Download hier de presentatie van die avond in

Huisartsen bijscholing
Libra Revalidatie & Audiologie
Ir. M.F.B. van Beurden, klinisch fysicus audioloog
KNO-maatschap Amphia
Dr. F. Timmer
19 november 2014
1
Conflict of interest disclosures
Niets aan te geven.
Libra Zorggroep
2
Inhoud
• Inleiding over het Audiologisch Centrum
• Uitval bij neonatale gehoorscreening
– Audiologische diagnostiek en revalidatie
– Medische diagnostiek
• Kinderen met geleidingsverliezen
– Audiologische diagnostiek en revalidatie
– Medische diagnostiek en revalidatie
• Volwassenen
– Audiologische diagnostiek en revalidatie
– Medische diagnostiek en revalidatie
• Spraak-taal
– Multidisciplinaire diagnostiek
• Tinnitus
– Specialistische tinnituszorg binnen Libra Revalidatie & Audiologie
3
Raad van
Toezicht
Raad van
Bestuur
Revalidatie
Zuidoost
Revalidatie
Midden
Locatie
Blixembosch
Locatie
Leijpark
Locatie
Deurne
Locatie
Waalwijk
Locatie
Weert
Secretaris RvB
Medische Staf
PR/Communicat
ie
Ondernemingsra
ad
PO & O
Centrale
Cliëntenraad
Financiën,
Control
en Informatie
Audiologie
Facilitair
Bedrijf
Locatie Breda
Locatie Eindhoven
Locatie
‘t Kwetternest
Arbeidsexper
tise
Locatie Tilburg
Locatie Uden
4
• Doel: diagnostiek, revalidatie en begeleiding bij mensen met
auditieve problemen en voor kinderen met vragen omtrent
spraak- en taalproblemen.
Het AC is toegankelijk na verwijzing door
• Huisarts
• Kinderarts
• Kno-arts
• Jeugdarts/ consultatiebureau-arts *
• Geriater *
• Bedrijfsarts *
Met vermelding van AGB-code
• Na ontvangst van de verwijzing volgt het onderzoek.
* Bij deze beroepen mag het soms wel van de wet, maar accepteren de
verzekeraars niet altijd de AGB-code
5
Samenstelling team
•
•
•
•
•
•
•
•
Audiologen, klinisch-fysicus, Msc- en Bsc of audiology
Psychologen / Orthopedagogen
Maatschappelijk werkenden
Logopedisten / spraaktaalpathologen
Gebarendocenten
Audiologie-assistenten
Technicus
Administratief personeel
6
Financiering
Twee financieringsstromen  zorgverzekering en AWBZ
Zorgverzekering
Audiologische producten (AP):
dbc maar dan speciaal voor Audiologische Centra.
Normtijden van verrichtingen worden opgeteld en de totale normtijd bepaalt de AP.
In principe zijn er 4 verschillende AP’s.
Tijd (minuten)
0-60
61-180
181-300
>301
AP gehoor
101
102
103
104
Prijs (Euro)
112
322
913
2594
AP spraak-taal
201
202
203
204
Prijs (Euro)
290
634
1307
2517
AWBZ via de Stichting Gezinsbegeleiding Zuid-Oost Nederland
Vast uurtarief.
Geen maximum te besteden tijd.
Uitval neonatale
gehoorscreening
Libra Zorggroep
8
Uitval bij neonatale gehoorscreening
2012
2013
29
onderzoeken
verwezen
resultaat
2014
25
onderzoeken
Thebe
TWB
6
9
Careyn
verwezen
20 onderzoeken
Thebe
TWB
9
6
4 (2508)
Careyn
kno-a
1
kinderarts
Thebe
TWB
12
2
3
Careyn
3
kno-a
3
kno-a
1
6
kinderarts
3
kinderarts
1
huisarts
1
huisarts
0
huisarts
0
Anders
2
Anders
1
Anders
1
Geleidings
verliezen
5
Geleidings
verliezen
7
Geleidings
verliezen
3
eenorig
6
eenorig
4
eenorig
2
resultaat
verwezen
resultaat
perceptief
verlies
14
perceptief
verlies
5
perceptief
verlies
8
normaal
onbekend
4
0
normaal
onbekend
7
2
normaal
onbekend
5
2
Libra Zorggroep
9
Diagnostiek
• Bera-onderzoek:
– Elektrische responsies van de
gehoorzenuw en de hersenstam
• Impedantiemetrie / tympanometrie
– Meting van de beweeglijkheid van het
trommelvlies.
