Program - deSingel

Muziektheater Transparant
& de Veenfabriek
Cappella Amsterdam
& Barokorkest B’Rock
olv. George Petrou
Arthur
vr 12 sep 2014
Blauwe zaal
Grote podia
20 uur 21.40 uur
geen pauze
inleiding 19.15 uur
David Vergauwen
Blauwe foyer
over koningen & oorlogen
Muziektheater Transparant & de Veenfabriek
Cappella Amsterdam & Barokorkest B’Rock olv. George Petrou
vr 12 sep 2014
Choeur de Chambre de Namur olv. Leonardo García Alarcón
wo 22 okt 2014
Choeur & Orchestre Le Concert Spirituel olv. Hervé Niquet
wo 6 mei 2015
teksten programmaboekje Muziektheater Transparant, Paul Slangen
(met dank aan de Munt)
coördinatie programmaboekje deSingel
Gelieve uw GSM
uit te schakelen.
De inleidingen kan u achteraf
beluisteren via www.desingel.be 
Selecteer hiervoor voorstelling/
concert/tentoonstelling van uw keuze.
Reageer en win
Op www.desingel.be kan u uw visie,
opinie, commentaar, appreciatie, …
betreffende het programma van
deSingel met andere toeschouwers
delen. Selecteer hiervoor voorstelling/
concert/tentoonstelling van uw keuze.
Neemt u deel aan dit forum, dan maakt
u meteen kans om tickets te winnen.
Grand café deSingel
open alle dagen 9 24 uur
informatie en reserveren
+32 (0)3 237 71 00
www.grandcafedesingel.be
drankjes / hapjes / snacks /
uitgebreid tafelen
Bij onze concerten worden occasioneel
cd’s te koop aangeboden door
La Boite à Musique
Coudenberg 74 | Brussel +32 (0)2 513 09 65
www.classicalmusic.be
© Felix Kindermann
Muziektheater Transparant
& de Veenfabriek
Cappella Amsterdam
& Barokorkest B’Rock
olv. George Petrou
Arthur
muziek Henry Purcell
tekst Peter Verhelst
muzikale leiding George Petrou
regie Paul Koek
kostuum D
orothee Curio
licht en lichtinstallatie Peter Quasters
dramaturgie Paul Slangen
koorleider D
aniel Reuss
vocale solisten
sopraan Elizabeth Cragg
sopraan en spel Claron McFadden
tenor Jason Darnell
bas-bariton K
onstantin Wolff
spel Y
onina Spijker, Tyeppe Troost,
Batuhan Eryigit
sirenes T
on van der Meer
regie-assistent Frank Siera
techniek Peter Quasters, Bart Celis,
Hans Valcke
kleedster Viviane Couberg
productieleiding Annik Laruelle
(Muziektheater Transparant), V
eerle
Vervoort (B’Rock), Annemiek
Vanderheyden (Cappella Amsterdam),
Anne-Marie Geldhof (de Veenfabriek)
Barokorkest B’Rock
viool I R
odolfo Richter (concertmeester)
aniela Helm, Sara DeCorso
D
viool II J ivka Kaltcheva, Marie Haag,
Liesbeth Nijs
altviool Luc Gysbregts, Manuela Bucher
basse de violon Rebecca Rosen
gamba Martin Bauer
violone T
om Devaere
hobo B
enoit Laurent, Stefaan Verdegem
fagot Tomasz Wesolowski
trompet Fruzsi Hara, Saleem Khan
timpani Jan Huylebroeck
luit Wim Maeseele
klavecimbel D
avid Van Bouwel
koor Cappella Amsterdam
sopraan Marijke van der Harst, Titia van
Heyst, Maria Köpke, Marjo van Someren
alt Daniel Elgersma, Sabine van der
Heyden, Antje Lohse, Inga Schneider
tenor Dolf Drabbels, Guido Groenland,
Jon Etxabe Arzuaga, Endrik Üskvärav
bas Coert van den Berg, Nicolas
Boulanger, Jan Willem van der Hagen,
Job Hubatka
productie Muziektheater Transparant en
de Veenfabriek
coproductie B’Rock, Operadagen
Rotterdam, de Munt / la Monnaie,
Festival van Vlaanderen, Flagey
met de steun van Ammodo Fonds
7
Arthur
Zoals wit een mengsel is van alle kleuren, bestaat stilte uit alles wat er
niet meer is.
