Schoolondersteuningsprofielen Christiaan Huygens College Rachmaninowlaan Plaats: Eindhoven Schooljaar: 2014-2015 Ingevuld door: Astrid van der Knaap Datum: 30 maart 2014 Inhoud SOVA training .............................................................................................................................. 3 Ondersteuning bij psychische problemen. ........................................................................................ 5 Muzikale therapie ......................................................................................................................... 7 Huiswerkbegeleiding door AB ......................................................................................................... 9 Remedial Teaching ...................................................................................................................... 11 Interne begeleiding ..................................................................................................................... 13 Ambulante Begeleiding ............................................................................................................... 15 2 Naam ondersteuningsvoorziening: SOVA training Inleiding: Sociale vaardigheids training. Doel van deze training is om de leerlingen sociale vaardigheden aan te leren die hen in staat stellen op een betere manier contacten aan te gaan met leeftijdsgenoten. Beschrijving en inrichting van de ondersteuningsvoorziening: 1. A. Wat zijn de onderwijsactiviteiten voor de leerling? Leerlingen volgen een regulier programma met havo en vwo als uitstroomprofiel. In voorkomende gevallen is er een arrangement met een andere V(S)O-school, of volgt een leerling onderwijs vanuit thuis m.b.v. een webchair. B. Wat zijn de onderwijskenmerken en specifieke begeleidingsactiviteiten? Bedoeld voor leerlingen die dusdanig gebrekkige sociale vaardigheden hebben dat deze niet overeenkomen met het niveau wat eigenlijk bij hun leeftijd past. Dit belemmert hen in hun ontwikkeling. De ondersteuning wordt gegeven door SOVA-trainer die de leerlingen in een aantal bijeenkomsten, met behulp van opdrachten en groepsgesprekken, sociale vaardigheden aanleert. 2. Voor leerlingen met welke kenmerken? Voor leerlingen die veel minder sociale vaardigheden bezitten dan hun leeftijdgenoten. Voor bovenstaande leerlingen geldt dat zij aan de volgende voorwaarden moeten voldoen: Leerlingen dienen het juiste niveau en capaciteiten te hebben om voor één van de uitstroomprofielen een diploma te behalen. Leerlingen dienen in staat te zijn de geldende schoolregels na te leven. Leerlingen moeten in staat zijn zonder aanpassingen in het gebouw te functioneren. Leerlingen dienen leerbaar te zijn en dienen op basis van de aangeboden onderwijsactiviteiten en begeleiding zichtbare progressie te kunnen boeken. 3. Welke competenties/kwaliteiten van personeel worden ingezet? Een docent met als specialisatie SOVA-training geeft aan bij mentoren welke kinderen(kenmerken) in aanmerking kunnen komen voor SOVA-training. Indien bij leerlingen deze kenmerken gesignaleerd worden kan een kind geselecteerd en benaderd worden. Indien het kind en ouders er open voor staan kan de training van start gaan. 4. Welke specifieke materialen worden ingezet? Materialen voor de uitvoering van bepaalde opdrachten. 5. Op welke wijze is de ondersteuningsvoorziening gehuisvest? De SOVA-training vindt plaats in een vaste lokaal. 3 6. Wat is de capaciteit van de voorziening Een maximum aantal van 8 leerlingen op jaarbasis. 7. Op welke wijze wordt meetbaar bijgedragen aan het onderwijs van de leerling in het kader van het ontwikkelingsperspectief? Door het verkrijgen van een overgangsbewijs naar het volgende leerjaar en uiteindelijk het behalen van het diploma. Monitoring gebeurt op basis van gesprekken tussen begeleiding en leerling en ouders en signalen uit rapportvergaderingen. In deze regelmatige evaluaties wordt vastgesteld of de beschreven (korte termijn)doelen gehaald worden. 