Een vrouw op 1000 graden

Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 1
Een vrouw op 1000 graden
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 2
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 3
Hallgrímur Helgason
Een vrouw op 1000 graden
Uit de memoires van Herbjörg Maria Björnsson
Vertaald uit het IJslands doorMarcel Otten
Uitgeverij De Arbeiderspers . Utrecht
Amsterdam . Antwerpen
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 4
Gepubliceerd met financiële steun van The Icelandic Literature Center.
De vertaler ontving voor deze vertaling een werkbeurs van het
Nederlands Letterenfonds.
Copyright © 2011 Hallgrímur Helgason
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt
door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van bv Uitgeverij De
Arbeiderspers, Franz Lisztplantsoen 200, 3533 jg Utrecht. No part of this book
may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other
means, without written permission from bv Uitgeverij De Arbeiderspers, Franz
Lisztplantsoen 200, 3533 jg Utrecht.
Omslagontwerp: Nico Richter
Omslagfoto: Etsa Bild / Hollandse Hoogte
isbn 978 90 295 8893 5 / nur 302
www.arbeiderspers.nl
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 5
Een vrouw op 1000 graden is een roman. Hij is gedeeltelijk opgebouwd rond gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden en mensen
die hebben geleefd en dood zijn gegaan. Het moet echter benadrukt
worden dat het verhaal fictie is. De personages Hans Henrik,
Gudrun Marsibil en Herbjörg Maria zijn romanpersonages. De
schrijver vraagt de lezer daarom begrip te tonen voor de personen
die hem tot voorbeeld hebben gediend en niet de werkelijkheid te
verwarren met het lot dat hij voor hen heeft verzonnen.
Geschiedenis is een informatief verhaal. Een roman is een
fictief verhaal.
Hallgrímur Helgason
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 6
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 7
1
Model 1929
2009
Ik woon hier in m’n eentje in een garage, samen met een laptop en
een oude handgranaat. We hebben het heel gezellig. Het bed is een
ziekenhuisbed en ander meubilair heb ik niet nodig, behalve een
toilet, waar ik een hekel aan heb en liever niet wil gebruiken. Het is
een pokkenafstand erheen, de hele weg langs mijn bed en dan nog
eens zover naar de hoek. De Via Dolorosa noem ik die weg, waar ik
me driemaal per dag als een of ander reumatisch spook moet heenslepen. Ik droom van ondersteek & katheter, maar het aanvraagformulier ervoor zit vast in het systeem. Er is overal constipatie.
Er zijn maar een paar ramen, maar de wereld komt via het computerscherm bij me binnen. E-mails komen en gaan en het gezegende Facebook wordt net zo lang als het leven zelf. Gletsjers smelten,
presidenten worden zwarter en de mensen huilen om het verlies
van hun auto’s en huizen. De toekomst wacht aan de lopende band
met spleetogen en een grijns van oor tot oor. Ja, ja, vanuit mijn witte
bed volg ik alles. Ik lig erbij als een nutteloos lijk en wacht óf op de
dood óf dat zij verschijnt met de levensverlengende spuit. Ze komen
me tweemaal per dag opzoeken, de meisjes van de Reykjavikse
thuiszorg. Die van de ochtenddienst is een schat, de heks van de namiddag heeft koude handen en mondgeur en ze leegt met een zuur
gezicht de asbak.
7
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 8
Als ik mijn oog naar de wereld afsluit, het licht van de lamp boven me uitdoe en het herfstdonker de garage laat vullen, kan ik door
een klein raam hoog in de muur de beroemde Vredeszuil zien. Dus
nu is wijlen John Lennon een licht over IJsland geworden, net zoals
de woudgod in het gedicht van Ovidius, en hij verlicht tijdens lange
nachten de zwarte sond. Zijn weduwe was zo aardig hem loodrecht
in mijn blikveld te plaatsen. Ja, het is mooi in te dommelen bij een
overleden vlam.
Je zou natuurlijk kunnen zeggen dat ik mijn tijd uitzit als een of
andere oldtimer die zijn taak heeft volbracht, en ooit zei ik het zo
tegen Gudjon; hij en Dora zijn het echtpaar die voor 65.000 kronen
per maand de garage aan mij verhuren. De goeie Gudjon moest lachen en doopte mij Oldsmobile. Ik surfte op het internet en vond
een foto van een Oldsmobile Viking model 1929. Om je de waarheid
te zeggen wist ik niet dat ik zo verdomd oud was. Het ding zag eruit
als een opgefokte paardenkoets.
Ik lig al acht jaar in deze garage en ben die hele tijd aan het bed
gekluisterd vanwege longemfyseem, iets wat me al driemaal zoveel
tijd heeft achtervolgd. Ik kan me nauwelijks bewegen, want de minste beweging kan me de adem ontnemen, dus ik stik bijna, hetgeen
geen prettig gevoel is, ik ben de ‘niet-begraven ergernis’ zoals men
het in vroeger tijden noemde. Dit heb ik gekregen dankzij decennialang roken. Ik heb sinds de lente van 1945 gerookt, toen een Zweedse man met wratten mij met het wondermiddel sigaret liet kennismaken. En de gloed ervan is nog steeds een bron van vreugde. Ze
hebben me een zuurstofmasker aangeboden, met een bijbehorende
neussonde om de ademhaling te verlichten, maar om zo’n persluchtcilinder te krijgen werd mij verordonneerd om het roken op te
geven ‘vanwege brandgevaar’. Mij werd met andere woorden de
keuze gegeven tussen twee gentlemen: de Rus Nicotine en de Britse
Lord Oxygen. Het was een makkelijke keuze.
