Muziektheater Transparant & de Veenfabriek Cappella Amsterdam & Barokorkest B’Rock olv. George Petrou Arthur vr 12 sep 2014 Blauwe zaal Grote podia 20 uur 21.40 uur geen pauze inleiding 19.15 uur David Vergauwen Blauwe foyer over koningen & oorlogen Muziektheater Transparant & de Veenfabriek Cappella Amsterdam & Barokorkest B’Rock olv. George Petrou vr 12 sep 2014 Choeur de Chambre de Namur olv. Leonardo García Alarcón wo 22 okt 2014 Choeur & Orchestre Le Concert Spirituel olv. Hervé Niquet wo 6 mei 2015 teksten programmaboekje Muziektheater Transparant, Paul Slangen (met dank aan de Munt) coördinatie programmaboekje deSingel Gelieve uw GSM uit te schakelen. De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/ concert/tentoonstelling van uw keuze. Reageer en win Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/ concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Grand café deSingel open alle dagen 9 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen Bij onze concerten worden occasioneel cd’s te koop aangeboden door La Boite à Musique Coudenberg 74 | Brussel +32 (0)2 513 09 65 www.classicalmusic.be © Felix Kindermann Muziektheater Transparant & de Veenfabriek Cappella Amsterdam & Barokorkest B’Rock olv. George Petrou Arthur muziek Henry Purcell tekst Peter Verhelst muzikale leiding George Petrou regie Paul Koek kostuum D orothee Curio licht en lichtinstallatie Peter Quasters dramaturgie Paul Slangen koorleider D aniel Reuss vocale solisten sopraan Elizabeth Cragg sopraan en spel Claron McFadden tenor Jason Darnell bas-bariton K onstantin Wolff spel Y onina Spijker, Tyeppe Troost, Batuhan Eryigit sirenes T on van der Meer regie-assistent Frank Siera techniek Peter Quasters, Bart Celis, Hans Valcke kleedster Viviane Couberg productieleiding Annik Laruelle (Muziektheater Transparant), V eerle Vervoort (B’Rock), Annemiek Vanderheyden (Cappella Amsterdam), Anne-Marie Geldhof (de Veenfabriek) Barokorkest B’Rock viool I R odolfo Richter (concertmeester) aniela Helm, Sara DeCorso D viool II J ivka Kaltcheva, Marie Haag, Liesbeth Nijs altviool Luc Gysbregts, Manuela Bucher basse de violon Rebecca Rosen gamba Martin Bauer violone T om Devaere hobo B enoit Laurent, Stefaan Verdegem fagot Tomasz Wesolowski trompet Fruzsi Hara, Saleem Khan timpani Jan Huylebroeck luit Wim Maeseele klavecimbel D avid Van Bouwel koor Cappella Amsterdam sopraan Marijke van der Harst, Titia van Heyst, Maria Köpke, Marjo van Someren alt Daniel Elgersma, Sabine van der Heyden, Antje Lohse, Inga Schneider tenor Dolf Drabbels, Guido Groenland, Jon Etxabe Arzuaga, Endrik Üskvärav bas Coert van den Berg, Nicolas Boulanger, Jan Willem van der Hagen, Job Hubatka productie Muziektheater Transparant en de Veenfabriek coproductie B’Rock, Operadagen Rotterdam, de Munt / la Monnaie, Festival van Vlaanderen, Flagey met de steun van Ammodo Fonds 7 Arthur Zoals wit een mengsel is van alle kleuren, bestaat stilte uit alles wat er niet meer is. Ter nagedachtenis aan het begin van de eerste moderne oorlog, nu 100 jaar geleden, gunnen regisseur Paul Koek en auteur Peter Verhelst ons een blik op het slagveld als alles voorbij is. Als nog slechts het zoemen van een vlieg te horen is, en de eerste planten zich weer voorzichtig laten zien. In het onwerkelijk veranderde, vlakke land dat plotseling voorzien is van heuvels die er niet waren en vijvers vol water dat verstopt zat onder de grond, lopen twee vrouwen, vergezeld door een kind. De een is op zoek naar haar man, die vanuit het verre Afrika hier heen gekomen is om te vechten in een onbegrijpelijke