8. Op welke wijze vindt hiervan evaluatie plaats? In de vorm van voortgang/terugkom gesprekkenen met alle betrokken personen. 9. Hoeveel personeel/materieel wordt ingezet en wat zijn de kosten hiervan? 1 SOVA-trainer voor 70 klokuren. Geen materiële kosten. 10. Vanuit welke middelen worden deze kosten gefinancierd? Vanuit lumpsum. 11. Op welke wijze wordt de kwaliteit geborgd in het kader van de beoogde werking van de ondersteuningsvoorziening? Inzet van de PDCA-cyclus. Evaluatie met zorgcoordinator. 4 Naam ondersteuningsvoorziening: Ondersteuning bij psychische problemen. Inleiding: De schoolpsycholoog kan worden ingeschakeld bij problemen die niet direkt op leergebied liggen maar andere oorzaken hebben. De ondersteuning is preventief bedoeld. Eventueel wordt door verwezen naar een externe hulpverlener. Beschrijving en inrichting van de ondersteuningsvoorziening: 1. A. Wat zijn de onderwijsactiviteiten voor de leerling? Leerlingen volgen een regulier programma met havo en vwo als uitstroomprofiel. In voorkomende gevallen is er een arrangement met een andere V(S)O-school, of volgt een leerling onderwijs vanuit thuis m.b.v. een webchair. B. Wat zijn de onderwijskenmerken en specifieke begeleidingsactiviteiten? Reguliere onderwijssetting, waarbij de docenten zijn geïnformeerd over specifieke kenmerken van de leerling t.b.v. een succesvolle aanpak. De schoolpsycholoog geeft ondersteuning bij problemen die niet op leergebied liggen. 2. Voor leerlingen met welke kenmerken ? Voor leerlingen met psychische problemen. Voor bovenstaande leerlingen geldt dat zij aan de volgende voorwaarden moeten voldoen: Leerlingen dienen het juiste niveau en capaciteiten te hebben om voor één van de uitstroomprofielen een diploma te behalen. Leerlingen dienen in staat te zijn de geldende schoolregels na te leven. Leerlingen moeten in staat zijn zonder aanpassingen in het gebouw te functioneren. Leerlingen dienen leerbaar te zijn en dienen op basis van de aangeboden onderwijsactiviteiten en begeleiding zichtbare progressie te kunnen boeken. 3. Welke competenties/kwaliteiten van personeel worden ingezet? Docenten zijn op de hoogte van de specifieke kenmerken van de verschillende psychische problemen en geven aan als er vermoeden is van een probleem bij een leerling. 4. Welke specifieke materialen worden ingezet? Geen specifieke materialen. 5. Op welke wijze is de ondersteuningsvoorziening gehuisvest? De schoolpsycholoog heeft een eigen ruimte om leerlingen te ontvangen. 6. Wat is de capaciteit van de voorziening Leerlingen hebben recht op 5x een bezoek aan de schoolpsycholoog in een jaar indien hier aanleiding toe is. Mocht er op een bepaald moment geen plek zijn worden leerlingen op een wachtlijst geplaatst. 5 7. Op welke wijze wordt meetbaar bijgedragen aan het onderwijs van de leerling in het kader van het ontwikkelingsperspectief? Door het verkrijgen van een overgangsbewijs naar het volgende leerjaar en uiteindelijk het behalen van het diploma. 8. Op welke wijze vindt hiervan evaluatie plaats? Tijdens overleg van afdelingshoofd en schoolpsycholoog en tijdens rapportbesprekingen wordt besproken of de inzet van schoolpsycholoog voldoende resultaat heeft op geleverd. 9. Hoeveel personeel/materieel wordt ingezet en wat zijn de kosten hiervan? 1 persoon op freelance basis . Kosten gemiddeld € 12.000 per schooljaar. 10. Vanuit welke middelen worden deze kosten gefinancierd? Indien verschillende geldstromen hiervoor worden ingezet, geef hiervan een specificatie . Lumpsum en vrijwillige ouderbijdrage. 11. Op welke wijze wordt de kwaliteit geborgd in het kader van de beoogde werking van de ondersteuningsvoorziening? Door regelmatige evaluaties van schoolpsycholoog met adjunct-directeur, afdelingshoofden en zorgcoordinator. 