Nieuwsbrief nummer 12 (juni 2014) Inhoudsopgave: 1. VoorZorg, de onderzoeksfase voorbij 2. Werkwijze en belang van de expertisecommissie 3. Werkinstructie samenwerking Jeugdgezondheidszorg en VoorZorg 4. Werkbegeleiding, intervisie en supervisie binnen VoorZorg 5. Ontwikkelingen NFP International 6. Promotieonderzoek VoorZorg 1. VoorZorg, de onderzoeksfase voorbij Sinds 2003 is VoorZorg in Nederland doorontwikkeld en uitgevoerd. Met de University of Denver en David Olds, de licentie-eigenaar, was afgesproken dat er eerst een wetenschappelijk onderzoek plaats zou vinden naar de effectiviteit in de Nederlandse setting en dat er slechts zeer beperkte uitrol in Nederland mocht plaatsvinden. De resultaten van dit onderzoek zijn dusdanig, dat het duidelijk is dat VoorZorg in Nederland en het Nederlandse gezondheidszorgsysteem duidelijk positieve effecten heeft (zie factsheet VoorZorg juni 2013!). Dat betekent groen licht om te streven naar het uitvoeren van VoorZorg in heel Nederland. VoorZorg uitvoeren in heel Nederland vraagt natuurlijk een andere benadering dan de huidige benadering. Landelijke uitrol vraagt meer PR, meer kwaliteitssystemen, andere monitorsystemen etc. en gesprekken met David Olds over de condities van een nieuwe licentie in Nederland. Hiertoe is er een businesscase gemaakt en een rekenmodel hoe dit vorm te geven. In een later stadium wordt u verder geïnformeerd. 2. Werkwijze en belang van de expertisecommissie De expertisecommissie voor VoorZorg wordt geraadpleegd indien een aangemelde cliënt niet voldoet aan alle “harde” criteria die gesteld zijn om in te kunnen stromen in het programma. Tijdens een intake (kennismakings-)huisbezoek door de VoorZorgverpleegkundige wordt, op basis van een inventarisatie van risico- en beschermende factoren, een totaalbeeld verkregen. Bij twijfel of de cliënt voldoet aan de criteria wordt dit voorgelegd aan de commissie. Het onafhankelijke oordeel is van belang om VoorZorg aan die doelgroep aan te bieden waarvoor het programma bedoeld is. Op deze manier blijft de interventie “op een zuivere manier” aangeboden. Tegelijkertijd ben je als medewerker beschermd tegen de druk om ’oneigenlijke’ VoorZorgcliënten toch aan te nemen met als risico dat de effectiviteit van de interventie achteruitgaat. Dat willen we te allen tijde voorkomen!!! De commissie bestaat uit drie ervaren professionals die, onafhankelijk van elkaar, op basis van een uitgebreide casusbeschrijving, een advies geven over wel/geen instroom in het programma. Indien de commissie niet unaniem is, volgt er een discussie om tot een consensus/eensluidend advies te komen. Dit oordeel of advies wordt vervolgens, binnen 1 week na het indienen van de casus, aan de VoorZorgverpleegkundige meegedeeld. 3. Werkinstructie samenwerking Jeugdgezondheidszorg en VoorZorgverpleegkundige Er is een procesbeschrijving opgesteld waarin de samenwerking tussen de VoorZorgverpleegkundige en de reguliere JGZ expliciet gemaakt wordt in een werkinstructie. In deze werkinstructie is aandacht voor het aanvragen van een prenataal huisbezoek op indicatie door de jeugdverpleegkundige waarin de eerste samenwerkingsen afstemmingsafspraken gemaakt worden tussen de VoorZorgverpleegkundige en de reguliere JGZ. Na de bevalling wordt eventueel gezamenlijk een huisbezoek afgelegd. Tevens wordt dan een registratie afgegeven in de Verwijsindex (VIR). Aan het einde van het programma vindt tijdens een gezamenlijk huisbezoek een warme overdracht plaats. In de beschrijving is het proces van rapporteren en registreren opgenomen. De