programma - De Bijloke

16.03.14 | 15:00 | CONCERTZAAL
deFILHARMONIE
SIBELIUS, NIELSEN, BARTÓK
PROGRAMMA
JEAN SIBELIUS (1865-1957)
Karelia, opus 11
I. Intermezzo
II. Ballade
III. Alla marcia
CARL NIELSEN (1856-1931)
Klarinetconcerto, opus 57
I. Allegretto un poco
II. Poco adagio
III. Allegro non troppo – Adagio – Allegro vivace
Pauze
BÉLA BARTÓK (1881-1945)
De houten prins, opus 13 (suite)
I. Voorspel
II. De prinses
III. Het woud
IV. Arbeidslied van de prins
V. De beek
VI. Dans van de houten prins
VII. Naspel
NIEUW! 24 UUR VOOR EN NA HET CONCERT
Vind snel meer achtergrondinfo.
Bereken je route naar De Bijloke.
Deel je mening over dit concert.
debijloke.be/nu
2
UITVOERDERS
DEFILHARMONIE
Dirigent | Michael Schønwandt
Hobo | Eric Speller, Piet Van Bockstal, Sébastien
Vanlerberghe, Dimitri Mestdag
Concertmeester | Wouter Vossen
Klarinet | Nele Delafonteyne, Benjamin Dieltjens, Ria
Moortgat, Benoît Viratelle, Pierre Xhonneux
Eerste viool | Eric Baeten, Peter Manouilov, Yuko
Kimura, Sihong Liang, Mara Mikelsone, Miel Pieters,
Christophe Pochet, Natalia Tessak, Guido Van Dooren,
Andrés Ibanez, Keren-Peta Lorier, Luce Caron, Peter
Despiegelaere, Bart Lemmens
Fagot | Oliver Engels, Graziano Moretto, Bruno Verrept,
Tobias Knobloch, Inge Peters
Saxofoon | Jan Vandemoortele, Bjorn Verschoore
Tweede viool | Miki Tsunoda, Frederic Van Hille,
Liesbeth Kindt, Ilse Pasmans, David Perry, Lydia
Seymortier, Marjolijn Van der Jeught, Maartje Van
Eggelen, Eva Ackerman, Giorgia Beninati, Nuno Filipe
Coelho Da Silva, Stefaan De Rycke, Anne van Eck,
Hanneke Verbueken
Hoorn | Eliz Erkalp, Zachary Cramer, Koen Thijs, Jos
Verjans
Trompet | Alain De Rudder, Rudy Moercant, Luc Van
Gorp, Steven Verhaert, Jeroen Bavin, Tom Gontier
Altviool | Ayako Ochi, Barbara Giepner, Rajmund
Glowczynski, Wieslaw Chorosinski, Marija Krumes,
Krzysztof Kubala, Luis Damian Ortiz Garcia, Bart
Vanistendael, Lisbeth Lannie, Romain Montfort,
Alexander Pavtchinskii, Jasmien Van Hauthem
Trombone | Bart Van Nieuwenhuyze, Maarten Lowel,
Roel Avonds
Tuba | Bernd Van Echelpoel
Pauken | Pieterjan Vranckx
Cello | Marc Vossen, Dieter Schützhoff, Birgit Barrea,
Diego Liberati, Maria Mudrova, Anne Meike Burgel,
Mathieu Jocqué, Anna Agnes Nagy, Karen Schudde,
Lieselot Watté
Percussie | Manuel Martinez Navarro, Jaume-Blai
Santonja Espinos, Mieke Buekers, Tom Pipeleers, Koen
Plaetinck
Contrabas | Ioan Baranga, Jaroslaw Mroz, Tadeusz
Bohuszewicz, Julita Fasseva, Jeremiusz Trzaska, Ben
Faes, Tom Fiorini, Natacha Save
Harp | Samia Bousbaïne, Ségolène Brutin
Celesta | Paul Hermsen, Yutaka Oya
Fluit | Aldo Baerten, Edith Van Dyck, Charlène
Deschamps, Peter Verhoyen
3
deFILHARMONIE
BARTOK XXL
VEELZIJDIG FINLAND
SIBELIUS’ KARELIA
Toen Jean Sibelius’ massieve koorsymfonie
Kullervo in 1893 in première ging, was dat
het officieuze startschot van Finlands culturele ontvoogdingsstrijd. Om te beginnen was het een ambitieuze, ronkende
en grootse compositie met tekstmateriaal
uit de Kalevala, het nationale epos. Componist en criticus Oskar Merikanto sloeg
de nagel op de kop: “Wij herkennen deze
tonen als de onze, ook al hebben we ze nog
nooit gehoord.”
