jaarverslag 2013

Bewust, bekwaam, betekenisvol
Jaarverslag
rsg de Borgen
201 3
jaarverslag rsg de borgen 2013
Raad van Toezicht
Voorwoord
1 Organisatie
1.1 rsg de Borgen
1.2 Organogram
1.3 Identiteit, visie, missie, besturingsfilosofie
1.4 Organisatie- en managementstructuur
1.5 Strategische beleidsdoelen
1.6 Leerlingenaantallen
2 Kwaliteit
2.1 Onderwijsontwikkelingen
2.2 Zorgbeleid
2.3 Kwaliteit
2.4 Beoordeling
3 Leer- en werkomgeving
3.1 Internationalisering en culturele diversiteit
3.2 Arbo & Veiligheidsbeleid
3.3 Huisvesting en Facilitair
3.4 Digitalisering
4 Medewerkers
4.1 Onze medewerkers
nuon magnum eemsha
4.2 Professionalisering medewerkers en
5 Financiën
5.1 Jaarrekening
5.2 Begroting 2014
5.3 Continuiteit
5.4 Treasury
Deel 2
Bijlage A Jaarrekening
Bijlage B Overige gegevens
2
Inhoud
OGN-academie
4.3 Gezondheidsmanagement
aven
raad van toezicht
Raad van
Toezicht
jaarverslag rsg de borgen 2013
W
ij bieden u hierbij het jaarverslag van
2013 aan van rsg de Borgen. De jaarrekening is vastgesteld door het College
van Bestuur en gecontroleerd door KPMG Accountants N.V. Na vaststelling door het College van Bestuur
en advies van de auditcommissie hebben wij op grond
van de controleverklaring het besluit van het College
van Bestuur goedgekeurd.
De Raad van Toezicht bestond in begin 2013 uit vier
personen. Na een succesvolle sollicitatieprocedure is
op voordracht van de medezeggenschapsorganen een
vijfde lid benoemd, waardoor de Raad weer voltallig
is. De sollicitatiecommissie bestond uit de voorzitters
van de vier medezeggenschapsorganen, de voorzitter
Raad van Toezicht en de voorzitter College van
Bestuur.
De Raad van Toezicht heeft vier keer in formele
zin en drie keer in informele zin (op vestigingen)
vergaderd. In informele zin heeft de Raad van Toezicht
in aanwezigheid van het College van Bestuur drie
keer met directeuren en vertegenwoordigers van
de medezeggenschapsorganen gesproken. Doel van
deze gesprekken is ‘enige voeling’ te hebben met het
binnenste van de organisatie.
De auditcommissie is in aanwezigheid van het College
van Bestuur twee keer bijeen geweest. De belang-
rijkste onderwerpen waren de jaarrekening 2012 en de
begroting 2014.
De remuneratiecommissie is regelmatig in gesprek
geweest met het College van Bestuur. Het HRM
gesprek tussen remuneratiecommissie en College van
Bestuur wordt in 2014 gevoerd.
In 2013 is regelmatig gesproken over ‘good gover-
nance’. Om zijn rol als toezichthouder goed te kunnen
vervullen wil de Raad van Toezicht meer contact
met alle geledingen van de organisatie. Daarom is
(een delegatie van) de Raad van Toezicht regelmatig
aanwezig geweest bij de informele afsluiting
van (personeels)bijeenkomsten in het kader van
de transitie van Onderwijsgroep Noord. Ook is in
het kader van governance en de Wet Normering
Topinkomens gesproken over de vergoeding van de
Raad van Toezicht en de beloning van het College van
Bestuur. Er is vastgesteld dat de huidige vergoeding/
beloning binnen de gestelde norm valt.
De Raad van Toezicht heeft zichzelf geëvalueerd aan
de hand van een daarvoor ontwikkeld instrument. Na een eerste evaluatie van de gezamenlijke Raad van
Toezicht en het College van Bestuur over de Raad van
Toezicht als geheel in 2012, was in 2013 de evaluatie
van individuele leden van de Raad van Toezicht aan
de orde. De conclusie was dat er een goede mix
van competenties aanwezig is binnen de Raad van
Toezicht.
De afgelopen jaren ging veel aandacht uit naar
financiële aangelegenheden. De bedrijfsvoering
is nu beter op orde. De Raad van Toezicht laat zich
goed informeren op alle expertisegebieden van het
vastgestelde toezichtkader, zodat de Raad beter in
staat is zijn rol als toezichthouder te vervullen. In 2013
is bijvoorbeeld een start gemaakt met presentaties
van interne deskundigen over belangrijke ontwik-
kelingen die grote impact hebben op de organisatie.
Zo is de Raad onder andere uitgebreid geïnformeerd
over passend onderwijs en de stand van zaken binnen
de stichtingen van Onderwijsgroep Noord. In 2014
zal de (leerlingen)krimp toegelicht worden. Ook
3
jaarverslag rsg de borgen 2013
heeft de Raad de onderwijskwaliteit en inspectierap-
porten continu op de agenda, zodat de Raad zich kan
vergewissen van de onderwijskwaliteit. De Raad heeft
positieve ontwikkelingen kunnen constateren, maar
heeft ook gesignaleerd dat op enkele vestigingen nog
verbeteringen mogelijk zijn.
Tevens is afgesproken dat in de verantwoordingsrapportages van het College van Bestuur aan de Raad
van Toezicht de ontwikkelingen ten aanzien van
bovengenoemde thema’s aan bod komen. Tijdens de
vergaderingen en tijdens een aantal extra ingeplande
informele bijeenkomsten tussen het College van
Bestuur en de Raad van Toezicht is regelmatig
gesproken over de transitie waarin Onderwijsgroep
Noord zich bevindt. Diverse omstandigheden en
(toekomstige) ontwikkelingen maken veranderingen
in structuur en cultuur noodzakelijk.
Het College van Bestuur heeft de Raad van Toezicht
geïnformeerd over zijn ideeën voor een nieuwe
organisatiestructuur. De Raad van Toezicht staat
positief tegenover deze ontwikkelingen en heeft
constructief meegedacht. Dit proces is gestart in 2013,
maar zal ook in 2014 een belangrijk onderwerp van
gesprek blijven.
De volgende onderwerpen werden geagendeerd
in 2013:
•onderwijs: nationaal onderwijsakkoord, landelijke ontwikkelingen zoals passend onderwijs,
provinciale ontwikkelingen zoals het Onderwijs-
manifest in de provincie Groningen, kwaliteit van
de onderwijsinstellingen zoals opbrengsten en
inspectie-arrangementen, krimp en de mogelijke
gevolgen en risico’s;
•bedrijfsvoering: begroting 2013, jaarverslag 2012,
begroting 2014, verbetering pdca-cyclus;
•transitie Onderwijsgroep Noord: nieuwe
identiteit, besturingsfilosofie en leiderschap,
nieuwe organisatiestructuur, (her)ontwerp
bestuursbureau;
•good governance: Wet Normering Topinkomens,
versterking bestuurskracht.
Groningen, 20 juni 2014
Namens de Raad van Toezicht,
Erik Kuik, voorzitter
4
voorwoord
Voorwoord
et jaar 2013 was een belangrijk jaar, met
H
van alle ontwikkelingen - identiteit, besturingsfilo-
veel ontwikkelingen. Bij al die ontwik-
sofie, leiderschap en besturingsmodel - hebben we
kelingen stond en staat de leerling centraal.
omschreven in het zogenaamde masterplan transitie.
We willen een pedagogisch klimaat creëren waarin
We moeten ook adequaat kunnen inspelen op
onze leerling zijn of haar talenten optimaal kan
landelijke en regionale ontwikkelingen: vraagstukken
ontwikkelen en zich veilig voelt. Hoe we dit gedaan
als krimp, bezuinigingen en opdrachten van de
hebben en wat de resultaten zijn, kunt u lezen in dit
landelijke overheid, zoals passend onderwijs en leraar
jaarverslag. Om onze leerlingen nog beter te kunnen
2020. Deze ontwikkelingen doen een sterk beroep
begeleiden, moet je ook weten wie jezelf bent.
op het gezamenlijk zoeken naar oplossingen. Onze
Daarom hebben we dit jaar opnieuw gekeken naar
krachten bundelen en samenwerken. Gemeenschap-
onze identiteit: wie zijn we, waar staan we voor en
pelijk versterkend. Samenwerking tussen vestigingen
wat beloven we aan onze leerlingen? Het antwoord
van de eigen onderwijsstichting en ook met de
op deze vragen hebben we in 2013 beschreven in
andere stichtingen binnen Onderwijsgroep Noord.
ons identiteitsbewijs. We hebben gekozen voor de
Het betekent ook samenwerking met onze regionale
kernwaarden ‘gemeenschappelijk versterkend’ en
partners: collega-onderwijsinstellingen, organisaties
‘bewust persoonlijk’.
en bedrijven.
Dit identiteitsbewijs vormt de basis voor de nieuwe
2013, het begin van een nieuwe start en vele uitda-
besturingsfilosofie, waarbij we de verantwoordelijk-
gingen. Een nieuwe start vanuit de overtuiging dat dit
heden leggen daar waar beïnvloeding plaatsvindt.
noodzakelijk is om de komende jaren goed onderwijs
In het verlengde hiervan hebben we bouwstenen
te blijven geven. Zodat we onze leerlingen begeleiden
ontwikkeld voor leiderschap op alle niveaus in de
om hun doelen te bereiken en om succesvol te zijn
organisatie. Wij willen al onze medewerkers toerusten
in de samenleving, in het vervolgonderwijs en in het
om de belofte aan onze leerlingen te realiseren.
beroep van hun keuze. Dit betekent hard werken,
Binnen de lerende organisatie die rsg de Borgen wil
maar met veel perspectief. Door gemeenschappelijk
zijn. We willen alle mogelijkheden benutten om van
versterkend te zijn, kunnen we dit aan.
elkaar te leren, om alle aanwezige kennis en kunde
binnen onze organisatie te delen. Op deze manier
Met dank aan alle collega’s,
zijn identiteit en handelen onlosmakelijk met elkaar
Groningen, 20 juni 2014
verbonden.
Natuurlijk willen we uitvoeren wat verwoord staat
Roel Schilt
in ons identiteitsbewijs en in onze besturingsfilo-
voorzitter College van Bestuur
sofie. Hiervoor hebben we onder andere een goede
besturings- en managementstructuur nodig. In 2013
hebben we samen met de directeuren en de coördinerend bestuursadviseurs stappen gezet die leiden
Astrid Berendsen
tot een nieuw ontwerp van ons besturingsmodel.
lid College van Bestuur
Het ontwerp managementstructuur krijgt steeds
meer vorm en we verwachten dat we in 2014 kunnen
starten met de implementatie hiervan. De samenhang
5
jaarverslag rsg de borgen 2013
1
Organisatie
1.1 rsg de Borgen
Governance
rsg de Borgen biedt voortgezet onderwijs in de
onderwijs en daarmee een instelling die publieke
rsg de Borgen is een organisatie voor voortgezet
provincies Groningen en Drenthe, regio Wester-
taken uitvoert met door de rijksoverheid beschikbaar
kwartier-Noordenveld. Leerlingen en ouders van elke
gestelde middelen. In de bestuurlijke verhoudingen
levensovertuiging zijn bij rsg de Borgen welkom. Er
zijn vijf vestigingen. In Leek staan de Lindenborg en de
Nijeborg. In Roden staan de Esborg en de Ronerborg
en in Grootegast staat de Woldborg. Samen bieden de
vestigingen praktijkonderwijs, vmbo, havo, atheneum
en gymnasium aan. Met dit brede aanbod zorgen wij
ervoor dat ieder kind een passende opleiding krijgt. In
totaal geven wij aan bijna 2400 leerlingen onderwijs
en dit doen wij met 256 medewerkers.
1.2Organogram
met de rijksoverheid heeft rsg de Borgen een grote
mate van autonomie om deze taken uit te voeren. De
rijksoverheid is verantwoordelijk voor de kwaliteit,
toegankelijkheid en doelmatigheid van het stelsel, de
wet- en regelgeving, de kaders en randvoorwaarden.
rsg de Borgen is als maatschappelijke onderneming
verantwoordelijk voor de prestaties met betrekking
tot de publieke taken in de regio en de horizontale en
verticale verantwoording die daarover moet worden
afgelegd.
RA AD VAN
TOEZICHT
COLLEGE VAN
BESTUUR
BESTUURSBUREAU
ESBORG
F iguur 1.1 Organogram
6
LINDENBORG
NIJEBORG
RONERBORG
WOLDBORG
organisatie
Bestuurlijke autonomie gaat hand in hand met verantwoording afleggen en toezicht houden. Onderwijsinstellingen moeten daarom voldoen aan de eisen van
goed bestuur, intern toezicht en verantwoording. Het
interne toezicht wordt bij rsg de Borgen uitgeoefend
door de Raad van Toezicht. Naarmate de instellingen
hun ‘corporate governance’ beter in orde hebben, kan
het toezicht vanuit de rijksoverheid worden beperkt,
zonder ooit geheel te verdwijnen. Er moet sprake zijn
van een goede balans tussen intern toezicht, bestuur,
verantwoording en extern toezicht.
•bewust persoonlijk: elkaar kennen en erkennen,
In de statuten van rsg de Borgen is rekening gehouden
met de bepalingen van de ‘Code goed onderwijsbestuur in het voortgezet onderwijs’. In verband hiermee
zijn tevens reglementen opgesteld en door de Raad
van Toezicht vastgesteld, voor de Raad van Toezicht
en het College van Bestuur. Daarnaast is een regeling
inzake het omgaan met een vermoeden van een
misstand (klokkenluiderregeling) vastgesteld. Voorts
kent de Raad van Toezicht een remuneratiecommissie
en een auditcommissie. Daarmee zijn voor de Raad van
Toezicht de belangrijkste randvoorwaarden voor het
adequaat uitoefenen van zijn toezichthoudende taak
gecreëerd.
Werken in het onderwijs vereist een optimistische
levenshouding. Dat hebben we vertaald in drie centrale
waarden:
•Kwaliteit; de kwaliteit van ons onderwijs staat
voorop. Kwaliteit kan alleen geleverd worden als er
betrokkenheid is.
•Betrokkenheid; de medewerkers voelen zich
betrokken bij hun dagelijks werk, bij de leerlingen,
bij elkaar en bij de instelling als geheel. Blijvende
betrokkenheid vraagt om een permanente
bereidheid om zich aan te passen aan nieuwe
omstandigheden.
•Ontwikkelingsgerichtheid; de medewerkers
verliezen nooit hun eigen ontwikkeling uit het oog.
1.3Identiteit, missie, visie
en besturingsfilosofie
Identiteit
In 2013 hebben het College van Bestuur, de directeuren
en de coördinerend bestuursadviseurs de identiteit
van Onderwijsgroep Noord besproken. Waar en hoe
kunnen de onderwijsinstellingen elkaar versterken en
wat kunnen we gemeenschappelijk voor onze regio
betekenen? Deze discussie is gevoerd op basis van de
filosofie van identiteitsmarketing. Dat betekent dat
we niet alleen kijken naar wat we doen en hoe we
de dingen doen, maar redeneren vanuit het waarom.
Deze identiteit is leidend geweest voor de hernieuwde
identiteit van rsg de Borgen, die eind december 2013 is
vastgelegd.
Kort samengevat:
•we willen mensen laten ontdekken wat belangrijk
en waardevol voor hen is;
•we ‘zien’ mensen;
•we verbinden ons aan onze belanghebbenden;
•we zoeken anderen op en stellen hun belang
voorop;
•we zijn bewust, bekwaam, betekenisvol;
•gemeenschappelijk versterkend: gericht werken
aan oplossen van gemeenschappelijke vraagstukken;
weten wat je voor elkaar kunt betekenen.
Missie
rsg de Borgen is een organisatie van, voor en door
mensen. We beschouwen het als onze kernopdracht
om jonge mensen onderwijs en opvoeding te bieden
en om ze in hun ontwikkeling zo te begeleiden en te
stimuleren dat zij hun talenten kunnen ontwikkelen en
hun plek in de maatschappij kunnen innemen.
Centrale waarden
Visie
Wij vinden dat een leerling zich breed en maximaal
moet kunnen ontwikkelen en leert dat hij een
persoonlijke verantwoordelijkheid heeft te nemen en
bij te dragen bij het inrichten, het onderhouden en
overdragen van een eerlijke en verdraagzame samenleving. Om deze doelen te kunnen bereiken, stellen we
begeleiding van onze leerlingen centraal. We begeleiden
ze in hun persoonlijke ontwikkeling door het bijbrengen
van kennis, vaardigheden en beroepshouding.
Besturingsfilosofie
Vanuit identiteit is gekeken wat dit betekent voor de
besturingsfilosofie. Deze is in juni 2013 vastgesteld.
Waar in ons identiteitsbewijs nadrukkelijk de leerling
centraal staat, geldt in het verlengde daarvan dat in
onze besturingsfilosofie de medewerker centraal staat.
Wat hebben onze medewerkers nodig om de belofte
aan de leerling waar te maken?
•Centraal staat de professional, in zijn betekenis
voor leerlingen: medewerkers zijn zich bewust van
hun drijfveren, passie en mogelijkheden.
•Verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de
organisatie: de medewerker krijgt professionele
ruimte om bewust, bekwaam, betekenisvol te
handelen. De verantwoordelijkheden worden zo
‘laag’ mogelijk in de organisatie belegd, daar waar
7
jaarverslag rsg de borgen 2013
de beïnvloeding mogelijk is.
•Samen werken = samen sterker
•Inspirerend en coachend leiderschap:
management creëert condities waaronder
medewerkers hun verantwoordelijkheid kunnen
waarmaken
•Professionaliseren is een verantwoordelijkheid van
iedere medewerker
•Talentontwikkeling
•Een heldere verantwoordelijkheidsverdeling
Centraal wordt het ‘wat’ vastgesteld, decentraal
het ‘hoe’.
1.4 Organisatie- en
managementstructuur
In 2013 is Onderwijsgroep Noord en dus ook rsg de
Borgen van start gegaan met het aanpassen van
de organisatie- en managementstructuur aan het
identiteitsbewijs en de besturingsfilosofie van de
organisatie. Het bestaande besturingsmodel kan
onvoldoende slagvaardig en daadkrachtig inspelen
op externe én interne ontwikkelingen. Dit maakt het
noodzakelijk om van een sterk centraal gestuurde
organisatie te gaan naar een organisatie met meer
onderlinge participatie, die de verantwoordelijkheden
en het eigenaarschap van problemen laag in de
organisatie heeft belegd.