Daarom haal ik adem als een goederentrein en het toiletbezoek
blijft mijn dagelijkse kwelling. Daar jaag ik mijn kleine Leeuwerik
vrolijk naar binnen en ik geniet ervan haar maagdelijke straal te ho-
8
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 9
ren. Ze is mijn steun en toeverlaat. Thuis op de Svefneilanden was
er een grot bij zee die het Knapenschuurtje werd genoemd en die
sinds eeuwen als schijthuis voor de kerels dienst deed. De weg erheen heette de Gravenkloof en je behoefte doen heette ‘de graaf
onthoofden’. Onze voorvaders hielden van een grapje.
Ach, ik spring van de hak op de tak en de hak of de tak springt op
mij. Als je een heel internet aan belevenissen achter de rug hebt, een
scheepslading vol dagen, dan is het moeilijk de boel te sorteren en
het een van het ander gescheiden te houden. Alles wordt mettertijd
plotseling één pot nat. Of ik herinner me opeens alles tegelijk óf ik
herinner me helemaal niets.
Ach ja, het maatschappelijke stelsel is natuurlijk ingestort, beste
landgenoten, een jaar geleden is dat gebeurd. Mijn zoon Magnus
kreeg de inslag van de bank in zijn achtertuin, een groot rotsblok
dwars door zijn nieuwe zonneterras en een behoorlijke steen door
zijn voorruit. Maar alles is natuurlijk subjectief. De verpleegsters
en Dora hebben me verteld dat de stad er nog steeds onbeschadigd
bij staat. In Reykjavik valt de ondergang niet echt te zien, in tegenstelling tot Berlijn, waar ik op het einde van de oorlog als jonge
vrouw rondklauterde. Ik weet niet wat beter is, in het echt of op de
pof instorten. Maar ik weet wel dat het zelfvertrouwen van mijn
Magnus in rook is opgegaan als de lucht uit een ballon, en daar was
al niet veel van over nadat zijn ex met een andere vent lag te pompen. Magnus werkte bij de kb-bank en hij had zijn koers aan het geflakker van zijn computerscherm gekoppeld, een of andere rode
curve die hij me ooit vol trots liet zien. Er lag ontegenzeggelijk een
fraaie gloed over, mooi als een vlam in de open haard, maar net zo
vluchtig.
Zelf kon ik alleen maar tevreden zijn over de crash. Ik was al die
jaren van hoogconjunctuur aan mijn bed gekluisterd, liet de hebzucht uiteindelijk al mijn spaargeld opvreten en daarom kon ik er
niet rouwig om zijn te zien hoe alles in vlammen opging, per slot
van rekening laat geld mij koud. We verdoen ons leven om iets voor
de oude dag opzij te leggen, maar als die uiteindelijk komt, heb je
9
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 10
geen andere buitenissige droom dan liggend te mogen pissen. Laten
we wel wezen: het was natuurlijk leuk geweest als ik een Duits jongetje had kunnen aanschaffen om hem hier halfnaakt bij kaarslicht
te laten staan en voor deze bejaarde matrasfeeks Schiller te declameren, maar de versvleeshandel is hier te lande absoluut verboden,
dus het heeft geen zin daarover te treuren.
Ik heb dus niet meer dan een paar weken te leven, met twee sloffen Pall Mall, een laptop en een handgranaat, en ik heb het in mijn
leven nog nooit zo goed gehad.
2
Feu de Cologne
2009
De handgranaat is een oud Hitlerei dat ik in de laatste wereldoorlog
toevallig heb gekregen en dat mijn hele leven door dik en dun bij me
is gebleven, door al mijn zure en taaie huwelijken. En nu zou het
eindelijk een goed moment zijn om hem te gebruiken, als de veiligheidspin niet vele jaren geleden was afgebroken, op een van de
slechtere dagen van mijn leven. Het is natuurlijk geen aangename
manier van sterven om een vuurstorm in je armen te krijgen die je
hoofd eraf rukt. Bovendien is na al die jaren die lieve kleine bom mij
heel dierbaar geworden. Het zou ook jammer voor de kleinkinderen
zijn hem niet in een zilveren schaal op de buffetkast te mogen bewonderen.
Meine geliebte Handgranate is mooi in al zijn valsheid, hij ligt
goed in de hand en koelt met zijn ijzeren mantel, gevuld met vrede,
mijn bezwete handpalm af. Dat is namelijk het vreemde met wapens: voor degenen die ervóór staan kunnen ze uiterst onaangenaam zijn, terwijl degenen die ze in de hand houden, ze veel troost
bieden. Ooit, vele steden geleden, liet ik mijn levensei per ongeluk
10
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 11
in een taxi liggen en ik was behoorlijk over mijn toeren tot ik hem
na eindeloze, fanatieke telefoontjes met de taxicentrale terugkreeg.
