Schoolgids - SBO Wim Monnereau-school

Wim Monnereau - school
Schoolgids 2014-2015
Voorwoord
Geachte ouders/verzorgers,
Deze schoolgids is bedoeld voor ouders van leerlingen van de Wim Monnereau-school, voor ouders van toekomstige
leerlingen en andere geïnteresseerden. In deze gids staat zakelijke informatie voor het schooljaar 2014-2015 maar ook
beschrijven wij welke ondersteuning wij kunnen bieden aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. De beschrijving
van de onderwijsondersteuningsbehoeften staan uitgebreid beschreven in ons Schoolondersteuningsprofiel. De kern
daarvan is in deze schoolgids verwoord. Wanneer u meer informatie wilt kunt u deze lezen in ons
Schoolondersteuningsprofiel of een afspraak maken voor een persoonlijk kennismakingsgesprek.
Wij hopen dat u een goed beeld van onze school krijgt.
Wij plaatsen de schoolgids alleen op de website van de school. Aan het begin van het schooljaar ontvangt u een papieren
informatieboekje met praktische informatie uit de schoolgids.
De schoolgids valt onder de verantwoordelijkheid van de directeur. Het ouderdeel van de medezeggenschapsraad stemt in
met de inhoud van de teksten. De schoolgids is een meervoudig publiek verantwoordingsdocument en wordt daarom ook
verstrekt aan het bevoegd gezag en de inspecteur van het onderwijs.
Wij hopen dat uw kind een fijne periode bij ons heeft! Voor suggesties houden wij ons van harte aanbevolen.
Namens het schoolteam van de Wim Monnereau-school,
Mw. J. Leertouwer- Hoogeveen
Directeur
1
Inhoudsopgave
Voorwoord
Inleiding
05.
Welkom op de Wim Monnereau -school
06.

Adres en contactgegevens
06.

Procedure Toelating van leerlingen
06.

Leerlingenpopulatie en ondersteuningsbehoeften
08.

De bestuursvorm
15.

Het team en de schoolgrootte
16.

Het gebouw
17.
Waar de school voor staat
18.

De missie van de school
18.

Onderwijsvisie
18.

Uitstroomresultaten naar het voortgezet onderwijs
19.

Schoolklimaat
19.

Ouders
20.

Schoolregels
21.
De organisatie van het onderwijs
22.

De organisatie van de school
22.

Veiligheid
22.
Het onderwijsprogramma
24.

Schoolvakken
24.

De schoolbel gaat
27.

Vakantieregeling en vrije dagen
29.

Leerroutes voortgezet onderwijs
30.
Organisatie leerlingenzorg op de Wim Monnereau- school
36.

Multidisciplinair schoolondersteuningsteam(comm.v.begeleiding)
36.

Schoolondersteuningsprofiel
36.

Het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen op school
36.

Organisatie leerlingenzorg
36.

Meldcode
39.
2
Contact tussen school en gezin
40.

Het belang van betrokkenheid van ouders
40.

Contacten tussen ouders en school
40.

Ouderbetrokkenheid
40.

Klachtenregeling
41.

Bijzondere omstandigheden
42.
Activiteiten op school
44.

Jaarlijkse activiteiten
44.

Schoolreizen
45.

Vervoer bij uitstapjes
45.

Beeldmateriaal
46.

Protocol sociale media
46.
Medezeggenschapsraad
48.

Medezeggenschapsraad (MR)
48.

Ouderbijdrage
49.
De ketenpartners
50.

Accare en Lentis
50.

Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)
50.

Bureau Jeugdzorg
51.

Cedin
51.

Gemeentelijke Gezondheids Dienst (GGD Veendam)
52.

Timpaan
52.

Molendrift
52.

OPRON
53.

Raad van kinderbescherming
53.

Kentalis, REC3 en RENN4
54.

Jeugdhuizen Veendam
54.

Stichting Compaen (school) maatschappelijk werk
54.

Stichting MEE
55.

Vormen van voortgezet (speciaal) onderwijs
55.

Werkrelaties van Universitaire, HBO en MBO opleidingen
55.
3

Zorgplatform van het samenwerkingsverband
55.

Inspectie van het onderwijs
56.

Landelijke klachtencommissie/ onderwijsgeschillen
57.

Centrum voor Jeugd en Gezin
57.

Gemeente Veendam
58.

Medisch kleuter Dagverblijf Veendam
58.

Samenwerkingsverband 20.01 Primair Onderwijs
58
De ontwikkeling van het onderwijs in onze school
60.

Gerealiseerde doelen 2013-2014
60.

Beleidsonderwerpen schooljaar 2014-2015
62.
Het onderwijsteam

Formatie- indeling 2014-2015
Jaarkalender ouders
63.
63.
64.
4
Inleiding
Geschiedenis van de school
De Wim Monnereau-school voor Speciaal Basis Onderwijs is ontstaan uit de samenvoeging van de A.G. Wildervanck-school
voor moeilijk lerende kinderen en de Rosmolen voor leer- en opvoedingsmoeilijkheden in Veendam.
De A.G. Wildervanckschool startte omstreeks begin jaren vijftig van de twintigste eeuw, voortkomend uit de toenmalige
school voor voortgezet lager onderwijs en de school voor zeer moeilijk lerende kinderen, de huidige Margaretha
Hardenbergschool. In 1967 werd de-school voor leer-en opvoedingsmoeilijkheden gesticht, die, na enige tijd gebivakkeerd te
hebben in de kelder van het gemeentehuis, een voorlopig schoolgebouw betrok aan het Boven Westerdiep, ongeveer op de
huidige locatie.
Beide scholen, de A.G. Wildervanck-school en De Rosmolen, groeiden uit met elk een afdeling voor voortgezet onderwijs
(voortgezet speciaal onderwijs), terwijl aan De Rosmolen bovendien een afdeling voor zeer jeugdigen, in ontwikkeling
bedreigde kleuters werd verbonden.
Na de fusie in 1999 veranderde er het een en ander: De VSO -afdelingen zijn opgegaan in het gewone voorgezet onderwijs,
in de Winkler Prins scholengemeenschap. De Margaretha Hardenberg-school werd een zelfstandige school en de afdeling
voor IOBK werd ondergebracht binnen het Speciaal Onderwijs.
De gefuseerde MLK- en LOM- school werden in het met nieuwbouw uitgebreide gebouw van De Rosmolen ondergebracht.
De naam werd De Wim Monnereau- school voor SBO, genoemd naar de eerste directeur van De Rosmolen.
Toekomst in passend onderwijs
De Wim Monnereau-school is vanaf 1 augustus 2014 bij het ingaan van de wet op het Passend Onderwijs een openbare
school voor speciaal basisonderwijs in het samenwerkingsverband 20.01. Dit samenwerkingsverband bestaat uit openbare
en bijzondere scholen uit de provincie Groningen en de gemeente Noordenveld (Drenthe). De speciale basisschool Wim
Monnereau valt onder de wet van het Primair Onderwijs (WPO).
Vanaf 1 augustus 2014 zijn schoolbesturen verplicht om een passende onderwijsplek te geven aan leerlingen die extra
ondersteuning nodig hebben. Dit heet Zorgplicht. Zorgplicht gaat in wanneer extra ondersteuning voor de leerling nodig is.
Leerlingen met extra ondersteuning zijn leerlingen met een ontwikkelingsperspectief.
Niet alle “gewone” scholen hoeven alle kinderen op te vangen. Reguliere basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs
hoeven geen ontwikkelingsperspectief op te stellen voor leerlingen die ondersteuning krijgen die in het reguliere
basisondersteuningsaanbod zit, zoals begeleiding bij dyslexie of kortdurende remedial teaching. Wanneer een school geen
passend onderwijs kan geven dan zoeken de scholen binnen het samenwerkingsverband naar een school die dit wel biedt.
In het nieuwe stelsel schaft de overheid de leerlinggebonden financiering (“rugzakjes”) af. Het budget blijft wel helemaal
beschikbaar, maar gaat voortaan rechtstreeks naar de samenwerkende schoolbesturen.
In het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband 20.01, waar in maart 2014 door de ondersteuningsplanraad mee
is ingestemd, legt het samenwerkingsverband vast hoe het passend onderwijs voor elk kind wil realiseren. De speciale
basisschool Wim Monnereau-school biedt lesplaatsen aan kinderen, maar heeft in de toekomst de ambitie om een
schakelfunctie in te nemen voor leerlingen die in een afgebakende periode extra ondersteuning nodig hebben. Deze
constructies dienen nog verder te worden ontwikkeld en door de schoolbesturen worden gedragen en gefinancierd. Onze
huidige schoolpopulatie hebben wij verderop in de schoolgids in de vorm van “arrangementen” omschreven.
5
Hoofdstuk 1 Welkom op De Wim Monnereau-school
1.1. Adres en contactgegevens
SBO Wim Monnereau-school
Bezoekadres: Boven Westerdiep 10
9641 LJ Veendam
Postadres: Postbus 449
9640 AK Veendam
Telefoon: 0598- 612063
E-mail: [email protected]
Website www.monnerau.picto.nl
1.2 Procedure Toelating van leerlingen
Een voorwaarde voor plaatsing in het speciaal basisonderwijs is dat het samenwerkingsverband daarmee instemt. In dat
geval krijgt de leerling een toelaatbaarheidsverklaring (TLV). In het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband
20.01 staat, in de vorm van processen en criteria, beschreven welke leerlingen in aanmerking komen voor plaatsing in het
speciaal basisonderwijs.
Om te beoordelen of een leerling een TLV krijgt, vraagt het samenwerkingsverband in elk geval advies aan deskundigen,
waaronder ten minste een orthopedagoog. Bij een positief besluit geeft het samenwerkingsverband een TLV af. Daarop staat
het nummer van het samenwerkingsverband, van de TLV, de start- en einddatum en het bekostigingsniveau
(laag/midden/hoog). Verder gelden de volgende voorwaarden:

Het bevoegd gezag van de school van aanmelding vraagt de TLV aan bij de Commissie van Advies van het
samenwerkingsverband. Dit is dus niet de verantwoordelijkheid van de ouders. Voor een TLV voor het speciaal
basisonderwijs is dit een school voor basisonderwijs of een speciale basisschool.

Als het samenwerkingsverband geen TLV afgeeft, moet de school waar de leerling is aangemeld of geplaatst op
zoek naar een andere passende plek voor de leerling. De zorgplicht blijft dan bij de aanmeldingsschool of de
school waar de leerling al zit.

De toelatingsdata zijn de eerste schooldagen na 1 augustus, 1 januari en 1 april.
1.2.1 Stroomschema zorgplicht rechtstreekse aanmelding speciaal basisonderwijs
Hierna staat het stappenplan beschreven hoe de zorgplicht en de toelating op de speciale basisschool is geregeld.
In principe wordt elk kind eerst rechtstreeks aangemeld bij de reguliere basisschool naar voorkeur, ook als men zeker weet
dat extra ondersteuning nodig is.
Stap 1: Leerling staat nog niet ingeschreven en de ouder meldt rechtstreeks aan bij het speciaal basisonderwijs. Dit is
mogelijk vanaf de leeftijd van 4 jaar. Ouders moeten schriftelijk aangeven bij welke basisscholen tevens om toelating is
verzocht; hierbij dient de eerste voorkeur aangegeven te worden. De ouders dienen eveneens te vermelden dat zij het
vermoeden hebben voor extra ondersteuning op de speciale basisschool. De leerling wordt nog niet ingeschreven of
6
geplaatst; er is eerst onderzoeksplicht van het speciaal basisonderwijs. Wanneer er direct door onze school al geen
vermoeden is voor extra ondersteuning dan geldt er geen onderzoeksplicht. Aan de ouders wordt vervolgens verzocht om
zich aan te melden bij een gewone basisschool.
Stap 2: Bij vermoeden voor extra ondersteuning bij vierjarigen, en aangetoond door een professionele ketenpartner,
onderzoekt het speciaal basisonderwijs of deze extra ondersteuning nodig is. Voor dit onderzoek wordt gedurende de
periode van 6 weken na aanmelding met eventueel uitstel met extra 4 weken documenten verzameld door de interne
deskundigen.
Ouders hebben in de periode van 6 weken de inspanningsverplichting alle en extra gegevens aan te leveren om te bepalen
welke onderwijsbelemmeringen hieruit voortvloeien. Het schoolbestuur beslist binnen 6 weken na aanmelding of de leerling
kan worden ingeschreven. De onderzoeksperiode kan met 4 weken verlengd worden.
Stap 3: School heeft zorgplicht
Kunnen we de ondersteuning zelf niet bieden dan:
Stap 4: Plaatsing op een andere school. De zorgplicht gaat over naar de nieuwe school
Kunnen we de zorg zelf wel bieden dan:
Toelaatbaarheid wordt aangevraagd door het speciaal basisonderwijs; het Samenwerkingsverband beslist. Indien er binnen
10 weken geen beslissing is genomen dan volgt tijdelijke plaatsing tot definitieve beslissing is genomen. Een tijdelijke
plaatsing is inschrijving.
Na onderzoek:
- Beslissing tot definitieve toelating: leerling blijft;
- Beslissing tot verwijdering: leerling wordt uitgeschreven naar ander passend aanbod;
- Beslissing tot aanmelding niet behandelen: leerling wordt uitgeschreven
Stap 5 en stap 6: Afgeven TLV en school bereid toe te laten: Ouders schrijven in op speciaal basisonderwijs. Zorgplicht gaat
over naar nieuwe school.
In geval van gescheiden ouders zijn beide ouders verplicht de inschrijving te ondertekenen of de ouder verklaart dat de
andere ouder instemt en naar waarheid invult.
Stap 7: Bij de eerste inschrijving is het samenwerkingsverband van de woonplaats van de leerling verantwoordelijk voor het
afgeven en betalen van de toelaatbaarheidsverklaring.
Stap 8: De school stelt een ontwikkelingsperspectief (OPP) op voor de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.
Hierin staat ook het verwachte uitstroomniveau van de leerling.
1.2.2. Zorgplicht en grenzen op de Wim Monnereau-school
In het geval van zorgplicht en grenzen in de basisondersteuning en extra ondersteuning van onze school stellen wij als
voorwaarde dat leerlingen beïnvloedbaar moeten zijn op hun gedrag. Daarnaast moeten zij kunnen functioneren in een
groep van gemiddeld 15 leerlingen met 1 leerkracht en kunnen profiteren van instructie, leiding en begeleiding. Voor de
jongste leerlingen geldt een maximum van 12 leerlingen vanwege de intensieve ondersteuningsbehoeften en spreiding van
leeftijd van 3 jaren. De leerlingen moeten een bepaalde mate van zelfstandigheid bezitten zodat zij in staat zijn om
gedurende enige tijd af kunnen zien van direct contact of ondersteuning van de groepsleerkracht. Leerlingen mogen geen
gevaar opleveren voor zichzelf en anderen door onbeheerst, ongeremd en/of agressief gedrag te vertonen. Verder
verwachten wij dat leerlingen zelf verantwoordelijkheid kunnen dragen voor hun lichamelijke verzorging en zindelijk zijn.
De zorgplicht geldt niet wanneer er geen plaatsruimte is op onze school en leerlingen als gevolg daarvan op een wachtlijst
moeten worden geplaatst.
7
De speciale basisschool Wim Monnereau weigert geen leerlingen uit het eigen samenwerkingsverband op denomatieve
gronden, tenzij de ouders weigeren de grondslag en werkwijze van de Wim Monnereau-school te onderschrijven of te
respecteren.
Wanneer de ouders in het geval van rechtstreekse instroom buiten het eigen samenwerkingsverband 20.01 kiezen voor de
speciale Wim Monnereau-basisschool dan moet de Wim Monnereau-school een toelaatbaarheidsverklaring aanvragen bij
het samenwerkingsverband van herkomst. Ook het samenwerkingsverband van een nieuwe speciale basisschool moet een
toelaatbaarheidsverklaring afgeven.
1.3 Leerlingenpopulatie on ondersteuningsbehoeften
Elke leerling op een school voor speciaal basisonderwijs heeft extra ondersteuning, dus een verplicht
ontwikkelingsperspectief. Een ontwikkelingsperspectief is een op overeenstemming gericht overleg met ouders over de wijze
waarop doelen en de uitstroom naar het voortgezet onderwijs worden bereikt. Binnen 6 weken na inschrijving wordt het
ontwikkelingsperspectief opgesteld en vervolgens telkens na 1 jaar met de ouders geëvalueerd. Wij onderscheiden in de
hierna beschreven tabellen, de ondersteuningsbehoeften binnen onze huidige leerlingenpopulatie en de wijze waarop wij
aan de ondersteuningsbehoeften tegemoet kunnen komen. De extra ondersteuning is geformuleerd in zogenaamde
arrangementen, die we beschrijven aan de hand van een vijftal velden te weten: deskundigheid/expertise,
aandacht/tijd/voorzieningen in de school, gebouw/materialen, samenwerking met instanties en ouders. De velden zijn in de
verderop genoemde tabellen beschreven. De basisondersteuning (de basisarrangementen) is het reguliere aanbod van de
school. De extra ondersteuning (de extra arrangementen) kunnen wij blijven(d) bieden mits onze ambitie en profiel in
overeenstemming wordt gebracht met het daarbij toegekende budget van het samenwerkingsverband. Het
schoolondersteuningsprofiel wordt jaarlijks door het hele schoolteam geëvalueerd en indien nodig bijgesteld.
In het onderwijsaanbod ligt de nadruk op het taal- en rekenonderwijs en de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen.
We werken binnen de basisgroepen volgens het interactieve directe instructiemodel en differentiëren hierbij op convergente
wijze binnen de groepsoverstijgende “niveaugroepen” wat betreft rekenen en technisch lezen. Dat betekent dat kinderen op
hun eigen niveau de lesstof krijgen aangeboden.
Basisondersteuning arrangement SBO Specifieke ondersteuningsbehoeften met uitstroom voortgezet onderwijs
De school heeft de mogelijkheid tot het onderwijsaanbod voor leerlingen die speciale ondersteuningsbehoeften hebben op het gebied
van:
- motorische ontwikkeling
- ondersteuning taal-spraak- en leesstagnaties
- ondersteuning in de thuissituatie
- cognitieve ontwikkeling
- sociaal emotionele ontwikkeling.
Ambitie van de school:
- Het bieden van structurele trainingen sociale weerbaarheid binnen de school

Deskundigheid/expertise
- De school beschikt over gespecialiseerde groepsleerkrachten
- De school beschikt over een gespecialiseerde leerkracht met een akte motorisch remedial teaching.
- De school beschikt over een orthopedagoog
- De school heeft de beschikking over vakdocenten bewegingsonderwijs.
8
- De school beschikt over een maatschappelijk deskundige
- De school heeft een structurele samenwerking met de jeugdarts
- De fysiotherapeut is op aanvraag van ouders en schoolondersteuningsteam beschikbaar.
- De school beschikt over een logopediste die tevens aantoonbaar opgeleid is tot leesspecialist met dyslexiemodule.

Aandacht/tijd/voorzieningen in de school
- Eens per maand worden risicoleerlingen in een multidisciplinair ondersteuningsteam besproken en werkafspraken worden vastgelegd.
De deskundigen zijn ingebed in de organisatie door middel van de systematiek “ 1-zorgroute van het speciaal basisonderwijs”. Het
betreft hier de orthopedagoog, de jeugdarts, de maatschappelijk deskundige, de interne begeleiders en de directie
- De logopediste behandelt leerlingen volgens een vaststaand rooster. Verder is zij ingezet binnen het leesonderwijs bij
ernstige leesstagnaties.
- Leerlingen krijgen leerstof aangeboden in de zone van de naaste ontwikkeling (niet overvragen en/of frustreren)
- De school beschikt over een dyslexieprotocol
- Geen uitzonderingspositie; de leerling is altijd onderdeel van de groep
- Grote acceptatie van de leerlingen onderling
- Maximale groepsgrootte van 16 leerlingen, maar vanwege de beschikbare middelen niet altijd realiseerbaar
- Aangepast formaat leerlingenmeubilair, de tafel is groter (of kleiner)

Gebouw/materialen
- Een speellokaal is inpandig
- Praktische materialen ter ondersteuning van aanleren vaardigheden zijn aanwezig
- Kooklokaal en handenarbeidlokaal zijn aanwezig
- De lokalen zijn voorzien van digiborden.
- Het leerstofaanbod is aanwezig tot en met het niveau van groep 8, maar vanwege het intelligentiequotiënt van gemiddeld 70 niet
haalbaar. Op basis van de Passende Perspectieven in leerroute 3 van de Stichting Leerplan Ontwikkeling wordt de leerstof
vereenvoudigd en verduidelijkt.
- De leerkrachten werken volgens groepsplannen in het interactief gedifferentieerd directe instructiemodel.
- De klaslokalen zijn opgeruimd en voldoen aan de veiligheidsvoorschriften.
- De lokalen en gangen zijn prikkelarm.