In 2013 zijn de kaders en ontwerpcriteria geformuleerd
voor de nieuwe organisatie- en management structuur
en heeft het College van Bestuur een aantal scenario’s
geformuleerd en besproken met het management en
de medezeggenschap van rsg de Borgen. De belangrijkste kaders en ontwerpcriteria zijn:
•De leerling en in het verlengde daarvan de
medewerker (in zijn professionele rol als
begeleider) centraal
•Borgen van de kwaliteit van het onderwijs
•Stichting als juridische vorm handhaven
•Regionale verankering
•Meer focus op strategische sturing
•Doorlopende leerlijnen
•Uniformiteit waar mogelijk, diversiteit waar nodig
•Collectief leiderschap, resultaatverantwoordelijkheid en meer zelfsturing
•Integraal management (onder andere beheer
human resources koppelen aan eenheden van
minimaal ongeveer 100fte)
•Maximaal twee managementlagen
•Inrichting nieuwe managementstructuur kosten
neutraal.
8
1.5 Strategische beleidsdoelen
De beleidsdoelen voor de komende jaren zijn
verwoord in het strategisch beleidsplan. Deze doelen
worden verder uitgewerkt / geconcretiseerd in de
vestigingsjaarplannen. De verbindende schakel hierbij
is de kaderbrief van het College van Bestuur. Hierin
staat wat het College van Bestuur van de vestiging
verwacht en wat het zal doen om die verwachtingen
te faciliteren. Het strategisch beleidsplan is ambitieus.
Gelet op de noodzakelijke bezuinigingen, met name op
formatie, is gekeken welke beleidsdoelen wenselijk én
haalbaar zijn.
Voor 2013-2014 zijn de volgende prioriteiten benoemd:
•Transitie Onderwijsgroep Noord
•Professionalisering en strategisch HRM
•Passend onderwijs
•Kwaliteitszorg en planning & control
•Opbrengstgericht werken en taal & rekenen
•Onderwijs en ICT
1.6 Leerlingenaantallen
Leerlingenaantallen
per opleiding
2013-2014
2012-2013
basisvorming lwoo
106
70
basisvorming avo/vmbo
969
828
lwoo
57
46
vmbo
626
602
havo
405
393
vwo
258
372
pro
94
86
2.515
2.407
2013-2014
2012-2013
Lindenborg
1.194
1.128
Nijeborg
663
631
Ronerborg
354
345
Woldborg
202
203
Esborg
102
100
Totaal
2.515
2.407
Totaal
Leerlingenaantallen
per vestiging
kwaliteit
2
kwaliteit
Kwaliteit
2.1 Onderwijsontwikkelingen
Overzicht aangeboden onderwijsvormen in 2013
Vestiging
Onderwijs
Esborg, Roden
praktijkonderwijs
Lindenborg, Leek
gymnasium, atheneum, technasium, havo
Nijeborg, Leek
vmbo
Ronerborg, Roden
daltononderwijs voor vmbo en havo
Woldborg, Grootegast
vmbo, havo
Opbrengstgericht werken
Daarnaast nemen alle vestigingen toets 0,1 en 2 van
is opbrengstgericht werken. Alle vestigingen van
benut in het kader van opbrengstgericht werken. Op
in hun vestigingsjaarplan en hebben hier in 2013
vonden voor ‘omgaan met verschillen’.
te laten presteren, passend bij zijn/haar niveau. Op
Taal en rekenen
leerlingen) worden de uitkomsten van verschillende
kaderbrief. De inspanningen op het gebied van taal
gebruikt om gericht actie te ondernemen (pdca-
de doelstellingen is om op alle niveaus de leerlingen
In 2013 is het programma Magnaview CumLaude
voortgezet onderwijs. Aanvankelijk was door het
dat alle relevante managementinformatie van het
aangekondigd dat het cijfer van de rekentoets
gegevens gebruiken voor hun eigen analyses. Alle
zak-slaagregeling. Later is hierover een aanvullende
hierin geschoold.
2013-2014 als officieel onderdeel van het eindexamen
Een belangrijke ambitie uit de kaderbrief 2013 - 2014
rsg de Borgen hebben dit onderwerp opgenomen
op ingezet. Doelstelling is om de leerling maximaal
alle niveaus (bestuur, schoolleiding, docenten en
het Cito-volgsysteem af. De resultaten worden o.a.
elke vestiging heeft een scholingstraject plaatsge-
Taal en rekenen is een van de speerpunten uit de
prestatiemetingen bijgehouden, geanalyseerd en
en rekenen zijn onverminderd doorgezet. Een van
cyclus).
voldoende voor te bereiden op de (pilot)rekentoets
aangeschaft. Magnaview CumLaude is een dashboard
ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschappen
onderwijsproces toont. Vestigingen kunnen deze
vanaf het schooljaar 2013-2014 zou meetellen in de
kwaliteitszorgcoördinatoren van de vestigingen zijn
maatregel aangekondigd: De rekentoets wordt in
9
jaarverslag rsg de borgen 2013
in het voortgezet onderwijs ingevoerd, maar tot het
schooljaar 2015-2016 telt het resultaat nog niet mee
in de uitslagbepaling. In 2013 hebben enkele vesti-
gingen van rsg de Borgen meegedaan aan de pilot
rekentoets.
De vestigingen hebben taal- en rekenbeleid vastge-
steld. Vanuit dit beleid wordt gewerkt aan de verdere
implementatie. Zo heeft rekenen een vaste plaats op
het curriculum gekregen en kunnen de vestigingen
met behulp van de Cito-volgtoetsen de resultaten van
de leerlingen in beeld brengen. Hiermee kunnen zij
ook controleren of de referentieniveaus voor taal en
rekenen worden behaald.
Vmbo-vernieuwing
In opdracht van het ministerie van onderwijs, cultuur
en wetenschappen zijn in het vmbo de beroepsgerichte examenprogramma’s vernieuwd. Het doel
is om aantrekkelijke, herkenbare en overzichtelijke
programma’s te ontwikkelen, die beter aansluiten op
het vervolgonderwijs en de beroepspraktijk. Er komt
een systeem van profieldelen- en keuzedelen.
Samenwerking in de regio
De samenwerking met aanleverende scholen verloopt
steeds beter. In het Westerkwartier en Noordenveld
is een intensieve samenwerking ontstaan tussen
primair- en voortgezet onderwijs. In het kader van
voortijdig schoolverlaten heeft de doorstroom naar
het vervolgonderwijs extra aandacht gekregen.
De banden met gemeenten, het bedrijfsleven en
instellingen zijn de laatste jaren verstevigd. Hiermee
is toegewerkt naar het netwerk van sterke scholen,
dat rsg de Borgen wil zijn. Een netwerk in verbinding
met de regio. rsg de Borgen wordt gezien als een
belangrijke partner in de regio Westerkwartier-
Noordenveld. Mede door de inzet van Centra voor
Jeugd en Gezin (CJG) is de samenwerking met
ketenpartners verbeterd. Het CJG een herkenbaar
inlooppunt waar ouders, jongeren en beroepskrachten
terecht kunnen met hun vragen over opvoeden en
opgroeien. Vanaf augustus 2015 worden de huidige sectoren
2.2 Zorgbeleid
geschikt in de nieuwe profielen. De huidige inter-
De afgelopen jaren hebben we ons voorbereid op
economie, techniek, zorg & welzijn en groen opnieuw
sectorale programma’s worden samengebracht in
één nieuw profiel, onder de naam dienstverlening &
producten. In totaal kent het vmbo beroepsgerichte
leerweg straks tien verschillende profielen. Voor
de scholen zijn dit grote veranderingen. In eerste
instantie moeten zij kiezen welke profielen en
keuzedelen zij willen gaan aanbieden. Vervolgens
moet het onderwijsprogramma worden aangepast
op de nieuwe examenprogramma’s. Hiervoor is rsg de
Borgen in 2013 een traject gestart. Ten opzichte van de
aankondiging over de toekomst wordt over het traject
dat in 2013 is gestart weinig genoemd.
Doorstromen binnen rsg de Borgen
Doorstromen binnen rsg de Borgen heeft de
afgelopen jaren extra aandacht gekregen. Dit heeft
geresulteerd in:
•een programma voor tl+. Hiermee worden
leerlingen voorbereid op het vervolgonderwijs
naar de havo of het mbo,
•verbeterde doorstroom naar de bovenbouw bb en
kb op de Nijeborg,
•verbeterde doorstroom van havoleerlingen naar
de Lindenborg.
de consequenties van het wetsvoorstel passend
onderwijs. Passend onderwijs is een thema dat
in- en extern nogal wat van ons vraagt. Het brengt
meerdere veranderingen met zich mee. Van veranderingen op het niveau van samenwerkingsverbanden
tot veranderingen in de zorgstructuur binnen de
vestigingen. Voor ons staat de leerling hierbij centraal,
voor de leerling willen we deze verandering optimaal
vormgeven. Passend onderwijs is één van de speerpunten binnen de kaderbrief.
Zorgplicht
Met ingang van 1 augustus 2014 hebben schoolbe-
sturen een zorgplicht. Dit betekent dat zij vanaf dat
moment iedere leerling die extra ondersteuning
nodig heeft een passende onderwijsplek moeten
bieden. Deze plek kan zich bevinden op de eigen
school of, als de leerling daar beter op zijn plaats is, op
een andere school in het reguliere onderwijs of het
(voortgezet) speciaal onderwijs.
Samenwerkingsverband
Om de zorgplicht te kunnen waarmaken, werken
reguliere scholen en scholen voor (voortgezet)
speciaal onderwijs samen in een samenwerkings-
10
kwaliteit
verband (swv). rsg de Borgen werkt samen in het swv
rsg de Borgen heeft in 2013 de samenwerking met het
Groningen Ommelanden. Dit swv is in 2013 officieel
CJG geïntensiveerd.
opgericht. De directeuren die bestuurder zijn in het
samenwerkingsverband zijn door het College van
Voortijdig schoolverlaten
De scholen binnen het swv hebben in 2013
wordt de vmbo-leerling zoveel mogelijk ondersteunt
Tijdens de overstap van het vmbo naar het mbo
Bestuur gemandateerd.
en in de gaten gehouden. Bij de overstap worden de
gezamenlijk een ondersteuningsplan opgesteld. In
procedures en de informatievoorziening op elkaar
dit plan is vastgelegd welke basisondersteuning alle
afgestemd. Hierdoor weten we vroegtijdig waar
scholen binnen het samenwerkingsverband bieden,
extra ondersteuning aan leerlingen moet worden
hoe de extra ondersteuning is georganiseerd en hoe
geboden. Om bovenstaande processen in de gaten
ze het geld gaan besteden.
te houden werkt rsg de Borgen met Intergrip. Dit is
Ondersteuning bieden
een digitaal systeem waarin verschillende gebruikers
Elke vestiging heeft daarnaast een ondersteunings-
(samenwerkingsverbanden, scholen, besturen en
profiel opgesteld. Hierin is omschreven welke onder-
leerplichtambtenaar) kunnen zien wat de voortgang
steuning de school kan bieden. Ook heeft op elke
van de overstap van leerlingen van het vmbo naar het
vestiging een traject plaatsgevonden voor differen-
mbo is.
tiatie: leraren worden geschoold in het omgaan met
verschillende leerlingen in de klas. Hierdoor kunnen
Het kabinet Rutte II heeft de doelstelling voor het
klas krijgen, in plaats van daarbuiten.
Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters mag in
leerlingen zo veel mogelijk extra ondersteuning in de
tegengaan van voortijdige schooluitval aangescherpt.
2016 nog maar maximaal 25.000 zijn. Voor de periode
Centrum voor Jeugd en Gezin
2012-2015 zijn daarvoor nieuwe prestatiegerichte
Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is een
convenanten afgesloten. In de nieuwe convenanten
herkenbaar inlooppunt waar ouders, jongeren en
staan doelstellingen, is de meetsystematiek
beroepskrachten terechtkunnen met hun vragen over
aangepast en is de nieuwe bekostigingssystematiek
opvoeden en opgroeien. Uitgangspunt van het CJG is
ingevoerd. Zo krijgen scholen een vaste voet (afhan-
kelijk van het aantal leerlingen) en een prestatiedeel.
het versterken van de eigen kracht van alle gezinnen.
De prestaties worden bekeken aan de hand van lande-
Als er echt iets aan de hand is met een kind, dan is
lijke normen. Indien de doelstellingen niet worden
snelle signalering cruciaal. Hulp of ondersteuning
behaald, krijgt de instelling alleen de vaste voet.
moet dan snel en effectief geboden worden.
Totaal
voortijdig schoolverlaters
% voortijdig schoolverlater
2005/06
2010/11
2011/12
2012/13 v00rlopig
2.383
2.278
2.281
2.304
14
16
22
4
0.6%
0.7%
1.0%
0.2%
Totaal aantal onderwijsdeelnemers en aantal nieuwe
voortijdig schoolverlaters (vsv) 2013-2014
deelnemers
vsv’ers
% vsv
streef-norm
prestatie-norm
Totaal
2.304
4
0,0.2%
vo onderbouw
1.205
0
0.0%
0.2%
1.0%
vmbo bovenbouw
645
3
0.5%
1.5%
4.0%
havo/vwo bovenbouw
454
1
0.2%
0.1%
0.5%
De voorlopige cijfers 2012-2013 laten zien dat de prestatienormen zijn gehaald.
11
jaarverslag rsg de borgen 2013
2.3 Kwaliteit
aangeschaft bij het leerling-administratiesysteem
Onderwijskwaliteit
met behulp van dit pakket adequaat en gericht de
afgerond met de oplevering van het handboek
teren en het onderwijsproces optimaliseren.
is één van de belangrijkste doelstellingen van het
Audits
het handboek op drie juni 2013 in ontvangst genomen
de audits voor het voortgezet onderwijs. Deze
inmiddels integraal toegankelijk via de portals van de
voor het voortgezet onderwijs zijn nog niet weer
dus ook voor medewerkers van rsg de Borgen.
in de begroting 2014 budget gereserveerd.
de netwerkgroep beleidscyclus opgestelde beleids-
cyclusschema is een concept jaarkalender kwaliteits-
Schoolkompas en Vensters voor
Verantwoording
kwaliteitscyclus aan elkaar verbonden zijn.
zorg voor structurele vulling en het actueel houden
Bemensing
verbonden Schoolkompas. In tegenstelling tot de
kwaliteitszorgcoördinatoren aangesteld, de meeste
via Schoolkompas tegen. Desondanks handhaaft
functie. Bij de afsluiting van het project is de wens
transparantie en horizontale verantwoording
dinatoren structureel te beleggen in de organisatie
Klachtenregeling
het project; bij een functionaris in het management
om klachten in eerste instantie op te lossen dicht bij
activiteiten ondersteund en gecoördineerd door een
klacht bij het College van Bestuur worden neergelegd
In het kalenderjaar 2013 is het project kwaliteitszorg
kwaliteitszorg voor Onderwijsgroep Noord. Daarmee
kwaliteit van de ondersteunende processen verbe-
project verwezenlijkt. Het College van Bestuur heeft
Een derde doelstelling betrof de doorstart van
uit handen van de projectleider. Het handboek is
doelstelling is in 2013 niet gerealiseerd: de audits
bij Onderwijsgroep Noord aangesloten stichtingen,
opgestart. Voor de beoogde pool van auditors is pas
Op basis van het handboek kwaliteitszorg en het door
zorg ontwikkeld waarin de beleidscyclus en de
Alle vestigingen van rsg de Borgen dragen inmiddels
van de Vensters voor Verantwoording en het daaraan
Vanuit het project kwaliteitszorg zijn op elke vestiging
landelijke trend valt de belangstelling voor de scholen
van deze coördinatoren hebben een management-
Onderwijsgroep Noord deze digitale manier van
uitgesproken de taken van de kwaliteitszorgcoör-
op het niveau waarop dat ook het geval was tijdens
De klachtenregeling van rsg de Borgen is erop gericht
van de vestiging. Vanuit het bestuursbureau worden
de plek waar ze zijn ontstaan. Als dit niet lukt kan de
beleidsmedewerker.
en vervolgens bij de externe Landelijke Klachtencom-
Management informatie systeem
LKC. Deze werd, ondanks verzoeken van de LKC tot
verder ontwikkelen van een management informatie-
doorgezet. Waarop de LKC het dossier heeft gesloten.
Een tweede doelstelling uit de kaderbrief betrof het
systeem. rsg de Borgen heeft een aanvullend pakket
12
SOM. Vanaf augustus 2013 kunnen de vestigingen
missie (LKC). In 2013 werd één klacht ingediend bij de
nadere informatie, uiteindelijk door klager evenwel niet
kwaliteit
2.4 Beoordeling
Examenuitslagen 2013
vmbo-basisberoepsgericht
Vestiging
Gem. CE
Verschil SE-CE
Slagingsperc.
Woldborg
6.9
- 0.39
100%
Nijeborg
6.5
+ 0.04
90%
Het verschil centraal examen - schoolexamen is voor alle vestigingen minder dan 0.5. Het landelijke
slagingspercentage voor de bb is 96.7%. Het landelijk gemiddeld examencijfer voor de bb = 6.7.
De Nijeborg scoort bij beide indicatoren onder het landelijke gemiddelde.
vmbo-kaderberoepsgericht
Vestiging
Gem. CE
Verschil SE-CE
Slagingsperc.
Woldborg
6.3
+ 0.12
89%
Nijeborg
6.1
+ 0.14
86%
Het verschil centraal examen - schoolexamen is voor alle vestigingen minder dan 0.5. Het landelijke
slagingspercentage voor de kb is 93.1%. Beide vestigingen scoren onder het landelijk gemiddelde.
Het landelijk gemiddeld examencijfer voor de kb= 6.2. Alleen de Nijeborg scoort hier net onder.
vmbo-theoretische leerweg
Vestiging
Gem. CE
Verschil SE-CE
Slagingsperc.
Woldborg
6.1
+ 0.35
90%
Nijeborg
6.4
+ 0.13
93%
Ronerborg
6.5
+ 0.08
93%
Het verschil centraal examen - schoolexamen is voor alle vestigingen minder dan 0.5. Het landelijke
slagingspercentage voor de gl is 91.4%. Het landelijk gemiddeld examencijfer voor de gl= 6.3.
De Woldborg scoort bij beide indicatoren onder het landelijk gemiddelde.
havo/vwo
Vestiging
Gem. CE
Verschil SE-CE
Slagingsperc.
Lindenborg havo
6.8
- 0.19
97%
Lindenborg vwo
6.5
+ 0.16
91%
Het verschil centraal examen - schoolexamen is voor beide sectoren op de Lindenborg minder dan 0.5.
Het landelijke slagingspercentage voor havo is 88% en voor vwo 91.9%. Het vwo van de Lindenborg zit dus net
onder het landelijke gemiddelde. Het landelijk gemiddelde examencijfer voor de havo is 6.5 en voor vwo 6.6.
Het vwo van de Lindenborg scoort hier net onder. Alle examenuitslagen zijn binnen de vestigingen geanalyseerd.
Waar nodig zijn verbeteracties ingezet.
13
jaarverslag rsg de borgen 2013
Opbrengstenkaart 2013
Op de opbrengstenkaart benoemt de inspectie een aantal kwaliteitsaspecten, zoals doorstroom- gegevens en
examenresultaten. Hieronder staan voornoemde aspecten voor het jaar 2013 vermeld.