• Otoacoustische emissies (OAE’s)
– Functioneren van het binnenoor.
Libra Zorggroep
10
Bera-afleiding
Enkele tympanogrammen
Revalidatie en begeleiding
Technische revalidatie:
Tweezijdig gehoorverlies > 35-40 dB  hoortoestellen vanaf 3 maanden
Tweezijdig gehoorverlies > 70-80 dB  hoortoestellen en intake CI
Eenzijdig gehoorverlies tussen de 35-70 dB hoortoestel in groep 2
Begeleiding:
• >70 dB, thuiscursus, gebaren met je baby, NGT
• 50-70, gebaren met je baby, NMG
• Alle verliezen hoortraining. Frequentie afhankelijk van verlies.
Regelmatig logopedisch en psychologisch onderzoek.
Libra Zorggroep
13
Gehoorproblemen, nascholing
huisartsen regio Breda
Woensdag 19 november
Ferdinand Timmer, KNO arts
Conflict of Interest Disclosures:
-Niets aan te geven
16
Etiologisch onderzoek
• Verwijzing naar KNO arts rond de leeftijd van 3
maanden (gehoorverlies dan reeds vastgesteld bij AC, start revalidatie zsm)
Doel verwijzing:
• Beoordelen bijkomende KNO afwijkingen bv
palatoschisis
• Vaststellen aanwezigheid bijkomende afwijkingen/
dysmorfieen
• Vaststellen aanwijzingen voor erfelijk bepaalde
slechthorendheid
• Toelichting verwijzing naar otogenetisch diagnostisch
team.
17
Etiologisch onderzoek
•Anamnese
• Zwangerschap
• Perinatale periode
• Ontwikkeling
• Trauma
• Metabole aandoeningen
• Ototoxische medicatie
• Familieanamnese
18
Etiologisch onderzoek
•Lichamelijk onderzoek
• Dysmorfologische evaluatie en inspectie van het KNO
gebied
•Aanvullend onderzoek
•
•
•
•
Hoortest ouders
Visus
CT-scan evt MRI
Lab: congenitale CMV, congenitale rubella, syfilis en
toxoplasmose op indicatie
Waardenburg syndroom
• 1:40.000, autosomaal dominant
• 75% heeft perceptief gehoorverlies
• Brede neusrug, doorlopende wenkbrauwen,
pigmentafwijkingen
• 60% heeft ook vestibulaire afwijkingen
Usher syndroom
• 1:30.000, autosomaal recessief
• Bilateraal perceptief gehoorverlies
• Retinitis pigmentosa (op termijn >10 jr)
• Vestibulaire afwijkingen
Pendred syndroom
• autosomaal recessief
• 10% congenitaal slechthorend
• Perceptief verlies, vaak bilateraal
– Soms fluctuerend, soms progressief
• EVA(enlarged vestibular aquaduct) en Mondini dysplasie
cochlea
• Schildklier afwijkingen
Brachio otorenaal syndroom (BOR)
• Incidentie 1:100000
• Perceptief verlies 70%, vaak bilateraal
– Soms fluctuerend, soms progressief
• Preauriculaire sinus, branchiogene fistel, oorschelp
dysplasieen en nierafwijkingen.
Congenitale CMV
•Cong CMV is de belangrijkste (niet
genetische) oorzaak van perceptief
gehoorverlies bij kinderen
•Frequent late onset gehoorverlies
•De meerderheid van de kinderen met
congenitale CMV infectie wordt niet ontdekt
•De diagnose kan worden gesteld m.b.v. PCR
op CMV DNA in(het reeds aanwezige)
hielprikkaartje
•Behandeling van symptomatische kinderen bij
geboorte kan ontwikkeling of achteruitgang
van congenitaal gehoorverlies voorkomen
24
Etiologisch onderzoek
•Verwijzen naar otogenetisch
diagnostisch team voor aanvullend
etiologisch onderzoek bij:
• Dysmorfieën/verdenking onderliggende aandoening
en/of erfelijke slechthorendheid.
