O5 opera-5 2013-2014 53e seizoen DE LYRISCHE WATERNIMF zaterdag 17 mei 2014 12.30-16.15 uur Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor James Gaffigan dirigent Edward Caswell koordirigent Rusalka, de waternimf Joyce El-Khoury sopraan Prins Ladislav Elgr tenor Vodník, de watergeest Vladimir Baykov bas-bariton Jezˇibaba, de heks Larissa Diadkova mezzosopraan Vreemde prinses Heidi Melton* sopraan Jager Bastiaan Witsenburg bariton Jachtopziener Viktor Korotich bariton Braadspitdraaier Ilse Eerens sopraan Eerste nimf Lauryna Bendzˇiu ¯ naite· sopraan Tweede nimf Angela Kerrison sopraan Derde nimf Nadine Weissmann mezzosopraan Antonín Dvorˇák 1841-1904 Rusalka lyrisch sprookje in drie bedrijven libretto jaroslav kvapil première praag, nationaal theater, 31 maart 1901 er zijn twee pauzes Karel Deseure assistent-dirigent Nathalie Doucet repetitor Jurjen Stekelenburg boventiteling * Heidi Melton vervangt Elena Bocharova, die wegens ziekte deze uitvoering heeft moeten afzeggen. O 5 53e seizoen 17 mei 2014 Dvorˇáks onsterfelijke waternimf SULTAN SUSH Nieuwe brochure De brochure 2014-2015 is verschenen. U kunt de brochure inzien via de website van Radio 4. zaterdagmatinee.nl 1 juni: losse kaarten Vanaf 1 juni kunt u ook losse kaarten bestellen. concertgebouw.nl Uitzending Radio 4 Dit concert wordt live uitgezonden via Radio 4. Via de website kunt u de gehele uitzending terugluisteren. Klik daarvoor vanaf maandag op ‘luister concerten’. radio4.nl 2 Morgen in NTR Podium: Opera in de rimboe documentaires en concertregistraties op ned 2 zo 18 mei 13.00 uur (hh uit 2013) · ma 19 mei 0.05 uur Opera in de rimboe Documentaire uit 2013 over de totstandkoming en uitvoering van Volksopera Floradorp, een opera die in samenwerking met de bewoners van Floradorp in Amsterdam-Noord in 2012 is gemaakt. Floradorp staat in de volksmond ook wel bekend als ‘de rimboe’. Wat gebeurt er wanneer een weerbarstige volkswijk in Amsterdam-Noord, waar bewoners een hechte gemeenschap vormen zonder bemoeienis van buiten, zich ineens achter een plan schaart? Wanneer een buurt, waar klassieke muziek nou niet de meest geliefde kunstvorm is, zich gepassioneerd stort op opera? Het veldje aan de Floraweg is Facebook en Twitter het toneel van een volks muziekdrama dat het Volg het laatstenieuws verhaal vertelt van de on- rond de NTR Zaterdag Matinee op onze eigen mogelijke liefde tussen Facebook-pagina en klik een jongen uit Floradorp ‘vind ik leuk!’ en het mooiste meisje ... en op twitter: van de Buiksloterdijk. @ZaterdagMatinee ntr.nl/ntrpodium “Ik heb eenvoudigweg geen zin meer om orkest- en kamermuziek te schrijven… De laatste jaren heb ik uitsluitend opera’s geschreven, omdat ik die kunstvorm het voordeligste vind voor het volk. Veel mensen krijgen die muziek te horen, terwijl een symfonie misschien wel jaren op de plank blijft liggen… Men ziet mij echter als symfonicus, terwijl ik toch ook een aanzienlijke hoeveelheid dramatische werken gecomponeerd heb.” Stilistische oriëntatie Toch loopt opera als een rode draad door Dvorˇáks muzikale carrière. Hij belandde op 21-jarige leeftijd als altviolist in het orkest van het eerste Tsjechischtalige operatheater van Praag. Daar leerde hij het internationale operarepertoire kennen. Grote indruk maakte Richard Wagner, die in 1863 drie concerten dirigeerde met fragmenten uit zijn opera’s. Mede hierdoor raakte Dvorˇák, die heimelijk was begonnen met componeren, in de ban van de programmatische ‘toekomstmuDeze uitspraak, die Antonín Dvorˇák ziek’ van Wagner en Liszt. Zijn ‘Neutwee maanden voor zijn dood in 1904 deutsche’ gezindheid kwam tot uiting deed, onderstreept hoeveel de compoin Alfred, sterker nog in zijn volgende nist eraan gelegen was dat zijn inspanopera De Koning en de houtskoolbrander. ningen op operagebied niet in de De voorbereidingen op de première van vergetelheid zouden raken. Die wens is dat werk werden in 1871 gestaakt maar gedeeltelijk in vervulling gegaan. omdat de opera met al zijn WagneriHij schreef maar liefst elf opera’s, aanse pretenties onuitvoerbaar werd waaronder komische werken à la geacht. Dit veroorzaakte een hevige Smetana, een Duitstalige heroïsche artistieke crisis bij Dvorˇák. In 1874 ging opera (Alfred, 1870) en een vervolg op het stuk alsnog in première. Met volleMoesorgski’s Boris Godoenov (Dimitrij, dig nieuwe muziek, veel lichter en 1882). Maar uiteindelijk heeft buiten transparanter, met hier en daar SlaviTsjechië alleen zijn sprookjesopera sche volksmuziekelementen. Een Rusalka (1901) enigszins stand gehounieuwe componist was geboren! den, een wellicht wat schrale oogst voor Met Dvorˇáks stilistische heroriëntatie een componist die in andere genres nog kreeg hij ook steun uit andere hoek. Zo altijd tot de grote meesters gerekend omarmde de Weense anti-Wagneriaanwordt. se criticus Eduard Hanslick hem, en tekende hij dankzij de hulp van Brahms 3 in 1877 een lucratief contract bij de Berlijnse uitgever Simrock. De Slavische dansen die Dvorˇák een jaar later bij Simrock uitgaf, zorgden voor zijn internationale doorbraak. Ook zijn symfonieën en kamermuziek zouden in de daaropvolgende jaren de wereld veroveren. Waar hij in de Engelstalige wereld grenzeloos geadoreerd werd, bleef hij in de ogen van veel Duitsers en met name Oostenrijkers toch een ietwat tweederangs componist vanwege zijn Tsjechische afkomst. Zelf schreef hij in 1884 over de aanstaande uitvoering van zijn Slavische rapsodie dat “het Weense publiek vooroordelen lijkt te hebben tegen composities met een Slavisch tintje. In Londen en Berlijn was men enthousiast, maar ik vrees dat de politieke omstandigheden de receptie in Wenen niet zullen bevorderen.” Ook op eigen bodem waren de politieke omstandigheden niet gunstig voor Dvorˇák, die door zijn vriendschap met de ‘conservatieve’ Brahms, zijn kosmopolitisme en succes in het buitenland als tegenhanger van de nationale componist