Samenwerking met instanties
- Er is structurele samenwerking met ketenpartners, waaronder de jeugdarts

Ouders
- Thuis oefenen met motorische materialen en leestrainingen
- De samenwerking met ouders kenmerkt zich door een duidelijke overlegstructuur (informatie- en ouderavonden, rapportgesprekken,
contactavonden, gesprekken op verzoek van ouders en/of de school).
Ouderbetrokkenheid kenmerkt zich door de inzet van ouders in de werkgroepen en de oudergeleding van de medezeggenschapsraad.
Extra ondersteuning SBO arrangement aanpak voor leerlingen met beperkte cognitieve leermogelijkheden, verwachte uitstroom voortgezet
onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs
De school heeft de mogelijkheid voor het onderwijsaanbod voor leerlingen die een ondersteuningsbehoefte hebben op het gebied van de volgende
leerprincipes:
Plezier, Aanknoopprincipe, Voordoen-nadoen Herhalen, Inprenten Oorzaak-gevolg Afleiden Praktische vaardigheden en domeinen
Ambitie van de school: meer aandacht en tijd voor praktische vaardigheden. (vb. naar winkel)

Deskundigheid/expertise
- Binding met deze doelgroep.
- Praktisch ingesteld
9
- Expertise: Schoolmaatschappelijk deskundigheid/Motorisch remedial teacher/Logopediste/Orthopedagoog
- De leerkrachten zijn orthodidactisch en orthopedagogisch geschoold en hebben ervaring met Passende Perspectieven van de Stichting Leerplan
Ontwikkeling, leerlijnen inpassen in het Ontwikkelingsperspectief.
- Zij werken daarbij doelgericht naar een uitstroombestemming.
- De leerkrachten bezitten de akte speciaal onderwijs.
- De ICT-coördinator is aantoonbaar geschoold in de nieuwste ontwikkelingen rondom didactische software en het werken met digiborden.
- Rekenspecialisten

Aandacht/tijd/voorzieningen in de school
- Ambitie: meer aandacht en tijd voor praktische vaardigheden. (vb. naar winkel)
- Het aanbod is gericht op leren; de groepsgrootte is gemiddeld 15 leerlingen

Gebouw/materialen
- SOVA-methoden/ concrete hulpmiddelen bij vakgebied rekenen
- aanpassing meubilair

Samenwerking met instanties
- Scholen basisonderwijs
- Externe ketenpartners

Ouders
- De samenwerking met ouders kenmerkt zich door een duidelijke overlegstructuur (informatie- en ouderavonden, rapportgesprekken, contactavonden,
gesprekken op verzoek van ouders en/of de school).
Ouderbetrokkenheid kenmerkt zich door de inzet van ouders in de werkgroepen en de oudergeleding van de medezeggenschapsraad.
Extra ondersteuning: SBO Arrangement Observatiegroep Jonge Risico Leerling 4-7 jaar
De school kan een observatiegroep en aanpak ontwikkelen voor 4-7 jarige leerlingen die gestagneerd zijn in de ontwikkeling ten aanzien
van een bepaald ontwikkelingsgebied, aangetoond door een professionele ketenpartner. We verwachten dat een kind zindelijk is. De
leerlingen kunnen op de basisschool onvoldoende profiteren van het regulier onderwijsaanbod
De ondersteuningsbehoefte kan betrekking hebben op het gebied van:
- spraak en taal-woordenschatontwikkeling
- cognitieve ontwikkeling
- sociaal/ emotionele ontwikkeling
- gedrag
- (senso)motorische ontwikkeling
- kleine groepen in een deskundige setting
- observatie en diagnostische functie van de setting
- onderwijs gericht op naaste ontwikkeling: beginnende geletterdheid en gecijferdheid

Deskundigheid/expertise
- Speltherapeut (ambitie)
- Onderwijsassistent (ambitie)
- Gedragsdeskundige
- Taal/spraakspecialist
- Specialisatie jonge kind (in opleiding)
- De interne begeleider is gespecialiseerd coördinator jonge risico leerling.
- Er is een orthopedagoog en een logopedist die tevens leesspecialist is.
- De motorische specialist is beschikbaar.
- De fysiotherapeut kan op verzoek van ouders en na accordering van de verzekeraar op school behandelen.
- Jeugdarts
10

Aandacht/tijd/voorzieningen in de school
- Stappenplan bij rechtstreekse instroom
- Kook/computer/handenarbeidlokaal
- Ontwikkelingsmaterialen
- Eigen schoolplein
- De jongste groep 4-7 jarigen bevat in principe maximaal 12 leerlingen
- De school is een erkend leerbedrijf en heeft ervaring met het inzetten van MBO-stagiaires niveau 4.
- De leerkrachten van de groep met de jonge risicoleerlingen hebben structureel overleg in de “bouw”
- Er is een schoolondersteuningsteam aanwezig, waarin jeugdarts, maatschappelijk deskundige, interne begeleiders, orthopedagoog en
directie zitting hebben, die maandelijks opvallende kinderen bespreekt.

Gebouw/materialen
- speel/leer lokaal + inpandige speelruimte in de vorm van een achthoek
- Motorisch remedial teacher/inpandig speellokaal
- Taal/leeslokaal
- Ontwikkelingsmaterialen
- Ruimte om te verschonen

Samenwerking met instanties
- Medisch kinder dagcentrum / peuterspeelzaal (VVE)
- Zorginstanties
- Bureau Jeugdzorg
- Centrum Jeugd en Gezin
- Maatschappelijke deskundigheid
- Intern is er de samenwerking met de disciplines binnen de 1-zorgroute in het speciaal basisonderwijs; extern met de ketenpartners die
in de schoolgids staan beschreven.
- Doorgaande lijn (externe communicatie)

Ouders
De samenwerking met ouders kenmerkt zich door een duidelijke overlegstructuur (informatie- en ouderavonden, rapportgesprekken,
contactavonden, gesprekken op verzoek van ouders en/of de school).
Ouderbetrokkenheid kenmerkt zich door de inzet van ouders in de werkgroepen en de oudergeleding van de medezeggenschapsraad.
Extra ondersteuning: Arrangement SBO+ (eerder aangeduid als indicatie cluster 4), verwachte uitstroombestemming voortgezet
onderwijs
De school heeft in het onderwijsaanbod een aanpak voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte vanwege hun gedrags- of
ontwikkelingsdiagnose (attention deficit hyperactive disorder, autisme spectrum stoornissen, hechtingsproblematiek, oppositioneel
gedrag). In de orthopedagogische groepssetting van gemiddeld 15 leerlingen kan de school aan de hand van structuren leerlingen minder
leerkrachtafhankelijk maken en bewust maken van het eigen gedrag. In een groep kunnen maximaal drie leerlingen met zwaardere
ondersteuning zitten.
De gespecialiseerde leerkrachten hebben een benadering ten aanzien van leerlingen die in sociaal-emotioneel opzicht ondersteuning
nodig hebben en een ondersteuningsbehoefte hebben op het gebied van executieve functies. Deze aanpak kenmerkt zich door:
- Bieden van grenzen
- Bieden van vertrouwen
- Bieden van veiligheid, voorspelbaarheid, duidelijkheid, en eerlijkheid
- Bieden van kansen
- Bieden van aandacht
11
- Bieden van ondersteuning bij hulpvragen
- Bieden van structuur, stimuleren van taakgerichte werkhouding
- Bieden van vroegtijdige signaleren ter voorkoming van problemen.
- Bieden van weerbaarheidstraining aan de bovenbouwleerlingen

Deskundigheid/expertise
- Orthopedagoog/contactpersoon
- Vertrouwenspersoon
- Maatschappelijk deskundige
- De groepsleerkrachten zijn aantoonbaar orthopedagogisch geschoold.
- Een medewerker heeft het diploma Master SEN opleiding gedragsspecialisatie.
- Een leerkracht is trainer Rots en Water; een psycho-fysieke training
- De gedragswetenschapper en de interne begeleider zijn bekend met psycho -educatieve methodiek.
- De deskundigen coachen eigen leerkrachten

Aandacht/tijd/voorzieningen in de school
- Time-out ruimte
- Gescheiden pauzes
- Uniforme regels school/klas, gevisualiseerd
- De leerkrachten zijn in staat dit type gedrag te herkennen en impulsbeheersing te bewerkstelligen. Dit is een schoolaangelegenheid; de
leerkracht staat er niet alleen voor. Dit noemt de school de cirkel van aandacht. Er is bij escalatie achterwacht aanwezig en een rustige
ruimte voor leerlingen om tot rust te komen.
- De kritische groepsgrootte van leerlingen van groep 3 t/m groep 8 is gemiddeld 15 leerlingen
- Er is een binnenplein aanwezig om het spelgedrag weer op te bouwen.
- Het programma is zodanig gestructureerd en leerkrachtgedrag is voorspelbaar opdat verstoring in de hand kan worden gehouden.
- Zaken als burgerschap, en de ontwikkeling van het sociale snapvermogen moeten expliciet worden voorgeleefd.
- Vervangende leerkrachten worden opgevangen en begeleid. Er zijn met hen voor- en nagesprekken. Leerkrachtafhankelijke leerlingen
gaan naar een andere groep, naar vaste, vertrouwde leerkrachten
- Er is een veiligheidsplan in de school operationeel.
- Er is een meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling aanwezig.
- Er is een medicijnprotocol
- Het schoolklimaat is gericht op het sociaal welbevinden van leerlingen, begrenzing en rust. Dit blijkt uit de methoden maar ook uit de tijd
en aandacht die wordt uitgetrokken om sociaal en emotioneel gedrag te reguleren

Gebouw/materialen
- Methode sociaal emotionele vaardigheid (sova)
- Toetsinstrument Sociale Competentie Leerlingen (scol)
- Programma Alternatieve Denkstrategieën (Pad-kaartjes)
- Formaat meubilair (sbo-formaat = groter of kleiner)
- Het gebouw is prikkelarm, opgeruimd en voldoet aan veiligheidsvoorschriften.
- Er is structurele controle op een overzichtelijke en nette leeromgeving.

Samenwerking met instanties
- Lentis / Accare en andere vergelijkbare instanties
- Maatschappelijk werk
- Clusterscholen (Ambulant Begeleiders)
- Er is een structurele samenwerking in het eigen Schoolondersteuningsteam, waarin de gedragswetenschapper en interne begeleiders,
jeugdarts en maatschappelijk deskundige en directie zitting hebben.
- Er is overleg met ketenpartners.
12
- Er is structurele samenwerking met “Wijs Weerbaar” voor de bovenbouwgroepen.

Ouders
- Overlegmomenten zijn structureel
- Zowel scholen als ouders streven naar een samenwerking met een gezamenlijk doel
- We verwachten van ouders medewerking in het benaderen van ketenpartners en openheid van gegevens om ons werk goed te kunnen
doen
- De samenwerking met ouders kenmerkt zich door een duidelijke overlegstructuur (informatie- en ouderavonden, rapportgesprekken,
contactavonden, gesprekken op verzoek van ouders en/of de school).
- Ouderbetrokkenheid kenmerkt zich door de inzet van ouders in de werkgroepen en de oudergeleding van de medezeggenschapsraad.
Extra ondersteuning: Arrangement SBO Crisisopvang ,(Terug)plaatsing of Doorverwijzing
De school heeft de ambitie voor het opvangen van leerlingen die een crisisplaatsing nodig hebben voor een periode van drie maanden tot
zes maanden tot maximaal een jaar. De schoolbesturen maken hiervoor een symbiose-overeenkomst (Ambitie). Dit is een
maatwerkarrangement, waarbij afspraken gemaakt moeten worden over het ontwikkelingsperspectief, onderwijstijd/verdeling uren per
week, (terug) plaatsingsplan en middelen (Ambitie) Tevens kan de school op voorwaarde van tijd en extra middelen een zorgroute
uitzetten (Ambitie)
Deze leerlingen hebben een ondersteuningsbehoefte op het gebied van:
- begrip
- voorspelbaarheid
- duidelijkheid
- eerlijkheid
- positivisme
- succeservaringen
- onderdeel zijn van een groep.
 Deskundigheid/expertise
- Groepsleerkrachten met kennis van stoornissen, gedragsproblemen, uitval leren.
- Samenwerking met deskundigen die nog gestalte moeten krijgen in de nog te creëren zorgplatform binnen OPRON (Ambitie)
 Aandacht/tijd/voorzieningen in de school
- Overzichtelijke ruimte
- Opgeruimde leeromgeving (rust)
- Aanpassen van groepsgrootte en maximaal één crisisplaatsing per groep , want opvang geschiedt principieel binnen bestaande
groepen van gemiddeld 15 leerlingen per groep.
- Terugplaatsingsplan (Ambitie)
- Veilig schoolklimaat: De leerling moet principieel vertrouwen hebben in de school. Een Uithuisplaatsing (UHP) op bevel van de
kinderrechter geschiedt op onze school niet tijdens schooltijd. We trekken hierbij samen op met Bureau Jeugdzorg om goede afspraken
te maken.
 Gebouw/materialen
- SOVA-methoden/ concrete hulpmiddelen bij vakgebied rekenen
 Samenwerking met instanties
- Scholen BAO in geval van symbiose (Ambitie)
- Externe ketenpartners
 Ouders
- De samenwerking met ouders kenmerkt zich door een duidelijke overlegstructuur (informatie- en ouderavonden, rapportgesprekken,
contactavonden, gesprekken op verzoek van ouders en/of de school).
Ouderbetrokkenheid kenmerkt zich door de inzet van ouders in de werkgroepen en de oudergeleding van de medezeggenschapsraad.
1.3.1 Procedure Bezwaar besluit toelaatbaarheid
Ouders, verzorgers, voogden of school kunnen bezwaar maken tegen het besluit van het samenwerkingsverband over de
toelaatbaarheid tot een speciale school voor basisonderwijs. Het samenwerkingsverband 20.01 heeft een regeling voor
bezwaarschriften vastgesteld, die ten minste inhoudt dat het samenwerkingsverband over het bezwaar het advies inwint bij
een daartoe ingestelde adviescommissie.
Het samenwerkingsverband informeert de ouders over de bezwaarmogelijkheden en –procedure tezamen met de
mededeling over het besluit.
13
1.3.2 Procedure verwijzing en/of verwijdering
Wanneer de speciale basisschool Wim Monnereau-school de extra ondersteuning niet meer kan bieden gaan wij over tot
verwijzen. In vrijwel alle gevallen is stap 1 (zie hierna genoemd) in goed overleg met de ouders en op basis van onze
ervaring voldoende in het belang van de leerling. Wanneer de ouders ondanks het deskundige advies van de school niet
mee willen werken dan gaan wij tot de procedure verwijdering over. Hierbij volgen wij de volgende stappen:
Stap 1: Een passend aanbod doen aan de ouders. Wij vragen een Toelaatbaarheid aan bij het Samenwerkingsverband. De
zienswijze van de ouders nemen wij, in het geval van verschillend inzicht, op in de schriftelijk gemotiveerde aanvraag. De
school voor speciaal onderwijs (bijvoorbeeld cluster 3 of cluster 4) verklaart bereid te zijn tot toelating.
Stap 2: Voornemen tot verwijdering (eventueel voorafgegaan door schorsing, maximaal 1 week)
Stap 3: Horen van de ouders
Stap 4: Het schoolbestuur besluit tot verwijdering
Stap 5: Bezwaarmogelijkheid van de ouders binnen 6 weken na het besluit tot verwijdering
Stap 6: De ouders vragen een oordeel van de Tijdelijke Geschillencommissie Toelating en Verwijdering
Stap 7: Het schoolbestuur neemt een beslissing op bezwaar binnen 4 weken, pas na het oordeel van de commissie en
vooraf horen van de ouders.
1.3.3 Rechtsmiddelen voor ouders bij weigering en toelating met school bij passend onderwijs:
Zoals in paragraaf 1.2.4 genoemd is vrijwel in alle gevallen in goed overleg met de ouders stap 1 voldoende onderbouwd.
Hierna staan de rechtsmiddelen voor ouders genoemd wanneer ouders en een (speciale)( basis)school niet op een lijn zitten
en er een geschil kan ontstaan:
-Schoolbestuur: Bezwaar tegen weigering toelating of verwijdering
-Onderwijsconsulenten, website www.onderwijsconsulenten.nl
-Tijdelijke Geschillencommissie Toelating en Verwijdering , website: www.onderwijsgeschillen.nl
-College Rechten van de Mens, website www.mensenrechten.nl
-Civiele Rechter bij bijzonder onderwijs (kort geding)
-Bestuursrechter(beroep) en Raad van State (hoger beroep)
Behoudens de Civiele Rechter en Bestuursrechter zijn de oordelen van de Onderwijsconsulenten, Tijdelijke
Geschillencommissie Toelating en Verwijdering en College Rechten van de Mens voor het Schoolbestuur niet bindend maar
wel gezaghebbend. Als het Schoolbestuur afwijkt van het oordeel staat dit vermeld in het besluit op bezwaar.
Bij de uitspraak van de rechtsmiddelen zal altijd rekening gehouden worden met het Schoolondersteuningsprofiel en het
ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband.
1.3.4 Passend onderwijs in het samenwerkingsverband 20.01 Primair Onderwijs
Passend Onderwijs
Op 1 augustus 2014 wordt de wet Passend Onderwijs van kracht. Kernpunten uit deze nieuwe wet zijn dat:

Reguliere en speciale scholen op het gebied van ondersteuning aan leerlingen samenwerken;

Scholen zorgplicht hebben (de school waar de leerling schriftelijk is aangemeld dient te zorgen voor een passende
plek indien er sprake is van zeer specifieke onderwijsbehoeften van een kind);
14

Scholen en gemeenten / jeugdhulpverlening werken samen aan de integrale ondersteuning aan leerlingen vanuit
onderwijs en zorg;