• Progressiviteit in het gehoorverlies.
Kinderen met geleidingsverliezen
Richtlijn: Otitis Media bij kinderen in de tweede lijn
Samengevat kan de huisarts in overleg met de ouders besluiten om een kind
met rOMA, pOME en ACMOM door te verwijzen naar de 2e lijn (KNO-arts
en/of kinderarts), logopedie en/of audiologisch centrum voor:
• 1. aanvullende diagnostiek (otomicroscopie, tympanometrie,
gehoortesten, microbiologisch onderzoek, immunologisch onderzoek,
logopedisch onderzoek), en/of
• 2. behandeling (otomicroscopische oorreiniging, antibiotica, behandeling
met trommel-vliesbuisjes en/of adenotomie, logopedie), en/of
• 3. begeleiding (‘watchfull waiting’, logopedie).
Libra Zorggroep
25
Kinderen met geleidingsverliezen
Richtlijn: Otitis Media bij kinderen in de tweede lijn
Samengevat kan de huisarts in overleg met de ouders besluiten om een kind
met rOMA, pOME en ACMOM door te verwijzen naar de 2e lijn (KNO-arts
en/of kinderarts), logopedie en/of audiologisch centrum voor:
• 1. aanvullende diagnostiek (otomicroscopie, tympanometrie,
gehoortesten, microbiologisch onderzoek, immunologisch
onderzoek, logopedisch onderzoek), en/of
• 2. behandeling (otomicroscopische oorreiniging, antibiotica, behandeling
met trommel-vliesbuisjes en/of adenotomie, logopedie), en/of
• 3. begeleiding (‘watchfull waiting’, logopedie).
Libra Zorggroep
26
Kinderen met geleidingsverliezen
Verwijsbeleid AC:
Geleidingsverliezen beiderzijds van meer dan 30 dB  verwijzing KNO-arts
Eenzijdige geleidingsverliezen en dubbelzijdige geleidingsverliezen onder de
20 dB  herhaling over 3 maanden om te zien of het van zelf oplost.
blijft het geleidingsverlies bestaan dan alsnog verwijzing KNO.
Bij geleidingsverliezen tussen de 20 en 30 dB is het afhankelijk van de
klachten en het tympanogram. Soms wordt dan ook een herhaling na 2
maanden afgesproken.
Libra Zorggroep
27
Kinderen met geleidingsverliezen
Revalidatie
Ook bij persisterende geleidingsverliezen is prothetisering soms nodig.
• Hoortoestel.
– Kan niet bij frequente oorontstekingen.
• Beengeleider.
– Ideaal bij wisselende verliezen. Nooit last van overversterking.
– Draagcomfort is erg laag.
• Solo-apparatuur.
– Zorgt voor een verbeterde verstaanbaarheid van de leerkracht.
– Is niet ideaal in groepswerk.
Libra Zorggroep
28
29
Kinderen met geleidingsverliezen
• Vaak ome
• Denk ook aan:
–
–
–
–
–
–
–
–
Cholesteatoom
Gehoorbeenketen afwijkingen
Trommelvliesperforatie
Athelectase
Enkelzijdig perceptief verlies
Atresie gehoorgang
Recidiverende/ chronische BLWI’s
Allergie
30
Kinderen met geleidingsverliezen
• Snotneus, hoorbare ademhaling, openmondgedrag;
• Middenoorontsteking(en), vooral vóór de leeftijd van 1
jaar (frequentie, wanneer laatste keer);
• Eerdere klachten over slechthorendheid (hard zetten
van tv), uitslagen van gehoortest bij de jeugdarts;
• Gedragsproblemen thuis of op school of verminderde
schoolprestaties;
• Achterblijvende spraak- en taalontwikkeling
(beoordeling door consultatiebureau- of jeugdarts);
• Andere gezinsleden met (waarschijnlijk) doorgemaakte
otitis media met effusie
• Risicofactoren
31
Kinderen met geleidingsverliezen
• Onderzoek
32
Kinderen met geleidingsverliezen
• Onderzoek
33
Kinderen met geleidingsverliezen
• Onderzoek
34
Kinderen met geleidingsverliezen
• Onderzoek
35
Kinderen met geleidingsverliezen
Verwijzen naar KNO arts
• Risicogroepen: afwijkend trommelvliesbeeld, patiënten
met syndroom van Down, palatoschisis, andere
aangeboren afwijkingen of operaties in het KNO-gebied
of een gecompromitteerd immuunsysteem.