Ter nagedachtenis aan het begin van de eerste moderne oorlog, nu
100 jaar geleden, gunnen regisseur Paul Koek en auteur Peter Verhelst
ons een blik op het slagveld als alles voorbij is. Als nog slechts het
zoemen van een vlieg te horen is, en de eerste planten zich weer
voorzichtig laten zien. In het onwerkelijk veranderde, vlakke land
dat plotseling voorzien is van heuvels die er niet waren en vijvers vol
water dat verstopt zat onder de grond, lopen twee vrouwen, vergezeld
door een kind. De een is op zoek naar haar man, die vanuit het verre
Afrika hier heen gekomen is om te vechten in een onbegrijpelijke
oorlog. De ander zoekt haar land zoals ze het kende, maar niet meer
terug te vinden is. Terwijl de jonge Arthur doet wat elk jongetje doet:
fantaseren over heldendom en moed en verlangen naar het genot van
de overwinnaar, totdat hij beter weet.
Met behulp van de muziek van Henry Purcell wordt het
onbeschrijfelijke leed bezongen dat de wereld 100 jaar geleden
overkomen is. De gevoelswereld die Purcell met tal van beroemde
aria’s zoals ‘Cold Genius’ en ‘Fairest Isle’ voor ons opent, maakt het
mogelijk het onbegrijpelijke tot onder de huid te ervaren. In nauwe
samenwerking met dirigent George Petrou is met de muziek die
Purcell voor Arthur componeerde een betekenisvol muzikaal geheel
ontstaan waarmee de emotionele lading van Purcell ten volle wordt
benut.
8
© Felix Kindermann
9
10
© Felix Kindermann
11
Dramaturg Paul Slangen
in gesprek met Paul Koek
en Peter Verhelst
over ‘Arthur’
In ‘King Arthur’ laat Henry Purcell de wereld bevriezen, de mensheid
verdwalen en het nationalisme in een geëxalteerde vorm bezingen.
Honderd jaar na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog plaatsen
regisseur Paul Koek en librettist Peter Verhelst de muziek in een
hedendaagse context. Een blinde vrouw dwaalt over het slagveld, op
zoek naar haar geliefde. Zij wordt begeleid door een vrouw die droomt.
De muziek en liederen van Purcell reageren daarop en verlenen er een
emotionele diepte aan waardoor een glimp van schoonheid door de
duisternis heen schittert.
Na ‘Medea’ en ‘Moby Dick’ is dit de derde samenwerking
tussen de Nederlandse muziektheaterregisseur Paul Koek en de
Belgische auteur Peter Verhelst.
Paul Koek: Met de komst van dramaturg Paul Slangen bij de
Veenfabriek kwam Peter Verhelst in beeld. Ik kende Peter natuurlijk
al wel uit de Hollandiatijd, maar had zelf nog niet met hem gewerkt.
In zijn tijd bij NTGent heeft Paul een band met Peter opgebouwd en
was overtuigd van onze combinatie. Peter Verhelst is een schrijver
die mij veel te bieden heeft. Vrijwel elke zin in zijn teksten is voorzien
van een beeld en ze werken zeer goed zodra ze op het podium worden
uitgesproken. Je moet ze eigenlijk zo schoon mogelijk laten klinken.