oorlog. De ander zoekt haar land zoals ze het kende, maar niet meer terug te vinden is. Terwijl de jonge Arthur doet wat elk jongetje doet: fantaseren over heldendom en moed en verlangen naar het genot van de overwinnaar, totdat hij beter weet. Met behulp van de muziek van Henry Purcell wordt het onbeschrijfelijke leed bezongen dat de wereld 100 jaar geleden overkomen is. De gevoelswereld die Purcell met tal van beroemde aria’s zoals ‘Cold Genius’ en ‘Fairest Isle’ voor ons opent, maakt het mogelijk het onbegrijpelijke tot onder de huid te ervaren. In nauwe samenwerking met dirigent George Petrou is met de muziek die Purcell voor Arthur componeerde een betekenisvol muzikaal geheel ontstaan waarmee de emotionele lading van Purcell ten volle wordt benut. 8 © Felix Kindermann 9 10 © Felix Kindermann 11 Dramaturg Paul Slangen in gesprek met Paul Koek en Peter Verhelst over ‘Arthur’ In ‘King Arthur’ laat Henry Purcell de wereld bevriezen, de mensheid verdwalen en het nationalisme in een geëxalteerde vorm bezingen. Honderd jaar na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog plaatsen regisseur Paul Koek en librettist Peter Verhelst de muziek in een hedendaagse context. Een blinde vrouw dwaalt over het slagveld, op zoek naar haar geliefde. Zij wordt begeleid door een vrouw die droomt. De muziek en liederen van Purcell reageren daarop en verlenen er een emotionele diepte aan waardoor een glimp van schoonheid door de duisternis heen schittert. Na ‘Medea’ en ‘Moby Dick’ is dit de derde samenwerking tussen de Nederlandse muziektheaterregisseur Paul Koek en de Belgische auteur Peter Verhelst. Paul Koek: Met de komst van dramaturg Paul Slangen bij de Veenfabriek kwam Peter Verhelst in beeld. Ik kende Peter natuurlijk al wel uit de Hollandiatijd, maar had zelf nog niet met hem gewerkt. In zijn tijd bij NTGent heeft Paul een band met Peter opgebouwd en was overtuigd van onze combinatie. Peter Verhelst is een schrijver die mij veel te bieden heeft. Vrijwel elke zin in zijn teksten is voorzien van een beeld en ze werken zeer goed zodra ze op het podium worden uitgesproken. Je moet ze eigenlijk zo schoon mogelijk laten klinken. Dat biedt mij de mogelijkheid me er muzikaal toe te verhouden. Maar, ook al zou ik het willen, dan nog zou het louter muzikaal illustreren van zijn tekst onmogelijk zijn. Peter schakelt daar te snel voor; in beelden en in perspectief. Hierin ligt ook de moeilijkheid: Peter gaat volledig zijn eigen gang. De enige manier om daarmee om te gaan is hem te vertrouwen. Eigenlijk laat ik het na een of twee gesprekken vooral aan Peter over om in samenspraak met mijn dramaturg tot een tekst te komen? Ik vind dat een fijne manier van werken. Niet teveel overleg over hoe het moet worden, maar geconfronteerd te worden met wat iemand anders heeft bedacht en uitgewerkt. Het geeft mij de ruimte om er vervolgens heel vrij mee om te kunnen gaan. Wat Peter volgens mij ook toejuicht. Peter Verhelst: Absoluut. Ik weet dat mijn manier van schrijven het 12 Paul en zijn acteurs moeilijk kan maken. Mijn teksten zijn bouwsels waarin alles in elkaar grijpt. Je weg vinden in dat materiaal is niet simpel. Maar het is fantastisch hoe Paul Koek daar elke keer weer in slaagt en daarom mogen Paul, zijn acteurs en zijn muzikanten doen wat ze willen. Zijn muzikale benadering is daarbij een ideale sleutel. Het toepassen van muzikale principes als ritme en melodie zijn technieken die de wereld die in mijn teksten verborgen ligt zo groot en zo helder mogelijk maken. De focus verschuift ermee van het personage naar dat wat het personage