Globaal beeld gemeenten mini SWOT

Mini SWOT analyse
Afhandeling zorgmeldingen van jeugdigen
lokale teams FoodValley/AMHK
Globaal beeld gemeenten
21 oktober 2014
Inleiding.
1
De verantwoordelijkheid voor het aannemen en afhandelen van zorgmeldingen ligt in de uitvoering bij lokale professionals. De inzet is om deze professionals uit te rusten voor taken die voorheen voor een groot deel in de toegang van Bureau Jeugdzorg waren geborgd. Bij vermoedens van huiselijk geweld/kindermishandeling is sinds 1 juli 2013 de wettelijke meldcode van kracht. Dit veronderstelt dat professionals die in contact zijn met ouders/opvoeders en jeugdigen worden ondersteund in de stappen die zij daarbij kunnen zetten. Het AM(H)K (m.i.v. 1 januari 2015 Veilig Thuis) vervult daarin een belangrijke rol. Gezien het bovenstaande zal het AMHK ook nauw bij de lokale situatie moeten aansluiten.
Deze mini SWOT analyse moet bijdragen aan de keuze(s) voor het aannemen en afhandelen van zorgmeldingen1 van jeugdigen. Centrale vraag is welke rol de lokale teams van de afzonderlijke gemeenten in FoodValley spelen m.b.t. zorgmeldingen; daar waar nodig i.s.m. met het AMHK. Zorgmeldingen zijn onder te verdelen in meldingen die;
 algemene zorgsignalering ten aanzien van kinderen en gezinnen betreffen;
 worden gedaan over kinderen die slachtoffer en/of getuige zijn van huiselijk geweld;
 gaan over kinderen jonger dan 12 die een strafbaar feit plegen;
 een ongeboren kind betreffen bij huiselijk geweld tussen partners tijdens de zwangerschap;
 voortkomen uit het Pro­kid Signaleringsinstrument 12­2;
 naar aanleiding van de kindcheck worden gedaan3.
Zorgmeldingen waarbij geen sprake is van kindermishandeling en/of huiselijk geweld zijn in beginsel een lokale aangelegenheid. Daar liggen de meeste mogelijkheden om een inschatting te kunnen maken en een vervolg te kunnen inzetten. Deze zorgmeldingen kunnen op verschillende manieren binnenkomen en besproken worden, ook op de plaats waar de zorg zich manifesteert door outreachend te werken. Het is belangrijk om 1 laagdrempelige, herkenbare en centrale plek in de gemeente te hebben waar zorgmelders contact kunnen opnemen. Als er sprake is van vermoedens van kindermishandeling en/of huiselijk geweld dan is de wettelijke meldcode van toepassing en kan het AMHK in beeld komen. Na 1 januari 2015 zullen situaties welke worden ingebracht bij het AMHK maar waarbij geen sprake is van kindermishandeling/huiselijk geweld worden afgeschaald naar lokale professionals.
Daarbij kan hetzelfde werkproces worden gevolgd als bij reguliere zorgmeldingen of een casus worden afgesloten. Om zorgmeldingen lokaal te kunnen ontvangen en afhandelen moet een werkproces worden ingericht. De uitkomsten van deze mini SWOT analyse vormen de input om daartoe een aanzet te geven en dit met de lokale partners en het AMHK af te stemmen.
Deze mini SWOT analyse is gebaseerd op drie documenten:
1. Factsheet Zorgmeldingen Jeugd (VNG, juni 2014).
2. Model Handelingsprotocol voor het Advies­ en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (VNG, conceptversie 4 juni 2014).
3. Zorgmeldingen van jeugdigen, aanbevelingen ten behoeve van het maken van keuzes voor de inrichting en afhandeling (inclusief zorgmeldingen politie, Food Valley, juli 2014). 1
Een zorgmelding is het resultaat van de inventarisatie van 1 of meerdere zorgsignalen door
professionals waarbij er sprake is van een zorgwekkende opvoedingssituatie welke verder ingrijpen
rechtvaardigt.
2
Factsheet zorgmeldingen Jeugd (VNG, juni 2014).
