Download als pdf - Commissariaat voor de Media

Besluit
Kenmerk: 623240/625374
Betreft: verzoek om openbaarmaking
Beschikking van het Commissariaat voor de Media betreffende het verzoek van RTL
Nederland B.V. om openbaarmaking op grond van de Wet openbaarheid van bestuur.
_________________________________________________________________________
A. Verzoek om openbaarmaking
1.
Bij brief van 29 januari 2014 heeft RTL Nederland B.V. (hierna: verzoeker) een
verzoek bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna: het
Ministerie van OCW) ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur
(hierna: de Wob). Er wordt gevraagd om openbaarmaking van de (nieuwe)
rapportages van het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) met
betrekking tot de banden tussen PowNed en WNL en de website GeenStijl en de
Telegraaf Media Groep.
2.
Daarnaast is verzocht om openbaarmaking van alle correspondentie over
bovenstaand onderwerp “van of aan belanghebbenden waaronder omroepen,
persorganen en media-organisaties”.
3.
Bij brief van 28 februari 2014, ontvangen door het Commissariaat op 4 maart 2014,
heeft het Ministerie van OCW het verzoek van verzoeker doorgestuurd naar het
Commissariaat op grond van artikel 4 van de Wob ter afhandeling van het
onderhavige verzoek.
4.
Bij brief van 11 maart 2014, kenmerk 623240/623739, heeft het Commissariaat de
ontvangst van het verzoek om informatie aan verzoeker bevestigd. Daarnaast heeft
het Commissariaat verzoeker meegedeeld dat, gelet op de omvang van het verzoek,
de beslissing met vier weken is verdaagd op grond van artikel 6, tweede lid, van de
Wob. Bovendien heeft het Commissariaat verzoeker op de hoogte gesteld dat de
termijn voor het geven van een beschikking op het onderhavige Wob-verzoek met drie
weken is opgeschort op grond van artikel 6, derde lid, van de Wob, om
belanghebbenden de gelegenheid te geven een zienswijze naar voren te brengen ten
aanzien van de openbaarmaking van de verzochte informatie.
5.
Bij twee brieven van 11 maart 2014 met kenmerken 623240/623749 en
623240/623774, heeft het Commissariaat respectievelijk WNL en PowNed verzocht
aan te geven of zij bezwaar hebben tegen openbaarmaking van de verzochte
informatie.
6.
Bij brief van 24 maart 2014 heeft WNL gemotiveerd aangegeven bezwaren te hebben
tegen openbaarmaking van de verzochte informatie.
7.
Bij e-mail van 26 maart 2014 heeft PowNed tevens verklaard bezwaren te hebben
tegen openbaarmaking van de verzochte informatie en verklaard de door WNL
gegeven zienswijze in dit verband te ondersteunen.
B. Relevante bepalingen
8.
Voor de relevante bepalingen wordt verwezen naar bijlage 1.
C. Zienswijze WNL en PowNed
9.
WNL maakt bezwaren tegen openbaarmaking van de verzochte informatie en stelt in
dit verband dat de betreffende informatie bedrijfsvertrouwelijk van aard is. WNL vindt
dat van openbaarmaking van de verzochte informatie in dit geval geheel moet worden
afgezien op grond van artikel 10, eerste lid, onder c en tweede lid van dit artikel onder
g van de Wob. Ter onderbouwing daarvan voert WNL aan dat uit de betreffende
informatie wetenschapswaardigheden kunnen worden afgeleid met betrekking tot het
productieproces van de programma’s van WNL. Daarnaast stelt WNL dat deze
documenten onder de reikwijdte van artikel 10, tweede lid, onder d, van de Wob
vallen. Nu het documenten betreft op grond waarvan het Commissariaat een
rapportage zal opstellen ten behoeve van besluitvorming door de staatssecretaris
OCW, zal het Commissariaat aan die toezichthoudende taak niet kunnen toekomen
indien deze documenten openbaar worden gemaakt.
10. Ten slotte maakt WNL ernstige bezwaren tegen gehele of gedeeltelijke
openbaarmaking van de notulen van de ledenraad of de raad van toezicht, die onder
de reikwijdte van het verzoek vallen, met beroep op artikel 11, eerste lid, van de Wob.