• Bij klachten door persisterende otitis media met effusie
(gehoorverlies, spraak- en taalachterstand of
gedragsstoornissen) met een nadelige invloed op het
functioneren en de ontwikkeling van het kind;
• Volwassenen met otitis media met effusie (cave
nasofarynxcarcinoom)
36
Kinderen met geleidingsverliezen
Trommelvliesbuisjes (uit HA standaard):
• Zwemmen mag, ook met het hoofd onder water; diep
duiken lijkt niet verstandig; douchen is geen bezwaar.
• Otorroe komt regelmatig voor, maar is onschadelijk??.
Effect van antibioticabevattende oordruppels is
beperkt??. Bij langer durende otorroe en algemeen ziek
zijn: overweeg orale kuur amoxicilline-clavulaanzuur of
overleg of verwijs terug naar KNO-arts.
• Na een half jaar tot een jaar worden de meeste
trommelvliesbuisjes vanzelf uitgestoten. Trommelvlies
sluit zich spontaan. Restverschijnselen
(trommelvlieslittekens) lijken beperkt.
Volwassenen
Libra Zorggroep
37
Hoortoestelvergoeding 2013
• Noah4 protocol in de reglementen.
– 67 en ouder vrij voor audicien
– 18-67 eerste aanpassing op voorschrift, herhaalaanpassing vrij
Audicien doet triage of doorverwijzing KNO of AC nodig is.
– < 18 altijd via audiologisch centrum
NOAH – 4 protocol (2013)
•
Naar Audiologisch Centrum
– slechthorende kinderen tot 18 jaar, bij wie de medische diagnostiek is
afgerond
– betrouwbare audiometrie bij KNO-arts niet mogelijk, ter beoordeling van
KNO-arts
– ernstige slechthorendheid (zie definities)
– een slechte spraakdiscriminatie (zie definities)
– acceptatie- en motivatieproblemen, ter beoordeling van huisarts en/of KNOarts
– begeleiding van functionele slechthorendheid geïndiceerd, ter beoordeling
van huisarts of KNOarts
– aan het gehoor gerelateerde problemen op werk of school
– slechthorendheid met werk in lawaai (zie definities)
– plotsdoven, met afgeronde medische diagnostiek meervoudige handicaps
(slechthorend/slechtziend/verstandelijke handicap enz.)
– een hoortoestelaanpassing via KNO-arts niet succesvol afgesloten binnen 3
maanden
NOAH – 4 protocol (2013)
Naar het Audiologisch Centrum vanwege:
 Uitgebreide en gespecialiseerde diagnostiek
– slechthorende kinderen tot 18 jaar, bij wie de medische
diagnostiek is afgerond
– betrouwbare audiometrie bij KNO-arts niet mogelijk, ter
beoordeling van KNO-arts
– ernstige slechthorendheid (gemiddeld verlies van 70 dB bij
1000, 2000 en 4000 Hz aan het beste oor)
– een slechte spraakdiscriminatie (maximale
spraakdiscriminatie minder dan 70%)
NOAH – 4 protocol (2013)
Naar het Audiologisch Centrum vanwege:
 Psychosociale begeleiding aangaande slechthorendheid
– ernstige slechthorendheid (gemiddeld verlies van 70 dB bij
1000, 2000 en 4000 Hz aan het beste oor)
– een slechte spraakdiscriminatie (maximale
spraakdiscriminatie minder dan 70%)
– acceptatie- en motivatieproblemen, ter beoordeling van
huisarts en/of KNO-arts
– begeleiding van functionele slechthorendheid geïndiceerd,
ter beoordeling van huisarts of KNO-arts
Volwassenen
Acceptatie van het gehoorverlies
Begeleiding door maatschappelijk werk.
