beantwoording vragen art 37 RvO PvdA daklozen Hellevoetsluis

Postbus 13
3220 AA Hellevoetsluis
bezoekadres: Oostzanddijk 26
Gemeenteraad Hellevoetsluis
telefoon 14 0181
fax 0181 330330
Banknummer IBAN NL16BNGH0285003720
E-mail adres: [email protected]
uw kenmerk
stuknummer
bijlage(n)
datum
onderwerp
2014028319
7 augustus 2014
zaaknummer
verzonden
2014/06921
7 augustus 2014
beantwoording schriftelijke vragen ingevolge artikel 37 RvO, daklozen Hellevoetsluis
Geachte leden van de gemeenteraad,
Naar aanleiding van de door de fractie van PvdA Hellevoetsluis per brief d.d. 2 juli 2014 gestelde vragen
ex artikel 37 RvO, inzake daklozen in Hellevoetsluis, doen wij u hierbij de beantwoording toekomen.
Allereerst willen wij opmerken dat het bij dak- en thuislozen soms om schrijnende situaties gaat, waar
hulpverlening benodigd is. De gemeente waar een thuisloze feitelijk verblijft, is verantwoordelijk voor het
bieden van deze hulpverlening. Deze hulpverlening wordt in Hellevoetsluis vanuit de zorgnetwerken
(LZN, LTHG) geboden.
1. Kan het college aangeven hoeveel officieel geregistreerde daklozen Hellevoetsluis telt?
Op het moment dat iemand dakloos is, heeft hij geen huisvesting en is als zodanig geen inwoner van
de gemeente. Wel kan het zo zijn dat een dakloze feitelijk verblijft in de gemeente. Er is helaas geen
registratie beschikbaar van het aantal daklozen dat feitelijk verblijft in de gemeente Hellevoetsluis.
2. Kan het college aangeven hoeveel inwoners van Hellevoetsluis in Spijkenisse staan
ingeschreven in de daklozenopvang, en daar in daklozenopvang verblijven?
Volgens de door Spijkenisse aangeleverde gegevens verblijven op dit moment in de verschillende
vormen van maatschappelijke opvang 5 personen afkomstig uit Hellevoetsluis.
3. Worden Hellevoetse daklozen die in daklozenopvang in Spijkenisse verblijven daarmee
automatisch ingezetenen van Spijkenisse? Als dat zo is, worden zij dan ook niet meer als
Hellevoetse daklozen meegeteld in de Hellevoetse gemeentelijke registraties?
Op het moment dat een dakloze in de opvang verblijft, wordt men op dat adres ingeschreven en
derhalve automatisch een ingezetene van Spijkenisse. Plaatsing op de wachtlijst echter betekent niet
per definitie dat men ook gelijk een ingezetene van Spijkenisse wordt. Dit geldt alleen voor de
mensen die een uitkering ontvangen vanuit Spijkenisse en daarvoor staan ingeschreven op het adres
van het stadhuis (Raadhuislaan).
In de registratie van het Leger des Heils (De Boeg en De Opstap) is iemand afkomstig uit een
bepaalde gemeente wanneer hij hier volgens de geldende definities als laatste gewoond heeft.
Dit hoeft dus niet noodzakelijkerwijs te betekenen dat iemand hier oorspronkelijk ook vandaan komt.
4. Kan het college een indicatie geven hoeveel niet-geregistreerde daklozen Hellevoetsluis telt
en hoeveel Hellevoetse niet-registreerde daklozen in Spijkenisse verblijven?
Er kan feitelijk uitsluitend worden gesproken van niet-geregistreerde daklozen in de gemeente
(zie ook vraag 1). Wel hebben wij vanuit de zorgnetwerken een (redelijk) zicht op de problematiek
rondom huisvesting.
Ten behoeve van de beantwoording van deze vraag hebben wij - om een indicatie te kunnen geven
van de omvang - een inventarisatie uitgevoerd binnen onze zorgnetwerken en de hierbij aangesloten
partners. Uit de inventarisatie komen 32 casussen naar voren van Hellevoeters waarvan bekend is
dat zij te maken hebben met huisvestingsproblematiek.
Wilt u zo vriendelijk zijn bij beantwoording van deze brief zaaknummer 2014/06921 te vermelden?
Hieronder vallen niet alleen daklozen maar ook thuislozen en mensen met ‘verborgen’
huisvestingsproblematiek (zij staan wel op een adres ingeschreven maar verblijven hier niet of
dreigen deze huisvesting te verliezen). Thuislozen en mensen met ‘verborgen’
huisvestingsproblematiek komen helaas niet in aanmerking voor een plek in de maatschappelijke
opvang (zie ook het antwoord op vraag 6).
Het Leger des Heils geeft aan dat het over het algemeen minimaal voorkomt dat dakloze mensen uit
Hellevoetsluis in Spijkenisse zwerven. Op dit moment zijn er vanuit het veldwerk van het
Leger des Heils echter wel drie mensen bekend die in Spijkenisse zwerven en van oorsprong uit
Hellevoetsluis komen.
5. Kan het college aangeven waar en onder welke omstandigheden deze niet-geregistreerde
daklozen verblijven?