vertegenwoordigt. Om tot de inhoud te komen werk ik graag samen met Paul Slangen. Met hem voer ik gesprekken over de mogelijke invalshoeken tot het materiaal: de filosofische, historische en politieke dimensies ervan. Daarna schrijf ik losse fragmenten die we samen in een constructie plaatsen. Ik ben een atypische toneelauteur, ik geloof niet zo in dialogen, eerder in monologen. Ik geloof in taal. Om tot een situatie te komen, of tot een verhouding van personages op scene, gebruik ik de dramaturg maar al te graag. Zo kan ik me concentreren op wat de personages innerlijk bezig houdt; wat hen roert en wat ze van de wereld ervaren zowel aan de binnen- als aan de buitenkant van hun lichaam. Het theater is voor mij niet zozeer een plek waar een verhaal verteld moet worden, maar waar een menselijke ervaring invoelbaar en inzichtelijk gemaakt wordt. Ook hierom werk ik graag met Paul Koek samen. Muziek biedt mogelijkheden om een ervaring direct overdrachtelijk te maken. Het geheimzinnige van de mens is en blijft toch dat hij vooral tegenover de ander staat, terwijl hij toch via taal ervaringen kan delen. In die zin probeer ik hetzelfde te doen met taal als Paul met klank: onder de huid van de mensen kruipen en hen zichzelf laten voelen via de geënsceneerde ander. Het Barokorkest B’Rock is ontstaan uit zin voor vernieuwing en verjonging in de wereld van de oude muziek. Paul Koek: Wat dat betreft is de muziek van Purcells ‘King Arthur’ heel bruikbaar. Aanvankelijk dacht ik nog dat we andersoortig muzikaal materiaal zouden moeten toevoegen om de voorstelling met meer lamento te kunnen vullen. Maar samen met de dirigent George Petrou zijn we tot de conclusie gekomen dat wat Purcell gecomponeerd heeft zo rijk is, dat we binnen ‘King Arthur’ zelf meer dan genoeg kunnen variëren om onder de huid van de mensen te komen. Voor mij is B’Rock het ideale ensemble om deze uitdaging mee aan te gaan, omdat ze zijn opgericht vanuit de zin voor vernieuwing en verjonging in de wereld van de oude muziek. Het zijn uitzonderlijke muzikanten, ambitieus en zelfverzekerd genoeg om binnen de marges van de barokmuziek te durven improviseren. Sinds hun oprichting in 2005 13 hebben ze dan ook al genoeg kwaliteit geleverd. Zo waren ze in het seizoen 11-12 al eens onder de muzikale leiding van René Jacobs betrokken bij de productie ‘Orlando’ in de Munt. Een samenwerking waarvoor ze toen veel lof gekregen hebben. Dat uitgaan van het individuele, wat Peter als geen ander kan, is voor mij bij ‘Arthur’ een zegen geweest. Guy Coolen van Transparant vroeg me om vertrekkend vanuit ‘King Arthur’ een muziektheatervoorstelling te maken over de Eerste Wereldoorlog. Maar ik had niet zo’n zin om in de loopgraven terecht te komen. Niet omdat ik dat niet interessant vind, maar omdat ik ervan overtuigd ben dat ik nooit zal kunnen invoelen wat die miljoenen mannen daar hebben meegemaakt. En sowieso: de gedachte dat al die mannen dezelfde ellende op dezelfde manier beleefd zouden kunnen hebben, lijkt mij al onwaarschijnlijk. Voor je het weet reduceer je elk slachtoffer tot het naamloze individu waarmee hij 100 jaar geleden de dood ingejaagd is. We moesten een manier vinden om het persoonlijk te maken; en begrijpelijk. Zodat we iemand die er niet meer is als symbool konden laten gelden voor al die miljoenen mannen die hun leven hebben gelaten. Gek genoeg kwam ik zo toch weer bij het libretto van ‘King Arthur’ uit, waar de blinde Emmeline ronddoolt in een voor haar vreemd geworden landschap. Een dramatisch beeld. Toen ik vervolgens hoorde dat er 53 verschillende