• Individuele begeleiding
• Communicatiecursus
De communicatiecursus wordt gegeven door een logopedist en een maatschappelijk
werker.
• De logopedist vertelt u over communicatieregels en het meer technische
‘spraakafzien’. Bij spraakafzien gaat het om meer dan alleen liplezen.
• De maatschappelijk werker gaat in op de sociale en emotionele aspecten van
slechthorendheid. Een verminderd gehoor kan soms leiden tot een sociaal
isolement.
Het doel is dat u de basisprincipes van het liplezen en de verschillende
communicatiestrategieën kan toepassen in uw dagelijkse leven. U zult daardoor
ervaren dat de problemen met de communicatie in de meeste gevallen hanteerbaar
worden.
Libra Zorggroep
42
NOAH – 4 protocol (2013)
Naar het Audiologisch Centrum vanwege:
 arbo-audiologische zorg
– aan het gehoor gerelateerde problemen op werk of school
– slechthorendheid met werk in lawaai (zie definities)
Volwassenen
Problemen op het werk
• Werken met gehoorverlies: aanvullende hulpmiddelen
Hulpmiddelen voor telefoneren, headsets, solo-apparatuur, etc.
• Werkplekbezoek: akoestiek
Op basis van een akoestiekmeting op de werkplek kunnen adviezen worden gegeven
om de werkplek aan te passen.
• Werkplekbezoek: horen met elkaar
Uitleg over gehoorklachten op de werkplek aan collega’s en leidinggevenden.
Speciaal hiervoor is de cursus “Horen met elkaar” ontwikkeld, waarin de werknemer
en zijn/haar collega’s optimaal leren communiceren ondanks de gehoorbeperking.
• Advies over gehoorbescherming bij lawaai op het werk
Onze medewerkers geven advies over allerlei mogelijke manieren om het gehoor te
beschermen.
Libra Zorggroep
44
NOAH – 4 protocol (2013)
Naar het Audiologisch Centrum vanwege:
 Gespecialiseerde revalidatie
– ernstige slechthorendheid (gemiddeld verlies van 70 dB bij
1000, 2000 en 4000 Hz aan het beste oor)
– een slechte spraakdiscriminatie (maximale
spraakdiscriminatie minder dan 70%)
– plotsdoven, met afgeronde medische diagnostiek
meervoudige handicaps
(slechthorend/slechtziend/verstandelijke handicap enz.)
– een hoortoestelaanpassing via KNO-arts niet succesvol
afgesloten binnen 3 maanden
Volwassenen
Moeizame hoortoestelproef.
• De audiologen hebben een hoger opleidingsniveau dan de audiciens. Op
een aantal punten daardoor ook meer fundamentele kennis over het
gehoor.
• Standaard controle met Insertion Gain. Dit geeft de versterking weer in
het oor. Betere inzicht in de instelling.
• Audicien is een verkoper, wordt betaald als de klant tevreden is. AC is
onafhankelijk. Is daardoor eerlijker over (on)mogelijkheden met
hoortoestellen.
Libra Zorggroep
46
Hoortoestelvergoeding 2013
• Naar KNO
– Afwijkingen aan het uitwendige oor
– Afwijkingen aan de gehoorgang
–
–
–
–
–
–
–
–
–
geleidingsverlies (zie definitie)
asymmetrisch gehoorverlies (zie definities)
plotsdoofheid (zie definities) (Spoedverwijzing!)
significant verslechterd gehoor t.o.v. voorgaande audiometrie (zie definities)
discrepantie tussen toon- en spraakaudiogram.
geen betrouwbare audiometrie door audicien verkregen
aangeboren slechthorendheid of syndroombepaalde slechthorendheid.
Duizeligheid
Oorsuizen
Volwassenen met gehoorverlies
•Geleidelijke achteruitgang beiderzijds
•Geleidelijke achteruitgang enkelzijdig
•Plots verminderd gehoor, perceptief verlies?