3
De kindcheck heeft betrekking op professionals die met volwassenen werken. Als de situatie van hun
cliënt aanleiding geeft om zich zorgen te maken over mogelijk aanwezige kinderen, dan zijn de
professionals verplicht om na te gaan of hun cliënt verantwoordelijkheid draagt voor de opvoeding
over verzorging van kinderen. Als dit het geval is, moeten zijn nagaan of de kinderen veilig zijn. Is het
onduidelijk of er voldoende voor de kinderen wordt gezorgd en of zij in voldoende mate veilig zijn, dan
zet de professional op basis van de oudersignalen de stappen van de meldcode (zie noot 5), dus
zonder de kinderen zelf te hebben gezien (Model handelingsprotocol AMHK, VNG concept 6 juni
2014, p. 12 en 15)
2
Keuzes (analysekader).
De gemeenten in de regio FoodValley staan voor een aantal keuzes m.b.t. de zorgmeldingen van de politie4.
A. Gemeenten kunnen de zorgmeldingen van de politie op het lokale niveau laten binnenkomen, dat wil zeggen bij de gemeente zelf of bij een daar toe aan te wijzen organisatie in de gemeente (bijvoorbeeld het sociaal (wijk)team/CJG).
B. Gemeenten kunnen de zorgmeldingen van de politie bovenlokaal laten binnenkomen, dat wil zeggen bij een organisatie die de zorgmeldingen voor een aantal gemeenten in een regio gezamenlijk ontvangt en verwerkt. (bijvoorbeeld het AMHK) De afspraak is dat het huidige werkproces zoveel mogelijk gehandhaafd blijft. De vraag is dus of de gemeenten in FoodValley in staat zijn om dit werkproces – bij de keuze voor optie A­ m.i.v. 1 januari a.s. lokaal uit te voeren. Tijdens het werkatelier over zorgmeldingen/AMHK op 9 juli jl. is op ambtelijk niveau vooralsnog de voorkeur uitgesproken voor optie B omdat de inschatting is dat de lokale teams op 1 januari 2015 onvoldoende uitgerust zijn om het huidige werkproces lokaal geïmplementeerd te hebben. De uitkomsten van deze mini SWOT analyse kunnen dit verder onderbouwen.
In 2015 moet vervolgens blijken of optie B de beste werkwijze is en blijft, of dat voor een andere formule wordt gekozen. Overige zorgmeldingen.
Voor meldingen van overige professionals en inwoners blijft het vraagstuk actueel over waar deze na 1 januari 2015 binnenkomen en hoe deze afgehandeld worden. Deze mini SWOT analyse moet op dit punt ook bijdragen aan een onderbouwd advies aan de afzonderlijke colleges. Vervolgens kunnen de colleges in samenhang besluiten over de (voorlopige) inrichting van lokale teams en het AMHK op een dusdanige wijze dat zorgmeldingen op een verantwoorde manier aangenomen en afgehandeld worden.
Op onderstaande lijst hebben de vertegenwoordigers van de gemeenten die gaan over het beleid aangaande het aannemen en afhandelen van zorgmeldingen afgevinkt wat wel of niet al op orde is. Deze status­quo helpt om onderbouwd de gevraagde keuzes in regioverband te maken. Voorkomen moet worden dat de werkwijze ten aanzien van zorgmeldingen verschilt per gemeente, omdat dit het risico op misverstanden en fouten vergroot.
A.Organisatie/werkwijze
Ja
Nee
i.o.5
1. Is de pedagogische infrastructuur zodanig op orde dat zorgwekkende opvoedingssituaties gezien en opgepakt worden6?
2. Is er een centraal meldpunt georganiseerd waar signalen bij elkaar komen?
3. Is er iemand aangewezen waar het AMHK contact mee kan opnemen in geval van een Verzoek Tot Onderzoek bij de Raad v.d.Kinderbescherming?