De taxichauffeur stond als een angsthaas op de trap zijn grijze massa te pijnigen terwijl hij vroeg: ‘Is dat niet een oude handgranaat?’
‘Nee, dit is een sieraad. Heb je nog nooit de eieren van de tsaar
gezien?’
Ik heb hem in ieder geval lang in mijn sieradenkistje bewaard.
‘Wat is dat?’ vroeg Bæring van de Westfjorden ooit toen we op weg
waren naar de feestzaal in hotel Saga. ‘Dat is parfum, Feu de Cologne’ ‘Echt waar?’ zei de zeeman verbluft. Mannen zijn voor sommige
dingen heel bruikbaar, maar snel van begrip zijn ze niet.
Het was altijd goed te weten dat de handgranaat in mijn handtas
zat als het ’s avonds laat werd en een of andere hufter mij zo nodig
naar huis wilde brengen.
Nu heb ik hem in mijn nachtkastje of tussen mijn afgetakelde benen en dan lig ik op dat Duitse staalei als een naoorlogse kip die
vuur hoopt uit te broeden. En hij kan zeker geen kwaad bij al dat
slappe gedoe van onze huidige samenleving, volledig verstoken van
geweld. Het zou voor iedereen eens goed zijn de voorgevel van je
huis kwijt te raken, het brandende geknetter van een kind te horen
of toe te zien hoe je geliefde in de rug wordt geschoten. Ik heb mijn
hele leven niet goed met mensen op kunnen schieten die nog nooit
over een lijk heen hebben hoeven stappen.
Zou -ie misschien ontploffen als ik hem op de grond smijt?
Handgranaten houden van stenen vloeren hoorde ik ooit iemand
zeggen. Ja, natuurlijk zou het fantastisch zijn om met een knal te
verdwijnen en stof en puin achter te laten die dan met mijn rafels
vlees worden opgeveegd. Maar voordat ik de lucht in ga veroorloof
ik het me mijn leven de revue te laten passeren.
11
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 12
3
Here Björnsson
1929
Ik ben in de herfst van 1929 in een blikken hut in Isafjord geboren.
En de eigenaardige naam Herbjörg Maria werd op mij geplakt, een
naam die altijd slecht bij mij paste en eigenlijk heel raar is. In die
naam is het heidendom en het christendom met elkaar vermengd,
als olie met water, en die twee zussen leveren in mij nog steeds slag
met elkaar.
Mama wilde me naar haar moeder Verbjörg vernoemen, maar
oma wilde daar niets van horen. ‘Ach, je gaat toch niet met dat kind
op zee naar de Riffen.’ Volgens haar was het leven in een vissershut,
een verbúo, een ellendig hondenleven in vochtigheid en kou, en ze
verwenste haar moeder dat ze haar naar die schande had vernoemd.
Grootmoeder Verbjörg viste zeventien jaar lang bij de Björneilanden en de Oddbjörnriffen, elke lente, herfst en winter, ‘in elk klotepisweer wat ze daar in dat helse nat hebben uitgevonden en aan land
was het nog erger’.
Toen kwam papa met het voorstel, in een brief die hij naar Isafjord stuurde, om van Verbjörg Herbjörg te maken en mama heeft
hem nog meer gehaat omdat ze naar hem luisterde. Zelf had ik de
voorkeur gegeven aan de naam van mijn overgrootmoeder van
moederszijde, de grote Blomey Efemia Bergsveinsdottir van de
Björneilanden. Ze was in de geschiedenis van IJsland de enige
vrouw met die naam tot de twintigste eeuw, toen ze eindelijk twee
naamgenoten kreeg, maar toen lag ze al een halve eeuw onder de
grond van Isafjord. Een van die naamgenoten was een kunstweefster die het grootste deel van haar leven in een gammele hut op de
Hoogvlakte van Hellir heeft gewoond en de andere Blomey ging
jong van ons heen, maar die leeft nog steeds voort in de laatste
boerderij op Augngrond en verschijnt af en toe aan mij in de grensstreek tussen droom en werkelijkheid. Zodoende is dat eiland,
12
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 13
Bloemeiland, Blomey, lang mijn favoriete eiland van de Breidafjord
geweest, ook al heeft zij het nog niet gevonden.
Eigenlijk zouden we net zo goed voor de dood als voor het leven
een naam moeten krijgen, en dat we zelf voor de begrafenis en de
eeuwigheid op het kruis een naam mogen uitkiezen. Ik zie het al helemaal voor me: ‘Blomey Hansdottir 1929-2009’.
Toentertijd had ook niemand twee namen, behalve mijn schrandere en knappe moeder, die vlak voor mijn geboorte een visioen
kreeg: de Moeder Gods verscheen aan haar in een bergkom aan de
andere kant van de fjord. Ze zat daar op een rotsknol en was ongeveer honderdtwintig meter hoog. Daarom werd haar naam aan de
mijne toegevoegd en een of andere zegening moet het natuurlijk
hebben opgeleverd. Ik heb tenminste als een aan het bed veroordeelde bejaarde aan de levensdraad gebungeld.