•Na trauma
•Begeleidende symptomen:
•
•
•
•
Vertigo
Tinnitus
Chronische rhinitis/rhinorrhoe/neuspassageklachten
Neurologische afwijkingen
Volwassenen met gehoorverlies
Perceptief vs conductief verlies
Stemvork, 512 Hz
Weber:
•Lateralisatie naar goede oor > perceptief verlies
•Lateralisatie naar slechte oor> conductief verlies
Rinne:
•Luchtgeleiding harder dan beengeleiding >
perceptief verlies
•Beengeleiding harder dan luchtgeleiding >
conductief verlies
Volwassenen met gehoorverlies
•Man, 50 jr
•Geleidelijke progressie ADS
•Soms met tinnitus ADS
•Vaak positieve familie anamnese
•Gehoorverlies met name in hoge tonen
Presbyacusis
Volwassenen met gehoorverlies
•Vrouw 40jr
•Verminderd gehoor rechts
•Regelmatig aanvallen van draaiduizeligheid met
verminderd gehoor rechts en toename tinnitus rechts
•Moeder had het ook, “zit in de familie”.
Ziekte van Ménière
Volwassenen met gehoorverlies
•Man 50 jr
•Verminderd gehoor en tinnitus rechts
•Geleidelijk progressief
•Geen vertigo/ duizeligheid
Brughoektumor
Volwassenen met gehoorverlies
Vestibulair schwannoom: symptomen
– Asymmetrische perceptieve slechthorendheid
– Ongeveer 1 - 2% van unilaterale perceptieve slechthorendheid is ten
gevolge van acousticus schwannoom
– Tinnitus
– Slechte spraakdiscriminantie (discrepantie toon/spraak)
– Roll-over-fenomeen
Aanvullend onderzoek, vroeger…
Afbeelding MRI met brughoektumor
Operatie kan en is soms noodzakelijk
• Retrosigmoidale benadering
• Indicaties:
– ‘Goed’ gehoor
– Niet al te grote tumoren
– Compressie hersenstam
• Contraindicaties:
– ‘Goed’ gehoor
– Tumoren die ver (> 1/3)
doorlopen in MAI
Stereotactische radiotherapie
1971 eerste behandeling VS met gamma knife door Leksell
Volwassenen met gehoorverlies
•Man 65 jr
•Plots verminderd gehoor en tinnitus links
MRI gb
Infectie lab gb
Serologie gb
Idiopathisch plotseling perceptief gehoorverlies
Volwassenen met gehoorverlies
Plots perceptief gehoorverlies is een medisch spoedgeval!!
•Incidentie 5-20 per 100.000
•Vaak geen afwijkingen bij otoscopie
•Vaak na BLWI
•Vaak met tinnitus in aangedane oor
•Starten met corticosteroiden zo snel mogelijk!
•Bij contraindicatie orale prednison dan intratympanaal
toedienen.
Spraak-taaldiagnostiek
Libra Zorggroep
61
Multidisciplinair onderzoek
Spraak-taalspreekuur
Miriam Hilhorst
Logopedist
coördinator spraaktaalteam Breda
Libra Revalidatie & Audiologie
62
Het gaat niet over…..
duimen
dysfonie
Afonie
afasie
slissen
open mondgedrag
Libra Revalidatie & Audiologie
63
Spraak- en taalstoornissen
•
•
•
•
Specific Language Impairement (SLI)
Dysfatische ontwikkeling (DO)
Ernstige spraak- en taalmoeilijkheden (ESM)
Taalontwikkelingsstoornissen (TOS)
Bij een spraakstoornis past de klankvorming van een kind niet
bij het niveau van de taalontwikkeling
• Verbale ontwikkelingsdyspraxie
• Fonologische stoornis
Libra Revalidatie & Audiologie
64
Waarom multidisciplinair?
• Specifieke taalproblemen
niet te verklaren vanuit neurologische, cognitieve of emotionele problemen. Er is ook geen sprake van
tekortschietend taalaanbod. Het lijkt het enige probleem te zijn dat het kind heeft.
• Niet specifieke taalproblemen
zijn te verklaren vanuit een aanwezige andere stoornis b.v. gehoorverlies, cognitieve beperkingen,
emotionele ontwikkelingsstoornis, neurologische problemen, gedragsproblemen, afwijkingen in de
spraakorganen, deprivatie of combinaties.