Dat biedt mij de mogelijkheid me er muzikaal toe te verhouden. Maar,
ook al zou ik het willen, dan nog zou het louter muzikaal illustreren van
zijn tekst onmogelijk zijn. Peter schakelt daar te snel voor; in beelden
en in perspectief. Hierin ligt ook de moeilijkheid: Peter gaat volledig
zijn eigen gang. De enige manier om daarmee om te gaan is hem te
vertrouwen. Eigenlijk laat ik het na een of twee gesprekken vooral aan
Peter over om in samenspraak met mijn dramaturg tot een tekst te
komen? Ik vind dat een fijne manier van werken. Niet teveel overleg
over hoe het moet worden, maar geconfronteerd te worden met wat
iemand anders heeft bedacht en uitgewerkt. Het geeft mij de ruimte
om er vervolgens heel vrij mee om te kunnen gaan. Wat Peter volgens
mij ook toejuicht.
Peter Verhelst: Absoluut. Ik weet dat mijn manier van schrijven het
12
Paul en zijn acteurs moeilijk kan maken. Mijn teksten zijn bouwsels
waarin alles in elkaar grijpt. Je weg vinden in dat materiaal is niet
simpel. Maar het is fantastisch hoe Paul Koek daar elke keer weer
in slaagt en daarom mogen Paul, zijn acteurs en zijn muzikanten
doen wat ze willen. Zijn muzikale benadering is daarbij een ideale
sleutel. Het toepassen van muzikale principes als ritme en melodie
zijn technieken die de wereld die in mijn teksten verborgen ligt zo
groot en zo helder mogelijk maken. De focus verschuift ermee van
het personage naar dat wat het personage vertegenwoordigt.
Om tot de inhoud te komen werk ik graag samen met Paul
Slangen. Met hem voer ik gesprekken over de mogelijke
invalshoeken tot het materiaal: de filosofische, historische en
politieke dimensies ervan. Daarna schrijf ik losse fragmenten
die we samen in een constructie plaatsen. Ik ben een atypische
toneelauteur, ik geloof niet zo in dialogen, eerder in monologen. Ik
geloof in taal. Om tot een situatie te komen, of tot een verhouding
van personages op scene, gebruik ik de dramaturg maar al te
graag. Zo kan ik me concentreren op wat de personages innerlijk
bezig houdt; wat hen roert en wat ze van de wereld ervaren
zowel aan de binnen- als aan de buitenkant van hun lichaam. Het
theater is voor mij niet zozeer een plek waar een verhaal verteld
moet worden, maar waar een menselijke ervaring invoelbaar en
inzichtelijk gemaakt wordt. Ook hierom werk ik graag met Paul
Koek samen. Muziek biedt mogelijkheden om een ervaring direct
overdrachtelijk te maken. Het geheimzinnige van de mens is en blijft
toch dat hij vooral tegenover de ander staat, terwijl hij toch via taal
ervaringen kan delen. In die zin probeer ik hetzelfde te doen met
taal als Paul met klank: onder de huid van de mensen kruipen en
hen zichzelf laten voelen via de geënsceneerde ander.
Het Barokorkest B’Rock is ontstaan uit zin voor vernieuwing en
verjonging in de wereld van de oude muziek.
Paul Koek: Wat dat betreft is de muziek van Purcells ‘King Arthur’ heel
bruikbaar. Aanvankelijk dacht ik nog dat we andersoortig muzikaal
materiaal zouden moeten toevoegen om de voorstelling met meer
lamento te kunnen vullen. Maar samen met de dirigent George Petrou
zijn we tot de conclusie gekomen dat wat Purcell gecomponeerd
heeft zo rijk is, dat we binnen ‘King Arthur’ zelf meer dan genoeg
kunnen variëren om onder de huid van de mensen te komen. Voor mij
is B’Rock het ideale ensemble om deze uitdaging mee aan te gaan,
omdat ze zijn opgericht vanuit de zin voor vernieuwing en verjonging
in de wereld van de oude muziek. Het zijn uitzonderlijke muzikanten,
ambitieus en zelfverzekerd genoeg om binnen de marges van de
barokmuziek te durven improviseren. Sinds hun oprichting in 2005
13
hebben ze dan ook al genoeg kwaliteit geleverd. Zo waren ze in het
seizoen 11-12 al eens onder de muzikale leiding van René Jacobs
betrokken bij de productie ‘Orlando’ in de Munt. Een samenwerking
waarvoor ze toen veel lof gekregen hebben.
