euro incl. BTW jaarlijkse onderhoudskost De extra investeringskost van 38.644,85 euro incl. btw opgenomen in addendum 2 werd vastgelegd onder bestelnummer 2014005166. raming opbrengsten 0 BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen stemt in met de inhoud van addendum 2: een aantal bouwtechnische ingrepen, wijzigingen of aanpassingen van de DBFM-overeenkomst, met als doel de exploitatie te optimaliseren. Artikel 2 Het college stemt in met de extra investeringskost van 38.644,85 euro incl. BTW, vastgelegd onder actie 2014000471 - bestelnummer 2014005166. Deze extra wijzigingen in plus en min zorgen tot op heden voor een totaalbudget aan investeringen van 338.562,82 euro incl. BTW en de extra jaarlijkse onderhoudskost van 27.159,06 euro incl. BTW. Opdrachten secretaris - burgemeester 040 ondertekenen addendum 2 Lokale Economie. Markt. Toelating flyeren Westel Musical Producties op de markt van 24 september 2014. Voorgeschiedenis Mails van 13 augustus 2014, 4 september 2014 en 10 september 2014 met de vraag van Westel Musical Producties100 om flyers uit te delen op de markt van 24 september 2014. Feiten en context Westel Musical Producties is niet in het bezit van een machtiging ambulante activiteiten (leurkaart). Tijdens de markt van 24 september 2014 wil Westel Musical Producties flyers uitdelen. Wanneer er geen diensten of producten verkocht worden, is deelnemen aan de openbare markt mogelijk zonder een machtiging ambulante activiteiten. Juridische grond 100 persoonlijke gegevens verwijderd Artikel 21.3. van het gemeentelijke reglement van inwendig bestuur op de openbare markt bepaalt dat het op de markt verboden is folders uit te delen of reclame te maken voor zaken die vreemd zijn aan de woensdagmarkt, behoudens voorafgaandelijk schriftelijke vergunning van het college van burgemeester en schepenen. Argumentatie De vlotte organisatie van de openbare markt op woensdag 24 september 2014 komt niet in het gedrang door het uitdelen van flyers. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Ondernemen en werken actie Markt actienummer 2014000027 omschrijving project / raming kosten / raming opbrengsten / BESLUIT Artikel 1 Westel Musical Producties101 krijgt toelating om flyers uit te delen op de openbare markt van 24 september 2014. 041 Lokale economie. Ambulante handel. Aanvraag "Circus Monte Carlo" 2015. Voorgeschiedenis circus Monte Carlo102 heeft op 29 augustus 2014 via een mail toelating gevraagd om circusvoorstellingen aan te bieden in Westerlo. Waarschijnlijk in mei van 4 tot 10 mei 2015. Feiten en context Verschillende circussen hebben al toelatingen gekregen voor optredens in Westerlo. Juridische grond Het college van burgemeester en schepenen heeft in de vergadering van 19 mei 2008 op vraag van de milieudienst beslist om niet langer een toelating te verlenen aan circussen met wilde dieren. Circus Monte Carlo zal geen attracties met wilde dieren opvoeren, enkel traditionele dieren. Argumentatie De parking aan de school in Heultje is in het verleden nog gebruikt door circussen. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Ondernemen en werken actie Belastingen op ondernemingen actienummer 2014000007 omschrijving project Standplaats circus raming kosten 84 euro raming opbrengsten 320 euro 101 102 persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating aan103 circus Monte Carlo om van 4 tot 10 mei 2015 circusvoorstellingen aan te bieden op de parking aan de school te Heultje. Opdrachten Plaatsmeester Technische dienst 042 Het college van burgemeester en schepenen geeft opdracht aan de plaatsmeester om de aanvrager op de hoogte te brengen van deze beslissing. Het college van burgemeester en schepenen geeft opdracht aan de technische dienst om een signalisatievergunning te verlenen aan "Circus Monte Carlo". Het betreft parkeerverbod op de parking aan de school te Heultje van 2 tot en met 12 mei 2015. Lokale economie. Ambulante handel. Aanvraag standplaats "Circus Pauwels" 2015. Voorgeschiedenis Circus Charles Pauwels104 heeft op 24 juli 2014 toelating gevraagd om circusvoorstellingen aan te bieden in Westerlo van 27 november tot 2 december 2015. Feiten en context Verschillende circussen hebben al toelatingen gekregen voor optredens in Westerlo. Juridische grond Het college van burgemeester en schepenen heeft in de vergadering van 19 mei 2008 op vraag van de milieudienst beslist om niet langer een toelating te verlenen aan circussen met wilde dieren. Circus Pauwels zal geen attracties met wilde dieren opvoeren, enkel traditionele dieren. Argumentatie De parking achter de kerk in Oevel is in het verleden nog gebruikt door circussen. Impact op beleids- en beheerscyclus actieplan Ondernemen en werken actie Belastingen op ondernemingen actienummer 2014000007 omschrijving project Standplaats circus raming kosten 84 euro raming opbrengsten 320 euro BESLUIT Artikel 1 Het college van burgemeester en schepenen geeft toelating aan de heer Charles Pauwels van het gelijknamig circus om van 27 november tot 2 december 2015 circusvoorstellingen aan te bieden op de parking achter de kerk in Oevel. Opdrachten Plaatsmeester 103 104 Het college van burgemeester en schepenen geeft opdracht aan de plaatsmeester om de aanvrager op de hoogte te brengen van deze persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd Technische dienst beslissing. Het college van burgemeester en schepenen geeft opdracht aan de technische dienst om een signalisatievergunning te verlenen aan "Charles Pauwels". Het betreft parkeerverbod op de parking achter de kerk in Oevel van 25 november tot en met 4 december 2015. 043 Verzekeringen. Arbeidsongeval105. Vaststelling consolidatiedatum en aanvang herzieningsperiode. 106 044 Patrimonium. Rechtsgeding over terug openstellen van paadje tussen Stippelberg 110 en 114. Kennisname vonnis vrederechter Westerlo. 107 De agenda uitgeput, wordt de zitting gesloten om 18.30 uur. Door het college: Jo Vankrunkelsven secretaris gemeente en ocmw 105 persoonlijke gegevens verwijderd persoonlijke gegevens verwijderd 107 persoonlijke gegevens verwijderd 106 Guy Van Hirtum burgemeester-voorzitter
© Copyright 2025 ExpyDoc