Vestiging
Leerweg
Ronerborg
vmbo-(g)t
Nijeborg
Rendement
onderbouw*
% in leerjaar 3
zonder zittenblijven
% van 3e leerjaar
naar diploma zonder
zittenblijven
+/-
98%
88%
vmbo-b
vmbo-k
vmbo-(g)t
+/+/+/-
94%
91%
95%
93%
79%
86%
Woldborg
vmbo-(g)t
+/-
97%
98%
Lindenborg
havo
vwo
+
+
95%
98%
67%
65%
+/- = gemiddeld, - = onder gemiddeld, -- = ruim onder gemiddeld, + = bovengemiddeld, ++ = ruim boven gemiddeld.
Inspectiezaken
aan docenten en deze ruimte wordt ook benut. Ook
basisarrangement.
en leggen de leraren duidelijk uit. Als verbeterpunten
Alle vestigingen van rsg de Borgen hebben een
Vestiging
Arrangement
worden genoemd: het effectief voorhouden wat de
gewenste leerhouding en acceptabel gedrag zijn, het
Woldborg
basisarrangement
Ronerborg
basisarrangement
het afstemmen van verschillen.
Nijeborg
basisarrangement
Lindenborg
basisarrangement
Gesprek met Inspectie over het
bestuurlijk handelen
Esborg
basisarrangement
bepalen van de zorgbehoefte, de evaluatie daarvan en
Dit gesprek van de Inspectie met het College van
Bestuur werd eveneens gevoerd in het kader van het
Nijeborg
steekproefonderzoek onderwijsverslag. Het bestuurlijk
Nijeborg, voor de opleiding vmbo kb. Deze vestiging viel
inspectie op alle aspecten als voldoende beoordeeld.
wijsverslag. Het ging dus niet om een risico-onderzoek,
onderwijskwaliteit op de scholen, ook al is dit aspect als
In april 2013 is de inspectie op bezoek geweest bij de
handelen binnen Onderwijsgroep Noord werd door de
in het steekproefonderzoek voor het jaarlijkse onder-
Een verbeterpunt ligt in het zicht houden op de
maar om een onderzoek waarmee de inspectie
voldoende beoordeeld.
doen over de kwaliteit van het onderwijs. Wel geeft de
Onderwijstijd
zijn dat, bij gebleken risico’s, de inspectie nogmaals zal
voldoen aan de gestelde eisen, hetgeen wil zeggen
eerst gebruik gemaakt van het nieuwe toezichtkader.
opleidingen hebben gehaald. Het voortgezet onderwijs
waarop zij haar toezicht vorm en inhoud geeft in een
in de onderbouw en de bovenbouw hebben recht op
en de Inspectie heeft in 2013 voor het eerst met het
examenjaar is de norm 700 klokuren.
informatie ophaalt om landelijke uitspraken te kunnen
14
heerst er op de school een veilig en prettig klimaat
inspectie informatie terug aan de school en kan het zo
Voor het schooljaar 2012-2013 geldt dat alle vestigingen
langskomen. De inspectie heeft bij het bezoek voor het
dat de vestigingen de minimumnormen voor al hun
De Inspectie van het Onderwijs beschrijft de wijze
kent minimumnormen voor onderwijstijd. Alle leerlingen
toezichtkader. Het toezichtkader van 2011 is vernieuwd
minimaal 1000 klokuren onderwijs per schooljaar. In het
vernieuwde toezichtkader gewerkt.
Alle vestigingen houden de gerealiseerde onderwijstijd
De inspectie is in haar rapport positief over de Nijeborg.
seerde onderwijstijd conform de planning. Als bekend
Vooral het draagvlak bij leerkrachten is als pluspunt
worden opgelopen wordt hier tijdig op geanticipeerd om
bij en rapporteren dit. Over het algemeen is de gereali-
Bijna alle indicatoren zijn als voldoende beoordeeld.
wordt dat in de loop van het schooljaar achterstanden
genoemd. De schoolleiding biedt professionele ruimte
zo aan het eind van het schooljaar de normen te halen.
LEER- EN WERKOMGEVING
3
Leer- en
werkomgeving
3.1 Internationalisering en
culturele diversiteit
in Duitsland. De Ronerborg heeft duidelijke doelen op
rsg de Borgen maakt kennis met andere culturen
Duitsland en naar Londen. Daarnaast organiseerden ze
het gebied van internationalisering en globalisering.
Zo gingen de leerlingen naar Papenburg en Bremen in
door reizen, uitwisselingen, de (nieuwe) media en
drie Talendorpen: Engels, Frans en Duits.
in de klas zitten. De multiculturele samenleving is
een gegeven. Europa drukt zijn stempel op steeds
3.2 Arbo & Veiligheidsbeleid
Wij willen dat onze leerlingen in deze multiculturele
Na een evaluatie van de Arbodienstverlening is het
met een open en respectvolle manier van omgaan
jaar gecontinueerd. Extra aandacht wordt besteed
is daarvoor een uitstekende, aansprekende manier.
vende. Waar nodig wordt het contact geïntensiveerd.
Ter voorbereiding op hun toekomstige rol in de
van Bestuur en bedrijfsarts.
kennis voor andere levenswijzen en overtuigingen
In 2013 hebben de vestigingen een vervolg gegeven
nemen aan een internationaal project. De Lindenborg
satie en evaluatie (RI&E). In 2014 zal een nieuwe RI&E
afhankelijk van het gekozen profiel. De vwo-leerlingen
herhaald. De uitkomsten hiervan worden vervolgens
doordat er steeds meer leerlingen uit andere culturen
meer aspecten van het leven, ook in onze omgeving.
samenleving hun grenzen leren verleggen. Dat begint
contract met Maetis-Ardyn voor de komende twee
met mensen uit andere culturen. Internationalisering
aan het contact tussen bedrijfsarts en de leidingge-
samenleving en ter ondersteuning van begrip en
Dit geldt eveneens voor het contact tussen College
streven we er naar alle leerlingen actief deel te laten
aan de resterende actiepunten van de risico-inventari-
organiseert excursies naar Parijs, Berlijn of München,
worden voorbereid zodat deze in 2015 kan worden
ontvingen leerlingen uit La Spezia uit Italië; het
in het schoolveiligheidsplan verantwoord.
in Bremen in Duitsland, zij deden ook mee aan een
jaarlijks terugkerende activiteit: het Talendorp. Voor
3.3 Huisvesting en Facilitair
als examenvak aan de tweedeklassers van het vwo
Inkoop en aanbesteden
Cittadella in Italië en Bilbao in Spanje. De Woldborg
die hier worden weergegeven. Naast de wettelijke
tegenbezoek volgt in april. De tweede klassen waren
dit jaar was dit een Frans dorp. Het vak Chinees wordt
aangeboden. De Nijeborg was in 2013 in Tsjechië, in
In 2013 zijn een aantal nieuwe contracten afgesloten
nam de leerlingen mee naar Bottrop, Keulen en Borkum
verplichting zijn het verhogen van de kwaliteit en
15
jaarverslag rsg de borgen 2013
het verlagen van de inkoopkosten de belangrijkste
redenen om aan te besteden. We zijn een partnerschip
met diverse leveranciers aangegaan en hebben de
inkoopkosten verlaagd door gunstige prijsafspraken
te maken.
Afgeronde aanbestedingen 2013
•Per 1 januari 2013 zijn nieuwe energiecontracten
van kracht. Met deze aanbesteding werd
aangesloten bij een collectief van scholen om een
nog groter schaalvoordeel te behalen.
•Per 1 augustus is Startpeople ons nieuwe
uitzendbureau en hebben we afscheid genomen
van Randstad Uitzendbureau. Startpeople
verzorgt de verloning van incidenteel ingehuurde
uitzendkrachten. Het contract is voor minimaal
drie jaar aangegaan met de mogelijkheid tot een
verlenging tot vijf jaar.
•Per 1 oktober 2013 is Deli XL onze nieuwe
leverancier van groothandelsartikelen, waaronder
voeding en dranken. Dit contract is aangegaan
voor minimaal twee jaar en maximaal vier jaar.
Het jaar 2013 stond evenals het voorafgaande
jaar voor een belangrijk deel in het teken van het
financieel herstel van de organisatie. Het budget voor
groot onderhoud van de gebouwen is tot een derde
van het geraamde budget uit het groot onderhoud
programma bezuinigd. Gezien de staat waarin de
gebouwen verkeren was dit eenmalig verantwoord.
Het budget groot onderhoud voor 2013 is niet
overschreden.
In het najaar van 2013 is de entree van de Lindenborg
verbouwd tot een verblijfsruimte. Er is een nieuwe,
verkleinde entree gerealiseerd. De binnenkomst in de
school is verfraaid en door de verbouw is de kantine
vergroot.
In de Nijeborg is gebouwd aan een herinrichting van
de praktijklokalen voor een nieuw onderwijsconcept:
TVC (techniek, vormgeving en commercie). De vakken
worden geïntegreerd aangeboden in een grote open
transparante leeromgeving.
Deli XL gaat ons helpen bij de implementatie van
3.4 Digitalisering
is in gezamenlijkheid met het Noorderpoort
In de huidige maatschappij is informatie en commu-
de gezonde school per 2015. Deze aanbesteding
gedaan.
•Per 1 januari 2014 zijn de opstal- en inboedelver-
zekering voor een periode van twee tot maximaal
vier jaar ondergebracht bij Amlin en Raetshagen.
•Per 1 januari 2014 is de Arbodienstverleningscontract met Maetis-Ardyn verlengd.
•In het schooljaar 2012-2013 is de
communicatiestrategie, mediaplanning en
–inkoop en vormgeving voor alle stichtingen
Europees aanbesteed. Wij zoeken voor Onderwijsgroep Noord en haar drie onderwijsinstellingen
naar één partner. Hiervoor hebben acht bureaus
ingeschreven. De commissie, bestaande uit
drie medewerkers van de afdeling Marketing &
Communicatie en een vestigingsdirecteur hebben
de inschrijvingen beoordeeld. Op basis van de
score mochten vier bureaus door naar de pitch. In
maart is de opdracht gegund aan
Groot Haar + Orth in Leeuwarden.
•In 2013 is gestart met de voorbereiding van de
Europese aanbesteding van multifunctionals voor
alle vestigingen ter vervanging van drie aflopende
contracten. Een multifunctional combineert
meerdere functies in één apparaat. De apparaten
kunnen printen, kopiëren en scannen.
16
Huisvesting
nicatietechnologie (ict) niet meer weg te denken.
Internet is een basisvoorziening geworden, ‘Googlen’
is voor velen een begrip. Het gebruik van computer,
laptop, tablet en smartphone is voor jong en oud een
vanzelfsprekendheid geworden.
Draadloos netwerk
De genoemde ontwikkeling vraagt van Onderwijs-
groep Noord een degelijke ict-omgeving. Leerlingen
komen massaal met eigen smartphone, tablet of
laptop op school. Er wordt intensief gebruik gemaakt
van het draadloze netwerk dat op vestigingen van rsg
de Borgen aanwezig is. De aanwezige draadloze infrastructuur is in 2013 geoptimaliseerd om het gebruik
van eigen apparatuur (Bring Your Own Device) en alle
draadloze apparatuur van de vestigingen optimaal te
kunnen gebruiken. Metingen laten pieken zien van
5000 draadloze apparaten die gelijktijdig verbonden
zijn. Om de toegang tot het WiFi (draadloze) netwerk
te optimaliseren is Eduroam in gebruik genomen.
Gasten, stagiaires en leerlingen van scholen buiten
Onderwijsgroep Noord die aangesloten zijn bij
Eduroam kunnen eenvoudig gebruik maken van het
draadloze netwerk
LEER- EN WERKOMGEVING
Tablets
Afas
gebruik genomen. De verwachting is dat het gebruik
een geïntegreerd salaris- en HR-pakket dat voldoet
Door leerlingen en/of medewerkers zijn tablets in
de komende jaren verder zal toenemen. Het is van
belang dat de school zich bezig houdt met een
duidelijke visie op het gebruik van deze ict-middelen,
dat er voldoende content (lesmateriaal) beschikbaar
is en dat er voldoende vaardigheid is bij de docenten.
Daarnaast moet de technische infrastructuur voldoen
aan de gestelde eisen.
Netwerk Onderwijsgroep Noord
Onderwijsgroep Noord biedt de vestigingen alle
ict-diensten aan vanuit Groningen. In 2013 is een
nieuw contract (glasvezelverbindingen) afgesloten
waardoor de bandbreedte tussen de scholen de
komende jaren toereikend zal zijn. Om de continuïteit
en veiligheid van de ict-voorzieningen te garanderen
wordt er permanent gewerkt aan beveiliging en
voorzieningen om de gevolgen van calamiteiten te
minimaliseren. Er is een nieuwe Firewall aangeschaft.
Daarnaast is de back-up voorziening geoptimaliseerd.
Ook worden de ontwikkelingen met betrekking tot
Sinds 1 januari 2013 werkt Onderwijsgroep Noord met
aan het vooraf gestelde eisen- en wensenpakket. Het
is gekoppeld aan bestaande systemen zoals Exact
en Synaxion. Voor de invoering van dit pakket, Profit
Online van Afas, is een projectorganisatie ingericht
met het hoofd van de personeels- en salarisadministratie (PSA) als projectleider.
Na de inrichtingsfase is de conversie vanuit het
bestaande salarisverwerkingspakket gestart. In 2012
is een volledige schaduwadministratie gevoerd, zodat
uitvoerig getest en gewerkt kon worden aan de
uniformering van de werkprocessen en het genereren
van stuurinformatie. Met ingang van 1 januari 2013 is
Onderwijsgroep Noord daadwerkelijk live gegaan met
Profit Online als salarisverwerkingspakket. Inmiddels
zijn afgerond:
•de conversie waarbij het resultaat van het
voormalige salarisverwerkingspakket is
geëvenaard;
internetaanvallen (DDoS) nauwlettend gevolgd en
•zicht op de begrote formatie en de daadwerkelijke
waar nodig toegepast.
•eenduidige managementinformatie;
•een koppeling met de arbodienst voor de ziek- en
worden de preventieve maatregelen onderzocht en
Software
uitputting daarvan;
herstelmeldingen;
Microsoft stopt in 2014 met de ondersteuning van
•de journalisering naar het financiële pakket Exact.
softwareprogramma’s aangepast zodat ze werken
De medewerkers van de afdeling zijn opgeleid door
aantal (niet of weinig gebruikte) programma’s
lijkse verloningen tot een goed resultaat te leiden. Het
Daarnaast zijn alle voorbereidingen getroffen om
werkwijze voor alle stichtingen binnen Onderwijs-
Windows XP. In 2013 zijn als voorbereiding hierop alle
binnen Windows 7. Tijdens dit traject zijn een groot
verwijderd.
naar Windows 7 te kunnen migreren, inmiddels is
circa 95% van de pc’s en laptops gemigreerd. In 2013 is
een onderzoek gestart om te bekijken of de bestaande
applicaties optimaler gebruikt kunnen worden ten
Afas en hebben nu voldoende kennis om de maande-
verwerken van mutaties gebeurt nu op een uniforme
groep Noord. Vanuit Profit worden documenten
gegenereerd en opgeslagen in het digitale personeelsdossier van de betreffende medewerker.
behoeve van de informatievoorziening.
Elektronische leeromgeving (elo)
Op alle vestigingen wordt gebruik van gemaakt
van een elektronische leeromgeving (elo). In 2013 is
de inlog voor de elo’s voor leerlingen en personeel
geautomatiseerd.
17
jaarverslag rsg de borgen 2013
4
Medewerkers
4.1 Onze medewerkers
Hieronder staat de verdeling van de verhouding per vestiging, uitgesplitst in man en vrouw.
Man
%Man
Vrouw
%Vrouw
Totaal
Centraal
1
100%
-
-
1
Esborg
9
43%
12
57%
21
Lindenborg
55
49%
57
51%
112
Nijeborg
32
50%
32
48,65%
64
Ronerborg
16
50%
16
50%
32
Woldborg
15
58%
11
42%
26
Totaal
128
50%
128
50%
256
Verdeling man/vrouw en in %
Hieronder staat de verdeling van de medewerkers per vestiging naar diverse leeftijdscohorten.
0-25
25-35
35-45
45-55
55-60
60+
Totaal
Centraal
-
-
-
-
1
-
1
Esborg
-
3
4
5
5
4
21
Lindenborg
6
26
11
31
19
19
112
Nijeborg
2
9
9
17
14
13
64
Ronerborg
2
9
5
9
6
1
32
Woldborg
-
8
2
3
7
6
26
Eindtotaal
10
55
31
65
52
43
256
Leeftijdsopbouw per vestiging
18
medewerkers
Flexibele formatie
voor iedereen: voor docenten, voor onderwijsonder-
Om te komen tot een beheersing van de uitgaven
steunend personeel en voor het management.
arbeidsvoorwaardengesprek gekeken naar het risico
OGN-academie georganiseerd:
inzake uitkeringen na ontslag wordt er tijdens het
In 2013 zijn de volgende opleidingsactiviteiten door de
voor de instroom in de WW en Bovenwettelijk WW.
•Omgaan met verschillen
•Gebruikerstrainingen Magnaview CumLaude
•Elo basis en gevorderden trainingen
•Financieel Management
•Gebruikerstraining Magister Management-
Hierbij wordt gekeken naar het arbeidsverleden. Op
grond hiervan komt het voor dat de medewerker
niet in eigen dienst wordt genomen maar dat er
gebruik gemaakt wordt van een payrolling via een
uitzendbureau. Dit om te voorkomen dat medewerkers
instromen in de WW of Bovenwettelijk WW. Daarnaast
biedt de werkgever op verzoek van de oud-medewerker
ondersteuning bij het vinden van een nieuwe functie.
Dit zijn maatwerktrajecten.
platform
•Gebruikerstraining voor iPads
•Opleiding rekenspecialist
•Inzet van de Magister elo in de les
4.2 Professionalisering en
OGN-academie
In het schooljaar 2012/2013 hebben de netwerk- en
de projectgroep Professionalisering gewerkt aan
het formuleren van professionaliseringsbeleid voor
Onderwijsgroep Noord. De netwerkgroep heeft onder
meer een visie op professionaliseren ontwikkeld
en de projectgroep een inrichtingsnotitie voor de
OGN-academie. Daarnaast zijn de eerste, centraal
georganiseerde opleidingen georganiseerd.
Bij aanvang van het schooljaar 2013/2014 is
de OGN-academie operationeel geworden. De
OGN-academie is een knooppunt binnen de
stafdienst p&o die allerlei vragen met betrekking
tot professionalisering oppakt. De OGN-academie
is gestart met het daadwerkelijk inrichten van
de academie inclusief alle werkprocessen, met
beleidsontwikkeling en met het organiseren van
cursussen en trainingen. De scholingsactiviteiten zijn
gebaseerd op de scholingsplannen van de stichtingen.
