De louterende blik van een ander

Tekst: Maartje Laterveer
Fotografie: Annemarieke van Drimmelen
De louterende
blik van
een ander
Praten met André Platteel is alsof je in een warm bad stapt. Hij is relaxed,
ontwapenend, een lange man met een baardje. Je schouders zakken vanzelf
een fractie als hij je aankijkt. Kalm, vriendelijk, open – wijs. Wijsheid die hij
inzet voor Your Lab, het Amsterdamse instituut waar jongeren, dertigplussers
en vijftigplussers vier dagen lang op zelfonderzoek gaan. En wijsheid die hij
stopte in zijn boek: Alles hiervoor.
Zijn roman verscheen half april en werd meteen best verkopende
debuut van de maand. Knap voor zo’n ambitieus verhaal. Alles
hiervoor verhaalt over Jonathan, een man van begin dertig die als
jongvolwassene zijn moeder en kort daarna zijn broertje verliest
aan kanker en zich vervolgens keihard op werken stort. Als hij op de
toppen van zijn succes is, stort hij in. Er volgt een lange worsteling
met zichzelf die uitmondt in een fysieke: een hard gevecht met ‘de
Noor’, een grote man die tot de laatste bladzijde naamloos blijft,
maar die een essentiële rol speelt in het boek. Jonathan komt de
Noor tegen in Big Sur, het Californische National Park dat in de
vorige eeuw veel kunstenaars en schrijvers als Henry Miller en
Jack Kerouac trok en een mekka werd voor bohemiens.
De plek is vast niet toevallig gekozen; zoals creatie het begin van
iets nieuws impliceert, markeert de ontmoeting met de Noor
voor Jonathan een keerpunt. Het begin van een einde – aan zijn
worsteling, aan de ontkenning van zijn verdriet, aan de passiviteit
waarmee hij zich achter zijn succes verschool en intussen steeds
meer van zichzelf verwijderd raakte. Maar ook het begin van een
nieuw leven, een nieuwe liefde.
Het verhaal van Jonathan lijkt erg op dat van André Platteel.
Ook hij verloor zijn moeder en broertje, toen hij respectievelijk
18 en 22 was. Hij ging naar Amsterdam en koos de makkelijkste
vluchtroute: werk.
41
‘Ik werkte als consultant in de reclame- en marketingwereld.
Een harde wereld. En ik werkte net zo hard. Ik joeg op succes
en ik kreeg het ook. Ik genoot enorm van het geld dat binnenkwam, maar ook van de erkenning dat ik er was, dat ik goed was.
Ik experimenteerde daarmee; soms verhoogde ik mijn uurprijs
op een bizarre manier, en dat werd dan gewoon betaald. Ik had
het gevoel dat ik de wereld naar mijn hand kon zetten. Ik vloog
overal heen, mocht overal presentaties geven en kreeg daar gigantische bedragen voor. Op een gegeven moment kenden
mensen me ook. Als ik dan naar de RoXY ging en er stond een
rij, dan werd ik naar voren gehaald en mocht ik naar binnen.’
Was je gelukkig?
‘Supergelukkig. Althans, dat dacht ik. Net zoals ik het gevoel had
dat ik mezelf was. Maar dat was niet zo. Alles wat ik deed, kwam
voort uit pijn en verdriet en woede. Het was een negatieve hang
naar erkenning. En op een dag stortte ik in. Letterlijk: ik viel flauw.
Ik moest een presentatie geven voor een zaal vol ondernemers en
ging gewoon van mijn stokje. De symboliek is frappant: ik moest
door mijn hoeven gaan om te ervaren dat het fundament waarop
ik mijn succes had gebouwd, niet bestond.’
Waarom bestond dat niet?
‘Omdat ik totaal aan mezelf voorbij was gegaan. Ik had niet naar
mijn lichaam geluisterd. Had ik dat wel gedaan, dan had ik gevoeld dat ik verkrampt was. Ik was zo verkrampt dat ik niks meer kon.
Ik kon niet meer goed eten, mijn voedsel werd niet goed verteerd,
ik kreeg angstaanvallen. Ik was verbaasd, had tot dan toe niet het
gevoel dat er iets aan de hand was: ik werkte tien, twaalf uur per
dag, had onwijs veel energie – ik was 32 en enorm potent in alles.
Maar ik deed mezelf en mijn lichaam alleen maar geweld aan.’
Geweld is een rode draad in Alles hiervoor. In slechte zin, en in
goede zin. Het keerpunt voor Jonathan komt wanneer hij met de
Noor op een tocht voor de Mojavewoestijn gaat, en hij een paar
rake klappen van hem krijgt.