De naam Maria maakt het strenge Herbjörg zachter, ik betwijfel
echter of ooit twee zo verschillende vrouwen hetzelfde leven hebben gedeeld. De een wijdde haar leven aan God, en niemand anders,
en de ander aan een heel leger mannen.
Ofschoon het ’t recht van alle IJslandse vrouwen is om het achtervoegsel dochter aan haar naam te krijgen werd ik een zoon. De familie van mijn vaderskant, met van voor naar achter ministers en
ambassadeurs, had carrière gemaakt in het buitenland, waar niemand iets anders dan achternamen kende. Zodoende bleef de hele
familie met de patriarch verbonden; we moesten allemaal de achternaam van opa Svein dragen – die uiteindelijk de eerste president
van IJsland werd. Daardoor kwam het dat niemand zijn eigen naam
mocht bedenken en de rest van de familie leverde dus geen ministers of presidenten meer op. Grootvader bereikte de top en het was
ons lot, van zijn kinderen en kleinkinderen, om de puinhelling weer
omlaag te trippelen. Het is moeilijk aan je ambities vast te houden
als je constant aan het afdalen bent. Maar natuurlijk is het ons gelukt het laagland te bereiken en toen ging de weg voor het geslacht
Björnsson weer omhoog.
Thuis op de Svefneilanden werd ik altijd Hera genoemd, maar
13
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 14
toen ik, zeven jaar oud, voor het eerst met mijn ouders de familie
van mijn vader in Kopenhagen bezocht, had de kokkin uit Jutland,
Helle, moeite met het uitspreken van die naam en noemde ze mij
hetzij ‘Here’ hetzij ‘de kleine Here’. Dit vond mijn verwant Puti
(mijn oom Svein) zo ontzettend grappig dat hij me van toen af aan
niet anders dan Here noemde. Met etenstijd vond hij het leuk om
me bij het avondeten te roepen met: ‘Here Björnsson, aan tafel!’ In
het begin deed dat geplaag mij echt pijn, temeer omdat ik er ook
jongensachtig uitzag, maar de naam bleef aan me kleven en langzamerhand wende ik eraan. Zodoende werd van een jonge vrouw een
mijnheer gemaakt.
Ik baarde veel opzien in de kleine danszaaltjes aan de blauwe
sond van Reykjavik als ik in de jaren vijftig na een lang verblijf in
het buitenland weer in IJsland opdook: een stralende jongedame
met lippenstift en worldly ways, als een kleine Marilyn met achttien
heren op sleeptouw en met die naam die haast als een artiestennaam klonk. ‘Onder de gasten bevond zich ook mej. Here Björnsson, de kleindochter van de president van IJsland, die vanwege haar
ongedwongen en kosmopolitische charmes overal waar zij kwam de
aandacht trok. Here Björnsson is onlangs teruggekeerd na een lang
verblijf in New York en Zuid-Amerika.’ Zodoende werd de ongelukkige naam iets wat geluk bracht.
4
Loa
2009
Och jee, daar komt lieve Loa, het jonge ding. Als een witbloeiende,
wilde roos uit het ochtendduister.
‘Een goeiedag, Here. Hoe voelen we ons vandaag?’
‘Ach, kwel me niet met beleefdheidsfrasen.’
14
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 15
De dag was nauwelijks begonnen te grauwen. En grauw zal hij
worden zoals al zijn broertjes. Daggry, zeggen de Denen.
‘Ben je al lang wakker? Heb je het nieuws al gezien?’
‘Ach, ja. Ze blijven uit de kast rollen, de lijken na de crash...’
Ze trekt haar windjack uit, doet haar sjaal en muts af. En zucht.
Koud zal het zijn, met dat idiote weer in deze uithoek, en dan doet
het goed hierbinnen te hokken, alleen in een garage met een pruik
als muts en een laptop als kachel. Als ik een geile knul met een reine
ziel was, zou ik zo met dat meisje trouwen, want ze is met haar hemelse, rode wangen de goedheid en lieftalligheid zelve. Meisjes met
een blos zullen nooit iemand belazeren. Zelf belazerde ik van meet
af aan iedereen en nu zit ik hier wasbleek met een grijze pruik in
een lijkwit hemd.
‘Heb je geen honger?’ vraagt Loa, terwijl ze in de keukenhoek het
licht aandoet en haar snavel in kastjes en schappen steekt. Dat valt
vanuit mijn dekbedbrede schuit aan stuurboord te zien. ‘Havermoutpap, zoals gewoonlijk?’ Dat vraagt ze elke ochtend, terwijl ze
zich naar de minikoelkast bukt die Dora me heeft gegeven en die me
soms met zijn ijskoude gebrom wakker houdt. Ik moet toegeven dat
ze van onder een beetje breed gebouwd is, de kleine Loa, met benen
als veertigjarige berkenstammen. Waarschijnlijk heeft ze daarom
niemand aan de haak geslagen, het arme ding, en woont ze nog
steeds kinderloos in het huis van haar moeder. Begrijp je de kerels
die zoiets liefs en knaps aan zich voorbij laten gaan? Samen met die
gladde, zachte huid.