6 Naam ondersteuningsvoorziening: Muzikale therapie Inleiding: Ondersteuning door een muziektherapeut voor leerlingen met een specifieke hulpvraag op het gebied van het vergroten van zelfvertrouwen, beter communiceren, ontspanning of juist in beweging brengen. Beschrijving en inrichting van de ondersteuningsvoorziening: 1. A. Wat zijn de onderwijsactiviteiten voor de leerling? Leerlingen volgen een regulier programma met havo en vwo als uitstroomprofiel. In voorkomende gevallen is er een arrangement met een andere V(S)O-school, of volgt een leerling onderwijs vanuit thuis m.b.v. een webchair. B. Wat zijn de onderwijskenmerken en specifieke begeleidingsactiviteiten? Reguliere onderwijssetting, waarbij de docenten zijn geïnformeerd over specifieke kenmerken van de leerling t.b.v. een succesvolle aanpak. Ondersteuning door muziektherapeut met behulp van instrumenten en muziek voor leerlingen met een specifieke hulpvraag op het gebied van het vergroten van zelfvertrouwen, beter communiceren, ontspanning of juist in beweging brengen. 2. Voor leerlingen met welke kenmerken ? Voor leerlingen met een specifieke hulpvraag op het gebied van het vergroten van zelfvertrouwen, beter communiceren, ontspanning of juist in beweging brengen. Voor bovenstaande leerlingen geldt dat zij aan de volgende voorwaarden moeten voldoen: Leerlingen dienen het juiste niveau en capaciteiten te hebben om voor één van de uitstroomprofielen een diploma te behalen. Leerlingen dienen in staat te zijn de geldende schoolregels na te leven. Leerlingen moeten in staat zijn zonder aanpassingen in het gebouw te functioneren. Leerlingen dienen leerbaar te zijn en dienen op basis van de aangeboden onderwijsactiviteiten en begeleiding zichtbare progressie te kunnen boeken 3. Welke competenties/kwaliteiten van personeel worden ingezet? Een docent met als specialisatie muzikale therapie geeft aan bij mentoren welke kinderen (met bepaalde kenmerken) in aanmerking komen voor muzikale therapie. Na het herkennen van kenmerken worden leerlingen geselecteerd en benaderd. Indien het kind en ouders er open voor staan kan de therapie van start gaan. 4. Welke specifieke materialen worden ingezet? Muziekinstrumenten. 5. Op welke wijze is de ondersteuningsvoorziening gehuisvest? De muzikale therapie vindt plaats in een vaste ruimte. 7 6. Wat is de capaciteit van de voorziening ? Een maximum aantal van 4 leerlingen op jaarbasis. 7. Op welke wijze wordt meetbaar bijgedragen aan het onderwijs van de leerling in het kader van het ontwikkelingsperspectief? Door het verkrijgen van een overgangsbewijs naar het volgende leerjaar en uiteindelijk het behalen van het diploma. Monitoren gebeurt op basis van gesprekken tussen begeleiding en leerling en ouders en signalen uit rapportvergaderingen. In deze regelmatige evaluaties wordt vastgesteld of de beschreven (korte termijn)doelen gehaald worden. 8. Op welke wijze vindt hiervan evaluatie plaats? In de vorm van voortgangsgesprekken met alle betrokken personen. Indien op enig moment wordt vastgesteld dat op basis van de bereikte successen de begeleiding kan afnemen of kan eindigen wordt dat traject ingezet. 9. Hoeveel personeel/materieel wordt ingezet en wat zijn de kosten hiervan? Een docent heeft hiervoor als therapeut 80 klokuren. 10. Vanuit welke middelen worden deze kosten gefinancierd? Vanuit de lumpsum. 11. Op welke wijze wordt de kwaliteit geborgd in het kader van de beoogde werking van de ondersteuningsvoorziening? Inzet van de PDCA-cyclus. Evaluatie met zorgcoordinator. 