De OGN-academie werkt samen met professionele
trainers en docenten. Hiervoor maakt ze niet alleen
gebruik van externen, maar ook van collega’s binnen
Onderwijsgroep Noord.
Het eerste jaar van de OGN-academie staat in het
teken van inrichten, opbouwen en groeien. Het
uiteindelijke streven is dat de OGN-academie er
zal zijn voor elke professionaliseringsvraag binnen
Onderwijsgroep Noord: van een training op een
vestiging tot individuele loopbaangerichte oplei-
dingen, van workshops tot coaching, van kenniscafé
tot leernetwerk. Daarbij geldt: de OGN-academie is er
19
jaarverslag rsg de borgen 2013
4.3 Gezondheidsmanagement
In 2012 was het gemiddelde ziekteverzuim van rsg de
Gezondheidsmanagement is een strategisch thema
een behoorlijke daling. Directeuren van rsg de Borgen
Borgen 5,5%. Ten opzichte van 2012 is er sprake van
binnen rsg de Borgen. Het verzuimpercentage is
zetten, in samenwerking met personeel & organisatie
daarbij een belangrijk meetinstrument. Het streef-
(p&o) en de bedrijfsarts, adequate interventies in om
percentage van 5% is in 2013, met een gemiddeld
het ziekteverzuimpercentage daar waar mogelijk is
ziekteverzuimpercentage van 4,2%, gehaald.
terug te dringen en/of te voorkomen.
10,0
8,0
ZV1
ZV1
Norm
VG
6,0
4,0
2,0
r
be
m
r
ce
be
De
m
r
ve
be
No
to
Ok
em
be
r
us
pt
Se
Au
gu
st
li
Ju
ni
Ju
ei
M
ril
Ap
rt
aa
M
ua
br
Fe
Ja
nu
ar
i
ri
0,0
NormDe norm is het geaccepteerde gemiddelde ziekteverzuim in een kalenderjaar. Deze norm is in april 2012
ZV1
vastgesteld door het College van Bestuur.
Ziekteverzuimpercentage 1
Aantal gewogen kalenderdagen ziekteverlof van het reguliere personeel, gedeeld door de gemiddelde
personeelssterkte (GAP) en gedeeld door het aantal kalenderdagen van de rapportageperiode,
ZV2
maal 100 procent.
Ziekteverzuimpercentage 2
Idem als ZV1 maar exclusief ziektegevallen die langer dan een jaar hebben geduurd.
ZMF1Ziekmeldingsfrequentie 1
Aantal nieuwe ziektegevallen in de rapportageperiode per 100 personeelsleden.
VG
20
Het voortschrijdend gemiddelde ziekteverzuim op basis van ZV1.
5
financiën
Financiën
5.1 Jaarrekening 2013
Ook de totale lasten zijn hoger dan begroot. De
Resultaat
een toename van de lonen en salarissen van het
een positief financieel resultaat van € 740.626
is het gevolg van groei van het aantal leerlingen per
gehouden met een positief resultaat van € 100.000.
personeelsleden. Er is dan ook sprake van lagere
verdeeld:
minder uitzendkrachten, zzp-ers en overige externe
personeelslasten zijn € 0,13 miljoen hoger door
rsg de Borgen heeft het jaar 2013 afgesloten met
personeel met een aanstelling bij rsg de Borgen. Dit
(2012: € 632.687). In de begroting 2013 was rekening
1 augustus 2013 en afname van het aantal externe
Het exploitatieresultaat over 2013 is als volgt
kosten voor personeel niet in loondienst doordat er
Toevoeging aan de Algemene Reserve
Toevoeging aan de Bestemmingsreserve
personeelsleden zijn ingezet, zowel voor de reguliere
20132012
98.626632.687
werkzaamheden als voor vervanging bij ziekte. De
dotaties aan de personele voorzieningen zijn lager
omdat een deel van de voorziening voor wachtgeld-
‘Toekomstbestendig rsg de Borgen’
476.0000
verplichtingen vrijvalt.
‘Regeling jonge leerkrachten’
166.0000
de geplande investeringen niet zijn uitgevoerd in 2013.
Exploitatieresultaat
740.626632.687
Toevoeging aan de Bestemmingsreserve
De totale baten zijn hoger dan begroot. De rijks-
De afschrijvingslasten zijn lager omdat een deel van
De overschrijding bij de huisvestingslasten wordt
veroorzaakt door hogere kosten voor onderhoud en
schoonmaak en bij de overige lasten door gestegen
bijdragen zijn € 0,66 miljoen hoger als gevolg van
kosten van lesmaterialen en excursies.
Onderwijsakkoord in december 2013 beschikbaar
Een uitgebreide toelichting op de verschillen tussen
subsidies zijn de gemeentelijke bijdragen iets hoger
posten in de jaarrekening.
Door hogere opbrengsten vanwege detachering
Bestemmingsreserves
excursies bij de ouderbijdragen en hogere bijdragen
met een aantal ontwikkelingen die een grote impact
de overige baten met € 0,22 miljoen gestegen ten
Het gaat daarbij met name om de gevolgen van de
de extra subsidies die op grond van het Nationaal
zijn gesteld. Bij de overige overheidsbijdragen- en
dan is begroot.
realisatie en begroting staat bij de afzonderlijke
van medewerkers, toegenomen opbrengsten voor
In de komende jaren krijgt rsg de Borgen te maken
vanuit de regionale samenwerkingsverbanden zijn
op de organisatie en de middelen zullen hebben.
opzichte van de begroting.
daling van het aantal leerlingen en onderwijskundige
21
jaarverslag rsg de borgen 2013
ontwikkelingen zoals de invoering van passend
Het eigen vermogen is voldoende om bij te sturen in
met zich mee maar tevens extra onzekerheden en
nadelige invloed hebben op de exploitatie.
onderwijs. Dit brengt niet alleen een extra inspanning
daarmee ook risico’s.
Het College van Bestuur is van mening dat bovenstaande ontwikkelingen moeten worden opgelost
De liquiditeit (vlottende activa / vlottende passiva) is
gestegen ten opzichte van 2012 en ligt boven de, door
de Inspectie van het Onderwijs gehanteerde, signale-
binnen de jaarlijkse begroting. Daarnaast heeft het
ringsgrens van 0,75. Zowel de vlottende activa als de
bestemmingsreserve gevormd van waaruit geïnves-
toename van de vlottende activa, in het bijzonder
College van Bestuur uit het positieve resultaat een
teerd kan worden in een toekomstbestendig
rsg de Borgen. De mogelijke aanwending van deze
bestemmingsreserve zal alleen geschieden vanuit
vlottende passiva zijn toegenomen, maar de relatieve
de liquide middelen, is hoger. De liquiditeit kan als
voldoende worden beschouwd.
goedkeurende besluitvorming door het College
De rentabiliteit (resultaat gewone bedrijfsvoering
vraagstukken vindt het College van Bestuur gerecht-
gestegen ten opzichte van 2012. Het resultaat, en
van Bestuur. Gezien de grootte van de toekomstige
vaardigd hiervoor specifieke middelen te bestemmen.
Het gaat hierbij om een bedrag van € 476.000.
De ontvangen subsidie op grond van de ‘Regeling
bijzondere en aanvullende bekostiging jonge
leerkrachten’ betreft een ‘kasschuif’ en zal in de jaren
2016 en 2017 terugbetaald moeten worden aan het
/ totale baten uit gewone bedrijfsvoering x 100) is
daarmee de rentabiliteit, wordt positief beïnvloed
door de extra subsidies op grond van het nationaal
onderwijsakkoord. Ook als deze extra subsidies buiten
beschouwing worden gelaten, kan geconcludeerd
worden dat de exploitatie op orde is.
ministerie. Hiervoor wordt een afzonderlijke
5.2 Begroting
in 2016 en 2017 geen extra belasting van de exploi-
In juni 2013 is de nieuwe besturingsfilosofie vastge-
een bedrag van € 166.000.
zo laag mogelijk in de organisatie leggen van de
bestemmingsreserve gevormd zodat de terugbetaling
taties in die jaren zullen vormen. Het gaat hierbij om
De kosten die gemoeid zijn met de uitvoering van
deze regeling zullen binnen de begroting opgevangen
worden.
steld. Eén van de kenmerken van de filosofie is het
verantwoordelijkheden. Hiermee wordt een belang-
rijke wijziging ingezet, want het accent lag voorheen
op centrale sturing en niet op decentrale sturing. Een
consequentie hiervan is het decentraliseren van de
Financiële kengetallen
Op basis van de jaarrekening kunnen de volgende
financiële kengetallen worden berekend:
budgetverantwoordelijkheid. De vestigingen worden
zelf verantwoordelijk voor het opstellen en voor de
realisatie van de begroting. In 2012 en 2013 is hier al
een begin mee gemaakt en in 2014 wordt deze lijn
2013
2012
Solvabiliteit
0,58
0,50
Liquiditeit
1,11
0,88
Rentabiliteit
3,74
3,13
De solvabiliteit (verhouding eigen vermogen / totaal
vermogen) is in 2013 verbeterd en ligt ruim boven de
norm van 0,30. Deze norm is door de Inspectie van het
Onderwijs met ingang van 1 januari 2013 verhoogd
van 0,20 naar 0,30. De toename van de solvabiliteit is
het gevolg van het positieve netto resultaat over 2013.
22
het geval van veranderende omstandigheden die een
doorgetrokken. Het einddoel is een situatie, waarbij
de vestigingen volledig verantwoordelijk zijn voor de
eigen financiële huishouding.
rsg de Borgen zit momenteel volop in deze transitie.
Omdat dit proces nog in ontwikkeling is, hebben we
op dit moment nog niet de situatie bereikt om tot
volledige decentralisatie van de middelen over te
gaan. Dit geldt met name voor de personele middelen.
Voor de decentralisatie van deze middelen moet eerst
aan twee belangrijke voorwaarden worden voldaan.
Ten eerste moet het onderwijs hier klaar voor zijn.
Decentralisatie van de personele middelen vraagt
om een situatie waarbij er sturing plaats kan vinden
financiën
op een gemiddelde personeelslast. Deze sturing
plannen aflopen in 2014 zijn in de meerjarenbegroting
beschikken. Sturen op personeel kan alleen als de
de kaderbrief en begrotingsbrief zijn vermeld.
kan alleen als vestigingen over een zekere omvang
mutatiemomenten aangegrepen worden om de
nog geen nieuwe ambities opgenomen, anders dan in
gewenste wijzigingen te realiseren. rsg de Borgen
5.3 Continuïteit
vestigingen doen zich gewoonlijk te weinig mutatie-
Deze continuïteitsparagraaf beoogt inzicht te
te beïnvloeden. Kortom, voordat de personele
Bestuur van rsg de Borgen omgaat met de financiële
heeft een aantal kleine vestigingen. Binnen deze
momenten voor om daadwerkelijk de factor personeel
middelen daadwerkelijk gedecentraliseerd kunnen
worden, zal hier een oplossing voor gevonden moeten
worden. Het vinden van deze oplossing vraagt om een
herbezinning van het huidige besturingsmodel. Deze
bezinning vindt op het moment van het verschijnen
van deze begroting volop plaats.
Ten tweede vraagt decentralisatie van de personele
middelen om een adequate monitoring van de
uitgaven en dus ook om perfecte managementin-
formatie. Hierin worden de laatste jaren belangrijke
stappen voorwaarts gemaakt.
verschaffen in de wijze waarop het College van
gevolgen in de jaren 2013 tot en met 2016 als
gevolg van het gevoerde en te voeren beleid. In deze
paragraaf wordt zicht geboden op het verwachte
exploitatieresultaat in de komende jaren en de
ontwikkeling van de vermogenspositie. Het proces om
majeure ontwikkelingen in de nabije toekomst en de
gevolgen hiervan voor het resultaat en de vermogens-
positie te identificeren, is structureel ingebed in rsg de
Borgen. Hiertoe wordt in de meerjarenbegroting een
tijdshorizon gehanteerd die nog vier jaren verder ligt
dan de tijdshorizon in deze continuïteitsparagraaf.
De ambities van de organisatie worden jaarlijks
uitgewerkt in een jaarplan per vestiging. Daarnaast
zijn er ook opdrachten vanuit de overheid. De
combinatie van eigen ambities en de rijksopdrachten,
vraagt een scherpe prioritering in inzet van de steeds
schaarser wordende middelen. Deze tendens wordt
versterkt door de krimpsituatie. rsg de Borgen wordt
de komende jaren geconfronteerd met een daling
van het aantal leerlingen van ruim 17%. Deze krimp
zal worden meegenomen bij het opstellen van het
nieuwe strategische beleidsplan 2015-2019.
In de jaarlijkse kaderbrief zijn de prioriteiten nader
omschreven. Deze prioriteiten zijn opgesteld in
samenspraak met de directeuren en de coördinerend
bestuursadviseurs. Het betreft over het algemeen
zaken waarvan we met elkaar vinden dat de focus op
moet liggen, tegen de achtergrond van het strategisch
beleidsplan.
De kaderbrief is vervolgens vertaald naar een begro-
tingsbrief, om op deze manier te bewerkstelligen dat
middelen en ambities worden samengebracht. De
begrotingsbrief heeft als uitgangspunt gediend voor
de begroting.
Op basis hiervan is de begroting door het
management team van rsg de Borgen opgesteld,
waarin de ambities van de organisatie zijn meegenomen. Omdat de huidige strategische beleids-
23
jaarverslag rsg de borgen 2013
2700
2600
2500
Aantal
leerlingen
2400
Prognose
leerlingen
2300
Kengetallen
Prognose leerlingenaantallen
2020-2021 –
2019-2020 –
2018-2019 –
2017-2018 –
2016-2017 –
2015-2016 –
2014-2015 –
2013-2014 –
2012-2013 –
2011-2012 –
2010-2011 –
2009-2010 –
2008-2009 –
2007-2008 –
2006-2007 –
2100
2005-2006 –
2200
Het aantal leerlingen in het voedingsgebied van rsg
Het marktaandeel van rsg de Borgen is in 2013 ten
het om een daling van 150 leerlingen. Dat is een
Groei van het marktaandeel leidt direct tot een
De snelheid en scherpte van deze daling wordt
Een deel van de autonome krimp kan zo worden
acht jaren in het basisonderwijs verblijven. In het
staan in onderstaande tabel weergegeven.
de Borgen daalt gestaag. Tussen 2012 en 2019 gaat
opzichte van het voorgaand schooljaar gestegen.
daling van 17,6%.
stijging van het aantal leerlingen in de prognose.
enigszins getemperd door leerlingen die langer dan
opgevangen. De prognoses voor de jaren 2014-2020
jaar voor de instroom naar het voortgezet onderwijs,
ontstaat zo ieder jaar een beperkt extra potentieel.
Totaal
leerlingen
Mutatie t.o.v.
voorgaand jaar
Mutatie in % t.o.v.
voorgaand jaar
01-10-’12
01-10-’13
01-10-’14
01-10-’15
01-10-’16
01-10-’17
01-10-’18
01-10-’19
01-10-’20
2.407
2.515
2.513
2.597
2.559
2.494
2.410
2.346
2.260
43
108
-2
84
-38
-65
-84
-64
-86
1,3%
4,5%
-0,1%
3,3%
-1,5%
-2,5%
-3,4%
-2,7%
-3,7%
Bij een gelijkblijvend marktaandeel zal het aantal
bieden geen garanties voor de toekomst maar kunnen
Vanaf 2016 is sprake van een jaarlijkse daling van het
prognoses en reële ontwikkelingen.
leerlingen van rsg de Borgen in 2014 licht afnemen.
aantal leerlingen als gevolg van het afnemend aantal
leerlingen op de basisscholen in het voedingsgebied.
De prognose is realistisch. Groei en daling in het
verleden worden geëxtrapoleerd naar de toekomst
door uit te gaan van gemiddelde prestaties in het
verleden. Prestaties die in het verleden zijn behaald,
24
wel gehanteerd worden voor het opstellen van
De mutatie van het aantal leerlingen is verwerkt in de
meerjarenbegroting, zonder dat hiervoor aanvullende
bezuinigingsmaatregelen zijn opgenomen.
Personele bezetting
Voor zover in het schooljaar 2013-2014 sprake is van
financiën
inzet van formatie op basis van additionele bekos-
opgenomen om de leeftijdsopbouw van het perso-
tiging in de komende jaren wordt beëindigd. Er wordt
de geprognosticeerde krimp van het leerlingaantal.
tiging, komt deze inzet te vervallen indien de bekosgeanticipeerd op bezuinigingen op de bekostiging
en daarom is bij de inzet van externe medewerkers
rekening gehouden met een flexibele schil die
voldoende groot is om een teruggang in formatie te
kunnen opvangen.
Er is op dit moment geen sprake van boventalligheid.
Er zijn middelen gereserveerd voor wachtgeldverplichtingen. Dit bedrag is bestemd voor nieuwe verplichtingen in 2014. In de begroting 2014 is extra ruimte
neelsbestand zo optimaal mogelijk af te stemmen op
Deze middelen zijn bestemd om de mobiliteit van de
medewerkers te stimuleren waarmee kan worden
voorkomen dat de leeftijdsopbouw van het personeel,
en daarmee ook de kosten per medewerker, bij een
dalend aantal leerlingen ongunstiger wordt ten
opzichte van de bekostiging. Dit zal tevens een positief
effect hebben op de omvang van de flexibele formatie
waardoor nieuwe boventalligheid kan worden
voorkomen.
Samenvattend overzicht kengetallen
Kengetallen
stand per 31 -12
2013
werkelijk
2014
begroot
2015
prognose
2016
prognose
Onderwijsgevend personeel (fte)
Directie en beheerspersoneel (fte)
Totale personele bezetting (fte)
156,24
30,33
186,57
157,38
33,38
190,76
163
34
197
160
34
194
lwoo
pro
vmbo-bb kb
vmbo-gl, -tl, havo en vwo
Totaal leerlingen
163
94
409
1.849
2.515
162
94
409
1.848
2.513
168
97
423
1.909
2.597
165
96
417
1.881
2.559
2013
werkelijk
2014
begroot
2015
prognose
2016
prognose
Activa
Materiële vaste activa
Vlottende activa
Totaal activa
3.002
2.306
5.308
3.338
1.937
5.275
3.056
2.012
5.068
2.778
1.997
4.775
Passiva
Eigen vermogen
Voorzieningen
Langlopende schulden
Kortlopende schulden
Totaal passiva
3.071
130
35
2.072
5.308
3.071
130
2
2.072
5.275
2.899
130
-33
2.072
5.068
2.606
130
-33
2.072
4.775
Balansratio’s
2013
2014
2015
2016
Solvabiliteit
0,58
0,58
0,57
0,55
Balans
Balans per 31-12
(x € 1.000)
Liquiditeitsratio
1,11
0,93
0,97
0,96
25
jaarverslag rsg de borgen 2013
Gestreefd wordt naar een solvabiliteitratio van
De liquiditeitspositie van rsg de Borgen is voldoende.
ciële risico’s te kunnen opvangen. Bij de instellingen
liquide middelen hebben het niveau dat voor een
minimaal 0,30 per instelling. Dit is nodig om finandie niet aan deze minimumnorm van 30% voldoen
gaat de Inspectie onderzoeken of de financiële
continuïteit in gevaar komt.