‘Zo, vertel eens, wat heb je het weekend beleefd? Heb je iemand
aan de haak geslagen?’ vraag ik buiten adem vanuit het computergekrioel. Voor iemand met longemfyseem is dat een behoorlijk lange
zin.
‘Hè?’ vraagt ze met een blauwwit pak melk in haar hand als de
onnozele hals die ze zo vaak is.
‘Ja, ben je uit geweest? Om lol te maken?’ vraag ik zonder op te
kijken. Ik mag hangen als ik geen doodsreutel in mijn stem heb gekregen.
15
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 16
‘Uitgegaan? Nee. Ik heb gewoon moeder geholpen. Ze wou nieuwe gordijnen in de woonkamer ophangen. En toen zijn we samen
naar het zuiden gegaan, op zondag, gisteren bedoel ik, bij oma op
bezoek. Ze woont in Hella.’
‘Je moet ook aan jezelf denken, Loa.’ Ik moet een adempauze nemen voor ik verder ga. ‘Je moet je jeugd niet verknoeien met ouwe
wijven zoals ik. De bronstjaren zijn gauw voorbij.’
Ik mag haar zo graag dat ik mijn spraakwerktuigen, hals en longen die marteling aandoe. De duizeligheid die daarop volgt is als
een vliegenzwerm achter mijn ogen, en vervolgens zetten alle zenuwen een frontale aanval in en knijpen mijn ogen met hun vliegenklauwen fijn. Ai, ai, god zij genadig!
‘De bronstjaren?’
‘Ja... nee, kolere, wat geeft hij me nou voor antwoord?’
‘Wie?’
‘Die Bakary van me.’
‘Bakary?’
‘Ja, zo heet -ie. O jee, nu heb ik hem goed heet gemaakt.’
‘Je hebt zoveel vrienden,’ zegt ze en nu werpt ze zich op de wasmachine en de was.
‘Ja, ja, ondertussen zijn het er ruim zevenhonderd.’
‘Wat? Zevenhonderd...?’
‘Ja. Op Facebook.’
‘Ben jij op Facebook? Ik wist niet dat je op Facebook zat. Mag ik
even kijken?’
Ze komt geurend over me heen gebogen en ik roep mijn pagina
op uit de toverwereld van het internet.
‘Wow! Een knappe foto van jou. Waar is dit trouwens?’
‘Dit is in Baires. Op een bal.’
‘Baires?’
‘Ja, Buenos Aires.’
‘En wat is dit? Is dit je status? ...is killing dicks? Ha, ha.’
‘Ja, als je in het IJslands “met de ogen knipperen” letterlijk in het
Engels vertaalt, komt dat eruit. Daar kwam ik gisteravond toevallig
achter.’
16
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 17
‘Ha, ha. Maar hier staat dat je maar honderddrieënveertig vrienden hebt. Je zei dat je er zevenhonderd had.’
‘Ja, maar dit is mijn gewone ik. Ik heb allerlei pagina’s.’
‘Meerdere pagina’s op Facebook? Mag dat?’
‘Er is niets verboden in deze wereld, volgens mij.’
Ze is aangenaam verrast en gaat weer terug naar de keukenhoek.
Vreemd, hoe goed je je kunt voelen in de aanwezigheid van mensen
die werken. Dat ligt aan de aristocratie in je. Ik stam voor de helft
uit zee en voor de andere helft uit een paleis, en dat heeft ertoe geleid dat ik vroeg mijn benen moest spreiden. Mijn hoog-Deense
grootmoeder was een eersteklasslavenhouder. Zelf was ze echter
het energiekst. Ze was onze eerste presidentsvrouw. Bij elk diner
trippelde ze van ’s middags tot ’s avonds door de eetzaal heen en
weer, probeerde aan alles te denken en een oplossing voor de tafelschikking te zoeken. Het mocht aan niets ontbreken, niets mocht
fout gaan. Anders was het afgelopen met land en volk. Als een Amerikaanse ambassadeur een graat in zijn keel kreeg, was het Marshallplan in gevaar. Ze wist dat onderhandelingsgesprekken zo goed
als niets betekenden. ‘Het hangt allemaal af van mes en vork!’
Zonder oma Georgia was opa nooit president geworden, en dat
had iemand hem best wel eens mogen vertellen. Zij was de perfecte
lady, ze zorgde dat iedereen zich goed voelde, zowel hoog als laag,
beschikte over wat de Denen takt og tone, etiquette, noemen en ze
charmeerde zelfs een bodemloos vat als Eisenhower.
Ze had een neus voor het politieke klimaat dat dit echtpaar had
uitverkoren de pasgeboren republiek te representeren, hij IJslander,
zij Deense. Het had iets hoffelijks tegenover de vroegere machiavellisten. Wij zijn van de Denen van tafel en bed gescheiden, maar
zijn nog steeds met hen getrouwd gebleven.