Smetana werd beschouwd. In 1901 noemde de musicoloog Nejedlý Dvorˇák zelfs “de negatie van de ontwikkeling van Tsjechische opera.” In Tsjechië was in de laatste decennia van de negentiende eeuw een nationale emancipatiebeweging op gang gekomen die zich inspande voor de Tsjechische taal en cultuur en tegen de Habsburgse overheersing. Hoewel Dvorˇák beslist niet tegen de nationale zaak gekant was, was hij niet erg in politiek geïnteresseerd en met zijn Poolse en 4 Noodlot Ru ˚ žena Maturová als de eerste Rusalka in 1901 Russische opera-onderwerpen waarschijnlijk meer een Pan-Slavist dan een nationalist. Tijdens zijn verblijf in de Verenigde Staten (1892-1895), waar hij onder andere zijn Symfonie voor de Nieuwe Wereld schreef, ontwikkelde Dvorˇák echter wel een sterk verlangen om naar zijn vaderland terug te keren. Hij streek neer in zijn buitenhuisje in het Boheemse woud en las de lokale sprookjesballades van Karol Jaromír Erben (1811-1870). Erben inspireerde hem tot vier symfonische gedichten, waarvan er twee – De Watergeest en De Middagheks – een duidelijke relatie tot Dvorˇáks latere opera Rusalka hebben. In feite boden de schilderachtige stukken het muzikale kleurenpalet voor zijn beroemdste opera, die zich ook in het Boheemse woud afspeelt. Dat Dvorˇák juist het Rusalka-libretto van Jaroslav Kvapil op muziek zou zetten, is min of meer toeval. Kvapil had de tekst reeds geschreven, zonder een specifieke componist in gedachten. Het libretto had hij zelfs al aan enkele componisten aangeboden, toen hij in een krant een bericht las van het Praagse Nationale Theater, met de mededeling dat Dvorˇák op zoek was naar een operatekst. De volgende dag werd een ontmoeting geregeld, waarbij Dvorˇák vooral vertrouwde op de goedkeuring van theaterdirecteur František Šubert. De componist was direct overtuigd van de kwaliteit van Kvapils lyrische sprookje. Kvapils Rusalka vormt een mix van verschillende vertellingen over de onmogelijke liefde tussen een waternimf en een menselijke prins. De belangrijkste inspiratiebronnen waren Friedrich De la Motte Fouqués Undine (1811) en Hans Christian Andersens De kleine zeemeermin (1837). Behalve in de literatuur had dit thema ook een rijke geschiedenis op het operatoneel. De moeder van alle waternimfopera’s is het Weense Singspiel Das Donauweibchen (1798) van Friedrich Kauer, dat in Duitsland als inspiratiebron diende voor de Undines van E.T.A. Hoffmann (1816) en Albert Lortzing (1845). Kenmerkend voor de Romantiek is dat zo’n universeel gegeven steevast verplaatst werd naar de lokale omgeving. Daarom speelt Kauers Singspiel zich aan de Donau af, terwijl een Tsjechische bewerking van hetzelfde stuk uit 1804 de Moldau als decor kiest, en een Russische versie een jaar later zich aan de oevers van de Dnjepr voltrekt. Vooral in Rusland was het Donauweibchen, zowel in zijn oorspronkelijke als in de Russische variant, immens populair. Poesjkin schreef er een onvoltooid gebleven gedicht over, dat de basis vormde voor de opera Rusalka (1856) van Dargomyzjski. Kvapil nam deze titel over om het Slavische karakter van zijn libretto te benadrukken, maar qua verhaal heeft zijn Rusalka weinig met haar Russische voorgangster gemeen. Bij Poesjkin en Dargomyzjski gaat het immers om een meisje dat na ontrouw van haar geliefde zelfmoord pleegt door zich te verdrinken, en vervolgens in een wraakzuchtige waternimf verandert. De West-Europese modellen tonen een waternimf die tevergeefs probeert om mens te worden en samen te zijn met haar menselijke geliefde. Een laatste inspiratiebron voor Kvapil was Gerhart Hauptmanns symbolisti sche toneelstuk Die versunkene Glocke (1896). Daaruit nam Kvapil vooral het fin-de-siècle-pessimisme over van een wereld waarin alles door het noodlot bepaald is en de mens nauwelijks een vrije wil heeft. Wagneriaanse elementen Door alle literaire voorbeelden heen komen enkele zeer Wagneriaanse elementen uit Kvapils tekst naar voren: een liefdesrelatie die slechts vervulling vindt in de dood (Tristan) en de verlossing van een zondige man door het offer van een onvoorwaardelijk liefheb- 5 bende vrouw (Holländer/Tannhäuser). Dit bood Dvorˇák de mogelijkheid om terug te keren naar zijn jeugdheld. Muziek en drama worden in Rusalka met elkaar verbonden door een hecht netwerk van leidmotieven, en bovendien creëert Dvorˇák door tussenspelen een doorgecomponeerde partituur. De openingsscène tussen de woudnimfen en de Watergeest vormt een overduidelijke verwijzing naar het begin van Das Rheingold. Bovendien heeft de Watergeest enkele motieven die sterk op die van Alberich lijken. Als karakter staat hij echter dichter bij Wotan, de bovennatuurlijke heerser die moet accepteren dat zijn lievelingsdochter mens wil worden. Rusalka’s motief, dat al aan het begin van de ouverture klinkt, belicht haar wisselende emotionele toestand. De aanhef is opgebouwd uit een kleine Antonín Dvorˇák drieklank en wordt geïntroduceerd in c-mineur, maar tijdens haar beroemde Lied aan de maan wordt dezelfde melohoewel Dvorˇáks werk zeker veel meer die tegen een majeurharmonie gelegd, dan een imitatie is. Rusalka grijpt waardoor de muziek een betoverend, veeleer terug op de romantische sprookmaar tegelijkertijd melancholisch jesopera, die eveneens de vijver vormde karakter krijgt. Bovendien wordt haar waaruit Wagner de elementen van zijn majeurmelodie tijdens de aria regelma- mythologische muziekdrama’s opviste. tig onderbroken door dissonante Door dat sprookjeskarakter drukt glissandi, die het naderende onheil Rusalka een zekere nostalgie uit, maar lijken te voorspellen. Ook de herhaalde- het vormt zeker geen idylle. Net als lijke uitroepen van de Watergeest met Debussy’s Pelléas et Mélisande (1902) – een zuchtend motief op het woord eveneens een tragisch verhaal over een ‘be˘da’ – een vertaling van Wagners jagende prins die aan een bron een ‘Wehe’-motief uit de Ring – wijzen mysterieuze