4. Kunnen zorgmeldingen die binnenkomen bij een lokaal team dezelfde dag worden opgepakt?
4
In de huidige Wet op de Jeugdzorg kunnen alle zorgmeldingen worden ingebracht bij Bureau
Jeugdzorg. In de nieuwe jeugdwet vervalt deze taak voor BJZ
5
TOELICHTING:Ja/nee:geldt voor alle gemeenten, In Ontwikkeling (i.o.):1 of meerdere gemeenten
geven nee aan (verschilt per item)
6
Te denken valt aan pedagogische basisvoorzieningen zoals speeltuin(vereniging)en, buurtwerk,
onderwijs en opvang waarin aandacht is voor signalering van zorgwekkende en/of onveilige
opvoedsituaties en er bekendheid is met de route die moet worden bewandeld om tot actie over te
gaan (de zogenaamde pedagogische civil society).
3
5. Is er bij schriftelijke zorgmeldingen door derden binnen twee werkdagen contact met de melder door het lokaal team mogelijk?
6. Kan er uiterlijk binnen vijf werkdagen na ontvangst van de melding door het lokale teams contact gezocht worden met de potentiële cliënt?
7. Kan uiterlijk binnen tien werkdagen na de zorgmelding een eerste gesprek door een lid van het lokale team met de potentiële cliënt plaatsvinden?
8. Zijn er in het lokaal team afspraken gemaakt met de politie over de werkwijze ten aanzien van ontvangst en afhandeling van zorgmeldingen?
9. Zijn er in het lokaal team afspraken met het Openbaar Ministerie (OM) gemaakt over de werkwijze ten aanzien van ontvangst en afhandeling van zorgmeldingen?
10. Zijn er in het lokale team afspraken over terugkoppeling van ondernomen actie naar de melder?
11. Zijn er in het lokaal team afspraken met de vrouwenopvang over doorgeleiding van (acute) zorgmeldingen waar noodzakelijk?
12. Is er een werkafspraak in het lokale team met het Veiligheidshuis aangaande zorgmeldingen die betrekking hebben op (beginnende) delinquentie?
13. Is er een werkafspraak in het lokale team met leerplicht aangaande zorgmeldingen die betrekking hebben op schoolverzuim?
14. Is in het lokale teams helder hoe met zorgmeldingen wordt omgegaan in relatie tot de Verwijsindex Risicojongeren (VIR)?
15. Is de digitale ontvangst van de zorgmelding via de Collectieve Opdracht Routeer Voorziening (CORV) in het lokale team geregeld?
16. Is door het lokale team met de inwoners een postadres, mailadres en telefoonnummer gecommuniceerd voor het doen van zorgmeldingen?
17. Is er een protocol voor maatschappelijke incidenten met betrekking tot jeugdigen?
18. Zijn er bindende afspraken gemaakt over wie de procesregie heeft t.a.v. de aanpak van kindermishandeling/huiselijk geweld? 19. Worden de taken die het huidige AM(H)K heeft t.a.v. voorlichting en deskundigheidsbevordering gecontinueerd?
20. Is de coördinatie van het huisverbod (eerste 10 dagen) geregeld?
21. Is er in een multidisciplinair team van specialisten voorzien waar signalen die binnen komen getoetst en gescreend kunnen worden 7?
B.Deskundigheden
Ja
Nee
i.o.
1. Is het lokaal team toegerust om gesprekken met kinderen te voeren die gaan over veiligheid?
2. Is de professional werkzaam in het lokale team in staat om een veiligheidsplan8 te maken als onderdeel van het ondersteuningsplan?
3. Is de professional werkzaam in het lokale team in staat om een herstelplan 9 7
De samenstelling van een dergelijk expertteam kan bijvoorbeeld bestaan uit een vertrouwensarts van
het AMHK, orthopedagoog, traumadeskundige, psycholoog en manager van het lokale team.
8
In een veiligheidsplan staan concrete aanwijzingen voor eerdere onveiligheid, mogelijke gevolgen
van voortdurende of escalerende veiligheid, minimale eisen aan herstel van veiligheid, regels voor het
omgaan met triggers en stressoren, afspraken over herstel van veiligheid, consequenties voor het niet
nakomen van gemaakte afspraken, wie wanneer toeziet op het nakomen van gemaakte afspraken,
afspraken over tussenevaluatie, bijstelling van het veiligheidsplan en eindevaluatie. Signs of Safety
(SoS) is een voorbeeld van een werkwijze volgens welke een veiligheidsplan tot stand kan komen.