Dat uitgaan van het individuele, wat Peter als geen ander
kan, is voor mij bij ‘Arthur’ een zegen geweest. Guy Coolen van
Transparant vroeg me om vertrekkend vanuit ‘King Arthur’ een
muziektheatervoorstelling te maken over de Eerste Wereldoorlog.
Maar ik had niet zo’n zin om in de loopgraven terecht te komen. Niet
omdat ik dat niet interessant vind, maar omdat ik ervan overtuigd
ben dat ik nooit zal kunnen invoelen wat die miljoenen mannen daar
hebben meegemaakt. En sowieso: de gedachte dat al die mannen
dezelfde ellende op dezelfde manier beleefd zouden kunnen hebben,
lijkt mij al onwaarschijnlijk. Voor je het weet reduceer je elk slachtoffer
tot het naamloze individu waarmee hij 100 jaar geleden de dood
ingejaagd is.
We moesten een manier vinden om het persoonlijk te maken;
en begrijpelijk. Zodat we iemand die er niet meer is als symbool
konden laten gelden voor al die miljoenen mannen die hun leven
hebben gelaten. Gek genoeg kwam ik zo toch weer bij het libretto
van ‘King Arthur’ uit, waar de blinde Emmeline ronddoolt in een voor
haar vreemd geworden landschap. Een dramatisch beeld. Toen ik
vervolgens hoorde dat er 53 verschillende nationaliteiten, afkomstig
uit alle verschillende koloniën, rond Ieper hebben gevochten, had ik
het voor mezelf rond. We kunnen de onbegrijpelijkheid van oorlog
alleen benaderen vanuit het ongeloof dat ons overvalt wanneer
we met het resultaat ervan worden geconfronteerd. Door een
blinde Afrikaanse vrouw na afloop van de oorlog op het slagveld
te laten ronddolen op zoek naar het lichaam van haar gesneuvelde
echtgenoot, begeleid door een vrouw van de streek en haar kind,
slagen we erin de massaliteit aan te raken door het vanuit het
persoonlijke verdriet van twee overlevenden te benaderen.
verdriet. Het verdriet na verlies. Het gat dat nooit meer helemaal
dichtgaat. Die kleine, verschrikkelijke oorlog, die niets, maar dan ook
niets te maken heeft met legers of generaals of nationalisme. Dat
universeel kleinmenselijke. Niks heroïsch dus, maar het omgekeerde
van heroïek: het kleine hartverscheurende huilen van iedereen
die iemand verloor tijdens WOI. En als tegenstelling daarmee: die
natuur die ondanks alles doorgaat, weliswaar met littekens – heuvels
ontstaan door bominslagen, bommen die nog in de grond zitten –,
maar toch gaan die bloemen en die bomen ermee door en komen de
vogels terug. De troost daarvan.
Paul Slangen voor MMM, Monnaie Munt Magazine 24, feb-apr 2014
Peter Verhelst: Iets totaal anders, maar het gaat precies hierover:
wat bij mij ooit als een bom insloeg, toen ik als jongetje de beelden
zag bij een hongersnood in de Sahel, was het besef dat iedereen,
waar dan ook ter wereld, de wereld onder zijn voeten voelt wegvallen
als hij of zij iemand verliest die hij of zij graag ziet... ook in Afrika,
waar men dagelijks met de dood wordt geconfronteerd. Het klinkt
idioot, maar het besef dat elke dode (hoeveel waren het er ook
alweer, vijfhonderdduizend in Vlaanderen alleen al tijdens de Eerste
Wereldoorlog?), het verpletterende besef dat iedereen die elk van die
vijfhonderdduizend graag zag overwoekerd werd door verdriet bij elke
dode die viel, dat is een inzicht waarmee nauwelijks te leven valt.