8 Naam ondersteuningsvoorziening: Huiswerkbegeleiding door AB Inleiding: Ondersteuning van ambulante begeleiders bij het maken van het huiswerk voor leerlingen met een gedragsstoornis (autisme, AD(H)D) Beschrijving en inrichting van de ondersteuningsvoorziening: 1. A. Wat zijn de onderwijsactiviteiten voor de leerling? Leerlingen volgen een regulier programma met havo en vwo als uitstroomprofiel. In voorkomende gevallen is er een arrangement met een andere V(S)O-school, of volgt een leerling onderwijs vanuit thuis m.b.v. een webchair. B. Wat zijn de onderwijskenmerken en specifieke begeleidingsactiviteiten? Reguliere onderwijssetting, waarbij de docenten zijn geïnformeerd over specifieke kenmerken van de leerling t.b.v. een succesvolle aanpak. Ondersteuning bij agendabeheer , plannen, structuren en organiseren van schoolse zaken. 2. Voor leerlingen met welke kenmerken? a. Voor leerlingen met een diagnose die moeite hebben met agendabeheer, plannen, structureren en organiseren b. Voor leerlingen waarbij een vermoeden is van een stoornis zodanig dat aan het RSV een aanvraag wordt ingediend voor ondersteuning. Afhankelijk van de binnen het RSV afgesproken procedures zal hiervoor een advies t.b.v. plaatsing in deze ondersteuningsvoorziening worden ingewonnen bij de PCL . Voor bovenstaande leerlingen geldt dat zij de volgende voorwaarden moeten voldoen: Leerlingen dienen het juiste niveau en capaciteiten te hebben om voor één van de uitstroomprofielen een diploma te behalen. Leerlingen dienen in staat te zijn de geldende schoolregels na te leven. Leerlingen moeten in staat zijn zonder aanpassingen in het gebouw te functioneren. Leerlingen dienen leerbaar te zijn en dienen op basis van de aangeboden onderwijsactiviteiten en begeleiding zichtbare progressie te kunnen boeken. 3. Welke competenties/kwaliteiten van personeel worden ingezet? Docenten zijn op de hoogte van de kenmerken van de beperking van de leerlingen weten hoe ze het beste met deze kenmerken om kunnen gaan. Ambulant begeleiders zijn opgeleid om de beperking te signaleren, analyseren en hier mee aan de slag te gaan. 4. Welke specifieke materialen worden ingezet? Planagenda (indien nodig). Digitale middelen. 5. Op welke wijze is de ondersteuningsvoorziening gehuisvest? De huiswerkbegeleiding beschikt over een eigen ruimte. 9 6. Wat is de capaciteit van de voorziening Een maximum aantal van 8 leerlingen op jaarbasis: bij deze groep start de begeleiding zodra de diagnose bekend is en de financiering geregeld. 7. Op welke wijze wordt meetbaar bijgedragen aan het onderwijs van de leerling in het kader van het ontwikkelingsperspectief? Door het verkrijgen van een overgangsbewijs naar het volgende leerjaar en uiteindelijk het behalen van het diploma. Monitoring gebeurt op basis van gesprekken tussen interne begeleiding, ambulante begeleiding, leerling en ouders en signalen uit rapportvergaderingen. In deze regelmatige evaluaties wordt vastgesteld of de beschreven (korte termijn) doelen gehaald worden. 8. Op welke wijze vindt hiervan evaluatie plaats? In de vorm van voortgangsgesprekken met alle betrokken personen. Indien op enig moment wordt vastgesteld dat op basis van de bereikte successen de begeleiding kan afnemen of kan eindigen wordt dat traject ingezet. 9. Hoeveel personeel/materieel wordt ingezet en wat zijn de kosten hiervan? 4 uur gefinancierd vanuit het ambulante deel van de LGF gelden 10. Vanuit welke middelen worden deze kosten gefinancierd? Indien verschillende geldstromen hiervoor worden ingezet, geef hiervan een specificatie . Vanuit het ambulante deel van de LGF gelden 11. Op welke wijze wordt de kwaliteit geborgd in het kader van de beoogde werking van de ondersteuningsvoorziening? Inzet van de PDCA-cyclus. Evaluatie met zorgcoördinator. 10 Naam ondersteuningsvoorziening: Remedial Teaching Inleiding: Ondersteuning op het gebied van leerproblemen, zowel algemeen als vakspecifiek. Beschrijving en inrichting van de ondersteuningsvoorziening: 1. A. Wat zijn de onderwijsactiviteiten voor de leerling? Leerlingen volgen een regulier programma met havo en vwo als uitstroomprofiel. In voorkomende gevallen is er een arrangement met een andere V(S)O-school, of volgt een leerling onderwijs vanuit thuis m.b.v. een webchair. B. Wat zijn de onderwijskenmerken en specifieke begeleidingsactiviteiten? Reguliere onderwijssetting, waarbij de docenten zijn geïnformeerd over specifieke kenmerken van de leerling t.b.v. een succesvolle aanpak. De RT-er geeft ondersteuning bij leerproblemen m.b.v. verschillende methoden. 