Volgens WNL zijn de betreffende documenten opgesteld ten behoeve van intern
beraad met de daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen van de
functionarissen van WNL. WNL geeft aan grote moeite te hebben met het feit dat de
meest gevoelige interne informatie binnen WNL nu bij het Commissariaat voor de
concurrenten van WNL toegankelijk dreigt te worden.
11. PowNed heeft aangegeven de hierboven genoemde bezwaren van WNL te
ondersteunen.
D. Overwegingen
12. De Wob kent als hoofdregel dat overheidsinformatie openbaar is, tenzij er
zwaarwegende redenen zijn die zich verzetten tegen openbaarmaking. De
uitzonderingsgronden en beperkingen op deze regel zijn in de Wob neergelegd. Dat
betekent dat het Commissariaat iedere keer voordat hij overheidsinformatie openbaar
maakt een oordeel moet geven of de uitzonderingsgronden en/of beperkingen op
deze hoofdregel zich voordoen.
-2-
Rapportages niet beschikbaar
13. Het Commissariaat heeft in maart 2013 twee rapportages inzake de banden tussen de
omroepverenigingen PowNed en WNL en de website GeenStijl en de
Telegraaf Media Groep uitgebracht aan de staatssecretaris. Deze rapportages zijn
tevens aan verzoeker verstrekt in het kader van een Wob-procedure. Verzoeker wenst
de (nieuwe) rapportages van het Commissariaat te ontvangen over dit onderwerp,
alsmede alle correspondentie over bovenstaand onderwerp “van of aan
belanghebbenden waaronder omroepen, persorganen en media-organisaties”.
14. Het Commissariaat stelt vast dat met betrekking tot de door verzoeker gewenste
(nieuwe) rapportages van het Commissariaat ten aanzien van de banden tussen
PowNed en WNL en de website GeenStijl en de Telegraaf Media Groep, zoals
hiervoor weergegeven in randnummer 1, er geen sprake is van een verzoek om
informatie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wob, nu deze rapportages nog
niet beschikbaar zijn.
15. Ingevolge artikel 3 in samenhang met artikel 1, onder a, van de Wob wordt een
verzoek om openbaarmaking op grond van deze wet ingewilligd indien dit verzoek
betrekking heeft op informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke
aangelegenheid. Het woord ‘informatie’ in de zin van de Wob heeft de specifieke
betekenis van gegevens, neergelegd in schriftelijke stukken en ander materiaal dat bij
de overheid berust. Verzoekers kunnen op grond van de bepalingen van de Wob
overheidsorganen niet verplichten gegevens, die zij niet te hunner beschikking
hebben, te vergaren, te bewerken of daarover stukken op te stellen (zie meer
daarover Nota van Toelichting, Stb. 1979, 590, blz. 3). Dit uitgangspunt is recentelijk
bevestigd in de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State
(hierna: de Afdeling) van 5 juni 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:CA2102). Uit deze uitspraak
blijkt dat de Wob slechts van toepassing is op informatie neergelegd in bestaande
documenten en dat de Wob geen verplichting bevat om gegevens te vervaardigen die
niet in bestaande documenten zijn neergelegd, ongeacht de mate van inspanning die
dat zou vergen.
16. Momenteel is het Commissariaat bezig met een onderzoek inzake de banden tussen
de media-instellingen PowNed en WNL en (onderdelen van) de Telegraaf Media
Groep. Op dit moment berusten er bij het Commissariaat dan ook geen rapportages
die bevindingen van het Commissariaat daarover bevatten.
17. Aangezien er geen documenten zijn waarin de door verzoeker gewenste informatie is
neergelegd en het Commissariaat op grond van de Wob evenmin gehouden is een
document op te maken of te laten maken, besluit het Commissariaat het in
randnummer 1 verwoorde verzoek af te wijzen. Daarom komt het Commissariaat ten
aanzien van de gevraagde rapportages niet toe aan een belangenafweging in de zin
van de artikelen 10 en 11 van de Wob.