Er minder regelgeving vanuit Den Haag komt, maar dat er meer in de eigen regio kunnen regelen.
Samenwerkingsverband en subregio
De Wim Monnereau-school maakt deel uit van het schoolbestuur OPRON
Alle schoolbesturen van de provincie Groningen plus gemeente Noordenveld zijn verenigd in het Samenwerkingsverband
(SWV) 20.01. Dit samenwerkingsverband is opgedeeld in vier subregio’s. De scholen van OPRON vallen onder de subregio
Zuidoost. De besturen in iedere subregio werken nauw samen met de andere schoolbesturen uit de regio om optimale
ondersteuning aan ieder kind te kunnen bieden en expertise met elkaar te delen.
Onderwijs, passend bij iedere leerling
Alle scholen binnen het SWV 20.01 hebben met elkaar vastgesteld welke ondersteuning er tenminste op alle locaties
geleverd wordt, de zogenaamde basisondersteuning. Daarnaast hebben alle scholen vastgesteld welke extra ondersteuning
zij kunnen bieden aan leerlingen. De basis- en schoolspecifieke ondersteuning hebben scholen beschreven in hun
schoolondersteuningsprofiel. U kunt dit profiel opvragen bij uw huidige school of de school van uw keuze.
Is de school handelingsverlegen, met andere woorden kan de school niet voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van uw
kind, dan wordt er allereerst binnen het bestuur of in de subregio gezocht naar een externe deskundige die samen met de
school andere mogelijkheden voor ondersteuning in kaart brengt. Nader onderzoek kan ook één van de adviezen zijn. In dit
traject wordt er te allen tijde nauw samengewerkt met de ouders. Mochten extra interventies onvoldoende resultaat
opleveren waardoor de leerling op die school niet langer begeleid kan worden, dan dient de school een andere, beter
passende plek te zoeken. Dat kan ook het speciaal (basis)onderwijs zijn.
Speciaal basisonderwijs
Voor een plaatsing in het speciaal onderwijs moet de school, samen met u als ouders / verzorgers, een
toelaatbaarheidsverklaring aanvragen bij de Commissie van Advies van het samenwerkingsverband. Meer informatie over
het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring vindt u op de website van het samenwerkingsverband of via de school.
Voor blinde/slechtziende en dove/slechthorende kinderen geldt dat zij zich voor een plek in het speciaal (basis) onderwijs
dienen te vervoegen bij respectievelijk Visio en Kentalis. Zij hebben een eigen Commissie van Onderzoek die bepaalt of een
leerling toelaatbaar is.
Meer informatie voor ouders
Voor u als ouders geldt dat de scholen de belangrijkste informatiebron zijn als het gaat om Passend Onderwijs en extra
ondersteuning aan uw kind. De school heeft dagelijks contact met de leerling en vervult daarmee in de ogen van het
samenwerkingsverband een belangrijke rol in de adequate informatievoorziening aan ouders.
1.4 De bestuursvorm
De Wim Monnererau-school maakt deel uit van Scholengroep OPRON. Deze stichting is het bestuur van de 20 openbare
basisscholen, een school voor speciaal basisonderwijs en een school voor speciaal onderwijs in de gemeenten
Menterwolde, Stadskanaal en Veendam. In totaal vallen dus 22 scholen onder dit bestuur.
15
Elke school heeft een eigen directie. De schooldirectie is verantwoordelijk voor het school beleid en de dagelijkse gang van
zaken op de school. De directie onderhoudt de contacten met de medezeggenschapsraad en is aanspreekpunt voor de
ouders.
Het bestuur van Scholengroep OPRON bestaat uit twee leden, het college van bestuur. De bestuursleden zijn benoemd door
de raad van toezicht. Zij zijn verantwoordelijk voor de totale organisatie. De taken van het college van bestuur hebben
betrekking op het algemene onderwijskundig beleid, personele zaken en beleid, financiën en onderhoud / huisvesting. Het
college van bestuur onderhoudt de contacten met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad.
De raad van toezicht bestaat uit tenminste vijf personen en maximaal zeven personen. Zij worden benoemd door de
gemeenteraden van Menterwolde, Stadskanaal en Veendam, deels op bindende voordracht van de oudergeleding van de
gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. De raad houdt toezicht op de gehele gang van zaken binnen de stichting,
bewaakt of de stichting voldoet aan zijn opdracht het zorgen voor kwalitatief goed onderwijs. De raad van toezicht moet o.a.
de hoofdlijnen van het beleid vastgelegd in het strategisch beleid, de begroting en de jaarrekening goedkeuren.
De directies van de scholen, het college van bestuur en de raad van toezicht worden ondersteund door het bestuursbureau.
Dat deze 22 scholen onder één bestuur vallen wil niet zeggen dat ze allemaal gelijk zijn. Integendeel, elke school staat in zijn
eigen omgeving, heeft zijn eigen kinderen en probeert in zijn onderwijs daar zo goed mogelijk bij aan te sluiten. De scholen
kunnen binnen de gezamenlijk vastgestelde kaders hun eigen schoolspecifiek beleid invullen.
De openbare scholen die bij Scholengroep OPRON horen, werken zo veel mogelijk samen op gebieden die voor alle scholen
van belang zijn. Samen kun je taken effectiever en efficiënter aanpakken, waardoor er voor elke school meer tijd en
mogelijkheden zijn om te werken aan de kwaliteit van het onderwijs op de school zelf.
Meer informatie over Scholengroep OPRON kunt u vinden op de website.
Het adres is:
Scholengroep OPRON
Hoogveen 1, Stadskanaal
Postbus 310
9500 AH Stadskanaal
Tel. 0599 – 696390
Email: [email protected]
Internet: www.opron.nl
1.5 Het team en de schoolgrootte
De Wim Monnereau-school bestaat momenteel uit 8 basisgroepen. In augustus 2014 beginnen wij met ongeveer 122
leerlingen. Niet alle groepen zijn even groot. We streven er naar om de jongste groep zo klein mogelijk te houden, tot een
maximum van 12 leerlingen.
In de groepen werken leerkrachten, al dan niet in deeltijd. Verder werken een logopediste, vakdocenten
bewegingsonderwijs, orthopedagoog, fysiotherapeute, maatschappelijk deskundige, conciërge en een administratief
medewerker op onze school.
De Wim Monnereau-school is een erkend leerbedrijf. Dit betekent dat de school een opleidingsschool vormt voor het
middelbaar beroepsonderwijs. De stagiaires werken onder verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht.
16
Ook begeleiden wij studenten van de Pedagogische Academies en Rijks Universiteit Groningen, Hanzehogeschool en
Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding.
1.6 Het gebouw
De school is gevestigd in een gebouw dat beschikt over 11 leslokalen, een handvaardigheidlokaal, een computerlokaal, een
leskeuken, een motorisch therapielokaal, en een taal-leeslokaal voor de logopediste.
Daarnaast zijn er de werk- en ontvangstruimten van de directie, orthopedagoog, ict- coördinator en interne begeleiders.
17
Hoofdstuk 2 Waar de school voor staat
2.1 De missie van de school
De Wim Monnereau-school laat alleen leerlingen toe met een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV). Onze leerlingen kunnen een
ononderbroken ontwikkelingsproces volgen. Wij streven er naar om elk kind zo ver mogelijk te brengen, zowel op sociaalemotioneel terrein als op de leerinhouden.
Het uitgangspunt is dat elk kind en alle gezindten zich bij ons thuis voelen.
Het motto van de school is: De Wim Monnereau-school: Een cirkel van aandacht.
2.2 Onderwijsvisie
De Wim Monnereau-school streeft er naar een plek te zijn waar kinderen graag vertoeven en zich veilig en geborgen voelen.
De Wim Monnereau-school wil een school zijn die de problematiek van zijn leerlingen accepteert. Ze leert leerlingen omgaan
met eigen problemen en die van anderen. Zij wil een school zijn waar kinderen het maximaal haalbare leren maar ook een
school zijn waar kinderen zich kunnen ontwikkelen tot een individu met zelfvertrouwen, zelfkennis en positief gedrag.
Een extra accent krijgt de taalontwikkeling, rekenen, de sociaal emotionele ontwikkeling en de motorische ontwikkeling van
de kinderen. De Wim Monnereau-school wil op deze wijze bijdragen aan een goede persoonlijkheidsontwikkeling en aan een
goede ontwikkeling van het burgerschap.
De identiteit van de school is openbaar. Dat wil zeggen dat iedereen, ongeacht afkomst, politieke overtuiging of godsdienst
welkom is.
De volgende waarden en normen vinden wij belangrijk:
Veiligheid en geborgenheid;
Vertrouwen te krijgen in eigen kunnen;
Rust, structuur en vaste regelmaat;
Opvoeden vanuit een positief opvoedingsperspectief;
Leren omgaan met eigen problemen en die van anderen;
Het maximaal haalbare leren.
18
2.3
Uitstroomresultaten naar het voortgezet onderwijs
In de tabel staat per schooljaar in percentages aangegeven naar welk type van voortgezet onderwijs de leerlingen aan het
eind van groep 8 uitstromen. Het merendeel van de leerlingen stroomt uit naar het Praktijkonderwijs en Voorbereidend
Middelbaar Beroepsonderwijs met leerweg ondersteuning. De leerroute is meestal de basisberoepsgerichte leerweg.
Uitstroom/schooljaar
2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
VSO cluster 1
VSO cluster 2
VSO cluster 3
7%
3%
VSO cluster 4
3%
PRO
27%
38%
53%
59%
62%
VMBO bbl met lwoo
55%
38%
39%
38%
24%
9%
12%
4%
6%
5%
VMBO bbl zonder lwoo
VMBO kbl met lwoo
9%
VMBO kbl zonder lwoo
VMBO gl met lwoo
VMBO gl zonder lwoo
VMBO tl zonder lwoo
4%
ZML
5%
OPDC
HAVO
Totaal aantal leerlingen
33
43
23
29
21
2.4 Schoolklimaat
Op de Wim Monnereau-school kiezen wij voor een klimaat waar naast de didactiek accenten worden gelegd in het
structureren van de situatie en omgeving van het kind. De manier waarop de leerkracht contact heeft met het kind is
voorspelbaar en duidelijk. De gestructureerde situatie zorgt ervoor dat er geen vervelende dingen gebeuren en dat het kind
zich veilig voelt. De leerkracht hanteert de principes van de basiscommunicatie. Het goed of soms nadrukkelijk hanteren van
interactieprincipes, bijvoorbeeld initiatief volgen, instemmend benoemen, beurtverdeling en leiding geven, stelt de leerkracht
in staat om vriendelijk leiding te geven. Het gaat om warmte en leiding geven.
Wij gaan ervan uit dat structuur bieden kinderen een veilig klimaat biedt. De situatie wordt verduidelijkt en vereenvoudigd.
Structuur bieden is iets geheel anders dan het uitoefenen van macht en het geven van straf.
Voorbeelden daarvan zijn:
Op de gang loop je rustig en je praat niet luid;
De onderbouw en de bovenbouw spelen in de pauzes op gescheiden pleinen;
In de middagpauze eten de leerlingen gezamenlijk in het klaslokaal;
Er is altijd pleinwacht tijdens de pauzes aanwezig;
De eigen leerkracht begeleidt de leerlingen bij het naar binnen gaan, zij vormen buiten een rij;
Er is een anti-pestprotocol aanwezig;
De dagplanning wordt op het digibord of het dagritmebord aangegeven
19
Wij geven les volgens het model Interactief Gedifferentieerd Directe Instructie.(IGDI)
Interactief betekent dat je met het kind in gesprek gaat over hoe hij leert en hem aanzet tot nadenken. Wij activeren de
voorkennis door middel van het vergroten van de betrokkenheid.
Gedifferentieerd betekent dat de leerkracht de instructie aanpast aan verschillen tussen kinderen. De leerkracht probeert zo
effectief mogelijk met de tijd om te gaan zodat elk kind van de instructie profiteert. Dit is mogelijk door middel van
verschillende werkvormen. Het niveau is uiteenlopend, maar ook zaken als doorzettingsvermogen, concentratie en manier
van leren zijn bij ieder kind anders. Ook zijn er verschillen in de thuissituatie en omgeving van de leerlingen.
Directe instructie betekent dat je goed uitlegt en het kind laat weten wat het doel van de les is.
Al deze zaken bij elkaar vereisen kwaliteit van de leerkrachten. Deze kwaliteit drukt zich op de eerste plaats uit in
betrokkenheid, aandacht en invoelen.
2.5 Ouders
In onze visie is een goede, intensieve relatie met de ouders van groot belang. Daarbij is het voor de goede ontwikkeling van
de kinderen belangrijk om op een lijn te zitten. Zowel de school als de ouders hebben daarin een inspanningsverplichting.
Wij verwachten van de ouders:
Ervoor zorgen dat het kind dagelijks op tijd op school is;
Ervoor zorgen dat het kind met de juiste spullen (gymkleding, zwemkleding) op school komt;
Ervoor zorgen dat het kind voldoende slaap krijgt en voldoende en goed gegeten heeft voordat het
op school komt;
Bereid zijn om mee te werken aan gesprekken wanneer de school daarom vraagt;
Aanwezig zijn op oudercontactavonden en kennismakingsgesprekken;
Gehoor geven aan uitnodigingen en oproepen van met name jeugdarts, logopediste en orthopedagoog;
Een betrokken, opbouwende houding ten opzichte van de school. Wanneer u vragen of opmerkingen heeft kunt u voor of na
schooltijd bellen of mailen naar de desbetreffende leerkracht.
20
2.6 Schoolregels
Het uitgangspunt is dat wij samen verantwoordelijk zijn voor een goed werk- en leefklimaat
Algemene schoolregels:
Onze school is een plek waar wij ons veilig voelen;
Op onze school willen wij bouwen en niet breken;
Op onze school hebben wij respect voor elkaar;
Wij willen zoveel mogelijk zelf doen;
Wij staan klaar om elkaar te helpen.
Afgeleide schoolregels en klassenregels:
Ik leg alles daar waar het hoort;
Ik zoek rustig mijn plaats;
Ik wil rustig kunnen werken;
Ik luister naar een ander;
Ik heb respect voor de spullen van een ander;
Ik speel samen, deel samen en ruim samen op.
21
Hoofdstuk 3 De organisatie van het onderwijs
3.1 De organisatie van de school
De leerlingen plaatsen wij bij leeftijdsgenoten in de groep. Er zijn in principe acht leerjaren. Elke leerkracht heeft naast zijn of
haar lesgevende taken ook andere taken. Deze taken worden per jaar geëvalueerd en bijgesteld.
De Wim Monnereau-school bestaat uit 8 groepen. De leerlingen zijn verdeeld in basisgroepen. Een basisgroep is de eigen
groep van de meester of juf. De basisgroep is zoveel mogelijk op leeftijd ingedeeld. Ten aanzien van lezen en rekenen
werken wij met niveaugroepen. De hele school leest gedurende 60 minuten per dag in de niveaugroep. Het kan zijn dat uw
kind, op basis van zijn/haar niveau, bij een andere groepsleerkracht leest.
Wij streven ernaar om maximaal drie instructieniveaus in de groep te hebben. Dit om de effectiviteit van het onderwijs te
handhaven.
De kleuters ontvangen onderwijs in groep D. In deze groep zitten kinderen tussen de 4 en 7 jaar. Wij streven ernaar om in
deze groep tegemoet te komen aan de specifieke behoeften van kleuters. Naast het ontwikkelingsspel beginnen wij zo snel
mogelijk met het voorbereidend en aanvankelijk technisch leren.
De verdeling van de leerlingen is als volgt:
groep D
leeftijd 4-8 jaar
groep E
leeftijd 8-9 jaar
groep G
leeftijd 8-10 jaar
groep H
leeftijd 9-10 jaar
groep I
leeftijd 9-11 jaar
groep K
leeftijd 10-11 jaar
groep L
leeftijd 11-12 jaar
groep M
leeftijd 11-12 jaar
Bij de verdeling van de leerlingen kijken wij naar de beschikbare formatie, onderwijsbehoefte en naar het uitstroomniveau
van de leerlingen.
3.2 Veiligheid
Tijdens gesprekken en bijeenkomsten is er aandacht voor de sfeer op school en het ervaren van veiligheid in de groep. Er
wordt door de leerkrachten gericht naar geïnformeerd.
De leerkrachten houden in alle groepen zowel klassengesprekken met de kinderen als individuele pedagogische gesprekjes.
Het schoolteam organiseert kennismaking, -informatieve- en open bijeenkomsten voor de ouders. Verder nodigt het team
alle ouders minimaal drie keer per jaar uit voor een persoonlijk gesprek met de leerkracht.
Incidenten die zich voordoen worden gemeld bij de directie. Bij ernstige calamiteiten licht de directeur de
medezeggenschapsraad en het college van bestuur in.
Jaarlijks houdt de directeur functioneringsgesprekken met de teamleden , waarbij geïnformeerd wordt naar “welbevinden” in
het algemeen en waarbij de leerkracht gevraagd wordt hoe hij of zij het sociale klimaat op school ervaart (omgang met
collega’s, studenten en ouders). De directie kan uit deze gesprekken onderwerpen selecteren voor een gemeenschappelijke
bespreking.
De
directeur
evalueert
regelmatig
de
afhandeling
van
eventuele
incidenten
en
informeert
tijdens
de
functioneringsgesprekken of deze afhandeling naar volle tevredenheid is verlopen.
22
We registreren incidenten die de psychische of fysieke veiligheid aantasten. Dit geldt voor de veiligheid van leerlingen en
leraren.
We hebben als school gedragsregels waarin aandacht wordt besteed aan het respecteren van elkaar.
De doelstelling van de Wim Monnereau- school is dat alle kinderen zich veilig voelen. Daarbij hoort een goede ontwikkeling
van waarden en normen.
Ons beleid is er op gericht hoe je in de maatschappij behoort te bewegen en hoe je ruzies, pesten en discriminatie kunt
tegengaan.
De school heeft een actief beleid gericht op het bevorderen van het gevoel van veiligheid. Sociaal competent gedrag wordt
gevolgd door middel van de Sociale Competentielijst (SCOL).
In samenspraak met elkaar over gebeurtenissen in de wereld en in de lessen wereldoriëntatie proberen wij bij de leerlingen
het bewustzijn rondom het eigen gedrag te stimuleren.
Bij ruzie of pestgedrag is onze zorgroute als volgt:
Niveau 1: Reageert bij boosheid op de aanwijzing/correctie van de leerkracht;
Niveau 2: Kalmeert bij boosheid na een aanwijzing van de leerkracht;
Niveau 3: Schakelt de leerkracht in wanneer hij zelf een ruzie niet op kan lossen;
Niveau 4: Toont spijt en maakt het goed met een ander;
Niveau 5: Gaat bij een ruzie in op wat een ander zegt;
Niveau 6: Luistert naar een medeleerling wanneer deze een oplossing voorstelt;
Niveau 7: Onderhandelt met een medeleerling over een oplossing bij ruzie;
Niveau 8: Voorkomt ruzie door de ander tijdig aan te geven dat hij te ver gaat.
Wanneer de zorgroute omgaan met ruzie en pestgedrag onvoldoende resultaat heeft betrekken wij de ouders erbij.
Stap 1: De ouders van beide partijen betrekken bij het vinden van een oplossing.
Stap 2: Ondanks alle inspanningen: bij voortdurend storend of agressief gedrag: protocol
schorsing en /of verwijdering.
De school heeft Bedrijfshulpverleners (BHV-ers) die verantwoordelijk zijn voor mede bewaken van het veiligheidsprotocol
Op de Wim Monnereau-school zijn vier personen aanwezig met een BHV-diploma (bedrijfshulpverlening). De BHV-er is
verantwoordelijk voor de opvang van kleine ongelukjes, de zorg voor een veilige schoolinrichting en omgeving en voor de
eerste organisatie van hulpverlening in het geval van brand of andere calamiteiten.
Op de Wim Monnereau- school oefenen wij twee keer per jaar met het ontruimingsplan. Op de school is een plan sociale
veiligheid aanwezig. In dit plan staat onder meer beschreven hoe wij omgaan met gewenst en ongewenst gedrag.
23
Hoofdstuk 4 Het onderwijsprogramma
4.1 Schoolvakken
4.1.1 Lesprogramma onderbouw
Wanneer wij een vierjarige op school geplaatst krijgen dan gebruikt de Wim Monnereau-school deze periode voor
observatie, diagnose en het geven van onderwijs. Het accent bij vierjarigen ligt vooral in de ondersteuning van sociale
redzaamheid, het leren functioneren in een groep, het ontwikkelen van sociale vaardigheden, taakbesef en taalontwikkeling.
Wij gebruiken een beredeneerd aanbod voor kleuters te weten: Schatkist.
4.1.2 Basisvaardigheden lezen, taal, rekenen en schrijven
De vakken technisch lezen en rekenen geven wij groepsdoorbrekend, in niveaugroepen. Iedere leerling wordt in een
leesgroep geplaatst. Uw kind kan dus lezen krijgen van een andere leerkracht. De leerkracht van de niveaugroep maakt voor
dit vakgebied een groepsplan. Na toetsing passen wij in een groepsbespreking het plan voor een individuele leerling of voor
een groepje leerlingen aan.
Alle leerkrachten handelen volgens het protocol lezen dat in de school aanwezig is. Dyslectische leerlingen worden volgens
dit protocol snel gediagnosticeerd en krijgen binnen de groep en/of zorguren met betrekking tot hun stoornis. Dit gebeurt
altijd in overleg met de ouders.
Lezen
Taalontwikkeling is van groot belang voor het leren. Voor de jongste leerlingen is vooral de ontwikkeling van mondelinge taal
(spreken en begrijpen) van groot belang. Op de Wim Monnereau- school hebben wij hiervoor een taalleeslokaal ingericht.
Naast het technisch en voortgezet lezen volgens de methoden Veilig Stap voor Stap en Estafette besteden wij in de
bovenbouw ook aandacht aan het begrijpend lezen. Wij gebruiken hiervoor de methode Leeslink. Het gebruik van de
computer en het digibord is hierbij geïntegreerd.
Taal
Op de Wim Monnereau- school gebruiken wij voor de taalbeschouwing in de onderbouw de geïntegreerde lees/taalmethode
Veilig Leren Lezen.
In de midden/bovenbouw van de Wim Monnereau- school gebruiken wij de methode Taal op Maat voor taalbeschouwing en
Spelling op maat voor het spellingsonderwijs.
24
Rekenen
Wij werken met de rekenmethode “Reken Zeker”. Deze methode combineert het beste uit de twee werelden van traditioneel
rekenen en realistisch rekenen. Het didactische model van Reken Zeker zorgt ervoor dat alle leerlingen rekenvaardigheid,
inzicht en zelfvertrouwen opbouwen.
De uitgangspunten van de methode zijn gericht op de volgende uitgangspunten:
De leerlingen zelfvertrouwen te geven door te oefenen en te herhalen;
Alle leerlingen kunnen leren rekenen;
Systematische aanpak; opbouw in kleine stappen;
Eén domein( onderwerp) per les;
Ook de sommen met contexten zijn voor iedereen haalbaar;
Resultaatgericht werken. Uitgekiend programma van herhalingen en toetsen;
Alle leerlingen blijven bij de les; geen uitval of speciale programma’s voor rekenzwakke leerlingen. Wel, naar behoefte,
verlengde instructie;
Uitdagende sommen voor goede rekenaars;
Evenwicht tussen instructie en zelfwerkzaamheid.
Schrijven
Het doel is om de kinderen een leesbaar handschrift aan te leren, waarbij wij als school hebben gekozen voor de methode
Schrijven leer je zo (blokschrift). Leerlingen die tussentijds instromen vanuit het basisonderwijs en het verbonden schrift
goed beheersen kunnen in de methode Handschrift hun schrijfvaardigheden verder ontwikkelen. Op de school is een
vakdocent Motorisch Remedial Teaching werkzaam. Hij stelt een programma samen om zowel de fijne als de grove motoriek
te ontwikkelen. Mocht het schrijfproces absoluut niet op gang komen, dan wordt de computer en/of Alphasmart ingezet.
4.1.3 Sociaal-emotionele vorming
Wij vinden dat wij kinderen moeten helpen om de nodige sociale vaardigheden te leren, om sociaal competent te worden. Er
zijn in de school methodieken en programma’s aanwezig om leerlingen te begeleiden. Op groepsniveau wordt gewerkt aan
de sociale competenties die worden gemeten met een instrument: de sociale competentielijst voor leerlingen (Scol) De
methode die wij gebruiken heet Kinderen en hun sociale talenten.
4.1.4. Wereld oriënterende vakken
Het gaat hier om de vakken geschiedenis, natuur en techniek, engels, aardrijkskunde, burgerschapsontwikkeling, verkeer.
De kerndoelen voor het onderwijs beschrijven het onderwijsaanbod in grote lijnen, in de leerboeken die wij in de school
gebruiken, wordt de leerstof verder uitgewerkt.
We gebruiken de volgende methoden:
Geschiedenis: Speurtocht
Aardrijkskunde: De Blauwe Planeet
25
Natuur en techniek: Wijzer door natuur en techniek
Burgerschap: Kijk in je wijk
Engels: Real English
Verkeer: Vellig verkeer Nederland: Op voeten en fietsen, Stap vooruit, verkeersexamen en oefeningen
Naast de methoden gebruiken wij in de les verschillende andere leer- en hulpmiddelen bijvoorbeeld tv-uitzendingen of
internet.
4.1.5 Burgerschap
De algemene definitie van Actief Burgerschap luidt:
Het zelfstandig verantwoordelijkheid nemen door leerlingen voor gemeenschapsbelangen binnen en/of buiten de school.
Burgerschap is gerelateerd aan de visie van het openbaar onderwijs waar voor ieder een gelijkwaardig plaats inneemt
ongeacht levensovertuiging en culturele of etnische achtergrond. Bij burgerschap gaat het om de bereidheid en het
vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en om daar actief een bijdrage aan te leveren.
Op de Wim Monnereau-school besteden wij aandacht aan actief burgerschap op de volgende wijze:
Vakoverstijgende activiteiten.
Hierbij gaat het bijvoorbeeld om leergebiedoverstijgende doelen zoals verantwoordelijk omgaan met elkaar, respectvol
luisteren en kritiek geven, reflectie op eigen handelen en leren. In de gehanteerde methoden staan de
leergebiedoverstijgende doelen beschreven.
Vakinhouden.
In de methode cultuureducatie; “Moet je doen” en sociaal emotionele ontwikkeling: “Kinderen en hun sociale talenten” leren
de kinderen hoe ze met zorg en waardering met de omgeving en anderen omgaan. Tevens geven wij lessen uit de methode
Burgerschap. De methode Leeslink sluit aan bij de actualiteit en doet een beroep op het denkvermogen en maatschappelijke
betrokkenheid van kinderen. Verder voeren de leerkrachten klassengesprekken over actuele, waardegebonden thema’s..
Samenwerking tussen school en omgeving
Door middel van uitstapjes in relatie tot kunst en cultureel erfgoed willen wij de kinderen actief bij hun omgeving betrekken.
Verder volgen wij natuurpaden om respect voor de natuur te stimuleren. Wij hebben op onze school een Cultuureducatieplan
waarin wij de burgerschapsvorming hebben vastgelegd.
Deelname aan besluitvorming
De leerlingen hebben inbreng in de schoolprojecten.
4.1.6 Expressieactiviteiten
Wij besteden op de Wim Monnereau- school aandacht aan tekenen, handenarbeid, muziek en dramatische expressie. De
leidende methode is Moet je doen.
26
4.1.7. Bewegingsonderwijs
Gymnastiek
Alle groepen krijgen een les gym van de vakdocent en een les van de groepsleerkracht. Wanneer de groepsleerkracht geen
gymbevoegdheid heeft dan krijgen de leerlingen de les van de vakdocent of een groepsleerkracht met een gym-akte.
Motorisch Remedial Teaching (MRT)
MRT- lessen worden in de onderbouwgroepen klassikaal gegeven. Bij de jonge leerlingen zijn de lessen vooral gericht op de
grove motoriek en bij de oudere leerlingen op de fijne (schrijf)motoriek. Voor de schrijfmotoriek wordt gebruik gemaakt van
de methode Novoskript.
Zwemmen
Alle groepen, behalve de kleutergroep, krijgen elke week een korte zwemles, in de meeste gevallen met twee groepen
tegelijk. Er zijn in het zwembad naast de vakdocent gym, zweminstructeurs aanwezig.
4.1.8 Computeronderwijs
Alle lokalen zijn voorzien van een digibord. Het digibord neemt een belangrijke plaats in in het onderwijs. Naast de
gebruikelijke computers in de klas gaan de leerlingen volgens een vast rooster naar het computerlokaal, waar aan de hele
groep instructie kan worden gegeven.
Het beleidsplan Informatie en Computer Technologie (ICT) zal in het jaar 2014-2015 worden aangepast.
4.2 De schoolbel gaat
4.2.1 Verkeersregels bij school
Na schooltijd wachten de taxi’s langs de stoep op de leerlingen
Alleen als hun taxi langs de stoep staat, mag een kind van het plein af lopen en instappen
Taxichauffeurs die niet langs de stoep kunnen parkeren wachten de leerlingen op bij het wachtplateau.
De aanrij- route van de taxi’s naar de parkeerplaats is vanaf het ING-gebouw, voor het gebouw van Compaen langs.
De taxi’s rijden langs de eerste inrit weg. Ouders en leerkrachten wordt verzocht, langs de tweede van het Jan-Salwaplein te
vertrekken. Dit om minder verkeer bij het overzetten te krijgen.
Taxi’s die nog geen plek langs de stoep hebben, wachten achter in de rij voor het Compaengebouw.
Ouders die hun kind halen, parkeren op het Jan Salwaplein in de havens, niet langs de stoep bij de school
Verkeersbrigadiers zetten de leerlingen over naar het wachtplateau.
Ouders die met de fiets komen worden dringend verzocht niet op de weg of de stoep te wachten
Ouders wachten op het plateau op het Jan Salwaplein of op de ruimte bij het hek van de onderbouw.
27
4.2.2 Pleinregels
De jongste groepen spelen op het plein achter de school. De oudste groepen spelen op het grote plein. De leerlingen mogen
niet van het plein aflopen. Voetballen mag op het grote plein onder toezicht van de pleinwacht. De leerlingen dragen hesjes
ter aanduiding van de teams. De leerlingen mogen niet zonder toestemming naar binnenlopen.
4.2.3 Mobieltjes en waardevolle spullen
Er mag tijdens schooltijd geen gebruik worden gemaakt van mobieltjes. De leerlingen zijn verplicht om ’s ochtends de
eventueel meegebrachte mobieltjes in de kluis te leggen. De school neemt geen verantwoordelijkheid voor schade of verlies
van waardevolle spullen die mee naar school worden genomen.
4.2.4 Schooltijden
Hieronder vindt u de tijdschema’s voor alle groepen.
Maandag
8.45-15.00 uur
Dinsdag
8.45-15.00 uur
Woensdag
8.45-12.30 uur; groep D vrij
Donderdag
8.45-15.00 uur
Vrijdag
8.45-15.00 uur; vierjarigen ’s middags
vrij
Pauzetijden:
Wisselende groepen 10.30-10.45 uur en 10.45-11.00 uur
Wisselende groepen 12.15-12.45 uur en 12.45-13.15 uur
In de hele schoolloopbaan ontvangen de leerlingen tenminste 7520 uren onderwijs.
De leerlingen in de leeftijd van groep 1 t/m 4 moeten tenminste 3520 uren onderwijs hebben ontvangen en de leerlingen in
de leeftijd van groep 5 t/m 8 tenminste 3760 uren.
Onze leerlingen gaan meer uren naar school dan wettelijk minimaal verplicht is. De middagpauze is voor alle groepen een
half uur. De extra gevolgde lesuren zetten wij om in marge-uren voor de hele school. Het personeel is niet vrij; zij gebruiken
deze dagen voor deskundigheidsbevordering en andere teamaangelegenheden.
De zoemer gaat om 8.40 uur. Leerlingen vormen dan buiten een rij. Vervolgens gaan zij onder begeleiding van de
leerkrachten naar binnen zodat om 8.45 met de lessen kan worden begonnen.
De leerlingen van groep D hebben een inloop. Zij gaan met hun ouders om 8.35 uur naar binnen. Na de voorjaarsvakantie
blijven de leerlingen van groep 2 buiten, ter voorbereiding op groep 3.
4.2.5 Schade en verzekering
Alle scholen van de scholengroep Opron zijn collectief verzekerd tijdens de schooluren. De ouders zijn zelf aansprakelijk
voor het gedrag van hun kinderen onder schooltijd. Met name in die gevallen wanneer er sprake is van schade of verlies van
waardevolle spullen is het goed om te weten dat de school pas de schade moet vergoeden wanneer er sprake is van een
verwijtbare fout. De school moet dus aantoonbaar tekort zijn geschoten. Een bal tegen de bril bij een gymles of het
28
beschadigen van een waardevol stuk speelgoed kan niet worden verhaald op de schoolverzekering. Het is van belang dat
ouders een goede WA-verzekering hebben.
4.3 Vakantieregeling en vrije dagen
4.3.1 Overzicht vakantiedagen schooljaar 2014-2015 regio Noord
Aanvang schooljaar
18-08-2014
Herfstvakantie
11-10-2014 t/m 19-10-2014
Kerstvakantie
20-12-2014 t/m 04-01-2015
Voorjaarsvakantie
21-02-2015 t/m 01-03-2015
Goede Vrijdag + 2e Paasdag
03-04-2015 t/m 06-04-2015
Meivakantie
02-05-2015 t/m 13-05-2015
Hemelvaart
14-05-2015 t/m 15-05-2015
Pinkstervakantie
25-05-2015 t/m 25-05-2015
Zomervakantie
04-07-2015 t/m 16-08-2015
4.3.2 Studiedagen- organisatiedagen personeel
De studie- en organisatiedagen voor het personeel in het schooljaar 2014-2015 zijn vastgesteld. De leerlingen zijn dan vrij.
Dag
Onderwerp
Tijd
Vrijdag 29 augustus 2014
Interne scholing personeel
Dag
Woensdag 10 september 2014
Interne scholing personeel
Ochtend
Dinsdag 20 januari 2015
Interne scholing personeel
Dag
Donderdag 12 maart 2015
Interne scholing personeel
Dag
Maandag 1 juni 2015
Interne scholing personeel
Dag
Woensdag 17 juni
Interne scholing personeel
Ochtend
Op vrijdag 5 december, vrijdag 19 december, maandag 27 april en vrijdag 3 juli zijn alle leerlingen vanaf 12.30 uur vrij.
Indien er sprake is van een ingelaste margedag(deel) dan stellen wij de ouders zo spoedig mogelijk op de hoogte.
Het overblijven is een onderdeel van het lesprogramma. Alle leerlingen blijven dus over en eten onder leiding van de
leerkracht. De leerlingen nemen brood en fruit mee, voor melk/ karnemelk en thee wordt door de school gezorgd. Na het
eten poetsen de leerlingen de tanden. De ouders betalen een bijdrage voor melk, tandenborstels en tandpasta.
29
4.3.3 Voorkomen lesuitval
Onze werkwijze bij ziekte van personeel is als volgt:

Wanneer een collega zich ziek meldt dan bellen wij een vervanger.

Er is op school een opdeellijst aanwezig. Hierop staan kinderen die moeite hebben met de omschakeling naar een
nieuwe leerkracht. Zij gaan dan met hun taakwerk naar een vast teamlid. Dit weten de leerlingen.

De leerlingen worden opgedeeld.

Wanneer er geen vervanging beschikbaar is en wij het ook intern niet kunnen opvangen dan informeren wij de
ouders om hun kind een dag thuis te houden. Het vervoersbedrijf lichten wij ook in.
4.4 Leerroutes voortgezet onderwijs
4.4.1 Uitstroomcriteria:
Leerroute
Intelligentieniveau (IQ)
Behaalde kerndoelen
Theoretisch
Uitstroomperspectief
Leerroute 3
55-80
0,50
Praktijkonderwijs (PRO)
Leerroute 2
81-90
0,75
LWOO/VMBO
90-120 en sociaal-
0,75
LWOO/VMBO
1,00
HAVO
emotionele problemen
Leerroute 1
> 100
4.4.2 Schoolverlatertraject.
Psychologisch onderzoek
In juni van het voorgaande schooljaar wordt bepaald welke leerlingen op grond van leeftijd in aanmerking komen voor
vervolgonderwijs. Er wordt in kaart gebracht welke leerlingen een nieuw psychologisch onderzoek afgenomen moeten
krijgen. Als test gebruiken wij hiervoor de Wechsler Intelligence Scale for Children, Nederlandse versie (WICS-III nl)
Begeleidingsplan
In het begeleidingsplan is het streefdoel Voortgezet onderwijs vastgesteld.
Het streefdoel is vastgesteld op basis van IQ en eventuele bijkomende problematiek en/of stoornissen. Dit wordt gedaan
door de orthopedagoog bij de start van de schoolloopbaan binnen onze school.
Het kan zijn dat gedurende de schoolloopbaan een leerlijn (per vakgebied) bijgesteld dient te worden op basis van
protectieve of belemmerende factoren.
Overleg schoolondersteuningsteam (Commissie van Begeleiding)
In september vindt de eerste bespreking in het schoolondersteuningsteam plaats. Alle leerlingen met 6 leerjaren worden
besproken. Een uitzondering wordt in dit overleg besproken. Hier wordt een voorlopig schooladvies vastgesteld op basis van
30
de gestelde doelen en de behaalde resultaten. Daarbij spelen de kindkenmerken een rol van betekenis. Bij dit overleg zijn de
orthopedagoog, Interne begeleider en groepsleerkracht betrokken.
Toetsing:
Vanaf januari begint de Cito-toetsing via het leerlingvolgsysteem van de school voor de vakgebieden rekenen, spelling,
woordenschat, begrijpend en technisch lezen. Mocht er twijfel bestaan welke richting een leerling binnen het VMBO kan
volgen, wordt er een drempelonderzoek afgenomen.
Vaststelling definitieve schoolkeuze (januari/februari):
De Interne begeleider brengt alle gegevens in kaart om vervolgens binnen het schoolondersteuningsteam tot een definitieve
keuze te komen.
Oudergesprekken (januari/februari)
De toetsresultaten worden met de ouders besproken. De school geeft advies met betrekking tot de schoolkeuze. De ouders
kunnen vervolgens gericht open dagen van het vervolgonderwijs bezoeken om tot een keuze te komen.
Aanmelding vervolgonderwijs
De Interne begeleider is geïnformeerd door de groepsleerkrachten betreffende de schoolkeuzes. In overleg met de ouders
neemt zij contact op met de scholen voor voortgezet onderwijs om aanmeldingsformulieren en Onderwijskundige Rapporten
aan te vragen. De ouders zijn verantwoordelijk voor het aanmelden voor 1 april van hun kinderen bij een school van
voortgezet onderwijs.
Plaatsingswijzer overgang primair onderwijs-voortgezet onderwijs
Naar voorbeeld van het primair en voortgezet onderwijs in Friesland wil het SWV Groningen Ommelanden
(Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO) de advisering door de basisschool naar het vervolgonderwijs baseren op
de meerjarige ontwikkeling van de leerling, zoals deze blijkt uit het leerlingvolgsysteem. Daarvoor wordt dan een zgn.
plaatsingswijzer gebruikt.
Het SWV VO zal hierover in overleg gaan met het SWV PO om de invoering af te stemmen. Het zou moeten ingaan bij de
aanmelding voor 2014-2015.
Eindtoets speciaal basisonderwijs
De eindtoets in het reguliere basisonderwijs wordt een wettelijke verplichting.
Uit betrouwbare bron (PO Raad en Inspectie) hebben wij vernomen dat S(B)O-scholen vooralsnog niet verplicht zijn een
eindtoets af te nemen.
Dat geldt niet alleen voor de CITO-eindtoets, maar ook voor de alternatieve toetsen die her en der worden genoemd. Omdat
de standaardtoets niet echt geschikt is voor de meeste van 'onze' leerlingen, wordt er hard gewerkt aan geschikte
(adaptieve) toetsen voor onze doelgroep.
Tot die tijd (waarschijnlijk zomer 2018) zijn onze scholen dus niet verplicht om aan de eindtoets deel te nemen.
31
Oudergesprekken maart
Tussen beide oudergesprekken wordt door de ouders de definitieve schoolkeuze bekend gemaakt, indien er nog twijfel
bestond.
In maart worden de Onderwijskundige rapporten (OWR) besproken en de aanmeldingsformulieren ondertekend. De school
zorgt vervolgens voor de overdracht van de formulieren naar de desbetreffende school.
4.4.3 Schorsen en verwijdering van leerlingen, time-out
Time-out
Het komt voor dat een leerling in een negatieve gedragsspiraal zit en het onderwijs aan andere leerlingen belemmert en
verstoort. In dat geval wordt de leerling apart gezet bij degene die achterwacht is. De leerling heeft dan een time-out. Het
aantal keren dat een leerling in de time-out zit wordt geregistreerd en met de ouders besproken. In uitzonderlijke gevallen
betekent het dat het kind door de ouders/verzorgers moet worden opgehaald. Er wordt door de leerkracht meteen contact
opgenomen met ouders/verzorgers om herhaling van dit gedrag te voorkomen. Er moet een stijgende lijn zitten in de
impulsbeheersing. Indien aan de orde volgt er uiteindelijk een gesprek met de directeur en worden er afspraken gemaakt.
Het kan zijn dat de school niet kan voldoen aan de onderwijsbehoefte van de leerling en er al vast uitgekeken moet worden
naar een passender vorm van onderwijs.
Schorsing
De school heeft de mogelijkheid een leerling voor maximaal 1 week te schorsen, bijvoorbeeld als er sprake is van ernstige
verstoring van het onderwijsproces (orde en voortgang van de les). Er is altijd eerst contact tussen ouders, leerkracht en
directie. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de ouders gemeld. In deze periode vinden gesprekken plaats tussen
directie en ouders, eventueel samen met de leerling, om duidelijke afspraken te maken om herhaling van gebeurtenissen te
voorkomen. Bij schorsing langer dan 1 dag wordt de onderwijsinspectie op de hoogte gesteld. Wanneer de leerling is
geschorst zorgt de school dat de leerling huiswerk meekrijgt; schorsing wordt aangemerkt als geoorloofd verzuim, dus niet
als thuiszitter. De schorsing die langer dan een dag duurt wordt schriftelijk gemeld aan het bevoegd gezag en
leerplichtambtenaar.
Bij maximaal drie schorsingen tijdens de totale verblijfperiode op school gaat de school over tot de procedure verwijdering.
Verwijdering
De Wim Monnereau-school mag uw kind in bepaalde gevallen verwijderen. Dit houdt in dat uw kind geen toegang meer heeft
tot de school waar hij is ingeschreven. Dit gebeurt in de meeste gevallen als onze school niet in staat is om de benodigde
extra ondersteuning voor uw kind te bieden en uw kind beter thuis hoort op een school voor speciaal onderwijs. Maar ook
kan verwijderd worden wanneer er sprake is van voortdurend grensoverschrijdend gedrag van de leerling zodat de veiligheid
van andere leerlingen en/of leerkracht in gevaar komt.
In het geval van grensoverschrijdend gedrag van de ouder, eventueel in combinatie met aangifte bij de politie door de
school, of als er ernstige conflicten zijn waarbij mogelijk ook andere ouders zijn betrokken kan de school tot verwijdering van
de leerling overgaan.
De beslissing over verwijdering van leerlingen kan alleen genomen worden door het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag
moet gedurende maximaal acht weken zoeken naar een andere basisschool of speciale school.
Als na acht weken geen school is gevonden kan de leerling toch definitief verwijderd worden.
32
Bezwaar
De ouders kunnen bezwaar maken tegen de beslissing om hun kind te verwijderen. Dit doet u binnen zes weken bij die
instantie die het besluit schriftelijk aan u kenbaar heeft gemaakt. Tijdens de bezwaarprocedure hoeft de school uw kind niet
toe te laten. Als u toch wilt dat uw kind wordt toegelaten, kunt u een voorlopige voorziening vragen bij de bestuursrechter.
4.4.4 Leerplicht en Verzuim
Waarvoor mag verlof worden verleend?
a.
Ziekte van de leerling
Artikel 11 lid a van de leerplichtwet geeft aan dat ziekte een grond is voor de vrijstelling van geregeld schoolbezoek. Als het
kind wegens ziekte niet naar school kan, moeten de ouders de school hierover voor 8.30 uur inlichten.
Hoe gaat het ziekteverzuimprotocol in zijn werk?
-U meldt uw kind ziek bij de administratie
-De administratief medewerker zet de ziekmelding in het leerlingadministratiesysteem
b.
Vakantieverlof buiten de schoolvakanties
Op grond van artikel 11, onder f en 13 a, tweede lid, van de Leerplichtwet 1969 is om buiten de schoolvakanties op vakantie
te gaan vanwege het specifieke beroep van één van de ouders, éénmalig vrijstelling van geregeld schoolbezoek mogelijk
voor ten hoogste 10 dagen per schooljaar. Dit verlof kan geen betrekking hebben op de eerste twee weken van het
schooljaar.
Bij het begrip “specifieke aard van het beroep” bedoeld in artikel 11, onderdeel f, van de Leerplichtwet dient voornamelijk te
worden gedacht aan seizoensgebonden werkzaamheden, respectievelijk werkzaamheden in bedrijfstakken die een
piekdrukte kennen, waardoor het voor het gezin feitelijk onmogelijk is om in die periode een vakantie op te nemen. Het moet
redelijkerwijs te voorzien zijn (en/of worden aangetoond) dat een vakantie in de schoolvakanties tot onoverkomelijke
bedrijfseconomische problemen zal leiden.
c.
Onwettig verzuim en zorgplicht
Absolute thuiszitter
De school initieert een vergelijking tussen de Gemeentelijke Basisadministratie en BRON; de leerplichtambtenaar neemt de
verantwoordelijkheid over. De leerling wordt uitgeschreven in BRON. Bron geeft door aan gemeenten die in- en uitschrijven
vergelijken.
Relatieve thuiszitter (4 weken) zonder onderwijsvrijstelling
De school meldt bij leerplichtzaken bij 16 uur verzuim in 4 weken. De leerplichtambtenaar heeft als instrument het ProcesVerbaal bij absoluut en relatief verzuim. Het luxe verzuim is onderdeel van het relatief verzuim.
d.
Verlof wegens gewichtige omstandigheden.
De leerplichtwet artikel 11, onderdeel g en artikel 14) geeft de mogelijkheid verlof te verlenen wegens gewichtige
omstandigheden . Hierbij valt te denken aan:
33

