persbericht - Kennisinstituut Duurzaam Verpakken

PERSBERICHT
Hoger rendement en lagere kosten als
drankenkartons landelijk gescheiden worden ingezameld
Den Haag, 15 mei 2014 - Het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV) heeft een aanvullende
analyse uitgevoerd op de resultaten van de pilot over de gescheiden inzameling van drankenkartons die in 2013 is uitgevoerd. Op basis van berekeningen blijkt dat – als gescheiden inzameling
van drankenkartons landelijk wordt ingevoerd – er sprake is van een toename van het percentage
herbruikbaar materiaal, van een afname van de totale kosten en van hogere milieueffecten ten
opzichte van de pilot.
Het KIDV voerde de analyse uit als vervolg op de pilot Drankenkartons die in 2013 in 37 gemeenten en in twee zogenoemde nascheidingsgebieden is gehouden. De pilot was opgezet om de kosten van verschillende inzamelsystemen en de milieuwinst in kaart te brengen. De analyse diende
om aanvullende vragen te beantwoorden, onder meer over de te verwachten ketenrendementen
en de totale ketenkosten.
De resultaten van de pilot en de aanvullende analyse bieden een goede basis voor besluitvorming
over het al dan niet inzamelen en recyclen van drankenkartons in Nederland. De analyse is mede
gebaseerd op aanvullend onderzoek door de WUR/Aachen, op internationale gegevens en op de
inzichten van wetenschappers en experts uit het bedrijfsleven en van materiaal- en brancheorganisaties. De rapportage over de aanvullende analyse heeft het KIDV vandaag aangeboden aan
staatssecretaris Wilma Mansveld van Infrastructuur en Milieu.
Een van de doelen van de aanvullende analyse was om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van
de inzameling en recycling van drankenkartons als deze deel uitmaakt van de reguliere inzamelpraktijk van gemeenten. In de analyse zijn twee scenario’s uitgewerkt: een scenario gebaseerd op
het huidige gemiddelde recyclingpercentage van drankenkartons in Europa (40%) en een scenario
gebaseerd op de ‘best practice’ in Europa ontleend aan België, Duitsland en Luxemburg (70%).
Beide scenario’s leiden tot hogere rendementen en lagere kosten dan waargenomen in de pilot
van 2013.
Het onderzoek naar de gescheiden inzameling en recycling van drankenkartons komt voort uit de
Raamovereenkomst Verpakkingen 2013-2022. Daarin hebben het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het verpakkende bedrijfsleven afgesproken om meer verpakkingsmateriaal
te gaan recyclen en de verpakkingsketen te verduurzamen. In Nederland wordt jaarlijks ongeveer
70 kton aan drankenkartons op de markt gebracht, omgerekend zo’n 2,5 miljard pakken. Na gebruik verdwijnen die grotendeels tussen het restafval. In de pilot van 2013 is onderzocht of die
beter gescheiden kunnen worden ingezameld: helemaal apart van het andere afval, samen met
kunststof of bij het oud papier. Als vierde optie werd het inzamelen via nascheiding onderzocht.
Ketenrendement neemt toe
Uit de scenario-analyse blijkt dat de ketenrendementen hoger kunnen zijn in vergelijking met wat
is waargenomen in de pilot Drankenkartons van 2013 van 2013. Het ketenrendement is het percentage materiaal aan het eind van een keten ten opzichte van het materiaal aan het begin van
diezelfde keten. In scenario 1 (gebaseerd op het gemiddelde recyclingpercentage in Europa, 40%)
nemen de ketenrendementen voor apart inzamelen toe naar 34%. Bij inzameling met een drager
(kunststof of oud papier/karton) komt het ketenrendement in dit scenario uit op 27%. In scenario
2 (best practice in Europa met een gemiddeld recycling percentage van 70%) bedragen deze percentages 60% (apart) en 48% (met drager).
De verwachte verbeteringen voor de nascheiding zijn beperkt, uitgaande van de best presterende
installatie in de pilot Drankenkartons en omdat de respons (per definitie) al hoog is.