nationaliteiten, afkomstig uit alle verschillende koloniën, rond Ieper hebben gevochten, had ik het voor mezelf rond. We kunnen de onbegrijpelijkheid van oorlog alleen benaderen vanuit het ongeloof dat ons overvalt wanneer we met het resultaat ervan worden geconfronteerd. Door een blinde Afrikaanse vrouw na afloop van de oorlog op het slagveld te laten ronddolen op zoek naar het lichaam van haar gesneuvelde echtgenoot, begeleid door een vrouw van de streek en haar kind, slagen we erin de massaliteit aan te raken door het vanuit het persoonlijke verdriet van twee overlevenden te benaderen. verdriet. Het verdriet na verlies. Het gat dat nooit meer helemaal dichtgaat. Die kleine, verschrikkelijke oorlog, die niets, maar dan ook niets te maken heeft met legers of generaals of nationalisme. Dat universeel kleinmenselijke. Niks heroïsch dus, maar het omgekeerde van heroïek: het kleine hartverscheurende huilen van iedereen die iemand verloor tijdens WOI. En als tegenstelling daarmee: die natuur die ondanks alles doorgaat, weliswaar met littekens – heuvels ontstaan door bominslagen, bommen die nog in de grond zitten –, maar toch gaan die bloemen en die bomen ermee door en komen de vogels terug. De troost daarvan. Paul Slangen voor MMM, Monnaie Munt Magazine 24, feb-apr 2014 Peter Verhelst: Iets totaal anders, maar het gaat precies hierover: wat bij mij ooit als een bom insloeg, toen ik als jongetje de beelden zag bij een hongersnood in de Sahel, was het besef dat iedereen, waar dan ook ter wereld, de wereld onder zijn voeten voelt wegvallen als hij of zij iemand verliest die hij of zij graag ziet... ook in Afrika, waar men dagelijks met de dood wordt geconfronteerd. Het klinkt idioot, maar het besef dat elke dode (hoeveel waren het er ook alweer, vijfhonderdduizend in Vlaanderen alleen al tijdens de Eerste Wereldoorlog?), het verpletterende besef dat iedereen die elk van die vijfhonderdduizend graag zag overwoekerd werd door verdriet bij elke dode die viel, dat is een inzicht waarmee nauwelijks te leven valt. Dat is wat mij vooral interesseert in deze ‘Arthur’: het immense 14 © Felix Kindermann 15 16 © Felix Kindermann 17 Cappella Amsterdam Cappella Amsterdam staat als kamerkoor met een rijkdom aan stemkleuren voor een specifieke homogene klank. Het koor legde zich zowel toe op oude meesters als op moderne muziek, met speciale aandacht voor Nederlandse componisten. Naast optredens met Nederlandse topensembles en –orkesten, zoals het Orkest van de Achttiende Eeuw en het Koninklijk Concertgebouworkest, deelde Cappella Amsterdam ook al het podium met internationale topgezelschappen, zoals Akademie für Alte Musik Berlin, RIAS Kammerchor, Il Gardellino en het Ests Philharmonisch Kamerkoor. Om kennis, repertoire en ervaring te delen, is Cappella Amsterdam mede-initiatiefnemer van Tenso, het Europees netwerk van professionele kamerkoren. Cappella Amsterdam werkt geregeld samen met uiteenlopende gezelschappen, ook uit andere disciplines. Zo leverde het koor al bijdragen aan operaproducties als ‘Sonntag aus Licht’ van Karlheinz Stockhausen door de Opera van Keulen en ‘Dionysos’ van Wolfgang Rihm tijdens het Holland Festival. Cappella Amsterdam kreeg in 2009 de VSCD Klassieke Muziekprijs voor meest indrukwekkende prestatie van een klein (kamermuziek)ensemble. In 2010 werd het koor genomineerd voor de Amsterdamprijs voor de Kunst en voor de Edison Klassiek Luister Publieksprijs. Barokorkest B’Rock Het Gentse barokorkest B’Rock werd in 2005 opgericht door klavecinist, componist en dirigent Frank Agsteribbe, contrabassist Tom Devaere