Klik hier - Vriend van de Aviodrome

Geen Laag te Hoog.
(Terugblik op de lezing van Jacques Bartels op 15 maart 2014).
Hij houdt van kisten met geluid! Vast niet de enige, maar of je dat van de
Fokker D.VII ook kunt zeggen, weten we niet, wel een leuke binnenkomer.
Zijn interessante bijdrage voor de Vriendenkring ging over de eerste uitzending
van de KLu, toen nog LVA (Luchtvaart Afdeling) geheten, in vredestijd naar het
Jacques Bartels in de Uiverzaal van het Aviodrome (foto Jan Hemink)
Tweede Internationale Pooljaar op IJsland.
Als militair - historicus heeft hij al veel publicaties geschreven. Deze lezing vindt
zijn grondslag in zijn laatste boek: Geen Laag te Hoog, dat in 2013 ter
gelegenheid van o.m. 100 jaar militaire luchtvaart en 80 jaar na het Tweede
Pooljaar werd uitgegeven. Het Detachement IJsland, zoals de missie heette, was
1
gelegerd op een klein vliegveldje zo’n 100 km van de hoofdstad Reykjavik. Op
initiatief van de toenmalige Hoofddirecteur van het KNMI, de heer Cannegieter
(de grote motor achter het internationale Tweede Pooljaar) verrichtten de
vliegers meteorologische waarnemingen in de bovenlucht. Een betere kennis
hierover zou een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het verbeteren van de
weersverwachtingen voor algemeen publiek en de luchtvaart. Overigens waren
dit soort vluchten niet nieuw. De beide, uitgezonden vliegers van Giessen en
Bosch hadden al vele zg. weervluchten vanaf de vliegbasis Soesterberg achter
de rug.
(uit de presentatie van Bartels (foto Jan Hemink)
Voor het noodzakelijke onderhoud aan de kisten en instrumenten was sergeant
van der Leden in het team opgenomen.
Tussen de vleugels van de tweedekkers (met registratienummers 260 en 263)
was de meteorograaf gemonteerd. Een instrument waarmee luchtdruk,
temperatuur en vochtigheid gemeten kon worden, voor hoogtewinden waren er
de ballonoplatingen. In leer gewikkeld registreerden de drie wijzers in het
inwendige van het instrument op beroet papier de gemeten waarden. Steady
vliegen was dan noodzakelijk maar dat lukte niet altijd. Zeker niet die 99ste keer
op 29 december 1932: de vlucht eindigde, na een val van bijna 2000m’ in een
zware sneeuwbui met veel ijsaanzetting, in een noodlanding waarbij de vleugel
2
kapot ging. De vluchten gingen hoog: in leren vliegerkleding en met een open
cockpit, zonder zuurstof of parachute, geen verwarming, radio of een goed
werkend kompas. De laagst gemeten temperatuur was -41.70C. In totaal zijn
470 vluchten gemaakt, 330 hoogtevluchten met een gemiddelde hoogte van
5605m, maximaal tot 6704m in 560 vlieguren. Het leverde veel kennis op van
de eigenschappen van de hogere luchtlagen en de resultaten zijn gepubliceerd in
het rapport: Ergebnisse aerologischen Beobachtungen van Van Everdingen.
Hoewel het hele gezin mee was naar IJsland was het gewone leven geen pretje.
Veel stormen en weinig geld. Geregeld moesten fondswervingsacties in
Nederland gehouden. Wennen natuurlijk ook aan het eten, weinig verse groente
maar wel walvisvlees en schapenkoppen, een delicatesse zei men voor de
IJslanders. Per boot werden mens en materieel vervoerd, een enkeling per
vliegtuig via Kopenhagen. De beide vliegtuigen werden gedemonteerd en in
kratten vervoerd.
Jacques als enthousiaste verteller, foto Ed Nolte
3
Gelukkig kwamen ook nog een aantal interessante gasten, ze die werden
hartelijk ontvangen. De Italiaan Balbo maakte met de nodige watervliegtuigen
op weg naar Chicago een tussenlanding, vlieger Grierson kwam in een Tiger
Moth en Charles Lindbergh stopte ook op weg naar Europa.
Er was veel waardering vanuit Nederland voor het werk dat de vliegers hadden
verricht, ze werden dan ook gehuldigd en ontvingen een koninklijke
onderscheiding na thuiskomst op 22 september 1933.
4