Opdrachtboekje Tuinboon je mee!

Tuinboon je mee!
De les bestaat uit een grondonderzoek een tuinboonproef en een tuinboon voorzaaien. Na
ongeveer 14 dagen gaan jullie de tuinboonplantjes uitplanten. Dit is de tuinboon plantdag!
en de start van het tuinseizoen.
Je leert in deze les over grond en hoe voedsel groeit. We zullen je
laten zien dat voedsel ook in de wijk kan groeien en misschien vind je
het leuk om zelf voedsel te verbouwen. De antwoorden of uitleg op
sommige vragen staan achter in het boekje beschreven.
De Snoepjestuin
www.DeSnoepjestuin.nl
Mirjam Hooijmeijer-Tol
[email protected]
Opdrachtboekje
Tuinboon je mee!
Vraag 1. Eet jij weleens planten? ...........................................................................
Vraag 2. Neem een pizza in gedachten en bedenk waar de ingrediënten
vandaan komen. ....................................................................................................
................................................................................................................................
................................................................................................................................
Vraag 3. Is alles wat wij eten afkomstig van planten denk je?...............................
................................................................................................................................
Vraag 4. En hoe zit dat met vlees? .........................................................................
................................................................................................................................
Een tuinboon is een plantje en zet je in de grond, die je later kan oogsten en op
kan eten. Voedsel verbouwen dat kan je heel makkelijk zelf doen, het is lekker
en gezond, en helemaal niet moeilijk. Samen in de tuin werken is ook nog eens
gezellig!
Vraag 5. Wat heeft een plantje nodig om te groeien?
................................................................................
................................................................................
.................................................................................
.................................................................................
Vraag 6. Weet jij verschillende grondsoorten te benoemen?
..................................................................................
..................................................................................
...................................................................................
...................................................................................
Onderzoek grondsoorten
We gaan de verschillen tussen de grondsoorten onderzoeken.
Dit heb je nodig







4 bakjes
1 glazen pot
een schep
Calgon
schepje
vergrootglas/loeppotje
grond van buiten, zand, compost, potgrond
Wat moet je doen:
1. Graaf een kuil buiten in de grond van een half beenlengte diep en vul een
bakje met grond.
2. Schep een bakje vol met zand uit de zandbak
3. Vul een bakje met compost
4. Vul een bakje met potgrond
1. Onderzoek aarde van buiten:
 Meng in een glazenpot 1 bekertje grond van buiten , twee bekertjes
water en een half bekertje Calgon. Schud dit goed door elkaar en laat het
even bezinken. De verschillende lagen worden goed zichtbaar in het
glazenpotje.
 Probeer een balletje te rollen. Als de grond korrelig aanvoelt en niet
kleeft, dan is het zandgrond. Als het enigszins korrelig is, maar een zacht,
donker balletje vormt, dan is het leem. Een zacht, elastisch balletje duidt
op klei- of slikgrond, probeer het oppervlak glanzend te maken door er
met de duim overheen te wrijven, lukt dat? dan heb je klei in je hand.
2. Onderzoek compost:
 Bekijk het compost eens door een vergrootglas.
Vraag 7. Waar bestaat compost uit?
3. Onderzoek in schema:
Zandbak
Welke kleur?
Zie je korrels?
Kleverig?
Wat voel je?
Wat ruik je?
Zie je
beestjes?
Bekijk een
korrel met
een
vergrootglas
en teken hem
Plak een
beetje op je
blad
Grond van
buiten
Potgrond
Compost
Tuinboonproef
Dit heb je nodig:





Kievietsboon
Tuinboon
2 Glazen potjes
Zaagsel, watten of keuken papier
Vergrootglas
Proef 1
Leg een paar kievietsbonen een nacht in een glas water. Peuter de volgende
dag het velletje van de boon en je ziet dat ze uit twee helften bestaan. Haal ze
voorzichtig van elkaar en nu zie je een piepklein bonenplantje. Kun je de
wortel, stengel en blaadjes ontdekken? met een vergrootglas zie je het nog
beter!
Proef 2
Vul een glazen pot met zaagsel, watten of
proppen keukenpapier. Stop hier en daar een
hele boon tegen het glas. Maak het zaagsel,
de watten of het keukenpapier goed nat en
zorg dat er steeds een bodempje water in de pot blijft staan. Zet de pot voor
het raam en bij de verwarming en kijk elke dag wat er gebeurt. Je zult zien dat
er elke dag iets nieuws te zien is.
Tuinboon voorzaaien
Dit heb je nodig:
 Teeltpotje
 Potgrond
 Tuinboon zaad
Zaaien
Vul een teeltpotje met potgrond. Druk de boon twee centimeter in de grond en
bedek de boon met grond. De grond vochtig houden, ongeveer om de dag
water geven.
Afharden
Voorgezaaide tuinboon op een koele en lichtrijke plaats zetten, om korte,
gedrongen planten te krijgen. Het plantje enkele dagen bij goede
weersomstandigheden overdag buiten zetten.
Uitplanten
Na 14 dagen, als het plantje ongeveer 10 centimeter hoog is kan je het
uitplanten. Het uitplanten gebeurd rondom het schoolplein, ergens in de wijk
of in de straat. Een tuinboon kan je vrijwel overal planten.
Tuinboon
Zaaien in de volle grond
Plantafstand in de rij
Tussen de rijen
Standplaats
Groeit op elke grondsoort
februari tot half april
15 cm
60 cm
Zonnig
Stelt weinig eisen aan
de bemesting
Antwoorden
Vraag 1 t/m 4.
Alles wat wij eten is uiteindelijk afkomstig van planten, ook vlees, want een koe
eet gras!
Vraag 5. Wat heeft een plantje nodig om te groeien.
Licht
Met behulp van licht maakt een plantje van koolzuur uit de lucht en uit water in
de grond, eten voor zichzelf, waar het van groeit. Het mooie daarbij is dat een
plantje zuurstof maakt dat het niet nodig heeft. Dat laat het vrij in de lucht. Wij
ademen die zuurstof in, want zonder zuurstof stikken wij. En het leuke is dat wij
weer koolzuur uitademen en dat gebruikt een plant dan weer.
Water
Planten houden alleen niet van te veel of te weinig water. Dat laten planten
dan ook merken. Ze worden geel, gaan slap hangen, of verdorren.
Vruchtbare grond
In de grond zijn “hulptroepen” druk aan het werk. Wormen maken gangetjes,
waardoor lucht en water bij de wortels kunnen komen. De grond wordt daar
lekker los van en in losse grond groeien planten nu eenmaal beter. Verder stikt
het er van de bacteriën en andere organismen die ook hun best doen om het
plantje te laten groeien.
Vraag 6. Weet jij verschillende grondsoorten te benoemen?
Er zijn verschillende grondsoorten: zware en lichte
klei, zand, löss en zavel. Klei vind je in de buurt van
rivieren, löss vind je in Limburg en duinen worden
gevormd door grote hopen zand. En zavel? dat is een
combinatie van zand en klei. Sommige planten
groeien graag op kleigrond, andere hebben veel liever
zandgrond. Daarom vind je in de natuur overal
verschillende soorten planten. Ook eetbare planten houden van een bepaald
soort grond.
Vraag 7. Waar bestaat compost uit?
Compost is geen grond! Het bestaat uit organisch materiaal. In een compostbak
gooien we groente, fruit en tuinafval deze worden opgegeten door de wormen
en andere kleine beestjes. Uitwerpselen van deze diertjes, maar ook dode
bladeren worden door bacteriën, schimmels en andere organismen verwerkt.
Hierbij komen mineralen vrij. Dit zijn weer voedingsstoffen voor plantjes. Het is
een natuurlijke kringloop in het klein!
De Snoepjestuin
www.DeSnoepjestuin.nl
Mirjam Hooijmeijer-Tol
[email protected]