schone ontmoet en haar vooruit naar haar tragische einde. meeneemt naar de mensenwereld Met al deze technieken werd Rusalka – combineert Dvorˇáks werk een afscheid een haast Wagneriaanse partituur, van de negentiende eeuw met pessi- 6 misme over een aanstaande eeuw vol onzekerheden. De ware opvolgster van Rusalka is in dat opzicht Puccini’s Madama Butterfly (1904), waarin de onverenigbaarheid van verschillende werelden zich niet meer in het betoverde woud, maar in de ontmoeting van het Westen met de rest van de wereld afspeelt. De onsterfelijke Rusalka Er valt een parallel te trekken tussen de uiteindelijke verzoening van Rusalka en de prins en het gelukkige huwelijk tussen Rusalka en Dvorˇák. Rusalka heeft er in sterke mate toe bijgedragen dat Dvorˇák na zijn dood toch enige erkenning als dramatische componist geniet. En blijft er voor Rusalka aan het einde dan niets over, zoals de opera lijkt te suggereren? Wellicht heeft de waternimf uiteindelijk toch een onsterfelijke ziel verworven. In elk geval is zij tot op heden, naast Tatjana uit Tsjaikovski’s Jevgeni Onegin, misschien wel de meest geliefde Slavische sopraanrol op het internationale podium. Net als Debussy’s Pelléas et Mélisande (1902) – eveneens een tragisch verhaal over een jagende prins die aan een bron een mysterieuze schone ontmoet en haar meeneemt naar de mensenwereld – combineert Dvorˇáks werk een afscheid van de negentiende eeuw met pessimisme over een aanstaande eeuw vol onzekerheden Kasper van Kooten 7 O 5 53e seizoen 17 mei 2014 synopsis Eerste akte Nacht aan de oever van een meer, door bossen omringd De avond valt, en de bosgeesten lijken zich op te maken voor de nacht. Drie woudnimfen bezingen de opkomende maan en dagen de Watergeest uit om een van hen te vangen als hij geïnteresseerd is in hun liefde. De Watergeest stijgt op uit het water en speelt het spelletje mee, waarna de nimfen lachend in het woud verdwijnen. Op vaderlijke wijze lacht hij om hun jeugdige zorgeloosheid. Zijn dochter, de waternimf Rusalka, verschijnt. Ze vertelt hem dat ze verdrietig is en mens wil worden. De Watergeest begrijpt niet waarom ze sterfelijk wil worden, maar volgens Rusalka zal zij dan wel een onsterfelijke ziel bezitten. Zo’n mensenziel mag dan vol zonden zijn, zoals de Watergeest zegt, maar ook vol liefde. Ze is verliefd geworden op de man die regelmatig in het meer komt baden, en ze wil dat hij haar ook kan zien. Verschrikt vertelt de Watergeest dat menswording haar voorgoed van de watergeesten zal scheiden. Rusalka is echter vastbesloten. De Watergeest realiseert zich dat Rusalka’s verlangen te sterk is om haar op andere gedachten te brengen en raadt haar aan om naar de heks (Ježibaba) te gaan. De Watergeest verdwijnt, het aanstaande verlies van zijn dochter beklagend, en Rusalka bezingt in 8 een lied aan de maan haar liefdesverlangen. Daarop roept ze Ježibaba aan met de vraag om een mens van haar te maken. Ježibaba verschijnt en nodigt Rusalka uit om haar hut te betreden. In de hut vertelt de heks aan Rusalka tegen welke prijs ze mens kan worden. Niet alleen moet zij haar juwelen en haar nimfengedaante – haar vinnen – afstaan, belangrijker is het feit dat ze als mens niet zal kunnen spreken. Dat probleem lijkt Rusalka, als er immers van wederzijdse liefde sprake is, niet al te groot. Daarnaast zal zij moeten terugkeren naar het waterrijk zodra haar geliefde haar ontrouw is. Daar zal zij dan als een verstotene moeten leven, en haar ongeluk zal in dat geval ook zijn dood worden: allebei zullen ze voor eeuwig verdoemd zijn. Ondanks al deze vooruitzichten is Rusalka vastbesloten, en Ježibaba voert de betovering uit. Inmiddels is de morgen aangebroken en klinken vanuit de verte jachthoorns. Een jager zingt een lied over een ridder die een witte ree met betoverend mooie ogen ziet en overweegt het neer te schieten. De zanger raadt echter aan niet te schieten en verder te rijden. De prins verschijnt. Hij zendt zijn jachtgezelschap naar huis en blijft zelf bij het meer staan, waar plotseling Rusalka voor hem opduikt. Hij is direct betoverd door haar schoonheid, en tegelijkertijd verwonderd over het feit dat zij stom blijft op al zijn vragen. Op zijn vraag of ze hem een teken kan geven van haar goedaardigheid, valt zij hem in de armen. Daarop hoort Rusalka verschrikte stemmen vanuit het meer; haar zusters hebben haar verdwijning opgemerkt, en de Watergeest beklaagt het verlies van zijn dochter. Rusalka wordt door angst bevangen, maar valt opnieuw in de armen van de prins, die besluit haar mee te nemen naar zijn kasteel. achtige schoonheid, maar verwijt haar dat ze koud en niet gepassioneerd genoeg is. De Vreemde prinses verschijnt, jaloers en vastberaden om het geluk van het aanstaande bruidspaar te verstoren. Ze beklaagt zich erover dat de bruiloftsgasten nauwelijks aandacht krijgen van de gastheer en lacht om het feit dat Rusalka slechts met haar ogen kan communiceren. De prins verontschuldigt zich, en gearmd met de prinses vertrekt hij. Rusalka probeert tussenbeide te komen, maar de prins gebiedt haar zich voor te bereiden op het bal. Nadat de Tweede akte feestmuziek heeft geklonken, verschijnt De tuin van het prinselijk kasteel de Watergeest uit de visvijver en beklaagt In en om het kasteel is het een en al bedrijvigheid. De jachtopziener vraagt de hij het trieste lot van Rusalka onder de mensen. De aanwezigen in de trouwzaal braadspitdraaier wat er precies aan de zingen een bruidslied, en de Watergeest hand is. Deze vertelt dat de prins op het punt staat om te trouwen. Zijn aanstaan- ziet hoe de prins de prinses het hof maakt en Rusalka negeert. Wanhopig de zou een woudheks van onbekende ontvlucht Rusalka de zaal richting de komaf zijn, een die niet kan spreken en zich als een geest door het paleis voortbe- visvijver, waar ze haar vader aantreft. Ze betuigt spijt van haar beslissing, nu de weegt. De jachtopziener vertelt