Dat is wat mij vooral interesseert in deze ‘Arthur’: het immense
14
© Felix Kindermann
15
16
© Felix Kindermann
17
Cappella Amsterdam
Cappella Amsterdam staat als
kamerkoor met een rijkdom aan
stemkleuren voor een specifieke
homogene klank. Het koor legde
zich zowel toe op oude meesters als
op moderne muziek, met speciale
aandacht voor Nederlandse
componisten. Naast optredens
met Nederlandse topensembles
en –orkesten, zoals het Orkest
van de Achttiende Eeuw en het
Koninklijk Concertgebouworkest,
deelde Cappella Amsterdam ook
al het podium met internationale
topgezelschappen, zoals Akademie für
Alte Musik Berlin, RIAS Kammerchor, Il
Gardellino en het Ests Philharmonisch
Kamerkoor. Om kennis, repertoire
en ervaring te delen, is Cappella
Amsterdam mede-initiatiefnemer van
Tenso, het Europees netwerk van
professionele kamerkoren. Cappella
Amsterdam werkt geregeld samen met
uiteenlopende gezelschappen, ook
uit andere disciplines. Zo leverde het
koor al bijdragen aan operaproducties
als ‘Sonntag aus Licht’ van Karlheinz
Stockhausen door de Opera van
Keulen en ‘Dionysos’ van Wolfgang
Rihm tijdens het Holland Festival.
Cappella Amsterdam kreeg in 2009
de VSCD Klassieke Muziekprijs voor
meest indrukwekkende prestatie van
een klein (kamermuziek)ensemble.
In 2010 werd het koor genomineerd
voor de Amsterdamprijs voor de Kunst
en voor de Edison Klassiek Luister
Publieksprijs.
Barokorkest B’Rock
Het Gentse barokorkest B’Rock
werd in 2005 opgericht door
klavecinist, componist en dirigent
Frank Agsteribbe, contrabassist Tom
Devaere en de cultuurmanagers
Hendrik Storme en Tomas Bisschop
om vernieuwing en verjonging
te brengen in de wereld van de
oude muziek. B’Rock verzamelt
de beste jonge musici uit Europa,
die zich onderscheiden door een
stijlbewuste en uitvoeringsgerichte
manier van spelen waarbij expressie
en intensiteit centraal staan. Het
orkest doet regelmatig een beroep
op toonaangevende solisten en
gastdirigenten, zoals Eduardo Lopèz
Banzo, Kristian Bezuidenhout,
Christopher Moulds, Alexander
Melnikov, Peter Dijkstra en René
Jacobs. Opera en avontuurlijk
muziektheater vormen een belangrijk
onderdeel van de artistieke werking
van B’Rock, waarbij het orkest
structurele partnerships aangaat met
vooraanstaande operahuizen als De
Munt/La Monnaie, Muziektheater
Transparant en LOD.
Peter Verhelst
Peter Verhelst (°1962) is één van de
meest gelauwerde auteurs van zijn
generatie. Hij schrijft poëzie, romans,
novellen, jeugdboeken, scenario’s,
liedjes- en theaterteksten. Zijn
poëzie werd onder meer bekroond
met de Jan Campert- en de Herman
De Coninckprijs. Voor zijn roman
‘Tongkat’ kreeg hij de Jonge Gouden
Uil, de Gouden Uil, de Bordewijkprijs
18
en de driejaarlijkse Cultuurprijs
van de Vlaamse Gemeenschap.
Zijn jeugdboek ‘Het Geheim van
de Keel van de Nachtegaal’ werd
gelauwerd met de drie belangrijkste
jeugdboekenprijzen: de Gouden Uil,
de Gouden Griffel en de Woutertje
Pieterseprijs. Naast auteur is Peter
Verhelst ook regisseur, verbonden
aan het NTGent, en treedt hij samen
met letterbeeldhouwster Maud
Bekaert op als curator van het Brugse
kunstenproject QNX. ‘Arthur’ is na
‘Medea’ en ‘Moby Dick’ het derde
project waarvoor Peter Verhelst en de
Veenfabriek samenwerken.