Over het algemeen geldt dat thuislozen van adres naar adres ‘hoppen’ (bij vrienden, familie,
kennissen of tijdelijke huur) en/of - zeker in de zomermaanden - op een camping, in een tent of in een
caravan verblijven. Dit geldt ook voor mensen die officieel wel op een adres ingeschreven staan maar
daar in de praktijk niet verblijven. Onder de groep mensen met ‘verborgen’ huisvestingsproblematiek
bevinden zich tevens mensen die noodgedwongen nog bij hun ex-partner verblijven en omdat zij
geen andere huisvesting kunnen vinden.
6. Vindt het college het aanvaardbaar als sommigen van hen op straat, in een tentje of in een
garagebox moeten verblijven?
Zoals eerder gesteld zijn er schrijnende situaties, waar wij vanuit de Hellevoetse netwerken de
hulpverlening bieden die nodig en mogelijk is.
Juridisch gezien wordt er door de centrumgemeente onderscheid gemaakt tussen dak- en thuislozen.
Daklozen hebben geen vast verblijfadres en geen structureel onderdak. De centrumgemeente draagt
verantwoordelijkheid voor daklozen; zij komen in aanmerking voor een plek in de maatschappelijke
opvang en voor een WWB-uitkering vanuit Spijkenisse.
Een thuisloze heeft geen vast adres om te verblijven maar wel structureel onderdak. Dit is het geval
in de situaties dat een persoon een verblijfplaats als een woning (bij vrienden of familie), auto, boot
of caravan op een vaste plaats heeft, waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de
meeste malen zal overnachten. Zij komen niet in aanmerking voor een plek in de maatschappelijke
opvang. Eerst wanneer iemand aantoonbaar dakloos is, kan hij zich inschrijven voor een plek in de
maatschappelijke opvang.
De gemeente waar een thuisloze feitelijk verblijft, is verantwoordelijk voor het bieden van
hulpverlening. Deze hulpverlening wordt in Hellevoetsluis vanuit de zorgnetwerken (LZN, LTHG)
geboden. Hierbij wordt altijd ook de problematiek rondom huisvesting betrokken. Het blijkt echter door
diverse omstandigheden vaak lastig om hier een adequate oplossing voor te vinden (o.a. gebrek aan
inkomen, schulden, betalingsachterstanden, geen verklaring van goed huurderschap kunnen
overleggen, etc.). Binnen de heersende wet- en regelgeving doen wij wat we kunnen.
7. Onze fractie heeft signalen waargenomen dat de centrumgemeente Spijkenisse onvoldoende
opvangplekken heeft voor dakloze Hellevoeters, waardoor onder meer kinderen van hun
ouders worden gescheiden omdat zij niet tegelijk in opvang kunnen. Kan het college
bevestigen dat deze waarnemingen kloppen?
Het is bekend dat er een wachtlijst is voor de maatschappelijke opvang. Dit geldt echter voor het
geheel van de Zuid-Hollandse Eilanden, er wordt geen onderscheid gemaakt tussen mensen uit
Spijkenisse of een van de andere gemeenten. Noch de gemeente Spijkenisse, noch de betrokken
aanbieders herkennen het beeld dat kinderen van hun ouders worden gescheiden omdat er geen
plek is in de opvang. Zij geven aan dat dit in zijn geheel niet speelt.
8. Wat is het college voornemens te doen om ervoor te zorgen dat er voldoende menswaardige
opvang is voor de Hellevoetse daklozen?
De gemeenteraad van de centrumgemeente Spijkenisse is formeel verantwoordelijk voor
besluitvorming over en financiering van de maatschappelijke opvang. De verantwoordelijk wethouder
van de gemeente Hellevoetsluis neemt namens de gemeenten op Voorne-Putten deel aan de
bestuurlijke stuurgroep OGGZ+ welke wordt voorgezeten door centrumgemeente Spijkenisse.
Het capaciteitsvraagstuk binnen de maatschappelijke opvang is hier regelmatig onderwerp van
gesprek.
Wilt u zo vriendelijk zijn bij beantwoording van deze brief zaaknummer 2014/06921 te vermelden?
In De Boeg zijn momenteel in totaal 20 plekken en in De Opstap 26 plekken beschikbaar. In het
laatste kwartaal van 2014 wordt het huidige pand van De Boeg vernieuwd. In tegenstelling tot
eerdere berichtgeving is het financieel haalbaar gebleken om een uitbreiding te realiseren van de
huidige capaciteit met 4 plekken, tot een totaal van 24 plekken. Deze uitbreiding is haalbaar omdat
het tegen relatief geringe meerkosten gerealiseerd kan worden. De verwachting is dat met deze
uitbreiding de druk op de wachtlijst afneemt.
Daarnaast is centrumgemeente Spijkenisse gestart met een pilot om de uitstroom van bewoners van
De Boeg en De Opstap te versnellen. Afhankelijk van de resultaten van deze pilot kan deze
werkwijze mogelijk worden uitgebreid naar andere gemeenten op de Zuid-Hollandse Eilanden.
Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis,
de secretaris,
de burgemeester,
J.C. Simons
mr. F.D. van Heijningen.
Wilt u zo vriendelijk zijn bij beantwoording van deze brief zaaknummer 2014/06921 te vermelden?