17
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 18
5
Bakary
2009
Bakary Matawu woont in Harare, de hoofdstad van het oude Rhodesië, dat volgens Wikipedia nu Zimbabwe heet. Hij is een dertigjarige pompbediende, zwart als olie, met jukbeenderen als een Inuit
en een hart van gesmolten kaas. Bakary is verslingerd aan ouwe wijven zoals ik. Hij hunkert naar deze door kanker gemarineerde brok
vrouwenvlees van veertig kilo die ondergetekende nog weegt. Vandaag schijft hij, in het Engels:
Hallo Linda.
Bedankt voor je e-mail. Die is goed. Als ik naar je foto kijk, is hij
goed. Je gezicht is als een ijsblokje. Het is goed dat je beter bent
met je gebroken been. Het is ook goed de stad uit te gaan als je zoiets
hebt. Je noordse ogen achtervolgen mij als ijsblauwe katten die
’s morgens naar hun werk gaan.
Het geld inzamelen gaat goed. Gisteren kreeg ik twee dollar en
eergisteren drie. Hopelijk heb ik genoeg voor de volgende zomer. Is
het dan niet te koud?
Ik heb de andere jongens van het pompstation al over jou verteld.
Ze zijn het er allemaal over eens dat je knap bent. Eentje die met een
auto kwam zei dat hij jou herkende van de Miss-verkiezing. Hij zei
dat IJsland vrouwen knap zijn, omdat vrouwen het beste op een
koude plek bewaard kunnen worden.
Love – Bakary.
Hij spaart geld voor de reis hierheen. De arme stakker. En hij doet
enorm veel moeite om IJslands te leren, hij werkt bevroren naamwoorden naar binnen en verbuigt ijskoude werkwoorden als een
sterke vent staal. Linda vereist als minimale inspanning van haar
vereerders dat ze IJslands leren en nu runt ze een instituut voor
18
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 19
schriftelijk onderwijs dat zich over de hele wereld uitstrekt. Alles
voor IJsland. Maar Linda is, zoals bekend, Linda Petursdottir, die in
1988 Miss World was. Louter voor de lol gebruik ik haar naam en
haar gezicht nadat de ziekenverpleger Boas – die voor studie naar
het buitenland is gegaan – voor mij een e-mailadres heeft gemaakt:
[email protected]. Daardoor heb ik vele mooie verhalen gekregen die de lange, donkere herfstavonden verkorten.
Bakary is behoorlijk romantisch, hij is echter volledig gespeend
van westerse clichés waar ik na vijftig jaar op de internationale liefdesmarkt ook schoon genoeg van heb.
Onlangs schreef hij:
Als de liefde weg is zeggen wij in mijn land dat je bloemen van verdriet eet. En dat doe ik nu voor jou, Linda. Vandaag heb ik voor jou
een rode roos gegeten die ik in het park had gevonden. Gisteren at
ik een witte anjer die mama op de markt kreeg. Morgen eet ik een
zonnebloem die hier in onze tuin staat.
Het zal hem pijn doen als hij hoort dat de schoonheidskoningin is
gestorven, iets wat ik natuurlijk vroeg of laat bij elkaar moet verzinnen. Dan worden in Harare bloemen en kransen verorberd.
6
Kaapstad
1953
Ik ben zelf één zomer in Afrika geweest, die je eerder een winter
kon noemen. Het kan in Kaapstad koud zijn en ik heb nog nooit zulke door de wind kromgegroeide bomen als daar op de stranden gezien, zelfs niet in dit land van eeuwige rukwinden.
Eerlijk gezegd voelde ik me bescheten in Zuid-Afrika; de hele
19
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 20
tijd liep ik over van gewetenswroeging tegenover die goeie, zwarte
mensen die er wonen, want ze gingen er natuurlijk allemaal van uit
dat ik, bloemkoolwit wezen, een Boer was, met zijn apartheid, en
dat terwijl ik nog nooit haatdragend jegens hen ben geweest. Daar
heb ik de racist in mij teruggevonden, van wie ik meende hem in
Denemarken te hebben achtergelaten. Het zijn de enige bevolkingsgroepen die ik heb gehaat: de Denen en de Boeren. De eersten vanwege hun poeha-arrogantie waaronder ik als kind zo heb geleden en
de laatsten vanwege hun wereldbekende, walgelijke instelling waarvan ik heb begrepen dat ze nog steeds in de mode is, ondanks alle
goede werken van de heilige Mandela. Het is ook niet moeilijk dat
ras te verachten dat de meest afzichtelijke gezichten van alle aardse
kinderen heeft voortgebracht. De eeuwenlange haat jegens de zwarte bevolking heeft zo lang gegist dat het resultaat niets anders is dan
schimmel, die uiteindelijk in het vlees is gaan zitten en die het lichaam en de smoel is gaan misvormen. Hun gezichten zijn daarom
het kwalijke gevolg van de zonden van hun voorouders.