en de cultuurmanagers Hendrik Storme en Tomas Bisschop om vernieuwing en verjonging te brengen in de wereld van de oude muziek. B’Rock verzamelt de beste jonge musici uit Europa, die zich onderscheiden door een stijlbewuste en uitvoeringsgerichte manier van spelen waarbij expressie en intensiteit centraal staan. Het orkest doet regelmatig een beroep op toonaangevende solisten en gastdirigenten, zoals Eduardo Lopèz Banzo, Kristian Bezuidenhout, Christopher Moulds, Alexander Melnikov, Peter Dijkstra en René Jacobs. Opera en avontuurlijk muziektheater vormen een belangrijk onderdeel van de artistieke werking van B’Rock, waarbij het orkest structurele partnerships aangaat met vooraanstaande operahuizen als De Munt/La Monnaie, Muziektheater Transparant en LOD. Peter Verhelst Peter Verhelst (°1962) is één van de meest gelauwerde auteurs van zijn generatie. Hij schrijft poëzie, romans, novellen, jeugdboeken, scenario’s, liedjes- en theaterteksten. Zijn poëzie werd onder meer bekroond met de Jan Campert- en de Herman De Coninckprijs. Voor zijn roman ‘Tongkat’ kreeg hij de Jonge Gouden Uil, de Gouden Uil, de Bordewijkprijs 18 en de driejaarlijkse Cultuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap. Zijn jeugdboek ‘Het Geheim van de Keel van de Nachtegaal’ werd gelauwerd met de drie belangrijkste jeugdboekenprijzen: de Gouden Uil, de Gouden Griffel en de Woutertje Pieterseprijs. Naast auteur is Peter Verhelst ook regisseur, verbonden aan het NTGent, en treedt hij samen met letterbeeldhouwster Maud Bekaert op als curator van het Brugse kunstenproject QNX. ‘Arthur’ is na ‘Medea’ en ‘Moby Dick’ het derde project waarvoor Peter Verhelst en de Veenfabriek samenwerken. Paul Koek Paul Koek (°1954) volgde de opleiding slagwerk aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Hij sloot zich in 1985 aan bij Theatergroep Hollandia van Johan Simons, hetgeen resulteerde in een jarenlange, ook internationaal geroemde, samenwerking. In 2003 richtte Koek de Veenfabriek op, een muziektheaterensemble dat zich in diverse vormen en samenstellingen presenteert. De afgelopen twee jaren tekende Paul Koek als artist in residence bij de Red Sofa serie van De Doelen in Rotterdam voor het muziektheatrale Replica-concert dat hij samen met Ton van der Meer, Johan van Kreij en theatermaker Benjamin Verdonck ten gehore bracht. Koek is ook de initiatiefnemer achter de nieuwe masteropleiding T.I.M.E. – This is Musictheatre Education – die het Koninklijk Conservatorium in Den Haag sinds 2010 aanbiedt. Belangrijke elementen in de creaties van Paul Koek zijn het werken op locatie en de grote muzikaliteit in de voorstellingen. Zo bracht hij onder meer de musicalproductie ‘Haar leven, haar doden’ in een warenhuis van Vroom & Dreesman – die in 2008 werd geselecteerd voor het Nederlands Theaterfestival, ‘Kasimir en Karoline’ op het festival van Avignon en ‘Machine Agricole’ op een boerderij in Warmond. Zijn oeuvre werd onderscheiden met de European Prize for New Theatrical Realities, de NoordHollandse Theatertrofee en de Prins Bernhard Cultuurfonds Theaterprijs. ‘Arthur’ is – na ‘Medea’ dat in 2011 in deSingel werd gecreëerd – de tweede samenwerking tussen de Veenfabriek en Muziektheater Transparant. George Petrou George Petrou studeerde piano aan het Conservatorium van Athene en behaalde daarna ook nog het diploma van Associate of the Royal College of Music in Londen en het diploma Master of Music. Hij oogstte als pianist succes op grote concertpodia als de Queen Elisabeth Hall in Londen, de Carnegie Recital Hall in New York, de Berliner Philharmonie