werkinstructie is tijdens de caseconferences gepresenteerd aan alle VoorZorgverpleegkundigen. De werkinstructie is geplaatst op het besloten deel van de website en aangeboden aan de managers van de uitvoerende organisaties. Voor nieuw te trainen VoorZorgverpleegkundigen wordt de instructie opgenomen in de training. De werkinstructie komt voort uit een advies van de Inspectie Volksgezondheid in verband met het ontbreken van een gestructureerde communicatie tussen VoorZorg en de Jeugdgezondheidszorg (naar voren gekomen in een casus van kindermishandeling). 4. Werkbegeleiding, intervisie en supervisie binnen VoorZorg Bij het landelijk projectteam kwam een vraag binnen vanuit één van de organisaties die VoorZorg uitvoeren, over de noodzaak van 10 keer intervisie per jaar bij een kleinere aanstelling van de VoorZorgverpleegkundige (6 à 8 uur per week voor de uitvoering van VoorZorg). Het is van belang de deskundigheid van de VoorZorgverpleegkundigen goed op peil te houden. Hiervoor zijn kwaliteitseisen gesteld die zijn afgeleid van de licentieovereenkomst. Bij hercertificering van de VoorZorgverpleegkundige (elke 5 jaar) wordt het portfolio beoordeeld op een aantal kwaliteitscriteria. Een van die criteria is werkbegeleiding en/of intervisie, eventueel te combineren met supervisie. Ongeveer maandelijks is er gelegenheid om met elkaar of onder supervisie casuïstiek te bespreken. Het projectteam wil vasthouden aan deze kwaliteitseis, gezien de zwaarte van de problematiek van de cliënten en de inzet die dit vraagt van de verpleegkundigen, ook bij kleinere aanstellingen. Overigens staat in de licentieovereenkomst dat een VoorZorgverpleegkundige in principe een caseload van minimaal 12 cliënten heeft, wat een aanstelling betekent van minimaal 20 uur per week. Uiteraard zullen we kritisch blijven kijken naar de belasting voor de verpleegkundigen van de landelijk georganiseerde caseconferences en VHT-bijeenkomsten. 5. Ontwikkelingen NFP International Toen er ruim 10 jaar geleden met VoorZorg in Nederland gestart werd, waren wij het eerste land dat dit buiten de V.S. mocht gaan uitvoeren. Duitsland heeft het ook tijdelijk gedaan, maar daar is de licentie inmiddels vanuit Denver ingetrokken. Echter VoorZorg breidt zich als een olievlek uit, inmiddels wordt het programma Nurse Family Partnership (NFP) naast de VS en Nederland, ook uitgevoerd in Canada, Australië, Engeland, Schotland, Wales en Ierland. Daarnaast wordt er vanuit Denver een community NFP international gevormd, waarin al deze landen participeren. Contacten lopen via Dropbox, conference-calls en soms werkbezoeken. Onderwerpen zijn: kwaliteitsystemen, gebruikte materialen en methodieken, risicotaxatie materialen. Op basis van de conferences blijkt dat er een breed draagvlak is om met elkaar en van elkaar te leren. 6. Promotieonderzoek VoorZorg Na de zomer zal de promotie van Jamila Mejdoubi naar aanleiding van de onderzoeksresultaten van de RCT VoorZorg plaatsvinden! Zodra er een datum is, zal deze bekend worden gemaakt. Van de 5 artikelen die ze heeft geschreven, zijn er inmiddels 3 gepubliceerd. Het laatste artikel, waarin duidelijk wordt dat er ongeveer de helft minder meldingen worden gedaan bij het AMK bij klanten die VoorZorg kregen, is recent ingediend bij een internationaal tijdschrift. Het voorgaande artikel, over terugdringen van huiselijk geweld door VoorZorg, heeft veel aandacht gekregen in de publiciteit. Colofon Redactie: Silvia van den Heijkant, Elle Struijf en Klaas Kooijman Contactadres: [email protected]
© Copyright 2024 ExpyDoc