• Logopedisch onderzoek kan dit onderscheid
niet maken!
Libra Revalidatie & Audiologie
65
Welke kinderen?
Kinderen jonger dan 3 jaar met een vermoeden van een taal- en/of
spraakprobleem in hun moedertaal.
Kinderen tussen 3-4 jaar met een duidelijk probleem op het gebied van taalen/of spraak.
Kinderen vanaf 4 jaar die onvoldoende vooruitgang boeken met logopedie of bij
wie een ernstig taal- en/of spraakprobleem wordt gesignaleerd.
Anderstalige/meertalige kinderen met een vermoeden van een taal- en/of
spraakprobleem in hun moedertaal of die na een bepaalde periode taalaanbod in
het Nederlands (peuterspeelzaal, school, adoptie) meer problemen hebben met
het Nederlands dan kinderen in vergelijkbare situaties.
Kinderen met problemen in de Auditieve Taalverwerking.
Libra Revalidatie & Audiologie
66
Doel diagnostiek
•
•
•
•
•
heeft het kind een taal- spraakprobleem?
om wat voor type probleem gaat het en wat is de ernst?
hoe is de indruk van het cognitief niveau en sociaal-emotioneel welbevinden
van het kind?
welke oorzakelijke en welke belemmerende factoren spelen een rol?
welke stappen moeten op grond van de resultaten worden gezet ten aanzien
van eventuele vervolgdiagnostiek, behandeling of begeleiding of verwijzing.
Libra Revalidatie & Audiologie
67
Logopedisch onderzoek
•
•
•
•
•
•
Taalbegrip
Taalproductie
Communicatie
Articulatie
Mondgedrag
Indruk algeheel functioneren
Libra Revalidatie & Audiologie
68
Psychologische screening
•
•
•
•
•
•
•
Uitgebreide anamnese
Peuterspeelzaal/schoolvragenlijst
Gegevens andere betrokkenen
Eerste indruk van niet-talige ontwikkeling
Spelobservatie
Contactname
Bij twijfel volledig psychologisch onderzoek om
discrepantie verbaal/ non-verbaal vast te stellen
Libra Revalidatie & Audiologie
69
Breda
Aantal kinderen per leeftijdsgroep
Libra Revalidatie & Audiologie
70
Percentage kinderen per leeftijdsgroep
Libra Revalidatie & Audiologie
71
Complicerende factoren
Percentage van het totaal aantal kinderen
Aantal assen
Percentage kinderen van het totale aantal
Libra Revalidatie & Audiologie
73
Vervolgtraject
Ongeveer 50% advies logopedie
Aantal kinderen
Libra Revalidatie & Audiologie
74
Verwijzing naar het AC
•
•
•
•
•
NAW-gegevens
Anders- of meertaligheid
Medische gegevens
Sociaal-economische bijzonderheden
Andere risicofactoren
Libra Revalidatie & Audiologie
75
Demir
•
•
•
•
•
•
2,3 jaar
Turkstalig gezin, moeder in NL geboren, vader 10 jaar in NL
Jongste uit gezin van 2
Bezoekt kdv 3 dagen
Ouders geen klachten over Turks
Kdv heeft twijfels over NL
Libra Revalidatie & Audiologie
76
Onderscheid maken tussen
NT2-probleem en taalprobleem
• Taalaanbod inventariseren
• Kwaliteit van het taalaanbod beoordelen
• Belangrijk om niveau van moedertaal en tweede taal
te vergelijken.
• Taalbegrip en taalproductie worden ook in de
moedertaal onderzocht, vaak met behulp van een
tolk.
Libra Revalidatie & Audiologie
77
Anders- of Meertaligheid
• Wanneer kinderen een goed taalaanbod krijgen en
hun moedertaal goed leren spreken, gaat het aanleren
van een tweede taal ook gemakkelijker;
• Ouders die slecht Nederlands spreken zijn geen goed
taalvoorbeeld voor hun kind! Het is beter wanneer zij
hun moedertaal blijven aanbieden.