Drie van de muziekstukken die Sibelius
aanleverde, werden in een suite verzameld.
Het eerste stuk, Intermezzo, begeleidde het
derde tableau, waarin de middeleeuwse
graaf Narimont in een winterlandschap op
zijn paard zat. Voor het tweede stuk uit de
suite, Ballade, liet Sibelius zich inspireren
door de troubadours die aan het hof van
de middeleeuwse vorst Knutsson optraden. Alla marcia, het derde deel van de
suite, evoceert de zestiende-eeuwse veldheer Pontus de la Gardie, die ten strijde
trok tegen Rusland. Sibelius schreef een
oprukkende mars voor, met een gezwinde,
folkloristische hoofdmelodie.
De symfonische gedichten die Sibelius na
Kullervo voltooide, zijn nagenoeg allemaal
gebaseerd op de Kalevala. Ze evoceren een
breed palet aan gevoelens, en werden derhalve beschouwd als karaktervolle, nationalistisch-politieke meditaties over de
mysteries van de volkslegenden (En saga of
de Lemminkäinensuite) of de Finse natuur
(Finlandia of Lentelied). De Kareliasuite is
een van Sibelius’ meest politieke composities. De partituur is terug te voeren tot de
muziek die hij in 1893 componeerde voor
een reeks patriottische tableaux vivants:
een vorm van toneel waarbij spelers in
fraaie kostuums en karakteristieke poses
zwijgend een historisch of mythologisch
tafereel uitbeelden. Aanleiding hiertoe was
een loterij, waarop geld werd ingezameld
om in de Kareliastreek een eigen kansanopisto of bestuurscollege op te richten.
MUZIEK VAN ANDERE PLANETEN
NIELSENS KLARINETCONCERTO
Na voltooiing van zijn houblazerskwintet
in 1922 vatte Carl Nielsen het plan op om
voor elk van de vijf instrumenten uit dit
werk (fluit, hobo, klarinet, fagot en hoorn)
een concerto te schrijven. Slechts twee
daarvan werden voltooid: een fluitconcerto en een klarinetconcerto. Terwijl het
concerto voor fluit een vrij mild, atmosferisch werk is waarin de pastorale solopartij weerwerk krijgt van een komische
trombone, is het klarinetconcerto heel wat
origineler en tegendraadser. Naar Nielsens
gevoel was de klarinet een schizofreen
instrument, dat enerzijds warmzacht en
lieflijk was, maar anderzijds ook hysterisch kon klinken, “schreeuwerig als tram
op slecht geoliede sporen”. Toen Nielsens
4
In het hart van dit concerto staat een Poco
adagio, dat ingezet wordt door een wiegende hoornmelodie. Nielsen laat het nocturne-achtige moment plots omslaan in
verzenuwde actie, wanneer strijkers ineens
beginnen te knarsentanden. De klarinet
daarentegen blijft dezelfde, langademige
melodieën intoneren, die heftig dissoneren met de strijkersbegeleiding. Na een
korte cadens zet Nielsen de slotbeweging
in, een soort gezapig scherzo waarin het
orkestspel volledig uit elkaar brokkelt. In
de slotmaten spelen strijkers een fluisterzachte reeks akkoorden, terwijl plukkende
contrabassen in de bodem wegzinken. De
klarinet houdt het hoofd boven water met
een enkele toon, terwijl de kleine trom
naar de slotmaat aftelt.
schoonzoon, dirigent Emil Telmányi, het
werk doornam, raakte hij bevangen door
de bleke, spaarzame schriftuur van deze
muziek. Zijn oordeel: dit was “muziek van
andere planeten”.