over de prins haar al zo snel heeft ingewisseld gevaren van het door demonen bewoonde woud. Zwakke geesten worden volgens voor een gepassioneerde mensenvrouw. Een dergelijk vuur bezit Rusalka als hem aangetrokken tot de beeldschone waternimfen en gaan daarmee hun eigen waternimf niet. Haar situatie is uitzichtondergang tegemoet. De braadspitdraaier loos: half mens, half nimf, verstoten door merkt op dat de prins al veel van zijn het waterrijk, verlaten door haar geliefde, jeugdige schoonheid heeft verloren sinds niet in staat om te leven, noch om te de onbekende bruid is gearriveerd. sterven. Gelukkig is hij wispelturig; het schijnt De prins en prinses lopen de tuin in, en dat zijn liefde al tanende is en dat hij zij vraagt hem op uitdagende toon wat inmiddels een Vreemde prinses op het voor verandering er zich in hem voltrekt oog heeft. De jachtopziener hoopt dat de en waar zijn zwijgzame, onbekende prins nog te redden valt. bruid gebleven is. Hij geeft aan dat zijn De prins verschijnt met Rusalka, die liefde voor Rusalka slechts een bevlieging prachtig gekleed is, maar er treurig en was, en dat hij nu alleen nog naar de bleek uitziet. Hij bewondert haar raadsel- prinses verlangt. Wanneer de twee elkaar 9 O 5 in de armen vallen, rent Rusalka, die zich tot op dat moment verstopt had, naar de prins om hem te omhelzen. Wanneer deze haar afwijst, doemt de Watergeest plotseling op uit de vijver, en waarschuwt de prins dat hij niet aan Rusalka’s omhelzing zal kunnen ontkomen. De prins schrikt enorm van deze plotselinge geestverschijning en smeekt de prinses hem te redden. Deze lacht hem echter uit en stelt dat hij zijn bruid maar naar de hel moet volgen. 10 53e seizoen 17 mei 2014 uitvoerenden James Gaffigan De Amerikaan James Gaffigan (1979) is chef-dirigent van het Luzerner Sinfonie-orchester en vaste gastdirigent van het Radio Filharmonisch Orkest. Sinds september 2013 heeft hij dezelfde functie bij het Gürzenich-Orchester in Keulen, waar hij zowel operaproducties met de Oper Köln als abonnementsconcerten leidt. Buiten deze aanstellingen om dirigeert Gaffigan de laatste jaren bij orkesten als het Deutsches Symphonie Orchester Berlin, de Tsjechische James Gaffigan Filharmonie, het Rotterdams Philharmonisch Orkest, de Staatskapelle Dresden, het BBC Symphony Orchestra, 2012 La cenerentola, in de zomer van 2013 gevolgd door Falstaff. La bohème het Orchestra of the Age of Enlightendirigeerde hij eerder bij het Opernhaus ment, het Tonhalle-Orchester Zürich, Zürich (2005), in de Verenigde Staten Camerata Salzburg, het London Sym phony Orchestra, de Wiener Symphoni- leidde hij Don Giovanni (Aspen) en Le nozze di Figaro (Aspen en Houston ker en het Orchestre de Paris. In de Opera). De in New York geboren diriVerenigde Staten stond Gaffigan voor orkesten als het Philadelphia, Clevegent was in de periode 2006-2009 assistent-dirigent van Michael Tilson land en Minnesota Orchestra, San Thomas bij het San Fransico Symphony Francisco, St. Louis en Houston Sym en had de artistieke leiding over het phony, het Los Angeles Philharmonic Festival Summer in the City van daten het Toronto, Chicago, National, Detroit, Baltimore en Dallas Symphony zelfde orkest. Eerder (2003-2006) was Orchestra. In seizoen 2011/2012 debuhij assistent van Franz Welser-Möst bij het Cleveland Orchestra. James Gaffiteerde Gaffigan bij de Wiener Staatsoper met La bohème, en werd onmiddegans internationale carrière nam een vlucht na het winnen van de eerste lijk teruggevraagd voor Don Giovanni, prijs bij de Sir Georg Solti International het daaropvolgende seizoen. Bij het Glyndebourne Festival dirigeerde hij in Conducting Competition 2004. MAT HENNEK vervloekt en wraak zweert. Verschrikt zetten de jachtopziener en braadspitdraaier het op een lopen. Opnieuw verschijnen de woudnimfen om de Watergeest tot een spelletje uit te nodigen. De Watergeest vertelt dat hij niet in de stemming is vanwege zijn verdriet om Rusalka. Ook de woudnimfen hebben medelijden met haar en verdwijnen. Daarop komt de prins als een waanzinnige uit het bos gestoven, wanhopig op zoek naar zijn witte ree. Hij heeft de hele wereld afgezworven op zoek naar zijn verloren lief, en is nu eindelijk op de Derde akte plek gekomen waar hij haar voor het Bosmeer uit de eerste akte eerst ontmoette. Dan valt de maan op Rusalka is teruggekeerd naar het meer Rusalka die, nu ze tot een bestaan als waar ze vroeger leefde. Ze beklaagt haar situatie: ze is door iedereen verstoten, en geest veroordeeld is, wel met haar geliefde kan spreken. Ze vraagt de prins sterven kan ze ook niet meer. Ježibaba treft haar aan en verbaast zich erover dat of hij haar nog kent. Hij vraagt haar om hem te doden wanneer ze gestorven is, of ze reeds teruggekeerd is. Op Rusalka’s om hem te redden als ze nog leeft. Nooit vraag of er nog iets aan haar lot te kan ze echter meer zijn geliefde zijn, en veranderen valt, antwoordt Ježibaba dat slechts het doden van de prins soelaas zal het enige wat ze kan doen is hem de bieden. “Dat nooit!”, antwoordt Rusalka. dood brengen. Hij vraagt of ze hem kan Desnoods zal ze voor altijd lijden, zo lang vergeven. Rusalka antwoordt de prins dat ze beseft dat ze zijn passie nooit heeft hij maar gelukkig kan zijn. Ježibaba beticht Rusalka van lafheid en verdwijnt. kunnen beantwoorden, maar dat een kus nú zijn dood zou betekenen. De prins Vanuit het water klinken de stemmen van Rusalka’s zusters, die haar verbieden vraagt haar desondanks hem te kussen. hun wereld te betreden nu ze vervloekt is. Van nu af aan zal hij haar eeuwig trouw zijn in de dood, en hij smeekt haar hem Vervolgens verschijnen de jachtopziener te verlossen. Terwijl de prins sterft, klinkt en de braadspitdraaier, die Ježibaba om vanuit het water de stem van de Waterraad vragen omdat de prins ziek is en zijn verstand lijkt te hebben verloren geest. Volgens hem zal zijn dood niets zal sinds Rusalka het kasteel heeft verlaten. uitmaken voor Rusalka’s zielenheil. Deze Wanneer de braadspitdraaier Rusalka de kust de dode prins nog een laatste keer schuld geeft van de catastrofe, verschijnt en vraagt God genadig te zijn voor de een woedende Watergeest, die de prins menselijke zwaktes van haar geliefde, en de andere leugenachtige mensen waarna ze in het meer verdwijnt. 