-3-
Overige informatie
18. Met betrekking tot het verzoek van verzoeker voor het overige, is het Commissariaat
van oordeel dat er wel sprake is van een verzoek om informatie als bedoeld in artikel
3, eerste lid, van de Wob en dat verzoeker conform het tweede lid van dit artikel de
bestuurlijke aangelegenheid heeft vermeld waarover hij informatie wenst te
ontvangen.
19. Verzoeker heeft verzocht om “ex tunc te beslissen”, waarbij de ontvangstdatum van
zijn verzoek de einddatum van de periode is waarover RTL documenten in kopie wil
ontvangen.
20. In bijlage 2 bij dit besluit worden niet eerder gepubliceerde documenten genoemd, die
bij het Commissariaat berusten en die onder de reikwijdte van het onderhavige
verzoek vallen.
21. Het Commissariaat zal hierna aangeven of en in hoeverre er sprake is van informatie
die in het licht van de weigeringsgronden van de artikelen 10 en 11 van de Wob niet
zal worden verstrekt. In het geval een document (gedeeltelijk) niet openbaar wordt
gemaakt, is ook in bijlage 2 bij dat document verwezen naar de wettelijke grondslag
van de beslissing van het Commissariaat om de betreffende informatie niet openbaar
te maken.
Bedrijfs- en fabricagegevens (documenten 3, 5 en 19).
22. Ingevolge artikel 10, eerste lid, onder c, van de Wob blijft het verstrekken van (een
gedeelte van) de informatie achterwege voor zover dit bedrijfs- en fabricagegegevens
betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid
zijn meegedeeld. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak
van de Raad van State (hierna: de Afdeling) dient dit artikelonderdeel naar zijn aard
1
restrictief te worden uitgelegd . Van bedrijfs- en fabricagegegevens is slechts sprake
indien en voor zover uit die gegevens wetenswaardigheden kunnen worden afgelezen
of afgeleid met betrekking tot de technische bedrijfsvoering of het productieproces,
dan wel met betrekking tot de afzet van de producten of de kring van afnemers en
leveranciers. Eveneens volgt uit vaste jurisprudentie van de Afdeling dat ook
(financiële) gegevens, die uitsluitend de financiële bedrijfsvoering betreffen, maar ook
concurrentiegevoelige informatie die inzicht geeft in de bedrijfsvoering onder de
definitie van bedrijfs- en fabricagegegevens kunnen vallen, zie onder meer de
2
uitspraak van de Afdeling van 11 juli 2007 in zaak nr. 200608102/1 . In het kader van
de te maken belangenafweging bij openbaarmaking van die gegevens kan de
3
actualiteit van deze gegevens eveneens een rol spelen .
1
Onder meer de uitspraken van de Afdeling van 17 juli 2002, in zaak nr. 200103014/1, 29 april 2008, in de zaak nr. 200704972/1
en 16 maart 2011 in zaak nr. 20117168/1 (www.raadvanstate.nl).
2
Zie ook 6 juni 2012 in zaak nr. 201105493/1 en 16 maart 2011 in zaak nr. 201007168/1 (www.raadvanstate.nl).
3
Zie de uitspraak van de Afdeling van 8 oktober 2003 in zaak nr. 200302560/1 (www.raadvanstate.nl).
-4-
23. De in bijlage 2 onder 3, 5 en 19 genoemde documenten hebben betrekking op de
productieovereenkomsten die de hierbij betrokken media-instellingen hebben
afgesloten met derden. Deze stukken zijn opgesteld ten behoeve van het maken van
programma’s en omvatten gegevens over de contractduur van die relaties, de
mogelijkheid tot beëindiging ervan en de mogelijkheden om met andere
producenten/leveranciers samen te werken, alsmede over de uitvoering van de
benodigde werkzaamheden en welke prijs daarvoor specifiek is afgesproken. Dit zijn
gegevens waaruit wetenswaardigheden kunnen worden gelezen of afgeleid met
betrekking tot het productieproces en de kring van leveranciers van WNL en PowNed.
Nu deze stukken tevens inzicht geven in de kosten van de door WNL en PowNed
gemaakte programma’s, zijn die gegevens aan te merken als gegevens die de
bedrijfsvoering betreffen. Gezien het vorenstaande is het Commissariaat van oordeel
dat deze documenten onder de reikwijdte van artikel 10, eerste lid, onder c, van de
Wob vallen.