De liquiditeitsratio bedraagt 1,11 per ultimo 2013. De
normale bedrijfsvoering gewenst is maar bij het
uitvoeren van investeringen zal de liquiditeitspositie
nadrukkelijk betrokken moeten worden.
De solvabiliteit van rsg de Borgen bedraagt per
ultimo 2013 0,58. Daarmee wordt zowel aan de eigen
Investeringen
tatuut, als aan de nieuwe solvabiliteitsnorm van de
onderdeel van het nieuwe strategische beleidsplan,
minimumnorm, zoals verwoord in het Treasurys-
onderwijsinspectie voldaan. De verwachting is dat de
solvabiliteit in de komende jaren op een vergelijkbaar
niveau blijft. Dat betekent dat verdere versterking van
het vermogen vooralsnog niet noodzakelijk is.
In 2014 wordt het meerjarig investeringsbeleid, als
voor de hele instelling opgesteld. De investeringen
waarvoor in 2014 middelen zijn gereserveerd, zijn nog
niet gebaseerd op een meerjarig investeringsbeleid
maar op onderwijskundige of technische noodzaak.
Staat van Baten en Lasten
Staat van Baten en Lasten
(x € 1.000)
Baten
Rijksbijdragen
Overige Overheidsbijdragen
Overige baten
Totaal Baten
2013
werkelijk
2014
begroot
2015
prognose
2016
prognose
18.111
18.712
19.262
19.732
385
1.287
1.036
332
1.056
333
1.113
19.782
20.078
20.650
21.178
Personele lasten
14.652
15.475
16.206
16.704
Huisvestingslasten
1.264
1.412
1.440
Totaal lasten
19.053
20.089
20.837
21.489
730
-11
-187
-311
11
11
15
18
741
-
-172
-293
LASTEN
Afschrijvingslasten
Overige lasten
Saldo Baten en Lasten
782
2.355
Saldo financiële baten en lasten
NETTO RESULTAAT
Staat van Baten en Lasten
786
1.384
2.444
728
2.491
720
2.625
blijkt dat ook de voorraad liquide middelen hierdoor
Zoals uit de geprognosticeerde Staat van Baten en
geraakt wordt en in de komende jaren afneemt.
overheid op de bekostiging, in combinatie met een
De afgelopen jaren is er bezuinigd op de materiële
ongewijzigd beleid, sprake van een tekort van ca.
gevonden in de materiële exploitatie. Indien nodig
€ 0,3 miljoen. Belangrijke aanname is dat het beleid
voor extra bezuinigingen. Hierdoor hoeft voor de
gehouden wordt met vertrek van ouder personeel en
rekening gehouden worden met verdere bezuini-
Lasten blijkt is de impact van bezuinigingen door de
teruglopende aantal leerlingen, groot. In 2015 is, bij
exploitatie. In de begroting 2014 is extra ruimte
€ 0,2 miljoen, wat in 2016 oploopt tot een tekort van
kan in de toekomstige jaren ruimte worden gevonden
ongewijzigd blijft, wat betekent dat er geen rekening
begrotingen vanaf 2015 niet noodzakelijkerwijs
vervanging door jonger personeel, wat een positief
gingen in de formatie. De belangrijkste aandacht zal
effect zal hebben. Uit de geprognosticeerde balans
26
330
in de komende jaren uit moeten gaan naar de vaste
financiën
kosten zoals afschrijvingslasten en huisvestingslasten
omdat deze, bij een dalend aantal leerlingen, steeds
zwaarder op de exploitatie gaan drukken.
Met de mogelijke gevolgen van leerlingendaling
en de daarmee verband houdende bezuinigingen
op de formatie, zoals toename van boventalligheid
en wachtgeldverplichtingen, is in de prognose van
de Staat van Baten en Lasten nog geen rekening
gehouden.
Intern risicobeheersings- en controlesysteem
In 2013 is een start gemaakt met risicomanagement.
passend onderwijs wordt deze analyse regelmatig
geagendeerd.
Rapportage toezichthoudend orgaan
Zoals uit het verslag van de Raad van Toezicht blijkt
laat de raad zich informeren door deskundigen over
de belangrijke ontwikkelingen en grote beleidsvraag-
stukken zodat de Raad zijn toezichthoudende rol goed
kan vervullen. Bij deze thema’s denkt de Raad van
Toezicht mee met het College van Bestuur en geeft
tevens adviezen.
Uitgangspunt is om per waargenomen risicogebied,
5.4 Treasury
Daarna worden er beheersmaatregelen opgesteld om
Het treasurybeleid is onderdeel van het financiële
Vooruitlopend op een volledige geïmplementeerd
de daaraan verbonden instellingen en is op de hele
de kans van optreden en de impact te definiëren.
de waargenomen risico’s het hoofd te bieden.
risicomanagement zijn in 2013 de meest urgente
probleemgebieden onderzocht, te weten de demogra-
fische krimp en de introductie van passend onderwijs.
Voor beide gebieden is onderzocht welke effecten
hiervan uit kunnen gaan op de financiële positie van
rsg de Borgen. De hier waargenomen risico’s worden
meegenomen in het positioneringstraject.
In 2014 wordt met behulp van een externe partner
het risicomanagement verder geïmplementeerd. In de
begroting 2014 zijn hiervoor middelen gereserveerd.
Belangrijkste risico’s en onzekerheden
Voor de komende jaren is rekening gehouden met
de financiële impact van de risico’s en bedreigingen
beleid van de Stichting Onderwijsgroep Noord en
groep van toepassing. Het treasurybeleid vindt plaats
binnen de kaders van de regeling van de Minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 16
september 2009, met kenmerk FEZ/CC-2009/150185,
houdende regels over het beleggen en belenen van
publieke middelen (Regeling beleggen en belenen
door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010)
en het Treasurystatuut Onderwijsgroep Noord van
10 oktober 2011. Bij het aantrekken, respectievelijk
uitzetten van alle benodigde, respectievelijk
overtollige liquide middelen wordt gehandeld in
overeenstemming met de in deze regeling gestelde
verplichtingen.
die bij het opstellen van de begroting bekend zijn.
De algemene doelstellingen van het treasurybeleid
bekostiging en de ontwikkeling van het aantal
•het beheren van financiële geldstromen op de
De belangrijkste risico’s en bedreigingen zijn de
leerlingen. De effecten hiervan zijn meegenomen in
luiden:
korte termijn met als doel op het juiste moment
over de juiste hoeveelheid liquide middelen in
de (meerjaren)begroting. Ook de hierdoor ontstane
rekening-courant te kunnen beschikken, zonder
noodzaak tot bezuinigen wordt zichtbaar gemaakt.
dat er sprake is van een overschot of tekort aan
Te zijner tijd, zal dit in de onderscheiden jaren, nader
liquide middelen in rekening-courant. Essentieel
worden uitgewerkt.
voor het bereiken van deze doelstelling is een
In de meerjarenbegroting wordt nog geen rekening
korte termijn liquiditeitsplanning. De korte
gehouden met de wijzigingen in de geldstromen voor
termijn liquiditeitsplanning wordt gepland vanaf
lwoo en pro als gevolg van het invoeren van passend
één week tot één jaar vooruit. Bij het uitzetten
onderwijs. Deze ontwikkelingen zijn nog met veel
van overtollige gelden mogen transacties worden
onzekerheden omgeven, waardoor het niet mogelijk
is om ze concreet in de begroting in te passen. Wel
hebben we separaat aan deze begroting een risicoanalyse opgesteld, waarin verschillende scenario’s
worden becijferd. Hierdoor zijn we voldoende
voorbereid op de mogelijke effecten. In de werkgroep
afgesloten met de volgende geldnemers:
• financiële instellingen of door financiële
instellingen uitgegeven papier met
minimaal een A-rating, afgegeven door
tenminste twee erkende rating agency’s,
27
jaarverslag rsg de borgen 2013
voor beleggings- en beleningsvormen voor
een periode tot en met drie maanden.
• financiële instellingen of door financiële
instellingen uitgegeven papier met
minimaal een AA-minus rating, afgegeven
door tenminste twee erkende rating
agency’s, voor beleggings- en belenings-
vormen voor een periode van meer dan drie
maanden.
Bij het voeren van het treasurybeleid zijn de
volgende treasury instrumenten toegestaan:
• rekening courant
• spaarrekeningen
• deposito’s
•de solvabiliteit (verhouding Eigen Vermogen/
Totaal Vermogen) dient minimaal het door de
overheid voorgeschreven percentage te zijn (31-122013 VO: 0,30)
•het minimaliseren van de kosten van leningen
(kostenminimalisatie) in relatie tot de geld- en
kapitaalmarktrente
•het optimaliseren van het rendement van de
overtollige liquide middelen binnen de kaders van
het treasurystatuut (rentemaximalisatie)
van overtollige liquide middelen op deposito’s sprake
van functiescheiding tussen de front office en back
office. In 2011 is het treasurystatuut geactualiseerd
en vastgesteld door het College van Bestuur. In dit
treasurystatuut wordt het treasurybeleid uiteengezet
en wordt een beschrijving gegeven van de bevoegd-
heden en verantwoordelijkheden in het kader van de
treasuryfunctie van de instelling. Het treasurystatuut
heeft tot doel sturing te geven aan de treasuryfunctie
en risico’s te beperken. Rapportage over treasury
aangelegenheden maakt integraal onderdeel uit van
de bestaande managementrapportages.
De rentevergoeding op spaarrekeningen is nog steeds
hoger dan op fixed-deposits, waar rente op basis van
Euribor wordt berekend. De tijdelijk overtollige liquide
middelen zijn daarom in 2013 weer weggezet op
spaarrekeningen. De rente op de spaarrekeningen is in
2013 met 0,6% gedaald ten opzichte van ultimo 2012.
Ondanks deze daling van het rentepercentage zijn de
rentebaten hoger dan begroot. Voor zowel de fixeddeposits als de spaarrekeningen geldt dat er geen
risico wordt gelopen over de hoofdsom.
•het beheersen en bewaken van financiële risico’s
De rating van de huisbankier is gelijk gebleven in 2013
•geldstromen van de instelling zijn verbonden
ratingeisen in artikel 3.3 van de ‘Regeling beleggen
die aan de financiële posities en
(risicominimalisatie).
Het aantrekken van alle voor de instelling benodigde
middelen dient plaats te vinden op basis van een
actuele prognose van de financieringsbehoefte en een
actuele rentevisie.
Bij het aantrekken van langlopende geldleningen
worden offertes gevraagd bij minimaal twee partijen.
Bovenstaande is een samenvatting en geen limita-
tieve opsomming.
28
Uit oogpunt van interne controle is bij het uitzetten
en voldoet voor wat betreft de korte termijn aan de
en belenen door instellingen voor onderwijs en
onderzoek 2010’. Voor uitgezet geld langer dan drie
maanden is dit niet meer het geval. rsg de Borgen
heeft overtollige liquide middelen op een spaar-
rekening staan, waarbij het hele bedrag dagelijks
opvraagbaar is.
De liquiditeitspositie van rsg de Borgen is gestegen
van € 0,6 miljoen per ultimo 2012 naar € 1,4 miljoen
per ultimo 2013.
jaarrekening
Jaarrekening
Balans per 31 december 2013
Staat van baten en lasten over 2013
Kasstroomoverzicht over 2013
Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening
Toelichting behorende tot de balans
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten
Overige gegevens
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Bestemming van het exploitatiesaldo
Gebeurtenissen na balansdatum
Verbonden partijen
29
jaarverslag rsg de borgen 2013
Balans per 31 december 2013
(na resultaatbestemming)
31-12-2013
€
1.2
Vaste activa
Materiële vaste activa
3.001.697
Totaal vaste activa
1.4
1.5
1.7
2.1
2.2
2.3
2.4
30
Vlottende activa
Voorraden
Vorderingen
Liquide middelen
31-12-2012
€
3.011.542
3.001.697
579.125
280.850
1.446.461
3.011.542
526.846
535.469
630.795
Totaal vlottende activa
2.306.436
1.693.110
Totaal activa
5.308.133
4.704.652
Eigen Vermogen
Voorzieningen
Langlopende schulden
Kortlopende schulden
3.071.152
129.779
34.940
2.072.262
2.330.526
374.264
67.513
1.932.349
Totaal passiva
5.308.133
4.704.652
jaarrekening
Staat van baten en lasten over 2013
2013
€
3
3.1
3.2
3.5
Baten
Rijksbijdragen
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Overige baten
18.110.859
384.808
1.286.560
Totaal baten
4
4.1
4.2
4.3
4.4
Lasten
Personeelslasten
Afschrijvingen
Huisvestingslasten
Overige lasten
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
Financiële baten en lasten
Netto resultaat
Begroting 2013
€
2012
€
17.449.000
335.000
1.063.000
19.782.227
14.652.189
781.597
1.264.091
2.354.755
17.243.604
1.411.848
1.546.459
18.847.000
14.519.000
850.000
1.198.000
2.185.000
20.201.911
14.742.169
817.434
1.995.719
2.029.102
19.052.632
18.752.000
19.584.424
729.595
95.000
617.487
11.031
5.000
15.200
740.626
100.000
632.687
31
jaarverslag rsg de borgen 2013
Kasstroomoverzicht over 2013
2013
€
2012
€
Kasstroom uit operationele activiteiten
729.595
Saldo baten en lasten
Aanpassingen voor:
- afschrijvingen
- vrijval uit investeringssubsidies
- mutaties voorzieningen
781.597
-364.913
-244.485
617.487
817.434
-364.916
-50.570
172.199
Veranderingen in vlottende middelen:
- voorraden
- vorderingen
- schulden
-52.279
254.379
139.913
Kasstroom uit bedrijfsoperaties
Ontvangen interest
Betaalde interest
-115.174
-191.279
38.183
342.013
-268.270
1.243.807
751.165
18.387
-7.116
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
401.948
20.362
-9.173
11.271
11.189
1.255.078
762.354
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen in materiële vaste activa
Desinvesteringen in materiële vaste activa
-579.933
173.094
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-159.397
1.953
-406.839
-157.444
-406.839
-157.444
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Aflossing langlopende schulden
32
-32.573
-30.363
-32.573
-30.363
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
-32.573
-30.363
Mutatie liquide middelen
815.666
574.547
jaarrekening
Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening
Algemeen
Rechtspersoon en voornaamste activiteiten
rsg de Borgen is een stichting en is gevestigd aan de Hereweg 101 te Groningen.
rsg de Borgen is een onderwijsinstelling die praktijkonderwijs, VMBO-, HAVO- en VWO-onderwijs aanbiedt op vijf vestigingen in Leek, Roden
en Grootegast.
Stichting rsg de Borgen maakt samen met Stichting AOC Terra en Stichting Dollard College deel uit van Onderwijsgroep Noord.
Verslaggevingsperiode
Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een kalenderjaar.
Toegepaste standaarden
De jaarrekening is opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en in overeenstemming met RJ
660 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs' van 17 december 2007.
Het resultaat over het boekjaar 2013 is reeds in de balans verwerkt conform het voorstel.
Continuïteit
Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.
Fiscale eenheid
Stichting rsg de Borgen vormt een fiscale eenheid voor de omzetbelasting met Stichting Onderwijsgroep Noord, Stichting AOC Terra en
Stichting Dollard College.
Grondslagen van waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling
Algemeen
De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten
waar mogelijk en voor zover niet anders vermeld.
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de onderneming zullen
toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het
waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de
omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Baten worden in de winst-en-verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een
vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden
vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een
actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking
tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder
worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van
waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.
De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Opbrengsten worden verantwoord indien alle
belangrijke risico’s met betrekking tot de handelsgoederen zijn overgedragen aan de koper.
De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van de stichting. Alle financiële informatie is afgerond op hele euro's.
Gebruik van schattingen
De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn
op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke
uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld.
Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de
herziening gevolgen heeft.
Financiële instrumenten
Financiële instrumenten omvatten vorderingen, geldmiddelen, langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen.
Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële
waarde met verwerking van waarde-veranderingen in de staat van baten en lasten maken eventuele direct toerekenbare transactie-kosten deel
uit van de eerste waardering.
Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.
Vorderingen
Voor een toelichting wordt verwezen naar de grondslagen voor vorderingen.
Geldmiddelen
De geldmiddelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen
Voor een toelichting wordt verwezen naar de grondslagen voor langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen.
Afgeleide financiële instrumenten (derivaten)
rsg de Borgen maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten zoals rentederivaten.
33
jaarverslag rsg de borgen 2013
Materiële vaste activa
De materiële activa worden opgenomen voor de verkrijgings- of vervaardigingsprijs c.q. taxatiewaarde bij herwaardering verminderd met de
cumulatieve afschrijvingen. Activeren vindt plaats voor investeringen met een verkrijgings- of vervaardigingsprijs vanaf € 500. De afschrijvingen
worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op
terreinen en op materiële vaste activa in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven.
Deze levensduur wordt voor de onderscheiden activa gesteld op:
Gebouwen
30 jaar
Semi-permanente gebouwen en verbouwingen/renovatie
10 jaar
Apparatuur, machines en installaties
4-10 jaar
Schoolmeubilair
15 jaar
Kantoormeubilair
10 jaar
Hard- en software
3 jaar
Voor een deel van de in gebruik zijnde gebouwen berust het economisch eigendom bij de gemeenten. Deze gebouwen zijn om deze reden niet
geactiveerd.
Investeringssubsidies welke betrekking hebben op de materiële vaste activa worden in mindering gebracht op de materiële vaste activa (vooruit
ontvangen investeringssubsidies).
Voorraden
De voorraden betreffen de lesboeken die aan de leerlingen worden verhuurd en zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. De verkrijgingsprijs
omvat de inkoopprijs en bijkomende kosten, zoals invoerrechten, transportkosten en andere kosten die direct kunnen worden toegerekend aan
de verwerving van voorraden. Handelskortingen, rabatten en soortgelijke (te) ontvangen vergoedingen met betrekking tot de inkoop worden in
mindering gebracht op de verkrijgingsprijs.
Bij de waardering van de voorraden wordt rekening gehouden met de eventueel op balansdatum opgetreden waardeverminderingen. Op basis
van de verwachte gemiddelde gebruiksduur van de lesboeken vindt een jaarlijkse afwaardering van 25% van de aanschafwaarde plaats.
Vorderingen
De vorderingen zijn opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere
waardeverminderingsverliezen. (nominale waarde is oude term en mag niet meer bij de vorderingen genoemd worden).
De vorderingen op het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen betreft de periode van declaratiebekostiging. Deze vordering
worden verrekend indien rsg de Borgen ophoudt te bestaan. Dit betreft een in de praktijk niet invorderbare vordering, tenzij op een moment
daadwerkelijk de school wordt opgeheven. Om die reden is in 2007 besloten de vordering op het ministerie af te boeken en op te nemen als een
niet in de balans opgenomen activa.