Geloof jij in een louterende werking van geweld?
‘Ja, wel als het geweld erop gericht is om louterend te zijn. Als
de Noor op Jonathan inbeukt, voelt dat eerst als gewelddadig.
Maar later merkt hij: ik heb misschien wel het mooiste cadeau
gekregen dat me is overkomen. Jonathan heeft jarenlang moeten
worstelen om zich een beetje beter te voelen; de Noor heeft een
kwartiertje nodig om op hem in te beuken, en hij is bevrijd.’
Hoe kwam je daarop?
‘Ik wilde een verhaal schrijven dat over deze tijd gaat. Ik heb me
als consultant beziggehouden met verandering in cultuur, en ik
zag dat we in een soort verkramping zijn geraakt. We weten dat
de manier waarop we met onszelf, met elkaar en met de wereld
omgaan, desastreus en destructief is. Onze constructies zijn gebaseerd op tegenstellingen: als er ergens winst wordt gemaakt,
wordt ergens anders verlies geleden. Dat hele systeem klopt niet
maar we zijn er zo aan verslaafd dat we er niet meer uit kunnen.
Dat vond ik een interessant uitgangspunt, omdat veel mensen
op persoonlijk vlak in eenzelfde situatie zitten. Ik krijg bij Your
Lab mensen van 22, 23 die al een burn-out hebben. We beseffen
veelal dat we niet goed met onszelf en elkaar omgaan, dat we
zelfdestructief zijn, en toch lukt het niet te veranderen. Ik wilde
onderzoeken: hoe kom je weer in beweging?’
En je kwam uit bij geweld?
‘Ja. En bij liefde. We zien dat als tegenstellingen, maar soms zijn
ze nauw verweven. Soms kan liefde gewelddadig zijn, en geweld
kan liefdevol zijn. De Noor zet Jonathan in het moment. Hij maakt
42
aanwezigheid in hem los en hij dwingt hem zich daaraan over te
geven. Die overgave is waar het uiteindelijk om gaat. Omdat je
dan loskomt van patronen en mechanismen die je in een wurggreep houden, en in contact komt met de essentie, met wat er
is. Niet met wat je wilt of niet wilt, niet met je overlevingsstrategieën of neiging tot controle. Maar gewoon: wat er is. Van daaruit
kan het stromen.’
Dezelfde filosofie is het geheim achter Your Lab. Niet dat je er
in elkaar wordt gemept, althans niet fysiek. De weg van geweld
wordt hier niet bewandeld, wel die van liefde. En warempel: wie
er is geweest, komt er rustiger uit, milder, alsof – inderdaad – een
verkramping is losgelaten en de levenslust weer stroomt. Precies
zoals de subtitel voorspelt: ‘Your Lab leidt je niet op om succesvol te worden in je werk, maar om je te laten slagen als mens.’ Er
is geen vast programma, wel zijn er ijkpunten en principes. Wat
binnen Your Lab gebeurt of wordt gezegd, blijft binnen Your Lab.
Dat maakt mogelijk dat iedereen, zonder uitzondering, de wapens laat zakken waarmee we ons ongemerkt verdedigen tegen
– ja, tegen wat eigenlijk?
Een van de oefeningen en een terugkerend thema binnen Your
Lab is aankijken. Op een gegeven moment is er geen ontkomen
meer aan, aan de blik van André Platteel die je recht aankijkt en
je uitnodigt hetzelfde te doen. En dan begrijp je ineens waarom er
mensen in huilen uitbarstten bij The Artist is Present. Kunstenares
Marina Abramović deed niets anders dan haar bezoekers aankijken, zolang ze zelf wilden. De blik van een ander mens, net zo
levend, kwetsbaar en perfect imperfect als jij, maakt die muur
die je zo zorgvuldig om je heen hebt geconstrueerd, ineens belachelijk nutteloos. Wie er vrijwillig achter blijft leven, blijft vrijwillig in de gevangenis zitten waar Jonathan zich in verschanst,
waar Platteel zich jarenlang in verschool – waar zo veel mensen
zich in verschuilen voor het echte leven.
‘Het is grappig,’ vertelt Platteel, ‘veel vrienden van mij die het
boek hebben gelezen, vragen aan mij: waar kan ik die Noor vinden? Geef mij alsjeblieft ook zo’n Noor.’
De Noor bestaat niet, hij is het verzinsel van een schrijver. Wat er
wel is, is Your Lab. En alles hiervoor.