Wat me in Afrika het meest heeft verrast, was hoe schoon en helder het er was. Eerlijk gezegd deed het me aan IJsland denken. Rijden over een grindweg in het Krugerpark was haast alsof je over
een weggetje kronkelde tussen het struikgewas op de Dingvelden.
Het park daar wordt een dierentuin zonder tralies genoemd en je
mag er vrij tussen de leeuwenroedels rondrijden, maar het wordt afgeraden vanuit je open raam naar de hyena’s te wuiven, tenzij je je
arm wilt kwijtraken. Om dit grote natuurparadijs te creëren moesten de Boeren een paar inheemse stammen uitroeien. Opdat de witman de beesten te zien kreeg, die bloeddorstiger waren dan hijzelf,
moest hij eerst een paar zwarten opvreten.
Desondanks was het een prachtige zomer. Bob was nog steeds
aangenaam gezelschap – hij was een van die mannen die een half
jaar lang fantastisch zijn en daarna alleen nog maar onuitstaanbaar
– en het lukte hem met zijn strooptong mij als fotomodel te verkopen. Twee weken lang was ik de fotohoer en ging ik voor goed geld
voor biscuitjes en autobanden het bed in. En het leverde het bewijs
20
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 21
dat spullen beter verkopen als ze zij aan zij met de beste en oudste
koopwaar ter wereld worden getoond. Het werk hing me echter de
keel uit en ik weigerde categorisch verdere opnamen, waarbij ik op
de hellingen van de Tafelberg mijn blote dijen moest laten zien,
maar toch moest ik erkennen dat het idee dat mijn benen als lustobject in de bandengarages in het zuiden van Afrika dienden, mijn
vrouwelijke ijdelheid kietelde, terwijl ik de gedachte tegelijkertijd
verafschuwde.
Het is een van onze fundamentele problemen als vrouwelijke
schepsels: we willen dat men zonder oren naar ons kijkt, maar ook
dat er zonder ogen naar ons wordt geluisterd. We willen in alle vrijheid rondlopen, maar ook dat ogen en lenzen ons achtervolgen.
Tenminste zolang de jeugdige blos intact is. Nadat ik op mijn dertigste had geleerd te fotograferen, verloor ik mijn interesse voor al
dat schoonheidsgedoe. Degene die zichzelf tot beeld maakt, is daarmee zijn taal kwijtgeraakt, want ook al zegt een foto meer dan duizend woorden, de foto is niet van degene die erop staat, maar van
degene die kijkt. Zodoende hebben de meeste mannen het liefst
vrouwen die niet praten, maar toch willen ze allemaal dat ze zijn
voorzien van een goed gehoor. Ik heb vele vrouwen gezien die in het
huwelijk hebben gezwegen, maar die begonnen te praten toen de
schoonheid verslapte. Dora is ook zo’n verlept knap smoeltje, dat
nu zoveel praat dat Gudjon het liefst in zijn Jeep blijft zitten. Het
beste zou zijn als mannen met ons vrouwen als hungelijken om konden gaan, als hun eigen seksegenoten, als mannen met een ongewoon mooiere huid. Ze zouden zo nu en dan ons aan de feiten kunnen herinneren en voor het overige met ons omgaan zonder aan
heupen te denken. Tenminste, vóór de drank op tafel komt.
Maar toentertijd – toen ik door mijn Bob in Kaapstad van de ene
kroeg naar de andere werd gesleept, op de scheepsplanken ten zuiden van de evenaar drie huwelijksaanzoeken kreeg of in de schoot
van mijn familie aan een galadiner zat met mijn ogen aan Marlene
Dietrich gelijmd – kon ik me niet voorstellen dat ik mijn leven alleen
en in de steek gelaten zou eindigen in een slecht verwarmde garage
21
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 22
in een buitenwijk van Reykjavik, verslonsd op een beschimmeld
kussen, met op het dekbed een wrak van een computer en de klauwen van de dood op mijn schouders.
7
De Svefneilanden
1929
Ik ben dus op 9 september 1929 in Isafjord in de Maanstraat geboren. Mama was uit het blikveld gestuurd om dat te krijgen wat niemand wilde zien en er nooit geweest had moeten zijn, namelijk mij.
Er was een leeftijdsgrens voor toegang tot de chique vaderlijke familie en gedurende mijn eerste zeven jaren waren mijn moeder en
ik, zij als dienstmeid, ondergebracht op de Svefneilanden bij boer
Eystein en zijn vrouw Olina Sveinsdottir van Hergilseiland.
Olina was de liefste aller vrouwen, met een breed gezicht, een
grote boezem, altijd met een lied op haar lippen, maar met een
schelle stem, een hart van goud en met ongelooflijk sterke armen,
zoals vrouwen toentertijd hadden. Mettertijd kreeg ze door reuma
nogal stijve benen. Ze bestuurde het grote huis als een kapitein,
haar ene oog op de golven gericht en het andere op het fornuis.
Voor mijn moeder was ze als een moeder, want hoewel oma vele
goede eigenschappen bezat, moederlijke warmte hoorde er niet bij.