Telmányi’s uitspraak doet meteen denken
aan het Tweede strijkkwartet van Schönberg, waarin een sopraan zingt over de
“Luft von anderem Planeten”. Effectief
komt Nielsen in zijn klarinetconcerto
dichtbij de expressionistisch atonale
muziek van zijn Europese collega’s. De
kritiek na de première luidde dat dit werk
“absoluut het ergste ding is dat deze iets te
opzettelijk experimentele en provocatief
dwarse Deen tot nu toe in elkaar gestoken
heeft”. De criticus omschreef Nielsen als
een “kakafonist” die niets liever deed dan
de atonale mode van zijn tijd te volgen.
DE WREEDHEID VAN EEN KUNSTWERK
BARTÓKS HOUTEN PRINS
Aan de buitenkant lijkt De houten prins
een zonnig sprookje, maar het is de mystieke laag die Bartóks ballet zo aantrekkelijk maakt. De muziek aan het begin
evoceert de natuur die ontwaakt. Aan de
rand van het bos, in de kasteeltuin, danst
de prinses in haar eentje. Achter de bomen
staat de smoorverliefde prins, die van de
fee het betoverde woud niet mag verlaten.
De fee tracht de aandacht van de prins af
te leiden door het woud tot leven te brengen. De prins heeft het echter zo zwaar te
pakken dat hij aan de oever van de rivier
een houten prins opstelt, die de prinses tot
bij hem moet leiden. Als de prinses in het
riviertje springt, staat ze vol bewondering
voor de pop, die dankzij de fee tot leven
komt. De prinses vraagt de houten pop ten
Nielsens stuk neemt de vorm aan van één
ononderbroken beweging van flink twintig minuten, die daarbinnen wel traditioneel is vormgegeven, met een langzame
beweging in het midden. De gavotteachtige openingsmaten lijken wel het
begin van een Sjostakovitsj-symfonie: een
ludieke, zachtaardige entree die tamelijk
atypisch is voor Nielsen. Wanneer de klarinet erbij komt, ontstaan enkele gekscherende kat-en-muis-spelletjes. Ongevraagd
treedt ineens een kleine trom naar voren.
Net zoals de trombone in het fluitconcerto
als sparring partner van de fluit optrad, is
de kleine trom hier een metgezel van de
klarinet. Tot aan de slotmaten zal de kleine
trom ratelen, snateren en rikketikken.
5
lied geflankeerd door twee impressionistisch klinkende dansen. In de eerste, die
van het woud, klinkt een donker ruisen
doorheen de pauken, celli en contrabassen. Langzaamaan komen de bomen tot
leven om de prins te verhinderen tot bij
de prinses te komen. Een tweede dans, die
van de rivier, doet denken aan de watermuziek van Debussy en Ravel en stelt een
Bolero-achtige melodie in de saxofoon
centraal.
dans, tot groot verdriet van de prins. De
fee laat hem daarop de grootsheid van het
woud zien, en de prins lijkt zijn vereenzaming op te offeren aan de natuur. Als de
houten pop stukloopt, herkent de prinses de wegvluchtende prins. Wanneer het
woud haar de toegang weigert, gooit de
prinses haar kroontje en juwelen weg. Ze
loopt nu het betoverde woud in, de prins
achterna. Het gebladerte sluit zich.
De suite opent met een prelude die doet
denken aan Wagners voorspel tot Das
Rheingold en Strauss’ zonsopgang aan
het begin van Also sprach Zarathustra.
In een eerste dans dartelt de prinses op
een kokette klarinetmelodie naar buiten.
Volgens het libretto ziet de prins haar
spelen en wordt hij in zijn pogingen haar
te veroveren geïnspireerd tot het creëren
van een kunstwerk: de houten prins. Dit
gebeurt ongeveer halverwege de suite in
het Arbeidslied van de prins, dat met zijn
eenvoudige ritmes veel weg heeft van een
boerendans. In de suite wordt het Arbeids-
De laatste dans is die van de houten
prins zelf en wisselt stabiele met onstabiele tempi af. De open snaren, kwint- en
kwart-intervallen en xylofoon doen hier
opnieuw aan boerenliederen en Petroesjka
denken. Het kunstwerk gaat een eigen
leven leiden, vervreemdt van de kunstenaar en laat hem monddood achter. De
Schönbergiaanse zwaarmoedigheid glijdt
weg en de feeërieke tonen sterven uit tot
een – vreemd genoeg – betoverend ordinaire wereld overblijft. Liefde en kunst
leggen het af tegenover de natuur.