• Vraagt om meertaligheidsadvies op maat
Libra Revalidatie & Audiologie
78
Demir
•
•
•
•
Taalbegrip Turks met tolk
Actieve woordenschat in Turks
Beoordeling zinsbouw en articulatie
Evt. ook in Nederlands
• Conclusie:
• Turks is leeftijdsadequaat
• Turks is onvoldoende
blootstellingsachterstand
taalprobleem
Libra Revalidatie & Audiologie
79
Follow-up
• Na het onderzoek worden met ouders
afspraken gemaakt over het vervolg
• Er gaat altijd rapportage naar de verwijzer en
andere betrokkenen na toestemming van
ouders
Libra Revalidatie & Audiologie
80
Minimum Spreeknormen
•
•
•
•
•
0 - 1 jaar
Huilen, lachen en kraaien.
Spelen met de stem, lippen, tong en gehemelte (‘ah’, ‘eh’).
Luisteren naar de stem van mama en kijken naar haar mond.
Brabbelpatroontjes worden steeds langer en ingewikkelder (‘baba’, ‘dadada’).
•
•
•
1 jaar
Veel en gevarieerd brabbelen.
De klanken zijn afhankelijk van de voorkeur voor het bewegen van de lippen, tong of het gehemelte.
Brabbelen wordt steeds meer een manier om contact te maken.
•
•
1 ½ jaar
Het kind kent ten minste 5 woordjes, bijvoorbeeld ‘mama’, ‘papa’ of ‘eten’.
De woordopbouw is nog onvolledig (‘taat’ voor paard, ‘papu’ voor ‘paraplu’).
Libra Revalidatie en Audiologie
81
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
2 jaar
Het kind spreekt in zinnen van twee woordjes (‘koek hebben’, ‘poes ook’).
De woordopbouw is vaak onvolledig (‘toe’ voor ‘stoel’, ‘bopam’ voor ‘boterham’).
Hiernaast gebruikt het kind ‘brabbels’ en éénwoorduitingen.
3 jaar
Het kind spreekt in zinnetjes van drie tot vijf woorden.
Deze zinnetjes hebben nog weinig grammaticale structuur. De opbouw van de zinnetjes wijkt nog sterk af
van die van volwassenen (‘Ik bent vallen niet’).
50% tot 70% van wat het kind op deze leeftijd zegt is verstaanbaar voor anderen.
4 jaar
Het kind spreekt in enkelvoudige zinnetjes.
De zinsbouw is al beter maar er zijn vaak nog problemen met het meervoud en de vervoegingen van het
werkwoord (‘Ik loopte buiten in de tuin’).
75% tot 90% van wat het kind zegt is voor anderen verstaanbaar (helder en duidelijk uitspreken).
5 jaar
Het kind gebruikt nu goedgevormde, ook samengestelde zinnen.
De zinslengte en woordvolgorde gaan steeds meer lijken op de taal van volwassenen, maar het taalgebruik
is vaak nog concreet.
Meer dan 90% wat het kind zegt, is verstaanbaar.
Libra Revalidatie en Audiologie
82
• Van Wiechenschema
Implementatie uniforme signalering taalachterstanden
www.ncj.nl
• www.kindentaal.nl/testen
Libra Revalidatie en Audiologie
83
Tinnitus
Libra Zorggroep
84
Tinnitus
Gespecialiseerde tinnitusbehandeling in Eindhoven
Stap 1:
• Gehooronderzoek + gesprek audioloog
• Tinnitus informatie middag/avond
• Gesprek psycholoog
Stap 2:
• Intensieve cognitieve gedragstherapie van 12 weken onder
leiding van een psycholoog en bewegingstherapeut.
Libra Zorggroep
85
Tinnitus
Libra Zorggroep
86
Libra Revalidatie & Audiologie
Audiologisch Centrum
Emmastraat 6a
4811 Ag Breda
088-3133160
[email protected]
Dr. Deelenlaan 15
5042 AD Tilburg
088-3133200
[email protected]
folders van het spraaktaalspreekuur zijn op bovenstaande adressen
op te vragen of te downloaden van www.acbrabant.nl/folderrek
Libra Revalidatie & Audiologie
87
Toonaudiogram:
gehoorverlies en ‘spraakbanaan’
Spraakaudiogrammen:
Audiogram