Voor een deel van de vorderingen op leerlingen en deelnemers is sprake van onzekerheid over de inbaarheid vanwege het vrijwillige karakter.
Daarvoor is op balansdatum een voorziening wegens oninbaarheid gevormd.
Eigen vermogen
Op basis van de 'Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs' wordt de algemene reserve als geheel aangemerkt als publiek vermogen.
De publieke bestemmingsreserve ‘Toekomstbestendig rsg de Borgen’ is gevormd vanuit de verdeling van het exploitatieresultaat over het
boekjaar 2013. In de komende jaren krijgt rsg de Borgen te maken met een aantal ontwikkelingen die een grote impact op de organisatie en de
middelen zullen hebben. Het gaat daarbij met name om de gevolgen van de daling van het aantal leerlingen en onderwijskundige
ontwikkelingen zoals de invoering van Passend Onderwijs. Dit brengt niet alleen een extra inspanning met zich mee maar tevens extra
onzekerheden en daarmee ook risico’s. Voor bovenstaande ontwikkelingen zullen jaarlijks middelen worden gereserveerd binnen de begroting.
Het gaat hier echter om meerjarige ontwikkelingen waarbij deze bestemmingsreserve kan worden ingezet om een mismatch in de tijd tussen de
inzet van extra middelen en daarmee gerealiseerde besparingen of opbrengsten te kunnen opvangen.
De publieke bestemmingsreserve ‘Regeling jonge leerkrachten’ is gevormd vanuit de verdeling van het exploitatieresultaat over het boekjaar
2013 en is gebaseerd op de in 2013 beschikbaar gestelde subsidie op grond van de ‘Regeling bijzondere en aanvullende bekostiging jonge
leerkrachten’. Omdat deze subsidie in de jaren 2016 en 2017 terugbetaald moet worden aan het ministerie, is hiervoor een bestemmingsreserve
gevormd zodat de terugbetaling in 2016 en 2017 geen extra belasting voor de exploitaties in die jaren zullen vormden.
Onderwijsinstellingen hebben in 2007 de mogelijkheid gehad een, als zodanig aantoonbaar, deel van de algemene reserve als eigen privaat
vermogen te rubriceren als bestemmingsreserve. rsg de Borgen heeft op grond hiervan het Stichtingskapitaal als privaat vermogen
gerubriceerd.
Voorzieningen
De personele voorzieningen bestaan uit een voorziening wachtgelden en voorziening ambtsjubilea. De voorziening wachtgelden is voor
wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De omvang van de voorziening is bepaald op basis van de contante waarde van
de huidige wachtgeldverplichtingen. Bij het berekenen van de contante waarde wordt een rentepercentage van 2,235% gehanteerd. Dit is het
tarief van de 10-jaars kapitaalmarktrente voor Nederland per ultimo 2013.
De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De hoogte van de
voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de verwachte verplichtingen voor de komende vijf jaren. Contant maken van deze verplichting
leidt niet tot een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening.
Er is geen sprake van een onderhoudsvoorziening. De kosten van periodiek onderhoud worden als periodelasten genomen in de exploitatie.
Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen
Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde
kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, waarbij een verschil tussen de geamortiseerde kostprijs en het aflossingsbedrag op basis
34
jaarrekening
van de effectieve-rentemethode in de winst- en verliesrekening wordt opgenomen over de looptijd van de leningen. Indien er geen sprake is van
agio of disagio of transactiekosten is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde van de schuld.
Bij vervroegde aflossingen wordt de in rekening gebrachte boeterente verwerkt in de winst- en verliesrekening als financiële baten en lasten.
De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden.
De kortlopende schulden zijn, tenzij anders is aangegeven, opeisbaar binnen één jaar.
Grondslagen voor de bepaling van het resultaat
Resultaatbepaling
In de staat van baten en lasten worden verantwoord, met inachtneming van de eerder genoemde waarderingsgrondslagen, de baten en lasten
welke aan het boekjaar toegerekend moeten worden. Lasten worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als
deze gerealiseerd zijn. Dit met uitzondering van de bijdragen van leerlingen en cursisten, welke worden verantwoord in het jaar waarin het
schooljaar, respectievelijk de cursus, een aanvang neemt.
Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies
Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning
betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel,
dan worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord.
Personeelslasten
Onder personeelslasten is begrepen de in het boekjaar verschuldigde salarissen, sociale lasten, pensioenpremies, inleenkrachten en overige
personeelskosten verminderd met de ontvangen uitkeringen van sociale fondsen.
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)
Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft het rsg de Borgen zich
gehouden aan de Beleidsregel toepassing WNT en deze als normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd.
Pensioenen
Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde
pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als
de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover
sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.
35
jaarverslag rsg de borgen 2013
Toelichting behorende tot de balans
1.2
Materiële vaste activa
Aanschafprijs
Cumulatieve
Boekwaarde
Investeringen
Desinvesteringen
Afschrijvingen
Aanschafprijs
Cumulatieve
Boekwaarde
1 januari 2013
afschrijvingen
1 januari 2013
2013
2013
2013
31 december 2013
afschrijvingen
31 december 2013
en waarde-
en waarde-
verminderingen
verminderingen
1 januari 2013
€
1.2.1
1.2.2
1.2.4
1.2.5
1.2.6
Gebouwen en
terreinen
Inventaris en
apparatuur
In uitvoering
en vooruitbetalingen
Niet aan het proces
dienstbare materiële
vaste activa
€
31 december 2013
€
€
€
€
€
€
€
10.372.025
2.361.237
8.010.788
168.793
1
399.238
10.271.313
2.490.971
7.780.342
4.723.944
3.021.062
1.702.882
150.713
4.300
382.359
4.408.160
2.941.224
1.466.936
8.535
0
8.535
260.427
168.793
0
100.169
0
100.169
106.638
0
106.638
0
0
0
106.638
0
106.638
Materiële vaste activa
15.211.142
5.382.299
9.828.843
579.933
173.094
781.597
14.886.280
5.432.195
9.454.085
Vooruitontvangen
investeringssubsidies
6.817.301
0
6.817.301
0
0
364.913
6.452.388
0
6.452.388
Materiële vaste activa
8.393.841
5.382.299
3.011.542
579.933
173.094
416.684
8.433.892
5.432.195
3.001.697
Het bedrag aan investeringen bij 1.2.1 Gebouwen en terreinen omvat tevens de bij 1.2.4 In uitvoering en vooruitbetalingen vermelde
desinvesteringen.
De boekwaarde van de materiële vaste activa is ten opzichte van 2012 nagenoeg onveranderd gebleven. In 2012 is voor een netto bedrag van €
0,58 miljoen geïnvesteerd in gebouwen en inventaris. De desinvesteringen bedroegen € 0,17 miljoen en de totale afschrijvingslast bedroeg € 0,42
miljoen.
Investeringen in gebouwen vonden plaats bij de vestigingen Lindenborg, Nijeborg en Ronerborg. Investeringen in terreinen hebben niet
plaatsgevonden. De investeringen in inventaris hebben een omvang van € 0,15 miljoen. Hiervan heeft € 0,06 miljoen betrekking op ICTapparatuur. Daarnaast is sprake van investeringen voor een bedrag van € 0,04 miljoen in machines en apparatuur. Voor het overige is sprake van
investeringen in school- en kantoormeubilair en transportmiddelen.
De vrijgevallen investeringssubsidies zijn verantwoord onder de rijksbijdragen, de overige overheidsbijdragen en -subsidies en de overige baten.
1.4
Voorraden
1.4.1
Gebruiksgoederen
579.125
526.846
Voorraden
579.125
526.846
1.4.1.1
1.4.1.3
Stand per 1 januari
Verkrijgingsprijs gebruiksgoederen
Af: Waardevermindering
Gebruiksgoederen
2013
€
2012
€
526.846
312.760
260.481
411.672
328.424
213.250
579.125
526.846
In 2013 is voor een bedrag van € 0,31 miljoen aan nieuwe boeken aangeschaft. Het betreft deels nieuwe boeken in verband met de toename van
het aantal leerlingen en deels nieuwe boeken ter vervanging van oude methoden. De boeken worden gedurende het schooljaar aan de leerlingen
in bruikleen gegeven. Op basis van de verwachte gemiddelde gebruiksduur van de lesboeken vindt een jaarlijkse afwaardering van 25% van de
aanschafwaarde plaats. Deze afwaardering was in 2013 € 0,26 miljoen, zodat de waarde van de voorraad in 2013 per saldo is toegenomen. Deze
toename is het gevolg van de hogere voorraad doordat in 2012 ook een aantal werkboeken als huurboek in de voorraad zijn opgenomen.
1.5
Vorderingen
1.5.1
1.5.3
1.5.5
1.5.6
1.5.7
1.5.8
1.5.9
Debiteuren
Groepsmaatschappijen
Studenten / deelnemers / cursisten
Overige overheden
Overige vorderingen
Overlopende activa
Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid
46.657
5.156
188.846
2.508
52.693
31.049
46.059
39.151
217.814
232.587
16.183
0
82.761
53.027
Vorderingen
280.850
535.469
36
2013
€
2012
€
jaarrekening
2013
€
1.5.7.1
1.5.7.2
1.5.8.1
1.5.9.1
1.5.9.2
1.5.9.3
Personeel
Overige
Overige vorderingen
698
51.995
Vooruitbetaalde kosten
Overlopende activa
31.049
2012
€
0
0
52.693
Stand per 1 januari
Onttrekking
Dotatie
Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid
0
82.761
31.049
82.761
53.027
29.441
22.473
46.059
53.617
5.813
5.223
53.027
De vorderingen zijn ten opzichte van 2012 gedaald met bijna € 0,3 miljoen. Deze daling wordt voor het grootste deel veroorzaakt door de
vordering op groepsmaatschappijen waarin in 2012 de teruggave van Omzetbelasting over de jaren 2007 tot en met 2011 was opgenomen.
Daarnaast zijn de vorderingen op studenten/deelnemers/cursisten, vorderingen op overige overheden en de overlopende activa afgenomen.
Bij de overige vorderingen is in 2013 sprake van een vordering op de belastingdienst in verband met een gedeeltelijke teruggaaf van de
basispremie WAO/WIA naar aanleiding van afspraken in het Belastingplan 2014.
De voorziening wegens oninbaarheid is lager, omdat in 2013 de oninbare debiteuren zijn afgeboekt. De vermoedelijk oninbare posten zijn lager
dan in 2012.
1.7
Liquide middelen
1.7.1
1.7.2
Kasmiddelen
Tegoeden op bankrekeningen
2.456
1.444.005
2.520
628.275
Liquide middelen
1.446.461
630.795
2.1
2013
€
Eigen vermogen
Saldo
Resultaat
Overige mutaties
Stand per
1 januari 2013
2013
2013
31 december 2013
€
€
€
2.1.1
2.1.2
2.1.3
2.1.2
2.1.3
2012
€
€
€
€
Algemene Reserve
Bestemmingsreserve (publiek)
Bestemmingsreserve (privaat)
2.330.481
0
45
98.626
642.000
0
0
0
0
2.429.107
642.000
45
Eigen vermogen
2.330.526
740.626
0
3.071.152
476.000
166.000
0
0
Bestemmingsreserve 'Toekomstbestendig rsg de Borgen'
Bestemmingsreserve 'Regeling Jonge leerkrachten'
Bestemmingsreserve (publiek)
0
0
476.000
166.000
642.000
0
Stichtingskapitaal
Bestemmingsreserve (privaat)
45
0
45
0
45
45
Het totale eigen vermogen komt, na de verdeling van het resultaat, uit op € 3,08 miljoen. Dit eigen vermogen kan worden onderverdeeld in een
algemene reserve van € 2,43 miljoen en bestemmingsreserves en een klein bedrag aan stichtingskapitaal van tezamen € 0,64 miljoen. Het eigen
vermogen is onderverdeeld in publiek en privaat vermogen, waarbij het stichtingskapitaal als privaat vermogen wordt aangemerkt en de overige
reserves als publiek vermogen.
2.2
2.2.1
Voorzieningen
Stand per
Dotaties
Onttrekkingen
Vrijval
Stand per
Kortlopende
Langlopende
1 januari 2013
2013
2013
2013
31 december 2013
deel < 1 jaar
deel > 1 jaar
€
€
€
€
€
€
€
Personeelsvoorzieningen
374.264
44.986
105.822
183.649
129.779
40.179
89.600
Voorzieningen
374.264
44.986
105.822
183.649
129.779
40.179
89.600
De personeelsvoorzieningen bestaan uit een voorziening wachtgelden en een voorziening ambtsjubilea. De Voorziening wachtgelden is voor
wachtgeldverplichtingen ten aanzien van voormalig personeel. De omvang van de voorziening is bepaald op basis van de contante waarde van
de huidige wachtgeldverplichtingen.
De voorziening ambtsjubilea is voor de verplichting ten aanzien van de toekomstige uitkering bij ambtsjubilea van personeel. De hoogte van de
voorziening wordt jaarlijks bepaald op basis van de verwachte verplichtingen voor de komende vijf jaren. Contant maken van deze verplichting
leidt niet tot een materiële afwijking ten opzichte van de huidige berekening.
37
jaarverslag rsg de borgen 2013
2.3
2.3.5
Langlopende schulden
Stand per
Aangegane
Aflossingen
Stand per
Looptijd
Looptijd
Rente
1 januari 2013
leningen 2013
2013
31 december 2013
> 1 jaar
> 5 jaar
voet
€
€
€
€
€
€
%
Gemeente Leek
Overige langlopende schulden
67.513
67.513
0
0
32.573
32.573
34.940
34.940
34.940
34.940
0
0
Langlopende schulden
67.513
0
32.573
34.940
34.940
0
De langlopende schuld betreft een annuïtenlening van de gemeente Leek met een looptijd tot en met 2015. De lening is afgesloten ter
financiering van de nieuwbouw van de Nijeborg in 1996. De schuld is in 2012 afgenomen conform het aflossingsschema.
De aflossingsverplichting voor het komend jaar is opgenomen onder de kortlopende schulden.
2.4
Kortlopende schulden
2.4.3
2.4.7
2.4.8
2.4.9
2.4.10
Crediteuren
Belastingen en premies sociale verzekeringen
Schulden terzake van pensioenen
Overige kortlopende schulden
Overlopende passiva
Kortlopende schulden
2.4.7.1
2.4.7.2
2.4.7.3
Loonheffing
Omzetbelasting
Premies sociale verzekeringen
Belastingen en premies sociale verzekeringen
2.4.9.2
Overige
Overige kortlopende schulden
2.4.10.2 Vooruitontvangen subsidies OCW/ELI geoormerkt
Vooruitontvangen subsidies OCW/ELI niet-geoormerkt
2.4.10.4 Vooruitontvangen termijnen
2.4.10.5 Vakantiegeld en -dagen
2.4.10.6 Accountants- en administratiekosten
2.4.10.8 Overige
Overlopende passiva
2013
€
2012
€
312.484
625.591
233.157
32.573
868.457
2.072.262
470.040
-554
156.105
269.904
611.776
197.106
30.363
823.200
1.932.349
464.896
5.017
141.863
625.591
32.573
611.776
30.363
32.573
43.177
45.803
30.651
537.616
12.481
198.729
30.363
33.325
53.338
98.123
560.885
8.539
68.990
868.457
823.200
De kortlopende schulden zijn € 0,1 miljoen hoger dan in 2012. De hoogte van de kortlopende schulden is afhankelijk van het moment van
factureren en betalen en kan daardoor per periode verschillen.
Financiële instrumenten
Algemeen
rsg de Borgen maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die rsg de Borgen blootstellen aan markt- en/of
kredietrisico’s. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen, zoals vorderingen en schulden. rsg de Borgen handelt
niet in deze financiële instrumenten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te
beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan rsg de Borgen verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende
verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële
instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag
van de krediet- of marktrisico’s.
Kredietrisico
De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren betreffen vorderingen op subsidieverstrekkers en vorderingen op overige debiteuren. Het
kredietrisico inzake deze vorderingen is beperkt.
Renterisico
Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij deze leningen is sprake
van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. rsg de Borgen heeft
derhalve als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om rentefluctuaties te beheersen.
Liquiditeitsrisico
AOC Terra bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het management ziet erop toe dat voor de
onderneming steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële
ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde lening convenanten te blijven.
Reële waarde
De reële waarde van de meeste in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen
middelen en
en kortlopende
kortlopende
schulden, benadert de boekwaarde ervan.
38
7,270
jaarrekening
G1
Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule
(Regeling ROS art.13,lid 2 sub a en EL&I regelingen betrekking hebbend op de EL&I subsidies)
Toewijzing
Omschrijving
Kenmerk
Datum
Prestatiesubsidie VSV
BEK-12/64563 M
25-10-2012
Prestatiesubsidie VSV VO vast
564478-1
21-10-2013
Studieverlof
473014-2
20-8-2012
Studieverlof
2012
548774-1
20-8-2013
Studieverlof
560930-1
20-9-2013
Totaal
G2
G2-A
Saldo
Ontvangen
Lasten
Totale kosten
Saldo nog te besteden
1-1-2013
t/m 31-12-2013
in 2013
t/m 31-12-2013
ultimo december 2013
en afgerond
afgerond
€
€
€
€
€
€
15.000
34.986
30.066
17.577
17.853
12.000
0
13.875
0
0
-12.000
34.986
30.066
17.577
17.853
0
14.578
13.875
5.222
7.439
0
14.578
30.066
5.222
7.439
0
20.408
0
12.355
10.414
115.482
25.875
88.482
41.114
57.305
43.177
Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule
(Regeling ROS art.13,lid 2 sub b en EL&I regelingen betrekking hebbend op de EL&I subsidies)
Aflopend per ultimo verslagjaar
Toewijzing
Omschrijving
Kenmerk
Doorontw PRO
2012
486620-1
Datum
20-11-2012
Totaal
G3
Bedrag van
de toewijzing
Bedrag van
Saldo
Ontvangen
Lasten
Totale kosten
de toewijzing
1-1-2013
t/m 31-12-2013
in 2013
t/m 31-12-2013
€
€
€
€
€
Te verrekenen
ultimo december 2013
€
9.050
7.450
9.050
7.450
9.050
0
9.050
7.450
9.050
7.450
9.050
0
Overzicht niet-geoormerkte doelsubsidies OCW en ELI
Omschrijving
Kenmerk
Rijksbijdrage personeel
488951-3
20-11-2013
Rijksbijdrage materieel
489760-2
20-9-2013
Verrekening uitkeringskosten
491171-2
18-12-2013
Bekostiging lesmateriaal
543745-2
20-11-2013
Bijzondere en aanvullende bekostiging
575433-1
18-12-2013
Visueel gehandicapte leerlingen
502749-1
18-12-2012
Nieuwkomers VO
488448-2
20-11-2013
Maatschappelijke stage
565187-1
20-11-2013
Invoering gratis lesmateriaal
185125-2
20-11-2009
Bekostiging jonge leerkrachten
574575-1
18-12-2013
LGF VO 2012-2013
BEK-12/37993
11-10-2013
Prestatiebox VO
512421-1
Totaal
20-3-2013
Bedrag van
Saldo
Ontvangen
Lasten
Saldo
de toewijzing
1-1-2013
in 2013
2013
2013
€
€
€
€
€
14.064.092
1.971.107
-203.402
791.277
536.153
6.300
2.972
127.980
75.578
166.266
115.323
367.731
0
0
0
0
0
0
0
0
53.338
0
0
0
14.064.092
1.971.107
-203.402
791.277
536.153
6.300
2.972
127.980
0
166.266
115.323
367.731
14.064.092
1.971.107
-203.402
791.277
536.153
6.300
2.972
127.980
7.535
166.266
115.323
367.731
0
0
0
0
0
0
0
0
45.803
0
0
0
18.021.377
53.338
17.945.799
17.953.334
45.803
39
jaarverslag rsg de borgen 2013
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Huren
Het jaarbedrag van met derden aangegane huur- en leaseverplichtingen bedraagt € 45.000. De verplichtingen hebben een looptijd van één
jaar.