6
BIO
BENJAMIN DIELTJENS
Benjamin Dieltjens is een van de meest
veelzijdige klarinettisten van ons land.
Hij studeerde klarinet aan het Koninklijk
Conservatorium van Brussel bij Henri de
Roeck en vervolmaakte zich bij Wolfgang
Meyer in Karlsruhe (Duitsland). Na zijn
studies ontving hij de Horlait-Dapsensprijs en kreeg hij een studiebeurs van het
Brahms-Gesellschaft in Baden-Baden.
onder een bekroonde opname van Pierrot
lunaire. In 2006 nam hij muziek van Schumann en Kurtág op met Jan Michiels en
Tony Nys. In 2003 werd hij bekroond met
de Jeugd & Muziek-Prijs
Dieltjens speelt regelmatig met ensembles
en orkesten als Oxalys, Ictus, Explorations,
Il Fondamento, Il Gardelino, de Akademie
für alte Musik Berlin en het Orchestre de
Champs Elysées. Hij heeft een bijzondere
voorliefde voor hedendaagse muziek en
was lid van het voormalige Ensemble für
Neue Musik Karlsruhe onder de leiding
van Peter Eötvös. Verder is hij vast lid
van het in 1998 opgerichte kamermuziekensemble voor hedendaagse muziek Het
Collectief en vormt een vast duo met zijn
broer Thomas Dieltjens (piano).
MICHAEL SCHØNWANDT
Michael Schønwandt werd geboren in
Kopenhagen in 1953. Hij studeerde piano,
muziektheorie en compositie alvorens
zich op dirigeren toe te leggen. Na zijn
studies in Denemarken specialiseerde hij
zich aan de Royal Academy of Music van
London. In 1979 werd hij geëngageerd als
eerste dirigent van de Royal Danish Opera
in Kopenhagen, waarmee hij, over verschillende seizoenen, een breed repertoire
dirigeerde, van Mozart tot Penderecki
Dieltjens doceert klarinet aan het conservatorium van Luik en kamermuziek aan
het conservatorium van Brussel en is klarinetsolist bij deFilharmonie.
Schønwandt werd in 2000 aangesteld
als muziekdirecteur van de Royal Opera
House van Kopenhagen, maakte zijn
debuut in Londen in 1983 en dirigeert
sindsdien regelmatig aan de Royal Opera
House Covent Garden. Van 1984 tot 1997
was hij eerste gastdirigent van de Koninklijke Muntschouwburg in Brussel, waar hij
naast operavoorstellingen ook concerten
dirigeerde. In 1985 maakte hij zijn Parijse
debuut met een opvoering van Alceste aan
de Opéra en keerde er terug om produc-
In 1996 creëerde hij het basklarinetconcerto Quand la lune meurt van Bart Van
Hecke. Van 1997 tot 2001 was hij actief als
orkestmuzikant in het Württembergisches
Kammerorchester Heilbronn. Hij maakte
opnames met muziek voor houtblazers
van Johann Georg Lickl en het dubbelconcerto voor klarinet en fagot van Carl
Stamitz, alsook een cd met de klarinetsonates van Brahms. Ook met Het Collectief maakte hij diverse opnames, waar-
7
ties te dirigeren als Salome, Elektra en Macbeth. Hij dirigeerde ook diverse concerten
in Parijs, en werkte samen met de opera en
het symfonieorkest van Nice
Kamer Filharmonie, als opvolger van Jaap
van Zweden. Hij staat ook regelmatig voor
het Radio Filharmonisch Orkest.