24. Het Commissariaat is derhalve van oordeel dat de in bijlage 2 onder 3, 5 en 19
genoemde documenten teveel vertrouwelijke bedrijfsgegevens bevatten om die met
weglating van die vertrouwelijke gegevens openbaar te kunnen maken. Deze
documenten worden daarom niet openbaar gemaakt op grond van artikel 10, eerste
lid, onder c, van de Wob.
Inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen
(documenten 2, 7, 8, 10 t/m15 en 18)
25. Bij de beoordeling door het Commissariaat of openbaarmaking van de genoemde
documenten achterwege dient te blijven, omdat het belang daarvan niet opweegt
tegen het belang van inspectie, controle en toezicht als bedoeld in artikel 10, tweede
lid, onder d, van de Wob, overweegt het Commissariaat als volgt.
26. Zoals bekend heeft de toenmalige minister van OCW, toen hij in 2009 aan WNL en
PowNed de gevraagde voorlopige erkenning toekende, het Commissariaat verzocht om
gedurende de erkenningperiode verscherpt toezicht te houden op deze media-instellingen
en daarover periodiek verslag uit te brengen aan de minister.
27. In dit kader heeft het Commissariaat informatie opgevraagd van WNL en PowNed.
WNL en PowNed mochten er hierbij van uitgaan dat de informatie die zij verstrekten,
vertrouwelijk zou worden behandeld. Als deze informatie integraal openbaar zou
worden gemaakt, zal dit naar verwachting tot ongewenst gevolg hebben dat onder
toezicht staande publieke media-instellingen in het algemeen en WNL en PowNed in
het bijzonder, in de toekomst meer terughoudend zullen worden met het verstrekken
van informatie wanneer zij zich in een dergelijke situatie bevinden.
28. Daarnaast loopt er nog een (nieuw) onderzoek bij het Commissariaat naar de banden
tussen PowNed en WNL en (delen van) de Telegraaf Media Groep, waarover het
Commissariaat de staatssecretaris zal rapporteren.
-5-
29. Hierbij meent het Commissariaat tevens waarde te mogen hechten aan het gegeven
dat wanneer het Commissariaat het onderzoek heeft afgerond, de
onderzoeksresultaten en andere stukken die aan het eindoordeel ten grondslag liggen
samengevat worden weergegeven in het eindoordeel van het Commissariaat. Actieve
of passieve openbaarmaking daarvan zal te zijner tijd worden beoordeeld aan de
hand van de Wob.
30. Het Commissariaat is op grond van het bovenstaande van oordeel dat in dit specifieke
geval het belang van inspectie, controle en toezicht door het Commissariaat opweegt
tegen het algemene belang bij openbaarmaking.
De in de bijlage onder 2, 7, 8, 10 t/m 15 en 18 genoemde documenten worden
daarom niet openbaar gemaakt op grond van artikel 10, tweede lid, onder d, van de
Wob.
Bedrijfsgegevens (documenten 1, 4, 6, 9, 16 en 17)
31. WNL en PowNed zijn van mening dat de opvraagbrieven van het Commissariaat,
zoals genoemd in de bijlage onder 1, 4, 6, 9, 16 en 17, vanwege de inhoudelijkheid
daarvan, gegevens bevatten die het productieproces van de hierbij betrokken mediainstellingen omschrijven. Op grond van artikel 10, eerste lid, onder c, van de Wob
dient openbaarmaking achterwege te blijven, aldus WNL en PowNed.
32. Het Commissariaat kan de betrokkenen hierin niet volgen wegens het volgende.
33. Naar het oordeel van het Commissariaat bevatten de opvraagbrieven van het
Commissariaat geen gegevens die het productieproces van WNL en/of PowNed
beschrijven of andere gegeven bevatten die onder artikel 10, eerste lid, onder c, van
de Wob, kunnen vallen. Met betrekking tot de in de bijlage onder 1, 4, 6 en 16
genoemde brieven stelt het Commissariaat vast dat daarmee slechts informatie, te
weten concrete contracten en de notulen van de ledenraad en de raad van toezicht
zijn opgevraagd, zonder dat het Commissariaat daar het productieproces van WNL en
PowNed in heeft omschreven. Ten aanzien van de in de bijlage onder 9 en 17
genoemde brieven, stelt het Commissariaat tevens vast dat deze documenten slechts
vragen van het Commissariaat bevatten die gesteld zijn aan de hierbij betrokken
media-instellingen in het kader van zijn toezichthoudende taak ten behoeve van de
vervolgrapportages aan de staatssecretaris.