Investeringsverplichtingen
Terzake van reeds verstrekte opdrachten ultimo 2013 belopen de geldelijke verplichtingen € 152.000. Hiervan heeft € 102.000 betrekking op
investeringen in gebouwen en € 50.000 betrekking op inventaris en apparatuur.
Overige verplichtingen
Naast huur en investeringsverplichtingen is sprake van contractuele verplichtingen naar derden voor leveringen en diensten. Het betreft hier
onder andere energie, schoonmaak, verzekeringen, schoolboeken en kantoorartikelen. Deze contracten zijn Europees aanbesteed voor zover
de omvang van deze contracten de geldende grensbedragen te boven gaan.
Garanties
Stichting rsg de Borgen heeft aan de ING Bank een compte joint- en mede-aansprakelijkheidsovereenkomst en een negative pledge / pari
passu en cross default verklaring afgegeven. Deze afgegegeven verklaringen gelden als zekerheid voor de door de ING Bank N.V. verstrekte
kredietfaciliteit van € 7.500.000 aan Stichting AOC Terra.
Hoofdelijke aansprakelijkheid
Statutair is bepaald dat Stichting rsg de Borgen hoofdelijk aansprakelijk is voor schulden, nu en in de toekomst, van alle tot de Stichting
Onderwijsgroep Noord behorende instellingen.
Vordering op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Stichting rsg de Borgen heeft een vordering van € 1.018.605 op het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Het betreft de
personeelskosten over het jaar 2005 die, door de invoering van de kalenderjaarbekostiging, niet is ontvangen. Het ministerie zal deze
vordering verrekenen wanneer Stichting rsg de Borgen ophoudt te bestaan.
Europese aanbestedingen
Onderstaand een overzicht van het jaarbedrag van met derden aangegane verplichtingen naar aanleiding van Europese aanbestedingen:
Einddatum contract
Totale
verplichting
Verplichting
< 1 jaar
Contractant
Goed of dienst
B&C
Maetis
Van Dijk Educatie
Essent via Hellemans
Consultancy BV
Aanschaf computers
Arbo diensten
Schoolboeken
Elektriciteit
1 maart 2015
31 december 2015
1 juni 2014
1 januari 2017
165.289
49.587
469.421
429.752
41.322
12.397
117.355
107.438
Eneco
USG People
Deli XL
Staples
Océ
Groot Haar + Orth
ISS
Amlin + Raetshagen
Gas
Inhuur uitzendkrachten
Kantine inkopen
Kantoorartikelen
Multifunctionals
Reclame-activiteiten
Schoonmaak
Verzekeringen gebouwen
1 januari 2015
31 juli 2017
1 oktober 2017
1 april 2016
28 februari 2015
1 april 2017
31 januari 2016
31 december 2017
512.397
396.694
175.207
52.893
371.901
144.628
1.537.190
33.058
128.099
99.174
43.802
13.223
74.380
36.157
256.198
8.264
Verplichting
1-5 jaar
Verplichting
> 5 jaar
322.314
396.694
175.207
26.446
108.471
512.397
33.058
Alle bedragen zijn indicatief en exclusief BTW en gebaseerd op het boekjaar 2013 of ander relevant jaar. Het betreft in alle gevallen
raamovereenkomsten waarbij geen vaste afname verplichtingen zijn aangegaan.
De contracten voor ARBO (Maetis) en kantoorartikelen (Staples) zijn niet meer aanbestedingsplichtig
40
jaarrekening
Toelichting behorende tot de staat van baten en lasten
3.1
Rijksbijdragen
3.1.1
3.1.2
Rijksbijdrage OCW/EZ
Overige subsidies OCW
17.159.227
951.632
16.686.000
763.000
16.571.161
672.443
Rijksbijdragen
18.110.859
17.449.000
17.243.604
3.1.1.1
OCW
Rijksbijdrage OCW/EZ
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies
3.1.2.2.1 Niet-geoormerkte subsidies
3.1.2.3.1 Toerekening investeringssubsidies
Overige subsidies OCW
2013
€
Begroting 2013
€
17.159.227
16.686.000
17.159.227
48.563
794.108
108.961
2012
€
16.571.161
16.686.000
15.000
639.000
109.000
951.632
16.571.161
67.727
495.752
108.964
763.000
672.443
De rijksbijdrage is gestegen ten opzichte van 2012. Dat is voornamelijk het gevolg van de eenmalige extra bekostiging
naar aanleiding van het 'herfst-akkoord' (€ 0,5 miljoen). Daarnaast is het aantal leerlingen met 43 toegenomen. Ook de
overige subsidies zijn gestegen ten opzichte van 2012. Dit wordt veroorzaakt door de eenmalige extra bekostiging uit het
'herfst-akkoord' voor werkgelegenheid jonge leerkrachten en hogere subsidies voor maatschappelijke stage en
leerlinggebonden financiering. Daarnaast is minder subsidie ontvangen voor prestatiesubsidie VSV en Doorontwikkeling
PRO.
De rijksbijdrage is bijna € 0,5 miljoen hoger dan begroot. Dit is het gevolg van het eerder genoemde 'herfst-akkoord'.
Hiermee was in de begroting geen rekening gehouden.
De overige subsidies komen bijna € 0,2 miljoen hoger uit dan begroot. Ook hier is de oorzaak het eerder genoemde 'herfstakkoord', maar ook een hoger bedrag voor leerlinggebonden financiering dan begroot.
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1
3.2.2
Gemeentelijke bijdragen en subsidies
Overige overheidsbijdragen
384.808
0
325.000
10.000
1.324.366
87.482
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
384.808
335.000
1.411.848
3.2.1.2
Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies
2013
€
Begroting 2013
€
384.808
325.000
384.808
2012
€
1.324.366
325.000
1.324.366
De gemeentelijke bijdragen en subsidies zijn ten opzichte van 2012 gedaald, omdat in 2012 een bijdrage voor de verbouw
en uitbreiding van de Woldborg is ontvangen. In 2013 wordt hiervoor nog een afsluitende bijdrage ontvangen. Hier staan
echter de kosten van de verbouw en uitbreiding tegenover.
De overige overheidsbijdragen betreft projectsubsidies van het Europees Sociaal Fonds ten behoeve van de Esborg. Deze
projecten zijn in 2012 afgerond.
De gemeentelijke bijdragen en subsidies zijn hoger dan begroot door bijdragen voor OZB (waarvan de kosten bij de
huisvestingslasten zijn opgenomen) en een bijdrage voor de bibliotheek.
3.5
Overige baten
3.5.1
3.5.2
3.5.3
3.5.5
3.5.6
Verhuur
Detachering personeel
Schenking
Ouderbijdragen
Overige
Overige baten
2013
€
Begroting 2013
€
23.150
460.428
29.850
450.731
322.401
14.000
397.000
6.000
376.000
270.000
1.286.560
2012
€
29.317
609.268
29.949
444.886
433.039
1.063.000
1.546.459
41
jaarverslag rsg de borgen 2013
De overige baten zijn € 0,3 miljoen lager dan in 2012. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een lager bedrag voor
detachering personeel en overige bijdragen.
De opbrengsten uit detachering zijn gedaald in verband met het aflopen van detacheringen en het vertrek van
medewerkers.
De overige baten zijn lager door een eenmalige teruggave in 2012 van Omzetbelasting over de jaren 2007 tot en met 2011
en een lagere bijdrage van het Samenwerkingsverband.
De overige baten zijn ongeveer € 0,3 miljoen hoger dan begroot. De opbrengst uit verhuur is hoger omdat er toch een
vervangende huurder is gevonden voor het niet gebruikte deel van één van de gebouwen in Leek.
De opbrengsten uit detachering zijn hoger omdat er op projectbasis nog een medewerker is gedetacheerd en er voor een
medewerker een loonkostensubsidie is ontvangen. Daarnaast is er nog een docent gedetacheerd naar de Commissie van
Examens.
In de begroting was rekening gehouden met de bijdrage voor de Eco-marathon van de Lindenborg. Daarnaast is nog een
subsidie van het Steunfonds ontvangen voor aanschaf van inventaris voor de Nijeborg.
De ouderbijdragen zijn hoger door hogere opbrengsten voor excursies.
De overige baten zijn hoger door een hogere bijdrage van het Samenwerkingsverband en door enkele incidentele
bijdragen als winst op verkoop van inventaris en schade-uitkeringen.
4.1
Personele lasten
4.1.1
4.1.2
4.1.3
Lonen en salarissen
Overige personele lasten
Af: uitkeringen
13.371.317
1.317.605
36.733
13.015.000
1.524.000
20.000
12.989.159
1.776.341
23.331
Personeelslasten
14.652.189
14.519.000
14.742.169
4.1.1.1
4.1.1.2
4.1.1.3
4.1.2.1
4.1.2.2
4.1.2.3
Bruto lonen en salarissen
Sociale lasten
Pensioenpremies
Lonen en salarissen
Dotaties personele voorzieningen
Personeel niet in loondienst
Overige
Overige personele lasten
Gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's)
2013
€
Begroting 2013
€
10.408.100
1.275.764
1.687.453
9.891.000
1.412.000
1.712.000
13.371.317
-138.663
1.295.371
160.897
10.164.200
1.297.917
1.527.042
13.015.000
49.000
1.316.000
159.000
1.317.605
2013
2012
€
12.989.159
153.437
1.441.022
181.882
1.524.000
2012
Onderwijsgevend personeel
Directie en Onderwijsondersteunend personeel
172,0
40,0
161,8
41,1
Totaal (exclusief inhuur)
212,0
202,9
De personeelslasten zijn iets afgenomen ten opzichte van 2012. Ten opzichte van de begroting is sprake van een stijging
van ruim € 0,1 miljoen.
De lonen en salarissen van het personeel met een aanstelling bij rsg de Borgen zijn ten opzichte van 2012 toegenomen
met bijna € 0,4 miljoen. Deze stijging wordt veroorzaakt door een groei van het aantal leerlingen per 1 augustus 2013 en
door een afname van het aantal externe personeelsleden. Er werd, ook in de begroting 2013, wel rekening gehouden met
groei van het aantal leerlingen maar deze groei pakte fors hoger uit. Dit verklaart ook de overschrijding van de lonen en
salarissen ten opzichte van de begroting 2013.
Met betrekking tot de personele voorzieningen is sprake van vrijval van één van de voorzieningen, namelijk de voorziening
voor wachtgeldverplichtingen. De omvang van deze voorziening was te hoog in relatie tot de huidige verplichtingen. Het
hier vermelde bedrag betreft de saldering van een vrijval van € 183.649 uit de voorziening wachtgeldverplichtingen en een
dotatie van € 44.986 aan de voorziening ambtsjubilea.
De kosten van personeel niet in loondienst zijn lager dan in 2012 en ook lager dan is begroot. De oorzaak hiervan is een
afname in het gebruik van uitzendkrachten, ZZP-ers en overige externe personeelsleden, zowel voor de reguliere
werkzaamheden als voor vervanging bij ziekte.
De overige personele lasten zijn in 2013 lager dan in 2012 omdat sprake is van lagere opleidingskosten van medewerkers.
Omdat hiermee in de begroting 2013 al rekening was gehouden, is de afwijking ten opzichte van de begroting gering.
De uitkeringen uit sociale fondsen zijn zowel ten opzichte van 2012 als ten opzichte van de begroting 2013 hoger als
gevolg van toegenomen ZW-uitkeringen.
42
1.776.341
jaarrekening
Wet Normering Topinkomens
De tabel met toelichting is opgenomen na de toelichting op de financiële baten en lasten.
Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders
De leden van het College van Bestuur en van de Raad van Toezicht ontvangen hun bezoldiging bij de Stichting
Onderwijsgroep Noord. In het jaarverslag van deze stichting wordt de bezoldiging verantwoord. Omdat er sprake is van
een normatieve bijdrage aan Onderwijsgroep Noord en geen doorbelasting op basis van feitelijke inzet, kan geen aandeel
in de bezoldiging van het College van Bestuur en van de Raad van Toezicht worden berekend voor rsg de Borgen.
Bestuurders
R. Schilt
mw. A.A. Berendsen MBA
Raad van Toezicht
F. Kuik
mw. C.Y.D. van Orden
H. Holman
F. Migchelbrink
mw. E.M. Pastoor-Meuleman (vanaf 23 april 2013)
4.2
Afschrijvingen
4.2.2
Materiële vaste activa
2013
€
Begroting 2013
€
781.597
Afschrijvingen
850.000
781.597
2012
€
817.434
850.000
817.434
De afschrijving op de materiële vaste activa is gedaald ten opzichte van 2012 met een bedrag van € 0,04 miljoen. De
afschrijvingslasten zijn lager dan begroot omdat een aantal investeringen in gebouwen en ICT-apparatuur later of helemaal
niet zijn uitgevoerd.
De daling van de afschrijvingslasten ten opzichte van 2012 is het gevolg van afgenomen afschrijvingen op inventaris.
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1
4.3.2
4.3.3
4.3.4
4.3.5
4.3.6
Huur
Verzekeringen
Onderhoud
Energie en water
Schoonmaakkosten
Heffingen
Huisvestingslasten
2013
€
Begroting 2013
€
44.525
11.943
363.028
387.815
409.112
47.668
47.000
11.000
286.000
384.000
377.000
93.000
1.264.091
2012
€
51.632
9.929
1.217.199
288.691
344.339
83.929
1.198.000
1.995.719
De totale huisvestigingslasten zijn in 2013 ruim € 0,7 miljoen lager dan in 2012.
De kosten voor huur zijn iets lager omdat er minder ruimte is gehuurd. De kosten van verzekering zijn iets hoger als gevolg
van prijsontwikkelingen.
De kosten van onderhoud zijn in 2013 lager dan in 2012 omdat in 2012 de kosten van de verbouw en uitbreiding van de
Woldborg hier zijn verantwoord. In 2013 is er alleen nog sprake van een afrekening van € 0,1 miljoen. Hier staat echter
een bijdrage van de Gemeente Grootegast tegenover. De overige kosten van onderhoud terreinen,
onderhoudsabonnementen en bouwkundige aanpassingen zijn ten opzichte van 2012 iets gestegen.
Dat de kosten van Energie en water zijn gestegen komt voornamelijk doordat de afrekeningen van zowel 2012 als 2013 in
2013 zijn geboekt.
De kosten van schoonmaak zijn gestegen door extra schoonmaak voor de nieuwbouw Woldborg en de kosten van de
afvalverwerking.
De kosten van heffingen zijn lager omdat de kosten van afvalverwerking nu tot de schoonmaakkosten worden gerekend.
Verder brengt de Gemeente Leek met ingang van 2013 de onroerend-zaakbelasting voor de vestigingen in deze
gemeente niet meer in rekening. Daar staat tegenover dat de gemeente hiervoor ook geen subsidie meer beschikbaar
stelt. De post gemeentelijke bijdragen en subsidies bij de overige overheidsbijdragen valt daardoor ook lager uit.
43
jaarverslag rsg de borgen 2013
De totale huisvestingslasten zijn in 2013 € 66.000 hoger dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de
afrekening van de verbouw en uitbreiding van de Woldborg, welke niet in de begroting was opgenomen, in combinatie
hogere kosten voor schoonmaak.
4.4
Overige lasten
4.4.1
4.4.2
4.4.3
Administratie- en beheerslasten
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
Dotatie overige voorzieningen
2013
€
Begroting 2013
€
878.376
1.453.906
22.473
Overige lasten
873.000
1.307.000
5.000
2.354.755
2012
€
804.631
1.219.248
5.223
2.185.000
2.029.102
De overige lasten zijn ruim € 0,3 miljoen hoger dan in 2012.
De adminstratie- en beheerslasen zijn hoger door hogere kosten voor kopiëren, accountantskosten en inhuur van externe
adviseurs.
De kosten van inventaris, apparatuur en leermiddelen zijn hoger door hogere kosten voor de aanschaf van klein inventaris
(iPads voor medewerkers) en de huur van een bus voor leerlingvervoer.
De dotatie overige voorzieningen is gestegen omdat er een hogere voorziening nodig is op basis van vermoedelijk
oninbare vorderingen en vrijwillige ouderbijdrage. In 2012 was geen verhoging van de voorziening nodig.
De overige lasten zijn in 2013 bijna € 0,2 miljoen hoger dan begroot.
Deze hogere lasten zijn voornamelijk het gevolg van hogere kosten voor inventaris, apparatuur en leermiddelen, waarbij
vooral de kosten van leermiddelen hoger zijn dan begroot. Het gaat hierbij om lesmaterialen in het algemeen en de kosten
van excursies. Tegenover de kosten van excursies staan echter wel opbrengsten van de leerlingen die deelnemen aan de
excursies.
Accountant
4.4.1.1
KPMG Accountants N.V.
Honorarium controle jaarrekening en bekostiging
Accountantslasten
5
Financiële baten en lasten
5.1
5.5
Rentebaten
Rentelasten
Financiële baten en lasten
2013
€
2012
€
38.593
15.422
38.593
2013
€
15.422
Begroting 2013
€
18.147
-7.116
12.000
-7.000
11.031
2012
€
24.373
-9.173
5.000
De rentebaten zijn lager dan in 2012, omdat er in 2012 sprake is van een rentevergoeding van bijna € 7.000 in verband
met nabetaling van BTW over de jaren 2008 tot en met 2011.
De rentelasten zijn lager dan in 2012 doordat de rentelasten ieder jaar afnemen door aflossing op de lening.
De rentebaten zijn hoger dan begroot, omdat er meer overtollige liquide middelen die (tijdelijk) op een spaarrekening gezet
konden worden. Ondanks een lagere rente vergoeding, is er toch meer rente ontvangen.