Paul Koek
Paul Koek (°1954) volgde de
opleiding slagwerk aan het
Koninklijk Conservatorium in Den
Haag. Hij sloot zich in 1985 aan bij
Theatergroep Hollandia van Johan
Simons, hetgeen resulteerde in
een jarenlange, ook internationaal
geroemde, samenwerking. In 2003
richtte Koek de Veenfabriek op, een
muziektheaterensemble dat zich in
diverse vormen en samenstellingen
presenteert. De afgelopen twee
jaren tekende Paul Koek als artist in
residence bij de Red Sofa serie van
De Doelen in Rotterdam voor het
muziektheatrale Replica-concert dat
hij samen met Ton van der Meer, Johan
van Kreij en theatermaker Benjamin
Verdonck ten gehore bracht. Koek
is ook de initiatiefnemer achter de
nieuwe masteropleiding T.I.M.E.
– This is Musictheatre Education –
die het Koninklijk Conservatorium
in Den Haag sinds 2010 aanbiedt.
Belangrijke elementen in de creaties
van Paul Koek zijn het werken op
locatie en de grote muzikaliteit in de
voorstellingen. Zo bracht hij onder
meer de musicalproductie ‘Haar leven,
haar doden’ in een warenhuis van
Vroom & Dreesman – die in 2008 werd
geselecteerd voor het Nederlands
Theaterfestival, ‘Kasimir en Karoline’
op het festival van Avignon en
‘Machine Agricole’ op een boerderij
in Warmond. Zijn oeuvre werd
onderscheiden met de European Prize
for New Theatrical Realities, de NoordHollandse Theatertrofee en de Prins
Bernhard Cultuurfonds Theaterprijs.
‘Arthur’ is – na ‘Medea’ dat in 2011 in
deSingel werd gecreëerd – de tweede
samenwerking tussen de Veenfabriek
en Muziektheater Transparant.
George Petrou
George Petrou studeerde piano aan
het Conservatorium van Athene en
behaalde daarna ook nog het diploma
van Associate of the Royal College
of Music in Londen en het diploma
Master of Music. Hij oogstte als pianist
succes op grote concertpodia als
de Queen Elisabeth Hall in Londen,
de Carnegie Recital Hall in New
York, de Berliner Philharmonie en
het Rudolfinum in Praag. Petrou is
als uitvoerder evenzeer vertrouwd
met het romantische als met het
moderne repertoire. Zijn opnamen
en andere vertolkingen werden
meermaals gelauwerd. Nadat hij zich
als concertpianist al succesvol had
getoond, begon George Petrou ook
met dirigeren. Hij concentreert zich
daarbij op het barokke, klassieke
en romantische repertoire, met de
klemtoon op historisch onderbouwde
interpretaties en opera. Petrou is
hoofddirigent van Armonia Atenea,
een project van het Atheense orkest
Camerata. De afgelopen seizoenen
dirigeerde hij uitvoeringen van
‘Alceste’ in de Oper Leipzig, Rossini’s
‘Barbiere’ in de Griekse Nationale
Opera en Händels ‘Semele’ in het
Staatstheater Bern.
19
Daniel Reuss
Daniel Reuss (°1961) studeerde
koordirectie bij Barend Schuurman
aan het Rotterdams Conservatorium.