34. Naar het oordeel van het Commissariaat valt niet in te zien waarom de betreffende
documenten onder de uitzonderingsgrond van artikel 10, eerste lid, onder c, van de
Wob kunnen vallen. Het Commissariaat is dan ook van oordeel dat deze documenten
in aanmerking komen voor (gedeeltelijke) openbaarmaking.
Persoonlijke levenssfeer
35. Ingevolge artikel 10, tweede lid, onder e, van de Wob, blijft het verstrekken van (een
gedeelte van) de informatie, vervat in documenten, achterwege indien het belang van
het verstrekken daarvan niet opweegt tegen het belang van de eerbiediging van de
persoonlijk levenssfeer.
-6-
36. De eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, zoals bedoeld in artikel 10,
tweede lid, onder e, van de Wob, ziet vooral op de vertrouwelijkheid van
persoonsgegevens. In de Wet bescherming persoonsgegevens wordt een
persoonsgegeven omschreven als elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of
identificeerbare natuurlijke persoon.
37. Het Commissariaat stelt vast dat de opvraagbrieven van het Commissariaat de
namen van de bij de bestuurlijke aangelegenheid betrokken personen – individuele
burgers – bevatten al dan niet in combinatie met hun handtekeningen. Dit brengt mee
dat bij openbaarmaking van de gevraagde informatie het belang van de bescherming
van de persoonlijke levenssfeer aan de orde is
(zie uitspraak ABRvS 23 februari 2011, LJN BP5456).
38. Bovendien geldt als algemene regel dat, wanneer informatie openbaar is gemaakt,
bijvoorbeeld in het kader van een Wob-verzoek, de bewuste informatie in principe
voor altijd openbaar blijft en dus voor iedereen toegankelijk is
(zie uitspraken ABRvS 25 april 2000, LJN AA5845 en ABRvS 25 april 2000, LJN
AA5815). Dit betekent dat bij openbaarmaking van de identiteit van de bij bestuurlijke
aangelegenheid betrokken personen deze niet alleen bekend wordt bij verzoeker,
maar dat die informatie hiermee tevens publiekelijk bekend wordt.
39. Het Commissariaat is van oordeel dat de openbaarmaking van persoonsgegevens in
casu niet opweegt tegen het belang van de eerbiediging van de persoonlijke
levenssfeer van de bij de bestuurlijke aangelegenheid betrokken personen, als
bedoeld in artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob (vgl. uitspraken
ABRvS 5 november 2008, LJN BG3399 en ABRvS 28 april 2010, LJN BM2629). Gelet
hierop besluit het Commissariaat de persoonlijke gegevens van de bij de bestuurlijke
aangelegenheid betrokken personen niet openbaar te maken.
40. In dit verband besluit het Commissariaat om de in de bijlage onder 1, 4, 6, 9, 16 en 17
genoemde documenten aan verzoeker te verstrekken met dien verstande dat alle
persoonsgegevens van bij de bestuurlijke aangelegenheid betrokken personen
worden weggelakt.
Moment verstrekken informatie
41. Het Commissariaat is van oordeel dat in het kader van de in acht te nemen
zorgvuldigheid, naast de mogelijkheid die enkele belanghebbenden is geboden om
voorafgaand aan het te nemen besluit een zienswijze in te dienen, tevens gevolg
moet worden gegeven aan het bepaalde in artikel 6, vijfde lid, van de Wob. Dit brengt
mee dat de openbaar te maken documenten eerst twee weken na bekendmaking van
dit besluit aan verzoeker zullen worden verstrekt.
Publicatie
42. Op grond van artikel 8 van de Wob besluit het Commissariaat de tekst van dit besluit
twee weken na bekendmaking daarvan op zijn website te publiceren. Het
Commissariaat ziet daartoe verder geen belemmering op grond van artikel 10 van de
Wob.