11 Edward Caswell Joyce El-Khoury De Canadese sopraan Joyce El-Khoury, die recentelijk voor de International Opera Award werd genomineerd als ‘beste jonge zanger’, zong dit seizoen Musetta in La bohème bij de Canadian Opera Company, waarbij zij dit rol debuut afwisselde met de rol van Mimì. Bij Opera North Carolina zong zij de rol van Rusalka. Dit seizoen stond bovendien haar debuut bij de Nationale Opera van Korea in de agenda, als Violetta in La traviata, een rol die zij eerder bij De Nederlandse Opera zong. Tijdens het Castleton Festival zong zij vorige zomer Desdemona in Otello onder leiding van Lorin Maazel, nadat zij in seizoen 2012-2013 de rol van Antonina in Donizetti’s zelden gehoorde opera Belisario voor haar rekening had genomen met het BBC Symphony Orchestra onder Sir Mark Elder (een studio-opname daarvan verscheen onlangs op cd). Joyce El-Khoury, prijswinnares van diverse concoursen, was een leerling van de Academy of Vocal Arts in Philadelphia en het Lindemann Young Artist Development Program van de Metropolitan Opera. Ladislav Elgr Vladimir Baykov HEIKKI TUULI Council Member van de Association of British Choral Directors. Ladislav Elgr LARS NEUMANN 12 Joyce El-Khoury DARIO ACOSTA Edward Caswell De Britse koordirigent Edward Caswell is sinds 2008 regelmatig gast bij het Groot Omroepkoor, dat hij voorbereidt voor concerten en cd-opnamen met Kenneth Montgomery, Hans Graf, Masaaki Suzuki en James Gaffigan. Zo bereidde hij in 2013 de Nederlandse premières voor van The Gospel According to the Other Mary van John Adams en Caligula van Detlev Glanert, die beide werden gedirigeerd door Markus Stenz. Hij werkte bovendien samen met Riccardo Chailly en het Koninklijk Concertgebouworkest, Bernard Haitink en het Chamber Orchestra of Europe, en met talloze professionele koren, waaronder de BBC Singers, het SWR Vokalensemble, het NDR Chor, het MDR Rundfunkchor, het WDR Rundfunkchor, het Chor der Bamberger Symphoniker, het Deens Nationaal Koor en Collegium Vocale Gent. In 2013 richtte hij in Schotland de Cromarty Youth Opera op. Edward Caswell leidt workshops met kinderen en volwassenen en doceert ‘Health and Wellbeing Through Song’ aan de University of Strathclyde. Hij is frequente gast van het Theater an der Wien zong hij Bes in de wereldpremière van Gogol van Lera Auerbach. Als Froh in Das Rheingold trad hij op in het Paleis voor Schone Kunsten in Boedapest (onder Ádám Fischer) en in La Fenice in Venetië. Bij de Semperoper Dresden herhaalt hij in 2014-2015 zijn rollen van Leukippos in Strauss’ Daphne en Babinský in Švanda Dudák van Jaromír Wienberger. Zijn roldebuut als Prins in Rusalka zong de tenor Ladislav Elgr vorig seizoen bij Glyndebourne on Tour, en hij herhaalde de rol in het Grand Théâtre de Vladimir Baykov Genève. In hetzelfde seizoen stond de Voor dit seizoen werd de Russische rol van Albert Gregor in Ve˘c Makropoulos bas-bariton Vladimir Baykov geëngaop het programma. In deze opera van geerd door het Gran Teatre del Liceu in Janácˇek zong hij dit seizoen Janek in de Barcelona als Angelotti in Tosca. Hij Opéra Bastille in Parijs, en waren er zong ook de titelrol in Vorst Igor bij de optredens als Števa in Jenu ˚fa bij de New Israeli Opera en de English NatioDeutsche Oper Berlin en Sergej in Lady nal Opera. Een seizoen eerder debuteerMacbeth van het district Mtsensk in de hij in het Mariinsky Theater in Antwerpen. Ladislav Elgr, die studeerde St. Petersburg als Gunther in Götterdämaan de Academie voor Dramatische merung (onder Valeri Gergiev) en verKunsten in Praag, was in 2008-2010 tolkte hij de titelrol in Blauwbaards verbonden aan de Volksoper Wien. Als burcht bij de Finse Nationale Opera en 13 seizoen 2000-2001 zong zij vooral Verdi-rollen als Azucena, Amneris en Ulrica, bij de Staatsoper Wien en het Teatro Real in Madrid, bij San Francisco Opera, in de Arena van Verona en het Teatro Reggio di Parma. Sinds 1996 trad zij veelvuldig op in de Metropolitan Opera in New York, met rollen als Azucena, Amneris, Ulrica, Marfa (Chovansjtsjina), Herodias (Salome), Fricka (Die Walküre) en Ljoebov’ (Mazeppa). Verder was zij te gast bij het Teatro alla Scala in Milaan (Laura in La gioconda), de Lyric Opera of Chicago (Ulrica, Fricka), het Royal Opera House Covent Garden, de Opéra de Paris (hertogin in Schoppenvrouw) en de Bayerische Staatsoper (hertogin, en Filippjevna in Jevgeni Onegin). Bij De Nederlandse Opera was Larissa Diadkova zij onder andere hertogin in SchoppenDe Russische mezzosopraan Larissa Diadkova is al lange tijd verbonden aan vrouw. De rol van Ježibaba vertolkte Larissa Diadkova eerder onder meer in het Kirov Theater in St. Petersburg, waar zij vele hoofdrollen zong, meestal de Opéra de Paris en bij het Glyndebourne Festival. onder leiding van chef-dirigent Valery Eerder in de Matinee: Rimski-Korsakov Gergiev. In 1991 debuteerde zij in het De legende van de onzichtbare stad Kitezj Westen als Ljoebov’ in Tsjaikovski’s (Alkonost, 1993), Rimski-Korsakov KasjtMazeppa bij de Bregenzer Festspiele. sjej de onsterfelijke (Kasjtsjejevna, 1994), Naast de Russische muziekliteratuur Prokofjev De liefde voor de drie sinaasapbestaat een aanzienlijk deel van haar repertoire uit muziek van Bach, Händel, pelen (Prinses Clarice, 1997) Mahler, Wagner en Verdi. In het Verdi- 14 Heidi Melton SIMON PAULY Larissa Diadkova Heidi Melton In het huidige seizoen zong de Amerikaanse sopraan Heidi Melton veel Wagner: Sieglinde, Gutrune en 3. Norn in de Ring des Nibelungen bij de Deutsche Oper in Berlijn (onder Simon Rattle en Donald