Met het ketenrendement neemt ook het milieurendement van apart inzamelen en inzameling
met kunststof of oud papier als drager toe. Hierdoor benadert het milieurendement van bronscheiding dat van nascheiding, zoals gerapporteerd in de rapportage over de pilot Drankenkartons
in 2013.
Directe ketenkosten nemen af
De scenario-analyse laat zien dat de directe ketenkosten kunnen afnemen, als in de reguliere inzamelpraktijk van gemeenten de pilot-specifieke kosten zijn geëlimineerd en door het optreden
van schaaleffecten. Hoe meer volume, hoe meer rendement, hoe beter dat is voor het milieu. Bij
kunststof is daar wel de voorwaarde aan verbonden dat in het inzamelsysteem van de kunststof
zelf voldoende restcapaciteit aanwezig is. Hoe groot de schaalvoordelen precies zijn, is afhankelijk
van de wijze van inzameling en welke innovaties daarbij worden ontwikkeld.
Microbiologische lading
In de aanvullende analyse is door het KIDV ook gekeken naar de risico’s die verbonden zijn aan de
microbiologische lading van gebruikte drankenkartons, bijvoorbeeld door het achterblijven van
resten zuivel of sap. Volgens experts die bij de aanvullende analyse zijn betrokken, zijn de additionele risico’s voor de volksgezondheid beheersbaar, als de drankenkartons worden gebruikt voor
de productie van gerecycled papier of karton. Binnen de EU-regelgeving is de toepassing van
drankkarton-recyclaat in de voedingsindustrie onder voorwaarden toegestaan. Gerecyclede vezel
uit drankenkartons worden in de EU-praktijk dan ook al grootschalig toegepast.
Terugslageffecten op dragers kunststof en oud papier/karton
Bij co-inzameling van drankenkartons met kunststof en oud papier/karton, kunnen zogenoemde
terugslageffecten optreden. Dan gaat het om effecten die tijdens het inzamelen, sorteren en/of
verwerken kunnen optreden bij de dragers kunststof en oud papier/karton. Bijvoorbeeld extra
kosten die moeten worden gemaakt of waardevermindering van deelstromen van de dragers.
Hierbij gaat het dus om indirecte kosten die voortkomen uit de co-inzameling. Uit de aanvullende
analyse blijkt dat deze terugslageffecten bij co-inzameling van drankenkartons met kunststof relatief beperkt zijn. Bij co-inzameling met oud papier/karton zijn de terugslageffecten relatief hoog.
In de aanvullende analyse is ook gekeken naar de optelsom van de directe en indirecte kosten van
co-inzameling met kunststof en oud papier/karton. Daaruit blijkt dat de kosten voor beide systemen in de buurt van elkaar liggen.
Besluitvorming
De resultaten van de pilot Drankenkartons van 2013 en de aanvullende analyse bieden een goede
basis voor besluitvorming over het al dan niet inzamelen en recyclen van drankenkartons in Nederland. Als onafhankelijk kennisinstituut adviseert het KIDV niet over de vraag of drankenkartons
apart moeten worden ingezameld en, zo ja, welke systemen daarvoor in aanmerking komen en
welke vergoedingen daarbij dan passend zijn. De keuzen daarover zijn voorbehouden aan de betrokken partijen.
In de aanvullende analyse merkt het KIDV op dat slechts de praktijk kan uitwijzen hoe de indirecte
kosten (onderdeel van terugslageffecten) in combinatie met de directe ketenkosten uiteindelijk
uitpakken, wanneer drankenkartons met een drager worden ingezameld. Volgens de onderzoekers is het voorstelbaar, dat er niet zoiets komt als een dwingend te implementeren landelijk systeem, maar dat verschillende inzamelsystemen naast elkaar kunnen bestaan. Dit maakt innovaties
in ketenprocessen mogelijk, waardoor directe én indirecte kosten lager kunnen uitpakken.
Bericht voor de redactie, niet bestemd voor publicatie:
Het rapport over de aanvullende analyse kunt u downloaden op de website van het KIDV,
www.kidv.nl. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Angélique Bergers, communicatie KIDV, telefoon 06-13626668 of mail [email protected].