-7-
D. Besluit
43. Na afweging van alle betrokken belangen besluit het Commissariaat:
I.
II.
III.
gedeeltelijk tegemoet te komen aan het verzoek, zoals hiervoor weergegeven
in randnummers 22 tot en met 40, met dien verstande dat het verstrekken van
een deel van de door verzoeker gevraagde informatie achterwege blijft op
grond van de in de bijlagen telkens vermelde wetsartikelen;
de door verzoeker verlangde en naar het oordeel van het Commissariaat te
openbaren informatie, ingevolge artikel 7, eerste lid, onder a, van de Wob
over twee weken te verstrekken door een kopie ervan aan verzoeker te
geven;
de volledige tekst van dit besluit twee weken na bekendmaking daarvan op
zijn website te publiceren.
Hilversum, 15 april 2014
COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,
prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning
voorzitter
drs. Eric Eljon
commissaris
Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet
bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het
Commissariaat voor de Media, postbus 1426, 1200 BK te Hilversum.
-8-
Bijlage 1: Juridisch kader
Artikel 1 Wob
“In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. document: een bij een bestuursorgaan berustend schriftelijk stuk of ander materiaal dat
gegevens bevat;
b. bestuurlijke aangelegenheid: een aangelegenheid die betrekking heeft op beleid van een
bestuursorgaan, daaronder begrepen de voorbereiding en de uitvoering ervan;
(…)”
Artikel 2 Wob
“1. Een bestuursorgaan verstrekt bij de uitvoering van zijn taak, onverminderd het elders bij
wet bepaalde, informatie overeenkomstig deze wet en gaat daarbij uit van het algemeen
belang van openbaarheid van informatie.
(…)”
Artikel 3 Wob
“1. Een ieder kan een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke
aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een
bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf.
(…)
5. Een verzoek om informatie wordt ingewilligd met inachtneming van het bepaalde in de
artikelen 10 en 11.”
Artikel 6 Wob
“(…)
5. Indien het bestuursorgaan heeft besloten informatie te verstrekken, wordt de informatie
verstrekt tegelijk met de bekendmaking van het besluit, tenzij naar verwachting een
belanghebbende bezwaar daar tegen heeft, in welk geval de informatie niet eerder wordt
verstrekt dan twee weken nadat de beslissing is bekendgemaakt.
(…)”
Artikel 10 Wob
“1. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit:
(…)
c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen
vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld;
(…)
2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover
het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:
(…)
d. inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen;
e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;
(…)”
Artikel 11 van de Wob
“1. In geval van een verzoek om informatie uit documenten, opgesteld ten behoeve van intern
beraad, wordt geen informatie verstrekt over daarin opgenomen persoonlijke
beleidsopvattingen.(…)”
-9-
Bijlage 2: Bij het Commissariaat berustende documenten die
(gedeeltelijk) openbaar worden gemaakt
Overzicht documenten betreffende WNL die (gedeeltelijk) openbaar worden gemaakt
Nr. Datum
Kenmerk
Omschrijving
Openbaarmaking
1
19-12-2012 26346/2012015299 Opvraagbrief
Ja, met weglating van
persoonsgegevens (artikel 10,
tweede lid, sub e, van de Wob).
4
08-05-2013 26346/2013005127 Opvraagbrief
Ja, met weglating van
persoonsgegevens (artikel 10,
tweede lid, sub e, van de Wob).
6
20-06-2013 23573/2013008937 Opvraagbrief
Ja, met weglating van
persoonsgegevens (artikel 10,
tweede lid, sub e, van de Wob).
9
28-10-2013 590128/617080
Informatieverzoek
Ja, met weglating van
persoonsgegevens (artikel 10,
tweede lid, sub e, van de Wob).
Overzicht documenten betreffende PowNed die (gedeeltelijk) openbaar worden gemaakt
Nr. Datum
Kenmerk
Omschrijving
16
20-06-2013 23573/2013008938 Opvraagbrief
Ja, met weglating van
persoonsgegevens (artikel 10,
tweede lid, sub e, van de Wob).
17
28-10-2013 59013/617078
Informatieverzoek
Idem.
- 10 -