9
In een herstelplan staat ten minste; de benodigde stappen om mogelijke (ontwikkelings)schade in
kaart te brengen, de schade die betrokkenen hebben geleden als gevolg van huiselijk geweld of
kindermishandeling, de ondersteuning, hulp of behandeling die worden ingezet ten behoeve van
herstel, de afspraken over toezicht en naleving van het herstelplan.
4
te maken als onderdeel van het ondersteuningsplan?
4. Is er in het lokale team kennis van risicofactoren die de kans op crimineel gedrag vergroten?
5. Wordt er in het lokale team met een beproefd risico­taxatie­instrument 10 gewerkt?
6. Is in het lokaal team helder wanneer civielrechtelijke stappen (kinderbeschermingsmaatregel) noodzakelijk zijn volgend op een zorgmelding?
7. Is in het lokaal team helder wanneer bestuursrechtelijke stappen (huisverbod) noodzakelijk zijn volgend op een zorgmelding?
8. Is in het lokaal team helder wanneer strafrechtelijke stappen (aangifte) noodzakelijk zijn volgend op een zorgmelding?
9. Is in het lokaal team bekend wat er lokaal, regionaal, bovenregionaal en landelijk aan hulpaanbod is ten aanzien van traumaverwerking in het algemeen en ten aanzien van huiselijk geweld en kindermishandeling in het bijzonder?
10. Voldoen de professionals werkzaam in het lokale team aan de wettelijk vereiste competentie t.a.v. kindermishandeling?
11. Voldoen de professionals werkzaam in het lokale team aan de wettelijk vereiste competentie t.a.v. huiselijk geweld?
12. Is er een werkwijze rondom geaccrediteerde bijscholing van het lokale team opgesteld inzake kindonveiligheid?
13. Zijn er afspraken vastgelegd over de wijze waarop intervisie plaats vindt in het lokale team inzake kindonveiligheid?
C.Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
1. Wordt in het geval van (een vermoeden van) kindonveiligheid de wet Verplichte Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling 11 uitgevoerd?
D.Samenwerking
Ja
Nee
i.o.
1. Is in het lokale team helder hoe de samenwerkingsafspraken met het AMHK luiden aangaande taakverdeling, overdracht over en weer en follow­up in de regel na drie maanden en één jaar?
2. Is helder dat wanneer de afspraken uit het veiligheidsplan niet worden nagekomen casemanagement drang wordt ingezet?
3. Zijn er duidelijke afspraken in het lokale team over het moment en de wijze waarop de Raad voor de Kinderbescherming ingeschakeld wordt?
10
Bijvoorbeeld het Licht Instrument Risicotaxatie Kindermishandeling (LIRIK).
Professionals die vallen onder deze wet worden geacht bij het signaleren van huiselijk geweld en
kindermishandeling de vijf stappen van de meldcode te volgen: 1. In kaart brengen van signalen, 2.
Overleggen met collega en eventueel raadplegen AMHK en/of een deskundige op het gebied van
letselduiding, 3. Gesprek met de cliënt, 4. Wegen van het geweld of de kindermishandeling en bij
twijfel altijd AMHK raadplegen, 5. Beslissen: zelf hulp organiseren of melden.
11
5
4. Is in het lokale team helder op welk moment het SAVE team/ de nieuwe jeugdbescherming een rol gaat spelen als gevolg van een zorgmelding?
E.Informatie delen
Ja
Nee
i.o.
1. Zijn er in het lokale team afspraken over de mogelijkheid tot het raadplegen van informatiebronnen onder welke voorwaarden, zoals de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA), het Gezagsregister, de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK), de Verwijsindex Risicojongeren (VIR), de melder, de direct betrokkenen en de politie?
2. Zijn er sluitende afspraken over het delen van informatie die betrekking heeft op onveilige opvoedsituaties met het oog op de mogelijkheid tot doortastend optreden?
6