2. Voor leerlingen met welke kenmerken ? Voor leerlingen met leerproblemen. Voor bovenstaande leerlingen geldt dat zij aan de volgende voorwaarden moeten voldoen: Leerlingen dienen het juiste niveau en capaciteiten te hebben om voor één van de uitstroomprofielen een diploma te behalen. Leerlingen dienen in staat te zijn de geldende schoolregels na te leven. Leerlingen moeten in staat zijn zonder aanpassingen in het gebouw te functioneren. Leerlingen dienen leerbaar te zijn en dienen op basis van de aangeboden onderwijsactiviteiten en begeleiding zichtbare progressie te kunnen boeken. 3. Welke competenties/kwaliteiten van personeel worden ingezet? Docenten zijn op de hoogte van de specifieke kenmerken van de verschillende leerproblemen en geven aan als er vermoeden is van een leerprobleem bij een leerling. 4. Welke specifieke materialen worden ingezet? Digitale middelen (bv WRTS) 5. Op welke wijze is de ondersteuningsvoorziening gehuisvest? De RT heeft een eigen ruimte om leerlingen te ontvangen. 6. Wat is de capaciteit van de voorziening Leerlingen hebben recht op 5x RT in een jaar indien hier aanleiding toe is. Mocht er op een bepaald moment geen plek zijn worden leerlingen op een wachtlijst geplaatst. 7. Op welke wijze wordt meetbaar bijgedragen aan het onderwijs van de leerling in het kader van het ontwikkelingsperspectief? 11 Door het verkrijgen van een overgangsbewijs naar het volgende leerjaar en uiteindelijk het behalen van het diploma. 8. Op welke wijze vindt hiervan evaluatie plaats? Tijdens rapportbesprekingen wordt besproken of de inzet van RT voldoende resultaat heeft op geleverd. 9. Hoeveel personeel/materieel wordt ingezet en wat zijn de kosten hiervan? Twee personen, van wie één freelance en één docent in vaste dienst. De docent heeft 415 klokuren, de freelancer kost gemiddeld € 25.000 per schooljaar. 10. Vanuit welke middelen worden deze kosten gefinancierd? Indien verschillende geldstromen hiervoor worden ingezet, geef hiervan een specificatie. Vrijwillige ouderbijdrage, LGF budgetten en lumpsum. 11. Op welke wijze wordt de kwaliteit geborgd in het kader van de beoogde werking van de ondersteuningsvoorziening? Door regelmatige evaluaties van RT-ers met adjunct-directeur, afdelingshoofden en zorgcoördinator. 12 Naam ondersteuningsvoorziening: Interne begeleiding Inleiding: Ondersteuning door docent of RT-er bij het behalen van het ontwikkelingsperspectief voor leerlingen met een gedragsstoornis (autisme, AD(H)D), slechthorende leerlingen, langdurig of chronisch zieke kinderen of kinderen met een lichamelijke handicap. Beschrijving en inrichting van de ondersteuningsvoorziening: 1. A. Wat zijn de onderwijsactiviteiten voor de leerling? Leerlingen volgen een regulier programma met havo en vwo als uitstroomprofiel. In voorkomende gevallen is er een arrangement met een andere V(S)O-school, of volgt een leerling onderwijs vanuit thuis m.b.v. een webchair. B. Wat zijn de onderwijskenmerken en specifieke begeleidingsactiviteiten? Reguliere onderwijssetting, waarbij de docenten zijn geïnformeerd over specifieke kenmerken van de leerling t.b.v. een succesvolle aanpak. Naar behoefte ondersteuning van een intern begeleider of RT-er. 2. Voor leerlingen met welke kenmerken ? c. Voor leerlingen met een diagnose, langdurig zieke kinderen of lichamelijk gehandicapte kinderen. d. Voor leerlingen waarbij een vermoeden is van een stoornis zodanig dat aan het RSV een aanvraag wordt ingediend voor ondersteuning. Afhankelijk van de binnen het RSV afgesproken procedures zal hiervoor een advies