het voldoen aan wettelijke verplichtingen of het nakomen van een medische afspraak voor zover dit niet buiten de
lesuren kan: voor de duur van de verplichting en maximaal 10 dagen;

verhuizing: ten hoogste 1 schooldag;

het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwanten in tot en met de derde graad: in Nederland maximaal 2
schooldagen indien er ver gereisd moet worden, anders maximaal 1 dag, in het buitenland maximaal 5 schooldagen.
Soort bewijs: trouwkaart of kopie trouwakte;

bij ernstige ziekte zonder uitzicht op herstel van bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad: maximaal 10
dagen. Soort bewijs: doktersverklaring waar ernstige ziekte uit blijkt;

bij overlijden van bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad;

in de eerste graad
: maximaal 5 schooldagen;

in de tweede graad
: maximaal 2 schooldagen;

in de derde en vierde graad: maximaal 1 schooldag Soort bewijs: rouwkaart of akte van overlijden;

bij 25, 40 of 50 jarig ambtsjubileum en het 12 ½ , 25, 40, 50 en 60 jarig huwelijksjubileum van ouder(s)/verzorger(s) of
grootouders: maximaal 1 schooldag;

d.
voor andere naar het oordeel van de directeur gewichtige omstandigheden: maximaal 10 dagen;
Verlof i.v.m. vervullen Godsdienstige verplichtingen
De leerplichtwet staat toe dat een leerling zijn Godsdienstige verplichtingen vervult. De ouders moeten dit tenminste twee
dagen van tevoren aanvragen. Voorbeelden van religieuze feesten- en gedenkdagen waarvoor verlof kan worden verleend

Voor Hindoes
: het Divali- en het Holifeest;

Voor Moslims
: het Offer- en Suikerfeest;

Voor Joden
: het Joods Nieuwjaar; de Grote Verzoendag, Loofhutten-, Slot-, Paas- en het Wekenfeest.
Als richtlijn voor de duur van het verlof geldt 1 dag per feest.
Wie mag het verlof verlenen?
Artikel 13a lid 2 en artikel 14 geven aan dat de directeur verlof kan verlenen voor ten hoogste 10 dagen per schooljaar. Dit
laatste geldt voor vakantieverlof of verlofdagen wegens gewichtige omstandigheden. Als de ouders/verzorgers verlof vragen
voor meer dan tien dagen per schooljaar is de leerplichtambtenaar de wettelijk aangesproken persoon die hierover een
besluit neemt, nadat hij de directie hierover heeft gehoord. Kortom, de wetgever heeft de verantwoordelijkheid voor het
verlenen van verlof voor ten hoogste tien dagen neergelegd bij de directeur van de school.
Bezwaar en beroep.
Als de directeur of de leerplichtambtenaar een voor de ouders negatieve beslissing neemt over de aanvraag van het verlof,
kunnen de ouders op grond van de algemeen wet bestuursrecht binnen 6 weken een bezwaarschrift indienen bij de directeur
van de school of de leerplicht- ambtenaar. De directeur of de leerplichtambtenaar is vervolgens verplicht de aanvrager te
horen. Vervolgens neemt de directeur binnen 6 weken een beslissing op het bezwaar. Als de ouders het opnieuw niet eens
zijn dan kunnen zij in beroep gaan bij de rechtbank.
Administratieve afhandeling.
Een school is verplicht het verzuim van de leerling (zowel geoorloofd als ongeoorloofd) bij te houden. De directie van de
school moet zich in voorkomende gevallen eventueel wel verantwoorden voor het al of niet verleende verlof. Bovendien
34
hebben de ouders de mogelijkheid bezwaar aan te tekenen tegen de beslissing van de directie. Het is dus van belang dat de
school er een zorgvuldige administratie bijhoudt.
35
Hoofdstuk 5 Organisatie leerlingenzorg op de Wim Monnerau-school
5.1 Commissie van Begeleiding (Multidisciplinair Schoolondersteuningsteam)
Aan de Wim Monnereau-school is een Schoolondersteuningsteam verbonden bestaande uit de directeur, de adjunctdirecteur, de orthopedagoog, de maatschappelijk werker, de jeugdarts en interne begeleiders Deze commissie begeleidt
leerlingen en leerkrachten, doet eventueel nader onderzoek en heeft het contact met de ouders. De logopediste, MRTspecialist, sociaal verpleegkundige, leerplichtambtenaar, wijkagent, leerkracht en andere externe disciplines zijn op afroep
bij deze vergadering aanwezig. Het schoolondersteuningsteam vergadert ongeveer een keer per maand.
Kernleden:
Directeur (voorzitter)
Adjunct-directeur
Interne begeleiders: coördinatoren complexe risicoleerlingen
Orthopedagoog
Maatschappelijk deskundige
Jeugdarts
5.2 Schoolondersteuningsprofiel (SOP)
Op alle scholen binnen het samenwerkingsverband 20.01 moet basisondersteuning aanwezig zijn en is door ouders op te
vragen. Binnen de regio zijn scholen voor extra ondersteuning voor leerlingen die dat nodig hebben. De schoolbesturen
binnen het samenwerkingsverband overleggen hoe de diverse arrangementen er uit gaan zien en hoe ze op elkaar
aansluiten. De Wim Monnereau-school heeft een Schoolondersteuningsplan/profiel geformuleerd. Deze komt op de website
te staan.
5.3 Het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen op school
De leerlingen op de Wim Monnereau-school worden op verschillende manieren gevolgd op het gebied van hun ontwikkeling.
In de methoden voor de basisvaardigheden staan methodegebonden toetsen om de vorderingen van de leerlingen vast te
stellen.
Verder testen wij de leerlingen volgens het CITO-leerlingvolgsysteem. Dit is een methodeonafhankelijk toetssysteem, die
halfjaarlijks in toetsweken wordt ingezet. De resultaten bespreken wij twee keer per jaar op schoolniveau. Samen analyseren
wij twee keer per schooljaar de resultaten en trekken conclusies voor ons onderwijs.
5.4 Organisatie leerlingenzorg
Algemeen
Alle leerlingen die binnen komen op de SBO Wim Monnereau zijn zorgleerlingen. De leerlingen zijn geplaatst bij ons op
grond van een hulpvraag van het kind waarop in het basisonderwijs onvoldoende antwoord kon worden gegeven.
Het leerlingendossier en de daaruit voortvloeiende analyse zijn de eerste aanzet in de handelingsaanpak voor het kind. De
instromersbesprekingen, de leerling-besprekingen, en de groepsbesprekingen zijn een standaard procedure in onze
36
schoolorganisatie. Tijdens deze besprekingen kan signalering plaats vinden voor extra zorg. De leerling gaat dan het
zorgtraject in van onze school.
Verzamelen en ordenen van gegevens.
Het leerlingendossier
Het leerlingendossier kent een vaststaande indeling
Alle leerlingen komen bij ons binnen met een Toelaatbaarheidsverklaring(TLV). Van iedere leerling op school is er een
dossier
aanwezig,
waarin
algemene
gegevens,
medische
gegevens,
toetsresultaten,
huisbezoekverslagen,
handelingsplannen, rapporten en observaties of testen van externe instanties zijn opgeslagen. I.v.m. de wet op privacy zijn
deze gegevens alleen toegankelijk voor het team. Iedere ouder kan op elk gewenst moment inzage krijgen in het dossier
van zijn/haar kind. De school verstrekt alleen gegevens aan derden, als de ouders/verzorgers daarvoor schriftelijk
toestemming verlenen.
De dossiers worden bewaard in een afgesloten ruimte in een speciaal daarvoor bestemde kast.
Het dossier heeft een standaardopzet en wordt aangelegd door de administratie en IB-er. Ook bewaken zij de aanvullingen
m.b.v. een checklijst.
De dossieranalyse
De leerkracht van de groep waarin het kind is geplaatst maakt een dossieranalyse van het leerlingendossier. Op grond van
de dossieranalyse kan men tot de ontdekking komen dat er nog relevante gegevens missen. De leerkracht neemt dan
contact op met de IB-er of met een ander lid van het zorgteam, wanneer blijkt dat betrokkenheid van één of meer disciplines
van het zorgteam gewenst is. De IB-er informeert de ouders/verzorgers van de leerling hierover. In samenspraak tussen
leerkracht en IB-er worden er afspraken gemaakt wie welk onderzoek doet c.q. informatie verzamelt. We streven ernaar om
binnen 6 weken de nog niet aanwezige informatie te hebben verzameld.
De toetskalender
De leerlingen worden bij ons op school regelmatig besproken. De procedure is als volgt:
2 keer per jaar zijn er toetsweken. De toetsen die worden afgenomen zijn methode onafhankelijk. De toetsen zijn gekoppeld
aan het leerlingvolgsysteem. De toetsen worden klassikaal of indien nodig individueel, al dan niet door de groepsleerkracht
afgenomen. De resultaten van de toetsen worden door de IB-er geregistreerd en in het kader van het
Leerlingenvolgsysteem ( LVS) verder uitgewerkt en dienen mede als bespreekpunten voor de leerling bespreking.
Begeleidingsplan.
In het begeleidingsplan wordt het ontwikkelingsperspectief van het individuele kind aangegeven. Dit perspectief wordt
vastgesteld door de orthopedagoog op basis van IQ, protectieve en belemmerende factoren. Het perspectief wordt
vastgesteld bij didactische leeftijd (DL) van 25 (ongeveer 9 jaar)
We kiezen voor dit moment omdat de leerlingen binnen onze setting veelal een grote problematiek meedragen in hun
ontwikkeling. Hierdoor is de ontwikkeling veelal vertraagd op gang gekomen. Gezien de ontwikkelingsproblematiek van de
leerlingen binnen het SBO hebben we gekozen de perspectieven per vakgebied te benoemen.
37
Ontwikkelingsperspectief.
In het basisonderwijs werken wij met een didactische leeftijd (DL). De DL is het aantal maanden dat een leerling onderwijs
heeft gehad, geteld vanaf groep 3. Elke school heeft tien onderwijsmaanden, te beginnen vanaf september groep 3. De DL
wordt berekend op basis van de huidige groep van de leerling, het moment van toetsafname (groep en maand) en het aantal
doublures vanaf begin groep 3.
In het speciaal basisonderwijs werken wij voor elke leerling met een Ontwikkelingsperspectief (OPP)
Het OPP is de inschatting van de ontwikkelingsmogelijkheden over een bepaalde, langere periode. Het is gebaseerd op het
verwachte uitstroomniveau van een leerling, namelijk welk type vervolgonderwijs haalbaar is. Door het instroomniveau en het
te verwachten uitstroomniveau te verbinden ontstaat de prognose- of ontwikkelingslijn.
Op onze school heeft elke leerling een OPP vanaf de didactische leeftijd (DL) van 25 maanden. Dit is ongeveer midden
groep 5 van de basisschool.
Het ontwikkelingsperspectief wordt bij plaatsing vastgesteld door de orthopedagoog. Zij baseert zich op het aangeleverde
dossier, eventueel aangevuld met verder onderzoek.
De groepsleerkracht beschrijft aan de hand van ontwikkelings- en leerlijnen een plannend aanbod voor de lange termijn.
Vanaf de DL van 15/20 (midden groep 4/eind groep 4) worden per vakgebied de Leerrendementsverwachtingen (LRV) van
de leerling bepaald. Bij leerlingen tot aan de DL van 15/20 maanden (kleuters en leerlingen tot groep 4) stellen wij een
voorlopig OPP op.
Wij hebben hoge verwachtingen van de leerlingen. Dat wil zeggen dat wij realistische doelen stellen en ons beraden op wat
gedaan kan worden om de belemmerende factoren van de leerlingen al dan niet beheersbaar te maken om tot prestaties te
komen.
Zorgjaarkalender en werkwijze volgens de 1-zorgroute
De 1-zorgroute is op onze school in het huidige schooljaar in vier perioden verdeeld:
Periode 1: 25 augustus- 3 november
Periode 2: 3 november- 26 januari
Periode 3: 26 januari- 7 april
Periode 4: 7 april- 22 juni
Voor aanvang van een periode stellen de groepsleerkrachten o.l.v. de interne begeleider de groepsplannen op. In het totaal
worden voor de vakgebieden Nederlandse taal en Rekenen per schooljaar vier groepsplannen opgesteld. De
groepsplannen worden gezamenlijk aan het einde van de periode geëvalueerd.
In de groepen vindt ongeveer 8 keer per schooljaar intensief overleg plaats tussen de interne begeleiders en een cluster
van leerkrachten. Hierbij is de verdeelsleutel tussen twee interne begeleiders gemaakt: cluster leerkrachten die met OPP
werken en een cluster leerkrachten die werken met een voorlopig OPP voor onderbouwleerlingen, die a.d.h.v. een
beredeneerd aanbod werken maar ook wel met een OPP werken.
Twee keer per schooljaar worden alle groepen met het schoolondersteuningsteam besproken.
Twee keer per schooljaar worden de opbrengsten op schoolniveau besproken en geanalyseerd.
38
5.6 De meldcode
De Wim Monnereau-school hanteert de volgende route bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. De route is
hierna in vijf stappen weergegeven.
Stap 1: In kaart brengen van signalen
Door: Veelal groepsleerkrachten, in voorkomende gevallen ambulant personeel. De groepsleerkrachten observeren en
noteren feiten. De zorgen worden met de directe (duo)collega gedeeld. Er volgt een gesprek met de ouders waarin de
zorgen en/of signalen worden gedeeld. Er vindt overleg met de interne begeleider plaats.
Stap 2: Collegiale consultatie en raadplegen Algemeen Meldpunt Kindermishandeling
Door: Consultatie interne en externe collega’s tijdens:
Leerlingbespreking met interne begeleider, Schoolondersteuningsteam. Eventueel overleg met leerplichtambtenaar door
directie. Overweging registratie in de Verwijsindex; consult Advies en Meldpunt Kindermishandeling.
Stap 3: Gesprek met de ouder(s)
Gesprek met de ouder: delen van de zorg en bespreken uitkomsten consultaties
Door: Groepsleerkracht, lid van het Schoolondersteuningsteam.
Stap 4: Wegen aard en ernst
Overweging risico, aard en ernst van de kindermishandeling of huiselijk geweld. Vragen van oordeel van Algemeen
Meldpunt Kindermishandeling.
Door: Groepsleerkracht, Schoolondersteuningsteam
Stap 5a: Hulp organiseren en effecten volgen
Bespreken met de ouder welke hulp georganiseerd wordt. Organiseren van hulp door ouder en leerling door te verwijzen
naar Bureau Jeugdzorg /Centrum Jeugd en Gezin. Monitoren of ouder en leerling hulp krijgen. De leerling volgen.
Door: Groepsleerkracht, Schoolondersteuningsteam
Stap 5b: Melden en bespreken met de ouder(s)
Bespreken met de ouder de voorgenomen melding. Melden bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. De leerling
volgen en bellen bij nieuwe/blijvende zorgen naar het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling.
Door: Groepsleerkracht, Schoolondersteuningsteam.
Directie is verantwoordelijk voor de melding.
Het volledige protocol Meldcode “Huiselijk geweld en kindermishandeling” is op de school aanwezig.
39
Hoofdstuk 6 Contact tussen school en gezin
6.1 Het belang van betrokkenheid van ouders
De ouders vertrouwen ons een belangrijk deel van de opvoeding en vorming van hun kinderen toe. Wij willen dat vertrouwen
waard zijn en willen daarom goed onderwijs aanbieden ingebed in een goed pedagogisch klimaat. Wij verwachten van de
ouders dat zij bij de school betrokken zijn en de school steunen.
Dit kan op verschillende manieren (zie ook hoofdstuk 7.1.1.):
*
Door zitting te nemen in de medezeggenschapsraad;
*
Door aanwezig te zijn op contact- en informatieavonden
Door deel te nemen/voorbereiden aan speciale activiteiten zoals een kerstmarkt/maaltijd/bazaar etc.
Door deel te nemen aan het Luizenopsporingsteam (LOT)
6.2 Contacten tussen ouders en school
Contacten vinden op de volgende wijze plaats::
Contact-informatieavonden
3 keer per jaar
Intakegesprek met directeur
Bij aanmelding en inschrijving
Voorlichting ouders schoolverlaters
1 keer per jaar
Schoolgids
1 keer per jaar
Informatieboekje
1 keer per jaar
Nieuwsbrief
4 tot 6 keer per jaar
Schoolkrant
2 keer per jaar
Huisbezoeken
Incidenteel
Website
Permanent
Schoolplan
1 keer per 4 jaar
Onderzoek
Op verzoek van de school
Telefonisch contact met leerkracht
Voor 8.20 uur en na 15.15 uur
Gesprek directeur
Na telefonische afspraak
6.3 Ouderbetrokkenheid
In september gaan wij van start met een introductie/contactavond met de leerkracht en de ouders van ieder kind afzonderlijk.
De gesprekken vinden na elkaar met de groepsleerkrachten plaats. Op deze avond krijgen de betreffende ouders van de
leerling de gelegenheid om aan de hand van een vragenlijst over hun eigen kind te vertellen. De avond is ook bedoeld voor
de eerste kennismaking met de (nieuwe) juf of meester. De algemene informatie, zoals regels en afspraken, financiën,
toestemming verstrekken telefoonlijsten van medeklasgenoten, toestemming verstrekken medicijnen, opgaveformulieren
ouderparticipatie enz. wordt in een informatieboekje vooraf verstrekt.
In februari volgt de tweede contactavond voor de ouders waarop de toetsgegevens worden besproken. In juni vindt het
derde oudercontact plaats.
Ouders van leerlingen die tijdens het schooljaar op onze school worden geplaatst worden binnen twee weken uitgenodigd
voor het introductiegesprek. Huisbezoeken vinden plaats wanneer er op welke wijze dan ook aanleiding voor is.
40
6.4 Klachtenregeling
In het dagelijks werk op school zijn er vele contacten tussen leerlingen, leerkrachten en ouders. Op elke school doen zich
daarbij wel eens probleempjes voor. Dat is op onze school niet anders. De meeste van deze zaken worden gelukkig zonder
meer opgelost. Soms lukt dat echter niet direct of minder goed. Daarom hebben we als openbare scholen afspraken
gemaakt over de stappen die u kunt nemen om uw problemen aan te kaarten.
Waar kunt u terecht met klachten of opmerkingen?
Hieronder wordt stapsgewijs aangegeven hoe u verder kunt wanneer u het gevoel heeft dat uw problemen niet naar behoren
worden afgehandeld. In eerste instantie gaat u met uw klacht gewoon naar:
1. De groepsleerkracht van uw kind.
De groepsleerkracht kent uw kind normaal gesproken het best en zal ook in veel gevallen voor een oplossing kunnen
zorgen. Op onze school wordt er zo nodig in samenspraak met de interne begeleider naar een oplossing gezocht.
Heeft u het gevoel dat:
o
u bij de groepsleerkracht geen gehoor krijgt,
o
deze uw problemen niet kan oplossen,
o
het een schoolprobleem is,
dan gaat u naar:
2. De directie van de school.
U bespreekt met de directeur het probleem. Deze zal samen met u proberen uw probleem op te lossen. Mocht u echter met
deze oplossing niet tevreden zijn, of heeft u het gevoel dat uw klacht niet goed is afgehandeld, dan kunt u contact opnemen
met:
3. Het bestuursbureau.
U kunt dit telefonisch doen, maar ook schriftelijk. Een medewerker van het bestuursbureau neemt dan zo mogelijk binnen
één schoolweek (telefonisch) contact met u op. Het telefoonnummer van het bestuursbureau is 0599 – 696390.
Indien nodig wordt u uitgenodigd voor een gesprek, om samen naar een oplossing te zoeken. Wordt u klacht of probleem
niet naar tevredenheid afgehandeld, dan kunt u:
4. Een klacht indienen bij het college van bestuur.
Dat moet dan wel schriftelijk. U kunt uw klacht sturen naar “Scholengroep OPRON”. Postbus 9500 AH Stadskanaal. In de
behandeling van de klacht zal het college van bestuur voor alle zorgvuldigheid altijd alle betrokken partijen horen.
Wordt naar uw mening uw klacht dan ook nog niet zorgvuldig afgehandeld, dan kunt u:
5. Een officiële klacht indienen bij de Landelijke klachtencommissie voor het openbaar onderwijs.
Het adres is: Zwarte Woud 2, Postbus 85191, 3508 AD Utrecht. Telefoon: 030-2809590
Als u een officiële klacht indient bij het bevoegd gezag of bij de Landelijke klachtencommissie, is de officiële
klachtenregeling van toepassing.
6.4.1 Contactpersoon
Onze school heeft een contactpersoon, die u kan doorverwijzen naar de vertrouwenspersoon. Voor alle duidelijkheid; de
contactpersoon mag zich niet met het probleem bemoeien. Voor onze school is de contactpersoon mw. Sophie Venema,
orthopedagoog van de Wim Monnereau-school. Telefoon 0598-612063
41
6.4.2 Vertrouwenspersoon
De titel vertrouwenspersoon is voorbehouden aan de functionaris die uitvoering geeft aan klachtbehandeling in het kader
van de Kwaliteitswet en Klachtrecht uit 1998. Het doel is het wegnemen van klachten rondom de schoolsituatie. De
vertrouwenspersoon is aanspreekpunt van ouders van leerlingen, leerlingen en onderwijspersoneel van de school op het
gebied ongewenst gedrag of seksuele intimidatie. Ook speelt de vertrouwenspersoon een rol in het afhandelen van klachten
op schoolniveau door na te gaan of via bemiddeling tot een oplossing kan worden gekomen. De drie hoofdtaken van de
vertrouwenspersoon zijn:

Opvang en begeleiding van de klager

Voorlichting geven over de functie van vertrouwenspersoon én over vormen van ongewenst gedrag en preventieve
activiteiten organiseren gericht op voorkomen van ongewenst gedrag en onveiligheid.

Beleidsadvies geven aan directie/bestuur van de school gericht op de bevordering van de sociale veiligheid.

De vertrouwenspersonen van onze school zijn mevr. Nina van der Veen of dhr. J. Krul, maatschappelijk
deskundigen bij Stichting Compaen. Telefoon 0598-698119
En tot slot:
Ook met een goede klachtenregeling zal het niet mogelijk zijn om alle problemen helemaal bevredigend op te lossen. Het
kan zelfs zo zijn dat uw klacht door ons niet op te lossen is maar dat het een probleem buiten onze reikwijdte ligt of een
maatschappelijk probleem is. Wij zeggen u echter toe uw klacht uiterst serieus te zullen nemen.
6.5 Bijzondere omstandigheden
6.5.1 Verhuizingen en wijzigingen
Het is erg belangrijk de school op de hoogte te brengen van bijvoorbeeld adres- of telefoonwijzigingen, verandering van
huisarts, wijziging van gezinsomstandigheden en dergelijke.
Dit dient u zo spoedig mogelijk aan de school door te geven.
6.5.2 Incidentenregistratie en ernstige ongevallen
Op de school is een incidentenregistratie aanwezig voor kleine en grote incidenten. De protocollen zijn onderdeel van het
plan sociale veiligheid.
6.5.3 Extreme weersomstandigheden
In het geval van extreme weersomstandigheden, zoals ijzel of zware sneeuwval, kan de directie besluiten om de lessen niet
door te laten gaan en de school te sluiten. Om iedereen te informeren gebruiken wij op onze school een telefooncirkel. U
wordt dan thuis door de groepsleerkracht gebeld. De leerlingen en het schoolpersoneel blijven dan vanwege
veiligheidsoverwegingen thuis.
Omdat wij een regioschool zijn informeren wij in een dergelijke situatie de radiozender Noord. De radiofrequentie kunt u
vinden op de website van RTV Noord.
42
6.5.4. Informatievoorziening gescheiden ouders en gezag kwesties
De Wim Monnereau- school heeft een zelfstandige informatieplicht tegenover de ouder die het kind niet verzorgt, het
ouderlijk gezag niet heeft of zelfs geen omgangsregeling heeft. Alleen als de rechter dat in een specifiek geval bepaalt, mag
de school afwijken van de informatieplicht.
De school heeft primair het belang van het kind voor ogen en is onpartijdig ten aanzien van de problematiek die met de
scheiding van de ouders te maken heeft. De Wim Monnereau-school heeft zorgplicht, dit houdt ook in het bieden van
veiligheid van het kind, de afweging van het belang van het kind en het belang van de ouder.
Informatie wordt niet verstrekt, wanneer de school gegronde reden heeft om aan te nemen dat dit in strijd is met het belang
van het kind, bijvoorbeeld als de veiligheid in het geding is. Dit kan alleen als de situatie is onderzocht en de weigering
schriftelijk is gemotiveerd. De deskundigen, zoals een advocaat of een therapeut hebben hierin een belangrijke stem,
alsmede contra-expertise van bijvoorbeeld een schoolarts.
Hoe gaat de Wim Monnereau- school om met gezagskwesties?
Als de ouders beiden ouderlijk gezag hebben en de leerling bij één van de ouders woont, dan kan het contact tussen de
ouders en de school verlopen via de ouder bij wie de leerling in huis woont en waarvan de adresgegevens op het
aanmeldingsformulier staan vermeld. De school gaat ervan uit dat de betreffende ouder alle relevante informatie aan de
ander doorgeeft. Indien dit niet gebeurt, dient de ouder die de informatie niet krijgt contact op te nemen met de school en
dient de school ook deze ouder van informatie te voorzien. Het gaat hierbij om relevante informatie, niet om kleine en
dagelijkse dingen.
Indien één van de ouders niet het ouderlijk gezag heeft over het kind, dan geldt dat deze ouder ook het recht heeft om van
de school informatie te ontvangen over de vorderingen van zijn of haar kind op school.
De school is niet verplicht die informatie te verschaffen, indien deze informatie ook niet aan de met gezag belaste ouder zou
worden verschaft of het belang van het kind zich tegen het verschaffen van informatie verzet.
In principe nodigt de groepsleerkracht op de Wim Monnereau-school beide ouders gezamenlijk uit voor ouderavonden of
voor gesprekken over het kind. Indien de ouders geen gezamenlijk gesprek willen of kunnen voeren, kan hij of zij om een
individueel gesprek vragen.
Wanneer de verhouding tussen de ouders spanningsvol is en zij desondanks aan ouderavonden en schoolactiviteiten willen
deelnemen, maken wij schriftelijke afspraken.
In het geval van gedwongen plaatsingen met Onder Toezicht Stelling en gezinsvoogd kunnen belangrijke beslissingen niet
zonder raadpleging van de gezinsvoogd worden gedaan. De Onder Toezicht Stelling vervangt het ouderlijk gezag niet.
43
Hoofdstuk 7 Activiteiten op school
7.1 Jaarlijkse activiteiten
Indien u als ouder ondersteunende werkzaamheden verricht op school, geschiedt dit onder verantwoordelijkheid van de
school. Het is daarom voorwaarde om bij ondersteuning aan de regels van de school te confirmeren.
Ondersteuning vindt nu structureel plaats op de volgende terreinen:
7.1.1. Ouderparticipatie
De ouderparticipatie is afgestemd met de medezeggenschapsraad. Juf Marjon Brugge is afgevaardigde van het schoolteam
om met de ouders van de medezeggenschapsraad af te stemmen. Voor deze werkgroepen worden ouders gevraagd:
Ouderparticipatie LOT (luizenopsporingsteam)
Ouderparticipatie Fluorspoelen
Ouderparticipatie bij Kerst
Ouderparticipatie bij Pasen of Voorjaarsactiviteit
Ouderparticipatie bij Schoonmaak
7.1.2 Schoolactiviteiten en vieringen
De school doet mee aan de volgende schoolactiviteiten en vieringen: Jantje Beton, Viswedstrijd Kinderboekenweek, Sint
Maarten, Sinterklaas, Kerstcircuit, Kerstviering, Voorleeswedstrijd Paasactiviteiten, Koningsspelen, Klassenlunch, Laatste
schooldag.
7.1.3 Sport- en spelactiviteiten
De school doet mee aan de volgende sportactiviteiten, al dan niet op basis van intekening: sportuitwisseling NordenVeendam, Minivolleybal, Unihockey, Minibasketbal, Circulatievolleybal, Veldvoetbal,
Waterpolo, Sportdagen, Sporttoernooi, Skateclinic.
Wanneer er sneeuw of natuurijs is dan vinden ijsactiviteiten plaats.
7.1.4 Culturele vorming
De school heeft een kunst- en cultuureducatieplan. Op basis van dit plan zijn er uitstapjes gepland naar, bijvoorbeeld
theater of musea. Ook vinden er activiteiten plaats in de Kinderboekenweek. Verder zijn er natuureducatie uitstapjes.
Het cultuureducatieplan is onderdeel van ons aanbod Burgerschapsvorming.
7.1.5 Introductieweek
De eerste schoolweek is een introductieweek. Alle groepen houden zich bezig met een thema. Het thema van 2014 heeft als
titel Samen spelen, samen delen en heeft betrekking op de sociaal emotionele ontwikkeling.
7.1.6 Jarig op school
Jarige leerlingen mogen op de Wim Monnereau-school trakteren in eigen groep en zij mogen trakteren op een traktatie naar
eigen keuze. Kinderen krijgen een mooie verjaardagskaart en mogen grabbelen in de grabbelton.
44
7.2 Schoolreizen
Iedere groep gaat op schoolreis. Het doel van een schoolreis is het als groep met elkaar beleven van een leuke en gezellige
dag buiten school. Het versterkte groepsgevoel is voor kinderen een zeer belangrijk ontwikkelingsmoment.
Voor de bovenbouwgroepen K, L en M wordt een meerdaagse schoolreis naar Ameland georganiseerd, voor de overige
groepen een eendaagse schoolreis. De schoolreizen zijn een onderdeel van het schoolprogramma. Deelname is niet
verplicht maar realiseert u zich wel dat het voor uw kind wel plezierig is mee te gaan met het schoolreisje of het schoolkamp
met zijn klasgenoten. Voor kinderen zijn dit vaak de hoogtepunten van het jaar.
Leerlingen die niet meegaan op schoolreis krijgen op school een vervangende onderwijsactiviteit aangeboden. De school
bepaalt welke activiteit dit is. Een kind is dus niet vrij als het niet meegaat.
7.2.1 Vervoer
Tijdens de schoolreizen wordt gebruik gemaakt van professioneel vervoer.
Tijdens het busvervoer wordt de veiligheid nadrukkelijk in de gaten gehouden.
7.2.2 Begeleiding
De leerkrachten bepalen hoeveel begeleiding er per schoolreis nodig is.
7.3 Vervoer bij uitstapjes
7.3.1 Regels met betrekking tot vervoer met de auto en bus
Als wij ons in het kader van schoolse activiteiten moeten verplaatsen, dan maken wij in de meeste gevallen gebruik van
auto’s van ouders, juffen en meesters. Dit is een prima oplossing. Er gelden met betrekking tot dit vervoer echter een aantal
belangrijke veiligheidsregels want veiligheid gaat boven alles. Wij hanteren de Rechtshulpwijzer van de ANWB over het
vervoer van kinderen in het verkeer. De belangrijkste regels die voor onze school van toepassing zijn zetten wij op een rij:
-Altijd iedereen in de gordel;
-Kinderen kleiner dan 1.35 m. moeten in een goedgekeurd en passend kinderbeveiligingssysteem zitten; dit mag ook voorin.
-Kinderen langer dan 1.35 m. mogen in de gordel voorin zitten.
-Als er geen gordels in de bus aanwezig zijn, mogen alle passagiers, zowel volwassenen als kinderen, los worden vervoerd.
Doordat wij afhankelijk zijn van vervoer van derden kan het voorkomen dat er te weinig of helemaal geen vervoer
beschikbaar is. In dit geval kan het uitstapje niet door gaan, hoe spijtig ook voor alle partijen.
Wanneer ouders leerlingen vervoeren met eigen auto’s dan zijn ouders verplicht zich aan de wettelijke verplichtingen te
houden. Dit betekent dat kinderen tot 1.35 meter op een stoelverhoger meegaan in de auto. In sommige gevallen stelt de
school de eis dat ook andere leerlingen op een stoelverhoger vervoerd worden. Dit is afhankelijk van de kindkenmerken. De
bestuurder heeft altijd een inzittendenverzekering.
7.3.2 Regels m.b.t. fiets en openbaar vervoer
Indien mogelijk wordt er soms ook gebruik gemaakt van de fiets en het openbaar vervoer. De afstand en de
veiligheidsoverweging spelen echter een grote rol in de keuze en geven de doorslag om al dan niet gebruik te maken van
auto’s.
45
7.4 Beeldmateriaal
Indien er film-, video, en/of foto-opnamen worden gemaakt, waarbij het mogelijk is dat de opnamen in de media, waaronder
internet, terecht komen, worden ouders/ verzorgers om toestemming gevraagd. Wij gaan er van uit dat deze toestemming
jaarlijks stilzwijgend verlengd wordt. Wanneer dit niet het geval is kunt u dit tussentijds kenbaar maken.
7.5 Protocol Sociale Media
Sociale Media zoals Twitter, Facebook, YouTube en LinkedIn bieden de mogelijkheid om te laten zien dat je trots bent op je
school en kunnen een bijdrage leveren aan een positief imago van de Wim Monnereau-school. Sinds kort hebben wij een
facebookpagina aangemaakt. Van belang is te beseffen dat je met berichten op sociale media (onbewust) de goede naam
van de school en betrokkenen ook kunt schaden. Om deze reden vragen wij om bewust met de sociale media om te gaan.
Essentieel is dat, net als in communicatie in de normale wereld, de school en de gebruikers van sociale media de reguliere
fatsoensnormen in acht blijven nemen en de nieuwe mogelijkheden met een positieve instelling benaderen.
De Wim Monnereau-school vertrouwt erop dat haar medewerkers, leerlingen, ouders/verzorgers en andere betrokkenen
verantwoord om zullen gaan met sociale media. De Wim Monnereau-school heeft een protocol social media, waarvan het
grootste gedeelte hierna genoemd wordt om een ieder die daarbij betrokken is of zich daarbij betrokken voelt duidelijke
richtlijnen te geven.
Uitgangspunten
1.
De Wim Monnereau-school onderkent het belang van sociale media.
2.
De Wim Monnereau-school is zich ervan bewust dat sociale media een onlosmakelijk onderdeel is van de huidige
samenleving en de leefomgeving van leerlingen, hun ouders en andere belanghebbenden zoals o.a. omwonenden
en de gemeente.
3.
De Wim Monnereau-school ziet het als haar verantwoordelijkheid om kinderen te leren voordelen van sociale
media te benutten alsmede de nadelen bespreekbaar te maken. Bovendien ziet de Wim Monnereau-school de
kansen die sociale media bieden om de school te profileren in haar markt en opdracht en om de communicatie
met belangstellenden toegankelijker en interactiever te maken.
4.
De Wim Monnereau-school biedt haar leerkrachten voldoende mogelijkheid om kennis van sociale media en de
manier waarop deze ingezet kan worden in de leerontwikkeling, op peil te houden.
5.
De Wim Monnererau-school monitort sociale media actief om de ervaringen van leerlingen en andere
belanghebbenden met de school te vernemen.
6.
De Wim Monnereau-school verwacht van haar leerkrachten dat zij over voldoende kennis beschikken om de
leerlingen de benodigde sociale media vaardigheden aan te leren die waardevol zijn voor het leerproces
7.
De Wim Monnereau-school spant zich in om de leerlingen zelf de mogelijkheden van sociale media te laten
ervaren
8.
Dit protocol draagt bij aan een goed en veilig school-en onderwijsklimaat
9.
Dit protocol bevordert dat de school, medewerkers, leerlingen en ouders op de sociale media communiceren in het
verlengde van de missie en visie van de school en de reguliere fatsoensnormen. In de regel betekent dit dat we
respect voor de school en elkaar hebben en iedereen in zijn waarde laten
10. De gebruikers van sociale media dienen rekening te houden met de goede naam van de Wim Monnererau-school
en van een ieder die betrokken is bij de school
46
11. Het protocol dient de school, haar medewerkers, leerlingen en ouders tegen zichzelf en anderen te beschermen
tegen de mogelijke negatieve gevolgen van de sociale media
Doelgroep en reikwijdte
1.
Deze richtlijnen zijn bedoeld voor alle betrokkenen die deel uitmaken van de Wim Monnererau-school, dat wil
zeggen medewerkers, leerlingen, ouders/verzorgers
2.
De richtlijnen die in dit protocol staan hebben alleen betrekking op schoolgerelateerde berichten
Sancties en gevolgen voor medewerkers en leerlingen
1.
Medewerkers die in strijd handelen met dit protocol maken zich mogelijk schuldig aan plichtsverzuim. Alle
correspondentie over dit onderwerp wordt opgenomen in het personeelsdossier
2.
Afhankelijk van de ernst van de uitlatingen, gedragingen en gevolgen worden naar medewerkers toe
rechtspositionele maatregelen genomen welke variëren van waarschuwing, schorsing, berisping, ontslag en
ontslag op staande voet.
3.
Leerlingen en/of ouders/verzorgers die in strijd met dit protocol handelen, maken zich mogelijk schuldig aan
verwijtbaar gedrag. Alle correspondentie over dit onderwerp wordt opgenomen in het leerlingendossier.
4.
Afhankelijk van de ernst van de uitlatingen, gedragingen en gevolgen worden naar leerlingen en/of
ouders/verzorgers toe maatregelen genomen welke variëren van waarschuwing, schorsing en verwijdering van
school.
5.
Indien de uitlating van leerlingen en of ouders/verzorgers en medewerkers mogelijk een strafrechtelijke overtreding
inhoudt zal door de Wim Monnereau-school aangifte bij de politie worden gedaan.
47
Hoofdstuk 8 Medezeggenschapsraad
8.1 Medezeggenschapsraad (MR)
De medezeggenschapsraad is een wettelijk verplicht beleidsorgaan. Dat is vastgelegd in de Wet Medezeggenschap op
Scholen (WMS) De medezeggenschapsraad is een orgaan gericht op medezeggenschap, advies, instemming en inspraak.
In de MR wordt over alle belangrijke onderwijskundige, personele, organisatorische en financiële aangelegenheden
meegedacht, meegepraat en meebeslist. Op de Wim Monnereau-school bestaat de MR uit drie personeelsleden en drie
ouders.
8.1.1 Taken MR
De MR van de Wim Monnereau-school stelt zich tot doel bij te dragen aan het scheppen van een optimale leer- en sociale
omgeving voor haar leerlingen, zodat zij zo goed mogelijk voorbereid deelnemen aan het vervolgonderwijs en de
maatschappij in het algemeen.
De MR adviseert het schoolbestuur en de directeur onder andere over de organisatie van de school, de vervulling van
vacatures in het team, de veiligheid in en rond school en het schoolplan.
De MR heeft instemmingsrecht bij het vaststellen of wijzigen van het schoolplan, het schoolreglement, het activiteitenplan en
de ouderparticipatie.
De MR heeft initiatiefrecht. Dit houdt in het doen van voorstellen of kenbaar maken van standpunten aan het schoolbestuur
of directie.
De vergaderingen van de MR zijn openbaar en de notulen zijn opvraagbaar.
8.1.2 De samenstelling van de MR
De MR bestaat uit een afvaardiging van het personeel en ouders. De directeur maakt geen onderdeel uit van de MR, maar
neemt meestal wel deel aan de vergaderingen als adviseur of om de MR (aanvullende) informatie te verstrekken. De
omvang van de medezeggenschapsraad hangt af van het aantal leerlingen op de school. De MR van de Wim Monnereauschool bestaat uit zes personen: drie personeelsleden en drie ouders. De MR wordt eens per twee jaar gekozen en
iedereen kan zich hiervoor beschikbaar stellen. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) overlegt met het
bestuur over zaken die alle scholen aangaan.
De huidige samenstelling van de MR is als volgt:
Vanuit het team:
Margreet van der Laan, secretaris
Marjon Brugge, penningmeester
Jacqueline Harkema, lid
Vanuit de ouders:
Harry Roor, voorzitter
Jan Sling, lid
Erwin Landkroon, lid
Adviserend lid: Joke Leertouwer- Hoogeveen, directeur
GMR: Jacqueline Harkema, lid
48
8.2 Ouderbijdrage
8.2.1 Ouderbijdrage en schoolreizen
De school krijgt elk jaar naar aanleiding van het aantal leerlingen dat op 1 oktober staat ingeschreven, een vergoeding van
het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Deze kosten worden in Nederland vanuit de algemene middelen
betaald. Het schoolbudget houdt echter geen rekening met allerlei extra activiteiten. Om deze activiteiten te kunnen
bekostigen vraagt de school een vrijwillige bijdrage van de ouders. Daarbij moet u denken aan festiviteiten, cadeautjes SintNicolaas, schoolmelk, tandenborstels, tandpasta, fluor, sportevenementen, excursies en dergelijke.
Groepen
Ouderbijdrage
Schoolreis
Totaalbedrag
Datum
schoolreis
DE
€ 65,-
€ 30,-
€ 95,-
22 mei 2015
GHI
€ 65,-
€ 35,-
€100,-
29 mei 2015
KLM
€ 65,-
€ 72,50
€ 137,50
10, 11 en 12
juni 2015
Te betalen op rekeningnummer NL98 ABNA 047.97.55.655 t.n.v. Ouderfonds Wim Monnereau- school Veendam o.v.v.
naam van uw kind en de groep.
Onze voorkeur gaat uit naar het in één keer overmaken van de ouderbijdrage ( 65,-)
In termijnen betalen van de ouderbijdrage is eventueel ook mogelijk: oktober € 25,- januari € 20,- en
april € 20,- .
8.2.2 Stichting Leergeld.
Ouders met een laag inkomen en kinderen in de leeftijd van 4 t/m 17 jaar krijgen van de stichting geldelijke steun voor het
lidmaatschap van een sportclub, of het maken van een schoolreisje. Met een vergoeding aan Stichting Leergeld kunnen
kinderen deelnemen aan activiteiten zoals schoolreisjes, sportclub, verenigingen en kunstzinnige vorming.
Wie denkt in aanmerking te komen voor een bijdrage kan zich schriftelijk melden bij stichting Leergeld Veendam, Postbus
103, 9640 AC Veendam.
Stichting Leergeld is in 1996 ontstaan in Tilburg. Aanleiding was een onderzoek naar de effecten van armoede op kinderen.
8.2.3. Sponsoring
Het kan voorkomen dat de school sponsoren zoekt om projecten te financieren. De school houdt zich in die gevallen aan het
convenant dat het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen met het bestuur heeft afgesloten. Als de school een
sponsorovereenkomst aangaat, legt zij deze ter instemming aan de medezeggenschapsraad.
49
Hoofdstuk 9 Ketenpartners
De Wim Monnereau-school heeft intensieve contacten met allerlei instanties; de zogenaamde ketenpartners. De Wim
Monnereau-school bestaat uit de volgende ketenpartners.
9.1 Accare en Lentis
Dit zijn allebei instellingen voor kind- en jeugdpsychiatrie. Kinderen, jongeren en ouders kunnen hier terecht. Zij bieden hulp
bij gedragsproblemen, sociaal-emotionele problemen, ontwikkelingsstoornissen en depressies. Wanneer een ouder,
leerkracht of het zorgteam van mening is dat er extra hulp ingeschakeld dient te worden op het gebied van bovenstaande
problemen dan kan er worden doorverwezen naar Accare of Lentis. De verantwoordelijkheid van het aanmelden ligt bij de
ouders.
Gegevens:
Lentis in Veendam:
Nassaustraat 171 9645 HL Veendam Tel. 0598-364200
Centraal postadres:
Lentis
Postbus 128
9470 AC Zuidlaren
088-1140000
Website:
www.lentis.nl
Accare Groningen:
Hanzeplein 1
Ingang 29
9713 GZ Groningen