Runnicles), Siegliende in Valencia (onder Zubin Mehta) en Brünnhilde in Siegfried Viktor Korotich met de Opéra National de Bastiaan Witsenburg Bordeaux (concertant). De rol van Vreemde prinses in Rusalka tijen in geestelijke werken van onder zong zij eerder dit seizoen bij de North anderen Buxtehude, Charpentier en Carolina Opera. Eerdere hoogtepunten Liszt en Bachs Johannes-Passion en Hohe waren de titelrol in Strauss’ Ariadne auf Messe. In het Utrechtse Vredenburg Naxos, Elisabeth in Tannhäuser en Amezong hij in 2012 Schubert-liederen, lia Un ballo in mascera (alle in Borbegeleid door Lucas Jussen. Bovendien deaux). Optredens als Gertrud in Hänsel is Bastiaan Witsenburg actief als und Gretel (Oper Frankfurt) en met koorzanger in het Groot Omroepkoor Baltimore Symphony (Strauss‘ Vier letzte en Cappella Amsterdam. Lieder, dirigent: Markus Stenz) staan in de agenda. In De Vrijdag van VredenViktor Korotich burg zong zij 31 mei 2013 Eine LebensDe bariton Viktor Korotich studeerde messe van Van Gilse. aan de Prokofiev-Muziekacademie in Donetsk, Oekraïne, en zong al vanaf zijn tweede studiejaar (2002) diverse Bastiaan Witsenburg Bastiaan Witsenburg studeerde aan het rollen in het muziektheater van die stad. Vanaf 2007 was hij solist in de conservatorium van Amsterdam bij David Wilson-Johnson en Pierre Mak en Mariinsky-Academie voor Jonge Zangers in St. Petersburg; in die hoedanigheid volgde masterclasses bij Ann Murray, zong hij onder andere Figaro in Il Robert Lloyd, Rudolf Jansen en Margreet Honig. De bariton zong een aantal barbiere di Siviglia. In het Zomerfestival van het Mariinsky Theater zong Viktor operarollen als ensemblelid bij Opera Korotich Tsjertokoetski in de wereldpreStudio Nederland (2011-2012) en in het mière van De koets van Vjatsjeslav Residents Artists Program van de Kroeglik, waarmee in 2009 de tweehonNationale Reisopera. Hij zong soloparANDREJ DOEDIN de rol van Donner in Das Rheingold bij De Nederlandse Opera, een rol die hij begin 2014 herhaalde. Vladimir Baykov is dikwijls te gast bij de Finse Nationale Opera en de operahuizen van Bonn en Mannheim. De meervoudig prijswinnaar studeerde af als ingenieur cybernetica aan de Medeleev-Universiteit voor Chemische Technologie in zijn geboortestad Moskou en begon pas daarna aan een zangstudie bij de Prokofjev-Operastudio en aan het Tsjaikovski-Conservatorium, een studie die hij in 2001 afsloot. Eerder in de Matinee: Prokofjev Vuurengel (Ruprecht, 2010), Janácˇek Glagolitische mis (2011) 15 Ilse Eerens Lauryna Bendžiu ¯ naite˙ derste geboortedag van Gogol gevierd werd. In 2013 zong hij Alexander I en Nicolaas I tijdens de première van Sjtsjedrins De linkshandige (Mariinsky Theater, Valery Gergiev). Rollen als Jeletski (Schoppenvrouw) en Ping (Turandot) in het Mariinsky Theater staan in de agenda. Ilse Eerens De Belgische sopraan Ilse Eerens studeerde vanaf haar veertiende aan het Lemmensinstituut in Leuven, daarna aan de Nieuwe Opera Academie in Nederland en sloot haar opleiding in 2004 af bij Jard van Nes. Zij zong recentelijk Despina in Così fan tutte (semiscènisch, Orkest van de Achttiende Eeuw), de titelrol in Het sluwe vosje (Opéra National de Lyon), braadspitdraaier in Rusalka (Royal Opera House, Covent Garden), Lady Sarashina van Peter Eötvös (Poolse Nationale Opera, Warschau), Gilda in Rigoletto (Festival Alden Biesen) en diverse rollen in de 16 Angela Kerrison Koninklijke Muntschouwburg in Brussel (onder andere Antigone in Oedipe van Martinu ˚ en Noémie in Massenets Cendrillon). Op het concertpodium was zij te horen in Haydns Die Jahreszeiten (dirigent: Philippe Herreweghe), Bachs Oster-Oratorium (Orkest van de Achttiende Eeuw, Frans Brüggen) en Honeggers Le roi David en Mozarts Krönungsmesse (in De Vrijdag van Vredenburg onder Michael Schønwandt). Eerder in de Matinee: Verdi Te Deum (2006), Mahler Tweede symfonie (2007), Bach Trauerode (2008), Debussy Pelléas et Mélisande (2009), Rossini Guillaume Tell (2009), Rameau Les Indes galantes (2010), Knaifel Blazjenstva & Fauré Requiem (2011) Lauryna Bendzˇiu ¯naite· De Litouwse sopraan Lauryna Bendžiu ¯ naite˙ zingt repertoire dat grofweg reikt van Puccini tot Sondheim. Zij studeerde aan de Litouwse Acade- Nadine Weissmann mie voor Muziek en Theater, en aan de Royal Academy of Music in Londen. Sindsdien had zij les van Dame Kiri Te Kanawa – met wie zij in Dublin een galaconcert zong – en Dennis O’Neill. Bij de Koninklijke Opera van Zweden zong zij Musetta in La bohème, een rol die zij ook zal vertolken als zij, vanaf volgend seizoen, werkzaam zal zijn bij de Opera van Stuttgart. Zij is een vaste gast bij het orkest van de Nationale Opera van Litouwen en de Opera van Vilnius, waar zij Pamina zong in Die Zauberflöte, Musetta, en Sophie in Werther. Angela Kerrison De in Botswana geboren sopraan Angela Kerrison begon haar loopbaan in Zuid-Afrika bij de opera van Kaapstad. Voor haar verhuizing naar Zwitserland maakte zij in haar land een tournee met de Opera Africa Companym zong Mzilikazi Khumalo’s Princess Magogo in het Amsterdamse Muziek theater, en bij het Rivonia Festival in Chicago in diens uShaka ka Senzaga khona. Zij was lid van de Internationale Operastudio Zürich, werkte in het ensemble van het Staatstheater in Heidelberg en zong Servilia in Vivaldi’s Tito Manlio. Angela Kerrison zingt ook Frans en Duits liedrepertoire en eigentijdse muziek. Met de Cape Town Opera Company werkte zij in 2010 mee aan de musical Showboat in Le Châtelet in Parijs; dit jaar zong zij ook mee aan de reprise daarvan tijdens een tournee door het Verenigd Koninkrijk. Eerder in de Matinee: Jeths Hôtel de Pékin (Princess Sumaire, 2012) Nadine Weissmann De in Berlijn geboren mezzosopraan Nadine Weissmann debuteerde in de zomer van 2013 in Bayreuth in de Ring des Nibelungen, als Erda en Schwertleite. Schwertleite zong zij ook in het Palau de les Arts in Valencia onder Zubin Metha. Verder waren er recentelijk uitvoeringen van Verdi’s Requiem (Bonn), Mahlers Achtste symfonie (Barcelona), Beethovens Negende symfonie (Weimar, Liceu Barcelona), Berlioz’ Les nuits d’été (Weimar) en Das Rheingold (Erda en Flosshilde, in het Liceu en in Weimar). Nadine Weissmann studeerde aan de Royal Academy of Music en de Indiana University in Bloomington en volgde masterclasses bij onder anderen Brigitte Fassbaender en Marjana Lipovšek. 