t.b.v. plaatsing in deze ondersteuningsvoorziening worden ingewonnen bij de PCL . Voor bovenstaande leerlingen geldt dat zij de volgende voorwaarden moeten voldoen: Leerlingen dienen het juiste niveau en capaciteiten te hebben om voor één van de uitstroomprofielen een diploma te behalen. Leerlingen dienen in staat te zijn de geldende schoolregels na te leven. Leerlingen moeten in staat zijn zonder aanpassingen in het gebouw te functioneren. Leerlingen dienen leerbaar te zijn en dienen op basis van de aangeboden onderwijsactiviteiten en begeleiding zichtbare progressie te kunnen boeken. 3. Welke competenties/kwaliteiten van personeel worden ingezet? Voor de interne begeleiding wordt een beroep gedaan op een docent met expertise op dit gebied of wordt een beroep gedaan op een RT-er . De begeleider is verantwoordelijk voor de begeleiding van de leerling. Dit houdt in dat hij/zij gesprekken met de leerling heeft, handelingsplannen schrijft en bij overleggen aanwezig is. 4. Welke specifieke materialen worden ingezet? Bij slechthorendheid: solo-apparatuur. Bij langdurig/chronisch ziek: webchair. RT: digitale middelen. Er is een orthotheek op school aanwezig. Deze materialen kunnen indien nodig 13 worden ingezet. 5. Op welke wijze is de ondersteuningsvoorziening gehuisvest? Voor reguliere interne begeleiding is er, zo nodig, de beschikking over een gespreksruimte. RT beschikt over een eigen ruimte. 6. Wat is de capaciteit van de voorziening Een maximum aantal van 24 leerlingen op jaarbasis: bij deze groep start de begeleiding zodra de diagnose bekend is en de financiering geregeld. In de meeste gevallen gaat het om begeleiding op jaarbasis. 7. Op welke wijze wordt meetbaar bijgedragen aan het onderwijs van de leerling in het kader van het ontwikkelingsperspectief? Door het verkrijgen van een overgangsbewijs naar het volgende leerjaar en uiteindelijk het behalen van het diploma. Monitoring gebeurt op basis van gesprekken tussen begeleiding en leerling en ouders, en signalen uit rapportvergaderingen. In deze regelmatige evaluaties wordt vastgesteld of de beschreven (korte termijn)doelen gehaald worden. 8. Op welke wijze vindt hiervan evaluatie plaats? In de vorm van voortgangsgesprekken met alle betrokken personen. Indien op enig moment wordt vastgesteld dat op basis van de bereikte successen de begeleiding kan afnemen of kan eindigen wordt dat traject ingezet. 9. Hoeveel personeel/materieel wordt ingezet en wat zijn de kosten hiervan? Wij hebben 24 LGF leerlingen, die op maat begeleiding krijgen van interne begeleiders of RT-er. De onderwijs- en ondersteuningsactiviteiten lopen vaak door elkaar en de aard en zwaarte van de hulpvraag van de leerling speelt ook een rol. De ene leerling vraagt meer ondersteuning dan de andere, waardoor het budget niet altijd evenredig loopt. Daarnaast ondersteunen wij leerlingen die een hulpvraag hebben en (nog) geen LGF gelden. Wij hebben in schooljaar 2013-2014 een totaal bedrag van € 77.358 ontvangen voor 24 LGF leerlingen. Daarnaast begeleidt de RT-er een aantal leerlingen uit de RZB gelden. 10. Vanuit welke middelen worden deze kosten gefinancierd? Vanuit de LGF budgetten en RZB gelden. Daarnaast wordt er ieder jaar naar behoefte geld ingezet vanuit de ouderbijdrage en de lumpsum. €77.358 uit de LGF gelden, €8960 uit de RZB gelden. 11. Op welke wijze wordt de kwaliteit geborgd in het kader van de beoogde werking van de ondersteuningsvoorziening? Inzet van de PDCA-cyclus. Evaluatie met zorgcoördinator. 