Postadres:
Postbus 660
9700 AR Groningen
Telefoon:
050-3681100
9.2 Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)
Iedereen die zich zorgen maakt over een kind kan het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (afgekort AMK) bellen. Zij
gaan dan onderzoeken wat er precies aan de hand is en als ze merken dat er problemen zijn, wordt er hulp geregeld.
Wanneer de school bij leerlingen een vermoeden van mishandeling heeft, dan kan daarvan melding worden gedaan bij het
AMK.
Gegevens:
AMK Groningen:
Waterloolaan 1
Postbus 1203
9701 BE Groningen
Telefoon:
050-5239239 Het AMK is ook bereikbaar via tel.: 0900-1231230 (5ct p.m.)
Website:
www.kindermishandeling.nl
50
9.3 Bureau Jeugdzorg
Bureau Jeugdzorg is de centrale toegangspoort voor alle vormen van jeugdzorg in de provincie. Het is bedoeld voor vragen
die te maken hebben met ernstige problemen rond opgroeien en opvoeden van kinderen tot 18 jaar. Problemen zijn ernstig
als ze complex, hardnekkig en/of bedreigend zijn. Zover hoeft het niet te komen. Vaak lossen mensen zelf
opvoedingsproblemen op met behulp van bijvoorbeeld de huisarts, thuiszorg, kinderopvang, maatschappelijk werker of de
leerkracht. Is dit niet voldoende dan is Bureau Jeugdzorg de aangewezen weg. Bureau jeugdzorg geeft toegang tot de
jeugdzorg, jeugdbescherming, jeugdreclassering, telefonische diensten en deskundigheidsbevordering
opvoedingsondersteuning. Het AMK valt ook onder Bureau Jeugdzorg.
Er zijn 15 Bureaus Jeugdzorg in Nederland die op dezelfde manier werken. De hulpvraag van kinderen en opvoeders staat
centraal. Bureau Jeugdzorg Groningen is een stichting waar ongeveer 250 mensen werken, grotendeels maatschappelijk
werkers. Bij iedere afdeling werken ook orthopedagogen en/of psychologen. Een arts en psychiater is beschikbaar. De
organisatie valt onder toezicht van de Inspectie jeugdhulpverlening en jeugdbescherming. De hulp van Bureau Jeugdzorg is
kosteloos.
Gegevens:
Bureau Jeugdzorg Groningen:
Waterloolaan 1
Postbus 1203
9701 BE Groningen
Centraal postadres:
Postbus 1203
9701 BE Groningen
Telefoon:
050-5239200 (elke werkdag tussen 11 en 17u, 24u bereikbaar, na kantooruren uitsluitend voor
crisissituaties)
Website:
http://www.bjzgroningen.nl
9.4 Cedin
Cedin is een onderwijsbegeleidingsdienst. Cedin adviseert en begeleidt schoolteams en individuele leraren in het
basisonderwijs en het voorgezet onderwijs, leerlingen en hun ouders, schooldirecties en schoolbesturen. Cedin levert
diensten voor onder meer adaptief onderwijs, taal en rekenen, voor- en vroeg -schoolse educatie, sociaal emotionele
ontwikkeling en kwaliteitszorg. Ook voert Cedin activiteiten uit ten behoeve van onder andere peuterspeelzalen,
welzijnsinstellingen, provincies en gemeenten.
Wanneer de Wim Monnereau-school dit nodig acht, zet zij de hulp van Cedin in.
Het werkgebied van Cedin is verdeeld in een aantal regio’s die ieder hun vaste team van medewerkers hebben. De
teamleiders zijn het vaste aanspreekpunt. Voor informatie over mogelijkheden voor advisering en begeleiding kan er contact
worden opgenomen met de accountmanager.
Adres:
Lavendelheide 21
9202 PD Drachten
Telefoon:
088-0200 300
E-mail:
[email protected]
51
9.5 Gemeentelijke GezondheidsDienst (GGD Veendam)
De gemeente heeft als taak de gezondheid van bewoners te beschermen, te bewaken en te bevorderen. De GGD verzorgt
deze taken binnen de gemeente. Taken zijn o.a. jeugdgezondheidszorg, sociaal-medische advisering,
gezondheidsvoorlichting en geestelijke gezondheidszorg.
De Wim Monnereau- school neemt contact op met de GGD indien zij dit in het belang van het kind nodig acht. De jeugdarts
valt ook onder de GGD.
Gegevens:
GGD Groningen:
Hanzeplein 120
9713 GW Groningen
Postadres:
Postbus 584
9700 AN Groningen
Telefoon:
050 367 40 00 (op werkdagen van 8.00 tot 17.00 uur)
Locatie Veendam:
Jan Salwaplein 3
Veendam
Postadres:
9640 AG Veendam
Telefoon:
0598 69 44 00 (op werkdagen van 8.00 tot 17.00 uur)
Website:
www.ggdgroningen.nl
9.6 Timpaan onderwijs, advies en consultancy
Timpaan is een instantie die zich richt op maatschappelijke dienstverlening en onderwijsadvies. Het hoofdkantoor is
gevestigd in Gorredijk, Postbus 24 8400 AA Gorredijk. Bezoekadres: Badweg 28 8401 BL Gorredijk
Locatie Assen:
Zwedenlaan 16
9403 DE Assen
Telefoon:
088 9080120
Email:
[email protected]
Website:
www.timpaanonderwijs.nl
9.7 Molendrift
Molendrift biedt hulp aan iedereen die op school, op het werk of thuis problemen ervaart.
Bijvoorbeeld een kind dat op het gebied van lezen en spelling of leren achterblijft, een kind dat moeizaam contacten legt, een
kind waarvan de docent aangeeft dat er meer in lijkt te zitten dan eruit komt, iemand die bang is om slecht te presteren
(faalangst), een gezin dat relatief vaak te maken heeft met ruzie of onbegrip tussen ouders en kinderen. Dit zijn maar enkele
voorbeelden. Het is een omvangrijke hulpverleningsinstelling die op de terreinen gedragsproblemen, opvoedingsproblemen,
leerproblemen, problemen met betrekking tot het werk en omgangsproblemen in de ruimste zin van het woord hulp verleent.
Molendrift kan diagnoses stellen, maar biedt ook oplossingen. Soms door middel van kortdurende of intensieve trajecten. Als
een kind schriftelijk aangemeld is, wordt er een onderzoekstraject gestart. Na het onderzoek kunnen ze beginnen met het
hulptraject. Dit traject is op maat gemaakt en past bij de situatie van het kind.
52
De hoofdvestiging zit in Groningen.
Gegevens:
Ubbo Emmiussingel 110
9711 BK Groningen
050-3185142 (van 9 tot 17u. bereikbaar)
Email:
[email protected]
Website:
www.molendrift.nl
9.8 Opron
De Wim Monnereau-school behoort tot de scholengroep Opron.. Het is een groep van 20 reguliere basisscholen, één
speciaal basisonderwijs school en één school voor speciaal onderwijs. Opron is de overkoepelende organisatie.
Gegevens:
Hoogveen 1
9501 XK Stadskanaal
Postadres:
Postbus 310
9500 AH Stadskanaal
Telefoon:
0599-696390
Email:
[email protected]
Website:
www.opron.nl
9.9 Raad van de kinderbescherming
De Raad voor de Kinderbescherming komt op voor de rechten van het kind, van wie de ontwikkeling en opvoeding worden
bedreigd. De Raad schept voorwaarden om die bedreiging op te heffen of te voorkomen. De Raad doet onderzoek, adviseert
in juridische procedures en kan maatregelen of sancties voorstellen. De Raad werkt nauw samen met andere instanties.
De Raad is betrokken bij gezinnen waar opvoeden een probleem is geworden, wordt ingeschakeld als ouders bij hun
scheiding niet zelf afspraken kunnen maken over hun kinderen, zoals over de omgangsregeling of de verblijfplaats, speelt
een rol bij strafzaken van minderjarigen en is betrokken bij zaken op het gebied van adoptie, afstand en afstamming.
Als er vermoedens zijn van verwaarlozing, mishandeling of andere ernstige opvoedingsproblemen kan men zich melden bij
het Bureau Jeugdzorg/Advies- en Meldpunt Kindermishandeling in de omgeving (zie AMK).
Een melding bij het AMK of Bureau Jeugdzorg kan worden overgedragen aan de Raad voor de Kinderbescherming (alleen
wanneer een kind ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd en wanneer het nodig lijkt dat hulp verplicht wordt gesteld).
Gegevens:
Vestiging Groningen:
Friesestraatweg 213b
Postbus 328
9700 AH Groningen
050-5205222
Directiebureau Noord:
Cascadeplein 10
Postbus 11008
9700 CA Groningen
050-3173030
53
9.10 Kentalis, REC3 en RENN4
In elke regio is er een Regionaal Expertisecentrum (REC) te vinden. In deze REC’s wordt de kennis en deskundigheid van
de speciale scholen in de regio gebundeld. De REC’s zijn onderverdeeld naar onderwijscluster: de clusters 1 t/m 4
verzorgen speciaal onderwijs en bieden ambulante begeleiding (ondersteuning aan kinderen met een
ontwikkelingsachterstand of beperking, zowel verstandelijk, zintuiglijk, motorisch en/of meervoudig) aan reguliere scholen
waar kinderen met een handicap les krijgen. Daarnaast verzorgt het REC de indicatiestelling via de Commissie voor de
Indicatiestelling (CVI) en bepaalde vormen van diagnostiek. Deze situatie gaat in 2014 veranderen.
De Wim Monnereau-school heeft contact met de dienst ambulant begeleiders van Kentalis , REC3 en RENN4. Zij geven
extra begeleiding en advies op school met betrekking tot leerlingen met een Rugzakje. Deze situatie gaat m.i.v. 2014
veranderen.
9.11 Jeugdhuizen Veendam
In de Jeugdhuizen Veendam verblijven acht jeugdigen in een groep. De jeugdige wordt een dagelijkse routine en een
voorspelbare structuur geboden. Samen met de jeugdige en betrokkenen wordt toegewerkt naar een volgend perspectief
(terug naar huis, pleegzorg of andere wooninstelling.). De hulp is gericht op het zelfoplossend vermogen, de
handelingsvaardigheid en het zelfvertrouwen van de jeugdige. De jeugdige wordt hier geplaatst voor crisis, korte periode of
voor behandeling, langere periode. Doel van het verblijf is rust en leeftijdsadequate verzorging en begeleiding te bieden in
een neutrale woonomgeving. De methodiek van het competentiemodel wordt toegepast en er wordt gewerkt vanuit de
ontwikkelingstheorie. Daarbij is het uitgangspunt dat de biologische ouders onvervangbaar zijn en ze zoveel mogelijk worden
betrokken bij de hulpverlening van hun kind.
Gegevens:
Jeugdhuizen Veendam
Sont 6
9642 BX Veendam
Telefoon:
0598-613096 (kantoor)
0598-624518 (groep)
9.12 Stichting Compaen (school)maatschappelijk werk
Compaen ondersteunt instellingen en groepen die het welzijn van de inwoners van de gemeente Veendam bevorderen, in de
ontwikkeling van hun werkzaamheden. Compaen verleent hulp aan groepen en individuen, waaronder scholen (School
Maatschappelijk Werk). Het SMW werkt voor gezinnen waarvan een kind basisonderwijs, voortgezet onderwijs of speciaal
basisonderwijs volgt. Ouders kunnen een beroep doen op de school maatschappelijk werker, bijvoorbeeld als zij vragen
hebben over de opvoeding van hun kind, als er problemen zijn, thuis of op school, als zij niet weten bij welke instantie zij
terecht kunnen met een bepaalde vraag. Op verzoek van de school of het Zorgplatform kan de maatschappelijk werker
contact met het gezin opnemen.
Gegevens:
Adres:
Jan Salwaplein 3
Veendam
Postadres:
Postbus 300
9640 AH Veendam
Telefoon:
0598-698119
54
9.13 Stichting MEE
Stichting MEE Groningen is de centrale basisvoorziening voor ondersteuning van mensen met een handicap, langdurige
beperking of chronische ziekte en die door hun beperking problemen ervaren in hun dagelijkse leven. MEE is er voor
kinderen, jongeren, volwassenen en hun ouders, familieleden en verzorgers.
Naast mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking of een chronische ziekte, staat MEE Groningen ook open
voor iedereen die langdurige beperkingen in zijn leven ervaart, zoals mensen met een visuele of auditieve beperking en
mensen met een stoornis uit het autistisch spectrum. Daarnaast kunnen mensen met sociale of emotionele problemen ook
terecht bij MEE.
Dienstverlening is kortdurend en gratis. Wanneer er contact wordt opgenomen voor informatie, advies of ondersteuning,
wordt de vraag in behandeling genomen door één van de consulenten van het team centrale aanmelding. De leden van MEE
kiezen een positie naast de cliënt. Een professionele raadsman/-vrouw biedt informatie, advies en ondersteuning aan
mensen met een beperking.
Gegevens:
Centraal kantoor Groningen (aanmelding en informatiecentrum, bereikbaar op werkdagen):
Koeriersterweg 26a
9727 AC Groningen
050-5274500
Regiokantoor Veendam:
Beneden Oosterdiep 39
9641 JA Veendam
0598-698670
E-mail:
[email protected]
Website:
www.meegroningen.nl
9.14 Vormen van voortgezet (speciaal) onderwijs
De Wim Monnereau-school heeft contacten met diverse vormen van voortgezet (speciaal) onderwijs, waaronder
praktijkonderwijs (PRO), LWOO (leerwegondersteunend onderwijs) en OPDC.
9.15 Werkrelaties van universitaire, HBO en MBO opleidingen
De Wim Monnereau-school heeft werkrelaties met universitaire, HBO en MBO opleidingen. Het team wordt dan ook
regelmatig ondersteund door stagiaires op allerlei werkvelden.
9.16 Zorgplatform Opron
Het Zorgplatform is de schakel tussen de ‘gewone’ basisscholen en de speciale basisschool. Zij doen onderzoek en geven
adviezen aan scholen. In relatie tot de positionering van de Wim Monnereau-school wordt er binnen de reguliere
basisscholen en het speciaal basisonderwijs (SBO) als volgt gewerkt.
Interne zorgstructuur van de basisschool op basis van “handelingsgericht werken”
Stap 1:
Niveau van de groep/leerkracht
55
Stap 2:
Groepsbespreking leerkracht(en) en interne begeleider
Stap 3:
Individuele leerling bespreking
Overleg tussen interne begeleider en consultatieve leerlingbegeleider van het Zorgplatform
Mogelijkheid voor kortdurende preventieve ambulante begeleiding van het Zorgplatform
in afstemming met consultatieve leerlingbegeleider: wel/ niet Vraag Profiel Instrument invullen
Stap 4:
Individueel handelingsplan op schoolniveau
Externe zorgroute van het SWV
In de stappen 3 en 4 van de zorgroute overlappen de interne- en externe zorgstructuur elkaar.
Stap 3 en 4:
Overleg interne begeleider en consultatieve leerlingbegeleider van het Zorgplatform;
Afstemming over “hoe nu verder met deze leerling”. Als blijkt dat er meer expertise vanuit het
Zorgplatform Primair Onderwijs nodig is, wordt een Vraag Profiel Instrument ingevuld. Het kind wordt
aangemeld voor bespreking in het Zorgplatform.
Stap 5:
Inschakelen meer deskundigheid uit de externe zorgstructuur van het SWV. In stap 4/5 kan in overleg
met de consultatieve leerlingbegeleider van het Zorgplatform, een orthopedagoog, psycholoog van het
Zorgplatform Primair Onderwijs als externe deskundige in de zorgroute worden ingeschakeld. Dit gebeurt
op basis van een door de school ingevuld Vraag Profiel Instrument waarin de hulpvraag is omschreven.
In sommige gevallen kan ook in deze fase nog ambulante begeleiding worden ingezet.
Stap 6:
Als ouders en school tot de conclusie komen dat de grenzen voor onderwijs- zorg begeleiding van de
leerling in de reguliere setting van basisschool zijn bereikt, kan de school een
Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) aanvragen voor het Speciaal Basisonderwijs of Speciaal Onderwijs. De
TLV wordt door de school aangevraagd bij het Samenwerkingsverband.
9.17 Inspectie van het onderwijs
De onderwijsinspectie controleert of de kwaliteit van het onderwijs op een aanvaardbaar niveau is.
De Inspectielocatie Groningen is gehuisvest in Leeuwarden:
Bezoekadres:
Sophialaan 20
8911 AE Leeuwarden
Correspondentieadres:
Postbus 120
8900 AC Leeuwarden
Afleveren: Sophialaan 20
8911 AE Leeuwarden 9e etage
[email protected]
www.onderwijsinspectie.nl
T (088) 6696060
F (088) 6696050
Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt
vertrouwensinspecteurs 0900-1113111 (lokaal tarief)
56
9.18 Landelijke Klachtencommissie/ Onderwijsgeschillen
Per 1 januari 2007 is de Wet medezeggenschapschap op de scholen (WMS) voor het funderend onderwijs in werking
getreden. Per 1 januari 2008 is de geschillencommissie , de LCG WMS, ingesteld: één landelijke geschillencommissie die in
bepaalde gevallen, waarin het medezeggenschapsorgaan en het bevoegd gezag een geschil over de medezeggenschap
hebben, uitspraak doet. Alle scholen voor primair en voortgezet onderwijs, de regionale expertisecentra en de centrale
diensten zijn op basis van de WMS aangesloten bij de LCG WMS.
Postbus 85191
3508 AD Utrecht
Bezoekadres:
Gebouw Woudstede
Zwarte Woud 2
3524 SJ Utrecht
Telefoon: 030-2809590
Internet: www.onderwijsgeschillen.nl
Email: [email protected]
9.19 Centrum voor Jeugd en Gezin
Iedere gemeente heeft een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Het CJG is een samenwerkingsverband van de gemeente
met onder andere het onderwijs (het Zorgplatform), het maatschappelijk werk, de jeugdgezondheidszorg (de GGD), het
jongerenwerk en Bureau Jeugdzorg.
Het CJG is dé plek waar ouders/opvoeders en jongeren terecht kunnen voor informatie, advies of hulp bij opgroei-, en
opvoedvragen. Het CJG biedt advies, hulp en ondersteuning op maat. U kunt ons met uw vraag op de volgende manieren
bereiken:
Bel:
0800 22 22 211
Mail:
[email protected]
Kom langs:
Jan Salwaplein 3, Veendam
Veel informatie over opvoeden en opgroeien vindt u ook op de website van CJG Veendam www.cjgveendam.nl. Op deze site
staat ook informatie over openingstijden, activiteiten en de meest gestelde vragen over opvoed-, en opgroeionderwerpen.
Uiteraard kunt u ook de leerkrachten en intern begeleiders vragen, zij zijn goed op de hoogte van het CJG.
Voor jongeren is er in een aparte deel op de website met informatie over onderwerpen als geldzaken, seksualiteit, alcohol,
etc.
Zorg voor jeugd Groningen
Voor een kind die extra zorg nodig is, werkt een groot aantal instellingen en scholen samen met de vaste partners van het
CJG. Dat vergt een goede samenwerking, goede informatie-uitwisseling en afstemming.
Om de afstemming te bevorderen hebben de Groninger gemeenten en de provincie samen het signaleringssysteem ‘Zorg
voor Jeugd Groningen’ ingevoerd. In dit systeem geven beroepskrachten een signaal af over een kind of jongere met een
hulpvraag. Hierbij gaat het niet altijd om zware hulpvragen, maar wel om situaties waarover beroepskrachten graag willen
afstemmen. Op het moment dat er meerdere signalen over hetzelfde kind zijn, zorgt de zorgcoördinator voor de afstemming.
Op deze manier voorkomen we dat er partijen langs elkaar heen werken en bezig zijn met alleen hun eigen plan.
Meer informatie en de folder over Zorg voor Jeugd vindt u op http://groningen.zorgvoorjeugd.nu/
57
Uiteraard kunt u met al uw vragen ook altijd contact zoeken met de school, met de partners van het CJG, zoals het
maatschappelijk werk, de jeugdverpleegkundige of jeugdarts in de school. .
9.20 Gemeente Veendam
Bezoekadres:
Raadhuisplein 5
9641 AW Veendam
Postadres:
Postbus 20004
9640 PA Veendam
T. 0598-652222
F. 0598-652250
E: [email protected]
Internet: www.veendam.nl
9.21 Medisch Kleuter Dagverblijf Veendam
Het medisch Kleuterdagverblijf is voor kinderen van 1,5 tot 7 jaar en hun ouders/verzorgers. De ouders ervaren een
opvoedprobleem en zien een afwijking in de ontwikkeling en/of gedrag van hun kind.
De behandeling bij het MKD vindt plaats onder verantwoordelijkheid van een gedragswetenschapper en is gebaseerd op de
systeemtheorie, die de positie van het kind beschrijft in relatie tot belangrijke anderen. Als methodiek maakt het MKD gebruik
van het sociaal- competentiemodel, gericht op het vergroten van vaardigheden. Een medisch team staat de pedagogische
medewerkers bij en er is mogelijkheid tot inzetten van verschillende therapieën.
In de groep (7 tot 10 kinderen) wordt via dagelijkse routine, veiligheid en structuur en passende leersituaties geboden. Er
wordt oplossingsgericht gewerkt aan doelen, zowel door middel van groepsactiviteiten als individuele activiteiten. De
intensiteit van de begeleiding van ouders varieert naar gelang de hulpvraag en de gestelde doelen.
Als de behandeling effectief blijkt, is de duur ca. 9 tot 12 maanden.
Bezoekadres:
Sont 16 Veendam
Postadres:
Postbus 274 9700 AG Groningen
T: 0598-632505
Internet: www.elker.nl
E: [email protected]
9.22 Samenwerkingsverband 20.01 PO
Adres: http://www.passendonderwijsgroningen.nl/SWV-PO20-01/
Op deze website vinden ouders / verzorgers een apart tabblad met meer informatie over het ondersteuningsplan en de
ondersteuningsprofielen van de verschillende scholen.
Op www.passendonderwijs.nl (website van ministerie OCW) en op www.passendonderwijsenouders.nl kunnen ouders /
verzorgers meer informatie vinden over de samenwerkingsverbanden e over Passend Onderwijs.
Daarnaast is er het Steunpunt Passend Onderwijs, onderdeel van informatiepunt 5010. Hier kunnen ouders / verzorgers
terecht met alle vragen over extra ondersteuning binnen het onderwijs. Het Steunpunt Passend Onderwijs is telefonisch
58
bereikbaar via 5010: (0800) 5010 (vaste telefoon, gratis) of (0900) 5010 123 (€ 0,45 per gesprek + kosten mobiel), of via
internet: www.5010.nl
Tot slot heeft iedere school een eigen intern begeleider. Deze onderwijsmedewerker is in staat verdere vragen van u te
beantwoorden over de uitvoer van Passend Onderwijs op de school.
U bent van harte welkom contact op te nemen.
59
Hoofdstuk 10 De ontwikkeling van het onderwijs in onze school
10.1 Gerealiseerde doelen van 2013-2014