De rentelasten zijn nagenoeg gelijk aan de begroting.
44
15.200
jaarrekening
WNT Wet Normering Topinkomens
4.1 Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen
Bezoldiging
Vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking
Voorzittersclau-
Omvang
Belastbare vaste
Voorzieningen
sule van
dienst-
en variabele
beloning
wegens
Einddatum
verband in
onkosten-
betaalbaar op
beëindigen
dienstverband
FTE
vergoedingen
termijn
dienstverband
Voorzittersclau-
Belastbare vaste
Voorzieningen
Uitkeringen
sule van
en variabele
beloning
wegens
onkosten-
betaalbaar op
beëindigen
termijn
dienstverband
toepassing
Functie
College van Bestuur
College van Bestuur
(J/N)
J
N
Ingangsdatum
Naam
R. Schilt
mw. A.A. Berendsen MBA
dienstverband
01-03-2003
01-09-2011
Onbepaald
Onbepaald
1,00
1,00
Beloning
163.742
137.285
0
0
28.866
25.112
Uitkeringen
0
0
Vermelding alle toezichthouders
toepassing
Functie of functies
Raad van Toezicht
Raad van Toezicht
Raad van Toezicht
Raad van Toezicht
Raad van Toezicht
(J/N)
J
N
N
N
N
Naam
F. Kuik
mw. C.Y.D. van Orden
H. Holman
F. Migchelbrink
mw. E.M. Pastoor-Meuleman
Ingangsdatum
Einddatum
dienstverband
dienstverband
30-03-2007
30-03-2007
12-03-2009
12-03-2009
23-04-2013
Beloning
13.650
9.750
9.750
9.750
5.850
vergoedingen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Het College van Bestuur en de Raad van Toezicht worden bezoldigd door Onderwijsgroep Noord. Zij verrichten echter niet alleen werkzaamheden voor Onderwijsgroep Noord, maar
ook voor de drie stichtingen die tot de groep behoren. Hierbij is sprake van twee instellingen voor Voortgezet Onderwijs (Stichting Dollard College en Stichting rsg de Borgen) en een
instelling die valt onder het Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie (Stichting AOC Terra). Met betrekking tot de normering voor de WNT zijn er voor Onderwijsgroep Noord twee
sectoren van toepassing. Op basis van de verdeling van het aantal leerlingen is de WNT-norm van het HBO/MBO van toepassing (AOC Terra heeft meer dan 1/3e van het totaal
aantal leerlingen). Deze norm bedraagt € 198.279.
De doorbelasting vindt echter plaats op basis van de baten van de verschillende instellingen. Ook bij deze toepassing heeft AOC Terra meer dan 50% van de totale baten.
Toerekening van de bezoldiging naar de vier instellingen is als volgt:
College van Bestuur
Raad van Toezicht
Onderwijsgroep Noord
21.300
2.925
6%
AOC Terra
188.153
25.838
53%
Dollard College
23%
81.651
11.212
rsg de Borgen
18%
63.901
8.775
45
jaarverslag rsg de borgen 2013
Overige
gegevens
Bestemming van het exploitatiesaldo
Het exploitatiesaldo van Stichting rsg de Borgen is, conform het besluit van het College van Bestuur, van 18 maart 2014 verdeeld
zoals onderstaand is weergegeven.
Deze verdeling is reeds in de balans per 31 december 2013 verwerkt.
2013
€
Dotatie aan de Algemene Reserve
Dotatie aan de Bestemmingsreserve 'Toekomstbestendig rsg de Borgen' (publiek)
Dotatie aan de Bestemmingsreserve 'Regeling Jonge leerkrachten' (publiek)
2012
€
98.626
476.000
166.000
632.687
0
0
740.626
632.687
Gebeurtenissen na balansdatum
Er hebben zich na balansdatum geen gebeurtenissen voorgedaan die van invloed zijn op de feitelijke situatie per balansdatum.
Verbonden Partijen
Naam
Juridische
Statutaire
Code
Eigen
Resultaat
Art. 2:403
vorm 2013
zetel
activiteiten
Vermogen
jaar 2013
BW
Deelname
Consolidatie
€
Ja/Nee
%
Ja/Nee
nee
nee
nee
0
0
0
nee
nee
nee
31-12-2013
€
Stichting Onderwijsgroep Noord
Stichting AOC Terra
Stichting Dollard College
stichting
stichting
stichting
Groningen
Groningen
Groningen
4
4
4
1.285.299
37.165.043
6.090.390
12.890
4.347.956
1.221.005
Naam
Onschrijving doelstelling
Samenstelling Bestuur en directie
Stichting Onderwijsgroep Noord
Stichting AOC Terra
Stichting Dollard College
Onderwijs
Onderwijs
Onderwijs
R. Schilt en mw. A.A. Berendsen (College van Bestuur)
R. Schilt en mw. A.A. Berendsen (College van Bestuur)
R. Schilt en mw. A.A. Berendsen (College van Bestuur)
Stichting rsg de Borgen maakt samen met Stichting AOC Terra en Stichting Dollard College deel uit van Onderwijsgroep
Noord. Deze zijn verbonden op grond van overwegende zeggenschap en niet op basis van kapitaalbelang.
46
jaarrekening
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Aan: het College van Bestuur en de Raad van Toezicht van Stichting rsg de Borgen
Verklaring betreffende de jaarrekening
Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2013 van Stichting rsg de Borgen te Groningen gecontroleerd. Deze
jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de staat van baten en lasten over 2013 met de toelichting, waarin
zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag
Het bevoegd gezag van de school is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat
getrouw dient weer te geven, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels toepassing
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het
jaarverslag, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bevoegd gezag is tevens verantwoordelijk
voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze
bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bevoegd
gezag is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de
jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang
als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel
18, lid 3 van het Bekostigingsbesluit W.V.O. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht,
waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013 en de Beleidsregels toepassing
WNT, exclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij
onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen
afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de
toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste
oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat
als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in
aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader
van financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van
controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een
oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het
evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële
rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bevoegd gezag van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede
een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons
oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekening
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting
rsg de Borgen per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving
onderwijs en de Beleidsregels toepassing WNT.
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2013 in alle van
materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat deze bedragen in
overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1.
Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding
van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 van het BW is
opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens
vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in
artikel 2:391, lid 4 van het BW. Tenslotte vermelden wij dat het jaarverslag voldoet aan de in de relevante wet- en regelgeving
opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.2.5 Jaarverslag van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013.
Zwolle, 20 juni 2014
KPMG Accountants N.V.
G.J. Kamerling RA
47
jaarverslag rsg de borgen 2013
Postcode/Plaats:
Postcode/Plaats:
Telefoon:
Telefoon:
Fax:
Fax:
website:
website:
Bestuursnummer:
Bestuursnummer:
Brinnummer: Brinnummer:
Handelsregister:
Handelsregister:
Contactpersoon:
Contactpersoon:
E-mail:
E-mail:
9700 AA Groningen
9700 AA Groningen
(050) 529 29 29
(050) 529 29 29
(050) 529 29 28
(050) 529 29 28
www.rsgdeborgen.nl
www.rsgdeborgen.nl
41143
41143
00DI
00DI
02066630
02066630
H. Zwiep, controller
H. Zwiep, controller
[email protected]
[email protected]
College van Bestuur
College van Bestuur
dhr. R. Schilt dhr. R. Schilt
mw. A. Berendsen
mw. A.
MBA
Berendsen MBA
Winsum, voorzitter
Winsum, voorzitter
Bunne
Bunne
Raad van Toezicht
Raad van Toezicht
dhr. F. Kuik dhr. F. Kuik
mw. C.Y.D van
mw.
Orden
C.Y.D van Orden
dhr. F. Migchelbrink
dhr. F. Migchelbrink
dhr. H. Holman
dhr. H. Holman
Mw. E. Pastoor
Mw. E. Pastoor
Yde, voorzitterYde, voorzitter
Groningen Groningen
Roden
Roden
Steenbergen Steenbergen
Groningen Groningen
Bijlagen
Bijlage B.1
Bijlage B.1
Vestigingen Vestigingen
De onderstaande
De onderstaande
gegevens
gegevens
zijn gebaseerd
zijn gebaseerd
op de situatie
op deper
situatie
31 december
per 31 december
2013. 2013.
Instellingsgegevens
Instellingsgegevens
Naam instelling:
Naam instelling:
Bezoekadres:
Bezoekadres:
Postadres:
Postadres:
Postcode/Plaats:
Postcode/Plaats:
Telefoon:Telefoon:
Fax:
Fax:
website: website:
Bestuursnummer:
Bestuursnummer:
Brinnummer:
Brinnummer:
Handelsregister:
Handelsregister:
Contactpersoon:
Contactpersoon:
E-mail: E-mail:
College College
van Bestuur
van Bestuur
dhr. R. Schilt
dhr. R. Schilt
mw. A. Berendsen
MBA
mw. A. Berendsen
MBA
Raad van
Toezicht
Raad
van Toezicht
dhr. F. Kuik
dhr. F. Kuik
mw. C.Y.D
Orden
mw.van
C.Y.D
van Orden
dhr. F. Migchelbrink
dhr. F. Migchelbrink
dhr. H. Holman
dhr. H. Holman
Mw. E. Pastoor
Mw. E. Pastoor
Vestigingen
Vestigingen
Esborg
Esborg
praktijkonderwijs
praktijkonderwijs
Stichting
rsg de Borgen
rsg2de Borgen
Burchtlaan
2 Stichting
Burchtlaan
101 TJ Roden
Hereweg
101
9301Hereweg
TJ Roden
9301
Postbus
17
tel. (050)
501Postbus
tel.
58 09
(050)17
501 58 09
9700
AA9700
Groningen
[email protected]
Groningen
e-mail:
[email protected]
e-mail:
(050) 529
29 29
(050)
529 29 29
(050) 529
29 28
(050)
529 29 28
Lindenborg
Lindenborg
www.rsgdeborgen.nl
www.rsgdeborgen.nl
havo I atheneum
havoI gymnasium
I atheneum I technasium
gymnasium I technasium
41143 41143
Waezenburglaan
Waezenburglaan
55
55
00DI
00DI
9351 HC Leek
9351 HC Leek
02066630
tel. (0594)
8502066630
tel.
45 30
(0594) 85 45 30
H. [email protected]
Zwiep,H.
controller
Zwiep,
controller
e-mail:
e-mail:
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Nijeborg
Nijeborg
vmbo
vmbo
Winsum,Winsum,
voorzitter
Waezenburglaan
Waezenburglaan
51 envoorzitter
51a
51 en 51a
Bunne
Bunne
9351 HC Leek
9351 HC Leek
tel. (0594) 85 tel.
45 50
(0594) 85 45 50
e-mail: [email protected]
e-mail: [email protected]
Yde, voorzitter
Yde, voorzitter
Groningen
Groningen
Ronerborg
Ronerborg
vmboRoden
I havo Roden
vmbo I havo
Steenbergen
Burchtlaan
1 Steenbergen
Burchtlaan 1
Groningen
Groningen
9301 TJ Roden
9301 TJ Roden
tel. (050) 501 tel.
93 18
(050) 501 93 18
e-mail: [email protected]
e-mail: [email protected]
Esborg Esborg
Woldborg Woldborg
praktijkonderwijs
praktijkonderwijs
vmbo I havo vmbo I havo
Burchtlaan
2
Burchtlaan
2
Kersenlaan 16Kersenlaan 16
9301 TJ 9301
Roden
TJ Roden
9861 CR Grootegast
9861 CR Grootegast
tel. (050)tel.
501
58 09
(050)
501 58 09
tel. (0594) 61 tel.
22 61
(0594) 61 22 61
e-mail: [email protected]
e-mail: [email protected]
e-mail: [email protected]
e-mail: [email protected]
Lindenborg
Lindenborg
Managementteam
Managementteam
havo I atheneum
I gymnasium
I technasium
havo I atheneum
I gymnasium
technasium
Het Imanagementteam
bestaat uit hetbestaat
Collegeuitvan
deBestuur
directeuren.
Het managementteam
hetBestuur
Collegeen
van
en de directeuren.
Waezenburglaan
55
Waezenburglaan
55
De huidige samenstelling
van het managementteam
is als volgt: is als volgt:
De huidige samenstelling
van het managementteam
9351 HC9351
LeekHC Leek
tel. (0594)
45 3085 45 30
tel.85
(0594)
dhr. R. Schilt dhr. R. Schilt
voorzitter
College van Bestuur
voorzitter College
van Bestuur
e-mail: [email protected]
e-mail: [email protected]
mw. A. Berendsen
lidBestuur
College van Bestuur
mw. A. Berendsen
lid College van
dhr.
S. van der Wal
directeur
Esborg en Ronerborg
dhr. S. van der
Wal
directeur Esborg
en Ronerborg
NijeborgNijeborg
rector Lindenborg
mw. I. Top mw. I. Top
rector Lindenborg
vmbo vmbo
dhr. J. Wierenga
directeur Nijeborg
dhr. J. Wierenga
directeur Nijeborg
Waezenburglaan
51 en 51a
Waezenburglaan
51 en 51a
dhr. G.J. van Dijken
directeur Woldborg
dhr. G.J. van Dijken
directeur Woldborg
9351 HC9351
LeekHC Leek
tel. (0594)
45 5085 45 50
tel.85
(0594)
e-mail: [email protected]
e-mail: [email protected]
MedezeggenschapsraadMedezeggenschapsraad
Medezeggenschapsraad
Medezeggenschapsraad
Ronerborg
Ronerborg
vmbo Idhr.
havo
vmbo
I havo
G. Hanemaaijer
dhr. G. Hanemaaijer
dhr.
dhr.
personeelslid
G.G.
Hanemaaijer
Hanemaaijer
personeelslid personeelslid
personeelslid
voorzitter
voorzitter
voorzitter
voorzitte
Burchtlaan
1 Kruimer
Burchtlaan
1
dhr.
D.
dhr. D. Kruimerdhr.
dhr.
personeelslid
D. D.
Kruimer
Kruimer
personeelslid personeelslid
personeelslid
secretaris en vicevoorzittersecretaris en vicevoorzitte
secretaris
secretarie
9301 TJ
Roden
9301
TJ Roden
mw.
E. Egberts
mw. E. Egbertsmw.
mw.
personeelslid
E. E.
Egberts
Egberts
personeelslid personeelslid
personeelslid
tel. (050)
501
93 18
tel.
501 93 18
dhr.
J.(050)
Benjamins
dhr. J. Benjamins
dhr.
dhr.
personeelslid
J. J.
Benjamins
Benjamins
personeelslid personeelslid
personeelslid
e-mail:Mw.
[email protected]
e-mail:
[email protected]
K. Meinders
Mw. K. Meinders
Mw.
Mw.
ouder
K. K.
Meinders
Meinders
ouder
ouder
ouder
mw. K. Koelma
mw. K. Koelmamw.
mw.
ouder
K. K.
Koelma
Koelma
ouder
ouder
ouder
Woldborg
Woldborg
vmbo I havo
vmbo I havo
Kersenlaan
16
Kersenlaan
16
Decentraal
Georganiseerd
Decentraal
Overleg Georganiseerd
Decentraal
Decentraal
Georganiseerd
Overleg
Georganiseerd
Overleg
Overleg
9861 CR
Grootegast
9861
Grootegast mw. M. de Bree
mw.
M. CR
de Bree
mw.
mw.
AOB
M.M.
dede
Bree
Bree
AOB
AOB
AOB
tel. (0594)
22 6161 22 61
tel.61
dhr.
D.(0594)
Bruning
dhr. D. Bruningdhr.
CNV
D. D.
Bruning
CNV
CNV
dhr.
Bruning
CNV
e-mail:dhr.
[email protected]
e-mail:
[email protected]
G.J. de
Wijn
dhr. G.J. de Wijn
dhr.
CMHF
G.J.
dede
Wijn
CMHF
CMHF
dhr.
G.J.
Wijn
CMHF
48
Managementteam
Managementteam
Het managementteam
bestaat
uit het van
College
van Bestuur
en de directeuren.
Het managementteam
bestaat uit
het College
Bestuur
en de directeuren.
De samenstelling
huidige samenstelling
van het managementteam
is als volgt:
De huidige
van het managementteam
is als volgt:
dhr. R. Schilt
dhr. R. Schilt
mw. A. Berendsen
mw. A. Berendsen
College
van Bestuur
voorzittervoorzitter
College van
Bestuur
lid van
College
van Bestuur
lid College
Bestuur
jaarrekening
Bijlage B.2
(Neven)functies van bestuurders en toezichthouders per 31 december 2013
College van Bestuur
R. Schilt, Winsum, voorzitter
voorzitter College van Bestuur Stichting Onderwijsgroep Noord
voorzitter College van Bestuur Stichting Dollard College
voorzitter College van Bestuur Stichting rsg de Borgen
voorzitter College van Bestuur Stichting AOC Terra
voorzitter Aequor te Ede
bestuurslid Vereniging AOC raad, brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs
A.A. Berendsen, Bunne, lid
lid College van Bestuur Stichting Onderwijsgroep Noord
lid College van Bestuur Stichting Dollard College
lid College van Bestuur Stichting rsg de Borgen
lid College van Bestuur Stichting AOC Terra
lid Vereniging AOC Raad, Brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs
lid Bestuursadviesraad van de Vereniging AOC Raad, Brancheorganisatie van het AOC-Onderwijs
vicevoorzitter Raad van Toezicht Bevolkingsonderzoek Noord
lid Raad van Toezicht De Noorderbrug
Raad van Toezicht
F. Kuik, Yde, voorzitter
voorzitter Raad van Bestuur Stichting Zorggroep Alliade
lid Raad van Commissarissen Sportstad Heerenveen
lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord
lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College
lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen
lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra
mw. C.Y.D van Orden, Groningen, lid
Beleidsadviseur stafbureau P&O Stichting Hanzehogeschool Groningen
(gast)docent Toegepaste Psychologie
(gast)docent Human Resource Management
lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord
lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College
lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen
lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra
H. Holman, Steenbergen, lid
Voorzitter European Dairy Farmers Nederland
Vice-voorzitter European Dairy Farmers Europa
lid bestuur Waterschap Noorderzijlvest
voorzitter voetbalvereniging Oranje Nassau Roden, Roden
lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord
lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College
lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen
lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra
F. Migchelbrink, Roden, lid
lid RvC Teijin Aramid B.V., Arnhem
lid Raad van Advies Alwaysbemobilecompany, Veenendaal
voorzitter Stichting KwamUtegen, Bilthoven
lid Raad van Commissarissen Sportstad Heerenveen, Heerenveen
lid RvA Fooq b.v. Heerenveen
lid Raad van Commissie LabNoord Groningen
lid Raad van Toezicht Stichting Onderwijsgroep Noord
lid Raad van Toezicht Stichting Dollard College
lid Raad van Toezicht Stichting rsg de Borgen
lid Raad van Toezicht Stichting AOC Terra
49
Jaarverslag
rsg de Borgen