17 Radio Filharmonisch Orkest bij het regelmatig eerste uitvoeringen in Nederland en wereldpremières Het Radio Filharmonisch Orkest (RFO) betreft. Naast de concerten in de bezet een prominente plaats in het omroepseries was het RFO onder Nederlandse muziekleven. Door een andere te horen op het Festival Musica onuitputtelijk streven naar de hoogste 2008 en tijdens de BBC Proms 2011 in artistieke kwaliteit en een uitgebalande Royal Albert Hall. ceerde programmering groeide het Het Radio Filharmonisch Orkest heeft momenteel honderd musici sterke orkest uit tot een van de beste orkesten een indrukwekkende plaat- en cd-catavan Nederland. Het orkest werd in 1945 logus opgebouwd. Op verschillende labels verschenen vanaf de jaren ’70 opgericht door Albert van Raalte en legendarische grammofoonplaten met werd nadien geleid door achtereenvolgens Paul van Kempen, Bernard Haitink, dirigenten als Leopold Stokowski en Antal Doráti. Onder leiding van Jean Jean Fournet, Willem van Otterloo, Fournet werd een serie cd’s gerealiseerd Hans Vonk, Sergiu Comissiona, Edo de met Frans repertoire. Opnamen van de Waart en Jaap van Zweden. In 2012 complete symfonieën van Mahler onder werd Markus Stenz aangesteld als chef-dirigent. De Amerikaanse dirigent leiding van Edo de Waart verschenen op cd, alsook een unieke Wagner-box en James Gaffigan is vaste gastdirigent sinds het seizoen 2011-2012. Met ingang de complete orkestwerken van Rachmaninov. Cd’s met werken van hedendaagvan augustus 2013 maakt het RFO deel se componisten als Jonathan Harvey, uit van de Stichting Omroep Muziek, Klas Torstensson en Jan van Vlijmen samen met het Groot Omroepkoor en werden onderscheiden met prijzen en de productie-afdeling van de concert eervolle vermeldingen. Met dirigent series van Radio 4 (NTR, Avro en Tros). Mark Wigglesworth werden de symfoHet RFO werkte samen met befaamde nieën van Sjostakovitsj op cd vastgegastdirigenten als Leopold Stokowski, legd, en onder leiding van Jaap van Kirill Kondrashin, Antal Doráti, Riccar Zweden verscheen een Bruckner-cyclus. do Muti, Kurt Masur, Charles Dutoit, Mariss Jansons, Michael Tilson Thomas, De live-registratie van Wagners Parsifal, Gennady Rozhdestvensky, Peter Eötvös, in de NTR ZaterdagMatinee onder leiding van Van Zweden, werd onderVladimir Jurowsky en Valery Gergiev. scheiden met de Edison Klassiek 2012 Het RFO levert belangrijke bijdragen in de categorie Opera. aan de NTR ZaterdagMatinee en Het Zondagochtend Concert in het Amster- www.radiofilharmonischorkest.nl volg het Radio Filharmonisch Orkest op damse Concertgebouw, en aan De twitter (@radiofilhorkest) en facebook Vrijdag van Vredenburg te Utrecht. Het RFO excelleert in bijzonder geprogrammeerde symfonische concerten en concertante opera-uitvoeringen, waar- 18 Groot Omroepkoor De eerste officiële chef-dirigent van het Groot Omroepkoor was Kenneth MontHet Groot Omroepkoor is met zestig gomery. Na hem waren respectievelijk vocalisten het grootste professionele Robin Gritton, Martin Wright, Simon koor van Nederland. Sinds de oprichHalsey en Celso Antunes chef-dirigent ting in 1945 brengt het koor een breed van het koor. Sinds het seizoen2012repertoire, uiteenlopend van barok tot 2013 is Gijs Leenaars chef-dirigent. en met eigentijdse muziek. Voor de uitvoering van dit repertoire werkt het Michael Gläser is vaste gastdirigent van het koor sinds september 2010. Vanaf koor in wisselende bezettingen, afhanaugustus 2013 maakt het Groot Omkelijk van het werk en de wens van de dirigent. Het Groot Omroepkoor werkte roepkoor deel uit van de Stichting Omroep Muziek, samen met het Radio samen met gastdirigenten als Marcus Filharmonisch Orkest en de productieCreed, Peter Dijkstra, Stefan Parkman afdeling van de concertseries van Radio en Kaspars Putnin ¸ š, met oude-muziekspecialisten als Frans Brüggen, Philippe 4 (NTR, Avro en Tros). Herreweghe, Nikolaus Harnoncourt en www.grootomroepkoor.nl het Groot Omroepkoor op twitter Ton Koopman. In het grote koor-symfo- volg (@grootomroepkoor) en facebook nische repertoire en concertante operaproducties werd opgetreden onder leiding van dirigenten als Jaap van Zweden, Riccardo Chailly, Peter Eötvös, Sir Simon Rattle en Mariss Jansons. Het Groot Omroepkoor treedt veelal op met het Radio Filharmonisch Orkest in de concertseries van de publieke omroep, en wordt daarnaast met enige regelmaat uitgenodigd door het Koninklijk Concertgebouworkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en de Berliner Philharmoniker. In de NTR ZaterdagMatinee voerde het koor vele wereldpremières uit, en werken van hedendaagse componisten als Ligeti, Boulez, Birtwistle, Kagel, Reich, Wagemans, Adès en Adams. Op cd’s schittert het Groot Omroepkoor in een breed repertoire, met opnamen van onder meer Keuris, MacMillan, Mahler, Poulenc, Rossini en Wagner. 