Hij is sinds 1990 artistiek leider van
Cappella Amsterdam. Tussen 2003 en
2006 was Reuss chef-dirigent van het
RIAS Kammerchor in Berlijn. Met dit
koor bracht hij een aantal succesvolle
cd’s uit, waaronder ‘Le Vin Herbé’
(Martin), ‘Solomon’ (Händel) en ‘Les
Noces’ (Stravinsky), die met diverse
prijzen werden bekroond. Van 2008 tot
2013 combineerde Daniel Reuss zijn
job als artistiek leider van Cappella
Jason Darnell
Amsterdam met het chef-dirigentschap
van het Estonian Philharmonic
Chamber Choir. In 2010 namen
Cappella Amsterdam en het Estonian
Philharmonic Chamber Choir samen
de cd ‘Golgotha’ (Martin) op.
Daniel Reuss werkt regelmatig samen
met ensembles en orkesten uit heel
Europa, zoals de Akademie für Alte
Musik Berlin, de Musikfabrik, het
Scharoun Ensemble en de Radio
Kamer Filharmonie.
Elizabeth Cragg
Elizabeth Cragg studeerde aan
het Royal Holloway College en het
Royal College of Music in Londen.
De Britse sopraan zingt nu en in de
nabije toekomst onder meer de rol
van Ninette in ‘L’Amour des Trois
Oranges’ – door de Nederlandse
opera, de rol van Mrs Julian in ‘Owen
Wingrave’, in de ‘Johannes Passion’
en in ‘L’Allegro, il Penseroso ed il
Moderato’. Daarnaast engageerde
zij zich ook om de rol van Clorinda
in ‘Il Combattimento di Tancredi e
Clorinda’ en die van Belinda in ‘Dido
and Aeneas’ op zich te nemen.
Cragg vertolkte Johann-Sebastian
Bach’s ‘Magnificat’ met de Northern
Sinfonia, de ‘Mis in c’ van Mozart met
The Sixteen and The Bach Choir en
Handel’s ‘Dixit Dominus’ en ‘Mattheus
Passion’ met The English Concert.
Het platenlabel Naxos bracht Cragg’s
opnames van het ‘Magnificat’ van John
Rutter en ‘Regina Coeli’ van Mozart uit.
Claron McFadden
Claron McFadden (°1961) groeide
na haar studies aan de Eastman
School of Music in Rochester, New
York, als sopraan uit tot een grote
naam in zowel het barok- als het
traditioneel en modern repertoire.
Ze werkte samen met dirigenten als
Edo de Waart, John Eliot Gardiner,
Neeme Järvi, Oliver Knussen en Frans
Brüggen. In opera is McFadden een
veelgevraagde soliste. Zo zong zij
onder meer de titelrol in ‘Lulu’ bij het
operahuis Glyndebourne, in ‘King
Arthur’ voor het Théâtre du Châtelet
en in ‘Don Giovanni’ bij Opera North.
Tijdens het seizoen 2013/2014 was
McFadden aan de slag bij de English
20
National Opera en de Bayerische
Staatsoper in nieuwe opera’s van
respectievelijk Jörg Widmann en
Michel van der Aa. Claron McFadden
gaf concerten met onder meer de
London Philharmonic, het Nederlands
Kamerorkest, het Freiburger Barock
Orchester en Les Arts Florissants
en zong op bijna alle internationale
festivals. Ze was te horen in meerdere
radio- en televisieproducties en nam
ook tientallen cd’s op. In 2006 kreeg ze
de Amsterdamprijs voor de Kunsten
uitgereikt.
Jason Darnell volgde de opleiding
muziek aan de University of York
en behaalde er een master in
performancekunst. Hij studeerde
20ste-eeuws lied aan de Britten-Pears
School en Lieder in Duitsland met
Thomas Thomaschke. Momenteel
studeert hij bij Pamela Cook MBE. Zijn
gevarieerde concertcarrière houdt
tours in naar Frankrijk, Duitsland,
Corfu, Tsjecho - Slowakije en Polen.