Rekenen:
In het schooljaar 2013- 2014 is gewerkt aan de uniformiteit van de evaluaties van de groepsplannen. Het doel was
het creëren van eenduidigheid om de doorgaande lijn zichtbaar te maken. Dit doel is behaald.
In het schooljaar 2013-2014 hebben we eveneens de kwaliteit van het rekenonderwijs op de Wim Monnereauschool in kaart gebracht.
Om de startpositie te bepalen hebben we in november 2013 een enquête afgenomen onder 15 teamleden. De
enquête kent 12 indicatoren met een onderverdeling in kernkwaliteiten. Op basis van de uitkomsten van de
enquête zijn 2 verbeterpunten gekozen. De verbeterpunten hebben betrekking op 2 indicatoren, te weten “Er wordt
gebruik gemaakt van het model interactieve directe instructie (IGDI) en “De school behaalt goede resultaten ten
aanzien van rekenen en wiskunde”. De verbeterpunten hiervan zijn:
-Er is een gezamenlijke afsluiting/ evaluatie en er wordt vooruit gekeken naar de volgende les. (IGDI)
-De resultaten van de leerlingen liggen met betrekking tot de tussen- en eindresultaten op het niveau dat verwacht
mag worden (gelet op de kenmerken van de leerlingen). (resultaat)

Didactisch handelen:
Aan het eind van de interne studiedag is iedereen zich weer bewust van alle aspecten van het model IGDI en past
deze toe in de lessen. Binnen het model IGDI zijn wij interactief op zoek gegaan naar geschikte coöperatieve
werkvormen om te komen tot een top 4 die schoolbreed in het dagelijks lesgeven worden toegepast en geborgd.
De coöperatieve werkvormen “denken-delen uitwisselen”, “placemat”, “rollen geven in groepsgesprek”,
gezamenlijke terugblik en reflectie.

Opbrengsten eindgroepen: Schooljaar 2013-2014:
Tijdens twee voltallige teambijeenkomsten hebben wij de opbrengsten geanalyseerd.
Het basisvak Technisch lezen scoort 95% zit op het schooldoel: goed. De basisvaardigheid Begrijpend lezen is
voldoende, evenals Rekenen en wiskunde.

Lezen/Leesbeleving:
De werkgroep heeft zich ten doel gesteld om in het schooljaar 2013-2014 meerdere activiteiten te organiseren en
de schoolbibliotheek actief te (laten) gebruiken. Hieronder volgt een overzicht van de activiteiten en afspraken en
wordt uitleg gegeven over het gebruik van de bibliotheek.
van activiteiten gericht op leespromotie en leesbeleving
* Kinderboekenweek
* Voorleesontbijt
* Voorleeswedstrijd
* Nationale Voorleesdag
* Voorlezen door de bovenbouw bij de onderbouw
Door middel van het schrijven van een intern beleidsstukstuk (dat gedurende het schooljaar zal worden uitgebreid
met o.a. notulen van vergaderingen) worden de activiteiten en afspraken met betrekking tot leespromotie en
leesbeleving geborgd.

Nascholingsplan:
60
In juni 2013 is het nascholingsplan 2013-2014 opgesteld, gekoppeld aan het jaarplan en individuele opleidingen.
Het nascholingsplan 2013-2014 is op een enkele opleiding na geheel gerealiseerd; er zijn verdiepingscursussen
gevolgd. Een van de collega’s heeft de HBO master-special needs gedragsspecialist met succes afgerond.

Passend Onderwijs, Schoolondersteuningsprofiel:
Het Schoolondersteuningsplan is in samenwerking met het hele team opgesteld tijdens thematische
teambijeenkomsten.
Het Schoolondersteuningsprofiel van de Wim Monnereau-school is in mei 2014 vastgesteld en afgestemd op het
door de Ondersteuningsplanraad ingestemde provinciale Ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband PO
20.01. De medezeggenschapsraad heeft positief geadviseerd.

Burgerschap
De school maakte aan de hand van een startmeting, ingevuld door het team, zichtbaar maken hoe actief
burgerschap in de school wordt vormgegeven. Deze startmeting is uitgevoerd en geeft verbeterpunten voor
burgerschapsonderwijs.
Wat de school doet aan burgerschapsvorming is in algemene termen in de schoolgids beschreven maar wordt
verder uitgediept en in een beleidsstuk 2014-2015 beschreven.

Aanbod:
De school heeft o.l.v. de interne begeleiders in alle groepen een eerste opzet gemaakt voor groepsplannen ten
aanzien van gedrag in de primaire preventie. Het effect daarvan dient nog te worden geëvalueerd voordat wij de
secundaire en tertiaire preventie introduceren.
In de “groepsplannen gedrag” zijn de evaluaties beschreven.

Zorg en Begeleiding:
Aan de hand van de 1-zorgroute begeleiden de interne begeleiders het proces van handelings-en opbrengstgericht
werken aan de hand van de cirkel plannen-uitvoeren-controleren-bijstellen.
In de verantwoordings-en uitvoeringsdocumenten wordt het onderwijsleerproces planmatig beschreven:
Plannen: Onwikkelingsperspectief→ Groepsplan→ Onderwijsplanning→ Lesvoorbereiding
Uitvoeren: Lesgeven
Controleren: Methodegebonden toetsen→ (CITO) toetsen→ Testen →Lesobservaties
Bijstellen: Leerlingbespreking Groepsbespreking Bespreking externen (School)onderwijsresultaten

Schoolklimaat: Dit onderwerp beslaat alle bovengenoemde onderwerpen en heeft te maken met afspraken en
routines binnen de school. De afspraken die voortvloeien uit de basisvakken rekenen, taal en onderwijsleerproces
worden geborgd in het kwaliteitshandboek.
61
10.2 Beleidsonderwerpen schooljaar 2014-2015
In het schooljaar 2014-2015 staan de volgende werkdoelen voor het team op het programma:

Opbrengsten
De leerresultaten van de leerlingen worden tijdens twee voltallige teambijeenkomsten besproken en geanalyseerd.
Dit wordt voorbereid door de interne begeleiders.
De verbeterpunten en opbrengsten worden beschreven in verantwoordingsdocumenten.

ICT (Informatie en Communicatie Technologie)
De ICT-coördinator initieert aan de hand van visie en doelen beleid ten aanzien van het vervangingsplan van de
hardware en gebruik ervan in het onderwijs.
Het gebruik van informatie en communicatie technologie wordt beschreven in het ICT-beleidsplan van de school

Contacten met ouders
De ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie heeft op de school een bepaalde vorm gekregen die in de schoolgids
staat beschreven. Deze vorm wordt door ouders en personeel geëvalueerd aan de hand van een ouderenquête.
De regels en routines ten aanzien van ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie worden beschreven in
verantwoordingsdocumenten

Leertijd:
Het lesrooster en de verdeling over de vak-en vormingsgebieden worden geëvalueerd.
In lesroosters en in verantwoordingsdocumenten worden de keuzen gemotiveerd.

Afstemming
Onder afstemming wordt verstaan het aanpassen van instructie en de verwerking op de vorderingen van
leerlingen. De instructie en verwerking kan hierbij gegeven worden aan de hele groep, maar daar waar nodig aan
kleine groepjes of in een enkel geval op individueel niveau. Op teamniveau gaan wij dit evalueren.
In groepsplannen, groepsmappen en verantwoordingsdocumenten is de werkwijze aantoonbaar.

Rekenen en Wiskunde
In het schooljaar 2014-2015 is het de bedoeling dat we onder leiding van de werkgroep rekenen gaan werken aan
eerder genoemde verbeterpunten. Verbeterpunt 1 komt aan de orde tijdens de Ib-vergaderingen. Verbeterpunt 2
zal onderdeel uitmaken van een studiedag.
Om verbeterpunt 2 te kunnen realiseren is het noodzakelijk om de leerlijnen te koppelen aan de leerroutes die
binnen de school zijn opgezet. Dit kan consequenties hebben voor de visie op het rekenonderwijs en de
organisatie daarvan.
Dit verbeterpunt zal opgenomen worden in het meerjarenplan van de school.

Taalleesonderwijs
Het taalleesprotocol en dyslexieprotocol alsmede het taal-en spellingsonderwijs zal worden geëvalueerd.
De protocollen borgen in de schoolafspraken in de verantwoordingsdocumenten.

Afspraken en procedures ICT, Schoolklimaat, Pedagogisch handelen zullen worden geborgd.
62
Hoofdstuk 11 Het onderwijsteam
11.1 Formatie-indeling 2014-2015
Functie/groep/taak
Naam
Dagen
Directeur
Joke Leertouwer- Hoogeveen
Ma.di.wo.do.
Adjunct-directeur
Erik Beens
Wo.vr.
Interne Begeleiding
Beika Vrieling
Ma.mo (vanaf 11.00 u.) Di. (vanaf 11.00 u.)
Evelien de Boer
Wo.mo. (vanaf 11.00 u.)
Ma.di.
Groep D
Groep E
Groep G
Groep H
Groep I
Groep K
Groep L
Groep M
Lesgeven aan E, G en H bij
Margreet van der Laan
Ma.di.
Marloes Veen
Do.vr.
Henny de Graaf
Ma.di.do.vr.
Inge Scholtens
Wo.
Inge Scholtens
Ma.
Francisca Wever
Di.wo.do.vr.
Addy van Hummel
Ma. wo.do.
Marjon Brugge
Di.vr.
Siep van der Vries
Ma. do.vr. deels di.
Addy van Hummel
Deels di.
Marloes Veen
Wo.
Tina de Vries
Ma.di.wo.vr.
Erik Beens
Do.
René Lourens
Ma.di.do.vr
Marjon Brugge
Wo.
Erik Beens
Ma.di.
Evelien de Boer
Wo.do.vr.
Beika Vrieling
Ma.mo., di.mo., wo.mo., en do.mo. van
groepsoverstijgende basisvakken
Bewegingsonderwijs
8.45-10.45 uur
Wim Kroon
Volgens gymrooster
Elmar Bijl
ICT
René Lourens
Wo.
Logopedie
Jacqueline Harkema
Ma. di.mo. wo. do.mo.
Administratie
Ginie Nijborg
Ma.mo., di.mo. do.mo. vr.mo.
Conciërge
Alex Poppen
Ma.di.do.vr.
Assistent- conciërge
Eric de Jong
Ma.di.wo.do.vr.
Orthopedagoog
Sophie Venema
di.wo.
Ambulante begeleiders clusteronderwijs
Tineke Weitenberg
n.t.b.
63
Hoofdstuk 12 Jaarkalender ouders
De jaarkalender voor de ouders wordt binnen de eerste twee schoolweken verstrekt.
64