19 Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor BESCHERMHEER ALTVIOOL FAGOT CHEF-DIRIGENT SOPRAAN TENOR Bernard Haitink Francien Schatborn Huub Beckers Igor Bobylev Sabine Duch Erik Krosenbrink Robert Meulendijk Lotte de Vries Ewa Wagner Laura Hendriks Groenestein Max Knigge Sofie van der Schalie Stanislava Stoeva Jos Lammerse Freek Sluijs Gijs Leenaars HOORN Michael Gläser Alan Belk Sebastian Brouwer Boguslaw Fiksinski Peter-Paul Houtmortels Marius Kwaks Matthew Minter Matthew Smith Henk Vels John Vredeveldt Deniz Yilmaz Hessel Buma Jacco Groenendijk Raymond Rook Annelie Brinkhof Elma van den Dool Daphne Druijf Loes Groot Antink Anitra Jellema Margo van Laack Tanja Obalski Judith Petra Maja Roodveldt Annette de Rozario Jolanda Sengers Henda Strydom Liesbeth Vanderhallen Dorien Verheijden Yuko Yagishita TROMBONE ALT Herman Nass Peter Saunders Konstantin Koev Yvonne Benschop Nicoline Bovens Ans van Dam Anneke Leenman Els Liebregt Suzanne Meessen Anjolet Rotteveel Janneke Vis Anneloes Volmer Lisinka de Vries Harda van Wageningen Anke Zuithoff Pierrette de Zwaan CHEF-DIRIGENT Markus Stenz HONORARY CHIEF CONDUCTOR Jaap van Zweden ERE-DIRIGENT Edo de Waart VASTE GASTDIRIGENT James Gaffigan ASSISTENT-DIRIGENT Karel Deseure EERSTE VIOOL Elisabeth Perry Alexander Baev Fred Gaasterland Maria Escarabajal Alberto Facanha Johnson Mariska Godwaldt Josje ter Haar Kerstin Kendler Anna Korpalska Pedja Milosavljevic Theo Ploeger Gerrie Rodenhuis Pieter Vel Ruud Wagemakers Peter Weimar CELLO Michael Müller Anton Istomin Eveline Kraayenhof Winnyfred Beldman Mirjam Bosma Crit Coenegracht Anneke Janssen Ansfried Plat Rebecca Smit Arjen Uittenbogaard Petra Botma-Zijlstra Toine Martens Fréderick Franssen Rebecca Grannetia Annelies van Nuffelen (banda) Laurens Otto (banda) TROMPET TUBA Bernard Beniers PAUKEN CONTRABAS Rien Wisse Walter van Egeraat Annika Hope Edward Mebius Jim Schultz Sjeng Schupp Stephan Wienjus Marijn van Prooijen Paul Jussen SLAGWERK Mark Haeldermans Vincent Cox Esther Doornink VASTE GASTDIRIGENT BAS Gert-Jan Alders Peter Duyster Máté Fülep Geert van Hecke Henk van Heijnsbergen Palle Fuhr Jørgensen Itamar Lapid Ludovic Provost Lars Terray Hans de Vries HARP Ellen Versney TWEEDE VIOOL Casper Bleumers Eveline Trap Andrea van Harmelen Sarah Loerkens Ian van den Berk Esther de Bruijn Michiel Eekhof Wouter Groesz Annemarie van Helderen Guido Muller Renate van Riel Alexander van den Tol Frits Wagenvoorde Robbert Honorits 20 FLUIT HARMONIUM Barbara Deleu Carla Meijers Maike Grobbenhaar Stephan Kiefer (banda) HOBO Aisling Casey Yvonne Wolters Gerard van Andel KLARINET Frank van den Brink Diede Brantjes Sergio Hamerslag 21 zaterdag 24 mei 2014, 14.15 uur Concertgebouw Amsterdam NEDERLAND - AMERIKA Asko|Schönberg VocaalLAB Reinbert de Leeuw dirigent Colin Currie slagwerk Gerard Bouwhuis piano Pauline Post piano Namavar Versnelheijdsbinderh (wereldpremière) Reich Eight Lines Andriessen Tapdance (opdrachtwerk NTR ZaterdagMatinee, Tromp Percussion Eindhoven, Asko|Schönberg en Southbank Centre - wereldpremière) Adams Grand Pianola Music Al jong raakt Louis Andriessen (1939) in de ban van Amerikaanse muziek. Elementen uit de jazz en het minimalisme van componisten als Steve Reich (1936) belanden in zijn muziek – en Reich op zijn beurt vindt veel van zijn gading in Andriessens werk. Het leidt tot baanbrekende werken als De Staat en De Tijd. Andriessens hoekige taal, met een nadruk op blaasinstrumenten en slagwerk en een nietsontziende ritmiek en dynamiek, beïnvloedt zijn studenten van het Koninklijk Conservatorium en is het uitgangspunt voor wat de ‘Haagse School’ ging heten. Reinbert de Leeuw speelt als dirigent een belangrijke rol in deze ontwikkeling. In 1979 dirigeert hij de wereldpremière van Eight Lines (toen nog Octet), waarin Reich acht verschillende partijen door elkaar weeft in een stuwende ritmiek. Diens jongere collega John Adams (1947) kruidt het minimalisme met een romantische gevoelsuitdrukking. In het lichtvoetige Grand Pianola Music plaatst hij langgerekte, lyrische melodielijnen boven een hypnotiserend tapijt van herhalende patronen. De jongste telg op dit programma is de Iraans-Nederlandse Reza Namavar (1980), die studeerde bij Louis Andriessen. Ook hij richt zich op een melodieuzere stijl – en er zijn echo’s van Bach. ZEVEN OPERA’S in vijf concerten in 2014-2015 Mazeppa, duivels meeslepend 1 3 sept Rigoletto Radio Filharmonisch Orkest, Groot Omroepkoor o.l.v. Alexander Vedernikov o.a. Lado Ataneli Mazeppa, Vitalij Kowaljow Vasili Kotsjoebej, Vsevolod Grivnov Andrej, Gelena Gaskarova Maria, Ekaterina Semenchuk Ljoebov Radio Filharmonisch Orkest, Groot Omroepkoor o.l.v. James Gaffigan o.a. Dimitri Platanias Rigoletto, ArnoldRutkowski Duca di Mantova, Lisette Oropesa Gilda, Ante Jerkunica Sparafucile Tsjaikovski Mazeppa 14 mrt Verdi Rigoletto Tijdloze tragedies 11 okt Radio Filharmonisch Orkest, Groot Omroepkoor o.l.v. Markus Stenz Tim Mead Spinoza, Katrien Baerts Clara, Marcel Reijans François van den Ende, Huub Claessens Rabbijn Morteira o.a. Khachatur Badalyan Oedipus, Janina Baechle Jocasta, Andrew Schroeder Creon Loevendie The Rise of Spinoza opdrachtwerk ntr zaterdagmatinee wereldpremière Stravinsky Oedipus Rex De Genieën van Rameau 15 nov Exotische verhalen | Dutoit 2 mei Radio Filharmonisch Orkest, Groot Omroepkoor o.l.v. Charles Dutoit o.a. Anna Christy Nachtegaal, Lisette Bolle Kokkin, Blagoj Nacoski Visser, David Wilson-Johnson Keizer van China Erik Slik Torquemada, Alice Coote Concepción, Blagoj Nacoski Gonzalve, Thomas Oliemans Ramiro, David Wilson-Johnson Don Iñigo Gomez: Ravel L’heure espagnole Stravinsky Le rossignol Les Talens Lyriques, Chœur de Chambre de Namur o.l.v. Christophe Rousset o.a. Julian Prégardien Zaïs, Marie Arnet Zelide, Benoît Arnould Cindor, Jaël Azzaretti Sylphide, Konstantin Wolff Oromazès, Hasnaa Bennani Amour Rameau Zaïs H6 hedendaags 2013-2014 22 23 vrijdag 23 mei 2014, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn Utrecht CARMEN EN DE LEGENDARISCHE LEMMINKAÏNEN Radio Filharmonisch Orkest Pietari Inkinen dirigent Barnabas Kelemen viool Keuris Sinfonia Saint-Saëns Introduction et rondo capriccioso Bizet/Waxman Carmen Fantasy Sibelius Lemminkaïnen Suite VOLGEND SEIZOEN TERUG NAAR VREDENBURG! Na zeven jaren keert De Vrijdag van Vredenburg volgend seizoen eindelijk terug naar de zaal waar het allemaal begon: de ‘oude’ Grote Zaal in het nieuwe TivoliVredenburg. Op radio4.nl/vrijdagvanvredenburg vindt u het complete programma. IVAR PEL 24
© Copyright 2024 ExpyDoc