en het Rudolfinum in Praag. Petrou is als uitvoerder evenzeer vertrouwd met het romantische als met het moderne repertoire. Zijn opnamen en andere vertolkingen werden meermaals gelauwerd. Nadat hij zich als concertpianist al succesvol had getoond, begon George Petrou ook met dirigeren. Hij concentreert zich daarbij op het barokke, klassieke en romantische repertoire, met de klemtoon op historisch onderbouwde interpretaties en opera. Petrou is hoofddirigent van Armonia Atenea, een project van het Atheense orkest Camerata. De afgelopen seizoenen dirigeerde hij uitvoeringen van ‘Alceste’ in de Oper Leipzig, Rossini’s ‘Barbiere’ in de Griekse Nationale Opera en Händels ‘Semele’ in het Staatstheater Bern. 19 Daniel Reuss Daniel Reuss (°1961) studeerde koordirectie bij Barend Schuurman aan het Rotterdams Conservatorium. Hij is sinds 1990 artistiek leider van Cappella Amsterdam. Tussen 2003 en 2006 was Reuss chef-dirigent van het RIAS Kammerchor in Berlijn. Met dit koor bracht hij een aantal succesvolle cd’s uit, waaronder ‘Le Vin Herbé’ (Martin), ‘Solomon’ (Händel) en ‘Les Noces’ (Stravinsky), die met diverse prijzen werden bekroond. Van 2008 tot 2013 combineerde Daniel Reuss zijn job als artistiek leider van Cappella Jason Darnell Amsterdam met het chef-dirigentschap van het Estonian Philharmonic Chamber Choir. In 2010 namen Cappella Amsterdam en het Estonian Philharmonic Chamber Choir samen de cd ‘Golgotha’ (Martin) op. Daniel Reuss werkt regelmatig samen met ensembles en orkesten uit heel Europa, zoals de Akademie für Alte Musik Berlin, de Musikfabrik, het Scharoun Ensemble en de Radio Kamer Filharmonie. Elizabeth Cragg Elizabeth Cragg studeerde aan het Royal Holloway College en het Royal College of Music in Londen. De Britse sopraan zingt nu en in de nabije toekomst onder meer de rol van Ninette in ‘L’Amour des Trois Oranges’ – door de Nederlandse opera, de rol van Mrs Julian in ‘Owen Wingrave’, in de ‘Johannes Passion’ en in ‘L’Allegro, il Penseroso ed il Moderato’. Daarnaast engageerde zij zich ook om de rol van Clorinda in ‘Il Combattimento di Tancredi e Clorinda’ en die van Belinda in ‘Dido and Aeneas’ op zich te nemen. Cragg vertolkte Johann-Sebastian Bach’s ‘Magnificat’ met de Northern Sinfonia, de ‘Mis in c’ van Mozart met The Sixteen and The Bach Choir en Handel’s ‘Dixit Dominus’ en ‘Mattheus Passion’ met The English Concert. Het platenlabel Naxos bracht Cragg’s opnames van het ‘Magnificat’ van John Rutter en ‘Regina Coeli’ van Mozart uit. Claron McFadden Claron McFadden (°1961) groeide na haar studies aan de Eastman School of Music in Rochester, New York, als sopraan uit tot een grote naam in zowel het barok- als het traditioneel en modern repertoire. Ze werkte samen met dirigenten als Edo de Waart, John Eliot Gardiner, Neeme Järvi, Oliver Knussen en Frans Brüggen. In opera is McFadden een veelgevraagde soliste. Zo zong zij onder meer de titelrol in ‘Lulu’ bij het operahuis Glyndebourne, in ‘King Arthur’ voor het Théâtre du Châtelet en in ‘Don Giovanni’ bij Opera North. Tijdens het seizoen 2013/2014 was McFadden aan de slag bij de English 20 National Opera en de Bayerische Staatsoper in nieuwe opera’s van respectievelijk Jörg Widmann en Michel van der Aa. Claron McFadden gaf concerten met onder meer de London Philharmonic, het Nederlands Kamerorkest, het Freiburger Barock Orchester en Les Arts Florissants en zong op bijna alle internationale festivals. Ze was te horen in meerdere radio- en televisieproducties en nam ook tientallen cd’s op. In 2006 kreeg ze de Amsterdamprijs voor de Kunsten