DEFILHARMONIE
Als stilistisch flexibel symfonieorkest bezit
deFilharmonie (Royal Flemish Philharmonic) een artistieke souplesse die toelaat om
meerdere stijlen op een historisch verantwoorde wijze te vertolken. De Nederlandse
dirigent Edo de Waart, die voorheen aan
het hoofd stond van o.a. het Radio Filharmonisch Orkest, het San Francisco Symphony en het Hong Kong Philharmonic
Orchestra, staat als chef-dirigent in voor
het grote orkestrepertoire. Met zijn ruime
orkestervaring draagt hij bij tot de vorming
van het unieke karakter van deFilharmonie. Hij werkt daarvoor nauw samen met
hoofddirigent Philippe Herreweghe, die
zich vanuit zijn specifieke achtergrond
toespitst op de (pre)romantische muziek.
Martyn Brabbins is eerste gastdirigent.
Vanaf seizoen 2013/2014 is de Antwerpse
componist Wim Henderickx ‘artist in residence’ bij deFilharmonie.
In 1990 maakte hij zijn debuut aan de
Weense Staatsoper met Le nozze di Figaro,
en keerde terug om Otello, Elektra, Don
Giovanni, La traviata, Der fliegende Holländer en andere opera’s te dirigeren. Van
1992 tot 1998 was hij chef-dirigent van het
Berliner Sinfonie-Orchester. Ook was hij
eerste gastdirigent van het Danish National
Radio Symphony Orchestra. Hij dirigeerde
alle Beethovenconcerto’s met Alfred Brendel en het London Symphony Orchestra en
het Requiem van Mozart met de Wiener
Philharmoniker in Salzburg
Schønwandt werkte samen met tal van
internationale toporkesten als de Wiener
Philharmoniker, de Berliner Philharmoniker, het London Symphony Orchestra, het
Philharmonia Orchestra en het Orchestre
de la Suisse Romande. Van 2010 tot de
opheffing in 2013 leidde hij de Radio
8
BINNENKORT
DO | 20.03.14 | 20:00 | Kraakhuis | UITVERKOCHT
Raquel Andueza, La Galania
Monteverdi, Mazzochi, Sances, Merula, Ferrari
DO | 27.03.14 | 20:15 | Handelsbeurs
Arcanto Quartett & Jorg Widmann
Bach, Beethoven, Brahms
VR | 21.03.14 | 20:00
Symfonieorkest Vlaanderen
Neyrinck, Lindberg, Mozart
ZA | 29.03.14 | 20:00 | Kraakhuis | UITVERKOCHT
Theatre of Voices
Weir, Pärt, De Machaut, Dunstable, GudmundsenHolmgreen, Volans
ZA | 22.03.14 | 20:00 | Miryzaal (Hoogpoort 64)
Brentano Quartet
Mozart, Sjostakovitsj, Beethoven
ZO | 23.03.14 | 16:00 | Concertzaal
deFilharmonie, Dirk Brossé (dirigent),
Nico Sturm (acteur)
KIDconcert | Pinokkio (6+)
Met workshop van 13:00 tot 15:00
WO | 26.03.14 | 14:00 | Kraakhuis
Anthony Romaniuk
Chopin
WO | 26.03.14 | 20:00 | EXTRA TICKETS
The Spring Quartet
Jazz
ZA | 29.03.14 | 20:00 | De Centrale
Mahwash
Afghaanse muziekcultuur
WO | 02.04.14 | 16:00 | Kraakhuis
ZA | 05.04.14 | 16:00 | Kraakhuis
SOLDAAT: Joke Van Leeuwen & Caroline Deutman
Toen mijn vader een struik werd: avontuurlijke muzikale
vertelling met klank en beeld
DO | 03.04.14 | 20:00 | Kraakhuis
SOLDAAT: Judith Ermert & Daan Vandewalle
Hindemith, Weill, Debussy, Ravel
VR | 04.04.14 | 20:00 | Kraakhuis
SOLDAAT: Arc Ensemble
Fitelberg, Laks, Weinberg
Bespreekbureau Muziekcentrum De Bijloke Gent
Colofon
J. Kluyskensstraat 2, 9000 Gent
Tekst programmaboekje | Tom Janssens & Sarah Vandemoortele
Di - vr 10:00 - 17:00 | Za 13:00 - 17:00
v.u. | Daan Bauwens
09 269 92 92 | [email protected] | www.debijloke.be
© Muziekcentrum De Bijloke Gent
Muziekcentrum De Bijloke is mobiel dankzij het partnership met Gent Motors (www.gentmotors.be)