14 Naam ondersteuningsvoorziening: Ambulante Begeleiding Inleiding: Ondersteuning door een externe ambulant begeleider van Triade /Berkenschutse/SSOE bij het behalen van het ontwikkelingsperspectief voor leerlingen met een gedragsstoornis (autisme, AD(H)D), slechthorende leerlingen en langdurig of chronisch zieke kinderen of kinderen met een lichamelijke handicap. Ambulante begeleiding wordt ingezet om leerling individueel te ondersteunen en om het team te professionaliseren in de aanpak van leerlingen met een beperking. Beschrijving en inrichting van de ondersteuningsvoorziening: 1. A. Wat zijn de onderwijsactiviteiten voor de leerling? Leerlingen volgen een regulier programma met havo en vwo als uitstroomprofiel. In voorkomende gevallen is er een arrangement met een andere V(S)O-school, of volgt een leerling onderwijs vanuit thuis m.b.v. een webchair. B. Wat zijn de onderwijskenmerken en specifieke begeleidingsactiviteiten? Reguliere onderwijssetting, waarbij de docenten zijn geïnformeerd over specifieke kenmerken van de leerling t.b.v. een succesvolle aanpak. Naar behoefte inzet van ambulant begeleider om de intern begeleider te ondersteunen wanneer deze vast loopt. 2. Voor leerlingen met welke kenmerken ? e. Voor leerlingen met een diagnose, langdurig zieke kinderen of gehandicapte kinderen. f. Voor leerlingen waarbij een vermoeden is van een stoornis zodanig dat aan het RSV een aanvraag wordt ingediend voor ondersteuning . Afhankelijk van de binnen het RSV afgesproken procedures zal hiervoor een advies t.b.v. plaatsing in deze ondersteuningsvoorziening worden ingewonnen bij de PCL . Voor bovenstaande leerlingen geldt dat zij aan de volgende voorwaarden moeten voldoen: Leerlingen dienen het juiste niveau en capaciteiten te hebben om voor één van de uitstroomprofielen een diploma te behalen. Leerlingen dienen in staat te zijn de geldende schoolregels na te leven. Leerlingen moeten in staat zijn zonder aanpassingen in het gebouw te functioneren. Leerlingen dienen leerbaar te zijn en dienen op basis van de aangeboden onderwijsactiviteiten en begeleiding zichtbare progressie te kunnen boeken. 3. Welke competenties/kwaliteiten van personeel worden ingezet? Docenten zijn op de hoogte van de specifieke kenmerken van de beperking en nemen indien nodig contact op over de betreffende leerling met de AB. Docenten staan open voor observaties en overleg van/met AB. 4. Welke specifieke materialen worden ingezet? Materialen uit de orthotheek. 15 5. Op welke wijze is de ondersteuningsvoorziening gehuisvest? De AB heeft geen eigen huisvesting. 6. Wat is de capaciteit van de voorziening Een maximum aantal van 24 leerlingen op jaarbasis: bij deze groep start de begeleiding zodra de diagnose bekend is en de financiering geregeld. In de meeste gevallen gaat het om begeleiding op jaarbasis. 7. Op welke wijze wordt meetbaar bijgedragen aan het onderwijs van de leerling in het kader van het ontwikkelingsperspectief? Door het verkrijgen van een overgangsbewijs naar het volgende leerjaar en uiteindelijk het behalen van het diploma. Monitoren gebeurt op basis van gesprekken tussen AB, begeleiding, leerling en ouders en signalen uit rapportvergaderingen. In deze regelmatige evaluaties wordt vastgesteld of de beschreven (korte termijn)doelen gehaald worden. 8. Op welke wijze vindt hiervan evaluatie plaats? In de vorm van voortgangsgesprekken met alle betrokken personen. Indien op enig moment wordt vastgesteld dat op basis van de bereikte successen de begeleiding kan afnemen of kan eindigen wordt dat traject ingezet. 9. Hoeveel personeel/materieel wordt ingezet en wat zijn de kosten hiervan? De AB is per leerling 38 uur per jaar aan de school verbonden. Hiervan worden 4 uren per week besteed aan huiswerkbegeleiding. De overige uren worden verdeeld over de zorgleerlingen. 10. Vanuit welke middelen worden deze kosten gefinancierd? Indien verschillende geldstromen hiervoor worden ingezet, geef hiervan een specificatie . De AB wordt gefinancierd uit de ambulante gelden van de rugzak. 11. Op welke wijze wordt de kwaliteit geborgd in het kader van de beoogde werking van de ondersteuningsvoorziening? Door regelmatige evaluaties/intervisies van AB met intern begeleiders en zorgcoördinator. 16
© Copyright 2024 ExpyDoc