Zijn recente performances omvatten
onder meer Handel’s ‘Chandos
Anthems’ en ‘Israël in Egypte’
voor Trazom in Warschau, Polen;
Purcell en Blow ‘St. Cecilia Odes’
met de Yorkshire Baroque Solists in
het Rydale Festival; concerten en
opnames met Corona Coloniensis,
en Engelse en Franse barokmuziek
met Harmonie Universal op het York
Early Music Festival en Haydn ‘Die
Schöpfung’ voor de University of
York in York Minster. Jason heeft al
opnames gemaakt voor Thames
Television, Channel 4, Radio 3 en
W.D.R. Zijn oratoriumrollen zijn: Bachs
Mattheus- en Johannes Passion, Mis
in b, Händels ‘Messiah’, ‘Israel in
Egypt’, ‘Nelson Mass’, ‘Elijah’, Mozarts
‘Requiem’ en Carissimi’s ‘Jeptha’.
Konstantin Wolff
Konstantin Wolff (°1978) studeerde aan
de Hochschule für Musik in Karlsruhe
en aan de Studienstiftung des
deutschen Volkes. Hij maakte in 2005
zijn operadebuut in ‘L’Incoronazione
di Poppea’ door de Opera National
de Lyon. Les Arts Florissant nodigde
hem datzelfde jaar uit om tijdens
de Europese tournee van Le Jardin
des Voix de baspartij in ‘L’Allegro, il
penseroso ed il moderato’ te zingen.
Later trad Wolff ook nog op in onder
meer ‘Don Giovanni’, ‘Orlando’ en
‘La Calisto’. Met het Vokalensemble
Rastsatt nam Konstantion Wolff
twee cd’s met kerkcantates van
Georg Philipp Telemann en Dietrich
Buxtehude op. Zijn eerste recitalalbum
– waarvoor hij samenwerkte met
pianist Trung Sam – bracht hij uit onder
de naam ‘Victor Hugo en Musique’.
Yonina Spijker
Yonina Spijker (°1979) studeerde
aan de Toneelschool Maastricht.
Ze speelde in meerdere toneelvoorstellingen en televisieproducties.
Daarnaast is zij een van de oprichters
van de theatergroep Jonghollandia,
later Wunderbaum. Bij De Veenfabriek
speelde ze de intieme monoloog
‘Sjaan, geen Janet’, ‘Smekelingen’
en ‘Licht is de Machine’. Begin 2010
speelde ze bij de Veenfabriek in door
pers en publiek geprezen voorstelling
‘DE CITY’ en in het najaar in ‘Platteland
Als Podium / Machine Agricole’.
Één jaar later maakte ze haar debuut
bij Transparant in ‘Medea’, een
samenwerking met de Veenfabriek.
21
Dorothee Curio
Dorothee Curio studeerde
toneelkostuum- en decorontwerp
aan de Kunstacademie van Berlijn
en aan de Universiteit van Helsinki.
Tussen 1998 en 2000 werkte ze als
decorassistente bij het Deutsches
Schauspielhaus Hamburg en
Anna Viebrock. Sinds 2000 neemt
als freelance toneelkostuum- en
decorontwerper opdrachten aan bij
verschillende toneelgezelschappen
zoals het Deutches Schauspielhaus
Hamburg (D), Luzerner Theater
(CH), Opéra Paris (F), Staatstheater
22
Hannover (D), Volksbühne Berlin
(D), Staatstheater Stuttgart (D),
Schauspielhaus Bochum (D),
Ruhrtriennale (D), NTGent, deSingel,
Müchner Kammerspiele (D) en
Veenfabriek (NL). Hierdoor kwam ze
in aanraking met regisseurs zoals
Christoph Marthaler, Anna Viebrock,
Gianina Carbunariu, Jan Neumann en
Johan Simons. Onder regie van Paul
Koek ontwierp Curio de kostuums voor
‘Candide’, ‘drei schwestern’, ‘Flow my
tears’, ‘Moby Dick’ en ‘Medea’.
architectuur
dans
theater
muziek
t +32 (0)3 248 28 28
Desguinlei 25
B-2018 Antwerpen
deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Overheid
www.desingel.be
f deSingelArtCity
mediasponsors