uitgereikt. Jason Darnell volgde de opleiding muziek aan de University of York en behaalde er een master in performancekunst. Hij studeerde 20ste-eeuws lied aan de Britten-Pears School en Lieder in Duitsland met Thomas Thomaschke. Momenteel studeert hij bij Pamela Cook MBE. Zijn gevarieerde concertcarrière houdt tours in naar Frankrijk, Duitsland, Corfu, Tsjecho - Slowakije en Polen. Zijn recente performances omvatten onder meer Handel’s ‘Chandos Anthems’ en ‘Israël in Egypte’ voor Trazom in Warschau, Polen; Purcell en Blow ‘St. Cecilia Odes’ met de Yorkshire Baroque Solists in het Rydale Festival; concerten en opnames met Corona Coloniensis, en Engelse en Franse barokmuziek met Harmonie Universal op het York Early Music Festival en Haydn ‘Die Schöpfung’ voor de University of York in York Minster. Jason heeft al opnames gemaakt voor Thames Television, Channel 4, Radio 3 en W.D.R. Zijn oratoriumrollen zijn: Bachs Mattheus- en Johannes Passion, Mis in b, Händels ‘Messiah’, ‘Israel in Egypt’, ‘Nelson Mass’, ‘Elijah’, Mozarts ‘Requiem’ en Carissimi’s ‘Jeptha’. Konstantin Wolff Konstantin Wolff (°1978) studeerde aan de Hochschule für Musik in Karlsruhe en aan de Studienstiftung des deutschen Volkes. Hij maakte in 2005 zijn operadebuut in ‘L’Incoronazione di Poppea’ door de Opera National de Lyon. Les Arts Florissant nodigde hem datzelfde jaar uit om tijdens de Europese tournee van Le Jardin des Voix de baspartij in ‘L’Allegro, il penseroso ed il moderato’ te zingen. Later trad Wolff ook nog op in onder meer ‘Don Giovanni’, ‘Orlando’ en ‘La Calisto’. Met het Vokalensemble Rastsatt nam Konstantion Wolff twee cd’s met kerkcantates van Georg Philipp Telemann en Dietrich Buxtehude op. Zijn eerste recitalalbum – waarvoor hij samenwerkte met pianist Trung Sam – bracht hij uit onder de naam ‘Victor Hugo en Musique’. Yonina Spijker Yonina Spijker (°1979) studeerde aan de Toneelschool Maastricht. Ze speelde in meerdere toneelvoorstellingen en televisieproducties. Daarnaast is zij een van de oprichters van de theatergroep Jonghollandia, later Wunderbaum. Bij De Veenfabriek speelde ze de intieme monoloog ‘Sjaan, geen Janet’, ‘Smekelingen’ en ‘Licht is de Machine’. Begin 2010 speelde ze bij de Veenfabriek in door pers en publiek geprezen voorstelling ‘DE CITY’ en in het najaar in ‘Platteland Als Podium / Machine Agricole’. Één jaar later maakte ze haar debuut bij Transparant in ‘Medea’, een samenwerking met de Veenfabriek. 21 Dorothee Curio Dorothee Curio studeerde toneelkostuum- en decorontwerp aan de Kunstacademie van Berlijn en aan de Universiteit van Helsinki. Tussen 1998 en 2000 werkte ze als decorassistente bij het Deutsches Schauspielhaus Hamburg en Anna Viebrock. Sinds 2000 neemt als freelance toneelkostuum- en decorontwerper opdrachten aan bij verschillende toneelgezelschappen zoals het Deutches Schauspielhaus Hamburg (D), Luzerner Theater (CH), Opéra Paris (F), Staatstheater 22 Hannover (D), Volksbühne Berlin (D), Staatstheater Stuttgart (D), Schauspielhaus Bochum (D), Ruhrtriennale (D), NTGent, deSingel, Müchner Kammerspiele (D) en Veenfabriek (NL). Hierdoor kwam ze in aanraking met regisseurs zoals Christoph Marthaler, Anna Viebrock, Gianina Carbunariu, Jan Neumann en Johan Simons. Onder regie van Paul Koek ontwierp Curio de kostuums voor ‘Candide’, ‘drei schwestern’, ‘Flow my tears’, ‘Moby Dick’ en ‘Medea’. architectuur dans theater muziek t +32 (0)3 248 28 28 Desguinlei 25 B-2018 Antwerpen deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Overheid www.desingel.be f deSingelArtCity mediasponsors
© Copyright 2024 ExpyDoc