Gouden uren met verstandelijk gehandicapte in zijspan

VRIJDAG 23 MEI 2014
VRIJDAG 23 MEI 2014
De Estafette
De Estafette
In de portrettenserie De
Estafette laat de krant
zich van gesprek naar
gesprek sturen. Iedere
week geeft de
geïnterviewde het
estafettestokje door aan
iemand anders met een
bijzonder verhaal.
’Leuker dan een
tientje overmaken’
Leo Lubbers doet regelmatig mee aan
Jumboruns, waarbij een verstandelijk
gehandicapte in het zijspan meerijdt.
FOTO THE DAILY PHOTO/GWENDELYN LUIJK
Gouden uren met verstandelijk gehandicapte in zijspan
Gwendelyn Luijk
Akersloot/Velsen-Noord ✱ Wind
door de haren, vrijheid in de kop.
Dat gunt Leo Lubbers niet alleen
zichzelf, maar ook de (geestelijk)
gehandicapten die hij regelmatig
in zijspan met zijn motor mee laat
rijden. Tijdens zo’n Jumborun
neemt een colonne van tientallen
of zelfs honderden motorrijders
vaak de volledige populatie van een
tehuis op sleeptouw. De geboren en
getogen Velsen-Noorder heeft er
naar eigen schatting al zo’n 150 tot
200 van deze runs opzitten.
Een Jumborun is eigenlijk niet
meer dan een toerrit te motor.
,,Het zijn de cliënten, vaak kinderen, die het bijzonder maken’’, zegt
Leo. ,,Voor hen staat een motorrit
mijlenver buiten de gewone belevingswereld. Een rit die voor ons
normaal is, is voor hen een cadeautje.’’
Jumboruns kwamen op in de jaren
’60 en waren een tijdlang immens
populair onder motorrijders. De
eerste werd in ’62 gehouden in
Engeland. De rit naar de dierentuin gaf de runs hun naam. Leo
deed mee aan Jumboruns door heel
Nederland, België, Duitsland en
zelfs Zuid-Frankrijk. ,,Ik was een
jaar of twintig en had net mijn
eigen zijspan gebouwd toen ik een
advertentie zag in een motorblad:
deelnemers gevraagd. Ik maakte er
de afsluiter van mijn motorvakantie van. Sindsdien trekt Leo, die
met de hobby begon in geboortedorp Velsen-Noord en het in zijn
Paspoort
Naam:
Leo Lubbers
Leeftijd:
64 jaar
Is:
jumbo-rijder
Geeft het estafettestokje
door aan:
Joost Kok
huidige woonplaats Akersloot
voortzette, er drie tot vier keer per
jaar op uit. Vaak worden de hekken
van ’verboden gebieden’ voor de
colonne opengegooid. ,,We zijn
eens dwars door Utrecht, dus onder de Domtoren door, getrokken.
En zelf heb ik ooit een rit over het
terrein van Tata Steel georganiseerd.’’
Met name aan de runs in België
hield Leo mooie herinneringen
over. ,,Een echt circus’’, noemt hij
die. ,,We stonden wel met honderden motorrijders - of ’piloten’
zoals ze daar zeggen - te wachten
op onze passagiers.’’
Met name de sfeer noemt Leo bijzonder. Op de foto’s die hij in huis
heeft, is die sfeer goed zichtbaar.
Op één staat een lange rij bont
gekleurde voertuigen in een groen
duinlandschap, op een ander is Leo
in leren motorpak te zien terwijl
hij een lachend meisje een klein
regenjasje aantrekt. ,,Wij motorrijders zien eruit als ruige lui’’, vindt
Leo. ,,Tijdens de Jumboruns laten
we onze zachte kant zien. Je neemt
niet alleen verantwoordelijkheid,
maar ook een stukje zorg op je.’’
Bij passagiers die zwaar gehandicapt zijn, rijden begeleiders regelmatig achterop de motor of - als de
zijspan breed genoeg is - naast de
cliënt mee. ,,Sommige kinderen
zijn zo licht gehandicapt dat het
bij wijze van spreke het ietwat
langzame buurmeisje zou kunnen
zijn. Met hen kun je een gesprek
voeren, uitleggen hoe de motor
werkt en vertellen over het landschap. Voor de passagiers met een
zwaardere handicap zit het plezier
in eenvoudiger dingen: de wind,
de zon, de snelheid. Ik heb weleens
passagiers gehad die helemaal niet
konden praten, maar ze schreeuwden het wel uit van plezier. Dat
zijn gouden momenten.’’
Helaas neemt de populariteit van
de Jumborun af. Niet onder de
cliënten die een dagje uit krijgen,
maar wel onder de motorrijders.
Een reden daarvoor is dat het zijspan - altijd al een vervoermiddel
van het type ’love it or hate it’sowieso niet veel meer op de weg is
te zien, aldus Leo. ,,Vroeger bouw-
de je je eigen zijspan, dat kon niet
anders. Ik bouwde de mijne toen ik
twintig was en net mijn tweede
motor had gekocht. Tegenwoordig
zijn motorrijders niet meer van die
knutselaars; het zijn net als autorijders consumenten geworden die
naar de garage gaan als er iets
gebeuren moet. Een eigen zijspan
wordt niet meer gebouwd.’’ Komt
bij dat de jongere generatie niet
warm lijkt te lopen voor de Jumboruns. ,,Ooit was er een hele generatie die meedeed. Met 250 deelne-
mers was de colonne wel vier kilometer lang. Nu zijn het allemaal
zestigers, net als ik. De jongere
generatie is denk ik minder geëngageerd.’’
Leo doet dan ook een oproep aan
motorrijders om ook eens aan een
Jumborun mee te doen. ,,Je kunt
natuurlijk vanuit je huiskamer een
tientje naar een goed doel overmaken. Maar op deze manier bied je
meer dan geld, namelijk menselijk
contact. En het is nog een stuk
leuker ook.’’