Door de beschikking en het toeval van de Schepper had oma het geroei van haar leven op de Svefneilanden afgesloten, dus ze woonde
niet meer thuis op de boerderij, maar in een oud botenhuis aan de
Oudevrouwensteiger, samen met drie andere vrouwen. Mama en ik
verbleven daarentegen in het rijk van Olina.
Boer Eystein stamde van een familie van de Svefneilanden af; hij
had heldere gelaatstrekken en een vlasbaard, zeerode wangen en
ogen als een stille baai, grote handen, brede schouders en op latere
22
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 23
leeftijd liep hij met een stok en een hangbuik. Hij was een vrolijk
ochtendmens, maar een ontzettend halsstarrig avondmens, thuis
was hij hartelijk, maar een buffel in het afsluiten van contracten en
alles wat met de taal van buiten de eilanden van doen had. Hij was
beroemd omdat hij een paar Deense landopmeters aan boord van
hun boot had gedragen, nadat ze het meest zuidelijke rif van zijn
landgoed vijf meter naar het zuiden wilden verplaatsen.
Hij was ‘een goed en goed mens’ zoals oma Verbjörg placht te
zeggen; zij kwam van beide zijden van de Breidafjord en had op
meer dan honderd eilanden gehooid. Lof sprak ze altijd dubbel uit:
‘O, chic en chic,’ zei ze over kandij of een koopman. Grootmoeder
was honderd jaar oud toen ik geboren werd en ze was honderd toen
ze stierf. Een hele eeuw honderd jaar oud. Gedoopt met zeewater
en gehard in het vissen, niemands dochter en IJslands vrouw, de
moeder van mijn moeder en de eeuwige heldin van al mijn gedachten: Verbjörg Jonsdottir. Gauw zal ik haar opzoeken, oud en koud,
en op haar deur kloppen: ‘Ach, ben je er eindelijk, m’n hummeltje?’
Verdomd. Ik ben al zover dat ik ernaar uitkijk om te sterven.
Ja, zodoende genoot ik van zeven gelukkige jaren aan de Breidafjord voordat mijn vader zijn geheugen terugkreeg en zich herinnerde dat hij op dat kustadres van IJsland nog een dochter en een
vrouw had. Mijn jeugd was met eilanden bezaaid. Eilanden vol boten minnend volk en zeewier vretend vee. Zonbeschenen en vrolijk
grassige eilanden, door zee geteisterd uit alle mogelijke windrichtingen, hoewel het in mijn herinnering altijd ‘windstil uit alle windstreken’ was.
Er wordt verteld dat wie op alle eilanden van de Breidafjord is geweest een dode is, want vele eilanden liggen onder de zeespiegel. Je
kunt met zekerheid stellen dat het er bij vloed ontelbaar vele zijn, bij
eb zijn het er te veel om op te noemen, net zoals zovele dingen in het
leven die moeilijk volledig te benoemen zijn. Op hoeveel plekken
heb ik gewoond? Hoeveel mannen heb ik gehad? Hoe vaak was ik
verliefd? Elk herinnerd ogenblik is een eiland in de diepten van de
tijd, zei ooit een dichter, en als de Breidafjord mijn leven is, dan zijn
23
Helgason - Een vrouw op [...]_Opmaak 1 05-01-14 12:20 Pagina 24
zijn eilanden de dagen die ik me kan herinneren, en nu tuf ik ertussen rond in mijn dekbedboot met een moderne buitenboordmotor
die men computer noemt.
Tuffe-tuffe-tuf.
8
Leugen ba 112
1935
Ik zal wat over de Leugen vertellen. God-o-god, hoe ik me die
schuit herinner. En de eigenaar ervan. Dat was Grote Mangi, ook
wel Mangi Zangzeehond genoemd, of gewoon de Oude Mangi van
Maaneiland.
Hij was een eilandheremiet zoals dat in de Breidefjord wordt genoemd; hij woonde in zijn eentje op het kleinste Westeilanden dat
bewoond was, vlak onder Skardstrand. Hij hield daar een paar schapen en bezat een fantastische dieselolietank, een enorm monster,
die hij op het strand had gevonden; hij was drie weken met bewonderenswaardige koppigheid bezig om dat geval dwars over zijn eiland naar de botenligplaats in het oosten te slepen. Het was voor
hem voldoende om slechts eenmaal de tank te vullen en zelf was hij
overigens een grote oliezuiper (sommigen beweren dat hij dat zwarte nat dronk ‘om de tong te smeren’), want hij was constant onderweg oftewel aan het ‘koffieladen’ zoals de knechten op de Svefneilanden het noemen. Hij was in zoverre een ander soort kluizenaar
dat hij niet alleen kon zijn en hij zocht graag gezelschap op onder
het voorwendsel dat -ie ergens voor kwam. ‘Hebbe jullie soms zeildraad nodig? Ik vond ’n pluk ten zuiden van de Landen. Nou ja, ’n
bak pleur slaan ik niet af.’ Mangi was echter altijd een welkome
gast, ondanks zijn niet te stillen trek in zoete cake, want hij had altijd wel nieuwtjes te vertellen. Nu eens waren de eidereenden bij
24